MASTERPLAN
LOOKWATERING-WEST
EN
VOORDIJKSHOORN
vakteam
ruimtelijke ordening
2 ALGEMENE LIJN INSPRAAKREACTIES
2.1
Communicatie
tussen gemeentelijke overheden en bewoners van het plangebied
2.2
De
stedenbouwkundige opzet van het plangebied
2.3
De
voorgestelde verkeersontsluiting van het plangebied
2.4
Wateroverlast
ten gevolge van de voorgestelde ophoging van het plangebied
3
Schriftelijke inspraakreacties
Masterplan
3.1 Overzicht indieners schriftelijke
reacties
3.2 Beantwoording schriftelijke
reacties
4
Mondelinge reacties op het Masterplan
4.1 Overzicht indieners
mondelinge reacties
4.2 Beantwoording mondelinge
reacties
4.3 Beantwoording
telefonische reacties
5 Bijlage: Presentielijst van de op 22 oktober 2003 bijeenkomst.
6 Bijlage: Communicatieoverzicht
6.2 Communicatie in formele
procedures
7 Bijlage: Hoofdontsluitingsstructuur
7.2 Onderzoek Hoofdontsluitingsstructuur 2010
Tussen
de oude gemeentegrens van Delft en de A4 ligt een gebied dat deel uitmaakt van
zowel de Harnaschpolder als de Voordijkshoornsepolder. Dit gebied – dat we in
het vervolg kortheidshalve aanduiden met Harnaschpolder - wordt nu grotendeels gebruikt voor
glastuinbouw. Het zal in de nabije toekomst worden ontwikkeld ten behoeve van
bedrijven en woningbouw. Een deel van dit gebied is met ingang van 1 januari
2004 overgedragen door de gemeente Schipluiden aan de gemeente Delft.
Voor
de ontwikkeling van de gehele Harnaschpolder is in 1997 een structuurschets
opgesteld door de gemeente Schipluiden. Deze is in 2002 geactualiseerd en vormt
de basis voor de uiteindelijke uitwerking van het masterplan Lookwatering-west
en Voordijkshoorn. Het masterplan geeft aan hoe de beschikbare ruimte zich
verhoudt tot de ambities op de verschillende beleidsterreinen enerzijds en de cultuurtechnische
condities anderzijds. Hierbij zijn keuzes gemaakt op basis van globale
verkenningen. De resultaten van die verkenningen zijn verwerkt in een
stedenbouwkundige hoofdstructuur, als basis voor de verdere uitwerking. In de
hoofdstructuur zijn een aantal haalbare kwaliteiten vastgelegd, met behoud van
een zekere flexibiliteit bij de uitwerking.
Om
bewoners tijdig bij het planproces te betrekken en zo informatie te verzamelen
ten behoeve van de verdere planvorming (het bestemmingsplan en eventuele
(stedenbouwkundige) uitwerkingsplannen) is het masterplan onderwerp geweest van
inspraak als bedoeld in artikel 6A van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO)
en de gemeentelijke Inspraakverordening.
Het
masterplan Lookwatering- west en Voordijkshoorn heeft daartoe ter inzage
gelegen van 20 oktober tot 17 november 2003, met de mogelijkheid tot het indienen
van schriftelijke inspraakreacties. De ter inzage legging is aangekondigd in de
stadskrant van 19 oktober 2003. Er zijn 93 ondertekende inspraakreacties
ingediend. De schriftelijke inspraakreacties zijn samengevat en beantwoord in
met A aangeduide van deze nota.
Kort
voor de officiële inspraakperiode is op 22 september 2003 door de gemeente
Delft een inloopbijeenkomst georganiseerd waarin het masterplan is toegelicht
en de mogelijkheid is geboden tot mondelinge inspraak. Er is een presentielijst
gemaakt, die is bijgevoegd als bijlage 1. De mondelinge inspraakreacties zijn
samengevat en beantwoord in met B aangeduide
van deze nota.
De
ingediende reacties vormden aanleiding voor het organiseren van een
inloopspreekuur op 17 maart 2004 waarin aan bewoners de mogelijkheid is geboden
om concrete situaties zoals begrenzing van percelen en bebouwing en individuele
vragen te bespreken met betrokken ambtenaren. Mede op grond van de informatie
die tijdens dit spreekuur naar voren is gebracht is de plankaart op zorgvuldige
wijze aangepast.
Veel
insprekers hebben hun zorgen geuit over de in het masterplan voorgestelde
bouwhoogten. Dit geldt met name voor de hoogteaccenten van 24 lagen op de
kruising met de Harnaschdreef en de accenten van 16 lagen aan weerszijden bij
de aansluiting op Lookwest -noord. Ook bestaat bezwaar tegen de woningdichtheid
van circa 1100-1200 woningen in het plangebied. Dit zou in strijd zijn met
toezeggingen dat het gebied zijn dorpse karakter zou behouden.
De
transformatie van het glastuinbouwgebied in woningbouwlocatie en de daarbij
voorgestelde dichtheid van circa 1100-1200 woningen passen binnen het Rijks-,
provinciaal en regionaal beleid dat gericht is op het realiseren van een
substantieel aantal woningen aansluitend op of binnen (verdichting) het
bestaand stedelijk gebied. Dit beleid is ondermeer uitgewerkt in de
structuurschets Harnaschpolder dat uitgaat van toevoeging van drie woongebieden
: Lookwatering-west, Lookwest-noord en Voordijkshoornsepolder. Die
structuurschets is de basis van het masterplan.
In
de samenwerkingsovereenkomst van augustus 2000
tussen Delft en Schipluiden staan geen woningaantallen aangegeven.
In
diverse beleidsnota's (waaronder Regionaal Structuurplan Haaglanden en
ontwikkelingsvisie Delft) wordt aandacht gevraagd voor de kwaliteitsvraag van
het wonen, zowel wat betreft het woonmilieu als de woning zelf. Centraal staat
daarbij het vergroten van de toekomstwaarde van woningen. Gestreefd dient te
worden naar een hoogwaardig woon- en werkgebied.
In
het masterplan is een indicatie gegeven van het woonprogramma. Deze zal bestaan
uit een menging van grondgebonden woningen met gestapelde woningen in diverse
typen en prijsklassen. Omwille van een
duurzame stedenbouwkundige opzet is een zonering naar type niet gewenst.
Wel kunnen enkele accenten worden aangegeven. Zoals meer woningen in de omgeving
van het openbaar vervoer. Dit kunnen stadswoningen zijn, maar ook
appartementen. De kavels met grondgebonden woningen zijn over het gehele
plangebied gedacht. De grote kavels liggen vooral in het zogenoemde Scharnier,
dat in de structuurschets is aangegeven als wonen in het groen.
In
het plan wordt niet met absolute dichtheden gerekend, omdat dit getal
vertekenend werkt. Dichtheid is geen normbegrip, wel een indicatie. Globaal kan
worden gesteld dat de dichtheid in de (H)OV zone iets hoger is dan gemiddeld;
in de Lintzone gemiddeld (vergelijkbaar met VINEX-locaties) en in de Polderzone
lager dan gemiddeld.
Voor
de polders dit gebied streeft de gemeente Delft niet naar een (zeer) lage of
extreem hoge dichtheid. De bestaande stad, met voorzieningen is dichtbij en de
locatie is goed met openbaar vervoer ontsloten. De nieuwe woonbuurten vormen
een schakel tussen het dorpse karakter van de “oude” kern van Den Hoorn, de
nieuwe woonwijken om de oude kern en de stedelijkheid van Delft. Op het gebied
van verschillende duurzaamheidsambities is een lagere dichtheid dan die van het
masterplan niet gewenst. Daarbij moet o.a. worden gedacht aan beperken van het
autogebruik, stimuleren van het OV en in stand houden open, groene gebieden
buiten de stad. Bovendien wordt het draagvlak versterkt voor bestaande
voorzieningen in de directe omgeving van het plangebied. Gelet op de
bestuurlijke ambitie meer sociale woningbouw in het gebied te realiseren om
zodoende de herstructurering in het bestaande stedelijk gebied van Delft een
impuls te kunnen geven, zal de woningdichtheid in het vast te stellen
masterplan verhoogd worden van circa 1100-1200 naar 1300 woningen. Zelfs met
1300 woningen kan een ontspannen duurzaam woonmilieu worden gerealiseerd
waarvan de woningdichtheid vergelijkbaar is met de woningdichtheid van een
gemiddelde Vinexlocatie en die geringer is dan de woningdichtheid van de
aangrenzende Delftse woonwijk "Hoornse Hof".
gestapelde
bouw
In
de samenwerkingsovereenkomst van augustus 2000
tussen Delft en Schipluiden is
aangegeven dat aansluiting gevonden moet worden met het dorpse karakter.
Gestapelde bouw en hoogbouw wordt echter niet uitgesloten. De gemeente Delft
streeft naar een evenwichtig samengesteld woongebied. Dit betekent dat
verschillende huishoudens, elk met hun eigen woonwensen en ruimtebehoefte in
deze wijk moeten kunnen wonen. Daarbij wordt niet alleen gelet op de woning,
maar ook op de woonomgeving, ofwel het stedenbouwkundig milieu. De beoogde
diversiteit zal terug te vinden zijn in de verschillende kavelvormen en
gebouwtypen, en in de inrichting van de openbare ruimte. In een divers
samengestelde woonwijk passen naast grondgebonden woningen ook gestapelde
woonvormen. Daar is zelfs toenemend behoefte aan. De hogere bouwvormen zijn zo
gesitueerd dat deze de bestaande, te handhaven woningen zo min mogelijk
hinderen. Zo wordt langs de hoofdontsluiting voorgesteld stadswoningen te
bouwen. Deze zijn grondgebonden en 3 tot 4 lagen hoog.
Langs
het HOV tracé wordt voorgesteld appartementen te bouwen in overwegend 3 tot 5
lagen, met op een enkele hoek maximaal 6 lagen. Deze zone schermt de laagbouw
af van het bedrijventerrein.
De
verschillende hoogten maken het mogelijk stedenbouwkundige oriëntatiepunten aan
te brengen, architectonische diversiteit te realiseren en bijzondere
woningtypen aan te bieden. Bijvoorbeeld met een dakterras, een bijzonder
uitzicht, een extra grote woning enzovoort.
De
gestapelde bouw is in het plan beperkt tot de HOV-zone. Dat wil zeggen aan
weerszijde van het HOV-tracé met accenten op de overgangen naar aansluitende
locaties. De accenten markeren tevens veranderingen van richting. Daarmee
bestaat circa 90% van het te bebouwen oppervlak van het plangebied uit
grondgebonden woningen, groen en water.
Het
hoogteaccent aan de bocht van de Harnaschdreef is gebaseerd op het
beeldkwaliteitplan dat in opdracht van de gemeente Schipluiden is opgesteld.
Daarin staan nog meer hoogteaccenten. Het hoogteaccent in het masterplan is
daarmee onderdeel van meerdere accenten, zowel in de Harnaschpolder
(bedrijventerrein) als in de bestaande bebouwing van Delft, zoals in het
Ontwikkelingsplan Van Foreestweg / Van Kinschotstraat. De accenten zijn niet
allemaal even hoog, omdat dat een saai beeld geeft. De hoogte in het masterplan
is bepaald op grond van enerzijds de gewenste slankheid en anderzijds de
gewenste markering op grotere afstand. Zoals vroeger de kerktoren vanuit het
buitengebied de plaats van de nederzetting al van veraf markeerde, markeert
deze toren de aanwezigheid van een woongebied, temidden van infrastructuur en
bedrijven.
Uit schaduwberekeningen is overigens gebleken dat
slechts drie bestaande kavels aan de Woudselaan in de lente en de herfst, dus
bij lage zon, iets meer schaduw krijgen in de ochtenduren. Bomen in de tuin of
aan de rand van het perceel zullen bij deze stand van de zon overigens ook
schaduw veroorzaken op deze kavels.
Naar aanleiding van een aantal reacties is
inmiddels in overleg met de gemeente Midden Delfland besloten een geleidelijke
overgang van de woongebieden Lookwest Noord en Lookwatering West. De in het
masterplan genoemde hoogteaccenten van max. 16 lagen op deze grens van het
woongebied aan weerszijden van de Harnaschdreef komen daarmee als accent te
vervallen en zal worden aangesloten op de gestapelde bouw van de HOV zone.
Er is onderzoek gedaan naar de gewenste
ontsluitingsstructuur op hoofdlijnen voor 2010 voor de plangebieden
Voordijkhoornsepolder, Lookwatering-West en de consequenties daarvan voor de
omliggende wijken. Een technische samenvatting van het onderzoek is opgenomen
in bijlage 3 van deze nota.
Uit voornoemd onderzoek is gebleken dat het doortrekken van de Van
Foreestweg/Kristalweg tot de Harnaschdreef (met een autoknip vlak voor en vlak
na de Dijkshoornseweg) als hoofdontsluiting van het plangebied geen problemen
oplevert ten aanzien van de afwikkeling van het verkeer ter plaatse.
Voorwaarde hierbij is wel dat de vormgeving van het kruispunt Van Foreestweg –
Provinciale weg wordt aangepast. Daarbij wordt onder meer gedacht aan het
aanpassen van de rijstrookindelingen voor de verkeerslichten en het verlengen
van een aantal opstelvakken.
Naar onze verwachting zal tramlijn 37 er zeker de
eerstkomende tien jaar niet komen: er komen daarvoor onvoldoende middelen van
het Rijk aan het Stadsgwest Haaglanden beschikbaar. De lijn 37(A), van Den Haag
(Wateringseveld), via de Harnaschpolder naar Delft CS, zal daarom voorlopig als
gewone bus starten in 2005, en vervolgens medio 2010 als H.O.V-buslijn, geheel
op een vrijliggend tracé .
De
plannen zoals gepresenteerd in het masterplan zijn te globaal om als basis te
dienen voor rekenmodellen die uitslag kunnen geven over de gevolgen van de
uitvoering van de plannen voor de waterhuishouding in het plangebied. In een
later stadium, als de plannen verder zijn uitgewerkt zal dergelijk onderzoek
wel worden uitgevoerd. De gemeente zegt toe hier zeer zorgvuldig mee om te
gaan.
Bij
de ontwikkeling van het plangebied heeft de gemeente samen met het
hoogheemraadschap de zorg voor een goede waterhuishouding. Daarbij gaat het
zowel om kwantitatieve- (voldoende waterberging en voorkomen van overlast),
kwalitatieve- (de waterkwaliteit moet goed zijn en het water moet er
aantrekkelijk uit zien) als ecologische (diversiteit van de stedelijke natuur)
aspecten. Ook grondwater is een van de mee te wegen elementen. De watertoets is
het instrument die dit moet waarborgen. Volgens de watertoets moet in het
ruimtelijk plan inzichtelijk gemaakt worden wat de consequenties van een
ruimtelijke ontwikkeling zijn op de waterhuishouding. Aan de watertoets ligt
zorgvuldig onderzoek van de waterhuishouding in relatie tot de ruimtelijke
ingrepen ten grondslag. Deze watertoets wordt vertaald in de waterparagraaf van
het bestemmingsplan.
Om
wateroverlast te voorkomen wordt in de Harnaschpolder in ieder geval uitgegaan
van de door het hoogheemraadschap vastgestelde normen voor waterberging. Dat
betekent dat er meer ruimte voor water wordt gecreëerd voor waterberging dan nu
het geval is in de polder en daarmee de kans op wateroverlast vermindert.
De
onderstaand personen hebben schriftelijk gereageerd op het masterplan:
1. T. en J. van Paassen
(bewonerscommissie); Dijkshoornseweg
153, 2635 EN Den Hoorn, 2614 KC
Delft; gedateerd en ingekomen 31 augustus 2001 via e-mail.
gedateerd en ingekomen 5 november 2003 via e-mail.
3.
J. van Paassen, Laan van Groenewegen 3; 2614
KG Delft;
ingekomen
24 september 2003 via e-mail.
gedateerd 24 september 2003, ingekomen 29 september 2003.
Fam. Van
den Berg, Dijkshoornseweg 202, 2635 EV Den Hoorn;
gedateerd 6 oktober 2003,
ingekomen 9 oktober 2003.
7. J. Deelstra, v. Blommesteinstraat 24, 2614 ET Delft;
gedateerd en ingekomen 26 oktober 2003
via e-mail.
8.
T. Kubot, Parkzoom 121, 2614 TD Delft;
gedateerd 1 november 2003, ingekomen 7 november 2003.
9. J.H.T. van
Paassen, Laan van Groenewegen 16, 2635 EZ Den Hoorn, 2614 KG Delft;
gedateerd 8 november
2003, ingekomen 11 november 2003.
10.
A. Moerman, Dijkshoornseweg 142, 2635 EV Den Hoorn, 2614 KD Delft;
gedateerd en ingekomen 4 november 2003 via e-mail.
11.
J. Aerts, Groene Zoom 2, 2614 TT Delft;
gedateerd en ingekomen 6
november 2003 via e-mail.
12.
C.M. Zwetsloot, Laan van Groenwegen 2, 2635 EZ Den Hoorn, 2614 KG Delft;
gedateerd 10 november 2003, ingekomen 11 november
2003.
13.
Van der Hoeven & Machielsen, Postbus 95, 4840 AB Prinsebeek, namens
de
familie Strampraad, Dijkshoornseweg
179, 2635 EN Den Hoorn, 2614 KC Delft;
gedateerd 11 november 2003, ingekomen
12 november 2003.
