Inspraak en Overleg
Ontwikkelingsplan
Van Foreestweg / Van Kinschotstraat
Vragen/
opmerkingen/ aanpassingen Marlies
Vragen/
opmerkingen/ aanpassingen Nynke
Beantwoording
van Mobiliteit.
In het noordwest kwadrant van Delft, direct
grenzend aan de westzijde van de Provinciale weg, ligt de Kuyperwijk. Op de
hoek van de Provinciale weg – Van Foreestweg ligt een trapveld en een
kleinschalige éénlaagse bebouwing. Ontwikkeling van deze locatie biedt de
mogelijkheid tot opwaarderen en afronden van dit deel van de Kuyperwijk en
benutten van de mogelijkheid om de ruimtelijke relatie met de (binnen)stad en
ruimere omgeving te versterken. Invulling past ook in het principe van een
compacte stad.
Een ontwikkelaar heeft het initiatief genomen om op
de locatie een nieuw woonzorgconcept te realiseren. Omdat de beoogde
herontwikkeling niet past in het ter plaatse geldende bestemmingsplan is een
nieuw bestemmingsplan noodzakelijk, danwel dient een vrijstellingsprocedure als
bedoeld in artikel 19 lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening te worden
gevolgd.
Tevens is in het kader artikel 10 van het Besluit
op de ruimtelijke ordening het ontwikkelingsplan naar verschillende
overlegpartners gestuurd. De overlegreacties zijn samengevat en beantwoord
onder C.
Van 8 december 2003 tot en met 5 januari 2004 heeft
het ontwikkelingsplan Van Foreestweg /Van Kinschotstraat voor inspraak ter
inzage gelegen.
De volgende personen hebben schriftelijk gereageerdinspraak
gegeven op het ontwikkelingsplan:
4.
G. Abraham en F. Abraham-Ogterop en N. de Waal en
E. de Waal mede ondertekend door 22 buurtbewoners (persoonsgegevens opgenomen in bijlage 1) van Kinschotstraat 17
en 19, 2614 XJ Delft. GemeGetekend op 2 januari 2004,
ingekomen op 5 januari 2004. Aangevuld schrijven op 26 februari 2004,
mede ondertekend door 207 buurtbewoners. Ondertekend door 26
insprekers. De persoonsgegevens zijn toegevoegd in bijlage 1.
5.
H. Haakman, Van Adrichemstraat 339, 2614 BS Delft.
Ingekomen op 5 januari 2004.
A.1 M. van der Tempel, Van Adrichemstraat
9:
Inspreker stelt dat door
de hoogte van
de flat de bezonning van haar woning in gevaar komt. Als gevolg van hoogte van de aan haar flat
gebouwde
hoogbouw heeft zij nu in de zomer slechts drie uren zon. De geplande flat van
25 bouwlagen zal dit nog verder verslechteren. Er wordt een overzicht
gegeven van het inkomende zonlicht op dit moment en daarbij de opmerking dat
inspreker niet in de hoek van de flat woont, zodat haars inziens de bezonning
als gevolg van de geplande flat aanzienlijk zal verslechteren.
Antwoord
De afstand van de flat waarin inspreker woont ligt
op circa ongeveer 110 meterruime
(arjaan)
afstand van de plaats waar de hoogbouw is geprojecteerd. Bezonningsonderzoek
heeft uitgewezen dat de schaduwhinder van de geplande flat op deze bebouwing in de omgeving beperkt van omvang
is. Door de slanke vormgeving van de flat zal slechts voor een korte periode
schaduw zijn. Op korte afstand heeft de vorm van het gebouw
minder invloed op tijdsduur van de schaduwperiode. In de winter
zal schaduwhinder groter zijn dan in de zomer. Hinder is dan groter omdat als gevolg van de lage
zonnestand de schaduwlengte groter is. Daarbij
wordt opgemerkt dat in de winter door de lage zonnestand ook veel reeds
aanwezige gebouwen schaduw opleveren, die in sterke mate de schaduw van de
toren zullen overlappen.
Dit geldt in
ieder geval voor de flat aan de Van Adrichemstraat. In de zomerperiode staat de
zon zo hoog dat deze flat niet in de schaduw van de woontoren ligt als gevolg
van de afstand tot de nieuwbouw. Als gevolg hiervan komt de flat buiten de
zomerperiode (globaal tussen eind september en eind maart) aan het einde van de
ochtend gedurende ongeveer 2 uur in de schaduw van de toren te liggen. De schaduw wordt daarbij voor de flat aan de van
Adrichemstraat 9 van inspreker niet zozeer bepaald door de Vermeertoren maar
door de aangrenzende flat boven de supermarkt. De hoogbouw doet gelet op
voorgaande geen onevenredige afbreuk aan de bezonningssituatie van de flat
waarin inspreker woont.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
A.1.2 Samenvatting
Er wordt bezwaar gemaakt tegen de kap van de
populieren die op het terrein staan. Deze bomen geven inspreker het gevoel van
groen en natuur en inspreker kan zodoende zien waar de wind vandaan komt. Het
verzoek is om deze bomen in de wijk te behouden, omdat er niet veel oude bomen
zijn.
Antwoord
De
regio Haaglanden kampt met een tekort aan woningen. Ha
Nynke,
De regio
Haaglanden kampt inderdaad met een tekort aan
woonruimten (ipv woningen). Stadsgewest
Haaglanden heeft onlangs een rapport opgesteld. De titel van het Haaglanden
rapport is: regionale woonvisie van het stadsgewest Haaglanden, ontwerp
vastgesteld in DB 26 november 2003. Je kunt zeggen dat rijks-, proviciaal,
regionaal en gemeentelijk beleid gericht is op het realiseren van woonruimten
in bestaand stedelijk gebied. De locatie van de Vermeertoren valt binnen het
bestaand stedelijk gebied.
Je redenering klopt
zodoende. Als je wilt kunne we ook nog even kijken wat het streekplan en het
regionaal structuurplan precies aangeven.
Nog een aanvulling van
Marit:
In de woonvisie
Haaglanden staat dat de woningmarkt in Haaglanden kwantitatief en kwalitatief
gespannen is, dat er meer en andere woningen nodig zijn om de woningvraag te
kunnen bedienen. De aantrekkelijkheid van haaglanden zit in de bijzondere
combinatie van groen, blauw en compact. Die kernkwaliteit vraagt om structuur
en ontwerp:
·conserveren: de open
ruimte behouden,
·verbinden: het
buitenliggende groen en het stedelijk groen verbinden en
·gebruiken: de
woonfunctie beter op de open ruimte orienteren.
Gegeven de groenstructuur
gaat het belang van groen boven dat van rood. Aan de stedelijke bebouwing stelt
dit de eis dat deze compact moet zijn, dat gezocht moet worden naar een passend
meervoudig ruimtegebruik.
Een toren is een vorm
van compact ruimtegebruik, de combinatie met andere functies op de begane grond
(buurthuis, medische voorzieningen?) maakt de vermeertoren tot een meervoudig
ruimtegebruik project. Alleen de zin groen gaat voor rood is niet zo handig om
zo in de beantwoording te zetten. Ouderenwoningen zoals gepland in de
vermeertoren (?) maken wel weer ruimte voor de zo gewenste "andere"
woningen.
Op basis
van het nu geldende bestemmingsplan is ter plaatse van deze locatie reeds
bebouwing toegestaan. Het bestemmingsplan stelt geen beperking aan de bouwhoogte.
De geplande ontwikkeling is met name strijdig met het ter plaatse toegestane
gebruik.
