Concept

 

 

Nota Inspraak

en Overleg

 

bestemmingsplan

Harnaschpolder Delft

Lookwatering-west en Voordijkshoorn

 

 

 

 

 

Gemeente Delft

Vakteam Ruimtelijke Ordening

septemberJuli 2004

 

1.         Inleiding

 

In het noordwestelijke kwadrant van Delft, tussen de oude gemeentegrens van Delft en de A4, ligt het plangebied “Harnaschpolder Delft, Lookwatering-west en Voordijkshoorn”. Het gebied waarvoor een nieuw bestemmingsplan wordt voorbereid betreft de locaties van Lookwatering-west en de Voordijkshoorn en wordt aan de noordzijde begrensd door de Woudselaan en de Kerstanjewetering, aan de oostzijde door het Voordijkshoornsepad en de Hoornse Hof, aan de zuidzijde door het plangebied Lookwest Noord (gemeente Midden-Delfland) en het westen bedrijventerrein Harnaschpolder midden (gemeente Midden-Delfland).

Een nieuw bestemmingsplan is nodig omdat het gebied nu grotendeels gebruikt wordt voor glastuinbouw. Het zal in de nabije toekomst worden ontwikkeld ten behoeve van bedrijven en woningbouw. Een deel van dit gebied is met ingang van 1 januari 2004 overgedragen door de gemeente Schipluiden aan de gemeente Delft.

Omdat deze plannen niet passen in het geldende bestemmingsplan, welke zijn overgenomen van de gemeente Schipluiden en Den Hoorn, is een nieuw bestemmingplan nodig.

 

Op het voorontwerp is de mogelijkheid geboden om in het kader van art 6A van de Wet op de Ruimtelijke Ordening mondelinge en schriftelijke inspraakreacties te geven.

Vanaf 14 juni tot en met 12 juli 2004 heeft het voorontwerp bestemmingsplan ter inzage gelegen in het gemeentelijk informatiecentrum aan de Phoenixstraat 16. Tevens is er op 29 juni 2004 van 19:30 tot 21:30 in het Stadhuis van Delft op de markteen inspraakbijeenkomst gehouden. De presentielijst is getekend door 64 belangstellenden.

Het plan is toegelicht met tekeningen, foto’s en teksten op panelen waar de volgende onderdelen van plan aan de orde zijn gesteld: plankaart het bestemmingsplanvan het bestemmingsplan , wijzigingenveranderingen t.o.v. concept Masterplan, diverse woonmilieuswonen in de Harnaschpolder, (wonen in Lookwatering West, wonen in Voordijkshoorn, wonen in Harnaschpolder Noord), verkeer, groen en water, planning project en de bestemmingsplanprocedureprocedure wijziging bestemmingsplan. Per paneel was een deskundige aanwezigbeschikbaar voor het beantwoorden van vragen en het geven van nadere toelichting.

Tevens is om 20:00 een toelichting gegeven door projectleider G. Baartmans, waarna vervolgens op verzoek van aanwezigen over het plan is gediscussieerd.

Ook is bij een zogenoemd inspraakloket gelegenheid geboden mondeling een visie op het voorgenomen plan te geven. Alle opmerkingen zijn opgenomen in een verslag dat is verstuurd naar de belanghebbenden.

Tevens is in het kader artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening het voorontwerp naar verschillende overlegpartners gestuurd. De overlegreacties zijn samengevat en beantwoord onder C.

 In deze nota wordt in hoofdstuk 2 “algemeen” een samenvatting en beantwoording gegeven van de onderwerpen waartegen de meeste inspraakreacties zich richten. In hoofdstuk 3 zijn onder A. alle individuele schriftelijk ingediende inspraakreacties samengevat en beantwoord en onder B. de mondelinge reacties en het verslag van de inspraakbijeenkomst. In hoofdstuk 4 zijn alle overleg reacties samengevat en beantwoord.

De schriftelijke inspraakreacties zijn hieronder samengevat en beantwoord onder A, de mondelinge onder B.

 

Tevens is in het kader artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening het voorontwerp naar verschillende overlegpartners gestuurd. De overlegreacties zijn samengevat en beantwoord onder C.

