Gemeente
Delft
Vakteam
Ruimtelijke Ordening
augustus 2004
Inleiding
Het concept-ontwikkelingsplan VDD-terrein heeft ter
inzage gelegen van 9 februari 2004 tot en met 7 maart 2004, met de mogelijkheid
tot het indienen van schriftelijke inspraakreacties. De ter inzagenlegging is
aangekondigd in de Stadskrant van 8 februari 2004 en de Gemeente
Midden-Delfland Informatiekrant van 6 februari 2004. Er zijn 165 ondertekende
inspraakreacties ingediend. De schriftelijke inspraakreacties zijn samengevat
en beantwoord in onderdeel A van deze nota.
Gedurende de inspraakperiode is op 17 februari 2004
door de gemeente Delft een inloopbijeenkomst georganiseerd waarin het
ontwikkelingsplan is toegelicht en de mogelijkheid is geboden tot mondelinge
inspraak. De bijeenkomst is bezocht door 46 belangstellenden. De presentielijst
is bijgevoegd als bijlage 1. De mondelinge inspraakreacties zijn samengevat en
beantwoord in onderdeel B van deze nota. Tevens is in het kader artikel 10 van
het Besluit op de ruimtelijke ordening het ontwikkelingsplan naar verschillende
overlegpartners gestuurd. De overlegreacties zijn samengevat en beantwoord
onder C.
De volgende personen hebben schriftelijk inspraak
gegeven op het ontwikkelingsplan:
1.
P. van Velzen, Woudselaan 6, 2635 CH Delft,
ingekomen op 17 februari 2004.
2.
C.J. van Leerdam, Van Leerdam bemiddelings- en
adviesbureau, Prinses Irenelaan 43, 2635 HP Den Hoorn, namens DIGO Holding B.V./
DIGO Autobedrijf B.V., Reinier de Graafweg 2a, 2625 DA Delft. Getekend 18
februari 2004, ingekomen 20 februari 2004.
3.
J. Vijlbrief- van der Schaft, Simmons-Simmons
Trenité advocaten, Postbus 190, 3000 AD Rotterdam, namens S. de Jong Funsports
v.o.f., Hoornseweg 29, 2635 CH te Den Hoorn. Getekend 24 februari 2004,
ingekomen 25 februari 2004;
4.
W. Ras, M. Stormstraat 21, 2614 HR Delft. Getekend
2 maart 2004, ingekomen 3 maart 2004;
5.
Bewoners Drogerij gezamenlijk (87 handtekeningen)
en met contactpersonen:
N.J.
Fransen, Drogerij 79, 2635 GN Den Hoorn;
S.
Haitsma, Drogerij 25, 2635 GN Den Hoorn;
W.M.
Keijzer- van Schalkwijk, Drogerij 92, 2635 GN Den Hoorn;
C.H.A.
de Vreede, Drogerij 51, 2635 GM Den Hoorn;
Getekend
2 maart 2004, ingekomen 4 maart 2004
Alle
ondertekenaars zijn bijgevoegd als bijlage 2.
6. J.
de Rijke, Oude Veiling 4, 2635 GJ Den Hoorn. Getekend 28 februari 2004,
ingekomen 4 maart 2004;
7.
D.B. v.d. Windt, Hoornsekade 34, 2635 HB Den Hoorn,
met handtekeningen van:
Th. Rust, Hoornsekade 34,
K. v.d. Windt,
Hoornsekade 36,
L. Mastenbroek,
Hoornsekade 37.
Getekend 2 maart 2004, ingekomen 5 maart 2004;
8.
Vereniging van Eigenaren van de Europa-flat,
vertegenwoordigd door H.J. Meijer, Drogerij 163, 2635 GR Den Hoorn. 61
handtekeningen. Getekend 5 maart 2004; ingekomen 8 maart 2004. Alle
ondertekenaars zijn bijgevoegd als bijlage 3.
9.
Monique Jutte, Drogerij 9, 2635 GM Den Hoorn, niet
getekend, ingekomen op 8 maart 2004.
10. Bewonersvereniging
De Oude Veiling, vertegenwoordigd door L.H.M. de Klein, Achterhaven 16, 2635 GV
Den Hoorn en G.C.M. van Schie, Voorhaven 23, 2635 GH Den Hoorn. Getekend 4
maart 2004, ingekomen 8 maart 2004.
A.1 P.
van Velzen, Woudselaan 6:
A.1.1 Samenvatting
Inspreker geeft aan dat hij diverse
tegenstrijdigheden aantrof tussen het geschreven ontwikkelingsplan, de
presentatiepanelen en de maquette op de inloopavond. Hij vraagt zich af wat de
juiste gegevens zijn.
Antwoord
Het ontwikkelingsplan geeft het juridische planologisch kader aan
waarbinnen de bouwplannen moeten passen. De gegevens in dat plan zijn dus
uitgangspunt (“de juiste gegevens”).
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
A.1.2 Samenvatting
Er wordt gesteld dat de maquette heeft laten zien
dat er in het plangebied teveel wordt gesloopt waaronder de Oliemolen. Het
solitaire “eilandje” dat overblijft is geen geïntegreerd ontwerp en er is geen
relatie met de wijk. Inspreker vreest dat dit het forceren van sloop betekend.
Antwoord
De maquette is door de ontwikkelaar verzorgd en
geeft een beeld van een mogelijke uitwerking van het ontwikkelingsplan. De
Oliemolen is niet correct opgenomen in de maquette. Het ontwikkelingsplan
bepaalt dat de Oliemolen behouden dient te blijven. Onderzocht wordt of een
(onder)doorgang onder de Oliemolen mogelijk is. Indien blijkt dat een toegang
voor autoverkeer ter plaatse van de Oliemolen niet valt te combineren met deze
historisch waardevolle bebouwing dan zal die toegang verplaatst moeten worden
naar de noord- of zuidzijde, zodanig dat de Oliemolen behouden blijft.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
A.1.3 Samenvatting
Opgemerkt wordt dat de overgang van de nieuwbouw
naar het parkeerterrein op de maquette redelijk, maar in de getekende plannen
slecht is aangegeven. Vanuit de flat (het appartementencomplex) ontstaat dan
teveel zicht op de achtertuintjes en de schutting.
Antwoord
Het ontwikkelingsplan is uitgangspunt van de
herontwikkeling. De bouwplannen moeten passen binnen de randvoorwaarden die in
het ontwikkelingsplan zijn aangegeven. De maquette die getoond is tijdens de
inspraakavond past niet geheel binnen het ontwikkelingsplan en zal moeten
worden aangepast zodanig dat het plan wel binnen de gestelde randvoorwaarden
past. Het appartementencomplex heeft de voorgevel aan de westzijde en aan de
kant van het nieuwe woongebied zijn de toegangen met parkeren gesitueerd. De
nieuwe woonbebouwing zal met zijgevels aan deze bestaande situatie aansluiten,
waarbij geen blinde kopgevels zijn gewenst. Het verwijderen van het
geluidsscherm moet in deze situatie bijdragen aan het verkrijgen van een
optimale overgang tussen bestaande en nieuwe woongebied. Er zal zicht op de
achtertuinen en de woningen ontstaan, waar er nu zicht is op de bedrijven. Dit
is echter inherent aan
de transformatie van het gebied in een woonomgeving. in een stedelijke
omgeving.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
A.1.4 Samenvatting
Inspreker merkt over het “wonen aan het park” op
dat de streep gras daarvoor te smal is, de gevels te laag is, de vernauwing aan
de westzijde tocht en wind geeft en dat het te ‘geleed’ is. Naar zijn mening is
het geen cresent maar hondenpoep.
