NOTA

Inspraak en Overleg

Ontwikkelingsplan

Van Foreestweg / Van Kinschotstraat

 

 

 

 

 

Gemeente Delft

Vakteam ruimtelijke ordening

7 april 2004

 

 

 

Vragen/ opmerkingen/ aanpassingen Marlies

Vragen/ opmerkingen/ aanpassingen Nynke

Beantwoording van Mobiliteit.

 

Inleiding

 

In het noordwest kwadrant van Delft, direct grenzend aan de westzijde van de Provinciale weg, ligt de Kuyperwijk. Op de hoek van de Provinciale weg – Van Foreestweg ligt een trapveld en een kleinschalige éénlaagse bebouwing. Ontwikkeling van deze locatie biedt de mogelijkheid tot opwaarderen en afronden van dit deel van de Kuyperwijk en benutten van de mogelijkheid om de ruimtelijke relatie met de (binnen)stad en ruimere omgeving te versterken. Invulling past ook in het principe van een compacte stad.

Een ontwikkelaar heeft het initiatief genomen om op de locatie een nieuw woonzorgconcept te realiseren. Omdat de beoogde herontwikkeling niet past in het ter plaatse geldende bestemmingsplan is een nieuw bestemmingsplan noodzakelijk, danwel dient een vrijstellingsprocedure als bedoeld in artikel 19 lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening te worden gevolgd.

 

Voorafgaand aan het nieuwe bestemmingsplan is het “Ontwikkelingsplan Van Foreestweg / Van Kinschotstraat” opgesteld, waarin een beschrijving wordt gegeven van de bestaande situatie, de van toepassing zijnde regelgeving, het (gemeentelijk) beleid en de hieruit volgende ontwikkeling van het gebied. Het ontwikkelingsplan vormt het ruimtelijk kader voor de herontwikkeling van deze locatie.

 

Op het concept ontwikkelingsplan is de mogelijkheid geboden om in het kader van art 6A van de Wet op de Ruimtelijke Ordening mondelinge en schriftelijke inspraakreacties te geven.
De schriftelijke inspraakreacties zijn hieronder samengevat en beantwoord onder A, de mondelinge onder B.

Tevens is in het kader artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening het ontwikkelingsplan naar verschillende overlegpartners gestuurd. De overlegreacties zijn samengevat en beantwoord onder C.

 

 

A.         Schriftelijke inspraak

 

Van 8 december 2003 tot en met 5 januari 2004 heeft het ontwikkelingsplan Van Foreestweg /Van Kinschotstraat voor inspraak ter inzage  gelegen.

De volgende personen hebben schriftelijk gereageerdinspraak gegeven op het ontwikkelingsplan:

  1. Mevrouw M. van der Tempel, Van Adrichemstraat 9, 2614 BJ Delft. Getekend op 17 december 2003, ingekomen op 22 december 2003;
  2. mevrouw J. van Dijk, van Groenewegenstraat 76, 2614 BH Delft. Getekend op 22 december 2003, ingekomen op 29 december 2003;
  3. E.J. Monteny-Lander, Van Kinschotstraat 25, 2614 XP Delft. Getekend op 28 december 2003, ingekomen op 30 december 2003;

4.       G. Abraham en F. Abraham-Ogterop en N. de Waal en E. de Waal mede ondertekend door 22 buurtbewoners (persoonsgegevens opgenomen in bijlage 1) van Kinschotstraat 17 en 19, 2614 XJ Delft. GemeGetekend op 2 januari 2004, ingekomen op 5 januari 2004. Aangevuld schrijven op 26 februari 2004, mede ondertekend door 207 buurtbewoners. Ondertekend door 26 insprekers. De persoonsgegevens zijn toegevoegd in bijlage 1.

5.       H. Haakman, Van Adrichemstraat 339, 2614 BS Delft. Ingekomen op 5 januari 2004.

 

 

A.1       M. van der Tempel, Van Adrichemstraat 9:

 

A.1.1    Samenvatting

Inspreker stelt dat door de hoogte van de flat de bezonning van haar woning in gevaar komt. Als gevolg van hoogte van de aan haar flat gebouwde hoogbouw heeft zij nu in de zomer slechts drie uren zon. De geplande flat van 25 bouwlagen zal dit nog verder verslechteren. Er wordt een overzicht gegeven van het inkomende zonlicht op dit moment en daarbij de opmerking dat inspreker niet in de hoek van de flat woont, zodat haars inziens de bezonning als gevolg van de geplande flat aanzienlijk zal verslechteren.

            Antwoord

De afstand van de flat waarin inspreker woont ligt op circa ongeveer 110 meterruime (arjaan) afstand van de plaats waar de hoogbouw is geprojecteerd. Bezonningsonderzoek heeft uitgewezen dat de schaduwhinder van de geplande flat op deze bebouwing in de omgeving beperkt van omvang is. Door de slanke vormgeving van de flat zal slechts voor een korte periode schaduw zijn. Op korte afstand heeft de vorm van het gebouw minder invloed op tijdsduur van de schaduwperiode. In de winter zal schaduwhinder groter zijn dan in de zomer. Hinder is dan groter omdat als gevolg van de lage zonnestand de schaduwlengte groter is. Daarbij wordt opgemerkt dat in de winter door de lage zonnestand ook veel reeds aanwezige gebouwen schaduw opleveren, die in sterke mate de schaduw van de toren zullen overlappen. Dit geldt in ieder geval voor de flat aan de Van Adrichemstraat. In de zomerperiode staat de zon zo hoog dat deze flat niet in de schaduw van de woontoren ligt als gevolg van de afstand tot de nieuwbouw. Als gevolg hiervan komt de flat buiten de zomerperiode (globaal tussen eind september en eind maart) aan het einde van de ochtend gedurende ongeveer 2 uur in de schaduw van de toren te liggen. De schaduw wordt daarbij voor de flat aan de van Adrichemstraat 9 van inspreker niet zozeer bepaald door de Vermeertoren maar door de aangrenzende flat boven de supermarkt. De hoogbouw doet gelet op voorgaande geen onevenredige afbreuk aan de bezonningssituatie van de flat waarin inspreker woont.

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

A.1.2    Samenvatting

Er wordt bezwaar gemaakt tegen de kap van de populieren die op het terrein staan. Deze bomen geven inspreker het gevoel van groen en natuur en inspreker kan zodoende zien waar de wind vandaan komt. Het verzoek is om deze bomen in de wijk te behouden, omdat er niet veel oude bomen zijn.

            Antwoord                  

De regio Haaglanden kampt met een tekort aan woningen.  Ha Nynke,

De regio Haaglanden kampt inderdaad met een tekort aan woonruimten (ipv woningen). Stadsgewest Haaglanden heeft onlangs een rapport opgesteld. De titel van het Haaglanden rapport is: regionale woonvisie van het stadsgewest Haaglanden, ontwerp vastgesteld in DB 26 november 2003. Je kunt zeggen dat rijks-, proviciaal, regionaal en gemeentelijk beleid gericht is op het realiseren van woonruimten in bestaand stedelijk gebied. De locatie van de Vermeertoren valt binnen het bestaand stedelijk gebied.

Je redenering klopt zodoende. Als je wilt kunne we ook nog even kijken wat het streekplan en het regionaal structuurplan precies aangeven.

Nog een aanvulling van Marit:

In de woonvisie Haaglanden staat dat de woningmarkt in Haaglanden kwantitatief en kwalitatief gespannen is, dat er meer en andere woningen nodig zijn om de woningvraag te kunnen bedienen. De aantrekkelijkheid van haaglanden zit in de bijzondere combinatie van groen, blauw en compact. Die kernkwaliteit vraagt om structuur en ontwerp:

·conserveren: de open ruimte behouden,

·verbinden: het buitenliggende groen en het stedelijk groen verbinden en

·gebruiken: de woonfunctie beter op de open ruimte orienteren.

Gegeven de groenstructuur gaat het belang van groen boven dat van rood. Aan de stedelijke bebouwing stelt dit de eis dat deze compact moet zijn, dat gezocht moet worden naar een passend meervoudig ruimtegebruik.

Een toren is een vorm van compact ruimtegebruik, de combinatie met andere functies op de begane grond (buurthuis, medische voorzieningen?) maakt de vermeertoren tot een meervoudig ruimtegebruik project. Alleen de zin groen gaat voor rood is niet zo handig om zo in de beantwoording te zetten. Ouderenwoningen zoals gepland in de vermeertoren (?) maken wel weer ruimte voor de zo gewenste "andere" woningen.

