Geacht college,

 

Inleiding

Op 13 januari 2004 is aan het College van B&W de concept Welstandsnota Delft overlegd. De opmerkingen uit de collegebehandeling zijn verwerkt, waarna wij de nota op 3 februari 2004 hebben vrijgegeven voor de inspraakprocedure.

 

De concept Welstandsnota Delft heeft vervolgens ter inzage gelegen in de periode van 9 februari tot en met 5 maart met de mogelijkheid tot het indienen van schriftelijke inspraakreacties. Aangezien het een omvangrijk document betreft was de complete nota voor geïnteresseerden op cd-rom beschikbaar.

Op 18 februari 2004 is de nota voor de burgers toegelicht en is een presentatie gegeven van de gehanteerde systematiek. Die inspraakavond is bezocht door acht belangstellenden.

Op maandag 23 februari bestond de mogelijkheid om tijdens een inloopspreekuur mondeling zienswijzen kenbaar te maken. Van deze mogelijkheid heeft niemand gebruik gemaakt.

 

Ingediende zienswijzen

Er zijn drie schriftelijke inspraakreacties ingediend: van dhr. Ir Tj. Deelstra, van MoNet, mobile Netwerkoperators Nederland, en de Bewonersvereniging Grachtengebied Zuid. Een samenvatting hiervan, van de antwoorden daarop en de aanpassingen van de nota in detail treft u aan in bijlage 1. De belangrijkste aanpassingen zijn:

-           Er wordt een criterium toegevoegd, inhoudend dat bij nieuwbouw in de historische binnenstad rekening moet worden gehouden met de ‘’vlucht’’ (d.i. het iets voorover hellend staan) van de naastgelegen gevels.

-           Voor lichtvergunningplichtige antenne-installaties zijn sneltoetscriteria opgesteld.

 

 


Overige opmerkingen

Van de volgende advies- en overlegorganen zijn opmerkingen ontvangen: de raadscommissie Duurzaamheid, het Binnenstadsforum en de Commissie voor Welstand en Monumenten. Daarnaast is er een aparte discussiebijeenkomst georganiseerd met vertegenwoordigers van ‘’bouwend Delft’’. Intern zijn reacties ontvangen van drie vakteams.

 

Raadscommissie Duurzaamheid

Op 18 november 2003 is een uitsnede uit de concept-nota (onder titel ‘’aanzet welstandsnota Delft’’) gepresenteerd in de commissie Duurzaamheid. Als belangrijke aandachtspunten bracht de commissie naar voren de leesbaarheid van de nota en de juiste balans tussen globale en gedetailleerde criteria.

Met name door een onderverdeling van de nota in vijf delen, het opnemen van een stroomschema, en middels toelichtende tekeningen is de leesbaarheid voor de burger geoptimaliseerd (zie bijlage 1).

 

Binnenstadsforum

Tijdens een speciale bijeenkomst van het Binnenstadsforum op 2 maart 2004 zijn vier reeds gerealiseerde bouwwerken in de binnenstad ‘’achteraf’’ proefondervindelijk getoetst volgens de geldende criteria. Zowel de gekozen methodiek als de geformuleerde criteria kregen brede instemming.

De tijdens deze bijeenkomst gemaakte opmerkingen hebben geleid tot aanpassing of verduidelijking van een aantal criteria. Verder wordt de voor de binnenstad geldende referentiearchitectuur nu ook voorgeschreven bij stedenbouwkundige plannen voor te ontwikkelen locaties (zie bijlage 1).

Commissie voor Welstand en Monumenten

Vanuit de commissie zijn eveneens opmerkingen ontvangen over de criteria. In een speciale bijeenkomst heeft de commissie de werkbaarheid van de nota proefondervindelijk ‘’getest’’. Daarin was met name het omgaan met de gebiedsrandvoorwaarden een belangrijk aandachtspunt.

Vervolgens is de nota aangepast door bij de gebiedsrandvoorwaarden afzonderlijke criteria op te stellen. (zie bijlage 1)

 

Bijeenkomst “bouwend Delft”

Op 10 december is een bijeenkomst gehouden met vertegenwoordigers van ‘’bouwend Delft’’ (architecten, bouwers, corporaties). Ter discussie stond de werkbaarheid van de criteria. Hieruit volgden geen punten die tot aanpassing van de nota hebben geleid. Of de criteria daadwerkelijk inspirerend zijn is wel een belangrijk punt voor evaluatie als de nota eenmaal in werking is. (zie bijlage 1).

