Gemeente Delft
Vakteam
Ruimtelijke Ordening
3 augustus 2004
Inleiding
In het noordoostelijk kwadrant van Delft, direct
grenzend aan de A13 ligt het plangebied wat wordt aangeduid als “Delftse Poort
Zuid”. Het gebied betreft de locatie van Ikea en omgeving en wordt aan de
noordzijde begrenst door de Staalweg, A-13 en het Lineuspad, aan de oostzijde
door het Herenpad, aan de zuidzijde door de Hoflaan en de A-13 en aan de westzijde
door de westelijke berm van de A-13, de Oostpoortweg en de Staalweg.
Een nieuw bestemmingsplan is nodig omdat Ikea
wegens het toenemend aantal bezoekers haar vestiging wil uitbreiden en ter
plaatse een hotel wil vestigen voor het personeel dat in de Ikea vestiging van
Delft wordt opgeleid. Het toenemend aantal bezoekers zorgt op piekmomenten voor
verkeersopstoppingen op de op- en afritten. Herinrichting van de op- en
afritten en het parkeerterrein zijn noodzakelijk. Omdat deze plannen niet passen
in het geldende bestemmingsplan is een nieuw bestemmingplan nodig.
Op het voorontwerp is de mogelijkheid geboden om in
het kader van art 6A van de Wet op de Ruimtelijke Ordening mondelinge en
schriftelijke inspraakreacties te geven.
Vanaf 29 maart tot en met 26 april 2004 heeft het
voorontwerp bestemmingsplan ter inzage gelegen in het gemeentelijk
informatiecentrum aan de Phoenixstraat 16. Tevens is er op 20 april van 18.00
tot 20.00 een inspraakbijeenkomst gehouden. Deze is bezocht door 4
belangstellenden.Tijdens deze bijeenkomst is het plan kort toegelicht en de
mogelijkheid geboden vragen te stellen en opmerkingen te maken.
Tevens is in het kader artikel 10 van het Besluit
op de ruimtelijke ordening het voorontwerp naar verschillende overlegpartners
gestuurd. De overlegreacties zijn samengevat en beantwoord onder C.
De onderstaande persoon heeft een schriftelijke
inspraakreactie ingediend:
1.
namens A.T.V. Levenslust: L. Koot-Lakeman,
Mozartlaan 332, 2625 CP Delft. Getekend 14 april 2004, ingekomen 22 april 2004;
(Deze reactie is
tweemaal, zij het op andere data, ingediend).
A.1 A.T.V.
Levenslust, L. Koot-Lakeman, Mozartlaan 332:
A.1.1 Samenvatting
In het voorontwerp wordt geen aandacht besteed aan
de nabijgelegen volkstuinen, hoewel andere naburige functies wel worden
aangegeven.
Antwoord
Het kaartje in de toelichting met
daarin opgenomen “bestaande functies” zal het volkstuinencomplex worden
opgenomen.
Conclusie
De reactie heeft geleid tot aanpassing in het
bestemmingsplan.
A.1.2 Samenvatting
Door de plaatsing van het hotel op 25 meter afstand
van de volkstuinen, zonder er tussen liggende beplanting, zal de privacy in de
tuinen afnemen. Voorgesteld wordt het hotel naar het noorden te verplaatsen
waarbij de noordelijke bebouwingsgrond van het hotel gelijk komt te liggen met
de zuidelijke bebouwingsgrens van de bestemming ‘bedrijfsdoeleinden grootschalige detailhandel’. Hierdoor
ontstaat een beter stedenbouwkundige compositie, omdat het hotel niet afgelegen
staat.
Indien deze voorkeursoptie niet mogelijk is, is het
ook mogelijk de bouwhoogte te verlagen en het bouwvlak te vergroten. Het is dan
nog steeds wenselijk een groene zijde aan de zuidzijde van het hotel te
situeren.
Antwoord
De ligging van gebouwen in de naaste omgeving is
nagenoeg in alle gevallen gerelateerd aan de rijksweg. De gevels van
kantoorgebouwen en de ikea-vestiging
zijn haaks op de rijksweg georiënteerd zodat het passerende wegverkeer duidelijk
zicht kan hebben op de gebouwen.
Met de realisatie van een hotel, wordt een betere
ruimtelijke samenhang gecreëerd tussen de grootschalige detailhandelsvestiging
en de kantoorpanden aan de Olof Palmestraat. De kwaliteit van “zichtlocatie”
van het bedrijventerrein Delftse Poort wordt door de voorgestane ontwikkelingen
versterkt.