Het
rijks-,provinciaal-,regio- en gemeentebeleid is daarom gericht op realisatie
van extra woningen in het gebiedHet
algemeen belang, gebaat bij uitbreiding van de woningvoorraad, zal in sommige
opzichten ten koste gaan van individuele belangen van zittende bewoners. Eén
van die individuele belangen is de door inspreker aangevoerde kap van de
populieren. Het is niet mogelijk het bouwplan uit te voeren én de bomen te behouden.
Voor het kappen van de bomen zal een kapvergunning aangevraagd moeten worden.
Deze aanvraag wordt gedurende 2 weken ter inzage gelegd voor belanghebbenden om
hun zienswijze in te dienen. Randvoorwaarde in het plan is wel dat de
ecologische structuur langs de Provinciale weg en de Van Foreestweg wordt
gehandhaafd. Aldaar zal geen aantasting van de groene inrichting kunnen
plaatsvinden.
Het is binnen de kapverordening mogelijk om herplantplicht op te
leggen, indien de boombeplanting is aangemerkt als "met bijzondere
waarden". Bijzondere waarde houdt in dat de boom monumentaal
en/of structuurbepalend is en/of onderdeel uitmaakt
van de ecologische boomstructuur en/of historische waarde heeft en/of een
beeldbepalende functie voor de omgeving heeft en/of een bepaalde
zeldzaamheidswaarde heeft en/of geplant is volgens de herplantplicht.
Bovenstaande is hier niet aan de orde. De bomen/populieren die wel onderdeel
van de ecologische boomstructuur zijn, blijven namelijk gehandhaafd.
De herplant dient zo veel mogelijk gelijkwaardig te zijn aan de
beplanting die verloren is gegaan en vindt zo mogelijk plaats op dezelfde plek
dan wel binnen hetzelfde perceel. Voorwaarde is dat er voldoende boven- en
ondergrondse ruimte is om een nieuwe boom te planten. Het verplicht herplanten
van een boom op een andere plaats is niet gewenst, omdat er niet altijd een
geschikte plaats beschikbaar is om een boom te planten en er voldoende nieuwe
bomen in Delft worden aangeplant op nieuwe plaatsen. Het wordt niet als zinvol
gezien om "gedwongen" naar een geschikte plaats te moeten zoeken.
Indien inspreker meent als gevolg van de geplande
woningen onevenredig in zijn belangen te worden geschaad dan kan hij te zijner
tijd een verzoek indienen om planschadevergoeding als bedoeld in artikel 49 van
de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
A.1.3 Samenvatting
Inspreker maakt bezwaar tegen het tornado-effect
dat volgens haar ontstaat als de wind om de hoge flat waait en dat de flat
ongeschikt maakt voor bewoning door senioren die slecht ter been zijn.
Antwoord
Gemeentelijk onderzoek heeft uitgewezen dat er thans geen reden
is aan te nemen dat een zogenoemde “tornado-effect” rond de woontoren zich zal
voordoen.
Aanvrager van de bouwvergunning zal Er
zaeen uitgebreid windhinder-onderzoek laten verrichtenverricht worden bij de aanvraag
van de bouwvergunning.
Het windhinder onderzoek zal in juli 2004, voor afgifte van de
bouwvergunning en vrijstelling, afgerond
zijn. Indien
hieruit mocht blijken dat een onevenredige windoverlast zal ontstaan, zullen
passende maatregelen getroffen moeten worden.. Voor windhinder
gekeken in de Nota Dakopbouwen Hoornse Hof. Hier wordt echter alleen antwoord
gegeven in de situatie van de dakopbouw en kan ik niets voor de Vermeertoren
gebruiken. Een beetje trikkie, wie kan dit weerleggen?
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
A.1.4 Samenvatting
Tenslotte vreest inspreker dat de flat te hoog
blijkt te zijn bij een toekomstige langdurige stroomuitval. Van de 25ste
verdieping kunnen moeilijk mensen naar beneden gebracht worden. Ze waarschuwt
voor een vals gevoel aan zekerheid op dit punt.
Antwoord
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
A.2 Mevrouw J. van Dijk, Van Groenewegen
76:
A.2.1 Samenvatting
Inspreker heeft bezwaar tegen de verdichting van de
wijk en hecht juist veel waarde aan de ruim opgezette wijk. Ze is het niet eens
met de bouwplannen en hecht veel waarde aan het vrije uitzicht.
Antwoord
Het ter plaatse geldende bestemmingsplan staat
bebouwing van deze locatie toe. Verdichting is aldus niet strijdig met het
geldende bestemmingsplan. Het bestemmingsplan staat slechts gebruik ten
behoeve van bijzondere doeleinden toe (bijvoorbeeld kerken, scholen,
wijkgebouwen) en geen woningen.
De
regio Haaglanden kent een tekort aan woningen. Het stadsgewest Haaglanden heeft op 26 november
2003 het rapport "Regionale Woonvisie van het stadsgewest
Haaglanden" opgesteld. Conform het rijks- en provinciaal gebied is ook dit
beleid gericht op het realiseren van meer woonruimten in bestaand stedelijk gebied. De
locatie van de Vermeertoren valt binnen het bestaand stedelijk gebied.
In de woonvisie Haaglanden staat dat de woningmarkt
in Haaglanden kwantitatief en kwalitatief gespannen is, dat er meer en andere
woningen nodig zijn om de woningvraag te kunnen bedienen.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.
A.2.2 Samenvatting
Er is bezorgdheid over wat er met het plantsoen
gaat gebeuren, na de tijdelijke verplaatsing van het buurthuis. Inspreker
vreest dat het plantsoen dan bebouwd gaat worden.
Antwoord
De tijdelijke locatie is een noodoplossing voor de
tijd van de bouw. De ruimtelijke kaders bepalen dat na de tijdelijke
verplaatsing van het buurthuis het terrein weer het karakter te geven van een
openbare ruimte. De gemeentelijke intentie is om de openbare ruimte een
parkachtige inrichting te geven, wellicht met water.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
A.3 E.J. Monteny-Lander, Van
Kinschotstraat 25:
A.3.1 Samenvatting
Inspreker is van mening dat het blok Van
Kinschotstraat 25 t/m 39 wordt ingebouwd. Met de bouw van de Vermeertoren wordt
het laatste vrije uitzicht geblokkeerd, waardoor er weinig zonlicht in de woningen
zal komen en het uitzicht vanuit alle kanten op bouwwerken zal zijn.
Door het gebrek aan zonlicht zal de verlichting aan
moeten blijven, wat niet energie zuinig is.
Antwoord
Tekstvoorstel
van Marlies
Door
de geplande nieuwbouw zal inderdaad aan de oostzijde een gevelwand ontstaan.
Deze is overigens op basis van het
vigerende bestemmingsplan in ruimtelijk opzicht al mogelijk. In het verre
verleden is bij de planvorming van de wijk uitgegaan van bebouwing van het
perceel, doch dit heeft nooit in de toegestane vorm gekregen. Met betrekking
tot het uitzicht is het natuurlijk zo dat dit ingrijpend veranderd, doch dit is
gelet op het bestemmingsplan en de stedelijke situatie aanvaardbaar.
Met
betrekking tot de bezonning kan worden gesteld dat de nieuwbouw aan de oostkant
van de bestaande woonflat aan de Van Kinschotstraat wordt gebouwd. In het
ontwikkelingsplan is aan deze zijde een lager deel gepland. Een nadelige
invloed op de bezonningssituatie is daardoor wel aanwezig doch beperkt. Gelet
de op de bestaande bouwmogelijkheden in het thans geldende bestemmingsplan
wordt de verandering van de bezonning niet onaanvaardbaar geacht. Gelet op de
hoogte en afstand van de nieuwbouw tot bestaande bebouwing wordt niet verwacht
dat hierdoor de daglichttoetreding zodanig wordt beïnvloed dat onder normale
omstandigheden overdag de verlichting aan hoeft. Zie de
beantwoording van A 2.1.