Op basis van het nu geldende bestemmingsplan is ter plaatse van deze locatie reeds bebouwing toegestaan. Het bestemmingsplan stelt geen beperking aan de bouwhoogte. De geplande ontwikkeling is met name strijdig met het ter plaatse toegestane gebruik.

Het rijks-,provinciaal-,regio- en gemeentebeleid is daarom gericht op realisatie van extra woningen in het gebiedHet algemeen belang, gebaat bij uitbreiding van de woningvoorraad, zal in sommige opzichten ten koste gaan van individuele belangen van zittende bewoners. Eén van die individuele belangen is de door inspreker aangevoerde kap van de populieren. Het is niet mogelijk het bouwplan uit te voeren én de bomen te behouden. Voor het kappen van de bomen zal een kapvergunning aangevraagd moeten worden. Deze aanvraag wordt gedurende 2 weken ter inzage gelegd voor belanghebbenden om hun zienswijze in te dienen. Randvoorwaarde in het plan is wel dat de ecologische structuur langs de Provinciale weg en de Van Foreestweg wordt gehandhaafd. Aldaar zal geen aantasting van de groene inrichting kunnen plaatsvinden.

Het is binnen de kapverordening mogelijk om herplantplicht op te leggen, indien de boombeplanting is aangemerkt als "met bijzondere waarden". Bijzondere waarde houdt in dat de boom monumentaal en/of structuurbepalend is en/of onderdeel uitmaakt van de ecologische boomstructuur en/of historische waarde heeft en/of een beeldbepalende functie voor de omgeving heeft en/of een bepaalde zeldzaamheidswaarde heeft en/of geplant is volgens de herplantplicht. Bovenstaande is hier niet aan de orde. De bomen/populieren die wel onderdeel van de ecologische boomstructuur zijn, blijven namelijk gehandhaafd.

De herplant dient zo veel mogelijk gelijkwaardig te zijn aan de beplanting die verloren is gegaan en vindt zo mogelijk plaats op dezelfde plek dan wel binnen hetzelfde perceel. Voorwaarde is dat er voldoende boven- en ondergrondse ruimte is om een nieuwe boom te planten. Het verplicht herplanten van een boom op een andere plaats is niet gewenst, omdat er niet altijd een geschikte plaats beschikbaar is om een boom te planten en er voldoende nieuwe bomen in Delft worden aangeplant op nieuwe plaatsen. Het wordt niet als zinvol gezien om "gedwongen" naar een geschikte plaats te moeten zoeken.

Indien inspreker meent als gevolg van de geplande woningen onevenredig in zijn belangen te worden geschaad dan kan hij te zijner tijd een verzoek indienen om planschadevergoeding als bedoeld in artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

A.1.3    Samenvatting

Inspreker maakt bezwaar tegen het tornado-effect dat volgens haar ontstaat als de wind om de hoge flat waait en dat de flat ongeschikt maakt voor bewoning door senioren die slecht ter been zijn.

            Antwoord

Gemeentelijk onderzoek heeft uitgewezen dat er thans geen reden is aan te nemen dat een zogenoemde “tornado-effect” rond de woontoren zich zal voordoen.

Aanvrager van de bouwvergunning zal Er zaeen uitgebreid windhinder-onderzoek laten verrichtenverricht worden bij de aanvraag van de bouwvergunning. Het windhinder onderzoek zal in juli 2004, voor afgifte van de bouwvergunning en vrijstelling,  afgerond zijn. Indien hieruit mocht blijken dat een onevenredige windoverlast zal ontstaan, zullen passende maatregelen getroffen moeten worden.. Voor windhinder gekeken in de Nota Dakopbouwen Hoornse Hof. Hier wordt echter alleen antwoord gegeven in de situatie van de dakopbouw en kan ik niets voor de Vermeertoren gebruiken. Een beetje trikkie, wie kan dit weerleggen?

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

A.1.4    Samenvatting

Tenslotte vreest inspreker dat de flat te hoog blijkt te zijn bij een toekomstige langdurige stroomuitval. Van de 25ste verdieping kunnen moeilijk mensen naar beneden gebracht worden. Ze waarschuwt voor een vals gevoel aan zekerheid op dit punt.

            Antwoord

Langdurige stroomuitval komt zeer weinig voor in Nederland. Het naar beneden brengen van personen in een dergelijke situatie is niet lastiger dan bij een gebouw van bijvoorbeeld 12 verdiepingen. Het plan is voor de (brand)veiligheid getoetst aan het bouwbesluit en voldoet aan de eisen. Het plan is op verzoek van de brandweer voorzien van twee trappenhuizen. In geval van brand mogen liften namelijk niet gebruikt worden.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

 

A.2       Mevrouw J. van Dijk, Van Groenewegen 76:

 

A.2.1    Samenvatting

Inspreker heeft bezwaar tegen de verdichting van de wijk en hecht juist veel waarde aan de ruim opgezette wijk. Ze is het niet eens met de bouwplannen en hecht veel waarde aan het vrije uitzicht.

            Antwoord

Het ter plaatse geldende bestemmingsplan staat bebouwing van deze locatie toe. Verdichting is aldus niet strijdig met het geldende bestemmingsplan. Het bestemmingsplan staat slechts gebruik ten behoeve van bijzondere doeleinden toe (bijvoorbeeld kerken, scholen, wijkgebouwen) en geen woningen.

De regio Haaglanden kent een tekort aan woningen. Het stadsgewest Haaglanden heeft op 26 november 2003 het rapport "Regionale Woonvisie van het stadsgewest Haaglanden" opgesteld. Conform het rijks- en provinciaal gebied is ook dit beleid gericht op het realiseren van meer woonruimten in bestaand stedelijk gebied. De locatie van de Vermeertoren valt binnen het bestaand stedelijk gebied.

In de woonvisie Haaglanden staat dat de woningmarkt in Haaglanden kwantitatief en kwalitatief gespannen is, dat er meer en andere woningen nodig zijn om de woningvraag te kunnen bedienen.

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

A.2.2    Samenvatting

Er is bezorgdheid over wat er met het plantsoen gaat gebeuren, na de tijdelijke verplaatsing van het buurthuis. Inspreker vreest dat het plantsoen dan bebouwd gaat worden.

            Antwoord

De tijdelijke locatie is een noodoplossing voor de tijd van de bouw. De ruimtelijke kaders bepalen dat na de tijdelijke verplaatsing van het buurthuis het terrein weer het karakter te geven van een openbare ruimte. De gemeentelijke intentie is om de openbare ruimte een parkachtige inrichting te geven, wellicht met water.

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

 

A.3       E.J. Monteny-Lander, Van Kinschotstraat 25:

 

A.3.1    Samenvatting

Inspreker is van mening dat het blok Van Kinschotstraat 25 t/m 39 wordt ingebouwd. Met de bouw van de Vermeertoren wordt het laatste vrije uitzicht geblokkeerd, waardoor er weinig zonlicht in de woningen zal komen en het uitzicht vanuit alle kanten op bouwwerken zal zijn.

Door het gebrek aan zonlicht zal de verlichting aan moeten blijven, wat niet energie zuinig is.

            Antwoord

Tekstvoorstel van Marlies

Door de geplande nieuwbouw zal inderdaad aan de oostzijde een gevelwand ontstaan. Deze is overigens op basis van het vigerende bestemmingsplan in ruimtelijk opzicht al mogelijk. In het verre verleden is bij de planvorming van de wijk uitgegaan van bebouwing van het perceel, doch dit heeft nooit in de toegestane vorm gekregen. Met betrekking tot het uitzicht is het natuurlijk zo dat dit ingrijpend veranderd, doch dit is gelet op het bestemmingsplan en de stedelijke situatie aanvaardbaar.

Met betrekking tot de bezonning kan worden gesteld dat de nieuwbouw aan de oostkant van de bestaande woonflat aan de Van Kinschotstraat wordt gebouwd. In het ontwikkelingsplan is aan deze zijde een lager deel gepland. Een nadelige invloed op de bezonningssituatie is daardoor wel aanwezig doch beperkt. Gelet de op de bestaande bouwmogelijkheden in het thans geldende bestemmingsplan wordt de verandering van de bezonning niet onaanvaard­baar geacht. Gelet op de hoogte en afstand van de nieuwbouw tot bestaande bebouwing wordt niet verwacht dat hierdoor de daglichttoetreding zodanig wordt beïnvloed dat onder normale omstandigheden  overdag de verlichting aan hoeft. Zie de beantwoording van A 2.1.

