Nota Inspraak en overleg

 

Ontwikkelingsplan

VDD-terrein

 

 

 

 

Gemeente Delft

Vakteam Ruimtelijke Ordening

augustus 2004

 

 

 

Inleiding

 

Het concept-ontwikkelingsplan VDD-terrein heeft ter inzage gelegen van 9 februari 2004 tot en met 7 maart 2004, met de mogelijkheid tot het indienen van schriftelijke inspraakreacties. De ter inzagenlegging is aangekondigd in de Stadskrant van 8 februari 2004 en de Gemeente Midden-Delfland Informatiekrant van 6 februari 2004. Er zijn 165 ondertekende inspraakreacties ingediend. De schriftelijke inspraakreacties zijn samengevat en beantwoord in onderdeel A van deze nota.

Gedurende de inspraakperiode is op 17 februari 2004 door de gemeente Delft een inloopbijeenkomst georganiseerd waarin het ontwikkelingsplan is toegelicht en de mogelijkheid is geboden tot mondelinge inspraak. De bijeenkomst is bezocht door 46 belangstellenden. De presentielijst is bijgevoegd als bijlage 1. De mondelinge inspraakreacties zijn samengevat en beantwoord in onderdeel B van deze nota. Tevens is in het kader artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening het ontwikkelingsplan naar verschillende overlegpartners gestuurd. De overlegreacties zijn samengevat en beantwoord onder C.

 

 

A.         Schriftelijke inspraak

 

De volgende personen hebben schriftelijk inspraak gegeven op het ontwikkelingsplan:

1.       P. van Velzen, Woudselaan 6, 2635 CH Delft, ingekomen op 17 februari 2004.

2.       C.J. van Leerdam, Van Leerdam bemiddelings- en adviesbureau, Prinses Irenelaan 43, 2635 HP Den Hoorn, namens DIGO Holding B.V./ DIGO Autobedrijf B.V., Reinier de Graafweg 2a, 2625 DA Delft. Getekend 18 februari 2004, ingekomen 20 februari 2004.

3.       J. Vijlbrief- van der Schaft, Simmons-Simmons Trenité advocaten, Postbus 190, 3000 AD Rotterdam, namens S. de Jong Funsports v.o.f., Hoornseweg 29, 2635 CH te Den Hoorn. Getekend 24 februari 2004, ingekomen 25 februari 2004;

4.       W. Ras, M. Stormstraat 21, 2614 HR Delft. Getekend 2 maart 2004, ingekomen 3 maart 2004;

5.       Bewoners Drogerij gezamenlijk (87 handtekeningen) en met contactpersonen:

N.J. Fransen, Drogerij 79, 2635 GN Den Hoorn;

S. Haitsma, Drogerij 25, 2635 GN Den Hoorn;

W.M. Keijzer- van Schalkwijk, Drogerij 92, 2635 GN Den Hoorn;

C.H.A. de Vreede, Drogerij 51, 2635 GM Den Hoorn;

Getekend 2 maart 2004, ingekomen 4 maart 2004

Alle ondertekenaars zijn bijgevoegd als bijlage 2.

6.       J. de Rijke, Oude Veiling 4, 2635 GJ Den Hoorn. Getekend 28 februari 2004, ingekomen 4 maart 2004;

7.       D.B. v.d. Windt, Hoornsekade 34, 2635 HB Den Hoorn, met handtekeningen van:

Th. Rust, Hoornsekade 34,

K. v.d. Windt, Hoornsekade 36,

L. Mastenbroek, Hoornsekade 37.

      Getekend 2 maart 2004, ingekomen 5 maart 2004;

8.       Vereniging van Eigenaren van de Europa-flat, vertegenwoordigd door H.J. Meijer, Drogerij 163, 2635 GR Den Hoorn. 61 handtekeningen. Getekend 5 maart 2004; ingekomen 8 maart 2004. Alle ondertekenaars zijn bijgevoegd als bijlage 3.

9.       Monique Jutte, Drogerij 9, 2635 GM Den Hoorn, niet getekend, ingekomen op 8 maart 2004.

10.   Bewonersvereniging De Oude Veiling, vertegenwoordigd door L.H.M. de Klein, Achterhaven 16, 2635 GV Den Hoorn en G.C.M. van Schie, Voorhaven 23, 2635 GH Den Hoorn. Getekend 4 maart 2004, ingekomen 8 maart 2004.

 

 

A.1       P. van Velzen, Woudselaan 6:

A.1.1    Samenvatting

Inspreker geeft aan dat hij diverse tegenstrijdigheden aantrof tussen het geschreven ontwikkelingsplan, de presentatiepanelen en de maquette op de inloopavond. Hij vraagt zich af wat de juiste gegevens zijn.

            Antwoord

Het ontwikkelingsplan geeft het juridische planologisch kader aan waarbinnen de bouwplannen moeten passen. De gegevens in dat plan zijn dus uitgangspunt (“de juiste gegevens”).

            Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

A.1.2    Samenvatting

Er wordt gesteld dat de maquette heeft laten zien dat er in het plangebied teveel wordt gesloopt waaronder de Oliemolen. Het solitaire “eilandje” dat overblijft is geen geïntegreerd ontwerp en er is geen relatie met de wijk. Inspreker vreest dat dit het forceren van sloop betekend.

            Antwoord

De maquette is door de ontwikkelaar verzorgd en geeft een beeld van een mogelijke uitwerking van het ontwikkelingsplan. De Oliemolen is niet correct opgenomen in de maquette. Het ontwikkelingsplan bepaalt dat de Oliemolen behouden dient te blijven. Onderzocht wordt of een (onder)doorgang onder de Oliemolen mogelijk is. Indien blijkt dat een toegang voor autoverkeer ter plaatse van de Oliemolen niet valt te combineren met deze historisch waardevolle bebouwing dan zal die toegang verplaatst moeten worden naar de noord- of zuidzijde, zodanig dat de Oliemolen behouden blijft.

Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

A.1.3    Samenvatting

Opgemerkt wordt dat de overgang van de nieuwbouw naar het parkeerterrein op de maquette redelijk, maar in de getekende plannen slecht is aangegeven. Vanuit de flat (het appartementencomplex) ontstaat dan teveel zicht op de achtertuintjes en de schutting.

            Antwoord

Het ontwikkelingsplan is uitgangspunt van de herontwikkeling. De bouwplannen moeten passen binnen de randvoorwaarden die in het ontwikkelingsplan zijn aangegeven. De maquette die getoond is tijdens de inspraakavond past niet geheel binnen het ontwikkelingsplan en zal moeten worden aangepast zodanig dat het plan wel binnen de gestelde randvoorwaarden past. Het appartementencomplex heeft de voorgevel aan de westzijde en aan de kant van het nieuwe woongebied zijn de toegangen met parkeren gesitueerd. De nieuwe woonbebouwing zal met zijgevels aan deze bestaande situatie aansluiten, waarbij geen blinde kopgevels zijn gewenst. Het verwijderen van het geluidsscherm moet in deze situatie bijdragen aan het verkrijgen van een optimale overgang tussen bestaande en nieuwe woongebied. Er zal zicht op de achtertuinen en de woningen ontstaan, waar er nu zicht is op de bedrijven. Dit is echter inherent aan de transformatie van het gebied in een woonomgeving. in een stedelijke omgeving.

            Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

A.1.4    Samenvatting

Inspreker merkt over het “wonen aan het park” op dat de streep gras daarvoor te smal is, de gevels te laag is, de vernauwing aan de westzijde tocht en wind geeft en dat het te ‘geleed’ is. Naar zijn mening is het geen cresent maar hondenpoep.

            Antwoord

Het woongebied heeft een compacte opbouw met vooral grondgebonden woningen. Centraal is een autoverkeersvrije openbare ruimte opgenomen, die een eigen, parkachtige inrichting zal krijgen. Park heeft hierbij de betekenis van een autovrije ruimte met een groen karakter. Door de voorgestelde woonbebouwing zal een duidelijke begrenzing ontstaan, maar dit hoeft geen cresent te zijn om in stedenbouwkundig opzicht een goede, begrensde openbare ruimte te verkrijgen. Het is niet aannemelijk dat deze ruimte als hondenuitlaatplaats zal worden aangewezen. In het centrale park zal bij de inrichting aandacht besteed worden aan het verbod optot hondenuitlaat.

Anders dan inspreker verondersteld zijn wij van mening dat het gekozen concept ruimtelijke kwaliteiten heeft met een karakteristieke identiteit en daarmee oriëntatie geeft in en aan het plangebied.

            Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

A. 2      Van Leerdam bemiddelings- en adviesbureau, namens DIGO holding B.V. / DIGO Autobedrijf B.V., Reinier de Graafweg 2a:

A.2.1    Samenvatting

Uit de gegevens is niet goed op te maken hoe de begrenzing van de bestemming water rondom het perceel van Garagebedrijf DIGO zich verhoudt tot de kadastrale gegevens. Verzoek om het huidige wateroppervlakte binnen de kadastrale grenzen niet te laten toenemen.

            Antwoord

Het ontwerp van het watersysteem gaat er nu vanuit dat de watergang rond DIGO holding b.v. wordt verbreed. Maar op het terrein van DIGO wordt binnen de eigendomsgrenzen geen extra water toegevoegd.  Dat betekent dat voldaan wordt aan het verzoek.

Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

A.2.2    Samenvatting

Voor Garagebedrijf DIGO is het van belang dat de activiteiten die nu plaatsvinden ook in de toekomst plaats kunnen vinden. Verzoek om te toetsen welke bedrijfsactiviteiten er heden in het bedrijf plaatsvinden om de klassering bedrijfstype 2 of 3 goed vast te kunnen stellen. Tevens dient bekeken te worden of de afstand van het garagebedrijf tot de woningen voor de Provincie Zuid-Holland acceptabel is. De plannen van Garagebedrijf DIGO om een parkeerdak aan te leggen, dienen bij deze of vergelijkbare toets betrokken te worden.

            Antwoord

De ontwikkeling van het aan DIGO grenzende gebied tot woongebied zal geen beperking opleveren ten opzichte van de bestaande rechten van dit garagebedrijf, zoals die zijn verkregen bij de verplaatsing van dit bedrijf naar de huidige locatie.
Gelet op de ligging is uitbreiding van het perceel van het garagebedrijf niet meer mogelijk en is een groei van het bedrijf, voor zover deze zou leiden tot toename van de milieubelasting, niet meer mogelijk. De gewenste uitbreiding van het garagebedrijf zoals deze nu aan de gemeente is kenbaar gemaakt maakt geen onderdeel uit van het ontwikkelingsplan en vormt op zich zelf staande ontwikkeling, waarvan zal moeten worden onderzocht of de voorgestane groei en daarmee intensivering van het bestaande bedrijfsperceel aanvaardbaar is. De uitbreiding van het parkeren in de parkeergarage zal door het ontwikkelingsplan niet belemmerd worden. Voor de uitbreiding zelf zal in een aparte procedure bekeken moeten worden of die uitbreiding ruimtelijk gewenst is.

 

Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

A.3       Simmons-Simmons Trenité advocatenkantoor, namens S. de Jong Funsport,

Hoornseweg 29:

            Samenvatting

S. de Jong heeft een bouwplan voor een nieuwe bedrijfsruimte (met verkoop en reparatie van boten, tenten, watersport- en aanverwante artikelen) op de huidige locatie aangevraagd. Hoewel het bouwplan door de gemeente Schipluiden niet is gehonoreerd, is vernomen dat de Gemeente Delft geen planologische bezwaren heeft tegen de nieuwe bedrijfsruimte. In het ontwikkelingsplan is de vijfde woontoren geheel gesitueerd op het perceel van S. de Jong. Van de vierde woontoren, die dicht op het perceel staat, wordt afgevraagd hoe deze zich verhoudt tot de continuïteit en de nieuwe bedrijfsruimte van het bedrijf.

S. de Jong wil de huidige bedrijfsactiviteit continueren en het ingediende bouwplan realiseren. De vijfde woontoren lijkt niet te passen en de vierde toren dient planologisch afgestemd te worden. Tegen de plannen van de projectontwikkelaars die de plannen van S. de Jong frustreren wordt uitdrukkelijk bezwaar gemaakt.

            Antwoord

Er zijn onder het voorbehoud dat het gaat om vervangende winkelruimte geen bezwaren tegen de nieuwe winkel.

Een vijfde woontoren op het perceel van S. de Jong is in het ontwikkelingsplan als optie meegenomen. Daarover is reeds veelvuldig overleg geweest. Er is gemeentelijk gezien overigens geen sprake van bouwplicht voor de 5de toren of de winkel.

De 4de toren is planologisch dusdanig ingepast dat dit geen invloed op het terrein of bedrijfsvoering van S. de Jong zal hebben.

Bij de gemeente zijn verder geen plannen bekend die de ontwikkelingen op het S. de Jong terrein zouden kunnen frustreren.

            Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

A.4       W. Ras, M. Stormstraat 21:

A.4.1    Samenvatting

Inspreker meent dat de huidige situatie van de ecologische zone langs de Westlandseweg expliciet in het ontwikkelingsplan opgenomen dient te worden. De huidige bijdrage aan de brede ecologische zone binnen het terrein van het ontwikkelingsplan dient aanzienlijk groter te zijn dan alleen berm plus sloot, wat expliciet in het ontwikkelingsplan dient te worden opgenomen.

            Antwoord

In paragraaf 4.1.1 staat de huidige situatie van de ecologie beschreven en wordt door een kaartje toegelicht. Alle groene elementen in het plangebied worden beschreven. In de huidige situatie is echter niet opgenomen dat de zone langs de Westlandse weg deel uitmaakt van de ecologische hoofdstructuur. Dit zal worden opgenomen in de beschrijving van de bestaande situatie in het ontwikkelingsplanhuidige situatie.

In de ecologische zone is gestapelde bebouwing gelegen. Om te voorkomen dat die bebouwing conflicteert met de ecologische waarde van de zone zijn eisen gesteld aan de kwaliteit van deze bebouwing met inbegrip van het parkeren.

            Conclusie

De inspraakreactie leidt tot aanpassing van de beschrijving van de bestaandehuidige situatie in de paragraaf ecologie in het ontwikkelingsplan.

 

A.4.2    Samenvatting

De hoogbouw variant met de rechte lijn langs de Westlandseweg is gezien de hoge belasting van de volledige ecologische zone langs de Westlandseweg niet acceptabel en dient geschrapt te worden uit het ontwikkelingsplan.

            Antwoord

In het ontwikkelingspan wordt uitgegaan van hoogbouw in een kromme lijn langs de Westlandse weg. Als er ontwikkelingen op het terrein van S. de Jong plaatsvindfen dan zou overwogen kunnen worden de hoogbouw in rechte lijn langs de weg te plaatsen.

Vooralsnog wordt hier niet van uit gegaan.

            Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

A.4.3    Samenvatting

De verandering in het uitzicht voor de bewoners van de Mienette Stormstraat moet duidelijk in het plan worden opgenomen, waarbij als visuele ondersteuning ook de artist impression moet worden gebruikt.

            Antwoord

Het uitzicht vanuit de Mienette Stromstraat zal door de bebouwing van het VDD-terrein veranderen, doch het zicht op de woningbouwlocatie wordt beperkt door de grote afstand van deze woningen aan de M. Stormstraat en de geplande nieuwbouw (ruim 75 meter) alsmede de beplantingen langs de tussengelegen Westlandseweg. Deze verandering is in het plan voldoende inzichtelijk gemaakt.

Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

A.4.4    Samenvatting

De toekomstige inrichting van het nieuwe kruispunt Westlandseweg, Aletta Jacobsstraat en de nieuwe hoofdtoegang van het plangebied dient in het ontwikkelingsplan aangegeven te worden.

            Antwoord

De inrichting van de hoofdontsluiting van het VDD-terrein ter hoogte van de Altetta Jacobstraat behoort niet tot het ontwikkelingsplan maar volgt uit een verkeersstudie die in een later stadium wordt uitgevoerd.

            Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

A.4.5    Samenvatting

Inspreker is van mening dat voor de kwetsbare bewoners van de aangrenzende wijk Westlandhof, zoals daar zijn kinderen en senioren, op het nieuw kruispunt stoplichten dienen te worden geplaatst.

            Antwoord

Het ontwerp van de ontsluiting op de Westlandseweg is nog in onderzoek. Het veiligheidsaspect is bij dit ontwerp één van de belangrijke punten.

Het onderzoek is op dit moment nog niet afgerond. Er is dus nog niet te zeggen of de ontsluiting op de Westlandsweg een geregelde kruising, een ongeregelde kruising of een rotonde wordt. In de uitwerkingsfase zal dit verder meegenomen worden.

            Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

A.4.6    Samenvatting

In het ontwikkelingsplan moet opgenomen worden dat de bouwschade in de directe omgeving moet worden voorkomen en dat ter controle daarvan metingen voor en gedurende de bouw worden verricht.

            Antwoord

De aannemer bouweris aansprakelijk voor de schade die als gevolg van de bouw ontstaat bij anderen. Voorafgaande aan de bouw kan de aannemer gevraagd worden .  Een ieder die bouwschade vreest dient daarvoor de bouwer aansparkelijk te stellen.  De bouwer kan dan metingen/opnames te latenlaten verrichten voor en tijdens de bouw. Uit de metingen/opnames blijkt dan later of er als gevolg van de bouw schade is ontstaan.

Mocht er schade ontstaan tijdens of direct na de realisatie van het plan waarvan aan te tonen is dat deze een direct gevolg zijn van de bouw, dan zal deze verhaald kunnen worden op de aannemer / ontwikkelaar. Overlast tijdens de uitvoering is niet uit te sluiten.

 

Voordat er een aanvang met de bouw gemaakt wordt, zal de ontwikkelaar / aannemer een vooropname moeten laten maken. Dit is een rapport waarin duidelijk de staat van de woningen (al dan niet geïllustreerd met foto’s) in kaart wordt gebracht. Dit rapport is noodzakelijk om de vereiste CAR-polis (Construction All Risk) af te kunnen sluiten. Mochten er schades ontstaan tijdens of direct na de realisatie van het plan waarvan aan te tonen is dat deze een direct gevolg zijn van de bouw, dan zullen deze verhaald kunnen worden op de aannemer / ontwikkelaar. af te kunnen sluiten Met het afsluiten van deze polis borgt de ontwikkelaar / aannemer de eventuele ontstane schade.

De ontwikkelaar zal moeten aantonen dat de voorgestelde bouwmethode verantwoord is. De gemeente heeft hierbij een toetsende rol. Mocht er schade ontstaan tijdens of direct na de realisatie van het plan waarvan aan te tonen is dat deze een direct gevolg zijn van de bouw, dan zullen deze verhaald kunnen worden op de aannemer / ontwikkelaar. De gemeente zal de ontwikkelaar verzoeken om een eenduidige procedure voor schadeafhandeling op te stellen en de bewoners hierover te informeren.

Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

           

A.5       Gezamenlijke reactie bewoners van de Drogerij:

A.5.1    Samenvatting

Insprekers stellen dat het ongewenst is de schutting van de Drogerij gedeeltelijk of geheel te verwijderen. Dit omdat de vergrote toegankelijkheid (ook voor ongewenste figuren) nadelig is voor de rust en veiligheid. Tevens zal er een aanslag worden gedaan op de beschikbare parkeerplaatsen van de Drogerij.

            Antwoord

De schutting past niet in de beoogde ruimtelijke opzet. De schutting is in het verleden als geluidsscherm opgericht om milieuoverlast van de bedrijvigheid op het VDD-terrein voor de gestapelde woningen van de Drogerij te voorkomen/beperken. Als gevolg van de nieuwbouw met woningen is de aanleiding voor de schutting vervallen. Ruimtelijke en maatschappelijk is het ongewenst een dergelijke scheiding tussen twee woongebieden te handhaven.

Door de ontwikkeling waarbij bedrijfsterrein wordt omgezet naar woningbouw ontstaat een min of meer aaneengesloten woongebied (Het Oude veilingterrein, de Reinier de Graafweg en het VDD/Mooy-terrein) waarin woningbouw de hoofdbestemming is. In die ruimtelijke opzet past de schutting niet. Het ontwikkelingsplan staat daarom toe dat de schutting komt te vervallen maar dit is niet opgenomen als een verplichting. , doch vormt geen verplichting, maar is wel een grote wens.

Voor het plangebied wordt uitgegaan van parkeernormen waarbij de parkeerdruk ten gevolge van de nieuwe woningen in het gebied zelf wordt opgevangen. Er wordt bij de parkeerbalans niet uitgegaan van een beslag op de parkeerplaatsen bij de Drogerij. Openbare parkeerplaatsen zijn uiteraard in principe uitwisselbaar. Beschikbare openbare parkeerplaatsen in de te ontwikkelen locatie kunnen ook door bewoners van aangrenzende buurten gebruikt worden en omgekeerd. 

Voor alle woonbuurten in de buurt van een ziekenhuis geldt dat in een situatie waarbij er verschil is in betaald en onbetaald parkeren er een zekere parkeerdruk in omringende buurten ontstaat. Naar verwachting is dit met name het geval tijdens bezoekuren.

De overlast tengevolge van de overloop wordt daardoor beperkt.

De overlast is daarnaast niet dusdanig dat de invoering van en parkeervergunningengebied of betaald parkeren wordt ingevoerd.??? Is dat zo?

Bij de ontwikkeling van het nieuwe Reinier de Graaf Gasthuis wordt de noodzakelijke parkeergelegenheid opnieuw integraal bezien.

Ook bij deze ontwikkeling geldt dat de veroorzaakte parkeerdruk voor personeel en bezoek op eigen terrein opgevangen dient te worden.

Voor ziekenhuis en woongebieden is in totaal na ontwikkeling voldoende parkeercapaciteit aanwezig.  Afzondering van woonbuurten is in dit verband niet een oplossing.

            Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

A.5.2    Samenvatting

Het is ongewenst de oost-west route van de voetgangers de Drogerij te laten kruisen en door de doorgang(en) van de Drogerij te laten lopen. Deze route laat huidige parkeerplaatsen verdwijnen en zal ook gebruikt worden door fietsers en bromfietsers, waardoor er gevaarlijke situaties kunnen ontstaan. Voorbeelden hiervan zijn het met hoge snelheid tussen geparkeerde auto’s doorrijdende verkeersdeelnemers, gevaar voor de voetgangers bij de doorgangen van de Drogerij, waar ook de toegangsdeuren zijn en het creëren van plaatsen voor vandalisme en hangjongeren.

            Antwoord

Met betrekking tot het fietsnetwerk van Delft is er momenteel een ontbrekende schakel vanuit de Drogerij richting de binnenstad van Delft en vice versa. Uit het oogpunt van verkeersveiligheid heeft het dan ook de voorkeur dit fietsverkeer door het nieuwe plangebied te laten lopen om vervolgens via meerdere langzaam verkeer ontsluitingen het plangebied te verlaten. De kruisende beweging die hierdoor ontstaat op de parkeerplaats van de Drogerij verdient wel aandacht. Hoewel het hier een 30 km/h-zone betreft zal er qua inrichting extra aandacht voor het fietsverkeer worden gevraagd. Het betreft hier geen doorgaande hoofdfietsroute en het fietsverkeer zal voornamelijk uit bestemmingsverkeer bestaan.

            Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

A.5.3    Samenvatting

De brug aan de zuidrand bij de zuidwest hoek is ongewenst, omdat er gevreesd wordt dat de parkeergelegenheid van de Drogerij zwaarder wordt belast, bijvoorbeeld door bezoekers van het Reinier de Graaf Gasthuis. De vraag is of de eigenaar van de grond akkoord zal gaan met de beoogde wijzigingen.

            Antwoord

Het is de bedoeling om het bezoekersparkeren van het Reinier de Graaf Gasthuis in de toekomst zodanig te organiseren dat in omliggende woongebieden geen overlast ontstaat. Het is ongewenst om door het maken of handhaven van met fysieke middelen scheidingenhet woongebied ter plaatse van het VDD-terrein van de omgeving af te scheiden. Voetgangers en fietsers moeten in verschillende richtingen het gebied in en uit kunnen. De route over deze brug loopt niet via de gronden van het appartementencomplex de Drogerij. De gGemeente is eigenaar van de grond aan de kant van de Reinier de Graafweg.

            Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

A.6       J. de Rijke, Oude Veiling 4:

A.6.1    Samenvatting

Er bestaat bij inspreker zorg over de secundaire ontsluiting over de Hoornseweg. De motivering van de secundaire ontsluiting met “flexibiliteit” in het ontwikkelingsplan is onvoldoende, omdat de noodzaak er niet mee is aangetoond. Geen inzicht is gegeven in de verkeersbeweging van en naar Den Hoorn/A4 en Westlandseweg/Delft.

            Antwoord

Het is een vereiste om, met betrekking tot calamiteiten, dit plangebied te voorzien van twee ontsluitingen. Het profiel aan de Westlandseweg is geschikt voor het aanleggen van de hoofdontsluiting. Voor een secundaire ontsluiting is de Hoornseweg het enige alternatief daar een ontsluiting naar de Reinier de Graafweg niet mogelijk is. Het is gewenst om de secundaire ontsluiting niet alleen voor calamiteiten verkeer te gebruiken maar ook voor bewoners van het plangebied. De bereikbaarheid wordt hiermee verhoogd en gezien de grootte van het plangebied is dit ook gewenst om te voorkomen dat er teveel verkeersbewegingen ontstaan in het “hoefijzer” en met name ter hoogte van de primaire ontsluiting.

De verkeersbewegingen met bijbehorende intensiteiten zijn niet vermeld in het ontwikkelingsplan maar volgen uit een verkeersstudie welke in een later stadium is uitgevoerd om de inrichting van beide ontsluitingen te bekijken.

            Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

A.6.2    Samenvatting

De secundaire ontsluiting zal volgens de methode Harders, veroorzaken dat de Hoornseweg regelmatig vastloopt. Indien niet voorzien is in de doortrekking van de Reinier de Graafweg naar de A4 zal de congestie op de Hoornseweg evenredig toenemen door de algemene stijging van het autogebruik en de ontwikkeling van de Harnaschpolder. Omdat de doortrekking van de Reinier de Graafweg thans nog een studie is zal het op termijn op de Hoornseweg leidden tot verkeersproblemen. Volgens methode Harders is een verkeersmaatregel in de vorm van een VRI of rotonde noodzakelijk voor goede doorstroming. Dit had in het ontwikkelingsplan voorzien moeten worden.

            Antwoord

Ten behoeve van de inrichting van beide ontsluitingen is een verkeersstudie uitgevoerd door de projectontwikkelaar projectontwikkelaar. Uit die studie blijkt dat het verkeer bij de ontsluiting van de Hoornseweg geregeld kan worden door middel van een T-kruising.en die studie is getoetst door de gemeente die ermee instemt. In deze verkeersstudie zijn de huidige intensiteiten geëxtrapoleerd naar 2020. Hierbij is rekening gehouden met een autonome groei van ver het verkeer van 2% per jaar. Daarnaast is rekening gehouden met de ontwikkelingen van de nieuwbouw op het VDD/Mooij-terrein, de nieuwe woningbouw in de omgeving van de Aletta Jacobstraat en de ontwikkeling in de Harnaschpolder. Overige verkeersontwikkelingen in Delft worden in het Lokaal Verkeer en Vervoer Plan (LVVP) behandeld die in het voorjaar van 2005 wordt afgerond.

            Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

A.6.3    Samenvatting

Volgend de richtlijnen van het convenant “Duurzaam Veilig” voldoet de kruising bij de Oliemolen op de Hoornseweg niet aan de richtlijn dat kruisingen op minimaal 50 meter afstand van elkaar dienden worden aangelegd. Dit zal 20 meter zijn.

            Antwoord

De secundaire ontsluiting aan de Hoornseweg bij de Oliemolen ligt h.o.h. 53 meter van de ontsluiting van de Drogerij op de Hoornseweg en voldoet hiermee aan de richtlijnen van “Duurzaam Veilig”.

            Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

A.6.4    Samenvatting

Het parkeerterrein van de Drogerij is in particuliere eigendom, waardoor de realisatie van de secundaire ontsluiting alleen mogelijk is via een private overeenkomst. De bewoners zullen dan moeten kiezen tussen de ontsluiting via de Drogerij, wat overlast zal veroorzaken, of de nieuwe ontsluiting via de Oliemolen, wat niet bevorderlijk is voor de verkeersveiligheid. Voor ontsluiting via de Drogerij is medewerking gewenst van de gemeente Midden-Delfland.

Verzocht wordt om de secundaire ontsluiting te heroverwegen en te volstaan met de enkele ontsluiting via de Westlandseweg. Nadrukkelijk wordt gewezen op een verkeersveiligheidsaudit. Secundaire ontsluiting alleen voor calamiteiten met “pollers” of bij afsluiting hoofdweg.

            Antwoord

Een secundaire ontsluiting blijft noodzakelijk voor zowel calamiteitenverkeer als bereikbaarheid van het plangebied. Het is een vereiste om, met betrekking tot calamiteiten, dit plangebied te voorzien van twee ontsluitingen. Het profiel aan de Westlandseweg is geschikt voor het aanleggen van de hoofdontsluiting. Voor een secundaire ontsluiting is de Hoornseweg het enige alternatief daar een ontsluiting naar de Reinier de Graafweg niet mogelijk is. Het is gewenst om de secundaire ontsluiting niet alleen voor calamiteiten verkeer te gebruiken maar ook voor bewoners van het plangebied. De bereikbaarheid wordt hiermee verhoogd en gezien de grootte van het plangebied is dit ook gewenst om te voorkomen dat er teveel verkeersbewegingen ontstaan in het “hoefijzer” en met name ter hoogte van de primaire ontsluiting. Verplaatst van antwoord A.5.3 (want hier relevant)

Voor verdere beantwoording wordt verwezen naar het antwoord onder A.5.1. en A.6.1.

            Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

A.7       D.B. v.d. Windt, Hoornsekade 34:

            Samenvatting

Inspreker is het totaal oneens met het voornemen de Hoornseweg drukker en onveiliger te laten worden. Er moet onderzocht worden of de nieuwe uitvalsweg via de Oliemolen niet kan vervallen en deze via de Drogerij te laten lopen. Een ventweg met twee uitritten naar de Hoornseweg is niet gewenst, dit dient te geschieden via de Westlandseweg in verband met het convenant “Duurzaam veilig”.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar vraag A.6.1 en A.6.33.

Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

A.8       Vereniging van eigenaren van de Europa-flat, Drogerij:

A.8.1    Samenvatting

Inspreker heeft bezwaar tegen het gebruik van de Drogerij als ontsluitingsweg. De weg is hiervoor te smal, er zullen parkeerplaatsen verloren gaan en de weg is in eigendom van Duwo en St. Willibrordus met erfdienstbaarheden van de vereniging.

            Antwoord

In principe is er geen sprake van een ontsluiting via de Drogerij. Mede door het huidige karakter van het parkeerterrein en de te verwachtte verkeersbewegingen heeft het niet de voorkeur hier een ontsluiting te creëren.
In het ontwikkelingsplan wordt niet uitgegaan van een auto-ontsluiting over het terrein van de Drogerij. Wel wordt als "terugvaloptie" in het geval dat de ontsluiting niet op goede wijze is te combineren met de Oliemolen, beschreven dat een nieuwe ontsluiting aan de westzijde van de Oliemolen alleen mogelijk als via de huidige ontsluiting van de Drogerij op de Hoornseweg komt te vervallen. De Drogerij zal dan voor autoverkeer via deze nieuwe ontsluitingsweg op de Hoornseweg worden aangesloten. Dit zal nauwelijks gevolgen hebben voor het huidige aantal parkeerplaatsen.

Voor de overige beantwoording wordt verwezen naar de antwoorden A.5.1. en A.6.1.

            Conclusie                                                                                                              

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

A.8.2    Samenvatting

Inspreker heeft bezwaar tegen het maken van een fietsdoorsteek via de Drogerij door het beperkte zicht van automobilisten op deze weg door de aan weerszijde geparkeerde auto’s, wat gevaarlijke situaties oplevert.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar vraag A.5.2.

            Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

A.8.3    Samenvatting

Insprekers zijn het niet eens met het voornemen de schutting c.q. geluidsscherm te verwijderen.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar vraag A.5.1.

            Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

A.9       M. Jutte, Drogerij 9:

            Samenvatting

Inspreker vraagt zich af of door de te maken verbinding tussen de Drogerij en de nieuwe wijk het aantal parkeerplaatsen in de Drogerij niet zal afnemen. In de huidige situatie is er reeds een hoge parkeerdruk en deze zal zodoende gaan toenemen.

            Antwoord

Een verbinding tussen de Drogerij en het plangebeid betreft alleen een langzaamverkeer verbinding. Het uitgangspunt is dat het aantal parkeerplaatsen gelijk blijft. Mogelijk kunnen er parkeerplaatsen herschikt worden. De benodigde parkeerplaatsen voor de nieuwe woningen worden in het plangebied zelf gerealiseerd.

            Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

A.10     Bewonersvereniging Oude Veiling:

A.10.1  Samenvatting

Inspreker raadt de ontsluiting van de wijk via de Oliemolen af, wegens verkeersonveilige situaties en de noodzaak die er niet van is aangetoond. Ditzelfde voor de drie uitritten op de Hoornseweg op de ventweg. De ontsluiting via de Oliemolen alleen in gevallen van calamiteiten, omdat de aansluiting op de Westlandseweg voldoende is (vergelijkbaar zijn situaties bij Tanthof Oost en West en de wijken De Oude Veiling en Zuydmade) en het sluipverkeer tegen gaat. Hoornseweg geeft nu reeds gevaarlijke situaties en is te smal voor veiligere verkeersvoorzieningen. Het dicht op elkaar liggen van de uitritten is in strijd met de Verkeersveiligheidconvenant, getekend door Delft met het Rijk. Een veiligere alternatief op de Reinier de Graafweg wordt in het plan afgehouden in verband met het uitstel van besluitvorming over de doortrekking van deze weg naar de A4.

Verzoek is de gehele verkeersproblematiek in het gebied in ogenschouw te nemen. Een eventuele tweede ontsluiting van het gebied kan met een rotonde in de S-bocht bij de Reinier de Graafweg.

            Antwoord

Een ontsluiting voor alle verkeer nabij de S-bocht aan de Reinier de Graafweg is niet gewenst, omdat ter plaatse in de middenberm in de toekomstdaar hier de toekomstige de  Hoogwaardig Openbaar Vervoerlijn (HOV) komt te rijden in een middenberm. Gezien een kruising met HOV op deze locatie met bijbehorende intensiteiten niet ongeregeld kan zijn, dient deze dan ook voorzien te worden van een Verkeers Regel Installatie (VRI). Dit is gelet op de korte afstand tot de kruising van de Westlandseweg/Reinier de Graafweg niet mogelijk.

Voor de overige beantwoording wordt verwezen naar antwoordt A.6.1.

            Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

 A.10.2 Samenvatting

Betreurd wordt dat de parkeernorm van 1,7 parkeerplaats per woning niet wordt gehaald. De norm van 1,4 voor de sociale woningbouw is onvoldoende. Bij de aangrenzende wijk is de eis gesteld dat er minimaal 1 parkeerplaats op eigen terrein moet zijn en de vrees is dat bij een opening in de scheidingswand de parkeerplaatsen aan de Drogerij en de Oude Veiling gebruikt zullen worden. Ernstige bezwaren tegen de beperkte planning van parkeerplaatsen.

            Antwoord

Met betrekking op de parkeerplaatsen hanteert de gemeente als minimale eis 1,6 p.p. per woning en voor de sociale huursector geldt een parkeernorm van 1,4 p.p. per woning. Ook in de nieuwe nota “Parkeren en stallen” die eind 2003 is vastgesteld door de raad wordt uitgegaan van 1,4 p.p. per woning in de categorie sociale huur/koop.

In de parkeerbalans voor de het plangebied worden per woningblok het aantal parkeerplaatsen bekeken. Dit omdat de loopafstand van woningen naar de parkeerplaats een relatie met elkaar hebben. De parkeerbalans dient dan ook per woningblok gerealiseerd te worden, dit om te voorkomen dat bij het ene woningblok een tekort is aan parkeerplaatsen en elders in het gebied een overschot is.

            Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

A.10.3  Samenvatting

Inspreker is van mening dat het open-sloten-systeem van de wijk negatieve effecten zal hebben voor de sloot ten noorden van de Reinier de Graafweg-flats.

Nu stroomt de sloot bij hevige regenval reeds over in de tuinen op de Oude Veiling. De extra lozing van regenwater van de nieuwe wijk is onaanvaardbaar, zonder het vasthouden van het regenwater in de wijk en een extra doorstroomvoorziening waar de duiker bij de fietsingang van het Stanislascollege een probleem vormt. Gevraagd wordt om goede beheersvoorzieningen die blokkeren en gedoseerd lozen. Het tegenargument van een verhard en deels bebouwd VDD-terrein houdt geen stand, omdat het VDD-terrein nu geen eigen regenwaterrioolstelsel heeft en het op het vuile riool loost of in de grond zakt .