 

Ambtelijke reacties

Van drie gemeentelijke vakteams, te weten Ruimtelijke Ordening (RO), Bouw- en Woningtoezicht (BWT) en Monumentenzorg en Bouwkwaliteit (MBK) zijn opmerkingen en aanvullingen ontvangen. Die hebben onder andere betrekking op een goede aansluiting van de welstandsnota op de bestemmingsplannen, juridische juistheid en verduidelijking en juiste weergave van zaken. De opmerkingen en aanvullingen zijn zoveel als mogelijk overgenomen (zie bijlage 1).

 

Toegankelijkheid voor burger
Om de burgers van Delft optimaal toegang te geven tot het nieuwe welstandsbeleid is de nota digitaal “verwerkt”. Bij vaststelling van de nota is deze gebruikersvriendelijk op Internet te raadplegen. Aan de hand van een stroomschema komt men snel uit bij de criteria die voor het betreffende bouwvoornemen van toepassing zijn. Zo wordt men niet geconfronteerd met overtollige informatie.

Financiële consequenties

Het gevolg van dit nieuwe welstandsbeleid is dat er extra werkzaamheden uitgevoerd moeten worden als ondersteuning voor de commissie welstand en monumenten. Het gaat hierbij met name om het voorbereiden voor de commissievergadering van het toetsingskader (welk gebiedstype, welk architectuurtype) en eventueel een vooradvies met aandachtspunten voor de commissie.

De adviezen van de welstandscommissie krijgen door de nieuwe wet een veel duidelijker juridisch karakter. Dit heeft tot gevolg dat ook de redactie van verslaglegging en adviezen aan dit juridisch kader moet worden aangepast.

Jaarlijks dient het beleid te worden geëvalueerd en de eventuele aanpassingen van toetsingscriteria dienen binnen dezelfde methodiek en systematiek te worden opgenomen in de welstandsnota. Jaarverslag, evaluatie en wijzigingsvoorstellen worden jaarlijks aan de raad voorgelegd.

Gezien het feit dat het hier nieuw beleid betreft waarmee - ook elders in Nederland - nog geen ervaring is opgedaan met de extra werkzaamheden die dit beleid tot gevolg heeft, is het moeilijk om definitief aan te geven wat de financiële consequenties voor de toekomst zullen zijn. Wij richten ons nu op het zo efficiënt mogelijk inrichten van dit werkproces. Er moet echter wel degelijk rekening gehouden worden met financiële consequenties voor deze extra activiteiten, welke nader uitgewerkt zullen worden in de programmabegroting.

 

Voorstel

 


Bijlage 1    

Externe zienswijzen:

Er zijn 3 schriftelijke inspraakreacties ingediend:

1.                  Ir. Tj. Deelstra, Rotterdamseweg 109, 2628 AK Delft;

gedateerd 3 maart 2004, ingekomen op 4 maart 2004;

2.                  MoNet, mobile Netwerkoperators Nederland, Mr. M.L. Vroom, Wilhelminalaan 3, Postbus 12, 3740 AA Baarn

gedateerd 5 maart 2004, ingekomen op 9 maart 2004;

3.                  Bewonersvereniging Grachtengebied Zuid, p/a Koornmarkt 91, 2611 ED DELFT;

Gedateerd 3 maart 2004, ingekomen op 4 maart 2004.

 

De schriftelijke inspraakreacties zijn als volgt samengevat en beantwoord:

1          Ir Tj Deelstra

Samenvatting

Ir. Deelstra stelt voor om: 1) voor het gebied Rotterdamseweg (gebied 03) als referentiearchitectuur voor te schrijven het type historische architectuur (type I); 2) het ‘’op vlucht zetten’’ (d.i. het iets voorover hellend bouwen) van gevels in de historische binnenstad (gebied 01) tot verplichtende richtlijn te maken; 3) verder vraagt hij aandacht voor beoordeling van een inpassing in de samenhang van tegenoverliggende straatwanden.

Antwoord

Ad 1)  Dit gebied (03) kenmerkt zich door een kleinschalige sfeer met een architectonische afwisseling van meerdere typen. Deze is in het geval van vervangende nieuwbouw te waarborgen door als referentie het architectuurtype van die betreffende plek voor te schrijven.

Ad 2)  Het overhellen komt in zeer verschillende mate voor. Opnemen van een verplichting alle nieuwbouw op vlucht te zetten is een te zwaar middel; in de nota is een criterium toegevoegd, dat bij nieuwbouw de gevel daarvan rekening dient te houden met de (mate van) vlucht van de naastgelegen gevels.

Ad 3)  Aan deze samenhang voldoet de nota reeds door voor de binnenstad één   referentiearchitectuur voor te schrijven; bovendien is de samenhang van de (meer) belangrijke stedelijke ruimten op gebiedsniveau aangeduid met ‘’lijnen’’ en ‘’plekken’’ (opgenomen in deel 3). Daarnaast blijft het kritisch inzicht van de Commissie voor Welstand en monumenten op grond van haar kennis van de stad een waarborg.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van de nota ad 2); het toevoegen van een criterium voor het betreffende architectuurtype.