Voor beantwoording wordt verwezen naar de antwoorden onder A.1.1 en A.2.1.

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

A.3.2    Samenvatting

Door de bouwactiviteit zal er geluidsoverlast ontstaan. Er wordt gewezen op het feit dat enkele bewoners door hun werk overdag rust nodig hebben.

            Antwoord

Tijdens de bouw in binnenstedelijke locatie is overlast tot op zekere hoogte onvermijdelijk bij omwonenden. Dit is een belangrijk aandachtspunt en er zal getracht worden de overlast tot het minimum te beperken. Geluidsoverlast zal zich vooral voordoen tijdens de heiwerkzaamheden. Dit zal van relatief korte duur zijn (enkele weken).

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

A.3.3    Samenvatting

Als gevolg van realisatie van het bouwplan en de bebouwing van de nieuwe wijken Voordijkshoorn en Harnasch die ontsloten worden over de Van Foreestweg en de A4 zal verkeershinder optreden.

Antwoord

Door de realisatie van de Delftse woningbouwplannen in de Harnaschpolder (ca. 1100 woningen)zal toename van verkeersbewegingen op de Van Foreestweg tot gevolg hebben, maar niet zodanig dat het hinderlijk of onveilig wordt.  Omwille van het tegengaan van ongewenst (sluip)verkeer tussen de A4-afslag Wateringse Veld/Harnaschpolder en het Delftse Centrum, via de (verlengde) Kristalweg/Van Foreestweg, zal een "autoknip" worden gemaakt tussen de twee Delftse woongebieden in de Harnaschpolder, te weten Voordijkhoornsepolder en Lookwatering-West. Dat betekent dat autoverkeer van/naar de nieuwe wijk Voordijkhoornsepolder via de Van Foreestweg wordt afgewikkeld. Autoverkeer van een naar Lookwatering-West zal via de nieuwe Harnaschdreef in Den Hoorn worden afgewikkeld.

 

Berekeningen met het verkeersmodel geven aan dat in een situatie zonder de Harnaschpolder op de kop van de Van Foreestweg (op het drukste moment van de dag, in een maatgevend avondspitsuur) in 2010 circa 370 motorvoertuigen richting Kuijperwijk worden verwacht. Met aanleg van de Harnaschpolder zal dat verdubbelen tot 740 motorvoertuigen. De Van Foreestweg (capaciteit 1000 motorvoertuigen per uur) kan een dergelijke stroom auto's aan; het kruispunt Van Foreestweg - Provinciale Weg moet echter worden aangepast door middel van het verwijderen van de “vanglichten” op de kruising voor de linksaf­bewegingen, het aanpassen van de rijstrookindelingen voor de verkeerslichten en het verlengen van een aantal opstelvakken. Zodoende kan ruimte worden geboden voor betere en veilige verkeersregeling.

Op de Provinciale Weg zelf zullen zich, met een aangepaste kruising, hier ter plaatse geen problemen voordoen.

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

A.3.4    Samenvatting

Onderzoek in Rotterdam heeft uitgewezen dat wonen langs verkeersaders gezondheidsklachten oplevert. In de flat gaan juist zorgbehoevende ouderen wonen, die hun raam niet kunnen openzetten door het lawaai.

            Antwoord

De luchtkwaliteit in het plangebied is voldoende gewaarborgd. Onderzoek heeft uitgewezen dat de concentraties de grenswaarden voor NO2en fijn stof (PM10) niet overschrijden.

Het wonen in een stad geeft bepaalde maten van (geluids-)overlast die als aanvaardbaar dienen te worden beschouwd.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

A.3.5    Samenvatting

De slaapkamers van de portiekwoningen aan de Van Kinschotstraat liggen aan de straatkant. Dit heeft tot gevolg dat bewoners geluidsoverlast ondervinden wanneer aan de straatzijde een buurthuis is gebruik is. De overlast blijft nu beperkt tot een enkele feestavond of Koninginnedag. Wanneer aan de straatzijde een jongerenhonk in gebruik is zal de geluidsoverlast (bonkende muziek en het pand verlatende jongeren) sterk toenemen en inspreker acht dit bijzonder ongewenst. De overlast van het buurthuis is sterk afhankelijk van de bestuur en gemeente. Er heeft op het te bebouwen terrein al eens een jongerenhonk gestaan welke geluidsoverlast heeft veroorzaakt door muziek en bij verlating van het pand. Vraag aangepast door Nynke.

            Antwoord

De ingang aan de Sasboutstraat is de hoofdingang voor het jongerenhonk en zal ook als zodanig worden vormgegeven. Deze dient tevens als een tweede nooduitgang voor het buurthuis. De entree zal zodanig worden vormgegeven dat hier geen aantrekkelijke hangplek ontstaat. Dit kan door middel van goede verlichting en zicht op de entree vanuit de Van Kinschotstraat en de Sasboutstraat.

Bij de normale uitvoering van een wijkcentrum is de mogelijkheid aanwezig dat er bij het verlaten van het centrum overlast zal kunnen ontstaan. Bij het huidige wijkcentrum is dit ook reeds het geval. De moderne regelgeving stelt hogere eisen aan de isolatie van het  pand, waardoor de overlast minder zal worden dan in de huidige (verouderde) situatie.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

A.3.6    Samenvatting

Inspreker is van mening dat de Van Kinschotstraat niet op het bouwplan (80 parkeerplaatsen, het vergrote kinderdagverblijf) berekend is. Er is reeds verkeersoverlast in de straat en gevreesd wordt dit vergroot wordt. Tevens wordt er verzocht om een circulatieplan op te stellen rond de Vermeertoren.

            Antwoord

De afwikkeling van het verkeer op  de Van Kinschotstraat richting Van Foreestweg en het Kruispunt met de Provinciale weg zal als gevolg van de geplande ontwikkeling toenemen met toenemen metca. 50 motorvoertuigen in de ochtendspits. De situatie aldaar zal hierdoor niet gunstiger worden. Gezien de inrichting van de in- en uitrit van de parkeergarage zal dit verkeer alleen plaats kunnen vinden via de nieuwe parallelweg en zodoende maar zeer beperkt over de Van Kinschotstraat komen.

In de toekomst zal het kruispunt Van Foreestweg/provinciale weg ingrijpend worden aangepast als gevolg van ontwikkeling van de Harnaschpolder. De overlast zal om die reden van beperkte duur zijn. Voor de overige beantwoording wordt verwezen naar het antwoord onder A.3.3.

Mogelijk dat hierbij gebruik gemaakt kan worden  van de maatregelen die voor de ontwikkeling van de Harnaschpolder in de toekomst noodzakelijk zullen zijn.

Hierbij valt te denken aan een drietal varianten:

1) Wachten op de grootschalige aanpak in het kader van de ontwikkeling van de Harnaschpolder.

Het betreft dan de herziening van de verkeersregeling Provinciale weg welke noodzakelijk is voor het optimaliseren van de verkeersafwikkeling op dit kruispunt. Te denken valt dan aan het verwijderen van  de “vanglichten” voor de linksaf beweging op het kruispunt en aanpassing van  de  rijstroken- en opstelstroken op de Van Foreestweg.

2) Bij het gereedkomen van het bouwplan Vermeertoren het gestelde onder 1) reeds gerealiseerd hebben.

3) Een gefaseerde uitvoering van het hiervoor genoemde onder 1) door bv. alleen de aanpassing van de opstelstroken te realiseren.

            Conclusie

Nog opstellen. Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

 

A.3.7    Samenvatting

Met de bouw van de toren verdwijnt er een stukje openbaar groen. De groenvoorziening bij de Van Kinschotstraat en de Van der Goesstraat is er geen alternatief voor omdat daar altijd een speelvoorziening geweest is. Deze is recentelijk weggehaald en het nu aanbieden om het weer op te bouwen is iemand blij maken met iets wat al behoort. (sigaar uit eigen doos: hoe zeg je dat anders? De vraag kan ik helaas niet anders opstellen)

            Antwoord

In het geldende bestemmingsplan is bebouwing van deze locatie reeds toegestaan. In het bestemmingsplan is de locatie niet bestemd voor openbaar groen maar voor bijzondere bebouwing.