Voor beantwoording
wordt verwezen naar de antwoorden onder A.1.1 en A.2.1.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het
ontwikkelingsplan.
A.3.2 Samenvatting
Door de bouwactiviteit zal er geluidsoverlast
ontstaan. Er wordt gewezen op het feit dat enkele bewoners door hun werk
overdag rust nodig hebben.
Antwoord
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
A.3.3 Samenvatting
Als gevolg van realisatie van het bouwplan en de bebouwing
van de nieuwe wijken Voordijkshoorn en Harnasch die ontsloten worden over de
Van Foreestweg en de A4 zal verkeershinder optreden.
Antwoord
Door de realisatie van de Delftse woningbouwplannen
in de Harnaschpolder (ca. 1100 woningen)zal toename van
verkeersbewegingen op de Van Foreestweg tot gevolg hebben, maar niet zodanig
dat het hinderlijk of onveilig wordt. Omwille van het tegengaan van
ongewenst (sluip)verkeer tussen de A4-afslag Wateringse Veld/Harnaschpolder en
het Delftse Centrum, via de (verlengde) Kristalweg/Van Foreestweg, zal een
"autoknip" worden gemaakt tussen de twee Delftse woongebieden in de
Harnaschpolder, te weten Voordijkhoornsepolder en Lookwatering-West. Dat
betekent dat autoverkeer van/naar de nieuwe wijk Voordijkhoornsepolder via de
Van Foreestweg wordt afgewikkeld. Autoverkeer van een naar Lookwatering-West
zal via de nieuwe Harnaschdreef in Den Hoorn worden afgewikkeld.
Berekeningen met het verkeersmodel geven aan dat in
een situatie zonder de Harnaschpolder op de kop van de Van Foreestweg (op het
drukste moment van de dag, in een maatgevend avondspitsuur) in 2010 circa 370
motorvoertuigen richting Kuijperwijk worden verwacht. Met aanleg van de
Harnaschpolder zal dat verdubbelen tot 740 motorvoertuigen. De Van Foreestweg
(capaciteit 1000 motorvoertuigen per uur) kan een dergelijke stroom auto's aan;
het kruispunt Van Foreestweg - Provinciale Weg moet echter worden aangepast
door middel van het verwijderen van de “vanglichten” op de kruising voor de
linksafbewegingen, het aanpassen van de rijstrookindelingen voor de
verkeerslichten en het verlengen van een aantal opstelvakken. Zodoende kan
ruimte worden geboden voor betere en veilige verkeersregeling.
Op de Provinciale Weg zelf zullen zich, met een
aangepaste kruising, hier ter plaatse geen problemen voordoen.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
A.3.4 Samenvatting
Onderzoek in Rotterdam
heeft uitgewezen dat wonen langs verkeersaders gezondheidsklachten oplevert. In
de flat gaan juist zorgbehoevende ouderen wonen, die hun raam niet kunnen
openzetten door het lawaai.
Antwoord
Het wonen in een stad geeft bepaalde maten van
(geluids-)overlast die als aanvaardbaar dienen te worden beschouwd.
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
A.3.5 Samenvatting
De slaapkamers van de portiekwoningen aan de Van Kinschotstraat liggen aan de
straatkant. Dit heeft tot gevolg dat bewoners geluidsoverlast
ondervinden wanneer aan de straatzijde een buurthuis is gebruik is. De
overlast blijft nu beperkt tot een enkele feestavond of Koninginnedag. Wanneer aan de
straatzijde een jongerenhonk in gebruik is zal de geluidsoverlast (bonkende muziek en
het pand verlatende jongeren) sterk toenemen en
inspreker acht dit bijzonder ongewenst. De overlast van het
buurthuis is sterk afhankelijk van de bestuur en gemeente. Er heeft op het te
bebouwen terrein al eens een jongerenhonk gestaan welke geluidsoverlast heeft
veroorzaakt door muziek en bij verlating van het pand. Vraag aangepast door
Nynke.
Antwoord
De ingang aan de Sasboutstraat
is de hoofdingang voor het jongerenhonk en zal ook als zodanig worden
vormgegeven. Deze dient tevens als een tweede nooduitgang voor het buurthuis.
De entree zal zodanig worden vormgegeven dat hier geen aantrekkelijke hangplek
ontstaat. Dit kan door middel van goede verlichting en zicht op de entree
vanuit de Van Kinschotstraat en de Sasboutstraat.
Bij de normale uitvoering van
een wijkcentrum is de mogelijkheid aanwezig dat er bij het verlaten van het
centrum overlast zal kunnen ontstaan. Bij het huidige wijkcentrum is dit ook
reeds het geval. De moderne regelgeving stelt hogere eisen aan de isolatie van
het pand, waardoor de overlast minder
zal worden dan in de huidige (verouderde) situatie.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
A.3.6 Samenvatting
Inspreker is van mening dat de Van Kinschotstraat
niet op het bouwplan (80 parkeerplaatsen, het vergrote kinderdagverblijf)
berekend is. Er is reeds verkeersoverlast in de straat en gevreesd wordt dit
vergroot wordt. Tevens wordt er verzocht om een circulatieplan op te stellen
rond de Vermeertoren.
Antwoord
De afwikkeling van het verkeer op de Van Kinschotstraat richting Van
Foreestweg en het Kruispunt met de Provinciale weg zal als gevolg van de
geplande ontwikkeling toenemen met toenemen metca.
50 motorvoertuigen in de ochtendspits. De situatie aldaar zal hierdoor niet
gunstiger worden. Gezien de inrichting van de in- en uitrit van de
parkeergarage zal dit verkeer alleen plaats kunnen vinden via de nieuwe
parallelweg en zodoende maar zeer beperkt over de Van Kinschotstraat komen.
In de toekomst zal het kruispunt Van
Foreestweg/provinciale weg ingrijpend worden aangepast als gevolg van
ontwikkeling van de Harnaschpolder. De overlast
zal om die reden van beperkte duur zijn. Voor de overige
beantwoording wordt verwezen naar het antwoord onder A.3.3.
Mogelijk
dat hierbij gebruik gemaakt kan worden
van de maatregelen die voor de ontwikkeling van de Harnaschpolder in de
toekomst noodzakelijk zullen zijn.
Hierbij
valt te denken aan een drietal varianten:
1)
Wachten op de grootschalige aanpak in het kader van de ontwikkeling van de
Harnaschpolder.
Het
betreft dan de herziening van de verkeersregeling Provinciale weg welke
noodzakelijk is voor het optimaliseren van de verkeersafwikkeling op dit
kruispunt. Te denken valt dan aan het verwijderen van de “vanglichten” voor de linksaf beweging op het kruispunt en
aanpassing van de rijstroken- en opstelstroken op de Van
Foreestweg.
2) Bij het gereedkomen van het bouwplan
Vermeertoren het gestelde onder 1) reeds gerealiseerd hebben.
3) Een gefaseerde uitvoering van het hiervoor genoemde
onder 1) door bv. alleen de aanpassing van de opstelstroken te realiseren.
Nog
opstellen. Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
A.3.7 Samenvatting
Met de bouw van de toren verdwijnt er een stukje
openbaar groen. De groenvoorziening bij de Van Kinschotstraat en de Van der
Goesstraat is er geen alternatief voor omdat daar altijd een speelvoorziening
geweest is. Deze is recentelijk weggehaald en het nu aanbieden om het weer op
te bouwen is iemand blij maken met iets wat al behoort. (sigaar uit eigen doos:
hoe zeg je dat anders? De vraag kan ik helaas niet anders opstellen)
Antwoord
In het geldende bestemmingsplan is bebouwing van
deze locatie reeds toegestaan. In het bestemmingsplan is de locatie niet bestemd voor
openbaar groen maar voor bijzondere bebouwing.