 

2          MoNet

Samenvatting

MoNet merkt op 1) dat de nota weinig recht doet aan de gedachten achter het Nationaal Antennebeleid; 2) zij acht de hardheidsclausule (deel 1.2) te beperkt en vraagt om verruiming daarvan t.a.v. antennes; 3) t.a.v. de excessenregeling (deel 5.1) plaatst zij de kanttekening de opheffing van excessen, zoals vergunningvrij geplaatste antennes, te zoeken in aanpassing tot een redelijk niveau in plaats van verwijdering. 

            Antwoord

Ad 1)  Het nationale antennebeleid geeft geen concrete criteria die bruikbaar zijn voor de nota. Naar aanleiding van deze opmerking is wel geconstateerd dat sneltoetscriteria voor antenne-installaties ontbreken en dat deze alsnog dienen te worden opgesteld.

Ad 2)  Er is geen reden aan te nemen dat een niet binnen de criteria passende antenne-installatie gezien zou kunnen worden als een verrijking van Delft, de hardheidsclausule dient ongewijzigd te blijven.

Ad 3)  Hier wordt gedoeld op vergunningsvrij geplaatste antennes die eventueel in het kader van een handhavingactie achteraf getoetst worden aan de hand van sneltoetscriteria. Het resultaat van zo’n actie (aanpassing tot een acceptabel niveau dan wel complete verwijdering) is geen onderwerp van de welstandsnota maar valt onder het handhavingsbeleid.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van de nota ad 1): voor lichtvergunningplichtige antenne-installaties zijn sneltoetscriteria opgesteld.

 

3          Bewonersvereniging Grachtengebied Zuid

Samenvatting

De Bewonersvereniging complimenteert het College met de conceptnota en spreekt haar vertrouwen uit dat deze een solide basis zal blijken te zijn voor het Welstandsbeleid. Haar kritische kanttekening betreft de nauwkeurigheid van de gebiedskaarten (in deel 2) t.a.v. de weergave van de onderscheiden architectuurtypen.

Antwoord

Het College zegt dank voor het gestelde vertrouwen. De gebiedskaarten zullen worden onderzocht op correctheid.

Conclusie

De gebiedskaarten zijn nogmaals in situ gecheckt en waar nodig gecorrigeerd.

 

Overige opmerkingen:

 

Van de volgende advies- en overlegorganen zijn opmerkingen ontvangen:

  1. Raadscommissie Duurzaamheid
  2. Binnenstadsforum
  3. Commissie voor Welstand en Monumenten

Daarnaast is er een bijeenkomst georganiseerd voor vertegenwoordigers van ‘’Bouwend Delft’’

 

1.         Commissie Duurzaamheid.

Op 18 november 2003 is een uitsnede uit de conceptnota (onder titel ‘’aanzet welstandsnota Delft’’) besproken in de Commissie Duurzaamheid.
Samenvatting

De gekozen methodiek kreeg brede instemming. De commissie bracht als belangrijke aandachtspunten naar voren: de leesbaarheid van de nota voor de burger; en dat er naar een balans tussen de mate van globaal- resp. gedetailleerd-zijn van de criteria moet worden gezochtt.

Antwoord

De leesbaarheid is verbeterd door het toepassen van een betere navigatie door de nota, verduidelijkt met een stroomschema, en een heldere onderverdeling in 5 delen.
Het onderscheid globaal-gedetailleerd is al deels in de methodiek verwerkt. De sneltoetscriteria voor lichtvergunningplichtige plannen moeten uitputtend zijn, dus gedetailleerd. De andere, bij de architectuurtypen opgestelde criteria zijn meer inspirerend bedoeld; deze kunnen op sommige onderdelen meer specifiek zijn, voor andere aspecten daarentegen nodigen ze uit tot interpretatie.
Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van de nota. Door een heldere onderverdeling in 5 delen, het opnemen van een stroomschema, en het -indien nodig- toelichten van de afzonderlijke criteria met tekeningen, is de leesbaarheid voor de burger geoptimaliseerd. Daarnaast is een internetsite ontwikkeld.

 

2.         Binnenstadsforum

Tijdens een speciale bijeenkomst van het Binnenstadsforum op 2 maart 2004 zijn mondeling opmerkingen gemaakt. In deze bijeenkomst zijn een 4-tal reeds bestaande bouwwerken in de binnenstad ‘’achteraf’’ proefondervindelijk getoetst volgens de geldende criteria.