Door het combineren van de ‘oude’ summiere speelvoorziening nabij de Van Kinschotstraat/Van der Goesstraat en het weg te halen trapveldje bij het bouwplan ontstaat de mogelijkheid tot het sterk verbeteren van de ‘oude’ speelvoorziening. Hiermee zal de totale hoeveelheid speelvoorziening in dit deel van de buurt zeker niet toenemen. Wel zal de kwaliteit en bespeelbaarheid van de verschillende speelvoorzieningen (speeltuin en trapveldje) aanzienlijk toenemen.

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

A.3.8    Samenvatting

Inspreker vreest dat er in de effecten op de windomstandigheden van alle flats niet voorzien is. Vooral bij het kruispunt Provinciale weg/ Van Foreestweg kan er windoverlast optreden voor de fietsers en vooral kinderen.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar het antwoord onder A.1.3.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

A.3.9    Samenvatting

De nieuwe flat ligt op de aanvliegroute van Schiphol en Zestienhoven en inspreker vraagt zich af of er onderzocht is of de flat mag worden gebouwd en of er eventueel aanvullende maatregelen zoals bijvoorbeeld verlichting genomen moeten worden, die impact hebben in de wijk.

            Antwoord

In de conceptkaart Obstakelbeheersgebieden op en rond luchthaven Rotterdam van de inspectie Verkeer en Waterstaat Divisie Luchtvaart, unit infrastructuur van november 2003 dat gebaseerd is op het internationale Chigago-verdrag staat aangegeven dat een obstakel (woontoren) van deze hoogte en op deze locatie geen problemen geeft voor het luchtverkeer.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

 

A.4       Door 26 insprekers ondertekende inspraakreactie:

G. Abraham en F. Abraham-Ogterop en N. de Waal en E. de Waal mede ondertekend door 22 buurtbewoners

Aangevuld op 26 februari 2004, mede ondertekend door 207 buurtbewoners

 

A.4.1    Samenvatting

Insprekers zijn van mening dat de motivering van de 75 meter hoge woonflat, namelijk dat het een landmark, invals- en oriëntatiepunt is voor de automobilist om de Kuyperwijk te vinden en de wijk hierdoor meer bij Delft en de ruimere omgeving hoort, onjuist en geen randvoorwaarde voor het ontwikkelingsplan. De toekomstige Harnaschpolder, zo stellen ze, kan met de juiste kaart en bewegwijzering ook gevonden worden, waardoor de motivering dat deze woontoren nodig is voor verkeersbegeleiding onhoudbaar wordt.

            Antwoord

Naast het feit dat mensen via kaarten en routeplanner hun weg kunnen vinden, getuigt het van goede ruimtelijke ordening om een ruimtelijke structuur na te streven waarin mensen op prettige wijze zich kunnen verplaatsen en verblijven. De leesbaarheid van de stad is hierbij, naast allerlei andere zaken, een belangrijk aspect. De ruimtelijke opbouw, waarbij onderscheid aanwezig is tussen verschillende ruimten, draagt hieraan in belangrijke mate bij. Hoogbouw op de juiste plaats in de juiste vorm / hoogte (en met de juiste functie) vormt een instrument om een goede ruimtelijke opbouw te verkrijgen. Gelet op de ligging van de locatie bij een entree van de stad en de Kuyperwijk is deze locatie voor hoogbouw uitermate geschikt als oriëntatiepunt / landmark. Bij de beoordeling of op een locatie bepaalde bebouwing wenselijk is speelt onder andere de opzet van de wijk waar de locatie onderdeel van uitmaakt een rol alsmede de ruimtelijke hoofdstructuur van Delft. Vanuit de opbouw van de wijk kan worden geconstateerd dat deze wordt gekenmerkt door losstaande gebouw. De bouwhoogte is vrij gelijkmatig gedifferentieerd van laag tot hoog. De lage en middelhoge woongebouwen zijn gegroepeerd in bouwblokken of zijn in rijen achter elkaar geplaatst. De hoge woongebouwen zijn gelegen aan de grote openbare ruimten en zijn ‘organisch’, rondom het kloppend hart van de buurt of wijk, gesitueerd. De hoogbouw structureert de ruimtelijke beleving van de gebieden wel maar er wordt heel bewust geen monumentaliteit mee nagestreefd, maar eerder de sfeer van een hedendaags, gegroeid dorp. De hoogbouw staat bijvoorbeeld net scheef op een zichtlijn of is net uit het midden van de as van een weg gelegd. Door de verschillende bouwhoogten wordt de ruimte ‘gelaagd’.
Binnen de opzet van de Kuyperwijk kan deze gelaagdheid een aangrijpingspunt worden gevonden een hoger element toe te voegen, met behoud van de ruimtelijke kwaliteit van de opzet van de wijk. Juist de gekozen plaats van de Vermeertoren past bij de centrumfunctie die de Van Foreestweg vervult.
De locatie van de Vermeertoren maakt onderdeel uit van de stedelijke hoofdstructuur. De provinciale weg zal in de toekomst nog meer dan nu het geval is een belangrijke noordzuid-ontsluitingsroute zijn binnen Delft. Het kruispunt van de provinciale weg met de Van Foreestweg/Ruys de Beerenbrouckstraat vormt hierbij een belangrijk knooppunt aan de noordwestzijde van de stad. Zo'n knooppunt vormt in de ruimtelijke structuur bij uitstek een locatie om een stedenbouwkundig hoogteaccent te ontwikkelen.  Gelet op de ligging van de locatie bij een knooppunt/entree van de stad en in de Kuyperwijk met een specifieke ruimtelijke opbouw is deze locatie voor onderscheidende hoogbouw uitermate geschikt.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan

 

A.4.2    Samenvatting

Ouderen met zorgindicatie en op te vangen kinderen behoeven veilige faciliteiten zonder onnodige windhinder en windgevaar. Daarom is juist een woontoren voor deze doelgroep ongunstig. Het verzoek is om de faciliteiten veilig en kleinschalig binnen de huidige schaal van de Kyperwijk, zonder 75 meter hoogte, te realiseren.

            Antwoord

Om meerdere redenen is hoogbouw op deze locatie gewenst.Er zijn verschillende redenen om op deze locatie hoogbouw te realiseren (zie de beantwoording van A.1.2 en A.2.1). Het is daarbij wel van belang dat onaanvaardbare hinder en gevaar worden voorkomen. Dit is nadrukkelijk uitgangspunt in het ontwikkelingsplan. Ook bij de kinderopvang zal onaanvaardbare hinder en zeker gevaar worden voorkomen, omdat anders deze functie niet naar behoren kan functioneren. Er zijn geen redenen om aan te nemen dat de gewenste c.q. noodzakelijke kwaliteit niet kan en zal worden bereikt. Voor verdere beantwoording wordt verwezen naar de antwoorden onder A.1.2 envraag A.1.3.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

Aanvullende reacties

Op 2 en 5 maart 2004 zijn twee identieke aanvullend inspraakreacties ingekomen, gedateerd op 26 februari 2004. Deze aanvullende bezwaarschriften zijn ondertekend door circa 25 personen en vormt een aanvulling op de inspraakreactie van 2 januari 2004 (A.4). Tevens is er op 20 februari 2004 door de Buurtraad ’75 en de bewoners van de Kuyperwijk een handtekeningenlijst van 192 handtekeningen ingekomen, gedateerd op 19 februari 2004 en ook zijnde een aanvulling op de brief en handtekeningen van 2 januari 2004.

De inspraaktermijn liep af op 5 januari 2004. In de originele inspraakreactie is geen verzoek opgenomen om buiten de formele inspraakperiode een aanvullend bezwaar te mogen indienen. Gelet op het bovenstaande en om precedentwerking te voorkomen zijn wij van mening dat de aanvullende inspraakreactie niet ontvankelijk is en daarmee niet in aanmerking komt voor inhoudelijke behandeling. In de vervolgprocedure kunnen deze aanvullende bezwaren van omwonenden als zienswijzen worden ingediend tijdens de ter inzage legging van het bouwplan. De zienswijzen moeten in die procedure worden beantwoord voordat besluitvorming rond bouwvergunning en vrijstelling kan plaatsvinden.

 

 

A.5       H.Haakman, Van Adrichemstraat 339:

 

A.5.1    Samenvatting

Inspreker merkt op dat de belangen van de bewoners aan de Van Adrichemstraat worden vergeten. Hij stelt dat het vrije uitzicht op de binnenstad van Delft, hetgeen insprekerwat hi een waardeverhoging voor zijn woning vindt hebben, verloren gaat door de woontoren. Hij vindt dit niet aanvaardbaar.