Antwoord
Het woongebied heeft een compacte opbouw met vooral
grondgebonden woningen. Centraal is een autoverkeersvrije openbare ruimte
opgenomen, die een eigen, parkachtige inrichting zal krijgen. Park heeft
hierbij de betekenis van een autovrije ruimte met een groen karakter. Door de
voorgestelde woonbebouwing zal een duidelijke begrenzing ontstaan, maar dit
hoeft geen cresent te zijn om in stedenbouwkundig opzicht een goede, begrensde
openbare ruimte te verkrijgen. Het is niet aannemelijk dat deze ruimte als
hondenuitlaatplaats zal worden aangewezen. In het centrale park zal bij de inrichting
aandacht besteed worden aan het verbod optot
hondenuitlaat.
Anders dan inspreker verondersteld zijn wij van
mening dat het gekozen concept ruimtelijke kwaliteiten heeft met een
karakteristieke identiteit en daarmee oriëntatie geeft in en aan het plangebied.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
A.
2 Van Leerdam bemiddelings- en
adviesbureau, namens DIGO holding B.V. / DIGO Autobedrijf B.V., Reinier de
Graafweg 2a:
A.2.1 Samenvatting
Uit de gegevens is niet goed op te maken hoe de
begrenzing van de bestemming water rondom het perceel van Garagebedrijf DIGO
zich verhoudt tot de kadastrale gegevens. Verzoek om het huidige
wateroppervlakte binnen de kadastrale grenzen niet te laten toenemen.
Antwoord
Het ontwerp van het watersysteem gaat er nu vanuit
dat de watergang rond DIGO holding b.v. wordt verbreed. Maar op het terrein van
DIGO wordt binnen de eigendomsgrenzen geen extra water toegevoegd. Dat betekent dat voldaan wordt aan het
verzoek.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
A.2.2 Samenvatting
Voor Garagebedrijf DIGO is het van belang dat de
activiteiten die nu plaatsvinden ook in de toekomst plaats kunnen vinden.
Verzoek om te toetsen welke bedrijfsactiviteiten er heden in het bedrijf
plaatsvinden om de klassering bedrijfstype 2 of 3 goed vast te kunnen stellen.
Tevens dient bekeken te worden of de afstand van het garagebedrijf tot de
woningen voor de Provincie Zuid-Holland acceptabel is. De plannen van Garagebedrijf
DIGO om een parkeerdak aan te leggen, dienen bij deze of vergelijkbare toets
betrokken te worden.
Antwoord
De ontwikkeling van het aan DIGO grenzende gebied
tot woongebied zal geen beperking opleveren ten opzichte van de bestaande
rechten van dit garagebedrijf, zoals die zijn verkregen bij de verplaatsing van
dit bedrijf naar de huidige locatie.
Gelet op de ligging is uitbreiding van het perceel van het garagebedrijf niet
meer mogelijk en is een groei van het bedrijf, voor zover deze zou leiden tot
toename van de milieubelasting, niet meer mogelijk. De gewenste uitbreiding van
het garagebedrijf zoals
deze nu aan de gemeente is
kenbaar gemaakt maakt geen onderdeel uit van het ontwikkelingsplan
en vormt op zich zelf staande ontwikkeling, waarvan zal moeten worden
onderzocht of de voorgestane groei en daarmee intensivering van het bestaande
bedrijfsperceel aanvaardbaar is. De uitbreiding van het parkeren in de parkeergarage
zal door het ontwikkelingsplan
niet belemmerd worden. Voor de
uitbreiding zelf zal in een aparte procedure bekeken moeten worden of die
uitbreiding ruimtelijk
gewenst is.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
A.3 Simmons-Simmons
Trenité advocatenkantoor, namens S. de Jong Funsport,
Hoornseweg 29:
Samenvatting
S. de Jong heeft een bouwplan voor een nieuwe
bedrijfsruimte (met verkoop en reparatie van boten, tenten, watersport- en
aanverwante artikelen) op de huidige locatie aangevraagd. Hoewel het bouwplan
door de gemeente Schipluiden niet is gehonoreerd, is vernomen dat de Gemeente
Delft geen planologische bezwaren heeft tegen de nieuwe bedrijfsruimte. In het
ontwikkelingsplan is de vijfde woontoren geheel gesitueerd op het perceel van
S. de Jong. Van de vierde woontoren, die dicht op het perceel staat, wordt
afgevraagd hoe deze zich verhoudt tot de continuïteit en de nieuwe
bedrijfsruimte van het bedrijf.
S. de Jong wil de huidige bedrijfsactiviteit
continueren en het ingediende bouwplan realiseren. De vijfde woontoren lijkt
niet te passen en de vierde toren dient planologisch afgestemd te worden. Tegen
de plannen van de projectontwikkelaars die de plannen van S. de Jong frustreren
wordt uitdrukkelijk bezwaar gemaakt.
Antwoord
Er zijn onder het voorbehoud dat het gaat om
vervangende winkelruimte geen bezwaren tegen de nieuwe winkel.
Een vijfde woontoren op het perceel van S. de Jong
is in het ontwikkelingsplan als optie meegenomen. Daarover is reeds veelvuldig
overleg geweest. Er is gemeentelijk gezien overigens geen sprake van bouwplicht
voor de 5de toren of de winkel.
De 4de toren is planologisch dusdanig
ingepast dat dit geen invloed op het terrein of bedrijfsvoering van S. de Jong
zal hebben.
Bij de gemeente zijn verder geen plannen bekend die
de ontwikkelingen op het S. de Jong terrein zouden kunnen frustreren.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
A.4.1 Samenvatting
Inspreker meent dat de huidige situatie van de
ecologische zone langs de Westlandseweg expliciet in het ontwikkelingsplan
opgenomen dient te worden. De huidige bijdrage aan de brede ecologische zone
binnen het terrein van het ontwikkelingsplan dient aanzienlijk groter te zijn
dan alleen berm plus sloot, wat expliciet in het ontwikkelingsplan dient te
worden opgenomen.
Antwoord
In de ecologische zone is
gestapelde bebouwing gelegen. Om te voorkomen dat die bebouwing conflicteert
met de ecologische waarde van de zone zijn eisen gesteld aan de kwaliteit van
deze bebouwing met inbegrip van het parkeren.
Conclusie
De inspraakreactie leidt tot aanpassing van de
beschrijving van de bestaandehuidige
situatie in de paragraaf ecologie in het ontwikkelingsplan.
A.4.2 Samenvatting
De hoogbouw variant met de rechte lijn langs de
Westlandseweg is gezien de hoge belasting van de volledige ecologische zone
langs de Westlandseweg niet acceptabel en dient geschrapt te worden uit het
ontwikkelingsplan.
Antwoord
In het ontwikkelingspan
wordt uitgegaan van hoogbouw in een kromme lijn langs de Westlandse weg. Als er
ontwikkelingen
op het terrein van S. de Jong plaatsvindfen dan zou
overwogen kunnen worden de hoogbouw in rechte lijn langs de weg te plaatsen.
Vooralsnog wordt hier
niet van uit gegaan.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
A.4.3 Samenvatting
De verandering in het uitzicht voor de bewoners van
de Mienette Stormstraat moet duidelijk in het plan worden opgenomen, waarbij
als visuele ondersteuning ook de artist impression moet worden gebruikt.