Het hotel vormt samen met de kantoren op de Olof
Palmestraat de omarming en begrenzing van het stedelijke gebied aan de
voorzijde van Ikea.
De locatie van het hotel is zodanig bepaald dat aan
zuidzijde van het hotel geen parkeren is gesitueerd. Alle stedelijke functies
aan de voorkant van Ikea worden gerealiseerd tussen de aanwezige kantoren en
het hotel.
De maximale hoogte van het hotel bedraagt 32 meter.
Dit komt overeen met de hoogte van het hoogste kantoor aan de Olof Palmestraat.
De gebouwen vormen samen een herkenningspunt bij de afslag Delft centraal. Bij
een laag hotel - met meer bebouwd oppervlak – verdwijnt de samenhang met de kantoren.
Verschuiving van de hotellocatie heeft tot gevolg
dat ten zuiden van het hotel parkeren
gerealiseerd zou moeten worden. Dit doet afbreuk
aan het groene karakter van de Hoflaan.
Conclusie
De reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het
bestemmingsplan.
A.1.3 Samenvatting
De bestemming “verkeersdoeleinden 2” maakt
sluipverkeer over de Hoflaan naar IKEA mogelijk. Verzocht wordt het autoverkeer
hiervoor uit te sluiten en alleen langzaam verkeer tussen de Hoflaan en de
verkeersbestemming IKEA mogelijk te maken.
Antwoord
Gebruik van de Hoflaan als sluiproute is ook voor
de gemeente een ongewenste ontwikkeling. Omdat een deel van de Hoflaan wel
gebruikt dient te worden voor autoverkeer is het volledig weren van auto’s op
deze gehele route geen optie. Wel zal op de plankaart ter plaatse de aanduiding
langzaam verkeersroute worden opgenomen. De inrichting van de
langzaamverkeersroute die het Ikea–gebied verbindt met de Hoflaan zal zodanig
zijn dat deze route niet gebruikt kan worden voor regulier autoverkeer en het
daarmee niet mogelijk wordt de Hoflaan als sluiproute te gaan gebruiken.
Conclusie
De reactie heeft geleid tot aanpassing van het
bestemmingsplan.
A.1.4 Samenvatting
Voorgesteld wordt de bestemming ‘recreatieve
doeleinden (extensief)’ ten zuiden van het hotel op te nemen, wat tot een
betere afscheiding van het hotel en de volkstuinen zal leiden.
Antwoord
De afstand tussen hotel en volkstuinen is ca 30 m.
Op het grondgebied met de bestemming hotel zullen ook groenvoorzieningen worden
aangelegd.
Bij uitwerking wordt de inpassing van het hotel
nader uitgewerkt. De voorschriften en de plankaart zullen worden aangepast
zodat op gronden aangewezen voor het hotel ook de mogelijkheid aanwezig is voor
de aanleg van groen.
Conclusie
De reactie heeft geleid tot aanpassing van de
voorschriften van het bestemmingsplan.
A.1.5 Samenvatting
Gevraagd wordt over de verdere ontwikkelingen
geïnformeerd te worden. Tevens geeft inspreker aan het recht op een
planschadeverzoek ex 49 van de Wet op de Ruimtelijke Orde te behouden.
Antwoord
Conclusie
De reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het
bestemmingsplan.
Op 20 april 2004 is van 18:00 tot 20:00 een
inspraakavond gehouden op het voorontwerpbestemmingsplan “Delftse Poort Zuid”
in de Conference Room van IKEA Delft. Het plan is daar toegelicht en de
mogelijkheid tot het indienen van mondelinge inspraak is geboden.
De inspraakavond is bezocht door 4
belangstellenden.
De belangstellenden van de inspraakavond:
-
L. Persoon, Van Heemstrastraat 11, 2613 CD Delft;
-
M. de Rijke, Meikoninginlaan 1, 2645 NS Delfgauw;
-
L. Löfgren, Sleedoorntuin 1, 2317 MV Leiden;
-
A. de Boer, Plein Delftzicht 2, 2627 CA Delft.
De volgende mondelinge reacties zijn ingediend:
B.1 Samenvatting
Voorgesteld wordt het hotel naar het noorden te
verschuiven, van de naastgelegen volkstuinen af. Zodanig dat de bovenste
rooilijn van het gebouw gelijk komt te liggen met noordelijke lijn van de
bestemming ‘recreatieve doeleinde’ die er naast ligt. Op de vrij gekomen strook
aan de zuidkant wordt verzocht beplanting te plaatsen.