Door het combineren van
de ‘oude’ summiere speelvoorziening nabij de Van Kinschotstraat/Van der
Goesstraat en het weg te halen trapveldje bij het bouwplan ontstaat de
mogelijkheid tot het sterk verbeteren van de ‘oude’ speelvoorziening. Hiermee
zal de totale hoeveelheid speelvoorziening in dit deel van de buurt zeker niet
toenemen. Wel zal de kwaliteit en bespeelbaarheid van de verschillende
speelvoorzieningen (speeltuin en trapveldje) aanzienlijk toenemen.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
A.3.8 Samenvatting
Inspreker vreest dat er in de effecten op de
windomstandigheden van alle flats niet voorzien is. Vooral bij het kruispunt
Provinciale weg/ Van Foreestweg kan er windoverlast optreden voor de fietsers
en vooral kinderen.
Antwoord
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
A.3.9 Samenvatting
De nieuwe flat ligt op de aanvliegroute van
Schiphol en Zestienhoven en inspreker vraagt zich af of er onderzocht is of de
flat mag worden gebouwd en of er eventueel aanvullende maatregelen zoals
bijvoorbeeld verlichting genomen moeten worden, die impact hebben in de wijk.
Antwoord
In de conceptkaart Obstakelbeheersgebieden op en
rond luchthaven Rotterdam van de inspectie Verkeer en Waterstaat Divisie
Luchtvaart, unit infrastructuur van november 2003 dat gebaseerd is op het
internationale Chigago-verdrag staat aangegeven dat een obstakel (woontoren)
van deze hoogte en op deze locatie geen problemen geeft voor het luchtverkeer.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.
A.4 Door 26 insprekers
ondertekende inspraakreactie:
G. Abraham en F.
Abraham-Ogterop en N. de Waal en E. de Waal mede ondertekend door 22
buurtbewoners
Aangevuld op 26
februari 2004, mede ondertekend door 207 buurtbewoners
A.4.1 Samenvatting
Insprekers zijn van mening dat de motivering van de
75 meter hoge woonflat, namelijk dat het een landmark, invals- en
oriëntatiepunt is voor de automobilist om de Kuyperwijk te vinden en de wijk
hierdoor meer bij Delft en de ruimere omgeving hoort, onjuist en geen
randvoorwaarde voor het ontwikkelingsplan. De toekomstige Harnaschpolder, zo
stellen ze, kan met de juiste kaart en bewegwijzering ook gevonden worden,
waardoor de motivering dat deze woontoren nodig is voor verkeersbegeleiding
onhoudbaar wordt.
Antwoord
Naast het feit dat mensen via kaarten en routeplanner
hun weg kunnen vinden, getuigt het van goede ruimtelijke ordening om een
ruimtelijke structuur na te streven waarin mensen op prettige wijze zich kunnen
verplaatsen en verblijven. De leesbaarheid van de stad is hierbij, naast allerlei
andere zaken, een belangrijk aspect. De ruimtelijke opbouw, waarbij onderscheid
aanwezig is tussen verschillende ruimten, draagt hieraan in belangrijke mate
bij. Hoogbouw op de juiste plaats in de juiste vorm / hoogte (en
met de juiste functie) vormt een instrument om een goede ruimtelijke opbouw te
verkrijgen. Gelet op de ligging van de locatie bij een entree van de stad en de
Kuyperwijk is deze locatie voor hoogbouw uitermate geschikt als oriëntatiepunt /
landmark. Bij de beoordeling of op een locatie bepaalde bebouwing
wenselijk is speelt onder andere de opzet van de wijk waar de locatie onderdeel
van uitmaakt een rol alsmede de ruimtelijke hoofdstructuur van Delft. Vanuit de
opbouw van de wijk kan worden geconstateerd dat deze wordt gekenmerkt door
losstaande gebouw. De bouwhoogte is vrij gelijkmatig gedifferentieerd van laag
tot hoog. De lage en middelhoge woongebouwen zijn gegroepeerd in bouwblokken of
zijn in rijen achter elkaar geplaatst. De hoge woongebouwen zijn gelegen aan de
grote openbare ruimten en zijn ‘organisch’, rondom het kloppend hart van de
buurt of wijk, gesitueerd. De hoogbouw structureert de ruimtelijke beleving van
de gebieden wel maar er wordt heel bewust geen monumentaliteit mee nagestreefd,
maar eerder de sfeer van een hedendaags, gegroeid dorp. De hoogbouw staat
bijvoorbeeld net scheef op een zichtlijn of is net uit het midden van de as van
een weg gelegd. Door de verschillende bouwhoogten wordt de ruimte ‘gelaagd’.
Binnen de opzet van de Kuyperwijk kan deze gelaagdheid een aangrijpingspunt worden
gevonden een hoger element toe te voegen, met behoud van de ruimtelijke
kwaliteit van de opzet van de wijk. Juist de gekozen plaats van de Vermeertoren
past bij de centrumfunctie die de Van Foreestweg vervult.
De locatie van de Vermeertoren maakt onderdeel uit van de stedelijke
hoofdstructuur. De provinciale weg zal in de toekomst nog meer dan nu het geval
is een belangrijke noordzuid-ontsluitingsroute zijn binnen Delft. Het kruispunt
van de provinciale weg met de Van Foreestweg/Ruys de Beerenbrouckstraat vormt
hierbij een belangrijk knooppunt aan de noordwestzijde van de stad. Zo'n
knooppunt vormt in de ruimtelijke structuur bij uitstek een locatie om een
stedenbouwkundig hoogteaccent te ontwikkelen. Gelet op de ligging van de locatie bij een knooppunt/entree van de
stad en in de Kuyperwijk met een specifieke ruimtelijke opbouw is deze locatie
voor onderscheidende hoogbouw uitermate geschikt.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan
A.4.2 Samenvatting
Ouderen met zorgindicatie en op te vangen kinderen
behoeven veilige faciliteiten zonder onnodige windhinder en windgevaar. Daarom
is juist een woontoren voor deze doelgroep ongunstig. Het verzoek is om de
faciliteiten veilig en kleinschalig binnen de huidige schaal van de Kyperwijk,
zonder 75 meter hoogte, te realiseren.
Antwoord
Om meerdere redenen is hoogbouw op deze locatie
gewenst.Er zijn verschillende redenen om op deze locatie
hoogbouw te realiseren (zie de beantwoording
van A.1.2 en A.2.1). Het is daarbij wel van belang dat
onaanvaardbare hinder en gevaar worden voorkomen. Dit is nadrukkelijk
uitgangspunt in het ontwikkelingsplan. Ook bij de kinderopvang zal
onaanvaardbare hinder en zeker gevaar worden voorkomen, omdat anders deze
functie niet naar behoren kan functioneren. Er zijn geen redenen om aan te
nemen dat de gewenste c.q. noodzakelijke kwaliteit niet kan en zal worden
bereikt. Voor verdere beantwoording wordt verwezen naar de antwoorden onder
A.1.2 envraag A.1.3.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
A.5 H.Haakman, Van Adrichemstraat 339:
A.5.1 Samenvatting
Inspreker merkt op dat de belangen van de bewoners
aan de Van Adrichemstraat worden vergeten. Hij stelt dat het vrije uitzicht op
de binnenstad van Delft, hetgeen insprekerwat hi
een waardeverhoging voor zijn woning vindt hebben, verloren gaat door de woontoren. Hij
vindt dit niet aanvaardbaar.