            Antwoord   

Bij de ontwikkeling van het VDD-terrein wordt rekening gehouden met de werknorm van het Hoogheemraadschap. De werknorm houdt in dat per hectare 325 m3 waterberging beschikbaar dient te zijn. Voor de Hoge Abtswoudsepolder is de acceptabele peilstijging 40 cm. Uitgaande van het te realiseren open water en de acceptabele peilstijging voldoet de VDD-locatie aan de werknorm.
In tegenstelling tot wat inspreker beweert, is in het VDD-terrein in het verleden een gescheiden riolering aangelegd. Het regenwaterriool is na realisatie van de woonbebouwing op het Oude Veiling-terrein op de nieuw gegraven watergang aangesloten. De ontwikkeling betekent voor de waterhuishouding derhalve een verbetering.
Voor de Reinier de Graaf-wetering wordt eveneens uitgegaan van een acceptabele peilstijging van 40 cm. De duikerverbinding heeft een diameter van rond 700 mm en is daarmee voldoende groot om al het water af te voeren.

            Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

 

B.         Mondelinge inspraak bijeenkomst

 

Het concept-ontwikkelingsplan VDD-terrein is op 17 februari 2004 van 19:30 tot 21:30 gepresenteerd tijdens een inloopbijeenkomst in de kantine op het VDD-terrein. De presentielijst is door 46 insprekers getekend.

Het plan is toegelicht met tekeningen, foto’s en teksten op panelen waar de volgende onderdelen van plan aan de orde zijn gesteld: Het ontwikkelingsplan VDD, de gebiedsvisie, aansluiting omliggende gebieden (Noordrand, Oostrand, Zuidrand, Westrand), openbare ruimte (tevens de ecologische zone), mobiliteit, procedure en planning en het inspraakloket.

Per paneel was een deskundige beschikbaar voor het beantwoorden van vragen en het geven van nadere toelichting. Bij een zogenoemd inspraakloket is gelegenheid geboden mondeling een visie op het voorgenomen plan te geven.

Alle opmerkingen zijn opgenomen in een verslag, welke is opgestuurd naar de belangstellenden. De gerezen vragen zijn hieronder beantwoord.

 

B.1       Samenvatting

Gevraagd is naar de noodzaak van een secundaire ontsluiting op de Hoornse weg.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar vraag A.6.1.

            Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

B.2       Samenvatting

Inspreker wil weten of er bij deze aansluiting, rekening gehouden is met de verkeersveiligheid in het algemeen en het convenant ‘duurzaam veilig’.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar vraag A.6.3.

            Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

B.3       Samenvatting

Er wordt gevraagd in hoeverre de aansluiting via de Drogerij kan worden afgedwongen en als dit niet het geval is of er dan een bewuste keuze wordt gemaakt voor een onveilige weg langs de Oliemolen op de Hoornseweg.

            Antwoord

De aansluiting over de Drogerij wordt niet afgedwongen en wordt een veilige aansluiting volgens de eigen richtlijn (Duurzaam en Veilig).

            Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

B.4       Samenvatting

Gevraagd is in hoeverre er voor de aansluiting op de Westlandseweg een verkeersoplossing wordt gekozen en welke deze is.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar vraag A 4.4.

            Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

B.5       Samenvatting

Er wordt gevraagd of als de Reinier de Graafweg aansluiting krijgt op bus 132 en 138, het dan een openbare weg wordt, naar aanleiding van sportcomplex dat er komt.

            Antwoord

Het verlengde wegvak aan de Reinier de Graafweg wordt ingericht als busbaan en zal middels een dynamische afsluiting (poller) afgesloten worden voor doorgaand verkeer. Het sportpark is vanaf de Delftse kant wel per fiets bereikbaar en wordt vanaf de Rijksstraatweg bereikbaar voor autoverkeer.

            Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

B.6       Samenvatting

Gevraagd wordt of er op de kruising Westlandseweg met de Buitenwatersloot/Hoornseweg beveiligde oversteekvoorzieningen voor voetgangers worden gerealiseerd.

            Antwoord

Ter hoogte van deze kruising wordt geen beveiligde oversteekvoorziening voor voetgangers gerealiseerd. Daar de hoofdontsluiting ter hoogte van Aletta Jacobstraat wordt gerealiseerd zal op deze locatie wel een oversteek voor voetgangers worden aangelegd. Het type oversteek is afhankelijk van de uitwerking van de verkeersstudie die voor deze kruising is uitgevoerd.

            Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

B.7       Samenvatting

Er wordt gevraagd of het de bedoeling is de fietsdoorsteek richting Drogerij door te trekken richting Oude Veiling Den Hoorn, of dat deze afbuigt richting Hoornseweg.

            Antwoord

Buiten het plangebied om worden er geen nieuwe fietsvoorzieningen aangelegd. Het is dan ook niet te voorspellen hoe het fietsverkeer vanuit de Drogerij richting de Oude Veiling zal gaan rijden. In ieder geval betreft het hier geen doorgaande hoofdfietsroute en zal het fietsverkeer voornamelijk uit bestemmingsverkeer bestaan.

Voor overige beantwoording wordt verwezen naar het antwoord onder A.5.2.

            Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

B.8       Samenvatting

Inspreker vraagt zich af wat de termflexibel peilbeheer (op pagina 20 van het ontwikkelingsplan) betekent. Is dit structureel hoger of lager dan het huidige waterniveau.

            Antwoord

De term flexibel peilbeheer houdt in dat de waterhuishouding meer flexibel wordt gereguleerd. Bij traditioneel peilbeheer wordt 1 vast peil gehanteerd. Bij flexibel peilbeheer zakt het peil lager tot een nog te bepalen minimum niveau bij droog weer (door verdamping, opname door bomen en planten e.d.) en stijgt het waterpeil bij regenval tot een nader te bepalen maximum niveau. In eerste instantie wordt uitgegaan van traditioneel peilbeheer. Het gebied behoudt hetzelfde peil. In de toekomst is het idee om flexibel peilbeheer in te stellen en zodoende de inlaat van het meer voedselrijke boezemwater tot een minimum te beperken. Hierdoor zal de waterkwaliteit in het gebied verbeteren.

            Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

B.9       Samenvatting

Het water in de Buitenwatersloot is te vuil volgens het ontwikkelingsplan. Gevraagd wordt of de inlaat via de vijver van de wijk Oude Veiling dan wel gehandhaafd blijft.

            Antwoord

De Buitenwatersloot is boezemwater en wordt dus gebruikt om al het overtollig water uit de polders af te voeren. Ook het meer voedselrijke water (door bemesting) uit de landbouwgebieden wordt afgevoerd naar de boezem. Voor een goede en gebalanceerde waterkwaliteit is de inlaat van dit water minder wenselijk. Het kan namelijk leiden tot kroosvorming en algenbloei. Op termijn wordt de inlaat van boezemwater beperkt door flexibel peilbeheer in te stellen. Op dit moment is dit nog niet mogelijk omdat er nog een groot aantal maatregelen moeten worden genomen in de polder.

            Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

B.10     Samenvatting

Inspreker vraagt zich af waarom alle sociale woningbouw tegen de Hoornse kant aan staan.

            Antwoord

De situering van de sociale woningbouw is binnen het gemeentelijke ontwikkelingsplan een gevolg van afspraken tussen de ontwikkelaars Amstelland en Citadel/Staedion.

            Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

B.11     Samenvatting

Gevraagd wordt waarom de hoogbouw aan de oostzijde (kant A. Jacobsstraat) op de tekening veel lager is dan het in werkelijkheid zal worden. Opgemerkt wordt dat er 8 à 9 woonlagen geschreven staat, de tekening 6 woonlagen aangeeft en op de situatieschets ongeveer 4 woonlagen zijn aangegeven.

            Antwoord

De tekeningen waaraan wordt gerefereerd stammen uit het planvoorbereidingsproces. In dit proces is uiteindelijk gekozen voor hogere bebouwing op deze plaats omdat dit ruimtelijk goed past en ook voor het aantal woningen en daarmee de haalbaarheid van het gehele plan een gunstige invloed heeft. Helaas is de illustratieve tekening niet meer hierop aangepast, waardoor een verkeerd beeld van de hoogte ontstaat. Deze tekening zal in het  ontwikkelingsplan aangepast worden.

            Conclusie

Deze reactie leidt tot aanpassing van het ontwikkelingsplan. 

 

B.12     Samenvatting

Er is protest tegen het weghalen van de schutting cq geluidsscherm in de Drogerij. Inspreker is van mening dat de schutting moet blijven.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen het antwoord onder A.5.1.

            Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

B.13     Samenvatting

Opgemerkt wordt dat indien er een opening gemaakt wordt bij de Drogerij deze doorgang gevaarlijk is voor fietsers en bromfietsers, in verband met het beperkte zicht voor automobilisten.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar vraag A.5.2.

            Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

B.14     Samenvatting

Inspreker vraagt zich af waarom de ventweg langs de Hoornseweg niet op de kaart van het ontwikkelingsplan staat. Gevraagd wordt of deze er wel of niet komt en hoe deze aansluit op de Oude Veiling.

            Antwoord

Voor de woningen in een noordrand is een parallelweg gesitueerd met 3 ontsluitingen naar de Hoornseweg. De definitieve inrichting van de parallelweg wordt door de projectontwikkelaar verder uitgewerkt, de gemeente heeft hierin een toetsende en adviserende rol. Van doortrekking (van de ventweg) naar de  Oude Veiling is geen sprake.

            Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

B.15     Samenvatting

Er wordt door inspreker aangegeven dat de hoek van S.iem de Jong onduidelijk is. Kromme of rechte variant van de appartementen complexen. Er is een voorkeur voor de kromme variant. Indien er voor vijf blokken wordt gekozen, is er ook voorkeur voor de kromme variant.

            Antwoord

In het ontwikkelingsplan is helder omschreven dat de uiteindelijke situatie bij het bedrijf S.iem de Jong van verschillende zaken afhankelijk is. De uiteindelijke ruimtelijke opbouw zal daardoor binnen een bepaalde bandbreedte vallen. Ingeval van een kromme variant met vijf blokken is aan de zijde alleen ruimte om enkele woningen toe te voegen. Thans is niet bekend of die oplossingsrichting zal worden gekozen.