Antwoord
Conclusie
De reactie heeft niet geleid tot aanpassingen in
het bestemmingsplan.
B.2 Samenvatting
Indien het hotel niet verschoven kan worden, wordt
voorgesteld het hotel in bouwhoogte te halveren.
Antwoord
Conclusie
De reactie heeft niet geleid tot aanpassingen in
het bestemmingsplan.
B.3 Samenvatting
Opgemerkt wordt dat ‘verkeersdoeleinden 2’ (tussen
de Hoflaan en Oostpoortweg parallel aan de Rijksweg) ook autoverkeer mogelijk
maakt. Verzocht wordt deze bestemming zodanig te bestemmen dat daar alleen
fietsverkeer mogelijk is. Dan kan er geen autoverkeerverbinding van de Hoflaan
naar de IKEA ontstaan.
Antwoord
Conclusie
De reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het
bestemmingsplan.
B.4 Samenvatting
Aangegeven wordt dat de plannen zullen leiden tot
een verkeersopstopping op de Hoflaan waardoor de volkstuinen niet meer bereikt
kunnen worden. In de huidige situatie wordt deze weg en de er naast gelegen
groenstrook bij drukte van IKEA reeds geblokkeerd.
Antwoord
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het bestemmingsplan.
In het kader van artikel 10 Bro is het voorontwerp
bestemmingsplan op 29 maart 2004 gestuurd naar de volgende overlegpartners:
1.
Elektriciteitsbedrijf Zuid-Holland, Postbus 909,
2270 AX Voorburg;
2.
gemeentebestuur Den Haag, Postbus 12600, 2500 DJ
Den Haag;
3.
gemeentebestuur Midden-Delfand, Postbus 1, 2636 ZG
Schipluiden;
4.
gemeentebestuur Pijnacker-Nootdorp, Postbus 1, 2640
AA Pijnacker;
5.
gemeentebestuur Rijswijk, Postbus 5305, 2280 HH
Rijswijk;
6.
gemeentebestuur Rotterdam, Postbus 70012, 3000 KP Rotterdam;
7.
gemeentebestuur Schiedam, Postbus 1501, 3100 EA
Schiedam;
8.
Hoogheemraadschap Delfland, Postbus 3061, 2601 DB
Delft;
9.
Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Haaglanden,
Postbus 29718, 2502 LS Den Haag;
10. Ministerie
van Economische Zaken, Regiokantoor Zuid-West, Postbus 29013, 3001 GA
Rotterdam;
11. Provinciaal
Planologische Commissie, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag;
12. Rijksdienst
voor Oudheidkundig Bodemonderzoek, Kerkstraat 1, 3811 CV Amersfoort;
13. Rijkswaterstaat,
directie Zuid-Holland, Postbus 556, 3000 AN Rotterdam;
14. Stadsgewest
Haaglanden, Postbus 66, 2501 CB Den Haag;
15. VROM
Inspectie, Regio Zuid, Postbus 29036, 3001 GA Rotterdam;
16. Zuid-West-Nederland
N.V. Accountteam Haaglanden, Surinamestraat 11, 2585 GG Den Haag.
De volgende instanties
hebben geen opmerkingen over het voorontwerp bestemmingsplan:
1.
Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek,
Kerkstraat 1, 3811 CV
Amersfoort. Getekend 23 april 2004, ingekomen 27 april 2004;
2.
Kamer van Koophandel, Postbus 375, 2600 AJ Delft.
Getekend 6 mei 2004, ingekomen 11 mei 2004;
3.
Gemeente Midden-Delfland, Postbus 1, 2636 ZG
Schipluiden. Getekend 26 mei 2004, ingekomen 27 mei 2004;
4.
Rijkswaterstaat, Postbus 556, 3000 AN Rotterdam.
Getekend 3 juni 2004, ingekomen 5 juni 2004.
De volgende instanties
hebben opmerkingen over het voorontwerp bestemmingsplan:
1.
P.P.C., Postbus 90602, 2509 LP Den Haag. Preadvies
getekend 17 juni 2004, ingekomen 26 juni 2004.
2.
VROM Inspectie, Postbus 29036, 3001 GA Rotterdam.