14
De bewonerscommissie heeft namens bewoners 41 gelijkluidende
ondertekende reacties ingediend:
J.A.M. Bentvelsen,
Dijkshoornseweg 154, 2635 EV Den Hoorn, 2614 KD Delft.
A. Berwers, Dijkshoornseweg
195, 2635 EN Den Hoorn, 2614 KC Delft;
A.Blokland, Dijkshoornseweg
171, 2635 EN Den Hoorn, 2614 KC Delft;
M.G. Boeters, Laan van
Groenewegen 11, 2635 EZ Den Hoorn, 2614 KG Delft;
H. en M. Bos, Lookwatering
40, 2635 EA Den Hoorn, 2614 KA Delft;
G.M. en M.C. Bouman,
Lookwatering 48a, 2635 EA Den Hoorn, 2614 KA Delft;
M. Demmenie en H. v.
Velthoven, Dijkshoornseweg 193, 2635 EN Den Hoorn, 2614 KC Delft;
W.
Dijkxhoorn, Dijkshoornseweg 140, 2635 EV Den Hoorn, 2614 KD Delft;
Fam. Duijndam, Laan van
Groenewegen 26, 2635 EZ Den Hoorn, 2614 KG Delft;
H.W.
v.d. Ende, Lookwatering 43a, 2635 EA Den Hoorn, 2614 KA Delft;
Fam.
van Erk, Lookwatering 44a, 2635 EA Den Hoorn, 2614 KA Delft;
P.C.A.
Gaemers, Dijkshoornseweg 148, 2635 EV Den Hoorn, 2614 KD Delft;
W.B.M. Groen en A. Groen-v.
Marrewijk, Dijkshoornseweg 158, 2635 EV Den Hoorn;
P.A. Harteveld, Woudselaan
9, 2635 CH Den Hoorn;
E. Homan en M. van der Lee, Dijkshoornseweg 209,
2635 EN Den Hoorn, 2614 KC Delft;
De Jonge, Dijkshoornseweg
188, 2635 EV Den Hoorn;
P. Kalkman-v. Leeuwen, Kastanjewetering 6, 2635 GA,
Den Hoorn, 2614 KE Delft;
K. Kaptein en F. de Keefte, Dijkshoornseweg 199,
2635 EN Den Hoorn, 2614 KC Delft;
G.A.M. Keijzer,
Dijkshoornseweg 147, 2635 EN Den Hoorn, 2614 KC Delft;
Fam. Lander,
Dijkshoornseweg 185, 2635 EN Den Hoorn, 2614 KC Delft;
A.N. van Leeuwen,
Dijkshoornseweg 197, 2635 EN Den Hoorn, 2614 KC Delft;
C.A. Lekkerkerk,
Lookwatering 39, 2635 EA Den Hoorn, 2614 KA Delft;
A.A.
v.d. Maarel, Dijkshoornseweg 207, 2635
EN Den Hoorn, 2614 KC Delft;
Fam. R. Mangal, Dijkshoornseweg 213, 2635 EN Den Hoorn. 2614
KC Delft;
L. van Marrewijk en H.D. Snijders, Woudselaan 1,
2635 CH Den Hoorn, 2614 KB Delft;
J. en T. van Marrewijk,Lookwatering
49, 2635 EA Den Hoorn, 2614 KA Delft;
T.H.J. v. Marrewijk, Lookwatering 45, 2635 EA Den Hoorn, 2614 KA Delft;
A. Meijer en E. Meijer-v.d.
Berg, Woudselaan 2, 2635 CH Den Hoorn;
Fam. Meijler,
Kastanjewetering 2, 2635 GA Den Hoorn, 2614 KE Delft;
J.W. Overgaag,
Dijkshoornseweg 157, 2635 EN Den Hoorn, 2614 KC Delft;
A. van Paassen,
Dijkshoornseweg 144, 2635 EV Den Hoorn, 2614 KD Delft;
A.M. v. Paassen-Kloosters,
Dijkshoornseweg 167, 2635 EN Den Hoorn, 2614 KC Delft;
J. van Paassen; Kastanjewetering
8, 2614 KE Delft;
J. van Paassen,
Dijkshoornseweg 165, 2635 EN Den Hoorn, 2614 KC Delft;
J.A. Paassen, Laan van
Groenewegen 3, 2635 EZ Den Hoorn, 2614 KG Delft;
M.L. van Paassen,
Dijkshoornseweg 152, 2635 EV Den Hoorn, 2614 KD Delft;
W.L.M. v.d. Reijken, Laan van Groenewegen 4, 2635
EZ Den Hoorn, 2614 KG Delft;
A. v. Sprongen,
Lookwatering 42, 2635 EA Den Hoorn, 2614 KA Delft;
A. en
K. v.d. Stap, Dijkshoornseweg 215, 2635 EN Den Hoorn;
J.
Winden, Dijkshoornseweg 168, 2635 EV Den Hoorn;
J.A. v. Winden, Dijkshoornseweg 203, 2635 EN
Den Hoorn, 2614 KC Delft.
Onderstaande 33 bewoners
hebben dezelfde brief ondertekend en deze aangevuld met persoonlijke
opmerkingen:
a. H. en J. Bentvelsen,
Dijkshoornseweg 156, 2635 EV Den Hoorn, 2614 KD Delft;
b. J. en R. Bentvelsen, Dijkshoornseweg 146,
2635 EV Den Hoorn, 2614
KD Delft;
c. W.A.
Bentvelsen, Laan van Groenewegen 12, 2635 EZ Den Hoorn, 2614 KG Delft;
d. W.M.C. Bentvelsen, Laan van Groenewegen 6, 2635 EZ Den Hoorn, 2614
KG Delft;
e. B. Berkhout en J. van den Ende, Dijkshoornseweg 189, 2635 EN
Den Hoorn, 2614 KC Delft;
f. C. Bloemhard en B. van Paassen, Laan van
Groenewegen 17, 2635 EZ Den
Hoorn, 2614 KG Delft;
g. P. Dessens, Dijkshoornseweg 175, 2635 EN
Den Hoorn, 2614 KC Delft;
h. Fam.
Fonkert, Dijkshoornseweg 183, 2635 EN Den Hoorn, 2614 KC Delft;
i. P. Friskes Assurantiën BV,
Dijkshoornseweg 211, 2635 EN Den Hoorn, 2614 KC Delft;
j. M. en S. Hall, Dijkshoornseweg 160, 2635
EV Den Hoorn;
k. A. Harteveld, Woudselaan 37, 2635 CH Den
Hoorn;
l. A.C. Harteveld, Woudselaan 39, 2635 CH
Den Hoorn;
m. G.C. Harteveld, Woudselaan 13, 2635 CH Den Hoorn;
n. H. Huisman, Dijkshoornseweg 205, 2635 EN Den Hoorn, 2614 KC
Delft;
o. B. van
Leeuwen, Kastanjewetering 1, 2635 GA Den Hoorn, 2614 KE Delft;
p. G. en H. Lekkerkerk, Lookwatering 36, 2635 EA Den Hoorn, 2614
KA Delft;
q. A.M. Moerman,
Dijkshoornseweg 142, 2635 EV Den Hoorn, 2614 KD Delft;
r.
J. Nowee, Dijkshoornseweg 136, 2635 ET Den Hoorn, 2614 KD Delft;
s. M.L. Otting, Dijkshoornseweg 181, 2635 EN Den Hoorn, 2614 KC
Delft;
t. C.W.M. van Paassen-van der Meer, Laan van Groenewegen 16, 2635
EZ
Den Hoorn, 2614 KG Delft;
u. F. en A van Paassen, Laan van Groenwegen 9, 2635 EZ Den Hoorn, 2614 KG Delft;
v. H.C. van Paassen, Laan van Groenewegen 14, 2635 EZ Den Hoorn, 2614
KG Delft;
w. J. van Paassen, Kastanjewetering 8, 2635 GA Den Hoorn, 2614 KE
Delft;
x. J.TH.H van Paassen, Laan van Groenewegen 16, 2635 EZ Den Hoorn,
2614 KG Delft;
y.
T. en J. van Paassen-Leenaers, Dijkshoornseweg 153,
2635 EN Den Hoorn,
2614 KC Delft;
z. F.W.N. van Rijswijk, Dijkshoornseweg 190, 2635 EV Den Hoorn;
aa. H. Schenkeveld, Dijkshoornseweg 151, 2635 EN Den Hoorn, 2614 KC
Delft;
bb. L.
Schenkeveld- v.der Drift, Dijkshoornseweg 177, 2635 EN Den Hoorn,
2614 KC Delft;
cc. F.J.
v. Scheyndel, Dijkshoornseweg 201, 2635 EN Den Hoorn,
2614 KC Delft;
dd. A.W.
v.d. Velden, Dijkshoornseweg 173, 2635 EN Den Hoorn,
2614 KC Delft;
ee. Q.A. de Vreede, Dijkshoornseweg 138, 2635 EV Den Hoorn, 2614 KD
Delft;
ff. M.A.J. de Wilde, Dijkshoornseweg 149, 2635 EN Den Hoorn, 2614
KC Delft;
gg. C.M.
Zwetsloot, Laan van Groenewegen 2, 2635 EZ Den Hoorn,
2614 KG Delft.
De reacties zijn gedateerd 12 november 2003 en ingekomen
17
november 2003
15. J.P.M. Lambert & M.P.A. Ivens, Hof van Azuur 14, 2614
TB Delft;
gedateerd 15 november 2003, ingekomen
19 november 2003.
16.
G. Schenkeveld, Woudselaan 3, 2635 CH Den Hoorn, 2614 KB Delft; gedateerd
11 november 2003, ingekomen 13 november 2003.
17. Belangenvereniging Grensbewoners
Hoornsehof, Voordijkshoornsepolder,
corr. H. Zijlstra, Hof van
Topaas 8, 2614 TM Delft; gedateerd 12 november 2003, ingekomen 13 november
2003.
18. Van der Hoeven en Machielsen, postbus 95, 4840 AB
Prinsenbeek, namens V.O.F. H.W. van der Ende, Lookwatering 43 a, 2614 KA Delft;
getekend en
ingekomen op 20 november 2003;
Van der Hoeven en Machielsen, postbus 95, 4840 AB Prinsenbeek, namens
V.O.F. H.
Poot, Lookwatering 43, 2614 KA Delft;
getekend en
ingekomen op 20 november 2003.
19. Gemeente Schipluiden, Postbus 1, 2635
ZG Schipluiden;
A.
gedateerd 15 oktober 2003, ingekomen 20 oktober 2003.
B. gedateerd
14 november 2003, ingekomen 18 november 2003.
20.
Bedrijvenschap Harnashpolder, Postbus 1, 2636 ZG
Schipluiden; gedateerd
10 november 2003, ingekomen 18 november 2003.
A.1. T. en
J. van Paassen (bewonerscommissie), Dijkshoornseweg 153:
Samenvatting
Insprekers brengen naar voren het een vreemde gang
van zaken te vinden dat het masterplan niet eerder is besproken met de
bewonerscommissie zoals door hen eerder verzocht De dag na de inloopavond gaan de plannen namelijk naar B&W’s
(van Delft en Den Hoorn) en de commissies. Het komt nu over alsof de plannen al
vast staan en er geen inspraak is.
Antwoord
A.2. De heer C.F.E. de Dooij, v.d. Lelijstraat 173:
A.2.1 Samenvatting
Inspreker brengt naar voren dat in het plan alleen
via de Van Foreestweg ontsluiting mogelijk is gemaakt voor gemotoriseerd
verkeer. Hij meent dat die onsluiting overlast geeft in de vorm van file,
slechte veiligheid en geluidhinder.
Antwoord
Voor beantwoording wordt verwezen naar Algemeen
onder III.
A.2.2
Samenvatting
Inspreker vraagt of een tweede ontsluiting mogelijk
is via einde Kristalweg, Sion en Provinciale weg. Deze ontsluiting past binnen
de plannen Agglonet en Harnaschpolder. Hij suggereert om buslijn 61 te
verbeteren door verbreding van de Teding van Berkhoutlaan en Van der Dussenweg
en door aanpassing van de fietstunnel zodanig dat de bus ook van deze tunnel
gebruik kan maken. Het autoverkeer zou in die plannen een eigen oprit moeten
krijgen op de provinciale weg. Het huidige voetpad aan de Teding van
Berkhoutlaan zou geschikt gemaakt moeten worden voor fietsers zodat die naar
dit pad verplaatst kunnen worden.
Antwoord
Voor
de ontsluiting wordt verwezen naar Algemeen onder III. Uit onderzoek opgenomen
in bijlage 3 blijkt dat een tweede ontsluiting op de Provinciale Weg ter hoogte
van de Van Almondestraat niet nodig is.
A.2.3 Samenvatting
Inspreker stelt voor om busroute 61 te beperken tot
het plein bij de Van Foreestweg. Met deze relatief eenvoudige ingreep meent
inspreker de nu onveilige situatie op het eindpunt en de druk op de Van der
Lelijstraat, de Meermanstraat en de
Vosmaerstraat zullen worden verbeterd.
Antwoord
Aanpassingen
aan het huidige stadsbusnet zijn in dit masterplan niet aan de orde. Een
eventuele discussie over het terugleggen van de eindhalte van lijn 61 zal in
een ander verband moeten worden gevoerd.
A.3. J. van Paassen, Laan van Groenewegen 3:
Samenvatting
Inspreker geeft aan dat hij als gevolg van de
plannen de komende twee jaren geen gebruik meer zal kunnen maken van de gasaansluiting die achter de kas aanwezig
is. Dit omdat hij de kas heeft verkocht.
Antwoord
Gedurende de planontwikkeling zal gasleverantie
gegarandeerd moeten worden. In overleg met het Nutsbedrijf kan een nieuwe
aansluiting worden aangelegd.
A.4. Fam. Dijkxhoorn, Dijkshoornseweg 140:
A.4.1 Samenvatting
Insprekers hebben uit de plankaart behorende bij het
masterplan begrepen dat direct achter hun woning eerst een strook woningen en
achter die woningen water is gepland. Zij stellen uit oogpunt van privacy en
scheiding met bestaande bebouwing voor het water direct te laten grenzen aan
hun achtertuin. Als voorbeeld verwijzen insprekers naar de woningen van de
Lookwatering waar wél water direct achter de bestaande woningen is opgenomen. Antwoord
Het
masterplan is nog niet gedetailleerd op kavelniveau. Dit betekent dat enkele
inpassingen nog zorgvuldig moeten worden afgewogen en ontworpen. Algemeen kan
worden gesteld dat het aaneenschakelen van de privé-buitenruimten, dus tuinen
aan tuinen, stedenbouwkundig te prevaleren is. Het voorkomt dat tuinen aan de
openbare zijde komen te liggen en dat watergangen als het ware geprivatiseerd
worden.
A.4.2 Samenvatting
Insprekers geven aan voornoemd voorstel ook naar
voren te hebben gebracht tijdens de inloopbijeenkomst. Zij stellen op die avond
door de ambtenaren niet serieus te zijn genomen, omdat de ambtenaren het
voorstel zonder redenen van de hand hebben gewezen.
Antwoord
Met de beantwoording als opgenomen onder A.4.1. is
alsnog gemotiveerd waarom het voorstel van insprekers niet zonder meer wordt
overgenomen.
A.4.3. Samenvatting
Insprekers verzoeken hun voorstel over te nemen.
Zij menen dat de overdracht aan de gemeente Delft en de geplande woningbouw hun
belangen zwaar aantast en dat er alles aan gedaan moet worden om hun leed te
verzachten.
Antwoord
In het antwoord onder A.4.1 is aangegeven waarom
het voorstel van insprekers niet zonder meer is overgenomen. Het algemeen belang
is gediend met een goede stedenbouwkundige invulling van het plangebied en dit
algemeen belang weegt in dit geval zwaarder dat het individuele belang van
insprekers. Mogelijk kan op andere wijze tegemoet gekomen worden aan het nadeel
dat insprekers stellen te ondervinden als gevolg van de geplande woningbouw.
Daarbij kan gedacht worden aan een verzoek om planschadevergoeding op grond van
artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Insprekers kunnen daartoe te
zijner tijd bij de gemeente Delft een verzoek indienen.
A.5. Fam. Boks en fam. Van den Berg, Dijkshoornseweg 204 en 202:
A.5.1 Samenvatting
Insprekers spreken hun zorg en bezwaar uit over de
ontwikkelingen t.a.v. de herindeling en de daarbij behorende grondruil tussen
de gemeentes Schipluiden en Delft. Pas op de informatie bijeenkomst werd hen
bekend dat, anders dan zij uit de overeenkomst tussen de gemeente Schipluiden
en de gemeente Delft hebben begrepen, de gehele Dijkshoornseweg bij de gemeente
Delft zal horen waaronder ook hun woningen. Insprekers verzoeken om hierover op
korte termijn duidelijkheid te krijgen.