Antwoord
Gezien de zeer slanke toren zal het uitzicht maar
in zeer beperkte mate worden gehinderd. Uit de fotoreportage is gebleken dat
het panorama van Delft niet wordt gehinderd.
Verder wordt opgemerkt
dat indien als gevolg van de geplande woningen belangen van inspreker
onevenredig worden geschaad te zijner tijd een verzoek om planschadevergoeding
als bedoeld in artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening kan worden ingediend.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
A.5.2 Samenvatting
Opgemerkt wordt dat door de nieuwe wijk de
ontsluiting van de Van Foreestweg nu reeds een probleem is en inspreker
voorziet met de woontoren grote verkeerstechnische problemen.
Antwoord
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
Het concept-ontwikkelingsplan Van Foreestweg / Van
Kinschotstraat is op 17 december 2003 is
van 19:30 tot 21:00 gepresenteerd tijdens een inloopbijeenkomst in
de Altena Hoeve. De presentielijst is door 27 insprekers getekend. De
presentielijst is bijgevoegd onder bijlage 2.
Het plan is toegelicht met tekeningen, foto’s en
teksten op panelen waar de volgende onderdelen van plan aan de orde zijn
gesteld: plattegrond met toegestane
bouwhoogtes, impressies van bestaande en nieuwe situatie, zicht vanuit de
omgeving op de locatie, bezonningsdiagrammen, verkeer en parkeren, tijdelijke
locatie wijkcentrum, openbare inrichting, plattegronden nieuwbouw: woningen,
wijkcentrum, bedrijfsfuncties en procedures. Per paneel was een deskundige
beschikbaar voor het beantwoorden van vragen en het geven van nadere
toelichting. Bij een zogenoemd inspraakloket is gelegenheid geboden mondeling
een visie op het voorgenomen plan te geven.
B.1 Samenvatting
Delftwonen wil graag op de hoogte gehouden worden
over de bezwaarschriften van de bewoners van de Van Kinschotstraat.
Antwoord
Deze Nota Inspraak en Overleg zal gestuurd worden
naar degene die inspraak hebben geleverd op het Ontwikkelingsplan en
belangstellende die de presentielijst op de inspraakavond hebben getekend.
Delftwonen behoort ook tot deze belangstellenden.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.2 Samenvatting
Er is een flat gepland van 25 woonlagen. Nu staan
er in het gebied slechts woonflats van 10 etages. De flat van 25-woonlagen is
ontzettend hoog. Er is angst dat als de eerste flat van die hoogte er eenmaal
staat, er meerdere zullen volgen.
Antwoord
Gelet op de reeds in de Kuyperwijk aanwezige
hoogbouw van 8 tot 12 lagen is het nodig om op deze locatie hoogbouw van een
andere orde te realiseren ten einde in ruimtelijk opzicht een duidelijk
onderscheid te verkrijgen. Omdat dit op een belangrijke plek in de ruimtelijke
structuur (entree van de stad en van de Kuyperwijk) plaats vindt, is het niet
aannemelijk dat er in de nabijheid zich nog zo'n plek voordoet. Het unieke van
het gebouw hangt samen met die van de plek. Er is thans geen enkele aanleiding
om in de directe omgeving meerdere van dergelijke hoge gebouwen toe te laten.
Op andere plaatsen in Delft zijn dergelijk hoge gebouwen niet uit te sluiten.
Door de gemeente wordt gewerkt aan een beleidsnotitie inzake Bouwhoogten in
Delft ten einde de gewenste sturing aan hoogbouw te kunnen vorm geven. Voor overige beantwoording
wordt verwezen naar het antwoord onder A.4.1.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.3 Samenvatting
Het is niet praktisch dat bij deze inspraakavond
niet aangegeven is wie verantwoordelijk is voor de diverse planonderdelen.
Antwoord
Deze opmerking heeft betrekking op het niet
aanwezig zijn van badges tijdens de inspraakavond. In het vervolg zullen de
verantwoordelijke deskundigen herkenbaar zijn door een badge.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.4 Samenvatting
Gevraagd is naar de verwachte datum van sloop.
Antwoord
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.5 Samenvatting
Gevraagd is naar de verwachte datum van oplevering.
Antwoord
De te verwachte datum van oplevering is mede
afhankelijk van het verloop van de procedures die op
grond van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en de Woningwet ten behoeve van het
verlenen van vrijstelling
en bouwvergunning moeten worden doorlopen. Dit is geheel
afhankelijk van de resultaten van de te voeren RO procedures. Deze procedures zijn
op zijn vroegst afgerond De verwachting is dat
de RO procedures zijn
afgerond in het 4e kwartaal van 2004. De bouwtijd is
ca. 2 jaar. Oplevering zal aldus op zijn vroegst in het 4e kwartaal
van 2006 kunnen plaatsvinden.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.6 Samenvatting
Opgemerkt is dat er nooit een verslag is
toegezonden van de vorige avond van 24 juni, dat was door Vestia wel toegezegd.
Antwoord
In het kader van de gemeentelijke besluitvorming
over het ontwikkelingsplan is deze avond de enige inspraakbijeenkomst.
Een eerdere bijeenkomst is door en onder verantwoordelijkheid van Vestia
gehouden. Vestia is derhalve verantwoordelijk voor het al dan niet verzorgen
van een verslag.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.7 Samenvatting
Een bewoner van de laagbouw van de flat in de
Adrichemstraat geeft aan vanaf balkon nu uitzicht te hebben op een paal. De
nieuwe flat is wel mooi, maar sluit niet aan op de rest van de omgeving. De
parkeergelegenheid is in dezelfde lijn als het gezicht op de flat. Verzocht
wordt om de parkeergelegenheid bij de Plusmarkt dezelfde uitstraling te geven
als de parkeergelegenheid in het nieuwe plan. Momenteel zijn regelmatig
zwervers aanwezig rondom dat terrein. Verzocht wordt om het speciale trottoir,
dat bij het nieuwe plan komt, ook bij de Van Adrichemstraat te realiseren. Dan
past het geheel in de wijk.
Antwoord
Nieuwe inrichting van de openbare ruimte vindt
alleen plaats binnen de plangrenzen van het project. Herinrichting van terrein
buiten het plangebied, kan niet meegenomen worden met dit project omdat het
buiten de opdracht valt en omdat daar geen financiën voor zijn binnen het
project. Dus: Valt het verzoek buiten het plangebied?
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.8 Samenvatting
Er is angst voor de brandveiligheid bij een
woonflat van 25 woonlagen omdat er geen ladders zijn die een dergelijke hoogte kunnen
bestrijken.
Antwoord
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.9 Samenvatting
Naar voren wordt gebracht dat een hoge flat niet
geschikt is voor ouderen. Die willen graag een tuin en laagbouw en contact met
de aarde houden. Verzocht wordt om geen hoogbouw toe te staan.
Antwoord
Blijkens
het WoningBehoefteOnderzoek 2002 (WBO) wil 78% van de Delftse 55-plussers
verhuizen naar een appartement, voornamelijk in de huursector. Het WBO is een
landelijk enquêteonderzoek naar woonwensen, dat eens in de paar jaar in
opdracht van VROM en de gemeente Delft door een onderzoeksbureau wordt
verricht.
In
het WBO wordt niet vermeld naar welke woonlaag de voorkeur uitgaat. Uit
algemene onderzoeken blijkt dat ouderen wonen op de begane grond als minder
veilig beleven. Ook de behoefte aan een tuin is bij ouderen beperkt, i.v.m. het
onderhoud daarvan.