Antwoord
Het uitzicht vanuit de Mienette Stromstraat zal
door de bebouwing van het VDD-terrein veranderen, doch het zicht op de
woningbouwlocatie wordt beperkt door de grote afstand van deze woningen aan de
M. Stormstraat en de geplande nieuwbouw (ruim 75 meter) alsmede de beplantingen
langs de tussengelegen Westlandseweg. Deze verandering is in het plan voldoende
inzichtelijk gemaakt.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
A.4.4 Samenvatting
De toekomstige inrichting van het nieuwe kruispunt
Westlandseweg, Aletta Jacobsstraat en de nieuwe hoofdtoegang van het plangebied
dient in het ontwikkelingsplan aangegeven te worden.
Antwoord
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
A.4.5 Samenvatting
Inspreker is van mening dat voor de kwetsbare
bewoners van de aangrenzende wijk Westlandhof, zoals daar zijn kinderen en
senioren, op het nieuw kruispunt stoplichten dienen te worden geplaatst.
Antwoord
Het ontwerp van de ontsluiting op de Westlandseweg
is nog in onderzoek. Het veiligheidsaspect is bij dit ontwerp één van de
belangrijke punten.
Het onderzoek is op dit moment nog niet afgerond.
Er is dus nog niet te zeggen of de ontsluiting op de Westlandsweg een geregelde
kruising, een ongeregelde kruising of een rotonde wordt. In de uitwerkingsfase
zal dit verder meegenomen worden.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
A.4.6 Samenvatting
In het ontwikkelingsplan moet opgenomen worden dat
de bouwschade in de directe omgeving moet worden voorkomen en dat ter controle
daarvan metingen voor en gedurende de bouw worden verricht.
Antwoord
De aannemer bouweris
aansprakelijk voor de
schade die als gevolg van de bouw ontstaat bij anderen. Voorafgaande aan de bouw
kan de aannemer gevraagd worden . Een ieder die
bouwschade vreest dient daarvoor de bouwer aansparkelijk te stellen. De bouwer kan dan metingen/opnames
te latenlaten
verrichten voor en tijdens de bouw. Uit de metingen/opnames blijkt dan later of er als gevolg van de bouw schade
is ontstaan.
Mocht er schade ontstaan tijdens of direct na de
realisatie van het plan waarvan aan te tonen is dat deze een direct gevolg zijn
van de bouw, dan zal deze verhaald kunnen worden op de aannemer / ontwikkelaar.
Overlast tijdens de uitvoering is niet uit te sluiten.
Voordat er een aanvang met
de bouw gemaakt wordt, zal de ontwikkelaar / aannemer een vooropname moeten
laten maken. Dit is een rapport waarin duidelijk de staat van de woningen (al
dan niet geïllustreerd met foto’s) in kaart wordt gebracht. Dit rapport is
noodzakelijk om de vereiste CAR-polis (Construction All Risk) af te kunnen
sluiten. Mochten er schades ontstaan tijdens of direct na de realisatie van het
plan waarvan aan te tonen is dat deze een direct gevolg zijn van de bouw, dan
zullen deze verhaald kunnen worden op de aannemer / ontwikkelaar. af te kunnen
sluiten Met het afsluiten van deze polis borgt de ontwikkelaar / aannemer de
eventuele ontstane schade.
De ontwikkelaar zal moeten
aantonen dat de voorgestelde bouwmethode verantwoord is. De gemeente heeft
hierbij een toetsende rol. Mocht er schade ontstaan tijdens of direct na de
realisatie van het plan waarvan aan te tonen is dat deze een direct gevolg zijn
van de bouw, dan zullen deze verhaald kunnen worden op de aannemer /
ontwikkelaar. De gemeente zal de ontwikkelaar verzoeken om een eenduidige
procedure voor schadeafhandeling op te stellen en de bewoners hierover te
informeren.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
A.5 Gezamenlijke
reactie bewoners van de Drogerij:
A.5.1 Samenvatting
Insprekers stellen dat het ongewenst is de
schutting van de Drogerij gedeeltelijk of geheel te verwijderen. Dit omdat de
vergrote toegankelijkheid (ook voor ongewenste figuren) nadelig is voor de rust
en veiligheid. Tevens zal er een aanslag worden gedaan op de beschikbare
parkeerplaatsen van de Drogerij.
Antwoord
De schutting past niet in de beoogde ruimtelijke
opzet. De schutting is in het verleden als geluidsscherm opgericht om
milieuoverlast van de bedrijvigheid op het VDD-terrein voor de gestapelde
woningen van de Drogerij te voorkomen/beperken. Als gevolg van de
nieuwbouw met woningen is de aanleiding voor de
schutting vervallen. Ruimtelijke en
maatschappelijk is het ongewenst een dergelijke scheiding tussen twee
woongebieden te handhaven.
Door de ontwikkeling
waarbij bedrijfsterrein wordt omgezet naar woningbouw ontstaat een min of meer
aaneengesloten woongebied (Het Oude veilingterrein, de Reinier de Graafweg en
het VDD/Mooy-terrein) waarin woningbouw de hoofdbestemming is. In die ruimtelijke opzet
past de schutting niet. Het ontwikkelingsplan staat daarom toe dat de schutting komt
te vervallen
maar dit is niet opgenomen als een verplichting. , doch vormt geen
verplichting, maar is wel een grote wens.
Voor het plangebied wordt uitgegaan van
parkeernormen waarbij de parkeerdruk ten gevolge van de nieuwe woningen in het
gebied zelf wordt opgevangen. Er wordt bij de parkeerbalans niet uitgegaan van
een beslag op de parkeerplaatsen bij de Drogerij. Openbare parkeerplaatsen zijn
uiteraard in principe uitwisselbaar. Beschikbare openbare parkeerplaatsen in de
te ontwikkelen locatie kunnen ook door bewoners van aangrenzende buurten
gebruikt worden en omgekeerd.
Voor alle woonbuurten in de buurt van een
ziekenhuis geldt dat in een situatie waarbij er verschil is in betaald en
onbetaald parkeren er een zekere parkeerdruk in omringende buurten ontstaat.
Naar verwachting is dit met name het geval tijdens bezoekuren.
De overlast tengevolge van de overloop wordt
daardoor beperkt.
De
overlast is daarnaast niet dusdanig dat de invoering van en
parkeervergunningengebied of betaald parkeren wordt ingevoerd.??? Is dat zo?
Bij de ontwikkeling van het nieuwe Reinier de Graaf
Gasthuis wordt de noodzakelijke parkeergelegenheid opnieuw integraal bezien.
Ook bij deze ontwikkeling geldt dat de veroorzaakte
parkeerdruk voor personeel en bezoek op eigen terrein opgevangen dient te
worden.
Voor ziekenhuis en woongebieden is in totaal na
ontwikkeling voldoende parkeercapaciteit aanwezig. Afzondering van woonbuurten is in dit verband niet een oplossing.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
A.5.2 Samenvatting
Het is ongewenst de oost-west route van de
voetgangers de Drogerij te laten kruisen en door de doorgang(en) van de
Drogerij te laten lopen. Deze route laat huidige parkeerplaatsen verdwijnen en
zal ook gebruikt worden door fietsers en bromfietsers, waardoor er gevaarlijke
situaties kunnen ontstaan. Voorbeelden hiervan zijn het met hoge snelheid
tussen geparkeerde auto’s doorrijdende verkeersdeelnemers, gevaar voor de
voetgangers bij de doorgangen van de Drogerij, waar ook de toegangsdeuren zijn
en het creëren van plaatsen voor vandalisme en hangjongeren.