Antwoord
In de samenwerkingsovereenkomst tussen Delft en
toenmalig Schipluiden van augustus 2000 was de Dijkshoornseweg inderdaad niet
opgenomen in het bij grenscorrecties te betrekken gebied. Die overeenkomst ging
nog uit van de grenscorrecties al naar gelang de ontwikkeling van
woningbouwlocaties in Delft. In het kader van de gemeentelijke herindeling van
het Westland zijn echter nadien ook de in het convenant afgesproken
grenscorrecties tussen Delft en Schipluiden opgenomen. Dit betekende dat de
grenswijzigingen in één keer zou worden doorgevoerd in plaats van een reeks van
incidentele grenscorrecties. Als onderliggend document voor dit deel van de
latere Herindelingswet Westland is weliswaar de samenwerkingsovereenkomst in
aanmerking genomen, maar voor de grenswijziging in een keer en mede in het
kader van versnelling van de ontwikkeling van de Delftse bouwlocaties, was het
voor de hand liggend een samenhangend gebied aan te wijzen. Naar de mening van
beide betrokken gemeenten en van de provinciale overheid, in dat latere
stadium, paste het daarin de Dijkshoornseweg en de Lookwatering (in
stedenbouwkundig opzicht vallend binnen dat samenhangend gebied) op te nemen.
Voor de overige beantwoording wordt verwezen naar
Algemeen onder I.
Insprekers hebben uit de plankaart begrepen dat er
door hun woningen met bijbehorende garages een uitvalsweg geprojecteerd is. Ook
op dit punt willen zij zo spoedig mogelijk duidelijkheid.
Antwoord
De
weg is zodanig gesitueerd dat zo min mogelijk behoeft te worden gesloopt.
Daarbij is rekening gehouden met de gemeentelijke monumenten aan de zuidzijde
van de weg.
De situering is bepaald aan de hand van objectieve
criteria. Volgens de huidige planvorming zullen de woningen Dijkshoornseweg 177
en 179 moeten wijken voor de aanleg van de (hoofd)ontsluiting van
Lookwatering-west.
De bewoners zijn inmiddels persoonlijk op de hoogte
gesteld en de gemeente is met hen in gesprek over aankoop van gronden en
opstallen.
A.7. J. Deelstra, v. Blommesteinstraat
24:
Samenvatting
Inspreker vraagt zich af of de planologen erover nagedacht
hebben dat met de realisatie van Lookwatering-west en Voordijkshoorn een wijk
aan de bestaande bebouwing wordt toegevoegd die even groot is als de wijken
Ecodus, Hoornse Hof en Kuijperwijk. Die hele wijk wordt onsloten via de Van
Foreestweg. De van Foreestweg is voor de nu bestaande wijken al ontoereikend
als ontsluitingsweg.
Antwoord
Voor beantwoording wordt verwezen naar Algemeen
onder III. Verkeersplanologen verwachten dat een deel van de nieuwe wijken via
de Van Foreestweg wordt ontsloten op het Delftse wegennet en een ander deel via
de andere kant (westzijde ofwel de zijde van het bedrijfsschap). Dit zal een
verhoging van de hoeveelheid verkeer op de Van Foreestweg met zich meebrengen.
De verkeerssituatie is hierop reeds gedeeltelijk aangepast en de Van
Foreestweg is, in het kader van Duurzaam Veilig, een voorrangsweg gemaakt.
De Van Foreestweg is in de spitsperiode en op
zaterdag een vrij drukke weg, maar heeft nog voldoende capaciteit om het
berekende deel van het extra verkeer uit de Harnaschpolder te kunnen verwerken.
De verkeerssituatie zal nader bekeken worden, waaruit veranderingen kunnen
voortvloeien zoals bijvoorbeeld het verhoogd uitvoeren van 1 of 2 zebrapaden,
om de snelheid van het autoverkeer af te remmen en de oversteek zodoende nog
veiliger te maken.
A.8. T. Kubot, Parkzoom121:
A.8.1 Samenvatting
Inspreker merkt op dat de geplande hoofdontsluiting voor
verkeer voor de nieuwe wijken (over de bestaande Van Foreestweg en Kristalweg)
tot problemen zal leiden omdat het kruispunt Van Foreestweg met de provinciale
weg het extra verkeer niet zal kunnen verwerken. Reeds in de bestaande situatie
is in de spitstijd sprake van filevorming en van ongelukken als gevolg van te
hard rijden. Hij stelt voor zachte drempels aan te leggen op de Van Foreestweg
en Kristalweg. Hij meent dat ruimere afslagbanen op de provinciale weg
noodzakelijk zijn om de blokkades op te kunnen vangen die zullen ontstaan als
gevolg van het linksafslaan vanuit de
Van Foreestweg richting Rijswijk, en vice versa. De Van Foreestweg voldoet niet
als enige uitgang van de wijk. Inspreker vraagt of de verbreding van ’t Haantje
een optie is.
Antwoord
Voor beantwoording wordt verwezen naar Algemeen onder III.
A.8.2. Samenvatting
Inspreker stelt dat tramlijn 37 (komend van het Wateringse
Veld naar de Harnaschpolder en via de Kristalweg en de Van Foreestweg naar
Delft centrum) een goed alternatief is voor het openbaar vervoer. Hij vraagt of
deze naar het centrum via lijn 1 gaat of over de provinciale weg. Inspreker
vraagt zich af of het water langs de Van Foreestweg verdwijnt voor de tram. Het
nu opnemen van tramlijn 37 is naar zijn mening goed voor het verminderen van
autoverkeer tussen deze en de toekomstige wijken en geeft betere bereikbaarheid
tussen Den Haag en Delft.
Antwoord
Over de aanleg van tramlijn 37 is nog geen
definitieve besluit genomen.
Naar onze verwachting zal tramlijn 37 er zeker de
eerstkomende tien jaar niet komen: er komen daarvoor onvoldoende middelen van
het Rijk aan het Stadsgwest Haaglanden beschikbaar. De lijn 37(A), van Den Haag
(Wateringseveld), via de Harnaschpolder naar Delft CS, zal daarom voorlopig als
gewone bus starten in 2005, en vervolgens medio 2010 als H.O.V-buslijn, geheel
op een vrijliggend tracé .
A.9. J.T.H. van Paassen, Laan van Groenewegen16:
Samenvatting
Inspreker geeft aan ernstige bezwaren te hebben tegen de
grote afwijking die bestaat tussen de bestaande situatie en de situatie die
ingetekend is in het concept
masterplan. Dit geldt in ieder geval voor de afmetingen van ingetekende perceel
van Laan van Groenewegen 16.
Antwoord
De
inventarisatie van te handhaven woningen is geactualiseerd en vormt de basis
voor het nog nader uit te werken stedenbouwkundig plan. De plankaart van het
masterplan is op dit punt aangepast.
A.10. De heer A. Moerman, Dijkshoornseweg 142:
A.10.1 Samenvatting:
Inspreker brengt naar voren dat naast zijn garage
een sloot ligt die hij en zijn buurman graag willen behouden. Hij vraagt of dit
mogelijk is.
Antwoord
De
plankaart van het masterplan is een heel globale kaart waarop de
eigendomssituaties niet exact zijn aangegeven. Momenteel worden de
eigendomssituaties onderzocht en deze zullen op de plankaart van het
bestemmingsplan worden opgenomen. Pas al die gegevens bekend zijn kan worden
beoordeeld of het water behouden kan blijven.
A.10.2 Samenvatting
Inspreker geeft aan dat meerdere mensen in de wijk
vrezen voor problemen met het grondwaterpeil als de wijk wordt opgehoogd
(badkuipeffect). Hij vraagt of deze vrees terecht is.
Antwoord
Voor beantwoording wordt verwezen naar Algemeen
onder IV.
A.11. De heer J. Aerts, Groene Zoom 2:
Samenvatting
Inspreker vraagt of de verbindingsweg tussen de Laan van
Groenewegen en de Kristalweg alleen een fietspad is zoals toegezegd op de
bijeenkomst, of een ontsluitingsweg voor auto’s zoals op het plan staat
aangegeven.
Antwoord
De verbinding is er voor de fiets en voor calamiteiten. Het
gebied moet goed toegankelijk zijn voor hulpdiensten. De verbindingsweg wordt
daarom een fietspad met bijvoorbeeld een klappaaltje en geen auto-ontsluiting.
A.12. C.M. Zwetsloot, Laan van
Groenewegen 2 :
A.12.1 Samenvatting
Inspreker betoogt dat in de
nieuwe plannen, anders dan in de vorige, hoogbouw van 6 woonlagen is opgenomen,
wat indruist tegen het dorpse karakter. Hij geeft aan zijn vrije uitzicht en de
zon op prijs te stellen.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar Algemeen onder II.
A.12.2 Samenvatting
Inspreker geeft aan dat zijn huis niet geheid is en nu nog in goede staat
verkeert. Hij hoopt dat er als gevolg van de ontwikkelingen geen scheuren
zullen komen in zijn woning.
Antwoord
Uitgangspunt
is om overlast aan bestaande bebouwing te voorkomen door weinig bouwverkeer
over de Laan v Groenewegen te leiden en door bij grondwerkzaamheden de
bestaande panden te betrekken. Ook wordt voorafgaand aan de werkzaamheden, die
eventueel effect kunnen hebben op bestaande niet onderheide bebouwing, van deze
panden een zogenaamde ‘nulsituatie’ vastgelegd. Bij eventuele schade kan
bewoner onder verwijzing naar die nulsituatie een verzoek om schadevergoeding
indienen.
Inspreker brengt naar voren problemen
te hebben met de voorgestelde ontwikkelingen die zijn directe leefomgeving
zullen aantasten. Hij stelt meer te moeten gaan betalen terwijl hij geen enkel
belang heeft bij de herontwikkeling.
Antwoord
Als gevolg van de
grondoverdracht van de gemeente Schipluiden aan de gemeente Delft vallen
bewoners onder een ander gemeente regime voor onroerend zaak belasting. Dit
heeft echter geen betrekking op het masterplan. De herontwikkeling van het
plangebied is van algemeen belang omdat het algemeen belang gediend is bij het
realiseren van meer woningen in de regio. Het individuele belang van inspreker
moet op dit punt wijken voor het algemeen belang. Voor het overige wordt
verwezen naar Algemeen onder II.
A.12.4 Samenvatting
Inspreker vraagt om tijdig en
duidelijk op de hoogte gebracht te worden als de plannen definitief zijn.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar hetgeen is gesteld onder Algemeen I (communicatieplan).
Inspreker is van mening dat de geplande weg in de
plangebied die dwars door de woning van zijn cliënten loopt het woongenot van
zijn cliënten ernstig zal verstoren. De woning zou gespaard kunnen worden indien
de weg vanuit de van Foreestweg rechtdoor zou worden getrokken. Cliënten zijn
bij het vooruitzicht te moeten verhuizen emotioneel uit hun doen. Antwoord
De
weg is zodanig gesitueerd dat zo min mogelijk behoeft te worden gesloopt.
Daarbij is rekening gehouden met de gemeentelijke monumenten aan de zuidzijde
van de weg.
De situering is bepaald aan de hand van objectieve
criteria. Volgens de huidige planvorming zullen de woningen Dijkshoornseweg 177
en 179 moeten wijken voor de aanleg van de (hoofd)ontsluiting van
Lookwatering-west.
De bewoners zijn inmiddels persoonlijk op de hoogte
gesteld en de gemeente is met hen in gesprek over aankoop van gronden en
opstallen.
A.14. Commissie van bewoners van de straten: Dijkshoornseweg, Laan
van Groenewegen, Lookwatering, Kastanjewetering, Woudselaan (ondertekend door
74 huishoudens):
A.14.1 Samenvatting:
Insprekers maken bezwaar tegen het doortrekken van
de Kristalweg naar het middengebied en voeren daar de onderstaande argumenten
voor aan:
Antwoord
Voor beantwoording wordt verwezen naar Algemeen
onder II en III. In de regio is een tekort aan woningen. Om te kunnen voorzien
in de behoefte aan woningen is onder meer in de Harnaschpolder woningbouw
gepland. Realisatie van de woningbouw brengt met zich mee dat de bestaande situatie
fors zal wijzigingen. Het algemeen belang, gediend met realisatie van extra
woningen heeft daarbij geprevaleerd boven het individueel belang van bewoners
van het plangebied en van de directe omgeving van dit gebied. Een woonwijk moet
ontsloten worden voor verkeer. De meest optimale ontsluiting is de doortrekking
van de Kristalweg. Realisatie van de nieuwe woonwijk heeft onvermijdelijk tot
gevolg dat het aantal gebruikers van het plangebied toeneemt en daarmee ook de
verkeersbewegingen. Het gebied zal daardoor drukker worden. In de uitvoering
van de aanleg van wegen en bruggen zal aandacht worden besteed aan de
verkeersveiligheid, ook op die plaatsen waar bruggen en wegen bestaande
fietsroutes, vaarroutes en schaatsroutes doorkruisen.
A.14.2 Samenvatting
Insprekers hebben bezwaar tegen het opnemen van
zeer hoog gestapelde bouw (één van circa 24 woonlagen en twee van 16 woonlagen)
in het plangebied. Zij voeren als redenen voor hun bezwaar aan:
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar Algemeen onder II.
Uit schaduwberekeningen is
overigens het volgende gebleken. Slechts drie bestaande kavels aan de
Woudselaan krijgen in de lente en de herfst, dus bij lage zon, iets meer
schaduw in de ochtenduren. De eerste schaduw ligt dan om 9.00 ’s-morgens deels
over de westelijke kavel (huisnr.11) en is om 11.30 uur de beide oostelijk
gelegen kavels (huisnrs. 9 en 7) alweer gepasseerd. De stand van de zon zal overigens op de kavels ook schaduw veroorzaken van
bomen in de tuin of aan de rand van het perceel.
De regio
Haaglanden kampt met een tekort aan woningen. Het rijks-,provinciaal-,regio- en
gemeentebeleid is daarom gericht op realisatie van extra woningen in het
gebied. Het algemeen belang, gebaat bij uitbreiding van de woningvoorraad, zal
in sommige opzichten ten koste gaan van individuele belangen van zittende
bewoners. Eén van die individuele belangen is de door inspreker aangevoerde
vermindering van privacy en zonlichttoetreding. Gelet op het bovenstaande menen
wij dat het algemeen belang hier prevaleert boven individuele belangen. Indien
inspreker meent als gevolg van de geplande woningen onevenredig in zijn
belangen te worden geschaad dan kan hij te zijner tijd een verzoek indienen om planschadevergoeding
als bedoeld in artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
A.14.3 Samenvatting
Insprekers maken bezwaar tegen de gehanteerde norm
voor de netto woondichtheid van 33,5 woningen per hectare. Zij stellen dat de
norm te hoog is om een dorps karakter te kunnen realiseren. De norm is voorts
in strijd met het voornoemde convenant (d.d. 22 augustus 2000).
Antwoord
Voor beantwoording wordt verwezen naar Algemeen
onder II.
A.14.4 Samenvatting
Insprekers zijn van mening dat de verdichte
bebouwing langs OV-verbindingen niet past in het toegezegde dorpse karakter van
het plangebied.
Antwoord
Voor beantwoording wordt verwezen naar Algemeen
onder II.
A.14.5 Samenvatting
Insprekers hebben bezwaar tegen het onderbreken van
de lint-bebouwing ten oosten van Dijkshoornseweg ter hoogte van de Kristalweg,
omdat daardoor het landelijk karakter verdwijnt en cultuurhistorische waarde
van monumentale panden verloren gaat.
Antwoord
Vooropgesteld wordt dat de gemeentelijke monumenten
niet worden gesloopt. Wel wordt de lintbebouwing onderbroken. Die onderbreking
is noodzakelijk voor de ontsluiting van Lookwatering-west.
A.14.6 Samenvatting
Insprekers kunnen zich niet vinden in de geplande
schoolvoorzieningen. De geplande schoolvoorzieningen geven overlast en zijn
niet nodig omdat reeds in het Hoornse-gedeelte van de Harnaschpolder
voorzieningen zijn en in overleg met de gemeente Schipluiden naar synergie
voordelen kan worden gezocht. Zij spreken hun voorkeur uit voor uitbreiding van
de bestaande voorzieningen.
Antwoord
De geplande voorzieningen in het Hoornse gedeelte
zijn ontoereikend. Daarom wordt momenteel de mogelijkheden onderzocht van een
gecombineerde ontwikkeling met Schipluiden/Midden Delfland dan wel van een
solitaire voorziening in de nabijheid van de hoofdontsluiting in het
plangebied. Er komt mogelijk een brede school in het plangebied. Daarover is
nog geen beslissing genomen. Ook de omvang en de mogelijke plek zijn nog niet
bekend. De plek zal worden bepaald aan de hand van benodigde ruimte en
bereikbaarheid (vooral voor langzaam verkeer).
Insprekers hebben bezwaar tegen niet uitvoeren
MER-procedure. Zij menen dat de invloed van de A4 op de leefomstandigheden
(geur, geluid, luchtkwaliteit) in plangebied moet worden onderzocht. Ditzelfde
geldt voor de invloed van de afvalwaterzuiveringsinstallatie op plangebied.
Tevens stellen zij dat de negatieve effecten van het uitvoeren van het
masterplan op het nu rustieke / ecologische /cultuurhistorische gebied moeten
worden onderzocht.
Antwoord
De Wet milieubeheer bepaalt dat gemeenten voor
bepaalde activiteiten (zoals de herontwikkeling van de Harnaschpolder)
verplicht zijn te beoordelen (m.e.r.-beoordeling-plicht) of ten behoeve
van die activiteiten een milieu-effectrapport (MER) moet worden gemaakt.
Een MER hoeft alleen te worden opgesteld indien sprake is van bijzondere
omstandigheden. De m.e.r- beoordeling leidt tot het wel opstellen van een MER
of tot het niet opstellen van een MER (omdat er geen sprake is van bijzondere omstandigheden).