2.         Algemeen

 

Veel van de in deze nota opgenomen inspraakreacties richten zich tegen de woonbestemming direct achter de woningen Hof van Azuur (zuid-oost zijde plangebied) en de wijze waarop de lintbebouwing is geregeld. De reacties hebben geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan. De aanpassing achter de woningen Hof van Azuur wordt toegelicht onder 2.1. De bestemming voor de lintbebouwing is ingrijpend aangepast waarbij getracht is recht te doen aan het karakteristiek van het lint en de rechten van aanwezige bewoners te respecteren. Deze aanpassing worden toegelicht onder 2.2.

 

2.1       Uit te werken bestemming waaronder bebouwing achter Hof van Azuur

 

Gekozen is voor een globaal bestemmingsplan met uitwerkingsverplichting. Hierdoor is op grote gedeelten van het plangebied de bestemming ‘woondoeleinden nader uit te werken’ gelegd, onderverdeeld in W I,  W II en  W III. Over deze bestemmingsvlakken heen is met aanwijzingen een aantal grote structurele elementen geplaatst, zoals de hoofdontsluiting en de hoofd groen- en waterstructuur. Deze elementen zijn in dit stadium van de planontwikkeling bekend en met de aanwijzing wordt beoogd de realisatie daarvan zeker te stellen. De woonbestemming loopt echter door deze elementen heen. Het betreffende deel van de plankaart moet dus niet gelezen worden als een lineaire hoofd groen- en waterstructuur met daarnaast een smalle strip bestemd voor wonen.

 

Nadrukkelijk moet er op gewezen worden dat gezien genoemd globaal karakter van het bestemmingsplan het betreffende plangebied pas in de (verplichte) uitwerking precieze invulling zal krijgen. In dit bestemmingsplan worden dan ook niet expliciet waterwoningen mogelijk gemaakt, tevens kan niet worden gesteld dat is afgezien van het “spiegelvoornemen” (tuin aan tuin).

In het Stedenbouwkundig Programma van Eisen en de deeluitwerkingen worden spelregels opgenomen waaraan de verschillende woningtypen, dus ook de eventuele waterwoningen zullen moeten voldoen. Deze “spelregels” worden juridisch vertaald in de later op te stellen uitwerkingsplannen. Die uitwerkingsplannen zullen twee maal ter inzage worden gelegd om inspraak en zienswijze alvorens de uitwerkingsplannen kunnen worden vastgesteld.

 

Naar aanleiding van de inspraakreacties zal in het bestemmingsplan de hoofd water- en groenstructuur doorgezet worden tot aan de Hof van Azuur. In het water, dus niet in het groen, is het mogelijk plaatselijk woningen te realiseren, waterwoningen. De toezeggingen ten aanzien van deze waterwoningen, zoals gedaan door de wethouder in het overleg met bewoners d.d. 2 september 2004 worden bij de verdere uitwerking meegenomen.

 

In het concept-Masterplan is bedoelde locatie aangegeven als groenstructuur. Bij de verdere uitwerking van het gebied is echter voorgesteld om de strook een woonbestemming te geven. Belangrijkste reden hiervoor was de wens om de 1.300 woningen in het gebied gelijkmatig te verdelen om hierdoor op alle gebieden een open, vriendelijk en groen woonmilieu te creëren.

Gezien het groene karakter van de specifieke locatie, de ruime hoeveelheid water die hier gecreëerd zal worden en de bestaande bebouwing waarmee rekening gehouden dient te worden, zal gezocht worden naar een woningtypologie die aansluit bij de eigenschappen van het gebied en bestaande bebouwing. Dit betekent in ieder geval dat de ontwikkeling ruim opgezet zal zijn, de woningen vrijstaand en niet gestapeld zullen worden met een beperkte bouwhoogte (7m). De afstand tussen de nieuwe woningen en bestaande bebouwing bedraagt ruim 30 m.

 

2.2       Lintbebouwing

 

Kenmerken

Uit verschillende inspreekreacties blijkt de wens de bestaande linten in het gebied meer als ruimtelijk geheel te benaderen.

De Gemeente Delft, waar de wens overigens onderschreven wordt, zal in het bestemmingsplan de bestaande linten een aaneengesloten ‘lintbestemming’ geven. Hierbij wordt in de voorschriften één beschrijving voorgestaan waarbinnen zowel de bestaande lintbebouwing als de mogelijke bebouwing in de open gedeelten past. In de beschrijving zal zo veel mogelijk het karakter van de lintbebouwing worden vastgelegd.