Getekend 29 april 2004, ingekomen 29 april 2004;
3.
Tennet Zuid-Holland, Postbus 329, 22700 AH
Voorburg. Getekend 11 mei 2004, ingekomen 12 mei 2004;
4.
Gemeente Pijnacker-Nootdorp, Postbus 1, 2640 AA
Pijnacker. Getekend 3 juni 2004, ingekomen 7 juni 2004;
5.
Gemeente Rotterdam, Postbus 699, 3002 AR Rotterdam.
Getekend 28 mei 2004, ingekomen 14 juni 2004;
6.
Hoogheemraadschap Delfland, Postbus 3061, 2601 DB
Delft. Getekend 21 juni 2004, ingekomen 22 juni 2004.
C.1 PPC,
Postbus 90602, Den Haag:
C.1.1 Samenvatting
Het hotel is een gevoelige bestemming en daarvoor dient
berekend te worden of de grenswaarde voor stikstofdioxide niet wordt
overschreden. Indien er een overschrijding van de grenswaarde is van de norm in
2010, kan het hotel niet op deze locatie gesitueerd worden. Voor de
parkeergarage dient bekeken te worden of de grenswaarde voor benzeen niet wordt
overschreden.
Antwoord
In het plangebied wordt
een hotel mogelijk gemaakt. Uit de toelichting op het plan is niet duidelijk
dat de grenswaarde voor stikstofdioxide van 40 microgram/m³ niet wordt
overschreden. Uit ingevoegde tekening (bijlage 1) blijkt dat de toegestane
grenswaarde niet wordt overschreden. Wij zullen de toelichting op dit punt
aanpassen.
Ten behoeve van de
uitstoot van benzeen in de parkeergarage zijn tevens berekeningen gemaakt die
opgenomen zijn in bijlage 2.
Conclusie
De reactie heeft geleid tot aanpassingen in het
bestemmingsplan.
C.1.2 Samenvatting
De vermelding van IKEA en het hotel van meer dan 50
personen als kwetsbare bestemming dient in de plantoelichting en de
voorschriften duidelijk te worden. Er dient bekeken te worden of de uitbreiding
van IKEA en de vestiging van het hotel bijdrage aan het groepsrisico en hoe
groot die bijdrage is.
Antwoord
Zowel IKEA als het hotel
zijn beperkt kwetsbare bestemmingen in de zin van ontwerp-besluit vaststelling
milieukwaliteitseisen externe veiligheid van inrichtingen. Het Nibra heeft voor
de uitbreiding van IKEA en de bouw van het hotel een
veiligheidseffectrapportage (VER) opgesteld. Hierin is externe veiligheid
meegenomen. Een samenvatting van dit rapport (bijlage 3) is gevoegd bij deze
nota en zal ook als bijlage opgenomen worden in de toelichting van het
bestemmingsplan.
In de huidige situatie is
er voor het wegvak ter hoogte van kilometer 9,0-10,0, waar het hotel komt, geen
overschrijding van de oriënterende waarde van het groepsrisico. Met behulp van
IPO RBM is het toekomstige groepsrisico met hotel berekend.
Hieruit blijkt dat er nog
steeds geen sprake is van een overschrijding van het groepsrisico ter hoogte
van dit wegvak. Wel is de kans op een aantal slachtoffers tussen de 1 en 5 iets
toegenomen. Wettelijk is verplicht te toetsen of datgene dat ontwikkeld wordt
binnen 200 meter uit de as van de transportroute van gevaarlijke stoffen ligt.
De mogelijke gevolgen van de ligging binnen dat gebied voor wat betreft het
percentage aan legaliteit is afhankelijk van meerdere factoren zoals: stof,
hoeveelheid, aard van vrijkomen, weersomstandigheden. Op voornoemde vraag kan
aldus niet zonder meer en ook een eensluidend antwoord worden gegeven. Een
illustratie van diversiteit aan gevolgen is opgenomen in bijlage 4.
Conclusie
De reactie heeft geleid tot aanpassingen van de
toelichting op het bestemmingsplan.
C.1.3 Samenvatting
Het hoofdstuk van de kabels en leidingen dient
nader te worden aangevuld.