De m.e..r.- beoordeling is een besluit van de gemeenteraad en in dat besluit
moet worden aangegeven waarom de gemeenteraad meent dat er wel of geen MER
gevolgd dient te worden. Dat kan op basis van een onderzoeksrapport van een
onafhankelijk bureau.
Op
16 september 2003 heeft het bureau Royal Haskoning het rapport
"Aanmeldingsnotitie ontwikkeling Harnaschpolder (Gemeente Schipluiden;
kenmerk: 9m7727)" uitgebracht, waarin zij het bevoegd gezag adviseren
welke procedure op grond van milieuwetgeving voor de herontwikkeling van de
Harnaschpolder gevolgd zou moeten worden. In de notitie wordt ingegaan op de
effecten van de geplande ontwikkelingen (waaronder de A-4 en de AWZI) op het
milieu. Aandacht is besteed aan onder meer milieuzonering, verkeer en vervoer,
waterhuishouding, waterberging, waterkwaliteit, natuurwaarden, landschap,
cultuurhistorie, archeologie, bodem en grondwater, energie.
Zij
concluderen dat ten behoeve van de ontwikkelingen met de vaststelling van
bestemmingsplannen een m.e.r. beoordelingsplicht geldt en adviseren het
gemeentebestuur te beoordelen dat geen MER dient te worden opgesteld voor het
plangebied Voordijkshoornsepolder en Lookwateringwest. Gezien de omgevingstypen en -factoren meent
het bureau dat de voorgenomen activiteiten (herontwikkeling van het plangebied
ten behoeve van woningbouw) geen noemenswaardige gevolgen (geluid- en
stankhinder, externe veiligheidsrisico's) zal hebben voor de omgeving. Omdat er
geen bijzondere omstandigheden aanwezig zijn is het opstellen van een MER niet
noodzakelijk (naar verwachting zal de Gemeenteraad van Delft hier voor de zomer
een definitief besluit over nemen).
De
aandachtpunten uit deze notitie worden meegenomen bij het opstellen van het
bestemmingsplan.
Voor
de A4 wordt wel een MER opgesteld en voor de AWZI is een MER opgesteld.
A.14.8 Samenvatting
Insprekers hebben bezwaar tegen uitvoeren van het
masterplan waarin het landelijke gebied wordt getransformeerd naar woningbouw.
Zij vrezen toename van criminaliteit en afname van de verkeersveiligheid.
Antwoord
Voor beantwoording wordt verwezen naar Algemeen
onder II en het antwoord onder A.14.1
A.14.9 Samenvatting
Insprekers uiten hun zorg om de wateroverlast voor
de bestaande bebouwing als gevolg van
ophoging van totale gebied met 1,1 meter, omdat opvangcapaciteit van
glastuinbouw verloren gaat.
Antwoord
Voor beantwoording wordt verwezen naar Algemeen
onder IV.
A.14.10 Samenvatting
Insprekers uiten ook hun zorg voor overlast van
gestalde en rondslingerende fietsen bij OV-haltes omdat geen
stallingvoorzieningen in het plan zijn opgenomen.
Antwoord
Het masterplan geeft een globaal beeld van de
ruimtelijke invulling van het plangebied. Het opnemen van stallingvoorzieningen
is te gedetailleerd voor deze planvorm maar zal als aandachtspunt bij de
planvorming aan de orde komen.
A.14.11 Samenvatting
Insprekers kunnen zich niet vinden in de reductie
met 10% van de parkeernorm voor gebied bij HOV-lijn omdat de onzekerheid
omtrent de HOV-lijn groot is. Zij pleiten ervoor om de norm niet te verlagen.
Antwoord
Er zijn geen redenen om aan te nemen dat er geen
hoogwaardig OV zal worden aangelegd tussen Wateringse Veld en Delft, via de
Harnaschpolder. Het stadsgewest Haaglanden stelt daarvoor een (voor)ontwerpplan
op.
In de recentelijk vastgestelde Parkeernota heeft de
gemeenteraad besloten om voor gebieden binnen 500 m loopafstand van hoogwaardig
openbaar vervoer als randvoorwaarde aan te houden dat de parkeernorm met 10%
mag worden verlaagd. Daarvan wordt in dit masterplan niet afgeweken.
A.14. Insprekers die naast ondertekening van formulier
bewonerscommissie ook het formulier met eigen reacties hebben aangevuld:
A.14.a H.
en J. Bentvelsen, Dijkshoornseweg 156:
Samenvatting
Insprekers hebben bezwaar tegen de verhoging van de
gemeentelijke belasting.
Antwoord
De verhoging van de gemeentelijke belasting vloeit
niet voort uit het masterplan maar is het gevolg van de gemeentelijke
grondruil.
A.14.b J. en R.
Bentvelsen, Dijkshoornseweg 146:
Insprekers brengen naar
voren dat op de voorlichtingsavond van de gemeente Schipluiden is verteld dat
het Delfts gebied een dorps karakter zou krijgen. Ze vragen zich af waarom
Schipluiden, nu Delft hoogbouw heeft gepland, niet opkomt voor de bewoners en
of de bewoners reeds in de vergetelheid zijn gevallen.
Antwoord
De gemeente Schipluiden
heeft een uitgebreide reactie gegeven op het masterplan. Deze reactie is
opgenomen onder punt 19.
Voor de overige
beantwoording wordt verwezen naar Algemeen onder I (communicatie) en II.
Antwoord
Het benoemen van straten in het plangebied wordt
niet geregeld in het masterplan maar zal in een later stadium in een aparte
procedure worden geregeld. Insprekers kunnen in die procedure hun visie bij de
straatnamencommissie naar voren brengen.
A.14.c W.A.
Bentvelsen, Laan van Groenewegen 12:
Samenvatting
Inspreker brengt naar voren dat de geplande
hoogbouw niet past in het dorpse karakter van het plangebied en schaduw zal
geven op de achterliggende bebouwing.
Antwoord
Voor beantwoording wordt verwezen naar Algemeen
onder II.
A.14.d Fam W.M.C.
Bentvelsen, Laan van Groenewegen 6:
A.14.d. Samenvatting
Insprekers geven aan dat zij aan de afdeling
grondzaken van de gemeente kenbaar hebben gemaakt dat zij het bedrijf hebben
verkocht en 2 bouwkavels willen creëren. In het masterplan is echter een sloot
over het perceel opgenomen. Insprekers verzoeken de sloot over de 16 meter die
verkocht is vanaf de Laan van Groenewegen 8 aan de rand van hun perceel te
realiseren. Zij vragen om overleg over de bouwtekeningen.
Antwoord
Op 17 maart is een inloopspreekuur gehouden waarop
dit soort individuele situatie zijn besproken en zo mogelijk overgenomen zijn
op de plankaart. Met deze avond heeft de gemeente beoogd maatwerk te leveren.
A.14.e B.
Berkhout en J. van den Ende, Dijkshoornseweg 189:
Samenvatting
Insprekers maken bezwaren tegen de hoogbouw en de
toename van drukte op de weg door doortrekken Kristalweg. Zij stellen dat bij
navraag bij de aankoop van hun woning door gemeente Delft gezegd is dat de
doortrekking van de Kristalweg geen concreet plan was. Zij vinden dat
opmerkelijk, omdat er een jaar later een masterplan ligt, inclusief de
doortrekking.
Antwoord
Voor beantwoording wordt verwezen naar Algemeen
onder II en III. De plannen voor de
stedenbouwkundige invulling van Lookwatering-west en Voordijkshoorn zijn
reeds een aantal jaar in ontwikkeling waarbij het afgelopen jaar onder meer
diverse verkavelingsmogelijkheden zijn onderzocht op haalbaarheid. Dit heeft
geresulteerd in het masterplan. Anders dan een jaar geleden zijn nu wel
concretere plannen aanwezig.
A.14.f C.
Bloemhard en B. van Paassen, Laan van Groenewegen 17:
Samenvatting
Insprekers stellen voor om een nieuw adres “Den
Hoorn (gemeente Delft)” te maken. Zij geven aan dat er meerdere gemeentes
bestaan met naamsbehoud. Zij vragen of een andere postcode ook andere
gemeentenaam inhoudt.
Antwoord
Het masterplan regelt de stedenbouwkundige opzet
van het plangebied en ziet niet toe op de benaming.
Wijziging van gemeentelijk grondgebied leidt op grond
van wettelijke regelingen altijd tot aanpassing van de postcode. De bewoners
zijn hierover en over tal van andere voor hen relevante aangelegenheden, medio
december 2003 per folder geďnformeerd.
Het postcode gebied van TPG Post wordt
Voordijkshoorn met codenummer 2614. Dit is de gemeente Delft. Noch voor TPG
Post, noch voor Delft was de aanduiding van de naam als wijknaam Den Hoorn
acceptabel (wel als buurtnaam).
A.14.g P.
Dessens, Dijkshoornseweg 175:
Samenvatting
Inspreker vraagt of de bedrijfsbestemming BII6 van
het nieuwe plan op zijn kavel gehandhaafd blijft. Ook vraagt hij of de schuur
op zijn kavel behouden kan blijven.
Antwoord
A.14.h Fam.
Fonkert, Dijkshoornseweg 183:
Samenvatting
Inspreker geeft aan het niet eens te
zijn met de plannen van de gemeente Delft.
De gemeente Delft vindt het jammer dat inspreker
zich niet kan vinden in de plannen
A.14.i P. Friskes Assurantiën BV, Dijkshoornseweg
211:
Samenvatting
Inspreker heeft bezwaar tegen
de verhoogde O.Z.B. en de gewijzigde postcode. Hij vraagt zich af of de kosten
hiervan ten laste van de gemeente Delft komen.
Antwoord
Het masterplan geeft een
globale visie op de geplande ruimtelijke invulling van het plangebied en ziet
niet toe op belastingen en postcodes. Bezwaren tegen verhoogde O.Z.B. kan
inspreker bij het vakteam Belastingen van de gemeente Delft kenbaar maken.
Belanghebbenden zijn per brief geďnformeerd over de gevolgen van wijziging van
de postcode voor bedrijven.
A.14.j M. en S. Hall, Dijkshoornseweg 160
(inspraakreactie in de Engelse taal):
Samenvatting
Insprekers hebben
bezwaar tegen de sloop van de oude stadshuizen en zijn van mening dat daardoor
het karakter van het originele Den Hoorn verloren gaat.
Antwoord
Aan de Dijkshoorseweg is de
sloop van slechts twee panden aan de orde. Panden die zijn aangewezen als
monument worden in alle gevallen gehandhaafd, zodat het historische karakter
behouden blijft.
Voor de overige beantwoording
wordt verwezen naar Algemeen onder II en het antwoord onder A.14.1.
A.14.l A.C. Harteveld, Woudselaan 39:
Samenvatting
Inspreker kan zich
niet vinden in de verstedelijking.
Voor beantwoording wordt verwezen naar het antwoord
onder A.14.h.
A.14.m G.C. Harteveld,
Woudselaan 13:
Samenvatting
Inspreker vindt
een woonflat niet passen in de omgeving.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar Algemeen onder II.
A.14.n H. Huisman,
Dijkshoornseweg 205:
A.14.n.1 Samenvatting
Inspreker stelt verkeerd te
zijn voorgelicht over de indeling Harnaschpolder. Hij vraagt zich af waarom de naam Den Hoorn niet gehandhaafd
kan blijven. Zijns inziens wordt de mening van de zogenoemde stratencommissie
belangrijker geacht dan de wens van de bewoners. Inspreker betoogt dat de
Harnaschpolder eerst voornamelijk bestemd was voor groen, vervolgens 6
woonlagen en daarna 12 tot 24 woonlagen hoog is geworden.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar Algemeen onder I en II en het antwoord onder en A.14.b.5 en
A.14.f.
A.14.n.2 Samenvatting
Inspreker geeft aan een
stevige afkeer te ontwikkelen tegen de gemeentebesturen van Schipluiden en
Delft omdat de besturen die zouden moeten opkomen voor de belangen van hun
burgers hierin ernstig tekort schieten. Bewoners worden wel op de hoogte
gebracht van de verhoogde belastingen maar niet over de overige aspecten van
het toekomstig Delftenaarschap. Beide bestuurscolleges zijn volgens inspreker
verantwoordelijk voor de emotionele belasting van de steeds gewijzigde plannen.
Hij vindt dat gemeente en wethouders ter verantwoording dienen te worden
geroepen voor het vals voorlichten van de bevolking en niet nakomen van
beloften. Hij geeft aan desnoods de grote dagbladen in te schakelen voor de
nijpende situatie of naar de Hoge Raad te gaan voor de rechten van burgers. De
bewonerscommissie dient volgens Inspreker rechtskundige bijstand in te
schakelen wegens het incorrecte handelen.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar Algemeen onder I (communicatie) en het antwoord onder A.14.f. Vanuit de projectgroep grenswijziging
is op 15 december 2003 een brochure onder de nieuwe bewoners van Delft
verspreid. In deze brochure is informatie opgenomen over het Delftenaarschap.
A.14.o B. van Leeuwen,
Kastanjewetering 1:
A.14.o.1. Samenvatting
Inspreker verzoekt zijn
postcode te mogen behouden, mogelijk met de vermelding “Den Hoorn-Delft”.
Antwoord
Verwezen wordt naar het
antwoord onder A.14.f
A.14.o.2. Samenvatting
Inspreker vraagt om ophoging
van het 1 meter lager gelegen deel in het midden bij de Laan van Groenewegen en
Kastanjewetering die op gelijke hoogte liggen.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar Algemeen onder IV. Bij de uitwerking van de plannen wordt
onderzocht of tegemoetkoming aan dit verzoek een reële mogelijkheid is.
A.14.p G. en H. Lekkerkerk,
Lookwatering 36:
A.14.p.1 Samenvatting
Inspreker geeft aan zijn
bedrijfsruimte die ook dienst doet als kantoor, garage en opslag te willen
handhaven en geen eigendommen te willen afstaan. In het masterplan staat zijn
bedrijfsruimte ingepland als groengebied.
Antwoord
Verwezen wordt naar het
antwoord onder A.14.g.
A.14.p.2 Samenvatting
Inspreker brengt naar voren
bezwaren te hebben tegen het fietspad dat dwars door eigendommen loopt en naast
het huis is gesitueerd dat door zijn moeder wordt verhuurd. Inspreker zegt
steeds te hebben begrepen dat de bestaande brug bij Berestein zou gaan
functioneren als fietsbrug.
Antwoord
Het
masterplan is nog niet gedetailleerd op kavelniveau. Dit betekent dat enkele
inpassingen nog zorgvuldig moeten worden afgewogen en ontworpen. Dit geldt in
het bijzonder voor de fietspaden, voorzover deze niet zijn gekoppeld aan de
hoofdontsluiting. Overigens is op 17
maart een inloopspreekuur gehouden waarop dit soort individuele situatie zijn
besproken en zo mogelijk overgenomen zijn op de plankaart.
A.14.q A.M. Moerman, Dijkshoornseweg 142:
Samenvatting
Inspreker heeft bezwaren tegen
het mogelijk verdwijnen van de sloot, het mogelijk niet laten aansluiten van
een bestaande sloot aan het nieuw te vormen oppervlakte water, het ophogen van
de omgeving van het perceel (badkuip) en het niet aanleggen van vaarwater
direct achter het perceel.
Antwoord
De
exacte eigendomssituaties worden in kaart gebracht. Vervolgens zal worden
beoordeeld of het water behouden kan blijven. Er wordt een stedenbouwkundig
plan opgesteld waarin inpassingen zorgvuldig zullen worden afgewogen en vormgegeven.
Voor het overige wordt verwezen naar Algemeen onder IV.
A.14.r J. Nowee, Dijkshoornseweg 136:
Samenvatting
Inspreker verzoekt om
waterafvoer langs bestaande lintbebouwing te realiseren i.v.m. de hoogte
verschillen (sloten, c.q. watergangen).
Antwoord
De
suggestie van inspreker zal worden meegenomen bij de uitwerking van de
waterstructuur. In dit stadium kunnen er nog geen toezeggingen gedaan worden of
dit ook daadwerkelijk wordt gerealiseerd. Dit hangt onder meer af van noodzaak,
haalbaarheid en de voor- en nadelen van deze variant.
A.14.s M.L. Otting, Dijkshoornseweg 181:
Samenvatting
Inspreker heeft bezwaar tegen
het aanleggen van een weg en brug naast zijn huis. Omdat zijn huis is gebouwd
op een zandplaat meent hij dat het plan onuitvoerbaar is.
Antwoord
Bij de constructie van bruggen
en wegen wordt rekening gehouden met bestaande panden en wordt de bouwwijze
daarop afgestemd. Ook wordt voorafgaand aan de werkzaamheden, die eventueel
effect kunnen hebben op bestaande bebouwing, van deze panden een zogenaamde
‘nulsituatie’ vastgelegd. Mocht toch schade ontstaan dan kan de bewoner
verwijzen onder verwijzing naar die nulsituatie een verzoek om schadevergoeding
indienen.
A.14.t C.W.M. van Paassen- van der Meer, Laan van Groenewegen 16:
Samenvatting
Inspreker betoogt dat de
voorziene bebouwing privacy en zon zullen wegnemen bij bestaande bebouwing.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar het antwoord onder A.14.2.