Antwoord
Met betrekking tot het fietsnetwerk van Delft is er
momenteel een ontbrekende schakel vanuit de Drogerij richting de binnenstad van
Delft en vice versa. Uit het oogpunt van verkeersveiligheid heeft het dan ook
de voorkeur dit fietsverkeer door het nieuwe plangebied te laten lopen om
vervolgens via meerdere langzaam verkeer ontsluitingen het plangebied te
verlaten. De kruisende beweging die hierdoor ontstaat op de parkeerplaats van
de Drogerij verdient wel aandacht. Hoewel het hier een 30 km/h-zone betreft zal
er qua inrichting extra aandacht voor het fietsverkeer worden gevraagd. Het
betreft hier geen doorgaande hoofdfietsroute en het fietsverkeer zal
voornamelijk uit bestemmingsverkeer bestaan.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
A.5.3 Samenvatting
De brug aan de zuidrand bij de zuidwest hoek is
ongewenst, omdat er gevreesd wordt dat de parkeergelegenheid van de Drogerij
zwaarder wordt belast, bijvoorbeeld door bezoekers van het Reinier de Graaf
Gasthuis. De vraag is of de eigenaar van de grond akkoord zal gaan met de
beoogde wijzigingen.
Antwoord
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
A.6 J.
de Rijke, Oude Veiling 4:
A.6.1 Samenvatting
Er bestaat bij inspreker zorg over de secundaire
ontsluiting over de Hoornseweg. De motivering van de secundaire ontsluiting met
“flexibiliteit” in het ontwikkelingsplan is onvoldoende, omdat de noodzaak er
niet mee is aangetoond. Geen inzicht is gegeven in de verkeersbeweging van en
naar Den Hoorn/A4 en Westlandseweg/Delft.
Antwoord
Het is een vereiste om,
met betrekking tot calamiteiten, dit plangebied te voorzien van twee
ontsluitingen. Het profiel aan de Westlandseweg is geschikt voor het aanleggen
van de hoofdontsluiting. Voor een secundaire ontsluiting is de Hoornseweg het
enige alternatief daar een ontsluiting naar de Reinier de Graafweg niet
mogelijk is. Het is gewenst om de secundaire ontsluiting niet alleen voor
calamiteiten verkeer te gebruiken maar ook voor bewoners van het plangebied. De
bereikbaarheid wordt hiermee verhoogd en gezien de grootte van het plangebied
is dit ook gewenst om te voorkomen dat er teveel verkeersbewegingen ontstaan in
het “hoefijzer” en met name ter hoogte van de primaire ontsluiting.
De verkeersbewegingen met bijbehorende
intensiteiten zijn niet vermeld in het ontwikkelingsplan maar volgen uit een
verkeersstudie welke in een later stadium is uitgevoerd om de inrichting van
beide ontsluitingen te bekijken.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
A.6.2 Samenvatting
De secundaire ontsluiting zal volgens de methode
Harders, veroorzaken dat de Hoornseweg regelmatig vastloopt. Indien niet
voorzien is in de doortrekking van de Reinier de Graafweg naar de A4 zal de
congestie op de Hoornseweg evenredig toenemen door de algemene stijging van het
autogebruik en de ontwikkeling van de Harnaschpolder. Omdat de doortrekking van
de Reinier de Graafweg thans nog een studie is zal het op termijn op de
Hoornseweg leidden tot verkeersproblemen. Volgens methode Harders is een
verkeersmaatregel in de vorm van een VRI of rotonde noodzakelijk voor goede
doorstroming. Dit had in het ontwikkelingsplan voorzien moeten worden.
Antwoord
Ten behoeve van de inrichting van beide
ontsluitingen is een verkeersstudie uitgevoerd door de projectontwikkelaar projectontwikkelaar. Uit
die studie blijkt dat het verkeer bij de ontsluiting van de Hoornseweg
geregeld kan worden door middel van een T-kruising.en die studie is getoetst
door de gemeente die ermee instemt. In deze verkeersstudie zijn de
huidige intensiteiten geëxtrapoleerd naar 2020. Hierbij is rekening gehouden
met een autonome groei van ver het verkeer van 2% per jaar. Daarnaast is
rekening gehouden met de ontwikkelingen van de nieuwbouw op het
VDD/Mooij-terrein, de nieuwe woningbouw in de omgeving van de Aletta
Jacobstraat en de ontwikkeling in de Harnaschpolder. Overige
verkeersontwikkelingen in Delft worden in het Lokaal Verkeer en Vervoer Plan
(LVVP) behandeld die in het voorjaar van 2005 wordt afgerond.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
A.6.3 Samenvatting
Volgend de richtlijnen van het convenant “Duurzaam
Veilig” voldoet de kruising bij de Oliemolen op de Hoornseweg niet aan de
richtlijn dat kruisingen op minimaal 50 meter afstand van elkaar dienden worden
aangelegd. Dit zal 20 meter zijn.
Antwoord
De secundaire ontsluiting aan de Hoornseweg bij de
Oliemolen ligt h.o.h. 53 meter van de
ontsluiting van de Drogerij op de Hoornseweg en voldoet hiermee aan de
richtlijnen van “Duurzaam Veilig”.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
A.6.4 Samenvatting
Het parkeerterrein van de Drogerij is in
particuliere eigendom, waardoor de realisatie van de secundaire ontsluiting
alleen mogelijk is via een private overeenkomst. De bewoners zullen dan moeten
kiezen tussen de ontsluiting via de Drogerij, wat overlast zal veroorzaken, of
de nieuwe ontsluiting via de Oliemolen, wat niet bevorderlijk is voor de
verkeersveiligheid. Voor ontsluiting via de Drogerij is medewerking gewenst van
de gemeente Midden-Delfland.
Verzocht wordt om de secundaire ontsluiting te
heroverwegen en te volstaan met de enkele ontsluiting via de Westlandseweg.
Nadrukkelijk wordt gewezen op een verkeersveiligheidsaudit. Secundaire ontsluiting
alleen voor calamiteiten met “pollers” of bij afsluiting hoofdweg.
Antwoord
Een secundaire ontsluiting blijft noodzakelijk voor
zowel calamiteitenverkeer als bereikbaarheid van het plangebied. Het is een vereiste om, met betrekking tot
calamiteiten, dit plangebied te voorzien van twee ontsluitingen. Het profiel
aan de Westlandseweg is geschikt voor het aanleggen van de hoofdontsluiting.
Voor een secundaire ontsluiting is de Hoornseweg het enige alternatief daar een
ontsluiting naar de Reinier de Graafweg niet mogelijk is. Het is gewenst om de
secundaire ontsluiting niet alleen voor calamiteiten verkeer te gebruiken maar
ook voor bewoners van het plangebied. De bereikbaarheid wordt hiermee verhoogd
en gezien de grootte van het plangebied is dit ook gewenst om te voorkomen dat
er teveel verkeersbewegingen ontstaan in het “hoefijzer” en met name ter hoogte
van de primaire ontsluiting. Verplaatst van
antwoord A.5.3 (want hier relevant)
Voor verdere beantwoording wordt verwezen naar het
antwoord onder A.5.1.
en A.6.1.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
A.7 D.B.
v.d. Windt, Hoornsekade 34:
Samenvatting
Inspreker is het totaal oneens met het voornemen de
Hoornseweg drukker en onveiliger te laten worden. Er moet onderzocht worden of
de nieuwe uitvalsweg via de Oliemolen niet kan vervallen en deze via de
Drogerij te laten lopen. Een ventweg met twee uitritten naar de Hoornseweg is
niet gewenst, dit dient te geschieden via de Westlandseweg in verband met het
convenant “Duurzaam veilig”.