Antwoord
In het plangebied zijn
behalve die kabels en leidingen die reeds op de plankaart aan de westzijde van
het plangebied zijn ingetekend (te weten: ondergrondse 150 kV- en
telecommunicatieverbinding) geen kabels en leidingen aanwezig die volgens de
Nota Planbeoordeling van de provincie Zuid-Holland in bestemmingsplannen moeten
worden aangegeven. Voornoemde gegevens zijn in de toelichting van het plan en
in plankaart en voorschriften opgenomen.
Op verzoek van de
beheerder van leidingen zal een aanlegvergunningstelsel worden gekoppeld zodat
de belangen van de aanwezig kabels en leidingen optimaal worden gewaarborgd.
Conclusie
De reactie heeft geleid tot aanpassingen van de
voorschriften van het bestemmingsplan.
C.1.4 Samenvatting
In het plan dient aandacht besteed te worden aan
duurzaamheidaspecten, zoals duurzaam bouwen.
Antwoord
Duurzaamheidsaspecten worden alleen opgenomen in
bestemmingsplannen voorzover deze aspecten ruimtelijk relevant zijn m.a.w.
effect hebben op de ruimtelijke invulling van het gebied. In dit plangebied is
dat niet het geval en om die reden zijn die aspecten dan ook niet in het
bestemmingsplan opgenomen. Overigens heeft de gemeente de duurzaamheidaspecten
wel opgenomen in Bouwverordening waarmee de duurzaamheidsaspecten juridisch wel
verankerd zijn.
Conclusie
De reactie heeft niet geleid tot aanpassingen in
het bestemmingsplan.
C.1.5 Samenvatting
In de voorschriften dient vermeld te worden dat
verwacht wordt archeologische sporen aan te treffen in de bodem bij werken en
werkzaamheden “onder maaiveld”.
Antwoord
Naar aanleiding van deze reactie is het voorschrift
“archeologisch waardevol gebied” aangepast zodanig dat aan genoemde bezwaren
wordt tegemoetgekomen.
Conclusie
De reactie heeft geleid tot aanpassingen in het
bestemmingsplan.
C.1.6 Samenvatting
Gevraagd wordt of de waterberging onder de
parkeerplaats technisch onderzocht is en wat hierbij de effecten op de
waterkwaliteit zijn. Er wordt aangegeven dat er gebouwd wordt in de ondergrond
(of op maaiveldniveau). Gevraagd wordt naar de mogelijkheden die de bodem
daartoe biedt en de mogelijke effecten. Er wordt gevraagd of er aandacht is
besteed aan de het beheer van de waterberging onder de parkeergarage en of
Hoogheemraadschap Delfland instemt met de beoogde waterberging.
De kaart van afbeelding 16 waar de gewenste
waterberging is aangegeven stemt niet overeen met de plankaart. Een toelichting
van de afwijking is gewenst.
Naast de reeds opgenomen boezemkaden dienen volgens
de goedkeuringscriteria in de Nota Planbeoordeling ook de polderkaden
aangegeven te worden door een op de functie toegesneden bestemming.
Er dient aandacht besteed te worden aan de
waterkwaliteit van de waterpoelen bij de af- en oprit.
Antwoord
In de paragraaf water van
het bestemmingsplan is kenbaar gemaakt dat onder het parkeerterrein ruimte voor
water wordt gereserveerd. Deze inrichtingsmaatregel is technisch nog niet
onderzocht. De gedachte gaat uit naar het toepassen van waterdoorlatende
verharding met daaronder een pakket waarin water gezuiverd en (vertraagd)
geborgen wordt. In de berekeningen van
de waterberging voor het plangebied is deze inrichtingsmaatregel meegerekend.
De maatregel is met het Hoogheemraadschap besproken en het Hoogheemraadschap is
positief over het voorstel.
De kaart in de toelichting
op pagina 38 zal worden aangepast.
Aan de noordgrens, net
buiten het plangebied bevindt zich een polderkade/grens. Deze valt buiten het
plangebied. Over de waterkwaliteit zal bij de uitwerking overleg worden gevoerd
met de Delftse Natuurvereniging en het Hoogheemraadschap. In de toelichting zal
voorts aandacht worden besteed aan de waterkwaliteit nabij af- en oprit van de
A-13.
Conclusie
De reactie heeft geleid tot aanpassingen in het
bestemmingsplan.
C.2 VROM
Inspectie, Postbus 29036, Rotterdam:
Samenvatting
Op de locatie waar het hotel gepland is, wordt nu
voldaan aan de oriëntatiewaarde van het groepsrisico van de Risicoatlas
wegtransport gevaarlijke stoffen.