A.14.u F. en A. van Paassen, Laan van Groenwegen 9:
Samenvatting
Insprekers geven aan dat bij
ophoging van het bouwterrein met 1 meter hun perceel bij overvloedige regen
onder water komt te staan. Insprekers kondigen aan de gemeente Delft daarvoor
aansprakelijk te zullen stellen.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar Algemeen onder IV.
A.14.v H.C. van Paassen,
Laan van Groenewegen 14:
A.14.v.1 Samenvatting
Inspreker heeft bezwaar tegen
hoogbouw, omdat dit leidt tot verlies van zonlichttoetreding, privacy en rust.
Tevens verwacht hij een grote waardevermindering en hogere energie kosten.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar Algemeen onder II en het antwoord onder A.14.2.
A.14.v.2 Samenvatting
Inspreker geeft aan bezwaren
te hebben tegen de verbindingsweg van de Kristalweg over de Laan van
Groenewegen die gepland is door de schuur en koelcel van zijn bedrijf.
Antwoord
In
deze zone is een ontsluitingsweg noodzakelijk in verband met de ontsluiting van
het plandeel Voordijkshoorn. In overleg met de eigenaren en de gebruikers zal
de positie van de ontsluiting worden bepaald.
A.14.w J. van Paassen, Kastanjewetering 8:
Samenvatting
Inspreker vraagt welke
oplossing is bedacht voor de gasleiding (voor zijn woonhuis), die boven de
grond aan de opstanden van zijn kassen (wat huizen waren) is opgehangen, als
deze wordt afgebroken.
Antwoord
Verwezen
wordt naar het antwoord onder A.3.
A.14.x J.Th.H. van Paassen,
Laan van Groenewegen 16:
A.14.x.1 Samenvatting
Inspreker geeft aan dat
slechts een deel van de bestaande bebouwing van de Laan van Groenewegen nr. 16
op de plankaart is ingetekend. Verzocht wordt de bestaande situatie op de
plankaart op te nemen.
Antwoord
De plankaart zal hierop worden aangepast.
A.14.x.2 Samenvatting
Inspreker geeft aan de
geplande hoogbouw niet te accepteren.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar Algemeen onder II en A.14.h.
A.14.y Th. en J. van
Paassen-Leenaers, Dijkshoornseweg 153:
A.14.y.1 Samenvatting
Insprekers voeren aan dat de
hoogbouw niet conform de afspraken in het convenant is.
Antwoord
Verwezen wordt naar Algemeen
onder II (stedenbouwkundige opzet).
A.14.y.2 Samenvatting
Insprekers vragen hoe de
wateroverlast in hun achtertuin en die van hun buren, reeds diverse keren
gemeld bij gemeentes, opgelost gaat worden.
Antwoord
De gemeente heeft inspreker bezocht om de situatie ter
plaatse te kunnen bekijken. Gebleken is dat wateroverlast kan optreden door een
waterkering aan de achterzijde van de tuin. De situatie zal nader onderzocht
worden en overlegd worden met het Hoogheemraadschap. Voor de overige
beantwoording wordt verwezen naar Algemeen onder IV (wateroverlast).
A.14.z. F.W.N. van
Rijswijk, Dijkshoornseweg 190:
A.14.z.1 Samenvatting
Inspreker is van mening dat
oversteken op de Van Foreestweg nu al gevaarlijk is en de ontsluiting van de
nieuwe wijken via deze en de Kristalweg in de Kuiperwijk een onacceptabele
verkeersdrukte geeft.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar Algemeen onder III (ontsluiting).
A.14.z.2 Samenvatting
Inspreker voert als extra
argument tegen de gestapelde bouw en woningdichtheid aan dat dit
parkeerproblemen zal veroorzaken.
Antwoord
De in het masterplan voorgestelde woningdichtheid
past binnen het streven van overheden om aansluitend op het bestaand stedelijk
gebied een substantieel aantal woningen te bouwen. Uitvoering van dit beleid
heeft onvermijdelijk tot gevolg dat het gebruik van het plangebied zal
intensiveren met alle daar aan gebonden consequenties waaronder toename van het
aantal te parkeren auto's. In de door de raad vaststelde parkeernota is zijn
normen opgenomen voor het aantal parkeerplaatsen dat per woning moet worden
aangelegd. Die parkeerplaatsen moeten voor een substantieel deel op eigen
terrein worden gerealiseerd. Daarmee beoogt de gemeente parkeeroverlast voor
overige gebruikers van het plangebied te beperken.
A.14.aa H. Schenkeveld, Dijkshoornseweg 151:
Samenvatting
Inspreker heeft bezwaar tegen
een extra fietspad en brug over de Lookwatering direct aan zijn woonhuis. Hij
voert aan dat er reeds diverse bruggen op Delfts en Midden-Delflands gebied
aanwezig zijn.
Antwoord
Fietsen is een speerpunt in
het Delftse Verkeers- en Vervoersbeleid. De nieuwe woongebieden in de
Harnaschpolder liggen op goede fietsafstand van het Delftse centrum, waardoor
in het masterplan is gekozen voor het aanvullen van het huidige fietsnet met
directe en comfortabele fietsverbindingen van de Harnaschpolder naar het
Centrum. In het masterplan zijn hiervoor (indicatief en globaal) een aantal fietsverbindingen
opgenomen, die in de verdere uitwerking nader gedetailleerd moeten worden.
A.14.bb L. Schenkeveld- van der Drift,
Dijkshoornseweg 177:
Samenvatting
Inspreker heeft bezwaar tegen
de weg die direct over/ naast zijn woning komt te lopen, zonder hierover vooraf
te zijn geďnformeerd.
Antwoord
Voor beantwoording wordt verzen naar het antwoord
onder A.13.
A.14.cc F.J Scheyndel, Dijkshoornseweg 201:
A.14.cc.1 Samenvatting
Inspreker brengt naar voren de
wijze waarop de gemeente Schipluiden met zijn bewoners om gaat een groot
schandaal te vinden.
Antwoord
Verwezen wordt naar Algemeen onder I
(communicatie).
A.14.cc.2 Samenvatting
Inspreker vraagt of er nog
een bericht volgt over het adres en code nr. Hij geeft aan dat niet iedereen
een computer heeft en verzoekt daar rekening mee te houden
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar het antwoord onder A.14.f.
A.14.dd A.W. v.d. Velden, Dijkshoornseweg 173:
Samenvatting
Inspreker geeft
aan dat hij zijn vertrouwen in de mens verloren heeft en zwaar teleurgesteld
is.
Antwoord
Verwezen wordt
naar Algemeen onder I (communicatie).
A.14.ee Q.A. de Vreede, Dijkshoornseweg 138:
A.14.ee.1 Samenvatting
Inspreker is van mening dat de
perceelgrens achter zijn woning schuin getekend is met een hoek, terwijl hij
volgens inspreker evenwijdig aan de weg moet lopen, zodat hij overal even diep
is.
Antwoord
De
inventarisatie van te handhaven woningen wordt geactualiseerd en zal de basis
zijn voor het stedenbouwkundig plan, waarin inpassingen zorgvuldig zullen
worden afgewogen en vormgegeven. Op 17 maart is een inloopspreekuur
georganiseerd waarin bewoners concrete individuele situaties met betrokken
ambtenaren hebben besproken. Ook de op die avond verkregen gegevens zijn
verwerkt op de plankaart.
A.14.ee.2 Samenvatting
Inspreker eist dat er een
sloot gegraven wordt tussen de nieuwe en oude bebouwing omdat de bebouwing erg
verschillend is en er op die wijze een afscheiding tussen de percelen wordt
aangebracht.
Antwoord
A.14.ff M.A.J. de Wilde,
Dijkshoornseweg 149:
Samenvatting
Inspreker is het niet eens met
de aanduiding van fietspad door zijn poort en garage.
Antwoord
Het masterplan is nog niet gedetailleerd op
kavelniveau. Dit betekent dat enkele inpassingen nog zorgvuldig moeten worden
afgewogen en ontworpen. Dit geldt in het bijzonder voor de fietspaden,
voorzover deze niet zijn gekoppeld aan de hoofdontsluiting. De aanduiding
fietspad op de plankaart van het masterplan is slechts indicatief. Bij de
uitwerking van de plannen zal de opmerking van inspreker worden meegenomen.
A.14.gg C.M. Zwetsloot, Laan van Groenewegen 2:
De inhoud van deze reactie is
gelijk aan de inhoud van inspraakreactie A.12. Voor
beantwoording wordt verwezen naar voornoemde reactie.
A.15. J.P.M.
Lambert en M.P.A. Ivens, Hof van Azuur 14:
A.15.1
Samenvatting
Insprekers zegen
begrip te hebben voor de noodzaak van de grootschalige veranderingen in hun
directe leefomgeving maar vragen om in de planvorming wel rekening te houden
met hun inmiddels verworven recht op privacy en uitzicht.
Antwoord
Verwezen wordt naar het
antwoord onder A.14.2.
A.15.2 Samenvatting
Insprekers geven
aan dat de waterloop achter hun huis eigendom is van bewoners Hoornse Hof, die
waterloop wordt door de bewoners onderhouden. De waterlopen in het Concept
Masterplan zijn minimaal 8 meter breed ten behoeve van onderhoud. Ze gaan ervan
uit dat dit de minimale breedte is om een eenduidig onderhoudsbeleid te kunnen
voeren. Ze verzoeken om ten behoeve van juridische eenduidigheid de bestaande
breedtemaat als middellijn van de nieuwe waterloop vast te stellen. Insprekers
stelen voor om langs de gehele bestaande waterloop als bij Hof van Azuur 27-49,
het bestaande water te verdubbelen en een groene buffer te plaatsen, wat minder
problemen geeft met de eigendomsproblematiek en het gebruik en onderhoud van de
waterloop. Dit komt tegemoet aan behoud van privacy en, bij verbreding van
bestaande waterloop, aan de ecologische oevers van het Concept Masterplan.
Antwoord
De exacte eigendomssituaties worden in kaart
gebracht. In dit geval is duidelijk dat de plangrens ligt op de eigendomsgrens
en wel aan de overzijde van de sloot, gezien vanuit de bestaande woning. Bij de
uitwerking tot stedenbouwkundig plan zal worden beoordeeld of het water nog
verder zal worden verbreed t.b.v. de afstand van de bestaande kavels. Het staat
dus nog niet vast dat dit gebeurt. De minimale breedte van een watergang zonder
onderhoudspad is 8m. In het masterplan zijn op enkele plaatsen ecologische
oevers getekend, voornamelijk langs straten.
A.15.3
Samenvatting
Insprekers vinden
dat de waterloop achter hun woning niet meegenomen kan worden in de waterbalans
van plan, omdat het buiten de plangrenzen ligt. Ze geven aan dat het in de
huidige situatie al niet toereikend is, omdat hun tuin al eerder overstroomd
is.
Antwoord
Voor
beantwoording wordt verwezen naar Algemeen onder IV. In de waterbalans wordt
rekening gehouden met de totale waterstructuur in de polder. Bij hevige
piekbuien is het niet altijd te voorkomen dat (een deel van) een tuin onder
water staat.
A.15.4
Samenvatting
Insprekers
verzoeken de plannen aan te passen om waardevermindering in geld en beleving
van woning, tuin en water te voorkomen.
Antwoord
Verwezen wordt
naar het antwoord onder A.14.2
A.16 G. Schenkeveld, Woudselaan 3:
Samenvatting
Inspreker stelt dat het
wettelijk en economisch moeilijkheden zal geven om binnen de geurcirkel van
zijn boerderij woningbouw te realiseren. Hij betoogt dat het in strijd is met
de voorschriften voor volksgezondheid en milieu. Inspreker verzoekt om binnen
een straal van 100 meter van zijn bedrijf geen nieuwbouw te realiseren.
Antwoord
De
betreffende boerderij valt onder het Besluit Melkrundveehouderijen. Dit Besluit
is niet meer van toepassing indien binnen 100 m van het bedrijf een gevoelig
object of woningen van derden komen. In dat geval wordt het bedrijf
vergunningplichtig. Op basis van de richtlijn Stankhinder en veehouderij geldt
dan nog steeds een afstand van 100m. Indien de afstand kleiner wordt dan 100 m
is de kans heel groot dat er geen vergunning af kan worden gegeven.
Er
kunnen geen woningen of andere gevoelige bestemmingen binnen een straal van 100
m van het bedrijf worden gerealiseerd, zolang de melkrundveehouderij als
zodanig in bedrijf is.
De
afstand van 100 m kan worden gereduceerd tot 50 m indien het gezamenlijk
oppervlak van de mestbassins binnen de inrichting kleiner is dan 350 m2. Het
oppervlak van de mestbassins is echter niet bekend.
A.17 Belangenvereniging Grensbewoners
Hoornsehof Voordijkshoornsepolder,
Hof van Topaas 8:
A.17.1 Samenvatting
Inspreker is van mening dat
de bestaande wegen rond het plangebied het verkeer van het nieuwe woongebied
met 1100 nieuwe woningen, niet zullen kunnen verwerken. Er is een 30 km zone en
gesteld wordt dat er een toename van geluidhinder en luchtverontreiniging zal
ontstaan en dat spelende kinderen gevaar zullen lopen. Inspreker is van mening
dat de “Zuidweg” geen afdoende
oplossing zal bieden. De “knip” in de verlengde Kristalweg zal de afwikkeling
niet in goede banen kunnen lijden. Gepleit wordt voor het ontwerpen van een
evenwichtig verkeersplan dat gebaseerd is op geprognosticeerde aantallen
vervoersbewegingen, waarbij de afwikkeling niet alleen over bestaande wegen zal
zijn.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar Algemeen onder III (ontsluiting).
A.17.2 Samenvatting
Inspreker geeft aan dat uit
het plan valt af te leiden dat er in de zogenaamde "polderzone"
voornamelijk een verkaveling zal worden uitgewerkt in de langsrichting van de
bebouwingsvelden parallel aan de voorgestelde waterlopen. De woningen liggen
dan met de kopgevels richting de bestaande waterloop die achter de bestaande
(Hoornse) hofjes van Onyx, Smaragd, Topaas, Aquamarijn, Robijn, Saffier,
Zirkoon en Hof van Azuur langs loopt. Dat kan alleen indien er voldoende
afstand in acht wordt genomen tot de bestaande bebouwing, tuinen en water. De
bebouwingsvelden zijn nu ingetekend tot aan de rand van de bestaande bebouwing.
Antwoord
De verkaveling zal worden
uitgewerkt in het stedenbouw plan. Er zijn meerdere oplossingen denkbaar. Het
belang van de bestaande woningen wordt daarin meegenomen. De grenzen van het
masterplan zijn aangepast aan de eigendomssituatie.
A.17.3 Samenvatting
Inspreker meent dat het
appartementgebouw van 35 meter hoog aan de verlengde Kristalweg, direct
grenzend aan de bestaande woningen aan de Groene Zoom (eengezinswoningen van
twee bouwlagen met een kap), niet past op deze plaats. Inspreker stelt een
grotere spreiding voor van de seniorenwoningen. Wethouder Baljé heeft
aangegeven dat de woonlagen maximaal 6 verdiepingen hoog zouden worden. De
hoogbouw leidt tot verlies van zonlichttoetreding en waardevermindering van
woningen (planschade).
Antwoord
Het betreft een gebouwtype
voor senioren. Dit betekent niet dat alle senioren in het plangebied in deze
flat zullen gaan wonen. Ook op andere plekken in het gebied worden seniorenwoningen
gebouwd.
Het gebouw zal kleiner zijn
dan de aangegeven kavel. Het wordt zodanig op de kavel gesitueerd dat schaduw
op de eigen kavel valt en de bestaande woningen niet hindert. Het aantal lagen
is een indicatie. De hoogte van 35m geldt niet voor de gehele kavel; hooguit
voor 30% van het oppervlak van de kavel.
Voor de overige
beantwoording wordt verwezen naar het antwoord onder A.14.2.
A.17.4 Samenvatting
Inspreker meent dat de
tekst "Een locatie als deze binnenstedelijk en gelegen in de buurt van toekomstig
hoogwaardig openbaar vervoer" misleidend is. Dit omdat elders in het plan
wordt geschreven over “van de polder, agrarische bebouwing, lintbebouwing” ed.
De hoge dichtheid van woningen kan niet door de melding van binnenstedelijke
locatie gerechtvaardigd worden.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar Algemeen onder II (stedenbouwkundig plan). Het begrip
binnenstedelijk is gebruikt omdat het plangebied in de nabijheid ligt van de
stad en goed ontsloten is door openbaar vervoer. In die zin is het geen
buitenstedelijke of landelijke locatie.
A.17.5 Samenvatting
Inspreker meent dat het een
slecht uitgangspunt is dat het te ontwikkelen woningbouwgebied een financiële
bijdrage gaat leveren aan de realisatie van een commercieel bedrijventerrein.
Betoogd wordt om met het zicht op de huidige economische situatie het geld te
gebruiken voor een aangename woonomgeving en om de consequenties van
woningdifferentiatie op te vangen.
Antwoord
Uitgangspunt is dat de
ontwikkeling van de Harnaschpolder als geheel voor de gemeente Delft
budgettair-neutraal verloopt. Het bedrijventerrein kan naar verwachting niet
geheel kostendekkend worden ontwikkeld. De verwachting is dat de ontwikkeling
van de woongebieden, met in achtneming van de beoogde, hoge kwalitatieve
inrichting van het gebied, in financiële zin toereikend is om de Delftse
bijdrage in geraamde tekort op het bedrijventerrein te compenseren.