Als
aanvulling wordt toegevoegd dat
blijkens informatie van woningbouwvereniging Vestia de "woontoren"
Delfshove op de hoek van de Papsouwselaan/Westlandseweg zeer goed verhuurbaar
is. Naast veiligheid in een appartement, kiezen ouderen ook voor een fraai
uitzicht. Er dat zal bij de Vermeertoren zeker het geval zijn.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.10 Samenvatting
Het bestemmingsplan is ooit gewijzigd ten behoeve
van kleinschalige bebouwing. Het nu voorliggende plan is niet aan te merken als
kleinschalig.
Voor
het plangebied geldt een oud bestemmingsplan.Dit kan echter gewijzigd worden.
Om dit mogelijk te maken is er een ruimtelijke argumentatie nodig via artikel
19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Later zal hier een bestemmingsplan op
volgen. Antwoord omgevormd na
opmerkingen Marlies, gaarne controlerenHet nu geldende
bestemmingsplan staat op de locatie bebouwing toe en stelt geen beperkingen aan
de bouwhoogte. Het bestemmingsplan dateert uit 1957. De gemeente Delft heeft tot op
heden geen nieuw bestemmingsplan in procedure gebracht en dus ook geen plan dat
voorziet in een wijziging van het planologisch regime ten behoeve van
kleinschalige bebouwing.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.11 Samenvatting
Opgemerkt wordt dat er meer uitstoot van
uitlaatgassen zal zijn met deze toename in auto’s. Gevraagd wordt of daar
onderzoek naar gedaan is. Ook de ontsluiting van de nieuwe woonwijken in
Lookwatering-west is via de Van Foreestweg geregeld.
Een goede luchtkwaliteit is belangrijk voor de
gezondheid van mensen. In het Besluit Luchtkwaliteit 2001 zijn daarom
grenswaarden voor de concentratie van stikstofdioxide (NO2) en fijn
stof (PM10) vastgesteld die gelden vanaf 2010. Voor beide stoffen
geldt een grenswaarde van 40 microgram per kubieke meter. Ook zijn er in het
Besluit Luchtkwaliteit plandrempels vastgesteld. De plandrempels zijn hoger dan
de grenswaarden en nemen ieder jaar trapsgewijs af. Voor stikstofdioxide was de
plandrempel in 2002 56 microgram per kubieke meter en voor fijn stof 45
microgram per kubieke meter. Tot 2010 wordt de plandrempel jaarlijks lager
omdat de luchtkwaliteit jaarlijks zal verbeteren, onder andere omdat motoren in
nieuwe auto’s steeds schoner worden. Hierdoor kan er van worden uitgegaan dat
als in 2002 de luchtkwaliteit onder de plandrempel zat, in 2010 automatisch
wordt voldaan aan de grenswaarde.
In het rapport Luchtkwaliteit 2002 van de gemeente
Delft is de luchtkwaliteit van de Provinciale weg onderzocht. De locatie voor
de Vermeertoren ligt op een zodanige afstand van de Provincialeweg en de
Foreestweg dat ruimschoots is voldaan aan de plandrempel in 2002. Vandaar
dat vrijwel zeker is dat in 2010 de luchtkwaliteit voor deze locatie onder de
grenswaarde zal liggen. De gezondheid van de toekomstige bewoners / gebruikers
van de Vermeertoren wordt daarmee voldoende gewaarborgd.
Een toename van het verkeer leidt
tot een grotere uitstoot van met name stikstofdioxide. De invloed van het
lokale verkeer op de totale concentratie is echter gering. Uit het rapport
Luchtkwaliteit 2002 van de gemeente Delft blijkt dat het grootste deel van de
concentratie, ongeveer 30 microgram per kubieke meter, wordt veroorzaakt door
de achtergrondconcentratie. De achtergrondconcentratie is de concentratie die
altijd op die plek aanwezig is, ook als er alle wegen in de buurt zouden
worden afgesloten voor verkeer. De bijdrage van het lokale verkeer in de
concentratie is daardoor klein. Door de toename van het verkeer zal de emissie
van stikstofdioxide iets toenemen. De toename is echter zo klein, enkele
tienden van een microgram per kubieke meter, dat dit op het totaal weinig uit
maakt.
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
Het jongerenhonk en het buurthuis in de nieuwbouw
komen voor het huis van insprekers. Zij geven aan dat hun slaapkamers gelegen
zijn aan die zijde van de flat. Hoewel er toezeggingen zijn gedaan over de
geluidsdichtheid van het pand, zullen bezoekers ook de wijk intrekken en dat
geeft geluidsoverlast.
Antwoord
Voor de beantwoording wordt verwezen naar A.3.5.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.13 Samenvatting
De Van Kinschotstraat is nu al vaak verstopt door
het verkeer. Mensen laten elkaar er niet door e.d. Gevraagd wordt waar dit
extra verkeer naar toe moet.
Antwoord
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.14 Samenvatting
Het plan was altijd gebaseerd op 2 woonlagen, net
zo hoog als de bestaande huizen. Nu wordt de mogelijkheid geboden voor 4
woonlagen. Inspreker geeft aan daar tegen te zijn vanwege het verlies van
uitzicht. Inspreker geeft aan het een verschrikkelijk plan te vinden.
Antwoord
Voor beantwoording
wordt verwezen naar het antwoord onder A.1.2.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.
B.15 Samenvatting
Metingen van de
luchtkwaliteit bij de Ruys de Berenbrouckstraat hebben een veel te hoge norm
voor uitlaatgassen geconstateerd. Gevraagd wordt of er bij dit plan rekening
gehouden met is deze uitlaatgassen, ook bij de stoplichten.
Antwoord
De luchtkwaliteit in het plangebied is voldoende
gewaarborgd. De concentraties overschrijden de grenswaarden voor NO2 en
fijn stof (PM10)
niet.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.16 Samenvatting
Gevraagd wordt hoe lang gaat het duren voordat het
verslag wordt toegezonden. Van de vorige avond is geen verslag toegezonden.
Antwoord
Het verslag is op 19 december
2003 naar insprekers en belangstellenden die de presentielijst hebben getekend veropgestuurd.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.17 Samenvatting
Opgemerkt wordt dat oudere mensen bij een
inspraakavond graag eerst wat algemene informatie krijgen.
Antwoord
Tijdens de inspraakbijeenkomst is de algemene
informatie gegeven op de panelen. Tevens konden enkele exemplaren van het
concept ontwikkelingsplan ingekeken worden. Daarnaast waren verschillende
deskundigen aanwezig om desgewenst een persoonlijke toelichting te geven.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.18 Samenvatting
Inspreker is teleurgesteld in de wijze waarop deze
inspraakavond is georganiseerd. Op deze wijze wordt geen gelegenheid geboden
voor interessante discussie. Gevraagd wordt of de gemeente wellicht bang is voor
discussie.
Antwoord
Wij kunnen ons niet vinden in de stelling dat er
geen gelegenheid is geboden voor een interessante discussie. Discussie kan
worden gevoerd, zij het niet met grote groepen mensen tegelijkertijd. In de
praktijk komen veele
mensen in een door inspreker bedoelde discussie niet aan het woord, waardoor
persoonlijke vragen en opmerkingen onvoldoende tot hun recht kunnen komen. In
verband daarmee is gekozen voor een meer kleinschalige en persoonlijke opzet,
waarop vragen en opmerkingen desgewenst één op één kunnen worden gemaakt.
Ervaringen met deze opzet in vergelijkbare inspraakbijeenkomsten zijn positief.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.19 Samenvatting
Opgemerkt wordt dat het buurthuis wordt verplaatst.
Gevraagd wordt hoe lang de tijdelijke situatie gaat duren en gevraagd wordt of
er weer gras terug komt. Aangegeven wordt dat men bang is dat bij het
tijdelijke buurthuis in een later stadium door andere bebouwing wordt
vervangen.