Antwoord
Voor beantwoording wordt verwezen naar vraag A.6.1 en A.6.33.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
A.8 Vereniging
van eigenaren van de Europa-flat, Drogerij:
A.8.1 Samenvatting
Inspreker heeft bezwaar tegen het gebruik van de
Drogerij als ontsluitingsweg. De weg is hiervoor te smal, er zullen
parkeerplaatsen verloren gaan en de weg is in eigendom van Duwo en St.
Willibrordus met erfdienstbaarheden van de vereniging.
Antwoord
Voor de overige beantwoording wordt verwezen naar
de antwoorden A.5.1. en A.6.1.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
A.8.2 Samenvatting
Inspreker heeft bezwaar tegen het maken van een
fietsdoorsteek via de Drogerij door het beperkte zicht van automobilisten op
deze weg door de aan weerszijde geparkeerde auto’s, wat gevaarlijke situaties
oplevert.
Antwoord
Voor beantwoording wordt verwezen naar vraag A.5.2.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
A.8.3 Samenvatting
Insprekers zijn het niet eens met het voornemen de
schutting c.q. geluidsscherm te verwijderen.
Antwoord
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
A.9 M. Jutte, Drogerij 9:
Samenvatting
Inspreker vraagt zich af of door de te maken
verbinding tussen de Drogerij en de nieuwe wijk het aantal parkeerplaatsen in
de Drogerij niet zal afnemen. In de huidige situatie is er reeds een hoge
parkeerdruk en deze zal zodoende gaan toenemen.
Antwoord
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
A.10 Bewonersvereniging
Oude Veiling:
Inspreker raadt de ontsluiting van de wijk via de
Oliemolen af, wegens verkeersonveilige situaties en de noodzaak die er niet van
is aangetoond. Ditzelfde voor de drie uitritten op de Hoornseweg op de ventweg.
De ontsluiting via de Oliemolen alleen in gevallen van calamiteiten, omdat de
aansluiting op de Westlandseweg voldoende is (vergelijkbaar zijn situaties bij
Tanthof Oost en West en de wijken De Oude Veiling en Zuydmade) en het
sluipverkeer tegen gaat. Hoornseweg geeft nu reeds gevaarlijke situaties en is
te smal voor veiligere verkeersvoorzieningen. Het dicht op elkaar liggen van de
uitritten is in strijd met de Verkeersveiligheidconvenant, getekend door Delft
met het Rijk. Een veiligere alternatief op de Reinier de Graafweg wordt in het
plan afgehouden in verband met het uitstel van besluitvorming over de
doortrekking van deze weg naar de A4.
Verzoek is de gehele verkeersproblematiek in het
gebied in ogenschouw te nemen. Een eventuele tweede ontsluiting van het gebied
kan met een rotonde in de S-bocht bij de Reinier de Graafweg.
Antwoord
Een ontsluiting voor alle verkeer nabij de S-bocht
aan de Reinier de Graafweg is niet gewenst, omdat ter plaatse in de middenberm in de toekomstdaar hier de toekomstige de Hoogwaardig Openbaar Vervoerlijn (HOV) komt
te rijden in een
middenberm. Gezien een kruising met HOV op deze locatie met
bijbehorende intensiteiten niet ongeregeld kan zijn, dient deze dan ook
voorzien te worden van een Verkeers Regel Installatie (VRI). Dit is gelet op de
korte afstand tot de kruising van de Westlandseweg/Reinier de Graafweg niet
mogelijk.
Voor de overige beantwoording wordt verwezen naar
antwoordt A.6.1.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
A.10.2 Samenvatting
Betreurd wordt dat de parkeernorm van 1,7
parkeerplaats per woning niet wordt gehaald. De norm van 1,4 voor de sociale
woningbouw is onvoldoende. Bij de aangrenzende wijk is de eis gesteld dat er
minimaal 1 parkeerplaats op eigen terrein moet zijn en de vrees is dat bij een
opening in de scheidingswand de parkeerplaatsen aan de Drogerij en de Oude
Veiling gebruikt zullen worden. Ernstige bezwaren tegen de beperkte planning
van parkeerplaatsen.
Antwoord
Met betrekking op de parkeerplaatsen hanteert de
gemeente als minimale eis 1,6 p.p. per woning en voor de sociale huursector
geldt een parkeernorm van 1,4 p.p. per woning. Ook in de nieuwe nota “Parkeren
en stallen” die eind 2003 is vastgesteld door de raad wordt uitgegaan van 1,4
p.p. per woning in de categorie sociale huur/koop.
In de parkeerbalans voor de het plangebied worden
per woningblok het aantal parkeerplaatsen bekeken. Dit omdat de loopafstand van
woningen naar de parkeerplaats een relatie met elkaar hebben. De parkeerbalans
dient dan ook per woningblok gerealiseerd te worden, dit om te voorkomen dat
bij het ene woningblok een tekort is aan parkeerplaatsen en elders in het
gebied een overschot is.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
A.10.3 Samenvatting
Inspreker is van mening dat het open-sloten-systeem
van de wijk negatieve effecten zal hebben voor de sloot ten noorden van de
Reinier de Graafweg-flats.
Nu stroomt de sloot bij hevige regenval reeds over
in de tuinen op de Oude Veiling. De extra lozing van regenwater van de nieuwe
wijk is onaanvaardbaar, zonder het vasthouden van het regenwater in de wijk en
een extra doorstroomvoorziening waar de duiker bij de fietsingang van het
Stanislascollege een probleem vormt. Gevraagd wordt om goede
beheersvoorzieningen die blokkeren en gedoseerd lozen. Het tegenargument van
een verhard en deels bebouwd VDD-terrein houdt geen stand, omdat het
VDD-terrein nu geen eigen regenwaterrioolstelsel heeft en het op het vuile
riool loost of in de grond zakt .
Antwoord
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
Het concept-ontwikkelingsplan VDD-terrein is op 17
februari 2004 van 19:30 tot 21:30 gepresenteerd tijdens een inloopbijeenkomst
in de kantine op het VDD-terrein. De presentielijst is door 46 insprekers
getekend.
Het plan is toegelicht met tekeningen, foto’s en
teksten op panelen waar de volgende onderdelen van plan aan de orde zijn
gesteld: Het ontwikkelingsplan VDD, de gebiedsvisie, aansluiting omliggende
gebieden (Noordrand, Oostrand, Zuidrand, Westrand), openbare ruimte (tevens de
ecologische zone), mobiliteit, procedure en planning en het inspraakloket.
Per paneel was een deskundige beschikbaar voor het
beantwoorden van vragen en het geven van nadere toelichting. Bij een zogenoemd
inspraakloket is gelegenheid geboden mondeling een visie op het voorgenomen
plan te geven.
Alle opmerkingen zijn opgenomen in een verslag,
welke is opgestuurd naar de belangstellenden. De gerezen vragen zijn hieronder
beantwoord.