A.17.6 Samenvatting
Inspreker is van mening dat
de waterplas aan de rand van het bedrijventerrein beter centraal in het
plangebied gesitueerd kan worden zodat meer mensen er gebruik van kunnen maken.
Antwoord
De plas is openbaar en dus
voor iedereen toegankelijk. De plas is met de vaart en de groenoever onderdeel
van de groene, ecologische en recreatieve verbinding tussen Het Scharnier en de
Hof van Delft.
A.17.7 Samenvatting
Inspreker geeft aan dat in
het plan de woningbehoefte wordt omschreven tot 2010. Gelet op de huidige
tendens van bouwvertragingen zullen veel woningen pas na 2010 opgeleverd worden
en inspreker vraagt zich af of het plan dan nog steeds voorziet in de
woningbehoefte of dat er dan een wijziging zal komen in de voorgestelde
woningtypologie. Deze factoren zouden niet mogen leiden tot extra verdichting
van bebouwing in beide nieuwe woonwijken. Antwoord
De planvorming voor een
dergelijk omvangrijk gebied neemt jaren in beslag. In die periode kunnen zich
ontwikkelingen voordoen in de markt die nopen tot andere aantallen of type
woningen. Vooralsnog blijkt behoefte aan de hoeveelheid woningen als opgenomen
in het masterplan. Voor overige beantwoording wordt verwezen naar Algemeen
onder II.
A.17.8 Samenvatting
Inspreker geeft aan dat de
waterloop bij de grens Hoornse Hof en Voordijkshoornsepolder in eigendom van de
bewoners Hoornse Hof is. In het plan is de minimale breedte voor sloten 8 meter
voor goed onderhoud. Inspreker meent dat ten behoeve van de juridische eenvoud
omtrent eigendom van water, het handiger is om de bestaande breedtemaat als
middellijn voor de nieuwe waterloop vast te stellen. Verzocht wordt het
principe, om de plangrens gelijk te leggen met de huidige oever van de
waterloop en het toevoegen van een even zo grote breedte aan water en groene
buffer, door te trekken zodat er minder problemen omtrent eigendom, het gebruik
en onderhoud van de waterloop zullen zijn.
Antwoord
Verwezen wordt naar het
antwoord onder A.15.3.
A.17.9 Samenvatting
Inspreker verzoekt om
juridisch en praktisch voldoende maatregelen te nemen om de overlast tijdens de
bouw en de schades aan de bestaande bebouwing, tuinen en oevers tot een minimum
te beperken en dit goed te overleggen met de betrokkenen.
Antwoord
Dit is een belangrijk
aandachtspunt dat zal worden opgenomen in het communicatieplan voor het
uitvoeringstraject.
A.17.10 Samenvatting
Inspreker vraagt om
rekening te houden met het verworven recht op privacy en uitzicht. Verzocht
wordt de waardevermindering van de huidige woningen in geld en beleving zo veel
mogelijk te voorkomen.
Antwoord
Verwezen wordt naar het
antwoord onder A.14.2.
A.17.11 Samenvatting
Tot slot verzoekt inspreker
om de hechting van de nieuwe wijken aan de bestaande stedelijke structuur van
de gemeente Delft zo zorgvuldig mogelijk vorm te geven waarbij bestaande bewoners zo min mogelijk last
dienen te ondervinden.
Antwoord
Dit is het uitgangspunt van
het masterplan en o.a. terug te vinden in de hoofdstructuur, de water en de
groen verbindingen, de kavelvormen en woningtypen en in de fietsverbindingen.
In het stedenbouwkundig plan zal dit nader worden uitgewerkt.
A.18 V.O.F. van der Ende, Lookwatering 43 a:
V.O.F. H. Poot,
Lookwatering 43:
Samenvatting
Insprekers geven aan naar
tevredenheid te wonen en hun woongenot te willen behouden. Op basis van het
masterplan lijkt hun woning weggepland. In ieder geval leiden de plannen tot
problemen met de waterhuishouding door de ophoging van het omliggende terrein.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar Algemeen onder IV. Gestreefd wordt naar inpassing van de beide woningen
Lookwatering 43 en 43a. Dit is echter mede afhankelijk van de noodzakelijke
ophoging van de omgeving in relatie tot de waterhuishouding.
Dit kan wel gevolgen hebben voor de kavelgroottes.
A.19.A Gemeente Schipluiden, Postbus 1, 2635 ZG
Schipluiden :
A.19.A.1
Samenvatting
Gevraagd
wordt om op pagina 10 de hele Scharnier te voorzien van een eenduidige
aanduiding.
Antwoord
Het verzoek van inspreker
is op de plankaart verwerkt. Daarin zijn de te handhaven percelen herkenbaar.
Met Het Scharnier wordt aangesloten op de structuurschets. De planuitwerking
wordt afgestemd met de gemeente Midden-Delfland. De uitwerking is gebaseerd op
het principe van een ontspannen verkaveling, met grote, groene tuinen.
A.19.A.2 Samenvatting
Opgemerkt
wordt dat op pagina 20 de lintzone niet correct is aangegeven op de tekening.
Antwoord
Met de Lintzone wordt een
stedenbouwkundig principe bedoeld. In dit geval maken deel uit van de Lintzone
de te handhaven kavels aan weerszijde van de Dijkshoornseweg en de Laan van
Groenwegen.
A.19.A.3
Samenvatting
Inspreker
brengt naar voren het hoogteaccent van 24 lagen (pagina 21) erg hoog te vinden.
Verzocht wordt rekening te houden met evenwichtige bebouwingshoogtes en de
samenwerkingsovereenkomst Delft-Schipluiden;
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar Algemeen onder II (stedenbouwkundig plan).
A.19.A.4
Samenvatting
Onder
verwijzing naar pagina 41 wordt gevraagd rekening te houden met locaties voor
onderwijsvoorzieningen.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar het antwoord onder A.14.6.
A.19.A.5
Samenvatting
Inspreker
verzoekt met betrekking tot waterberging voor Lookwatering-west te verwijzen
naar de overeenkomst die gesloten is met Delfland (zie pagina 51 van het plan).
Antwoord
In de waterparagraaf van het nog op te stellen bestemmingsplan zal aan dit
verzoek tegemoet worden gekomen.
Opgemerkt
wordt dat de hindercontouren op tekening ontbreken (zie pagina 59 van het
plan).
Antwoord
Hindercontouren
zijn indicatieve berekeningen. De werkelijke geluidscontouren zijn van veel
factoren afhankelijk, zoals etmaalintensiteit, wegverharding en afschermende
maatregelen. Omdat de hindercontouren door deze factoren zeer kunnen variëren
worden deze contouren niet op kaarten van ruimtelijke plannen opgenomen. Voor
het bestemmingsplan zal een akoestisch onderzoek worden opgesteld waarin de
geluidsbelasting op de gevels gedetailleerd zal worden berekend. Dit akoestisch
onderzoek zal worden gebruikt voor de aanvraag van hogere grenswaarden indien
een dergelijk besluit nodig mocht blijken.
A.19.A.7
Samenvatting
Inspreker
vraagt om een motivering op te nemen voor de plaats van de sluis in de
varianten van de op pagina 69
aangegeven ‘knip’. Dit in verband met het voorkomen van extra verkeer op de
Dijkshoornseweg.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar Algemeen onder III (ontsluiting) en bijlage 3.
A.19.A.8
Samenvatting
Inspreker
vraagt de gemeentegrenzen te controleren op basis van gevoerd overleg.
Voorgesteld wordt dat Delft deze digitaal verstrekt en dat Schipluiden deze
controleert.
Antwoord
De wet vereist dat de
provincie de gemeentegrenzen kadastraal vastlegt. Dit is inmiddels gebeurd.
A.19.A.9
Samenvatting
Inspreker
merkt over de ontsluiting van het Scharnier op dat vanuit LWW alleen
fietsverkeer naar Woudselaan mogelijk is.
Antwoord
De Woudselaan zal altijd
ook voor bestemmingsautoverkeer toegankelijk blijven. Dat is als zodanig ook op
de kaart in het masterplan aangegeven.
A.19.A.10 Samenvatting
Inspreker
vraagt om met betrekking tot haltes van de vrije busbaan de locaties aan te
geven en het bedieningsgebied.
Antwoord
Het masterplan is te
globaal om locaties aan te geven.
A.19.A.11 Samenvatting
Inspreker
verzoekt in overleg met het bedrijvenschap het bouwrijp maken af te stemmen
(o.a. voor de randgebieden).
Antwoord
Inmiddels zijn hierover
zowel met de gemeente Midden-Delfland als met het Bedrijvenschap afspraken
gemaakt.
A.19.A.12 Samenvatting
Inspreker
merkt op nog geen enkele formele reactie van Delft te hebben ontvangen op de
brief van Schipluiden van 26/11/2002. Schipluiden wil graag informatie
ontvangen over de informatiebijeenkomst.
Antwoord
De inhoud van genoemde
brief is herhaaldelijk besproken waarbij is gebleken dat er geen verschil van
mening is omtrent de genoemde onderwerpen.
De reacties tijdens en naar
aanleiding van de informatiebijeenkomst zijn verwerkt in deze inspraaknota. De
Nieuwsbrief die is uitgebracht n.a.v. het masterplan is in ruime mate ter
beschikking gesteld van de gemeente Schipluiden.
A.19.A.13 Samenvatting
Inspreker
merkt op dat met betrekking tot Lookwatering-West
een tekening moet worden opgenomen met hierin aangegeven de
overeengekomen nieuwe gemeentegrens zoals is afgesproken tussen Delft en
Schipluiden.
Antwoord
Verwezen wordt naar het
antwoord onder A.19.A.8
A.19.A.14
Samenvatting
Inspreker
geeft aan dat de voorgestelde opzet voor het Scharnier aangepast zal moeten
worden. De bestaande wegenstructuur is namelijk niet geschikt voor de ontsluiting
van de nieuwe woningbouw. Als de Woudselaan niet verder belast wordt, kan het
een aantrekkelijke regionale fietsroute zijn voor Midden-Delfland en komt er
ruimte voor een groen/blauwe zone met ecologische potenties. Verzocht wordt
rekening te houden met de inpassing van de bestaande woningen in het Scharnier
en de eisen van Hoogheemraadschap Delfland met betrekking het bouwen langs
boezemwater.
Antwoord
De
weg door het Scharnier heeft als functie bestemmingsverkeer en regionale
fietsroute. Deze weg is niet bedoeld voor het ontsluiten van nieuwe woonwijken.
De bestaande wegstructuur zal niet aangepast te hoeven worden. Deze zone heeft
zeker ecologische potenties die bij de planuitwerking in samenwerking met
Midden-Delfland moeten worden benut.
De Woudselaan is nu al
onderdeel van het regionale fietspadennet en zal dat ook in de toekomst
blijven. Daarnaast zal de Woudselaan ook een functie moeten blijven vervullen
in de ontsluiting van de huidige bebouwing en de eventuele nieuwe woningbouw
aan de Woudselaan. Dit valt echter buiten het masterplan.
Inspreker
brengt met betrekking tot de Voordijkshoorn naar voren dat er een tekening moet
worden opgenomen met hierin aangegeven de overeengekomen nieuwe gemeentegrens
zoals is afgesproken tussen Delft en Schipluiden.
Antwoord
Verwezen wordt naar het
antwoord onder A.19.A.8
B: Inspraakreacties
uit een tweede brief van 14 november 2003
A.19.B.1 Samenvatting
Inspreker merkt op dat de
intenties van de samenwerkingsovereenkomst tussen Delft-Schipluiden d.d. 22
augustus 2000 ontbreken als een van de uitgangspunten. Daarin zijn essentiële
afspraken gemaakt o.a. dat de stedenbouwkundige invulling dient te passen in
het dorpse karakter.
Antwoord
Met het ruime opzet van het
plangebied en het grote aandeel grondgebonden woningen wordt met de stedenbouwkundige opzet in hoge mate
aangesloten op het karakter van de kern Den Hoorn; de recente uitbreidingen van
Den Hoorn vormen daarbij uiteraard eveneens een belangrijke referentie. Voor de
overige beantwoording wordt verwezen naar Algemeen onder II.
A.19.B.2 Samenvatting
Inspreker stelt dat de
hoogteaccenten van 24, 16, 12 bouwlagen niet stroken met de intenties van de
samenwerkingsovereenkomst en veel te hoog zijn. Verzocht wordt te onderzoeken
wat stedenbouwkundig evenwichtige bebouwingsaccenten zijn.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar Algemeen onder II.
A.19.B.3 Samenvatting
Inspreker merkt op dat de
“HOV / verdichte zone” op pagina 20 een stedelijk beeld oproept wat niet
aansluit het overwegende laagbouwkarakter van de omringende deelgebieden. Ook
is de samenwerkingsovereenkomst belangrijk. Hoogwaardig bussysteem op een eigen
baan is een belangrijk uitgangspunt.
Antwoord
Voor beantwoording wordt verwezen naar Algemeen onder II
(stedenbouwkundige opzet)
A.19.B.4 Samenvatting
Inspreker vraagt om
duidelijkheid over de precieze locatie van onderwijsvoorziening in
Lookwatering- West en/of Voordijkshoorn, waarbij afstemming dient te zijn met
de locatie van Schipluiden in Look-west en Lookwest-Noord.
Antwoord
Verwezen wordt naar het
antwoord onder A.14.6.
A.19.B.5 Samenvatting
Inspreker merkt op dat voor
waterberging in Lookwatering-West verwezen dient te worden naar de overeenkomst met Hoogheemraadschap
Delfland.
Antwoord
Verwezen wordt naar het
antwoord onder A.19.A.5.
A.19.B.6 Samenvatting
Inspreker geeft aan een
variant te missen op de knip in de verlengde Kristalweg. Gevraagd wordt de
Dijkshoornseweg niet extra te belasten en de bewoners volwaardig verbonden te
laten met centrum Den Hoorn. Verzocht wordt om een zorgvuldige uitwerking van
kruispunt Kristalweg en Dijkshoornseweg.
Antwoord
Aan het huidige karakter
van de Dijkshoornseweg zal weinig tot niets worden veranderd. Bij de kruising
met de verlengde Kristalweg zal in eerste instantie een “autoknip” op de
verlengde Kristalweg worden gelegd, zodat er geen autoverkeer vanaf de
verlengde Kristalweg naar de Dijkshoornseweg kan rijden. Autoverkeer op de
Dijkshoornseweg kan wel van noord naar zuid blijven rijden. Hier komt geen
“autoknip”.
Voor de overige
beantwoording wordt verwezen naar Algemeen onder III (ontsluiting).
A.19.B.7 Samenvatting
Inspreker merkt op dat met
medewerkers overeen is gekomen dat de Woudselaan niet met extra autoverkeer
belast zal worden.
Antwoord
Dat is correct; bij de
uitwerking van het masterplan wordt voorzien in de auto ontsluiting van de
Woudselaan voor uitsluitend de aangelegen woningen (zie ook antwoord onder
A.19.A.14). De Woudselaan wordt op dit moment alleen gebruikt door
bestemmingsverkeer. Dat zal in de toekomst zo blijven.
A.19.B.8 Samenvatting
Inspreker vraagt om de
uitkomsten van het overleg omtrent de grenscorrectie door de stuurgroep op 24
oktober 2003 in de studies te verwerken.
Antwoord
De plankaart is conform
aangepast.
A.19.B.9 Samenvatting
Inspreker vraagt in de
herstructurering van de woningen in de noordwest-hoek van Voordijkshoorn
rekening te houden met een goede ontwikkeling van het Scharnier. Deze woningen
liggen in gebied van Schipluiden. Veranderingen daar zijn een geleidelijke
transformatie (geen directe noodzaak), mede gelet op de eigendomsverhoudingen.
Antwoord
Verwezen wordt naar het
antwoord onder A.19.A.1.
A.19.B.10 Samenvatting
Inspreker vraagt om overleg
over de halteplaatsen van HOV-lijn. Inspreker meent dat bezien moet worden of
in Harnaschpolder ook de woongebieden van Schipluiden aangesloten kunnen worden
op Delfts OV-net.
Antwoord
Op de kaart in het
masterplan zijn indicatief locaties aangegeven voor haltes voor het OV, op
basis van maatgevende halteafstanden en globale ligging in de wijk. Deze moeten
in de verdere (stedenbouwkundige) uitwerking nader worden gedetailleerd.
Uitbreiding van het Delftse stadsbusnet naar de huidige en toekomstige
woongebieden in Den Hoorn is in dit masterplan niet aan de orde, maar wordt in
een ander kader wel onderzocht.
A.19.B.11 Samenvatting
Inspreker vraagt om nadere
uitwerking van het beoogde hoogteaccent bij het kleine bouwveld van
Schipluiden. Inspreker meent dat het hoogteaccent daar niet praktisch is
en niet is gewenst.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar Algemeen onder II.
A.19.B.12 Samenvatting
Inspreker vraagt het
cultuurhistorische beeld van Dijkshoornseweg te respecteren bij doortrekken
Kristalweg, het oprichten van nieuwe bebouwing en het inpassen van
infrastructurele werken.
Antwoord
De gemeentelijke monumenten
zijn geďnventariseerd en worden gerespecteerd. Op betreffende kavels vind geen
nieuwbouw plaats. Op aansluitende kavels wel. Daarbij zal rekening worden
gehouden met de technische condities. Dat geldt ook voor de inpassing van de
infrastructuur. Voor overige beantwoording wordt verwezen naar antwoord A.13.