Antwoord
Is er wel een tijdelijke vrijstelling nodig of past
het plan in BP?Verwacht wordt dat de tijdelijk situatie maximaal 3
jaar zal duren. Op grond van artikel 17 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening
mag een tijdelijke situatie waarvoor een tijdelijke vrijstelling niet
langer duren dan 5 jaar. Voor verdere beantwoording wordt verwezen naar het
antwoord onder A.2.2.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.
B.20 Samenvatting
Aangegeven wordt dat de ingang van het jongerenhonk
nu aan de Sasboutstraat is gesitueerd. Oorspronkelijk was de ingang aan de
andere kant gesitueerd. Er wordt aangegeven dat het een nooduitgang is die
mogelijk overlast geeft van toiletterende jongeren. De nooduitgang en het
jongerenhonk aan de Sasboutstraat geven overlast, ook als het goed geïsoleerd
gaat worden.
Antwoord
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.21 Samenvatting
Opgemerkt wordt dat de vorige avond goed is
voorgezeten. Op die avond is informatie toegezegd, welke niet verstrekt is.
Antwoord
Voor de beantwoording wordt verwezen naar B.6.
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het
ontwikkelingsplan.
B.22 Samenvatting
Inspreker maakt zich zorgen over het verkeer over
de Van Foreestweg. Zeker als in de toekomst ook de Harnaschpolder via deze weg
wordt ontsloten. Aangegeven wordt dat het in de wijk nu al zo druk is en dat
reeds geparkeerd wordt op de stoep. In de Van Kinschotstraat wordt zelfs in de
breedte geparkeerd.
Antwoord
Toevoeging
over parkeerproblemen
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.23 Samenvatting
Inspreker meent dat het plan misplaatst is. Het
komt op een plek waar in de toekomst verkeerstechnische problemen gaan komen.
De weg naar Den Haag geeft een versmalling, wat problemen op de provinciale
weg. Als de A4 af is, dan komt er nog meer verkeer over de provinciale weg
geeft. Zeker nu er problemen zijn met opstoppingen bij Schiedam op de A13. De
provinciale weg staat tot de busoversteek ’s ochtends nu al vol door
opstoppingen.
Antwoord
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.24 Samenvatting
Inspreker geeft aan het een zeer gedurfd plan te
vinden met heel aantrekkelijke kanten, waarvan inspreker meent dat dat meer zou
moeten gebeuren in de stad, in nieuwbouw en in oude nieuwbouw. Het wordt een
oriëntatiepunt in de stad, zoals de oude en de nieuwe kerk. Het ontwerp is erg
interessant en aansprekend. Geen saaie paal in de grond.
Antwoord
De gemeente waardeert deze positieve reactie op het
ontwikkelingsplan.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.25 Samenvatting
Opgemerkt wordt dat niet iedereen is
geïnformeerd over deze avond, o.a. doordat sommige
mensen nee/nee stickers op de brievenbus
hebben. Gevraagd wordt om in het vervolg grote
aanpakbiljetten in buurthuis en supermarkt
te plakken om mensen zo op de hoogte te
brengen.
Antwoord
Bewoners
met een Ja/Nee-sticker op de brievenbus krijgen wel de stadskrant. Bij de
Nee/Nee-sticker wordt de kranthij niet
bezorgd. Deze mensen kiezen daar bewust voor en hebben een eigen
verantwoordelijkheid om zich op de hoogte te brengen van de in deze krant
aangekondigde bijeenkomsten
en andere ondertwerpen.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.26 Samenvatting
Gevraagd wordt waarom de buurt niet eerder
is geïnformeerd dan op 24 juni. De
projectontwikkelaar zegt dat niet te weten.
Antwoord
De informatie over het Ontwikkelingsplan is
verstrekt door middel van kennisgeving in
de
Stadskrant en de huis-aan-huis verspreiding van kennisgeving aan de direct
betrokkenen. Hierdoor is de goede kennisgeving op het juiste moment
gewaarborgd.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het
ontwikkelingsplan.
C. Overlegpartners
art. 10 Bro
1.
Stadsgewest Haaglanden Postbus 66, 2501 CB Den
Haag;
2.
Centraal Overlegorgaan Woningcorporaties Delft,
Marlotlaan 5, 2614 GV Delft;
3.
Inspecteur voor de Ruimtelijke Ordening in de
provincie Zuid-Holland, Postbus
1160, 2001 BD Haarlem;
4.
Hoogheemraadschap Delfland, Postbus 3061, 2601 DB
Delft;
5.
Provinciaal Planologische Commissie secretariaat,
Postbus 90602, 2509 LP Den Haag;
Er zijn reacties binnengekomen van:
Getekend 19 januari 2004,
ingekomen 27 januari 2004;
2.
Provinciale Planologische Commissie, Postbus 90602,
2509 LP Den Haag. Getekend 9 maart 2004, ingekomen 10 maart 2004.
C.1 Hoogheemraadschap van Delfland
C.1.1 Samenvatting
In de waterparagraaf is aangegeven dat er 7 procent
extra water in het plangebied zal worden gerealiseerd, maar er is niet
aangegeven waar dat zal worden aangelegd. Het verzoek is hieromtrent meer
duidelijkheid te geven, omdat de omgeving van het plangebied een stedelijk
karakter heeft.
Antwoord
De
intentie is om het water te compenseren in de nabije omgeving, namelijk ter
plaatse van het plantsoen tussen de Van Groenewegenstraat en de Van der
Lelijstraat. Indien deze intentie onverhoopt niet succesvol is dan zal het
water elders in op het gemeentelijk grondgebied worden gecompenseerd. De
mogelijke locaties worden thans in overleg met het Hoogheemraadschap onderzocht
en zullen opgenomen worden in het “Waterstructuurvisie”.
Conclusie
Deze reactie heeft
niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.
C.1.2 Samenvatting
Verzocht wordt voor het afkoppelen van verharde
oppervlakte een uitwerking toe te voegen aan de milieueisen op pagina 34 van
het ontwikkelingsplan.
Antwoord
Het
verharde oppervlak in het plangebied zal worden afgekoppeld. Afhankelijk van de
mate van verontreiniging van het verharde oppervlak, wordt gekozen voor direct
afkoppelen of afkoppelen via een zuiveringstechnische voorziening naar het
oppervlaktewater.
Conclusie
Het ontwikkelingsplan is conform aangepast.
C.1.3 Samenvatting
In de waterparagraaf worden de effecten van het
grondwater beschreven bij de bouw van de parkeergarage onder de woontoren.
Gezien de nabijheid van oppervlakte water wordt geadviseerd ook de maximale
peilstijging van 30 cm in het oppervlaktewater mee te nemen in de eisen die
worden gesteld aan de waterdichtheid van de parkeergarage.
Antwoord
In het ontwikkelingsplan wordt opgenomen dat er bij de bouw
van de parkeerkelder rekening wordt gehouden met peilstijging van het
oppervlaktewater. Hierbij wordt echter geen maat genoemd voor de peilstijging.
Conclusie
Het
ontwikkelingsplan is conform aangepast.
C.2 PPC, Postbus 90602, Den Haag;
In de paragraaf milieuzonering wordt verwezen naar
een 50 dB(A)-contour rond het bedrijventerrein van onder meer DSM waar het
saneringsprogramma met betrekking tot geluid is uitgevoerd. Omdat deze contour
nog niet is vastgesteld dient de oude contour gehanteerd te worden, waardoor
het plangebied daar binnen komt te liggen. De gemeente dient een hogere
grenswaarde aan te vragen, dan wel door akoestisch onderzoek aan te tonen dat
de 50 dB(A)-contour verschoven is.