B.1 Samenvatting
Gevraagd is naar de noodzaak van een secundaire
ontsluiting op de Hoornse weg.
Antwoord
Voor beantwoording wordt verwezen naar vraag A.6.1.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.2 Samenvatting
Inspreker wil weten of er bij deze aansluiting, rekening
gehouden is met de verkeersveiligheid in het algemeen en het convenant
‘duurzaam veilig’.
Antwoord
Voor beantwoording wordt verwezen naar vraag A.6.3.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.3 Samenvatting
Er wordt gevraagd in hoeverre de aansluiting via de
Drogerij kan worden afgedwongen en als dit niet het geval is of er dan een
bewuste keuze wordt gemaakt voor een onveilige weg langs de Oliemolen op de
Hoornseweg.
Antwoord
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.4 Samenvatting
Gevraagd is in hoeverre er voor de aansluiting op
de Westlandseweg een verkeersoplossing wordt gekozen en welke deze is.
Antwoord
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.5 Samenvatting
Er wordt gevraagd of als de Reinier de Graafweg
aansluiting krijgt op bus 132 en 138, het dan een openbare weg wordt, naar
aanleiding van sportcomplex dat er komt.
Antwoord
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.6 Samenvatting
Gevraagd wordt of er op de kruising Westlandseweg
met de Buitenwatersloot/Hoornseweg beveiligde oversteekvoorzieningen voor
voetgangers worden gerealiseerd.
Antwoord
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.7 Samenvatting
Er wordt gevraagd of het de bedoeling is de
fietsdoorsteek richting Drogerij door te trekken richting Oude Veiling Den
Hoorn, of dat deze afbuigt richting Hoornseweg.
Antwoord
Buiten het plangebied om worden er geen nieuwe
fietsvoorzieningen aangelegd. Het is dan ook niet te voorspellen hoe het
fietsverkeer vanuit de Drogerij richting de Oude Veiling zal gaan rijden. In
ieder geval betreft het hier geen doorgaande hoofdfietsroute en zal het
fietsverkeer voornamelijk uit bestemmingsverkeer bestaan.
Voor overige beantwoording wordt verwezen naar het
antwoord onder A.5.2.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.8 Samenvatting
Inspreker vraagt zich af wat de termflexibel
peilbeheer (op pagina 20 van het ontwikkelingsplan) betekent. Is dit
structureel hoger of lager dan het huidige waterniveau.
Antwoord
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.9 Samenvatting
Het water in de Buitenwatersloot is te vuil volgens
het ontwikkelingsplan. Gevraagd wordt of de inlaat via de vijver van de wijk
Oude Veiling dan wel gehandhaafd blijft.
Antwoord
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.10 Samenvatting
Inspreker vraagt zich af waarom alle sociale
woningbouw tegen de Hoornse kant aan staan.
Antwoord
De situering van de sociale woningbouw is binnen
het gemeentelijke ontwikkelingsplan een gevolg van afspraken tussen de
ontwikkelaars Amstelland en Citadel/Staedion.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.11 Samenvatting
Gevraagd wordt waarom de hoogbouw aan de oostzijde
(kant A. Jacobsstraat) op de tekening veel lager is dan het in werkelijkheid
zal worden. Opgemerkt wordt dat er 8 à 9 woonlagen geschreven staat, de
tekening 6 woonlagen aangeeft en op de situatieschets ongeveer 4 woonlagen zijn
aangegeven.
Antwoord
De tekeningen waaraan wordt gerefereerd stammen uit
het planvoorbereidingsproces. In dit proces is uiteindelijk gekozen voor hogere
bebouwing op deze plaats omdat dit ruimtelijk goed past en ook voor het aantal
woningen en daarmee de haalbaarheid van het gehele plan een gunstige invloed
heeft. Helaas is de illustratieve tekening niet meer hierop aangepast, waardoor
een verkeerd beeld van de hoogte ontstaat. Deze tekening zal in het ontwikkelingsplan aangepast worden.
Conclusie
Deze reactie leidt tot aanpassing van het
ontwikkelingsplan.
B.12 Samenvatting
Er is protest tegen het weghalen van de schutting
cq geluidsscherm in de Drogerij. Inspreker is van mening dat de schutting moet
blijven.
Antwoord
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.13 Samenvatting
Opgemerkt wordt dat indien er een opening gemaakt
wordt bij de Drogerij deze doorgang gevaarlijk is voor fietsers en bromfietsers,
in verband met het beperkte zicht voor automobilisten.
Antwoord
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.14 Samenvatting
Inspreker vraagt zich af waarom de ventweg langs de
Hoornseweg niet op de kaart van het ontwikkelingsplan staat. Gevraagd wordt of
deze er wel of niet komt en hoe deze aansluit op de Oude Veiling.
Antwoord
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.15 Samenvatting
Er wordt door inspreker aangegeven dat de hoek van
S.iem
de Jong onduidelijk is. Kromme of rechte variant van de appartementen
complexen. Er is een voorkeur voor de kromme variant. Indien er voor vijf
blokken wordt gekozen, is er ook voorkeur voor de kromme variant.
Antwoord
In het ontwikkelingsplan is helder omschreven dat
de uiteindelijke situatie bij het bedrijf S.iem de Jong
van verschillende zaken afhankelijk is. De uiteindelijke ruimtelijke opbouw zal
daardoor binnen een bepaalde bandbreedte vallen. Ingeval van een kromme variant
met vijf blokken is aan de zijde alleen ruimte om enkele woningen toe te
voegen. Thans is niet bekend of die oplossingsrichting zal worden gekozen.
Binnen het ontwikkelingsplan is een variabele keuze
aangegeven.
Van de opmerking van inspreker wordt kennis
genomen.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.16 Samenvatting
Opgemerkt wordt dat 8 of 9 verdiepingen wel erg
hoog is.
Antwoord
Gelet op de ligging langs de Westlandseweg en de
afstand tot zowel bestaande als geplande bebouwing is deze hoogte ruimtelijk
aanvaardbaar. Mede door deze hogere bebouwing is het mogelijk het ruimtebeslag van
de bebouwing ("footprint") te beperken, zodat de woningbouw op deze
plaats goed is te combineren met de realisatie van een belangrijke ecologische
zone langs de Westlandseweg.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
Het ontwikkelingsplan is op 9 februari 2004 naar de
volgende instanties gestuurd:
2.
PPC, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag. Preadvies getekend
23 april 2004, ingekomen 26 april 2004;
3. Hoogheemraadschap
Delfland, Postbus 3061, 2601 DB Delft. Getekend 1 april 2004, ingekomen 5 april
2004;
5.
Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Postbus 1001,
3700 BA Zeist. Getekend 23 februari 2004, ingekomen 24 februari 2004: Geen
opmerkingen;
6. Kamer
van Koophandel Haaglanden, Postbus 375, 2600 AJ Delft. Getekend 22 maart 2004,
ingekomen 23 maart 2004: Geen
opmerkingen.
De schriftelijke overlegreacties luiden als volgt:
C.1 Gemeente
Midden-Delfland, Postbus 1 Schipluiden:
C.1.1 Samenvatting
Deze gemeente is geen voorstander van het
wegentracé door de Oliemolen wegens het cultuurhistorische karakter ervan. De
Oliemolen dient tot gemeentelijk monument verklaard te worden.