A.19.B.13 Samenvatting
Inspreker geeft aan niet
gelukkig te zijn met de gevoerde procedure. Zij meent dat, gelet op de
bedenkingen, het overleg tussen Delft en Schipluiden nog niet voldoende is
afgerond om planvorming met derden te bespreken. Gevraagd wordt om werkzame
procedure afspraken te maken.
Antwoord
Inmiddels zijn ook
afspraken gemaakt over een regulier overleg met Midden Delfland over de
planuitwerking en de voorbereiding van de uitvoering. Dit geldt eveneens voor
de gemeente Delft die in het vervolg door de gemeente Midden Delfland zal
worden betrokken bij de planvoorbereiding in Den Hoorn.
A.20 Bedrijvenschap Harnaschpolder, Postbus 1, 2636 ZG Schipluiden:
A.20.1 Samenvatting
Inspreker geeft aan dat de
in het concept materplan opgenomen ontsluitingsstructuur van de woongebieden
mede afhankelijkheid van de hoofdinfrastructuur van het bedrijvenschap.
Antwoord
Dat is juist. De
wijkontsluitingsstructuur is een afgeleide van de hoofdinfrastructuur.
A.20.2 Samenvatting
In het concept-masterplan
wordt gemeld dat de start bouwrijp maken van
Woongebiedenstaat gepland
voor tweede helft 2005. Opgemerkt wordt dat dit niet overeenkomt met de
planning in de structuurschets. De ontwikkeling van de woongebieden is mede
afhankelijk van de ontwikkeling van het bedrijvenpark. Gemeld wordt dat de
start van het bouwrijp maken van standaardbedrijventerrein gepland staat voor
2006, uitgifte
kavels 2008.
Antwoord
Met het
Uitvoeringsconvenant Bedrijvenschap is een inspanningsverplichting
overeengekomen teneinde de hoofdontsluiting tijdig gereed te hebben voor de
ontsluiting voor bouw- en woonverkeer t.b.v. de Delftse woongebieden; met het
Bedrijvenschap wordt nader overlegd over mogelijke bespoediging van de aanleg
van genoemde hoofdinfrastructuur.
A.20.3 Samenvatting
Inspreker merkt op dat bij
fasering van een ontwikkelingsplan rekening gehouden moet worden met de
uitgangspunten uit de structuurschets. Er dienen mogelijkheden te worden
onderzocht voor een versnelling en tevens dient planologische afstemming plaats
te vinden voor met name de randzones.
Antwoord
Afstemming van de
inrichting van de randzones en onderzoek naar de mogelijkheden van versnelling
zal plaatsvinden in het overleg tussen gemeente Midden Delfland, het bedrijvenschap
en de gemeente Delft.
A.20.4 Samenvatting
Inspreker brengt naar voren
dat in het concept masterplan melding gemaakt wordt van categorieën bedrijven.
Inspreker meldt dat ook categorie 4 bedrijven zijn toegestaan, mits de hinder-
en veiligheidscontouren de buitengrenzen niet overschrijden en de bedrijven
passen in het kwaliteitsbeeld.
Antwoord
Op
het nieuwe bedrijventerrein ten westen van Lookwatering-West worden bedrijven
tot categorie 3 zonder meer toegestaan. Categorie 4 bedrijven kunnen worden
toegestaan, mits de hinder en veiligheidscontouren de grenzen van het
bedrijventerrein niet overschrijden en de bedrijven passen in het
kwaliteitsbeeld.
De in de volgende paragraaf opgenomen reacties zijn een
weergave van de gehouden inloopavond. De presentielijst van de op 22 oktober 2003 gehouden
bijeenkomst is in de bijlage opgenomen.
B.1 Samenvatting
Gevraagd
is hoe zal worden omgegaan met de verschillen in de kaarten m.b.t. het gebied
dat nu in het plan is opgenomen t.o.v. eerdere signalen.
Antwoord
De definitieve
gemeentegrens en kadastrale grenzen zijn maatgevend. De plankaart is
gecorrigeerd.
B.2 Samenvatting
Opgemerkt
wordt dat in het kaartgebied in de zuidelijke Voordijkshoornse polder een
aantakking op de Dijkshoornseweg staat. Gevraagd wordt of dit correct is en zo
ja wat daarvan de reden is nu de afwikkeling in noordelijk richting Kristalweg
zou plaatsvinden.
Antwoord
De
voornaamste verkeersafwikkeling geschied via de (verlengde) Kristalweg. Er zijn
enkele aansluitingen op de bestaande structuur getekend. Dit zijn indicaties.
Daarbij gaat het om geringe aantallen, om langzaam verkeer en om extra
ontsluiting t.b.v. veiligheid.
B.3 Samenvatting
Gevraagd
wordt hoe de lager gelegen woningen straks in het watermanagement passen.
Antwoord
Verwezen
wordt naar Algemeen onder IV.
B.4 Samenvatting
Gevraagd
wat de milieugevolgen zijn van de AWZI voor de woongebieden.
Antwoord
In de
Aanmeldingsnotitie ontwikkeling Harnaschpolder van 16 september 2003 opgesteld
door Royal Haskoning (gemeente Schipluiden; kenmerk: 9M7727) wordt
geconcludeerd dat de AWZI geen bijzondere gevolgen heeft voor de woongebieden.
Naar verwachting zal de gemeenteraad van Delft voor deze zomer hier een
definitief besluit over nemen. Voor de overige beantwoording wordt verwezen
naar het antwoord onder A.14.7.
B.5 Samenvatting
Gevraagd
wordt of er over het plangebied een folder wordt gemaakt.
Antwoord
Over de ontwikkelingen in
het plangebied wordt onder andere met nieuwsbrieven gecommuniceerd. Over het
concept Masterplan is eind oktober 2003 een nieuwsbrief verspreid.
B.6 Samenvatting
Opgemerkt
wordt dat de genoemde inspraaktermijn van twee weken erg kort is.
Antwoord
Anders dan wordt
verondersteld is de inspraaktermijn geen twee weken maar vier weken, zoals dit
gebruikelijk is. Zie ook Inleiding.
B.7 Samenvatting
Gevraagd
wordt waar is het boezemwater in Lookwatering-west is gebleven en waarom er ter
plaatse van bestaande woningen gedempt gaat worden.
Antwoord
Het is mogelijk dat dit
water op een andere plek komt, als dit de inrichting van de locatie ten goede
komt. De oppervlakte aan boezemwater zal in ieder geval niet verminderen. In de
fase van het stedenbouwkundig ontwerp zal de mogelijk inpassing nader worden
bestudeerd.
B.8 Samenvatting
Er
wordt geďnformeerd naar mogelijk scholen in het plangebied en naar de plaats
waar die scholen gerealiseerd gaan worden.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar A.14.6.
B.9 Samenvatting
Gevraagd
wordt of de verkeersontsluiting in het plangebied wel voldoende capaciteit
heeft.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar Algemeen onder III (ontsluiting).
B.10 Samenvatting
Gevraagd
wordt of het boezemwater in de Lookwatering-west zal worden gedempt en als dat
zo is of dan rekening gehouden wordt met het feit dat een gedeelte privé
eigendom is.
Antwoord
Het masterplan is niet
gedetailleerd op kavelniveau. Dit betekent dat enkele inpassingen nog zorgvuldig
moeten worden afgewogen. Dat geldt zeker voor watergangen. Het dempen van
boezemwater is alleen mogelijk als dezelfde oppervlakte elders weer wordt
aangelegd. Het dempen van water in privé eigendom is geen uitgangspunt.
Daarover zal zeker met de eigenaar worden overlegd.
B.11 Samenvatting
Geďnformeerd
wordt hoeveel er opgehoogd zal gaan worden ter weerszijde van de Laan van
Groenwegen. Opgemerkt wordt dat in het aanliggende terrein nu in een kuil ligt
en dat daar vroeger een sloot was.
Antwoord
Verwezen wordt naar
Algemeen onder IV (wateroverlast) en het antwoord onder A.14.0.2.
B.12 Samenvatting
Opgemerkt
wordt dat de sloot tussen de nieuwbouwlocatie Voordijkshoorn en de Hoornse hof
(woningen met tuin aan het water) voor een groot gedeelte, soms wel 5 meter
eigendom van de bewoners is. Gevraagd wordt hoe met deze situatie zal worden
omgegaan, gezien het feit dat er 8 meter breedte nodig is voor het onderhoud en
baggeren. Wordt die 8 meter opgeteld bij de 5 meter op, of wordt gebaggerd voor
de eigenaren, wat overigens vaak onmogelijk is i.v.m. de vele gebouwde
vlonders.
Antwoord
Verwezen wordt naar het
antwoord onder A.15.3.
B.13 Samenvatting
Inspreker
(J. van Paassen (015-2132189), Dijkshoornseweg 153) verzoekt om de
wateroverlast te beoordelen in haar tuin gelegen tussen de Dijkshoornseweg en
het boezemwater van de Look.
Antwoord
Voor
beantwoording wordt verwezen naar het antwoord onder A.14.y.2.
B.14 Samenvatting
Gevraagd
wordt welke woningen er gesloopt zullen worden.
Antwoord
Op
de aangepaste kaart van het masterplan zijn de te handhaven woningen c.q.
kavels aangegeven. In principe worden alle andere,
weliswaar een gering aantal, woningen,
gesloopt. In het zogenoemde Scharnier worden geen woningen gesloopt.
De
sloop is gewenst in verband met het verkrijgen van een woongebied met voldoende
stedenbouwkundig samenhangen. Aan de Dijkshoornseweg zullen twee woningen
worden gesloopt i.v.m. de hoofdontsluiting. Van een enkele woning in
Lookwatering -west, die niet op de kaart is aangegeven wordt geďnventariseerd
of deze kan worden ingepast.
B.15 Samenvatting
Gevraagd
wordt welk soort woningen (ook sociale woningbouw) er gebouwd zullen worden en
waar.
Antwoord
In het masterplan is een
indicatie gegeven van het woonprogramma. Deze zal bestaan uit een menging van
grondgebonden woningen met gestapelde woningen in diverse typen en
prijsklassen. Omwille van een aangename stedenbouwkundige opzet is een zonering
naar type niet gewenst. Wel kunnen enkele accenten worden aangegeven. Zoals
meer woningen in de omgeving van het openbaar vervoer. Dit kunnen stadswoningen
zijn, maar ook appartementen. De kavels met grondgebonden woningen zijn over
het gehele plangebied gedacht. De grote kavels liggen vooral in het zogenoemde
Scharnier, dat in de structuurschets is aangegeven als “wonen in het groen”.
B.16 Samenvatting
Gevraagd
wordt naar de mogelijkheden en termijnen van bezwaar.
Antwoord
De mogelijkheden en
termijnen van bezwaar zijn opgenomen in het communicatieoverzicht, bijlage 2.
B.17 Samenvatting
Tuinder
J. van Paassen geeft aan dat zijn gasleiding wel 2 jaar uit gebruik kan gaan.
Hij heeft zijn kas verkocht en zijn gasaansluiting zit ‘achter’ de
kasaansluiting.
Antwoord
Verwezen
wordt naar het antwoord onder A. 3.
B.18 Samenvatting
Gevraagd
wordt wat de woningdichtheid is en als deze per zone verschilt, wat de
woningdichtheid per zone is.
Antwoord
Voor
beantwoording wordt verwezen naar Algemeen onder II (stedebouwkundige
opzet).
B.19 Samenvatting
Gevraagd
wordt of de informatie over de Harnasch ook op internet wordt geplaatst.
Antwoord
Informatie wordt zoveel
mogelijk ook op de website van de gemeente geplaatst; zo is ook de tekst van
het masterplan via deze website beschikbaar.
B.20 Samenvatting
Gevraagd
wordt hoe de wijkstraten eruit gaan zien.
Antwoord
Delft hanteert voor de
openbare ruimte het zogenaamde Handboek Openbare Ruimte. Dit handboek bevat een
repertoire aan toe te passen inrichtingsaspecten. In dit stadium zijn nog geen
ontwerpen gemaakt. Dat geschiedt in de fase van het stedenbouwkundig ontwerp,
als ook de straatbreedtes en functies bekend zijn. De kwaliteitscriteria zijn
wel in het masterplan opgenomen. Deze betreffen o.a. de materiaaltoepassing,
groen en parkeeroplossingen.
B.21 Samenvatting
Gevraagd
wordt wanneer de tram komt en of de tram dan over de van Foreestweg zal gaan
rijden.
Antwoord
Voor beantwoording wordt verwezen naar het antwoord
onder A.8.2.
B.22 Samenvatting
Gevraagd
wordt welke nieuwe wegen er komen en waar de knip komt.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar Algemeen onder III (ontsluiting).
B.23 Samenvatting
Gevraagd wordt naar de Zuidweg die wel in de plannen is
opgenomen maar geen onderdeel vormt van het plangebied. Ook wordt gevraagd naar
toezeggingen die zijn gedaan dat de weg langs de boezem niet zal veranderen.
Antwoord
De hoofdinfrastructuur van
de Harnaschpolder zal in de toekomst via het bedrijvenpark aansluiten op de
Zuidweg. Dit zal in overleg tussen het Bedrijvenschap en de gemeenten Delft en
Rijswijk nader worden uitgewerkt. Bij de ontsluiting van de woongebieden wordt
hiermee rekening gehouden. Voor de overige beantwoording wordt verwezen naar
Algemeen onder III.
B.24 Samenvatting
Opgemerkt wordt dat niet alle te handhaven woningen op de
kaart blijken te staan. Verzocht wordt een volledige en correcte inventarisatie
te maken van de te handhaven woningen.
Antwoord
De
inventarisatie van te handhaven woningen is geactualiseerd en vormt de basis
voor het stedenbouwkundig plan.
B.25 Samenvatting
Voorgesteld wordt een inventarisatie te maken van de
aanwezige waardevolle groenelementen.
Antwoord
Op aangeven van de bewoners
is dit op de plankaart van het masterplan opgenomen.
B.26 A.T.A. v.d.
Marel, Dijkshoornseweg 128, 2635 ET Den Hoorn; telefonisch op 24 september
2003:
B.26.1 Samenvatting
Inspreker geeft aan de sloot grenzend aan zijn pand te
willen behouden.
Antwoord
Voor
beantwoording wordt verwezen naar het antwoord onder A.4.1.
B.26.2 Samenvatting
Inspreker geeft aan dat de grenzen die in het plan zijn
opgenomen niet correct zijn. Zijn perceel blijft onderdeel van de gemeente Den
Hoorn.
Antwoord
De grenzen van het plangebied zijn aangepast.
B.27 De heer J.T.H. van Paassen, Laan van
Groenewegen 16, telefonisch op 3 november 2003:
Samenvatting:
Inspreker geeft aan dat op de nieuwe plantekening de kavel
rond zijn huis verkleind is en
bouwgrond is gepland waar zijn kippen liepen. Hij geeft aan meer te
voelen voor de getoonde kaart van 22 september.
Antwoord
De
kaart van 22 september is geen onderdeel van het masterplan. Dit neemt niet weg
dat het ongewenst wordt geacht om stedenbouwkundig te handhaven kavels aan te
tasten. Tenzij in overleg en met instemming van de eigenaar/gebruiker anders
wordt besloten. De exacte eigendomsgrenzen zijn geďnventariseerd en worden op
de plankaart van het bestemmingsplan opgenomen.
Bijlage 1:
Presentielijst van de op 22 september
2003 gehouden bijeenkomst.
|
|
|
De
reguliere communicatie met bewoners over de planvorming van de gebieden
Lookwatering-west en Voordijkshoorn vindt plaats met de bewonerscommissie Voordijkshoorn.
Deze
commissie is samengesteld uit bewoners van Lookwatering-west en Voordijkshoorn.
Contactadres:
Jolande van Paasen, Dijkshoorneweg 153.
Aan de
vergaderingen nemen deel: de bewonerscommissie, wethouder, projectleider,
stedenbouwkunidge en andere medewerkers van de gemeente.
Indien
nodig worden bewoners en andere
direct betrokkenen per brief
ingelicht. Het gaat dan om momenten waarop ontwikkelingen te melden zijn, zoals
bv start bestemmingsplanprocedure en start sloop kassen. Door regelmatig
informatie te verstrekken blijven bewoners betrokken bij het proces.
Indien
relevant wordt een inloopspreekuuur georganiseerd
voor bewoners en geďnteresseerden. De eerste inloopbijeenkomst is gehouden op
17 maart 2004.
Circa
2X per jaar wordt een nieuwsbrief
verzonden aan alle bewoners alsmede geďnteresseerden in het plangebied. In de
nieuwsbrief staat de stand van zaken vermeld, nieuwe ontwikkelingen, verloop
procedures e.d. vermeld.
Op de website is uitgebreide informatie te
vinden over dit project. De website wordt up-to-date gehouden. Masterplan,
nota's en relevante documentatie over het project is te downloaden.
Er
wordt een mailinglijst aangelegd
waarvoor geďnterasserden zich o.a. via de website kunnen aanmelden. Nu al komen
vragen binnen over woningen e.d. Deze geďnteresseerden worden op de hoogte
gehouden over de voortgang van het project, bij voorkeur via een digityale
nieuwsbrief.