Uit het bestemmingsplan
volgt niet dat door de vestiging van het hotel nog steeds voldaan zal worden
aan de oriëntatiewaarde. Verzocht wordt hierover nader te informeren en bij een
overschrijding hiervan gemotiveerd af te wijken met een afweging van de
wenselijkheid van het hotel langs de A13 en de externe veiligheid.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar C.1.2.
Conclusie
De reactie heeft geleid
tot aanpassingen in het bestemmingsplan.
C.3 Tennet Zuid-Holland, Postbus 329,
Voorburg:
C.3.1 Samenvatting
Overlegpartner merkt op
dat in artikel 11 “Kabel- en leidingentracé“ van de voorschriften een
aanlegvergunningenstelsel ontbreekt, zoals is voorgeschreven in paragraaf
B.6.4- leidingen van de Nota Planbeoordeling 2002 van de provincie
Zuid-Holland. Ze geven een tekstvoorstel voor een vierde lid van dit artikel.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar het antwoord van C.1.3.
Conclusie
De reactie heeft geleid tot aanpassingen van de
toelichting en voorschriften van het bestemmingsplan.
C.3.2 Samenvatting
In artikel 5
“Verkeersdoeleinden 2” ontbreekt een verwijzing naar artikel 11, zoals dat in
artikel 6 “Verkeersdoeleinden 3” is aangegeven. Verzocht wordt deze verwijzing
alsnog te plaatsen.
Antwoord
Het voorschrift zal
conform verzoek worden aangepast
Conclusie
De reactie heeft geleid
tot aanpassingen van de voorschriften van het bestemmingsplan.
C.3.3 Samenvatting
Verzocht wordt paragraaf
7.2 van de Toelichting aan te vullen met gegevens van partners (en andere)
nutsvoorzieningen.
Antwoord
In de toelichting op het
bestemmingsplan zullen gegevens en partners worden vermeld conform de Nota
Planbeoordeling.
Conclusie
De reactie heeft geleid
tot aanpassingen in het bestemmingsplan.
C.4 Gemeente Pijnacker-Nootdorp, Postbus 1
Pijnacker:
C.4.1 Samenvatting
Volgens de jurisprudentie
en het Besluit grenswaarden wordt een hotel niet binnen zones rond
industrieterreinen als geluidsgevoelige bestemming genoemd. Uit een uitspraak
over een camping van 2000 volgt dat objecten als geluidsgevoelig kunnen worden
aangemerkt wanneer zich er gedurende langere tijd personen op of in bevinden.
Daarbij is niet doorslaggevend dat personen gedurende een bepaalde korte
periode daar verblijven.
Antwoord
In het bestemmingsplan
wordt een regeling voor het hotel opgenomen die past binnen de daartoe geldende
wettelijke bepalingen als het Besluit grenswaarden. Wij achten in deze een
uitspraak over een camping waarvan het “verblijven” een geheel ander karakter
heeft dan het “verblijven” van een hotel, niet relevant.
Conclusie
De reactie heeft niet
geleid tot aanpassingen in het bestemmingsplan.
C.4.2 Samenvatting
In de werkgroep van het
Stadsgewest Haaglanden heeft de gemeente Delft reeds eerder geen duidelijkheid
gegeven of de uitbreiding van IKEA gezien moet worden als de uitbreiding van
een voor publiek toegankelijk bedrijfsdeel. Indien dit het geval is,
overschrijdt de uitbreiding volgens de structuurvisie het aantal toegestane
vierkante meters detailhandel. Zolang
niet duidelijk is wat de aard van de magazijnvierkante meters is, kan geen goed
oordeel over de plannen worden gegeven.
Antwoord
In de toelichting van het
bestemmingsplan is de volgende functionele indeling opgenomen.
Functie |
Huidig |
Toekomstig |
Uitbreiding |
Winkel
(m2 v.v.o.) |
3.819 |
5.928 |
2.109 |
Winkelmagazijn
(m2 v.v.o.) |
6.831 |
10.590 |
3.759 |
Magazijn
(m2 b.v.o.) |
5.144 |
12.063 |
6.919 |
Horeca (m2 b.v.o.) |
1.310 |
2.323 |
1.013 |
Kantoren
(m2 b.v.o.) |
4.070 |
5.779 |
1.709 |
Totaal
ikea (m2 v.v.o.):
winkel + winkelmagazijn |
10.650 |
16.518 |
5.868 |
Totaal
ikea (m2 b.v.o.) |
21.734 |
38.331 |
16.597 |
Het winkelmagazijn is
daarbij toegankelijk voor winkelend publiek, het magazijn is niet toegankelijk
voor winkelend publiek.