            Antwoord

Gezien de zeer slanke toren zal het uitzicht maar in zeer beperkte mate worden gehinderd. Uit de fotoreportage is gebleken dat het panorama van Delft niet wordt gehinderd.

Verder wordt opgemerkt dat indien als gevolg van de geplande woningen belangen van inspreker onevenredig worden geschaad te zijner tijd een verzoek om planschadevergoeding als bedoeld in artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening kan worden ingediend.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

A.5.2    Samenvatting

Opgemerkt wordt dat door de nieuwe wijk de ontsluiting van de Van Foreestweg nu reeds een probleem is en inspreker voorziet met de woontoren grote verkeerstechnische problemen.

            Antwoord

Voor de beantwoord wordt verwezen naar vraag A.3.3. Is dit de juiste beantwoording.Voor beantwoording wordt verwezen naar het antwoord onder A.3.3.

           

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

 

B.         Mondelinge inspraak bijeenkomst

 

Het concept-ontwikkelingsplan Van Foreestweg / Van Kinschotstraat  is op 17 december 2003 is van 19:30 tot 21:00 gepresenteerd tijdens een inloopbijeenkomst in de Altena Hoeve. De presentielijst is door 27 insprekers getekend. De presentielijst is bijgevoegd onder bijlage 2.

Het plan is toegelicht met tekeningen, foto’s en teksten op panelen waar de volgende onderdelen van plan aan de orde zijn gesteld: plattegrond met  toegestane bouwhoogtes, impressies van bestaande en nieuwe situatie, zicht vanuit de omgeving op de locatie, bezonningsdiagrammen, verkeer en parkeren, tijdelijke locatie wijkcentrum, openbare inrichting, plattegronden nieuwbouw: woningen, wijkcentrum, bedrijfsfuncties en procedures. Per paneel was een deskundige beschikbaar voor het beantwoorden van vragen en het geven van nadere toelichting. Bij een zogenoemd inspraakloket is gelegenheid geboden mondeling een visie op het voorgenomen plan te geven.

 

B.1       Samenvatting

Delftwonen wil graag op de hoogte gehouden worden over de bezwaarschriften van de bewoners van de Van Kinschotstraat.

            Antwoord

Deze Nota Inspraak en Overleg zal gestuurd worden naar degene die inspraak hebben geleverd op het Ontwikkelingsplan en belangstellende die de presentielijst op de inspraakavond hebben getekend. Delftwonen behoort ook tot deze belangstellenden.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

B.2       Samenvatting

Er is een flat gepland van 25 woonlagen. Nu staan er in het gebied slechts woonflats van 10 etages. De flat van 25-woonlagen is ontzettend hoog. Er is angst dat als de eerste flat van die hoogte er eenmaal staat, er meerdere zullen volgen.

            Antwoord

Gelet op de reeds in de Kuyperwijk aanwezige hoogbouw van 8 tot 12 lagen is het nodig om op deze locatie hoogbouw van een andere orde te realiseren ten einde in ruimtelijk opzicht een duidelijk onderscheid te verkrijgen. Omdat dit op een belangrijke plek in de ruimtelijke structuur (entree van de stad en van de Kuyperwijk) plaats vindt, is het niet aannemelijk dat er in de nabijheid zich nog zo'n plek voordoet. Het unieke van het gebouw hangt samen met die van de plek. Er is thans geen enkele aanleiding om in de directe omgeving meerdere van dergelijke hoge gebouwen toe te laten. Op andere plaatsen in Delft zijn dergelijk hoge gebouwen niet uit te sluiten. Door de gemeente wordt gewerkt aan een beleidsnotitie inzake Bouwhoogten in Delft ten einde de gewenste sturing aan hoogbouw te kunnen vorm geven. Voor overige beantwoording wordt verwezen naar het antwoord onder A.4.1.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

B.3       Samenvatting

Het is niet praktisch dat bij deze inspraakavond niet aangegeven is wie verantwoordelijk is voor de diverse planonderdelen.

            Antwoord

Deze opmerking heeft betrekking op het niet aanwezig zijn van badges tijdens de inspraakavond. In het vervolg zullen de verantwoordelijke deskundigen herkenbaar zijn door  een badge.          

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

B.4       Samenvatting

Gevraagd is naar de verwachte datum van sloop.

            Antwoord

Sloop zal niet eerder kunnen plaatsvinden dan nadat de tijdelijke huisvesting van het buurthuis is gerealiseerd. Naar verwachting zal het weghalen van het huidige buurthuis niet eerder plaatsvinden dan het 4e kwartaal van 2004.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

B.5       Samenvatting

Gevraagd is naar de verwachte datum van oplevering.

            Antwoord

De te verwachte datum van oplevering is mede afhankelijk van het verloop van de procedures die op grond van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en de Woningwet ten behoeve van het verlenen van vrijstelling en bouwvergunning moeten worden doorlopen. Dit is geheel afhankelijk van de resultaten van de te voeren RO procedures. Deze procedures zijn op zijn vroegst afgerond De verwachting is dat de RO procedures zijn afgerond in het 4e kwartaal van 2004. De bouwtijd is ca. 2 jaar. Oplevering zal aldus op zijn vroegst in het 4e kwartaal van 2006 kunnen plaatsvinden.

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

B.6       Samenvatting

Opgemerkt is dat er nooit een verslag is toegezonden van de vorige avond van 24 juni, dat was door Vestia wel toegezegd.

            Antwoord

In het kader van de gemeentelijke besluitvorming over het ontwikkelingsplan is deze avond de enige inspraakbijeenkomst. Een eerdere bijeenkomst is door en onder verantwoordelijkheid van Vestia gehouden. Vestia is derhalve verantwoordelijk voor het al dan niet verzorgen van een verslag.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

B.7       Samenvatting

Een bewoner van de laagbouw van de flat in de Adrichemstraat geeft aan vanaf balkon nu uitzicht te hebben op een paal. De nieuwe flat is wel mooi, maar sluit niet aan op de rest van de omgeving. De parkeergelegenheid is in dezelfde lijn als het gezicht op de flat. Verzocht wordt om de parkeergelegenheid bij de Plusmarkt dezelfde uitstraling te geven als de parkeergelegenheid in het nieuwe plan. Momenteel zijn regelmatig zwervers aanwezig rondom dat terrein. Verzocht wordt om het speciale trottoir, dat bij het nieuwe plan komt, ook bij de Van Adrichemstraat te realiseren. Dan past het geheel in de wijk.

            Antwoord

Nieuwe inrichting van de openbare ruimte vindt alleen plaats binnen de plangrenzen van het project. Herinrichting van terrein buiten het plangebied, kan niet meegenomen worden met dit project omdat het buiten de opdracht valt en omdat daar geen financiën voor zijn binnen het project. Dus: Valt het verzoek buiten het plangebied?

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

B.8       Samenvatting

Er is angst voor de brandveiligheid bij een woonflat van 25 woonlagen omdat er geen ladders zijn die een dergelijke hoogte kunnen bestrijken.

            Antwoord

Het ontwerp voldoet aan de eisen voor brandveiligheid die wettelijk gesteld worden aan gebouwen van dergelijke hoogte. Zo is voorzien in een zogenaamde droge blusleiding in het gebouw die in geval van brand het bluswater snel naar de gewenste verdieping transporteert. Ook bevat het gebouw twee gescheiden trappenhuizen die ervoor zorgen dat er altijd een rook- en brandvrije vluchtweg aanwezig is. Over het ontwerp wordt overigens overleg gevoerd met de brandweer. Zonder akkoord van de brandweer kan geen bouwvergunning worden verleend.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

B.9       Samenvatting

Naar voren wordt gebracht dat een hoge flat niet geschikt is voor ouderen. Die willen graag een tuin en laagbouw en contact met de aarde houden. Verzocht wordt om geen hoogbouw toe te staan.

            Antwoord

Blijkens het WoningBehoefteOnderzoek 2002 (WBO) wil 78% van de Delftse 55-plussers verhuizen naar een appartement, voornamelijk in de huursector. Het WBO is een landelijk enquêteonderzoek naar woonwensen, dat eens in de paar jaar in opdracht van VROM en de gemeente Delft door een onderzoeksbureau wordt verricht. 

In het WBO wordt niet vermeld naar welke woonlaag de voorkeur uitgaat. Uit algemene onderzoeken blijkt dat ouderen wonen op de begane grond als minder veilig beleven. Ook de behoefte aan een tuin is bij ouderen beperkt, i.v.m. het onderhoud daarvan.