Indien
relevant worden artikelen geplaatst in de Stadskrant
om een breed publiek op de hoogte te houden van de voortgang van het project.
De
communicatie rondom formele juridische procedures is in wetten vastgelegd. Het
gaat hierbij om procedures ten behoeve van het bestemmingsplan en moggelijke
onteigening. In het onderstaande staat een overzicht van de formele
communicatie. Naast deze formele communicatie zullen in elke procedure
bovenstaande communicatiemiddelen en -activiteiten zoveel mogelijk worden
ingezet.
Communicatie
masterplan
Mondelinge en schriftelijke inspraak: november/december
2003
Uitnodiging behandeling Masterplan in commissie
Duurzaamheid: iedereen die gereageerd heeft op het concept
masterplan wordt uitgenodigd om de behandeling van dit plan en de nota Inspraak
bij te wonen in de commissie Duurzaamheid. Zij krijgen maximaal drie minuten
inspreektijd.
Mededeling vaststelling masterplan:
iedereen die gereageerd heeft op het concept masterplan wordt schrifftelijk op
de hoogte gebracht van het besluit van de gemeenteraad over het masterplan.
Communicatie Bestemmingsplan
Als
het masterplan is vastgesteld wordt het voorontwerop bestemmingsplan opgesteld.
Communicatie over het bestemmingsplan verloopt als volgt:
Voorontwerp bestemmingsplan
§
In de plaatselijk krant (Stadskrant) wordt een advertentie geplaatst
waarin de inspraak wordt aangekondigd. Het voorontwerp is onderwerp van inspraak
gedurende een periode van vier weken. Inspraakreacties kunnen schriftelijk
worden ingediend. Gedurende die vier weken wordt een aviond georganiseerd
waarbij het plan kort wordt toegelicht en gelegenheid wordt geboden voor
mondelinge inspraak. Van de avond wordt verslag gemaakt.
§
Alle mondelinge en schriftelijke inspraakreacties en de overlegreacties
worden samengevat en beantwoord in de Nota Inspraak en Overleg.
§
De reacties worden verwerkt in het bestemmingsplan. Resultaat is het
concept-ontwerp bestemmingsplan.
§
Iedereen die gereageerd heeft op het voorontwerp wordt uitgenodigd voor
behandeling van het plan in de commissie Duurzaamheid (inspreektijd 3 minuten)
Ontwerp
bestemmingsplan
§
In de plaatselijk krant wordt een advertentie geplaatst waarin de ter
inzage legging van het ontwerp-bestemmingsplan voor een periode van vier weken
wordt aangekondigd. Iedereen mag schriftelijk zijn zienswijzen op het
ontwerpbestemmingsplan naar voren te brengen.
§
Alle zienswijzen worden samengevat en beantwoord in de Nota Zienswijzen.
§
De reacties worden verwerkt in het bestemmingsplan. Resultaat is het
concept-bestemmingsplan.
Vaststelling
bestemmingsplan
§
Alle indieners van zienswijzen worden uitgenodigd voor behandeling van
het bestemmingsplan in de commissie Duurzaamheid. Zij mogen in de
§
De commissie Duurzaamheid hoort de indieners van zienswijzen (van het
horen wordt verslag gemaakt).
§
Bij positief advies van de commissie stelt de gemeenteraad het
bestemmingsplan vast.
Goedkeuring
bestemmingsplan
§
Na vaststelling van het bestemmingsplan wordt het bestemmingsplan ter
goedkeuring aangeboden aan Gedeputeerde Staten en wordt ter inzage gelegd met
de mogelijkheid tot indienen van bedenkingen bij GS. Alleen degenen die hun
zienswijzen hebben gegeven mogen in deze periode hun bedenkingen tegen het plan
schriftelijk meedelen aan gedeputeerde staten. Zijn er wijzigingen in het
bestemmingsplan aangebracht dan mag iedereen daartegen een bedenking indienen.
§
Alle indieners van bedenkingen worden uitgenodigd voor een hoorzitting bij
gedeputeerde staten.
Beroep
bij de Raad van State
§
Na goedkeuring wordt het plan opnieuw ter inzage gelegd met de
mogelijkheid tot instellen van beroep van de Raad van State.
§
Iedereen die beroep heeft ingesteld bij de Raad van State wordt
uitgenodigd om dat beroep mondeling toe te lichten.
§
Na uitspraak van de Raad van state is het bestemmingsplan Onherroepelijk
(geen bezwaar of beroep meer mogelijk.
De
gemeente zal ten eerste proberen de benodigde percelen aan te kopen door middel
van minnelijk overleg met betrokken eigenaren. Als hierover een akkoord wordt
bereijkt, gan de percelen door onderlinge verkoop in eigendom over naar de
gemeente tegen vergoeding voor de grond en bepaalde bijkomende kosten.
Als er
geen onderlinge verkoop tot stand komt, zal de gemeente de
onteigeningsprocedure starten. Deze procedure bestaat uit twee fasen: de
administratieve fase en de gerechtelijke fase. Gedurende de gehele
onteigeningsprocedure blijft het mogelijk om alsnog langs de minnelijke weg tot
overstemming te komen over verkoop aan de gemeente.
Administratieve
procedure
In de
administratieve procedure wordt door de gemeente een onteigeningsplan
vastgesteld, dat door de Kroon moet worden goedgekeurd.
Tijdens
de administratieve procedure moet het college van burgemeester en wethouders
eerst een ontwerp-onteigeningsplan ter inzage leggen. Het onteigeningsplan
bestaat uit een uitgewerkt plan met (bestemmingsplan)kaarten en grondtekeningen
en een lijst van de te onteigenen onroerende zaken, eigenaren, kadastrale
aanduiding en oppervlakte. Belanghebbenden kunnen tijdens de termijn van de
tervisielegging (4 weken) hun zienswijzen op het ontwerp-onteigeningsplan bij
de gemeenteraad indienen.
De
gemeenteraad neemt vervolgens en besluit tot onteigening dat ter goedkeuring
aan de Kroon moet worden voorgelegd. Het raadsbesluit wordt gedurende 4 weken
ter inzage gelegd. Diegenen die tijdig hun zienswijzen op dit
ontwerp-onteigeningsplan hebben ingediend, zijn bevoegd hun bedenkingen tegen
het definitieve onteigeningsplan bij de Kroon naar voren te brengen.
Gerechtelijke
procedure
Als de
Kroon het definitieve onteigeningsplan heeft goedgekeurd, wordt de
gerechtelijke procedure gestart. De betrokken eigenaren worden dan door de
gemeente voor de Rechtbank gedagvaard. Als de rechter een onteigeningsvonnis
uitspreekt, worden de percelen onteigend. De eigenaren ontvangen een door de
rechter vastgestelde schadeloosstelling.
Er is onderzoek gedaan naar de gewenste
ontsluitingsstructuur op hoofdlijnen voor 2010 voor de plangebieden
Voordijkhoornsepolder, Lookwatering-West en de consequenties daarvan voor de
omliggende wijken. In het onderstaande zijn de onderzoeksgegevens daarvan
opgenomen. Uit berekeningen blijkt dat de gekozen ontsluiting van het
plangebied, mits voldaan wordt aan een aantal randvoorwaarden, niet leidt tot
ongewenste situaties.
Voor het onderzoek zijn berekeningen gemaakt met het model dat is
ontwikkeld in opdracht van de gemeente Midden Delfland (voorheen Schipluiden),
ten behoeve van de structuurschets Harnaschpolder. Dit model is verder
geactualiseerd en beschrijft de verkeerssituatie in 2010.
Uitgangspunten van het onderzoek:
§
Een aansluiting van de Harnaschpolder op de A4 aan de noord-
en zuidzijde (respectievelijk de Harnaschknoop en de Woudseknoop)
§
Een verkeersverbinding - tussen beide aansluitingen op de A4
- door de Harnaschpolder (Harnaschdreef) met een capaciteit van 1500
motorvoertuigen per uur (mvt/h) in elke rijrichting.
§
Een noordelijke rondweg Delft (zuidelijke rondweg Rijswijk)
tussen de Harnaschknoop en de Provinciale weg (deel van de Zuidweg) met een
capaciteit van 1500 mvt/h in elke rijrichting.
§
Een nieuw onderliggend wegennet in de Harnaschpolder met
diverse wijkontsluitingswegen (capaciteit van 500 mvt/h in elke rijrichting).
Tevens blijven onderstaande wegen
gehandhaafd:
§
De bestaande Dijkshoornseweg (capaciteit van 1000 mvt/h in
elke rijrichting).
§
Van Foreestweg/Kristalweg (capaciteit van 1000 mvt/h in elke
rijrichting).
§
Provinciale weg (capaciteit van 1500 - 2500 mvt/h in elke
rijrichting).
§
Hoornseweg/Woudseweg (capaciteit van 1200 - 1500 mvt/h in
elke rijrichting
Op basis van deze uitgangspunten is de toekomstige
verkeersbelasting berekend voor een viertal ontsluitingsvarianten op
hoofdlijnen voor de Harnaschpolder, te weten:
1.
Doortrekken van de Van Foreestweg/Kristalweg tot de
Harnaschdreef
2.
Doortrekken van de Van Foreestweg/Kristalweg tot de
Dijkshoornseweg
3.
Doortrekken van de Van Foreestweg/Kristalweg tot de
Harnaschdreef, met een autoknip vlak voor en vlak na de Dijkshoornseweg
4.
Doortrekken van de Van Foreestweg/Kristalweg tot de
Harnaschdreef, met een autoknip op de Dijkshoornseweg vlak voor en vlak na de
verlengde Van Foreestweg/Kristalweg.
|
|
1 |
Kritische belasting (>90% van capaciteit) op een deel van verlengde
Van Foreestweg/Kristalweg, nabij kruising met Dijkshoornseweg |
2 |
Hoge belasting (80% van capaciteit) op een deel van verlengde
Van Foreestweg/Kristalweg, nabij kruising met Dijkshoornseweg |
3 |
Verkeersbelasting van 75% van capaciteit op een onderdeel van
verlengde Van Foreestweg/Kristalweg, nabij kruising met Dijkshoornseweg |
4 |
Hoge belasting (80% van capaciteit) op verlengde Van Foreestweg/Kristalweg,
ten oosten en westen van Dijkshoornseweg Hoge tot kritische belasting (85% van capaciteit) op onderdeel
van verlengde Van Foreestweg/Kristalweg, nabij Kristalweg |
*Basis voor de berekening
van de verkeersbelasting is het aantal motorvoertuigen dat in een gemiddeld avondspitsuur van de wegen
gebruikt maakt.
Variant
2 en 3 scoren ongeveer “vergelijkbaar”; variant 2 heeft ten opzichte van
variant 3 een hogere piekbelasting op de verlengde Van Foreestweg/Kristalweg
en (logischerwijs) een hogere verkeersbelasting op de Dijkshoornseweg, maar
geeft op de gehele Van Foreestweg/Kristalweg een iets rustiger beeld te zien.
Over de (termijn van) aanleg van een aantal hoofdwegen in en om
het plangebied bestaat nog onzekerheid, te weten:
·
De gehele of gedeeltelijke aanleg van de Zuidweg,
·
Het tijdig gereedkomen van de (volledige) Harnaschdreef
Deze
onzekerheid vormt een risico voor de gewenste situatie in 2010. Zodoende is met
het model berekend wat het (geheel of gedeeltelijk) niet aanleggen van
bovengenoemde wegen – afzonderlijk en in combinatie met elkaar – voor gevolgen
heeft voor verkeersbelasting in 2010.
Het
slechts aanleggen van een klein deel van de Zuidweg (tot de Dijkshoornseweg),
als ontsluiting van de AWZI, heeft in combinatie met variant 3 (autoknip op de
verlengde Van Foreestweg/Kristalweg) geen significante toename van de
verkeersbelasting in het plangebied tot gevolg. Het verkeer van de Zuidweg
verplaatst zich naar de A4 Noord en de Provinciale weg of naar de A4 Zuid en de
Hoornseweg.
In
combinatie met variant 2 (doortrekken van de Van Foreestweg/Kristalweg tot de
Dijkshoornseweg) neemt de route Dijkshoornseweg/verlengde Van
Foreestweg/Kristalweg een deel van het verkeer van de Zuidweg over. Dit leidt tot
een “kritische” belasting op de route Dijkshoornseweg/verlengde Van
Foreestweg/Kristalweg. Dit is ongewenst.
Bij
het niet of slechts gedeeltelijk aanleggen van de Harnaschdreef, zal – in beide
varianten – een deel van het (doorgaande) verkeer de A4 nemen. Vanwege het
feit dat de A4 – tussen de Harnasch- en de Woudseknoop – al “kritisch” belast
is in 2010, zal hierop geen overloop kunnen plaatsvinden. Zodoende zal verkeer
dat de A4-file wil vermijden en verkeer met een bestemming in de
Harnaschpolder niet anders kunnen dan gebruik te maken van wijkwegen. Deze
wegen zullen “kritisch” worden belast. Op sommige delen zelfs tot meer dan 100%
van de capaciteit. Dit is ongewenst.
Vanwege
het eventueel niet, slechts gedeeltelijk of te laat aanleggen van (rond)wegen
in de Harnaschpolder zal verkeer een andere route moeten kiezen. Indien dit
leidt tot “kritische” verkeersbelastingen is dit ongewenst. Deze situatie
speelt in hoge mate bij de Harnaschdreef, voor beide overgebleven varianten.
Om die reden wordt als randvoorwaarde gesteld dat de
Harnaschdreef – uiterlijk bij de oplevering van de 1e woningen in
Lookwatering-West – volledig gerealiseerd moet zijn.
Het niet aanleggen van de Zuidweg heeft bij variant 2
onaanvaardbare gevolgen voor de belasting van de route
Dijkshoornseweg/verlengde Van Foreestweg/Kristalweg.
Bestendigheid hoofdontsluitingsstructuur
Het feit dat het nog onzeker is óf (en zo ja, wanneer) de Zuidweg
wordt aangelegd, betekent dat het risico aanwezig is dat de Zuidweg er (nog)
niet ligt op het moment dat de 1e woningen in Voordijkhoornsepolder
worden opgeleverd.
Op basis hiervan wordt variant 3 (doortrekken van de Van
Foreestweg/Kristalweg tot de Harnaschdreef, met een autoknip vlak voor en vlak
na de Dijkshoornseweg) als meest gewenste en meest bestendige hoofdontsluitingsvariant
voorgesteld.
Op het moment dat de Zuidweg (in ieder geval tot de Provinciale
weg) is aangelegd, is het wenselijk om een bypass of open te stellen tussen de
Zuidweg en de verlengde Van
Foreestweg/Kristalweg, in de geest van variant 2. Dit geeft
namelijk minder verkeersbelasting op de Van Foreestweg, ter hoogte van de
Provinciale weg. Hierbij moeten twee kanttekeningen worden geplaatst. De bypass
moet geen gestrekte verbinding zijn en moet geen gebruik maken van de
Dijkshoornseweg, om deze weg niet teveel te belasten en het huidige karakter
zoveel mogelijk te behouden.
Nadere berekeningen geven aan dat het
ook mogelijk is, om in het geval dat de Zuidweg er ligt (in ieder geval tot de
Provinciale weg), de “autoknip” op de verlengde Van Foreestweg/Kristalweg (voor
en na de Dijkshoornseweg) op te heffen, onder de voorwaarde dat de aansluiting
van de verlengde Van Foreestweg/Kristalweg op de Harnaschdreef niet ter hoogte
van de bocht in de Harnaschdreef komt, maar een stuk zuidelijker, zodat er de
verlengde Van Foreestweg/Kristalweg als geheel geen gestrekte verbinding is.
Gevolgen voor bestaand Delftse wegennet
Berekeningen met het verkeersmodel geven aan dat bij de
aansluitingen van variant 3 op het bestaande Delftse wegennet zich op één
locatie problemen gaan voordoen. Dit is het kruispunt Van Foreestweg –
Provinciale weg. In een situatie zonder de Harnaschpolder worden op de kop van
de Van Foreestweg (in een maatgevend avondspitsuur) in 2010 circa 370 mvt
richting Kuijperwijk en 320 mvt richting kruising verwacht. In variant 3 zal de
richting Kuijperwijk verdubbelen tot 740 mvt en de richting kruising met meer
dan 50% toenemen tot 490 mvt. Voor een maatgevend ochtendspitsuur mogen richtingen
en intensiteiten “grosso modo” worden omgedraaid.
Op basis van berekeningen met van het huidige kruispunt in 2010
wordt het volgende geconcludeerd:
§
de cyclustijd van de verkeersregeling zal meer dan 100
seconden bedragen en
§
een groot aantal richtingen zal in de avondspits een meer
dan “kritische” belasting kennen, waardoor op de Van Foreestweg en de Ruijs de
Beerenbrouckstraat wachtrijen ontstaan van minimaal 80-100 meter
Een aanpassing aan de vormgeving van de kruising, met het
verwijderen van de “vanglichten” op de kruising voor de linksafbewegingen, het
aanpassen van de rijstrookindelingen voor de verkeerslichten en het verlengen
van een aantal opstelvakken, biedt ruimte voor een betere en veilige regeling.
In
samenhang met het stedenbouwkundig plan zal de verdere wijkontsluiting moeten
worden ontworpen, op basis van de hoofdontsluitingsstructuur. Bijzondere
aandacht zal daarbij moeten uitgaan naar de exacte vormgeving van de knip en
het karakter van de Dijkshoornseweg.