Samenvatting

Zowel de gekozen methodiek als de geformuleerde criteria kregen brede instemming. Van een aantal criteria werd opgemerkt dat de strekking ervan en/ of de erbij behorende tekening onduidelijk was. Verder werd geconstateerd dat middels de procedure van een stedenbouwkundig plan voor een ontwikkelingslocatie de voorgeschreven referentiearchitectuur omzeild kan worden.
Antwoord

Deze reactie heft geleid tot aanpassing van de nota. Tekst en tekeningen van de genoemde criteria zijn aangepast c.q. verduidelijkt. Verder zal in de nota de referentiearchitectuur ook voorgeschreven worden bij stedenbouwkundige plannen voor te ontwikkelen locaties.
Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van de nota. Tekst en tekeningen van de genoemde criteria zijn aangepast c.q. verduidelijkt. Verder is de referentiearchitectuur ook voorgeschreven bij stedenbouwkundige plannen voor te ontwikkelen locaties.

 

3.         Commissie voor Welstand en Monumenten

Samenvatting

Vanuit de commissie zijn eveneens opmerkingen ontvangen over de criteria. Daarnaast heeft zij in een speciale bijeenkomst de werkbaarheid van de nota proefondervindelijk ‘’getest’’. Daarin was met name een vraag hoe de commissie in haar advisering zal omgaan met de gebiedsrandvoorwaarden een belangrijk aandachtspunt. Geconstateerd werd dat de randvoorwaarden zoals beschreven op zich kloppen, maar dat de uitleg van de gehanteerde begrippen beter moeten zijn.

Antwoord

Om de randvoorwaarden handzaam te maken voor advisering zal het nodig zijn om –analoog aan de wijze waarop de architectuurtypen zijn uitgewerkt met de architectuurcriteria – de randvoorwaarden aan te vullen met bijbehorende criteria.

Conclusie

Deze reactie heft geleid tot aanpassing van de nota. Tekst en tekeningen van de genoemde criteria zijn aangepast c.q. verduidelijkt. De verklarende tekst bij de gebiedsrandvoorwaarden is eveneens op onderdelen verduidelijkt. Verder zijn afgeleid uit de randvoorwaarden afzonderlijke criteria opgesteld.

 

Bijeenkomst Bouwend Delft

Daarnaast is op 10 december een discussiebijeenkomst gehouden, bedoeld voor vertegenwoordigers van ‘’bouwend Delft’’. Hiervoor zijn een groot aantal architectenbureaus, corporaties, aannemers en gemeentelijke vakteams uitgenodigd. De avond is bezocht door 5 architecten en collega’s van de vakteams Bouw en woningtoezicht en Ruimtelijke ordening. De werkbaarheid van de criteria werd ter discussie gesteld, toegelicht met een presentatie waarin verschillende gerealiseerde bouwplannen ‘’achteraf’’ werden getoetst.

Uit de discussie kwamen geen punten naar voren die tot aanpassing van de nota hebben geleid. De criteria konden op instemming rekenen; wel vroegen de aanwezigen zich af of zij - zoals nadrukkelijk de bedoeling is - werkelijk inspirerend zouden zijn. Geconstateerd werd dat die mogelijkheid er, gezien de behandelde plannen, zeker in zit, maar dat deze vraag alleen al werkende met de nota kan worden beantwoord. Dit is een belangrijk punt voor de toekomstige evaluatie van de nota.

 

Intern zijn vanuit de gemeentelijke vakteams Ruimtelijke Ordening (RO), Bouw en Woningtoezicht (BWT) en Monumentenzorg en Bouwkwaliteit (MBK) opmerkingen ontvangen.
De opmerkingen van RO betroffen: het afstemmen van de sneltoetscriteria op de standaard bestemmingsplanvoorschriften wat betreft maatvoering en het artikel 19.3 -beleid (vrijstelling binnen bestaande bestemmingsplannen); verder de eventuele herziening van de nota op onderdelen in het geval van aparte stedenbouwkundige plannen voor ontwikkelingsgebieden.

De opmerkingen van BWT betroffen: de duidelijke formulering van tekst van, en tekeningen bij de sneltoetscriteria; verder de leesbaarheid van de overzichtskaart gebiedsindeling. Tevens is juridisch advies gegeven betreffende: het stroomschema (in de Inleiding); de juiste terminologie van de begrippen m.n. in deel 1; en over aanscherping van deel 3 (het opstellen van criteria volgend op de gebiedstypering).

De opmerkingen van MBK betroffen: de juistheid van de overzichtskaart van gebieden met de status beschermd stadsgezicht; verder aanpassingen van de tekst en de juistheid van de bijbehorende tekeningen van de criteria voor de historische architectuur:

Deze opmerkingen en aanvullingen zijn zoveel als mogelijk overgenomen.