Van een overschrijding
volgens de structuurvisie van het aantal m² detailhandel is ons niets bekend.
Het stadsgewest
Haaglanden heeft naar aanleiding van het toegezonden voorontwerp- bestemmingsplan
geen opmerkingen gemaakt. Ook in de PPC is over dit onderwerp geen opmerking
gemaakt. Wij gaan er daarom vanuit dat geen sprake is van de veronderstelde
strijdigheid.
Conclusie
De reactie heeft niet
geleid tot aanpassingen in het bestemmingsplan.
C.4.3. Samenvatting
Er wordt afgevraagd of de
plaatsing van een rotonde bij de afrit van de A13 bij IKEA een afdoende
maatregel zal zijn voor de reeds aanwezige verkeersopstoppingen. Gevraagd wordt
of hieromtrent advies is gevraagd bij Rijkswaterstaat.
Antwoord
Uitgangspunt van de
gemeente bij de uitbreiding van IKEA is onder ander dat de huidige
verkeerskundige problemen op Rijksweg 13 worden opgelost.
Hiervoor is een
projectgroep met gemeente, Rijkswaterstaat en een verkeerskundig adviesbureau
opgericht. Onderzoek, onder andere middels simulatie, heeft uitgewezen dat de
nu voorgestelde verkeersoplossing een afdoende oplossing biedt voor de
verkeersproblematiek. Belangrijk hierbij is de verdubbeling van de afritten van
de snelweg en de dynamisch te regelen verkeerslichteninstallaties. Op de
afritten wordt filedetectie aangebracht. Bij opstoppingen op de afritten wordt
de groentijd van de verkeerslichten aangepast. Ten overvloede merken wij op dat
Rijkswaterstaat heeft ingestemd met de gekozen oplossing.
Conclusie
De reactie heeft niet
geleid tot aanpassingen in het bestemmingsplan.
C.4.4 Samenvatting
Bij een verbeterde
bereikbaarheid van fietsers is een goede stallingmogelijkheid gewenst.
Antwoord
In de uitwerking wordt
hierin voorzien.
Conclusie
De reactie heeft niet
geleid tot aanpassingen in het bestemmingsplan.
C.4.5 Samenvatting
In de toelichting wordt
bij grootschalige detailhandel gesproken over de verkoop van keukens. De
aanduiding keukens ontbreekt echter in het hoofdstuk definitiefs onder punt 13.
Antwoord
Zoals gebruikelijk bij
beschrijven van de begripsbepalingen wordt ook hier de opsomming van
voorbeelden voorafgegaan door het woordje “zoals”. Daarmee is de opsomming niet
uitputtende maar beoogt slechts enkele voorbeelden aan te dragen.
Conclusie
De reactie heeft niet
geleid tot aanpassingen in het bestemmingsplan.
C.4.6 Samenvatting
In paragraaf 10
Maatschappelijke en financiële uitvoerbaarheid wordt niet ingegaan op het
deelaspect planschade.
Antwoord
Gelet op de
ontwikkelingen die het bestemmingsplan mogelijk maakt, is het alleszins
redelijk te verwachten dat geen planschade als bedoeld in artikel 49 WRO zal
optreden.
Conclusie
De reactie heeft niet
geleid tot aanpassingen in het bestemmingsplan.
C.5 Gemeente Rotterdam, Postbus 6699
Rotterdam:
C.5.1 Samenvatting
Hoewel er in het
voorontwerp bestemmingsplan wordt aangegeven dat de verkeersontsluiting op de
snelweg wordt verbeterd, worden daarvoor geen garanties voor gegeven en
ontbreekt een concrete planning. Het is mogelijk dat de uitbreiding van de
capaciteit van de aansluiting pas wordt gerealiseerd nadat de uitbreidingen
hebben plaatsgevonden. Het voorontwerp geeft geen inzicht in de
verkeersontwikkeling die ontstaat als de uitbreiding nog niet heeft
plaatsgevonden.