Als aanvulling wordt  toegevoegd dat blijkens informatie van woningbouwvereniging Vestia de "woontoren" Delfshove op de hoek van de Papsouwselaan/Westlandseweg zeer goed verhuurbaar is. Naast veiligheid in een appartement, kiezen ouderen ook voor een fraai uitzicht. Er dat zal bij de Vermeertoren zeker het geval zijn.

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

B.10     Samenvatting

Het bestemmingsplan is ooit gewijzigd ten behoeve van kleinschalige bebouwing. Het nu voorliggende plan is niet aan te merken als kleinschalig.

            Antwoord

Voor het plangebied geldt een oud bestemmingsplan.Dit kan echter gewijzigd worden. Om dit mogelijk te maken is er een ruimtelijke argumentatie nodig via artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Later zal hier een bestemmingsplan op volgen. Antwoord omgevormd na opmerkingen Marlies, gaarne controlerenHet nu geldende bestemmingsplan staat op de locatie bebouwing toe en stelt geen beperkingen aan de bouwhoogte. Het bestemmingsplan dateert uit 1957. De gemeente Delft heeft tot op heden geen nieuw bestemmingsplan in procedure gebracht en dus ook geen plan dat voorziet in een wijziging van het planologisch regime ten behoeve van kleinschalige bebouwing.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

B.11     Samenvatting

Opgemerkt wordt dat er meer uitstoot van uitlaatgassen zal zijn met deze toename in auto’s. Gevraagd wordt of daar onderzoek naar gedaan is. Ook de ontsluiting van de nieuwe woonwijken in Lookwatering-west is via de Van Foreestweg geregeld.

            Antwoord

Een goede luchtkwaliteit is belangrijk voor de gezondheid van mensen. In het Besluit Luchtkwaliteit 2001 zijn daarom grenswaarden voor de concentratie van stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10) vastgesteld die gelden vanaf 2010. Voor beide stoffen geldt een grenswaarde van 40 microgram per kubieke meter. Ook zijn er in het Besluit Luchtkwaliteit plandrempels vastgesteld. De plandrempels zijn hoger dan de grenswaarden en nemen ieder jaar trapsgewijs af. Voor stikstofdioxide was de plandrempel in 2002 56 microgram per kubieke meter en voor fijn stof 45 microgram per kubieke meter. Tot 2010 wordt de plandrempel jaarlijks lager omdat de luchtkwaliteit jaarlijks zal verbeteren, onder andere omdat motoren in nieuwe auto’s steeds schoner worden. Hierdoor kan er van worden uitgegaan dat als in 2002 de luchtkwaliteit onder de plandrempel zat, in 2010 automatisch wordt voldaan aan de grenswaarde.

In het rapport Luchtkwaliteit 2002 van de gemeente Delft is de luchtkwaliteit van de Provinciale weg onderzocht. De locatie voor de Vermeertoren ligt op een zodanige afstand van de Provincialeweg en de Foreestweg  dat ruimschoots  is voldaan aan de plandrempel in 2002. Vandaar dat vrijwel zeker is dat in 2010 de luchtkwaliteit voor deze locatie onder de grenswaarde zal liggen. De gezondheid van de toekomstige bewoners / gebruikers van de Vermeertoren wordt daarmee voldoende gewaarborgd.

Een toename van het verkeer leidt tot een grotere uitstoot van met name stikstofdioxide. De invloed van het lokale verkeer op de totale concentratie is echter gering. Uit het rapport Luchtkwaliteit 2002 van de gemeente Delft blijkt dat het grootste deel van de concentratie, ongeveer 30 microgram per kubieke meter, wordt veroorzaakt door de achtergrondconcentratie. De achtergrondconcentratie is de concentratie die altijd op die plek aanwezig is, ook als er alle  wegen in de buurt zouden  worden afgesloten voor verkeer. De bijdrage van het lokale verkeer in de concentratie is daardoor klein. Door de toename van het verkeer zal de emissie van stikstofdioxide iets toenemen. De toename is echter zo klein, enkele tienden van een microgram per kubieke meter, dat dit op het totaal weinig uit maakt.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

B.12     Samenvatting

Het jongerenhonk en het buurthuis in de nieuwbouw komen voor het huis van insprekers. Zij geven aan dat hun slaapkamers gelegen zijn aan die zijde van de flat. Hoewel er toezeggingen zijn gedaan over de geluidsdichtheid van het pand, zullen bezoekers ook de wijk intrekken en dat geeft geluidsoverlast.

            Antwoord

Voor de beantwoording wordt verwezen naar A.3.5.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

B.13     Samenvatting

De Van Kinschotstraat is nu al vaak verstopt door het verkeer. Mensen laten elkaar er niet door e.d. Gevraagd wordt waar dit extra verkeer naar toe moet.

            Antwoord

Voor de beantwoording wordt verwezen naar A.3.3. en A.3.6. Juiste Antwoord?

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

B.14     Samenvatting

Het plan was altijd gebaseerd op 2 woonlagen, net zo hoog als de bestaande huizen. Nu wordt de mogelijkheid geboden voor 4 woonlagen. Inspreker geeft aan daar tegen te zijn vanwege het verlies van uitzicht. Inspreker geeft aan het een verschrikkelijk plan te vinden.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar het antwoord onder A.1.2.

Beantwoording van de vraag over de verandering van 2 naar 4 woonlagen. Voor de overige beantwoording wordt verwezen naar de vraag A. 2.1.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

B.15     Samenvatting

Metingen van de luchtkwaliteit bij de Ruys de Berenbrouckstraat hebben een veel te hoge norm voor uitlaatgassen geconstateerd. Gevraagd wordt of er bij dit plan rekening gehouden met is deze uitlaatgassen, ook bij de stoplichten.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar het antwoord onder B.11.De plannen voor dit gebied worden door de provincie getoetst op o.a. luchtkwaliteit. Door deze toetsing worden de (toekomstige) bewoners beschermd tegen o.a. de uitlaatgassen van het verkeer. De provincie hanteert hiervoor grenswaarde voor de verschillende verontreinigde stoffen. Met betrekking tot verkeer speelt met name NO2 . De grenswaarde voor NO2 is 40 micogram/m3. Aangetoond dient te worden dat de concentratie onder deze grenswaarden blijven. Een bestemmingsplan(wijziging) waar niet wordt voldaan aan voornoemde grenswaarden keurt de provincie niet goed.

De luchtkwaliteit in het plangebied is voldoende gewaarborgd. De concentraties overschrijden de grenswaarden voor NO2 en fijn stof (PM10) niet.    

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

B.16     Samenvatting

Gevraagd wordt hoe lang gaat het duren voordat het verslag wordt toegezonden. Van de vorige avond is geen verslag toegezonden.

            Antwoord

Het verslag is op 19 december 2003 naar insprekers en belangstellenden die de presentielijst hebben getekend veropgestuurd.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

B.17     Samenvatting

Opgemerkt wordt dat oudere mensen bij een inspraakavond graag eerst wat algemene informatie krijgen.

            Antwoord

Tijdens de inspraakbijeenkomst is de algemene informatie gegeven op de panelen. Tevens konden enkele exemplaren van het concept ontwikkelingsplan ingekeken worden. Daarnaast waren verschillende deskundigen aanwezig om desgewenst een persoonlijke toelichting te geven.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

B.18     Samenvatting

Inspreker is teleurgesteld in de wijze waarop deze inspraakavond is georganiseerd. Op deze wijze wordt geen gelegenheid geboden voor interessante discussie. Gevraagd wordt of de gemeente wellicht bang is voor discussie.

Antwoord

Wij kunnen ons niet vinden in de stelling dat er geen gelegenheid is geboden voor een interessante discussie. Discussie kan worden gevoerd, zij het niet met grote groepen mensen tegelijkertijd. In de praktijk komen veele mensen in een door inspreker bedoelde discussie niet aan het woord, waardoor persoonlijke vragen en opmerkingen onvoldoende tot hun recht kunnen komen. In verband daarmee is gekozen voor een meer kleinschalige en persoonlijke opzet, waarop vragen en opmerkingen desgewenst één op één kunnen worden gemaakt. Ervaringen met deze opzet in vergelijkbare inspraakbijeenkomsten zijn positief.