Antwoord
Er is gekeken op welke locatie een
ontsluiting aan de Hoornseweg het meest geschikt is. In
overleg
met stedenbouwkundigen is de locatie van de Oliemolen gekozen omdat dit gebouw
juist een zeer bijzonder entree naar de wijk vormt en daarmee een extra
toegevoegde waarde krijgt.
Het
complex van de v.m. Oliemolen, met molenromp, stoommachinehuis, tussenvleugel
en
oostelijke vleugel, wordt op termijn, naar
verwachting in 2004, aangewezen als gemeentelijk
monument van Delft. De gemeentelijke
monumentenbescherming laat volgens de geldende
vergunningsprocedures overigens de
mogelijkheid open om wijzigingen uit te voeren en ook
om delen af te breken
De
molenromp blijft volledig behouden. Deze is, ook incompleet, van belang als
zijnde een vrij zeldzaam voorbeeld van een forse industriemolen op vierkante
plattegrond.
De
aanbouw achter tegen de molenromp (stoommachinehuis) blijft volledig behouden.
Deze aanbouw heeft een interessante architectuur, met getoogde en ronde
vensters, en is historisch van belang vanwege de overschakeling van wind- op
stoomenergie.
De
oostelijke vleugel (pakhuis) blijft volledig behouden. Bij voorkeur dienen de
verdwenen dakrandversieringen van de voorgevel gereconstrueerd te worden. Dat
ze ooit zijn verwijderd is als een storende aantasting op te vatten.
De
tussenvleugel, met uitzondering van de serreachtige voorbouw, dient bij
voorkeur zo volledig mogelijk behouden te blijven. Uit de inrichting van het
grote te ontwikkelen terrein en de plaats van de mogelijke ontsluitingen,
blijkt dat er één ter plaatse van de tussenvleugel is gesitueerd. De voor de
doorgang noodzakelijke breedte is veel geringer dan de breedte van de
tussenvleugel. Het moet daarom mogelijk zijn in die tussenvleugel een doorgang
te maken of althans er delen van te behouden. In dat laatste geval wordt
geadviseerd om het grondvlak van het af te breken deel van de tussenvleugel als
herkenbaar steenachtig vlak (bestrating) vorm te geven.
Er is nog op dit
moment bij monumentenzorg geen ontwerp bekend van de aanpassingen aan het
complex van de v.m. Oliemolen. De Commissie voor Welstand en Monumenten heeft
al bij de advisering over de inrichting van het VDD-terrein opgemerkt dat
rekening met de v.m. molen moet worden gehouden en de ontwerper heeft aangegeven
dat te zullen doen. Op basis van het concrete bouwplan zal de ontsluiting
opnieuw worden bezien. Het oordeel van de commissie Welstand zal zwaar
meewegen. Zo nodig wordt een alternatieve ontsluiting gekozen.
Conclusie
De inspraakreactie leidt thans niet tot aanpassing
van het ontwikkelingsplan. Eventuele heroverweging zal plaatsvinden bij de
bestemmingsplan procedure
C1.2 Samenvatting
De ontsluiting door de Oliemolen is te dicht op de
ontsluiting van het parkeerterrein van de Drogerij, wat de doorstroming op de
Hoornseweg belemmert. Een ontsluiting tegenover de A.M. van der Poellaan is
beter. Voor de goede spreiding van het autoverkeer is ontsluiting via de
Reinier de Graafweg noodzakelijk.
Antwoord
De secundaire ontsluiting aan de Hoornseweg bij de
Oliemolen ligt op circa 50 meter van de ontsluiting van de Drogerij op de
Hoornseweg en voldoet hiermee aan de richtlijnen van “Duurzaam Veilig”. De
ontsluiting tegenover de A.M. van der Poellaan is derhalve niet gunstiger.
Een
ontsluiting voor alle verkeer nabij de S-bocht aan de Reinier de Graafweg is
niet gewenst, daar hier in de toekomstige Hoogwaardig Openbaar vervoerlijn
(HOV) komt te rijden ter hoogte van de middenas. Gezien een kruising met de HOV
op deze locatie met bijbehorende intensiteit niet ongeregeld kan zijn, dient
deze dan ook voorzien te worden van een Verkeers Regel Installatie (VRI).
Gezien de korte afstand tot de kruising van de Westlandseweg/ Reinier de
Graafweg is dit niet mogelijk.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
C.1.3 Samenvatting
Ontsluiting via de Drogerij is niet gewenst, omdat
dit terrein bedoeld is voor parkeren en nietniet
geschikt voor ontsluiting van een woonbuurt. Tevens is het parkeerterrein in
eigendom van de woningcooperaties DUWO en St. Willibrordus.
Antwoord
Voor beantwoording wordt verwezen naar vraag A.8.1.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
C.1.4 Samenvatting
Overleg tussen de omwonende en de eigenaren van de
Drogerij is gewenst over het verwijderen van de geluidsschutting en het gebruik
maken van de onderdoorgang van de Drogerij voor een langzaamverkeersroute.
Antwoord
De gemeente is nog in overleg met bewoners over voornoemde
discussiepunten.Overleg is gaande. Er is nog geen definitieve
uitkomst.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
C.1.5 Samenvatting
Verzoek om nader overleg over de geprojecteerde
brug over de Gaag, mede in verband met de betere ontsluiting van het openbaar
vervoer van het woongebied Den Hoorn met Delft.
Antwoord
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
C.1.6 Samenvatting
Voor de toekomstige wens van de gGemeente
Midden-Delfland om het verkeer door het centrum van Den Hoorn te beperken is
een verkeersluwe Hoornseweg en Woudselaan vereist en de doortrekking van de
Reinier de Graafweg een voorwaarde.
Antwoord
De verkeersontwikkelingen in Delft worden in het
Lokaal Verkeer en Vervoer Plan (LVVP) behandeld welke in het voorjaar van 2005
wordt afgerond. Hierover zal tijdig nader overleg plaatsvinden ten einde de
bovenwijkse verkeersstructuur in het gehele gebied rond de kern van Den Hoorn
goed afgestemd te krijgen.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
C.2 PPC,
Postbus 90602 Den Haag:
In het ontwikkelingsplan wordt onderkend dat met
ontwikkelingen in de omgeving van het plangebied de druk op de omliggende
infrastructuur zal toenemen. Gewenst inzichtelijk te maken in hoeverre
overeenstemming is bereikt met de wegbeheerders en in hoeverre overeenstemming
is bereikt over de te nemen maatregelen om de toename van de verkeersdruk tot
een minimum te beperken, gelet op de ontwikkelingen nabij het plangebied.
Gevraagd is de mobiliteitparagraaf kritisch te
bekijken en waar nodig aan te vullen.
Antwoord
Gemeente Delft is zelf wegbeheerder sinds 1 januari 2004 en heeft geenwe
hebben geen bezwaar tegen ontsluiting van het VDD terrein op de
Hoornse weg en Westlandse weg.
Bij de Hoornse weg bijvoorbeeld gaat het om een
toename van 6,8 % autoverkeer terwijl
daar het vrachtautoverkeer ten gevolge van oude veiling nog niet eens van afgetrokken
is
.
Het ontsluitingsverkeer is derhalve zo minimaal dat
er geen redenen zijn om aan te nemen dat de omringende wegen dit niet
aankunnen. Bij de
uitwerking worden definitieve beslissingen over de definitieve oplossingen
genomen.
Deze reactie leidt heeft niet geleidtot
aanpassing van het ontwikkelingsplan. Bovenstaande tekst zal in het
ontwikkelingsplan opgenomen worden.