Binnen het ontwikkelingsplan is een variabele keuze aangegeven.

Van de opmerking van inspreker wordt kennis genomen.

            Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

B.16     Samenvatting

Opgemerkt wordt dat 8 of 9 verdiepingen wel erg hoog is.

            Antwoord

Gelet op de ligging langs de Westlandseweg en de afstand tot zowel bestaande als geplande bebouwing is deze hoogte ruimtelijk aanvaardbaar. Mede door deze hogere bebouwing is het mogelijk het ruimtebeslag van de bebouwing ("footprint") te beperken, zodat de woningbouw op deze plaats goed is te combineren met de realisatie van een belangrijke ecologische zone langs de Westlandseweg.

            Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

 

C.         Overlegpartners art. 10 Bro
 
In het kader van art. 10 Bro is het ontwikkelingsplan VDD-terrein naar verschillende overlegorganen gestuurd met het verzoek er een reactie op te geven.

 

Het ontwikkelingsplan is op 9 februari 2004 naar de volgende instanties gestuurd:

  1. PPC, Postbus 90602, 2505 LP Den Haag;
  2. Gemeente Midden-Delfland, Postbus 1, 2636 ZG Schipluiden;
  3. Hoogheemraadschap Delfland, Postbus 3061, 2601 DB Delft;
  4. Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Haaglanden, Postbus 29718, 2502 LS Den Haag;
  5. Ministerie van Economische Zaken, regiokantoor Zuidwest, Postbus 29013, 3001 GA Rotterdam;
  6. Rijksdienst voor Monumentenzorg, Broederplein 41, 3703 CD Zeist;
  7. Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek, Kerkstraat 1, 3811 CV Amersfoort;
  8. Rijkswaterstaat, directie Zuid Holland, Postbus 556, 3000 AN Rotterdam;
  9. Stadsgewest Haaglanden, Grote Marktstraat 43, 2511 BH Den Haag;
  10. Vrom-Inspectie, Zuid-west, Postbus 29036, 3001 GA Rotterdam.
 
De volgende overlegpartners hebben schriftelijk op het plan gereageerd.
 
1.       Gemeente Midden-Delfland, Postbus 1, 2636 ZG Schipluiden. Getekend 11 maart 2004, ingekomen 23 maart 2004;

2.       PPC, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag. Preadvies getekend 23 april 2004, ingekomen 26 april 2004;

3.       Hoogheemraadschap Delfland, Postbus 3061, 2601 DB Delft. Getekend 1 april 2004, ingekomen 5 april 2004;

 

4.       Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, Postbus 1600, 3800 BP Amersfoort. Getekend 13 februari 2004, ingekomen 16 februari 2004: Geen opmerkingen;

5.       Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Postbus 1001, 3700 BA Zeist. Getekend 23 februari 2004, ingekomen 24 februari 2004:  Geen opmerkingen;

6.       Kamer van Koophandel Haaglanden, Postbus 375, 2600 AJ Delft. Getekend 22 maart 2004, ingekomen 23 maart 2004:  Geen opmerkingen.

 

De schriftelijke overlegreacties luiden als volgt:

 

C.1       Gemeente Midden-Delfland, Postbus 1 Schipluiden:

C.1.1    Samenvatting

Deze gemeente is geen voorstander van het wegentracé door de Oliemolen wegens het cultuurhistorische karakter ervan. De Oliemolen dient tot gemeentelijk monument verklaard te worden.

            Antwoord

Er is gekeken op welke locatie een ontsluiting aan de Hoornseweg het meest geschikt is. In

overleg met stedenbouwkundigen is de locatie van de Oliemolen gekozen omdat dit gebouw juist een zeer bijzonder entree naar de wijk vormt en daarmee een extra toegevoegde waarde krijgt.

Het complex van de v.m. Oliemolen, met molenromp, stoommachinehuis, tussenvleugel en

oostelijke vleugel, wordt op termijn, naar verwachting in 2004, aangewezen als gemeentelijk

monument van Delft. De gemeentelijke monumentenbescherming laat volgens de geldende

vergunningsprocedures overigens de mogelijkheid open om wijzigingen uit te voeren en ook

om delen af te breken

De molenromp blijft volledig behouden. Deze is, ook incompleet, van belang als zijnde een vrij zeldzaam voorbeeld van een forse industriemolen op vierkante plattegrond.

De aanbouw achter tegen de molenromp (stoommachinehuis) blijft volledig behouden. Deze aanbouw heeft een interessante architectuur, met getoogde en ronde vensters, en is historisch van belang vanwege de overschakeling van wind- op stoomenergie.

De oostelijke vleugel (pakhuis) blijft volledig behouden. Bij voorkeur dienen de verdwenen dakrandversieringen van de voorgevel gereconstrueerd te worden. Dat ze ooit zijn verwijderd is als een storende aantasting op te vatten.

De tussenvleugel, met uitzondering van de serreachtige voorbouw, dient bij voorkeur zo volledig mogelijk behouden te blijven. Uit de inrichting van het grote te ontwikkelen terrein en de plaats van de mogelijke ontsluitingen, blijkt dat er één ter plaatse van de tussenvleugel is gesitueerd. De voor de doorgang noodzakelijke breedte is veel geringer dan de breedte van de tussenvleugel. Het moet daarom mogelijk zijn in die tussenvleugel een doorgang te maken of althans er delen van te behouden. In dat laatste geval wordt geadviseerd om het grondvlak van het af te breken deel van de tussenvleugel als herkenbaar steenachtig vlak (bestrating) vorm te geven.

Er is nog op dit moment bij monumentenzorg geen ontwerp bekend van de aanpassingen aan het complex van de v.m. Oliemolen. De Commissie voor Welstand en Monumenten heeft al bij de advisering over de inrichting van het VDD-terrein opgemerkt dat rekening met de v.m. molen moet worden gehouden en de ontwerper heeft aangegeven dat te zullen doen. Op basis van het concrete bouwplan zal de ontsluiting opnieuw worden bezien. Het oordeel van de commissie Welstand zal zwaar meewegen. Zo nodig wordt een alternatieve ontsluiting gekozen.

            Conclusie

De inspraakreactie leidt thans niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan. Eventuele heroverweging zal plaatsvinden bij de bestemmingsplan procedure

 

C1.2     Samenvatting

De ontsluiting door de Oliemolen is te dicht op de ontsluiting van het parkeerterrein van de Drogerij, wat de doorstroming op de Hoornseweg belemmert. Een ontsluiting tegenover de A.M. van der Poellaan is beter. Voor de goede spreiding van het autoverkeer is ontsluiting via de Reinier de Graafweg noodzakelijk.

            Antwoord

De secundaire ontsluiting aan de Hoornseweg bij de Oliemolen ligt op circa 50 meter van de ontsluiting van de Drogerij op de Hoornseweg en voldoet hiermee aan de richtlijnen van “Duurzaam Veilig”. De ontsluiting tegenover de A.M. van der Poellaan is derhalve niet gunstiger.

Een ontsluiting voor alle verkeer nabij de S-bocht aan de Reinier de Graafweg is niet gewenst, daar hier in de toekomstige Hoogwaardig Openbaar vervoerlijn (HOV) komt te rijden ter hoogte van de middenas. Gezien een kruising met de HOV op deze locatie met bijbehorende intensiteit niet ongeregeld kan zijn, dient deze dan ook voorzien te worden van een Verkeers Regel Installatie (VRI). Gezien de korte afstand tot de kruising van de Westlandseweg/ Reinier de Graafweg is dit niet mogelijk.

            Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

C.1.3    Samenvatting

Ontsluiting via de Drogerij is niet gewenst, omdat dit terrein bedoeld is voor parkeren en nietniet geschikt voor ontsluiting van een woonbuurt. Tevens is het parkeerterrein in eigendom van de woningcooperaties DUWO en St. Willibrordus.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar vraag A.8.1.

            Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

C.1.4    Samenvatting

Overleg tussen de omwonende en de eigenaren van de Drogerij is gewenst over het verwijderen van de geluidsschutting en het gebruik maken van de onderdoorgang van de Drogerij voor een langzaamverkeersroute.

            Antwoord

De gemeente is nog in overleg met bewoners over voornoemde discussiepunten.Overleg is gaande. Er is nog geen definitieve uitkomst.

            Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

C.1.5    Samenvatting

Verzoek om nader overleg over de geprojecteerde brug over de Gaag, mede in verband met de betere ontsluiting van het openbaar vervoer van het woongebied Den Hoorn met Delft.

            Antwoord

Aanleg van een brug is in het kader van dit plan inhoudelijk niet aan de orde. De gewenste brug ligt op het grondgebied van de gemeente Midden-Delfland. Bij alle woningbouwontwikkelingen van het oude veilingterrein is door de gemeente Midden-Delfland (destijds Schipluiden) de wens geuit van betere openbaar vervoerverbindingen te realiserennaar voren gebracht. Zo ook bij deze ontwikkeling. Over de daadwerkelijk aanleg van een brug wordt in een andere proceduressen besloten besluitvorming gepleegd.

            Conclusie 

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

C.1.6    Samenvatting

Voor de toekomstige wens van de gGemeente Midden-Delfland om het verkeer door het centrum van Den Hoorn te beperken is een verkeersluwe Hoornseweg en Woudselaan vereist en de doortrekking van de Reinier de Graafweg een voorwaarde.