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

B.19     Samenvatting

Opgemerkt wordt dat het buurthuis wordt verplaatst. Gevraagd wordt hoe lang de tijdelijke situatie gaat duren en gevraagd wordt of er weer gras terug komt. Aangegeven wordt dat men bang is dat bij het tijdelijke buurthuis in een later stadium door andere bebouwing wordt vervangen.

            Antwoord

Anders redigeren door Marlies

De tijdelijke situatie zal maximaal 5 jaar duren (eisen vanuit art. 17 WRO). Verwacht wordt dat tijdelijke huisvesting ca. 3 jaar zal duren. De intentie is om na de tijdelijke verplaatsing van het buurthuis het terrein weer het karakter te geven van een openbare ruimte. Dwz. geen intentie tot bebouwing, maar parkachtige inrichting, wellicht water. Formeel zal dit onderdeel aan bod komen bij de te voeren procedure art. 17 WRO voor de tijdelijke huisvesting buurthuis. Verwezen wordt naar de beantwoording bij vraag A.2.2.

Is er wel een tijdelijke vrijstelling nodig of past het plan in BP?Verwacht wordt dat de tijdelijk situatie maximaal 3 jaar zal duren. Op grond van artikel 17 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening mag een tijdelijke situatie waarvoor een tijdelijke vrijstelling niet langer duren dan 5 jaar. Voor verdere beantwoording wordt verwezen naar het antwoord onder A.2.2.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

B.20     Samenvatting

Aangegeven wordt dat de ingang van het jongerenhonk nu aan de Sasboutstraat is gesitueerd. Oorspronkelijk was de ingang aan de andere kant gesitueerd. Er wordt aangegeven dat het een nooduitgang is die mogelijk overlast geeft van toiletterende jongeren. De nooduitgang en het jongerenhonk aan de Sasboutstraat geven overlast, ook als het goed geïsoleerd gaat worden.

            Antwoord

Voor de beantwoording wordt verwezen naar A.3.5.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

B.21     Samenvatting

Opgemerkt wordt dat de vorige avond goed is voorgezeten. Op die avond is informatie toegezegd, welke niet verstrekt is.

            Antwoord

Voor de beantwoording wordt verwezen naar B.6.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

B.22     Samenvatting

Inspreker maakt zich zorgen over het verkeer over de Van Foreestweg. Zeker als in de toekomst ook de Harnaschpolder via deze weg wordt ontsloten. Aangegeven wordt dat het in de wijk nu al zo druk is en dat reeds geparkeerd wordt op de stoep. In de Van Kinschotstraat wordt zelfs in de breedte geparkeerd.

            Antwoord

Voor de beantwoording wordt verwezen naar A.3.3. en A.3.6.

Toevoeging over parkeerproblemen

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

B.23     Samenvatting

Inspreker meent dat het plan misplaatst is. Het komt op een plek waar in de toekomst verkeerstechnische problemen gaan komen. De weg naar Den Haag geeft een versmalling, wat problemen op de provinciale weg. Als de A4 af is, dan komt er nog meer verkeer over de provinciale weg geeft. Zeker nu er problemen zijn met opstoppingen bij Schiedam op de A13. De provinciale weg staat tot de busoversteek ’s ochtends nu al vol door opstoppingen.

            Antwoord

Voor de beantwoording wordt verwezen naar A.3.3.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

B.24     Samenvatting

Inspreker geeft aan het een zeer gedurfd plan te vinden met heel aantrekkelijke kanten, waarvan inspreker meent dat dat meer zou moeten gebeuren in de stad, in nieuwbouw en in oude nieuwbouw. Het wordt een oriëntatiepunt in de stad, zoals de oude en de nieuwe kerk. Het ontwerp is erg interessant en aansprekend. Geen saaie paal in de grond.

            Antwoord

De gemeente waardeert deze positieve reactie op het ontwikkelingsplan.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

B.25     Samenvatting

Opgemerkt wordt dat niet iedereen is geïnformeerd over deze avond, o.a. doordat sommige

mensen nee/nee stickers op de brievenbus hebben. Gevraagd wordt om in het vervolg grote

aanpakbiljetten in buurthuis en supermarkt te plakken om mensen zo op de hoogte te

brengen.

           Antwoord

Bewoners met een Ja/Nee-sticker op de brievenbus krijgen wel de stadskrant. Bij de Nee/Nee-sticker wordt de kranthij niet bezorgd. Deze mensen kiezen daar bewust voor en hebben een eigen verantwoordelijkheid om zich op de hoogte te brengen van de in deze krant aangekondigde bijeenkomsten en andere ondertwerpen.

           Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

B.26    Samenvatting

Gevraagd wordt waarom de buurt niet eerder is geïnformeerd dan op 24 juni. De

projectontwikkelaar zegt dat niet te weten.

           Antwoord

De informatie over het Ontwikkelingsplan is verstrekt door middel van kennisgeving in

de Stadskrant en de huis-aan-huis verspreiding van kennisgeving aan de direct betrokkenen. Hierdoor is de goede kennisgeving op het juiste moment gewaarborgd.

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.


C.         Overlegpartners art. 10 Bro

 
In het kader van art. 10 Bro is het ontwikkelingsplan Van Foreestweg/ Van Kinschotstraat op 11 december 2003 naar de volgende instanties gestuurd:

1.       Stadsgewest Haaglanden Postbus 66, 2501 CB Den Haag;

2.       Centraal Overlegorgaan Woningcorporaties Delft, Marlotlaan 5, 2614 GV Delft;

3.       Inspecteur voor de Ruimtelijke Ordening in de provincie Zuid-Holland,        Postbus 1160, 2001 BD Haarlem;

4.       Hoogheemraadschap Delfland, Postbus 3061, 2601 DB Delft;

5.       Provinciaal Planologische Commissie secretariaat, Postbus 90602, 2509 LP    Den Haag;

 

Er zijn reacties binnengekomen van:

1.       Hoogheemraadschap van Delfland, Postbus 3061, 2601 DB Delft

                  Getekend 19 januari 2004, ingekomen 27 januari 2004;

2.       Provinciale Planologische Commissie, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag. Getekend 9 maart 2004, ingekomen 10 maart 2004.

 

 

C.1       Hoogheemraadschap van Delfland

 

C.1.1    Samenvatting

In de waterparagraaf is aangegeven dat er 7 procent extra water in het plangebied zal worden gerealiseerd, maar er is niet aangegeven waar dat zal worden aangelegd. Het verzoek is hieromtrent meer duidelijkheid te geven, omdat de omgeving van het plangebied een stedelijk karakter heeft.

            Antwoord

De intentie is om het water te compenseren in de nabije omgeving, namelijk ter plaatse van het plantsoen tussen de Van Groenewegenstraat en de Van der Lelijstraat. Indien deze intentie onverhoopt niet succesvol is dan zal het water elders in op het gemeentelijk grondgebied worden gecompenseerd. De mogelijke locaties worden thans in overleg met het Hoogheemraadschap onderzocht en zullen opgenomen worden in het “Waterstructuurvisie”.

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

C.1.2    Samenvatting

Verzocht wordt voor het afkoppelen van verharde oppervlakte een uitwerking toe te voegen aan de milieueisen op pagina 34 van het ontwikkelingsplan.

Antwoord

Het verharde oppervlak in het plangebied zal worden afgekoppeld. Afhankelijk van de mate van verontreiniging van het verharde oppervlak, wordt gekozen voor direct afkoppelen of afkoppelen via een zuiveringstechnische voorziening naar het oppervlaktewater.

Conclusie

Het ontwikkelingsplan is conform aangepast.

 

C.1.3    Samenvatting

In de waterparagraaf worden de effecten van het grondwater beschreven bij de bouw van de parkeergarage onder de woontoren. Gezien de nabijheid van oppervlakte water wordt geadviseerd ook de maximale peilstijging van 30 cm in het oppervlaktewater mee te nemen in de eisen die worden gesteld aan de waterdichtheid van de parkeergarage.

            Antwoord

In het ontwikkelingsplan wordt opgenomen dat er bij de bouw van de parkeerkelder rekening wordt gehouden met peilstijging van het oppervlaktewater. Hierbij wordt echter geen maat genoemd voor de peilstijging.

Conclusie

Het ontwikkelingsplan is conform aangepast.