Antwoord
Om te voorkomen dat de
verkeersontsluiting pas na de uitbreiding van Ikea wordt gerealiseerd worden in
de grondovereenkomst en de samenwerkingsovereenkomst waarborgen opgenomen die
dit voorkomen.
Voor verdere
beantwoording wordt verwezen naar C. 4.3
Conclusie
De reactie heeft niet
geleid tot aanpassingen in het bestemmingsplan.
C.5.2 Samenvatting
Door de vele
ontwikkelingen die de komende jaren tussen Rotterdam en Den Haag plaatsvinden,
dient de toevoeging van programma gelijk te lopen met de realisatie van nieuwe
infrastructuur. Het is van belang alle programmatische ontwikkelingen in
samenhang met elkaar te bezien, wat in het voorontwerp ontbreekt.
Antwoord
De gevraagde samenhang
wordt in de verkeers- en vervoersplannen van de provincie en het stadsgewest
Haaglanden nader uitgewerkt. Het bestemmingsplan Delftse Poort Zuid is hiervoor
niet het juiste instrument.
Conclusie
De reactie heeft niet
geleid tot aanpassingen in het bestemmingsplan.
C.5.3 Samenvatting
Bij de verkeersprognose
van de verkeersintensiteit van de A13 is niet aangegeven op welk jaartal de
prognose betrekking heeft en op welke punten. Het is niet te herleiden of de
verkeersprognose zoals die zijn opgesteld voor de MER Polder Schieveen en de
MER Polder Zestienhoven overeenkomen met de cijfers van het voorontwerp en of
er rekening is gehouden met dezelfde ruimtelijke uitgangspunten als in de
prognose van de gemeente Rotterdam.
Antwoord
Voor de uitbreiding van
IKEA is geen MER verplichting aanwezig.
De verkeersintensiteiten
en het prognosejaar 2010 voor de verkeerssimulatie zijn in overleg- en
overeenstemming met Rijkswaterstaat gekozen.
Conclusie
De reactie heeft niet
geleid tot aanpassingen in het bestemmingsplan.
C.6 Hoogheemraadschap Delfland, Postbus 3061
Delft:
C.6.1 Samenvatting
In de toelichting van het
bestemmingsplan wordt bij de karakterisering van de Noordpolder van Delfgauw
voorbij gegaan aan het glastuinbouwgebied dat in deze polder is gelegen tussen
de Rijskade in Pijnacker en de Noordeindseweg in Delfgauw. Het karakter van de
polder wordt hierdoor anders en gevraagd is dit toe te voegen.
Antwoord
In de toelichting van het
voorontwerp-bestemmingsplan is het karakter van de direct aangrenzende polder,
maar binnen de gemeentegrenzen beschreven.
Conclusie
De reactie heeft niet
geleid tot aanpassingen in het bestemmingsplan.
C.6.2 Samenvatting
Op pagina 39 van de
toelichting dient de stelling dat in de Stadspolder geen sprake is van
wateroverlast en dat dit in de toekomst alleen maar zal verbeteren, nader
toegelicht te worden.
Antwoord
Gezien de huidige
aandacht voor waterberging is bij nieuwe ontwikkelingen alleen maar een
verbetering te verwachten. In de Toelichting op het bestemmingsplan is deze
stelling nader gemotiveerd.
Conclusie
De reactie heeft geleid
tot aanpassingen in het bestemmingsplan.
C.6.3 Samenvatting
De waterberging in het
gebied is nog onderwerp van discussie, waardoor de tekst van het voorontwerp
inmiddels achterhaald is. Verzocht wordt in het ontwerp bestemmingsplan een
geactualiseerd overzicht op te nemen.
Antwoord
Deze reactie is
overgenomen en heeft geleid tot het vervangen van bestaande tekst door een
actueel overzicht.
Conclusie
De reactie heeft geleid
tot aanpassingen in het bestemmingsplan.
C.6.4 Samenvatting
De waterkelder die kan
dienen voor de berging van water bij overvloedige regenval dient zodanig in het
bestemmingsplan bestemd te worden. Zodoende kan voorkomen worden dat de kelder
aan zijn bestemming onttrokken wordt.
Antwoord
Het is niet gebruikelijk
in Delftse bestemmingsplanmethodiek om hiervoor een dubbelbestemming op te
nemen. In het ter plaatse van toepassing zijnde bestemming is ons inziens de
waterberging voldoende gewaarborgd.
Conclusie
De reactie heeft niet
geleid tot aanpassingen in het bestemmingsplan.