            Antwoord

De verkeersontwikkelingen in Delft worden in het Lokaal Verkeer en Vervoer Plan (LVVP) behandeld welke in het voorjaar van 2005 wordt afgerond. Hierover zal tijdig nader overleg plaatsvinden ten einde de bovenwijkse verkeersstructuur in het gehele gebied rond de kern van Den Hoorn goed afgestemd te krijgen. 

            Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

C.2       PPC, Postbus 90602 Den Haag:

C.2.1    Samenvatting

In het ontwikkelingsplan wordt onderkend dat met ontwikkelingen in de omgeving van het plangebied de druk op de omliggende infrastructuur zal toenemen. Gewenst inzichtelijk te maken in hoeverre overeenstemming is bereikt met de wegbeheerders en in hoeverre overeenstemming is bereikt over de te nemen maatregelen om de toename van de verkeersdruk tot een minimum te beperken, gelet op de ontwikkelingen nabij het plangebied.

Gevraagd is de mobiliteitparagraaf kritisch te bekijken en waar nodig aan te vullen.

            Antwoord

Gemeente Delft is zelf wegbeheerder sinds 1 januari 2004 en heeft geenwe hebben geen bezwaar tegen ontsluiting van het VDD terrein op de Hoornse weg en Westlandse weg.

Bij de Hoornse weg bijvoorbeeld gaat het om een toename van  6,8 % autoverkeer terwijl daar het vrachtautoverkeer ten gevolge van oude veiling nog niet eens van afgetrokken is .

Het ontsluitingsverkeer is derhalve zo minimaal dat er geen redenen zijn om aan te nemen dat de omringende wegen dit niet aankunnen. Bij de uitwerking worden definitieve beslissingen over de definitieve oplossingen genomen.

 

Met betrekking op de inrichting van beide ontsluitingen is een aparte verkeersstudie uitgevoerd waaruit is gebleken dat een rotonde bij de Westlandseweg het verkeer in voldoende mate kan verwerken.welke wordt getoetst door de gemeente. Bij de Hoornseweg heeft een T-kruising met voorrangsregeling de voorkeur. Deze verkeersstudie is uitgevoerd in opdracht van de projectontwikkelaar en is geen onderdeel van het ontwikkelingsplan. In deze verkeersstudie zijn de huidige intensiteiten geëxtrapoleerd naar 2020. Hierbij is rekening gehouden met een autonome groei van het verkeer van 2% per jaar. Daarnaast is rekening gehouden met de ontwikkelingen van de nieuwbouw op het VDD-Mooij terrein, de nieuwe woningbouw in de omgeving van de Aletta Jacobstraat en de ontwikkeling in de Harnaschpolder. Een eventuele doortrekking van de Reinier de Graafweg naar de A4 wordt in het Lokaal Verkeer en Vervoer Plan (LVVP) behandeld welke in het voorjaar van 2005 wordt afgerond.

            Conclusie

Deze reactie leidt heeft niet geleidtot aanpassing van het ontwikkelingsplan. Bovenstaande tekst zal in het ontwikkelingsplan opgenomen worden.

 

C.2.2.   Samenvatting

In het plan dient nadere informatie te worden gegeven van de effecten van alle ontwikkelingen tezamen op de aansluiting met de A4.

            Antwoord

Overige verkeersontwikkelingen in Delft worden in het Lokaal Verkeer en Vervoer Plan (LVVP) behandeld welke in het voorjaar van 2005 wordt afgerond.

            Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

C.2.3    Samenvatting

Gevraagd wordt in hoeverre de verlenging van de Reinier de Graafweg binnen de planperiode gerealiseerd kan worden.

            Antwoord

Het gebied valt buiten het plangebied van het ontwikkelingsplan. Het is nog niet bekend wanneer de verlenging gerealiseerd zal worden. Ook zonder verlening van de Reinier de Graafweg is de verkeersafwikkeling van onderhavig plangebied geborgd.

Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

C.2.4    Samenvatting

Door middel van een akoestisch onderzoek dient te worden aangetoond dat de voorkeursgrenswaarde niet wordt overschreden dan wel dat er een hogere grenswaarde procedure dient te worden gevolgd.

            Antwoord

Het akoestisch onderzoek is uitgevoerd. Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat de voorkeursgrenswaarden voor de woningen aan de Hoornseweg worden overschreden. Er is een hogere grenswaarde procedure gestart.

            Conclusie

Deze reactie leidt tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

C.2.5    Samenvatting

Uit het plan is niet duidelijk in hoeverre de waterbeheerder betrokken is bij de planvorming, wat in de gedachtegoed van de Watertoets alsmede de Nota Planbeoordeling inzichtelijk gemaakt dient te worden.

            Antwoord

Met het Hoogheemraadschap is meerdere malen overleg gevoerd over het ontwikkelingsplan. Naar aanleiding van opmerkingen van het Hoogheemraadschap Delfland zullen de bomen zodanig gepland worden dat zij buiten de kernzone van de waterkering blijven. Antwoord komt uit brief aan PPC

            Conclusie

Deze reactie leidt tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

C.2.6    Samenvatting

In paragraaf 4.2.2 wordt het Beleidsplan Milieu en Water 2000-2004 van de provincie gemist.

Aanbevolen wordt hier aandacht aan te besteden.

            Antwoord

Deze beleidsnota zal in de tekst van het ontwikkelingsplan worden opgenomen.

            Conclusie

Deze reactie leidt tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

C.2.7    Samenvatting

Naast de waterhuishouding dient er aandacht besteed te worden aan de waterkering. Aan de noordzijde van het plangebied ligt een boezemkade, die de woonwijk beschermt tegen hoge boezemwaterstanden. Hierover dient overleg gepleegd te worden met het Hoogheemraadschap.

            Antwoord

DTen aanzien van de waterkering delen wij mee dat de ontwikkelingen zullen geen invloed zullen hebben op de waterkering langs de Hoornseweg. De riolering zal uitgevoerd worden als een gescheiden stelsel met in het regenwaterstelsel enkele voorzieningen om het zand op te kunnen vangen. Dit zijn mogelijke zakpunten. De straat tussen de ring en de Westlandseweg zal worden voorzien van kolken die de first-flush afvoeren naar het vuilwaterriool en het overige regenwater via het regenwaterstelsel. Antwoord komt uit brief aan PPC.

            Conclusie

Deze reactie leidt tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

C.3       Hoogheemraadschap Delfland:

C.3.1    Samenvatting

Over de bebouwing van de boezemkaden aan de noord en oostzijde van het plangebied, wat vergunningplichtig is op basis van Delflands Algemene Keur, is overleg geweest. Het verzoek is de uitkomst hiervan over te nemen in het ontwikkelingsplan, omdat het de bebouwingsmogelijkheden beïnvloeden. Als het boezemwater gehandhaafd blijft, zullen de vier of vijf appartementblokken die geprojecteerd zijn, geen vergunning krijgen. Bebouwing in de kernzone van een waterkering is niet toegestaan.

            Antwoord

DTen aanzien vane geplande ontwikkelingen hebben geen invloed op  de waterkering van de Hoornseweg moet gesteld worden dat aan deze weg niets veranderd. Hierdoor vindt er ook geen wijziging plaats aan de waterkeringsfunctie.

Over de waterkering aan de oostzijde van het plangebied is met het Hoogheemraadschap nog overleg gaande. Uitgangspunt is niet bouwen in de waterkering, onderzocht wordt of de waterkering te verplaatsen is of dat technische oplossingen uitkomst bieden.

De kern van het probleem is dat de watergang langs de Westlandse weg boezemwater is en dus boezemkades heeft. Uit overleg met het Hoogheemraadschap is gebleken dat een deel van deze watergang kan worden veranderd in polderwater en waardoor een deel van de boezemkade haar functie zal verliezen. Het gaat dan om het deel ten zuiden van de wegaansluiting van het plangebied op de Westlandseweg. Onder deze weg wordt dan een voorziening aangebracht.

Het noordelijke deel van deze watergang kan in de huidige situatie echter niet worden veranderd in polderwater, omdat hierdoor schade zal optreden aan de bebouwing van S. de Jong. Indien S. de Jong van plan is zijn huidige bedrijfwin te vervangen door nieuwbouw, kan bij de nieuwbouw rekening worden gehouden met een andere waterhuishouding. Hierover is overleg met S. de Jong en Hoogheemraadschap van Delfland noodzakelijk.

Voor het ontwikkelingsplan betekent dit dat de drie zuidelijke torens mogelijk zijn en dat voor de overige torens overleg nodig is met het hoogheemraadschap. Indien het noordelijke deel van het boezemwater langs de Westlandseweg in polderwater verandert is ook hier bebouwing mogelijk.

Bij de verdere uitwerking van het plan zal hieraan aandacht worden besteed.

            Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

C.3.2    Samenvatting

In het plan moet rekening gehouden worden met de effecten van een peilverlaging op de bestaande bebouwing die nu aan het boezemwater is gelegen.

            Antwoord

De Hoornseweg en de Westlandseweg zijn de grenzen van het plangebied. Langs de Hoornseweg wijzigt er niets en zijn er dus ook geen effecten op het peil. Bij het boezemwater dat polderwater wordt langs de Westlandseweg ligt geen bebouwing. Het noordelijk deel van deze watergang blijft vooralsnog boezemwater om problemen door peilverlaging bij bestaande bebouwing te voorkomen.

            Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

C.3.3    Samenvatting

Delfland is geen voorstander van de bebouwing van de kade langs de Hoornseweg in verband met de stabiliteit van de kade en de verzwakking ervan door de wortels.