C.2.2. Samenvatting
In het plan dient nadere informatie te worden
gegeven van de effecten van alle ontwikkelingen tezamen op de aansluiting met
de A4.
Antwoord
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
C.2.3 Samenvatting
Gevraagd wordt in hoeverre de verlenging van de Reinier
de Graafweg binnen de planperiode gerealiseerd kan worden.
Antwoord
Het gebied valt buiten het
plangebied van het ontwikkelingsplan. Het is nog niet bekend wanneer de verlenging gerealiseerd zal worden.
Ook zonder verlening van de Reinier de Graafweg is de verkeersafwikkeling van
onderhavig plangebied geborgd.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
Het akoestisch onderzoek is uitgevoerd. Uit het
akoestisch onderzoek blijkt dat de voorkeursgrenswaarden voor de woningen aan
de Hoornseweg worden overschreden. Er is een hogere grenswaarde procedure
gestart.
Deze reactie leidt tot aanpassing van het
ontwikkelingsplan.
DTen aanzien vane geplande ontwikkelingen
hebben geen invloed op de
waterkering van de Hoornseweg moet gesteld worden dat
aan deze weg niets veranderd. Hierdoor
vindt er ook geen wijziging plaats aan de waterkeringsfunctie.
Over de
waterkering aan de oostzijde van het plangebied is met het Hoogheemraadschap
nog overleg gaande.
Uitgangspunt is niet bouwen in de waterkering, onderzocht wordt of de waterkering te
verplaatsen is of dat technische oplossingen uitkomst bieden.
De kern van het probleem is dat de watergang langs
de Westlandse weg boezemwater is en dus boezemkades heeft. Uit overleg met het
Hoogheemraadschap is gebleken dat een deel van deze watergang kan worden
veranderd in polderwater en waardoor een deel van de boezemkade haar functie
zal verliezen. Het gaat dan om het deel ten zuiden van de wegaansluiting van
het plangebied op de Westlandseweg. Onder deze weg wordt dan een voorziening
aangebracht.
Het noordelijke deel van deze watergang kan in de
huidige situatie echter niet worden veranderd in polderwater, omdat hierdoor
schade zal optreden aan de bebouwing van S. de Jong. Indien S. de Jong van plan
is zijn huidige bedrijfwin
te vervangen door nieuwbouw, kan bij de nieuwbouw rekening worden gehouden met
een andere waterhuishouding. Hierover is overleg met S. de Jong en
Hoogheemraadschap van Delfland noodzakelijk.
Voor het ontwikkelingsplan betekent dit dat de drie
zuidelijke torens mogelijk zijn en dat voor de overige torens overleg nodig is
met het hoogheemraadschap. Indien het noordelijke deel van het boezemwater
langs de Westlandseweg in polderwater verandert is ook hier bebouwing mogelijk.
Bij
de verdere uitwerking van het plan zal hieraan aandacht worden besteed.
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
Antwoord
De Hoornseweg en de
Westlandseweg zijn de grenzen van het plangebied. Langs de Hoornseweg wijzigt
er niets en zijn er dus ook geen effecten op het peil. Bij het boezemwater dat
polderwater wordt langs de Westlandseweg ligt geen bebouwing. Het noordelijk
deel van deze watergang blijft vooralsnog boezemwater om problemen door
peilverlaging bij bestaande bebouwing te voorkomen.
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
De
bomen worden zodanig geplaatst dat zij buiten de kernzone van de waterkering
blijven. Bij de keuze van het soort bomen zal beperkte worteldiepte een
randvoorwaarde zijn.
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
Deze reactie leidt tot aanpassing van het
ontwikkelingsplan.
De
riolering wordt uitgevoerd als een gescheiden stelsel met in het
regenwaterstelsel enkele voorzieningen om het zand te kunnen afvangen. Dit zijn
mogelijk zakputten. De straat tussen de ring en de Westlandseweg zal worden
voorzien van kolken die de first-flush afvoeren naar het vuilwaterriool en het
overige regenwater via het regenwaterstelsel.
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
Adviesbureau v. Leerdam Pr. Irenelaan 43 2635 HP Den Hoorn
G. Bach R.
de Graafweg 290 2625 DJ Delft
N.F. Bakboord Oude Veiling 11 2635
GK Den Hoorn
L. Bauman Drogerij
89 2635 GN Den Hoorn
A. de Boer Plein
Delftzicht 2 2627 CA Delft
P.W. Born M. Stormstraat
29 2614 HR Delft
Delsman Voordijkshoorn
113 2635 JW Den Hoorn
R. Freriks R.
de Graafweg 290 2625 DD Delft
L.P. Gerriste Tanthofkade
11 2635 CP Den
Hoorn
A. de Goede Noordijkshoorn
51 2635 KL Den Hoorn
G.J.W. van Gool R.
de Graafweg 90 2625 DC Delft
S. v. Groeningen R.
de Graafweg 136 2625 DD Delft
E.P.G. Hakkennes Postbus
846 2700 AV Zoetermeer
B. v.d. Helm Windrecht
77 2636 JC Schipluiden
S. Hendriks Drogerij
143 2635 GP Delft
M.C.M. v.d. Hoeven R.
de Graafweg 328 2625 DK Delft
R. de Jong A.
Veerstraat 6 2614 HV Delft
S. de Jong Hoornseweg
29 2614 RX Delft
W. Karselons Drogerij
148 2635 GR Den Hoorn
M. Kindt Drogerij
168 2635 GR Den Hoorn
L. de Kleijn Achterhaven
16 2635 GV Den
Hoorn
W. Koop Hoornsekade
38 2635 HB Den Hoorn
P.G. Krommehoek Drogerij
135 2635 GP Den Hoorn
C.A.F. van Leeuwen Hoornsekade
46 2635 HB Den Hoorn
G. van Leeuwen Noordhoornseweg 6 2635 GB Den Hoorn
J.C. v.d. Mast R.
de Graafweg 256 2625 DH Delft
A. Mastenbroek Hoornsekade 37 2635 HB Den Hoorn
A.J. v. Mil Drogerij
147 2635 GR Delft
H. Millenaar Woudseweg
68 2635 CE Den
Hoorn
L. Olsthoorn Windrecht
25 2635 JB Schipluiden
W. Ras M. Stormstraat 21 2614 HR Delft
D. Rekelhof M.
Klompéstraat 6 2614 HN Delft
Roep dr.
A.M. v.d Poellaan 3 2635 LA Den Hoorn
De Rijke Oude
Veiling 4 2635 GJ Den Hoorn
J.J.G. Robert Drogerij
116 2635 GP Den Hoorn
A. Ruigrok Westlandseweg
151 2614 RZ Delft
M. Ruigrok Willemstraat
13 2613 DR Delft
V. Smit Oostsingel 101 2612 HG Delft
Stichting DUWO
t.a.v. A. den Hoedt Marlotlaan
5 2614 GV Delft
H. Tjiang Neogothiekhof
11 2632 DJ Nootdorp
P. v. Velzen Woudselaan
6 2635 CH Den Hoorn
S. Verweij R.
de Graafweg 344 2625 DK Delft
F.C. v.d Wal dr.
A.M. v.d Poellaan 15 2635 CA Den Hoorn
J.W. Wassenaar Hoornsekade
44 2635 HB Den Hoorn
D.B. v.d. Windt Hoornsekade 34 2635 HB Den Hoorn
K. v.d. Windt Hoornsekade
36 2635 HB Den Hoorn