Antwoord
De projectontwikkelaar
heeft een aansluitend onderzoek verzoek hogere grenswaarde opgestart. De
vrijstelling kan niet plaatsvinden als hiermee strijd ontstaat.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
C.2.2 Samenvatting
In de paragraaf geluid dient met een akoestisch
onderzoek aangegeven te worden dat de voorkeursgrenswaarde niet worden
overschreden, dan wel dat er een hogere grenswaarde procedure wordt gevolgd.
Antwoord
Voor de beantwoording wordt verwezen naar C.2.1.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
C.2.3 Samenvatting
De waterbeheerders dienen in een vroeg stadium
betrokken te worden. Aangegeven dient te worden hoe de verplichte watertoets
vormgegeven wordt. Verwezen wordt naar de inspraakreactie van Hoogheemraadschap
Delfland.
Antwoord
De watertoets zijnde
overleg met het Hoogheemraadschap is vorm gegeven door het regulier overleg
over ruimtelijke plannen met het Hoogheemraadschap.
Conclusie
Het ontwikkelingsplan is conform aangepast.
C.2.4 Samenvatting
Op bladzijde 26, paragraaf 4.1.2 moet in de eerste zin Het Beleidsplan Milieu
en Water 2000-2004 te worden toegevoegd.
Antwoord
De titel van het beleidsplan zal
gevoegd worden tussen het 3D plan en de 4e nota waterhuishouding.
Conclusie
Het ontwikkelingsplan is conform aangepast.
C.2.5 Samenvatting
In de waterparagraaf van het op te stellen
bestemmingsplan moet aandacht besteed worden aan: het voorkomen van uitlogende
bouwmaterialen bij nieuwbouw i.v.m. de waterkwaliteit, wateroverlast als gevolg
van zware regenval en de in dat verband te treffen maatregelen, een
(inrichtings)maatregel als de aanleg van natuurvriendelijke oevers.
Voor het ontwikkelingsplan is het van belang aan te
geven hoe wordt omgegaan met de toekomstige verharding en diens noodzakelijke
compensatie. Er dient te worden aangegeven welke locaties binnen of buiten het
plangebied binnen dezelfde waterstaatkundige eenheid geschikt zijn voor
compensatie.
Antwoord
Deze aanbeveling wordt
overgenomen. In het nieuwe bestemmingsplan zal aan dit onderwerp aandacht
worden besteed. Voor de overige beantwoording wordt verwezen naar het antwoord
onder C.1.2.
Conclusie
Het ontwikkelingsplan is
conform aangepast.
C.2.6 Samenvatting
De financiële uitvoerbaarheid van het plan is nog
onzeker en afhankelijk van substantiële bijdrage van betrokken partijen en is
onvoldoende aangetoond.
Antwoord
Vanuit
de gemeente is overeenstemming bereikt met de projectontwikkelaar (en overige
partijen) over eenieders bijdrage in het project. Deze overeenstemming wordt
thans uitgewerkt tot een ontwikkelingsovereenkomst, welke binnen 6 weken
getekend zal (moeten) worden. Hiermee is de financiële uitvoerbaarheid gewaarborgd
en zijn er geen afhankelijkheden meer voor de uitvoering.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
Bijlage 1:
Persoonsgegevens van de 26 gelijkluidende
inspraakreacties onder 4:
G. Abraham, Van
Kinschotstraat 17, 2614 XJ
Delft;
F. Abraham-Ogterop, Van Kinschotstraat 17, 2614 XJ Delft;
L. Aarts, Van
Kinschotstraat 13, 2614 XJ
Delft;
L.E. Aarts-v.d. Werf, Van Kinschotstraat 13, 2614 XJ Delft;
J.J.M. Arment, en
D. Besseling, Van
der Dussenweg 4, 2614 XE
Delft;
A.J. van Gerrevink, v.d. Lelijstraat 18, 2614 EM Delft;
B. Hossaini, Van
Kinschotstraat 5, 2614 XJ
Delft;
K. Janssen, Van
Kinschotstraat 15, 2614 XJ
Delft;
J.J.H. van Kesteren, v.d. Lelijstraat 16, 2614 EM Delft;
A. Kouwenhoven en
J.L. Kouwenhoven- Janssen, Van Kinschotstraat 11, 2614 XS Delft;
M. Meyer, Van
Kinschotstraat 5, 2614 XJ
Delft;
M.M. Rasch, Van
der Lelijstraat 14, 2614 EN
Delft;
P. Ringeling, Van
der Lelijstraat 8, 2614 EM
Delft;
Y. Steinmetz-Ardaseer, Van der Lelijstraat 12, 2614 EM Delft;
M. van Veen, Van
der Lelijstraat 4, 2614 EM
Delft;
B. van Veen, Van
der Lelijstraat 4, 2614 EM
Delft;
N. de Waal, Van
Kinschotstraat 19, 2614 XJ
Delft;
E. de Waal-Memelink, Van Kinschotstraat 19, 2614 XJ Delft;
C.K. Wientjes, Van
Kinschotstraat 9, 2614 XJ Delft;
J.M. Wientjes-Dragt, Van Kinschotstraat 9, 2614 XJ Delft;
De heer/mevrouw Kalders, Van der
Dussenweg 2, 2614 XE Delft;
mevrouw Sinnema,
Van
Aldemondestraat 40, 2614 EZ
Delft.
Bijlage 2:
Persoonsgegevens van de 27 belangstellende die de
inloopavond van 17 december 2003 in de Altena Hoeve bezocht hebben.
Delftwonen Kluizenaarsbocht
6 2614 GT
Delft;
H. de Oude p/a
De Wending, Raamstraat 67 2614 RW Delft;
Mevrouw de Vent Adrichemstraat
233 2614 BP
Delft;
Mevrouw Zijlmans Van
Groenwegenstraat 10 2614
BG Delft;
De heer Van Dijk St.
Jorisweg 3e 2612 GA Delft;
Mevrouw E.M. Hoenderop Van Goenewegenstraat 28 2614 BG Delft;
De heer F. van Oosten Berensteynstraat 44 2614 CZ Delft;
M. Verouden Prof.
Oudemanstraat 56a 2628
KG Delft;
J.L. en A. Kouwenhoven Van Kinschotstraat 11 2614 XS Delft;
J. v. Trijp Teding
van Berkhoutlaan 31c 2614 AV Delft;
M. Voet v.d.
Lelijstraat 135 2614
EK Delft;
De heer A. de Boer Plein
Delftzicht 2 2627
CA Delft;
Mevrouw H.A. van der Gaag Van Adrichemstraat 323 2614 BR Delft;
De heer A. Non Van
Foreestweg 16-20 2614 CJ Delft;
J. Jansen Van
Berensteynstraat 6a 2614 EA Delft;
Mevrouw E. Peuning Van
Berensteynstraat 72 2614
EA Delft;
J.J.M. Ament Van
Kinschotstraat 7 2614
XJ Delft;
De heer G. Giemento Sasboutstraat
8 2614 CP Delft;
Mevrouw Guimento Sasboutstraat
8 2614 CP Delft;
Mevrouw S. Jahnichen Dirk Costerplein 102 2624 TP Delft;
C.K. Wientjes Van
Kinschotstraat 9 2614
XJ Delft;
Mevrouw Montenij Lander Van Kinschotstraat 26 2614
XK Delft;
De heer M.K. Montenij Van Kinschotstraat 25 2614 XK Delft;
Ton van Schie Buitenwatersloot
23 2613 TA
Delft;
De heer …… Van
Adrichemstraat 5 2614
BJ Delft;
De heer Ton v.d. Sman Jacoba van Beierenlaan 1 2613
HT Delft;
De heer R. Manger De Meesterstraat 7 2613 XA Delft.