            Antwoord

De bomen worden zodanig geplaatst dat zij buiten de kernzone van de waterkering blijven. Bij de keuze van het soort bomen zal beperkte worteldiepte een randvoorwaarde zijn.

            Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

C.3.4    Samenvatting

Hoewel er is aangegeven dat er aan de normen voor waterberging wordt voldaan, wordt dit echter niet cijfermatig onderbouwd. Dit wordt nu verzocht.

            Antwoord

Arcadis heeft voor het plangebied een bergingsberekening gemaakt. Hieruit blijkt dat voorgestane ontwikkelingen ruimschoots voldoen aan de eisen van het Hoogheemraadschap Delfland.

            Conclusie 

Deze reactie leidt tot aanpassing van het ontwikkelingsplan. 

 

C.3.5    Samenvatting

Verzocht wordt de plannen betreffende de riolering van de 500 woningen van het gebied op te nemen. Verwacht wordt dat hiervoor de Leidraad Riolering zal worden gebruikt.

            Antwoord

De riolering wordt uitgevoerd als een gescheiden stelsel met in het regenwaterstelsel enkele voorzieningen om het zand te kunnen afvangen. Dit zijn mogelijk zakputten. De straat tussen de ring en de Westlandseweg zal worden voorzien van kolken die de first-flush afvoeren naar het vuilwaterriool en het overige regenwater via het regenwaterstelsel.

Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 


Bijlage 1

 

Presentielijst inloopavond 17 februari 2004:

 

Adviesbureau v. Leerdam           Pr. Irenelaan 43                         2635 HP           Den Hoorn

G. Bach                                   R. de Graafweg 290                   2625 DJ            Delft

N.F. Bakboord                          Oude Veiling 11                        2635 GK           Den Hoorn

L. Bauman                               Drogerij 89                                2635 GN           Den Hoorn

A. de Boer                                Plein Delftzicht 2                       2627 CA           Delft

P.W. Born                                M. Stormstraat 29                     2614 HR           Delft

Delsman                                  Voordijkshoorn 113                   2635 JW           Den Hoorn

R. Freriks                                 R. de Graafweg 290                   2625 DD           Delft

L.P. Gerriste                             Tanthofkade 11                         2635 CP           Den Hoorn

A. de Goede                             Noordijkshoorn 51                     2635 KL            Den Hoorn

G.J.W. van Gool                       R. de Graafweg 90                    2625 DC           Delft

S. v. Groeningen                       R. de Graafweg 136                   2625 DD           Delft

E.P.G. Hakkennes                    Postbus 846                             2700 AV           Zoetermeer      

B. v.d. Helm                             Windrecht 77                            2636 JC            Schipluiden

S. Hendriks                              Drogerij 143                              2635 GP           Delft

M.C.M. v.d. Hoeven                   R. de Graafweg 328                   2625 DK           Delft

R. de Jong                                A. Veerstraat 6                         2614 HV           Delft

S. de Jong                                Hoornseweg 29                         2614 RX            Delft

W. Karselons                           Drogerij 148                              2635 GR           Den Hoorn

M. Kindt                                   Drogerij 168                              2635 GR           Den Hoorn

L. de Kleijn                               Achterhaven 16                         2635 GV           Den Hoorn

W. Koop                                  Hoornsekade 38                        2635 HB           Den Hoorn

P.G. Krommehoek                    Drogerij 135                              2635 GP           Den Hoorn

C.A.F. van Leeuwen                  Hoornsekade 46                        2635 HB           Den Hoorn

G. van Leeuwen                        Noordhoornseweg 6                   2635 GB           Den Hoorn

J.C. v.d. Mast                           R. de Graafweg 256                   2625 DH           Delft

A. Mastenbroek                        Hoornsekade 37                        2635 HB           Den Hoorn

A.J. v. Mil                                 Drogerij 147                              2635 GR           Delft

H. Millenaar                              Woudseweg 68                         2635 CE           Den Hoorn

L. Olsthoorn                             Windrecht 25                            2635 JB            Schipluiden

W. Ras                                    M. Stormstraat 21                     2614 HR           Delft

D. Rekelhof                              M. Klompéstraat 6                    2614 HN           Delft

Roep                                        dr. A.M. v.d Poellaan 3              2635 LA            Den Hoorn

De Rijke                                   Oude Veiling 4                          2635 GJ            Den Hoorn

J.J.G. Robert                            Drogerij 116                              2635 GP           Den Hoorn

A. Ruigrok                                Westlandseweg 151                  2614 RZ            Delft

M. Ruigrok                               Willemstraat 13                         2613 DR           Delft

V. Smit                                    Oostsingel 101              2612 HG           Delft

Stichting DUWO

t.a.v. A. den Hoedt                    Marlotlaan 5                             2614 GV           Delft

H. Tjiang                                  Neogothiekhof 11                      2632 DJ            Nootdorp

P. v. Velzen                              Woudselaan 6                          2635 CH           Den Hoorn

S. Verweij                                R. de Graafweg 344                   2625 DK           Delft

F.C. v.d Wal                             dr. A.M. v.d Poellaan 15 2635 CA           Den Hoorn

J.W. Wassenaar                       Hoornsekade 44                        2635 HB           Den Hoorn

D.B. v.d. Windt                         Hoornsekade 34                        2635 HB           Den Hoorn

K. v.d. Windt                            Hoornsekade 36                        2635 HB           Den Hoorn

 

 

Bijlage 2

 

Ondertekenaars van inspraakreactie A.5:

 

Naam                           Huisnr. Drogerij                         Naam               Huisnr. Drogerij

v.d. Akker                                 83                                            P. Marks                      38

E. Almarat / G. Eerafy               103                                          Marquet                        85

A.L. Barim                                3                                             A. Mensinga                 29

M. Bentvelsen                           13                                            L. Moorees                   33

E. Bieshaan                             45                                            M. Orsel                       21

J. Bodde                                  90                                            Van Paassen                77

H. Bodmann                             12                                            Fam. Post                    101

L. Boekestein                           106                                          Reywinkel                     7

M. Boekestein                          31                                            A.B. de la Ruelle           75

E. Boekestijn                            110                                          Fam. Scheijndel            56

J. Bouwmeester-Koole               84                                            Schimtz                       4

F. Brakus                                 69                                            C. Schouten                 15

R.M.J. Bremmer                       57                                            A. v.d. Spek                 28

B. de Bruin                               98                                            A.M.T. v.d Stap 94

B.J. Brus                                  18                                            M.H. Stolze                  88

M. de Bruyn                             67                                            R. Suiker                      86

Y. Eekhout                               27                                            H.M. Tjm A Lum            72

R. v.d. Ende                             108                                          Valk                             52

J. Fenoude                               59                                            W. Valkenburg  1

N.J. Fransen                             79                                            L. Vengelers                 4

H. Garnaat                               95                                            W.A. Verhoeks 30

E.C.F. v. Galen                         91                                            L. Visser                      16

E.J. Geelhoed-Beije                  80                                            M. Visser                     40

J. Gielensen                             64                                            D. v. Vliet                     24

P. Groenwegen                         37                                            H.M.J. v. Vlodrop           2

S. Haitsma                               25                                            Voorthuizen                  73

Heemskerk                               46                                            C. de Vreede                51

A. v.d Helm                              10                                            B. Vrijt                         1

J. v.d. Hoeven                           99                                            J.A. Weber                   23

A. den Hollander                       36                                            J. Wijburg-Jansen          35

E.R. Hordijk                              109                                          J. de Wijn                     55       

W.J. Huibers                            60                                            R. van Winden   17

J. de Jong                                63                                            M. Wisgerhof                48

H. Juguels                                102                                          C. v.d. Woes                 107

G.W.A. van Kampen                 50                                            M.A.J. v.d. Zalm            105

M. Karman / Loning                   104                                          S. Zwaartman               6

W.M. de Keijzer                        92                                            R.A. v. Zweden  23

A. Kok                                     39

A. Kok- Meijer                          39

H. Kol                                      78

M. Kolenbrander                       62

G.N. Koole                               14

J.C. Kosten                              74

J. Kosten                                 74

A.C. Klop                                 20

M. v.d. Kruijk                            65

D. Kruk-v.d. Boogaard    71

I. v.d. Lans                               19                                           

Leander                                    61                                           

E. v. Leerdam                           42

Bijlage 3

 

Ondertekenaars van inspraakreactie A.8.

 

Naam                                       Huisnr. Drogerij

 

W. Arkensteijn                                      113

H. Bazuin                                             118

A.A.B. Bleeker                                     111

J. Boks                                                123

Bongaards                                           132

M. Broek                                              125

J.H. van Dijk                                         161

N. Donkers                                           170

A.B. Ensen                                          179

P. de Gier                                            163

W. Groenewegen                                  112

A.F. d Groot- v. Vondelen                      180      

A. v. Haaster                                        172

J.M. Heins                                           178

M.G. Hoffman-van Heijningen                 117

A.H. Kluit                                             115

P.G. Krommehoek                                135

V. v.d. Meer                                         169

P. v.d. Meij                                           119

H.J. Meijer                                           177

C. Mostert                                            171

Priem                                                  139

J. Robert                                              116

W. Roubos                                           156

B. Schippers                                        166

R. Varenkamp                                      127

Vollenvelde                                           122

v.d. Voort                                             167

E. Vos                                                 176

 

 

Tevens de bewoners van Drogerij huisnummers:

114, 121, 124,126, 129, 130, 131, 133, 134, 137, 138, 140, 142, 141, 144, 146, 147, 148, 149, 150, 151, 152. 153, 154, 155, 157, 158, 159, 160, 162, 165, 168