 

 

C.2       PPC, Postbus 90602, Den Haag;

C.2.1    Samenvatting

In de paragraaf milieuzonering wordt verwezen naar een 50 dB(A)-contour rond het bedrijventerrein van onder meer DSM waar het saneringsprogramma met betrekking tot geluid is uitgevoerd. Omdat deze contour nog niet is vastgesteld dient de oude contour gehanteerd te worden, waardoor het plangebied daar binnen komt te liggen. De gemeente dient een hogere grenswaarde aan te vragen, dan wel door akoestisch onderzoek aan te tonen dat de 50 dB(A)-contour verschoven is.

            Antwoord

De projectontwikkelaar heeft een aansluitend onderzoek verzoek hogere grenswaarde opgestart. De vrijstelling kan niet plaatsvinden als hiermee strijd ontstaat.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

C.2.2    Samenvatting

In de paragraaf geluid dient met een akoestisch onderzoek aangegeven te worden dat de voorkeursgrenswaarde niet worden overschreden, dan wel dat er een hogere grenswaarde procedure wordt gevolgd.

            Antwoord

Voor de beantwoording wordt verwezen naar C.2.1.

 

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

C.2.3    Samenvatting

De waterbeheerders dienen in een vroeg stadium betrokken te worden. Aangegeven dient te worden hoe de verplichte watertoets vormgegeven wordt. Verwezen wordt naar de inspraakreactie van Hoogheemraadschap Delfland.

            Antwoord

De watertoets zijnde overleg met het Hoogheemraadschap is vorm gegeven door het regulier overleg over ruimtelijke plannen met het Hoogheemraadschap.

            Conclusie

Het ontwikkelingsplan is conform aangepast.

 

C.2.4    Samenvatting

Op bladzijde 26, paragraaf 4.1.2  moet in de eerste zin Het Beleidsplan Milieu en Water 2000-2004 te worden toegevoegd.

            Antwoord

De titel van het beleidsplan zal gevoegd worden tussen het 3D plan en de 4e nota waterhuishouding.

            Conclusie

Het ontwikkelingsplan is conform aangepast.

 

C.2.5    Samenvatting

In de waterparagraaf van het op te stellen bestemmingsplan moet aandacht besteed worden aan: het voorkomen van uitlogende bouwmaterialen bij nieuwbouw i.v.m. de waterkwaliteit, wateroverlast als gevolg van zware regenval en de in dat verband te treffen maatregelen, een (inrichtings)maatregel als de aanleg van natuurvriendelijke oevers.

Voor het ontwikkelingsplan is het van belang aan te geven hoe wordt omgegaan met de toekomstige verharding en diens noodzakelijke compensatie. Er dient te worden aangegeven welke locaties binnen of buiten het plangebied binnen dezelfde waterstaatkundige eenheid geschikt zijn voor compensatie.

            Antwoord

Deze aanbeveling wordt overgenomen. In het nieuwe bestemmingsplan zal aan dit onderwerp aandacht worden besteed. Voor de overige beantwoording wordt verwezen naar het antwoord onder C.1.2.

            Conclusie

Het ontwikkelingsplan is conform aangepast.

 

C.2.6    Samenvatting

De financiële uitvoerbaarheid van het plan is nog onzeker en afhankelijk van substantiële bijdrage van betrokken partijen en is onvoldoende aangetoond.

Antwoord

Vanuit de gemeente is overeenstemming bereikt met de projectontwikkelaar (en overige partijen) over eenieders bijdrage in het project. Deze overeenstemming wordt thans uitgewerkt tot een ontwikkelingsovereenkomst, welke binnen 6 weken getekend zal (moeten) worden. Hiermee is de financiële uitvoerbaarheid gewaarborgd en zijn er geen afhankelijkheden meer voor de uitvoering.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

 


Bijlage 1:

 

Persoonsgegevens van de 26 gelijkluidende inspraakreacties onder 4:

 

G. Abraham,                                        Van Kinschotstraat 17,              2614 XJ Delft;

F. Abraham-Ogterop,                 Van Kinschotstraat 17,              2614 XJ Delft;

L. Aarts,                                              Van Kinschotstraat 13,              2614 XJ Delft;

L.E. Aarts-v.d. Werf,                             Van Kinschotstraat 13,              2614 XJ Delft;

J.J.M. Arment, en                    

M.A. Arment-Jurgens                Van Kinschotstraat 7,                            2614 XJ Delft;

D. Besseling,                                       Van der Dussenweg 4,              2614 XE Delft;

A.J. van Gerrevink,                                v.d. Lelijstraat 18,                      2614 EM Delft;

B. Hossaini,                                         Van Kinschotstraat 5,                2614 XJ Delft;

K. Janssen,                                          Van Kinschotstraat 15,              2614 XJ Delft;

J.J.H. van Kesteren,                              v.d. Lelijstraat 16,                      2614 EM Delft;

A. Kouwenhoven en

J.L. Kouwenhoven- Janssen,                  Van Kinschotstraat 11,              2614 XS Delft;

M. Meyer,                                            Van Kinschotstraat 5,                2614 XJ Delft;

M.M. Rasch,                                        Van der Lelijstraat 14,               2614 EN Delft;

P. Ringeling,                                        Van der Lelijstraat 8,                 2614 EM Delft;

Y. Steinmetz-Ardaseer,                         Van der Lelijstraat 12,               2614 EM Delft;

M. van Veen,                                        Van der Lelijstraat 4,                 2614 EM Delft;

B. van Veen,                                        Van der Lelijstraat 4,                 2614 EM Delft;

N. de Waal,                                          Van Kinschotstraat 19,              2614 XJ Delft;

E. de Waal-Memelink,               Van Kinschotstraat 19,                          2614 XJ Delft;   

C.K. Wientjes,                          Van Kinschotstraat 9,                            2614 XJ Delft;

J.M. Wientjes-Dragt,                             Van Kinschotstraat 9,                2614 XJ Delft;

De heer/mevrouw Kalders,                     Van der Dussenweg 2,              2614 XE Delft;

De heer en

mevrouw Sinnema,                                Van Aldemondestraat 40,          2614 EZ Delft.

 

 

Bijlage 2:

 

Persoonsgegevens van de 27 belangstellende die de inloopavond van 17 december 2003 in de Altena Hoeve bezocht hebben.

 

Delftwonen                                           Kluizenaarsbocht 6                               2614 GT Delft;

H. de Oude                                          p/a De Wending, Raamstraat 67             2614 RW Delft;

Mevrouw de Vent                                  Adrichemstraat 233                               2614 BP Delft;

Mevrouw Zijlmans                                 Van Groenwegenstraat 10                     2614 BG Delft;

De heer Van Dijk                                  St. Jorisweg 3e                                      2612 GA Delft;

Mevrouw E.M. Hoenderop                      Van Goenewegenstraat 28                     2614 BG Delft;

De heer F. van Oosten               Berensteynstraat 44                                          2614 CZ Delft;

M. Verouden                                        Prof. Oudemanstraat 56a                       2628 KG Delft;

J.L. en A. Kouwenhoven            Van Kinschotstraat 11                                       2614 XS Delft;

J. v. Trijp                                              Teding van Berkhoutlaan 31c                  2614 AV Delft;

M. Voet                                               v.d. Lelijstraat 135                                 2614 EK Delft;

De heer A. de Boer                               Plein Delftzicht 2                                  2627 CA Delft;

Mevrouw H.A. van der Gaag                   Van Adrichemstraat 323                        2614 BR Delft;

De heer A. Non                         Van Foreestweg 16-20                                       2614 CJ Delft;

J. Jansen                                             Van Berensteynstraat 6a                       2614  EA Delft;

Mevrouw E. Peuning                             Van Berensteynstraat 72                       2614 EA Delft;

J.J.M. Ament                                        Van Kinschotstraat 7                            2614 XJ Delft;

De heer G. Giemento                            Sasboutstraat 8                                    2614 CP Delft;

Mevrouw Guimento                               Sasboutstraat 8                                    2614 CP Delft;

Mevrouw S. Jahnichen               Dirk Costerplein 102                                          2624 TP Delft;

C.K. Wientjes                                       Van Kinschotstraat 9                            2614 XJ Delft;

Mevrouw Montenij Lander                      Van Kinschotstraat 26                           2614 XK Delft;

De heer M.K. Montenij               Van Kinschotstraat 25                                       2614 XK Delft;

Ton van Schie                                       Buitenwatersloot 23                              2613 TA Delft;

De heer ……                                        Van Adrichemstraat 5                           2614 BJ Delft;

De heer Ton v.d. Sman              Jacoba van Beierenlaan 1                                  2613 HT Delft;

De heer R. Manger                                De Meesterstraat 7                               2613  XA Delft.