 

De belangrijkste ruimtelijke kenmerken van de lintbebouwing zijn:

De bebouwing is niet aaneengesloten maar bestaat voornamelijk uit losse huizen, waarvan de voorgevelrooilijn springt t.o.v. de erfgrens. Sommige woningen staan aan of dichtbij de weg, andere juist achter op het perceel. Woningen in een aaneengesloten rij zijn een incident en niet eigen aan het karakter van een historisch gegroeid lint.

 

Om het karakter van het lint te behouden c.q. te versterken is een samenhangend pakket spelregels opgesteld. Daarin is o.a. vastgelegd dat woonhuizen los staan van elkaar, de grootte van de woonhuizen en de onderlinge afstanden.

De lintbebouwing is historisch gegroeide bebouwing, de woningen zijn (veelal) afgedekt met een kap. Het voorschrijven van een kap is erg beperkend, gekozen is voor het limiteren van  het aaneengesloten oppervlak van een plat dakvlak. Hierdoor zijn mansarde- en lessenaarsdaken niet uitgesloten.

Omdat het lint een historie heeft als tuindersgebied, komen veel bedrijfsmatige bijgebouwen voor. Binnen zekere grenzen is dit de charme. Aangegeven wordt een redelijk ruim bebouwingspercentage met maximale massa voor het hoofdgebouw. Op een aantal plaatsen kan zelfrealisatie verwacht worden. Op het huidige perceel zijn dan bijvoorbeeld in de toekomst 4 woningen mogelijk. Het aantal woningen per kavel wordt daarom niet tot één beperkt.

 

In het bestemmingsplan wordt voor de lintbebouwing het volgende voorschrift opgenomen:

 

Bouwvoorschriften

In en op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen

a.       het perceel mag voor maximaal 30% worden bebouwd (hoofd- en bijgebouwen alsmede aan- en uitbouwen) met dien verstande dat een hoofdgebouw van 60m² ten alle tijden is toegestaan;

b.       de maximale bouwhoogte van de hoofdbebouwing is 7 m;

c.       het aaneengesloten plat dakvlak heeft een oppervlak van maximaal 24m², het overige dak dient hellend te worden uitgevoerd, met een maximale hellingshoek van 55°;

d.       het hoofdgebouw heeft een aaneengesloten massa van maximaal 8 m breed;

e.       de minimale afstand tussen hoofdgebouwen is gelijk aan de hoogte van betreffend gebouw, waarbij het te realiseren gebouw uitgangspunt is;

f.         de bebouwing staat ten minste 1 m uit de perceelsgrenzen grenzend aan openbaar gebied of straat;

g.       de bebouwing staat ten minste 2 m uit de perceelsgrenzen niet grenzend aan openbaar gebied;

h.       voor de bij-, aan- en uitbouwen gelden de volgende regels: de bouwhoogte van de        bijgebouwen mag maximaal 3 m bedragen; de diepte van een aan- en uitbouw  mag maximaal 2,5 m bedragen; de bouwhoogte van aan- en uitbouwen mag maximaal de hoogte van de aangrenzende bouwlaag van het bijbehorende hoofdgebouw bedragen vermeerderd met 0,25 m; het oppervlak van een losstaand bijgebouw bedraagt maximaal 30 m²;

i.         de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag maximaal 2 m bedragen.

j.         naast het maximaal toegestane oppervlakte aan bijgebouw (30m²) is een hobbykas

      toegestaan van maximaal 30m² ;

k.       de eerste 5 m van de tuin, gemeten vanaf de grens met de openbare weg is bestemd als    

voortuin waarin het bouwen van aan-, uit- en bijgebouwen niet is toegestaan;

l.         het totaal aan dakkapellen mag maximaal een vierde bedragen van het oppervlak van

het dakvlak waarin zij worden geplaatst.

 

Vrijstellingsbevoegdheden

Het college is bevoegd vrijstelling te verlenen voor:

a.      voor het bepaalde in lid 3. onder b. voor de maximale bouwhoogte tot 10 m.

b.      voor het bepaalde in lid 3. onder l voor het dakvlak gericht naar openbaar  gebied tot maximaal een derde van het oppervlak van het betreffend dakvlak.

 

 

3.A         Schriftelijke inspraak

 

De onderstaande personen hebben een schriftelijke inspraakreactie ingediend:

1.       A. de Roos, Hof van Azuur 33, 2614 TB Delft. Getekend 22 juni 2004, ingekomen 25 juni 2004;

  1. C.M. Zwetsloot, Laan van Groenewegen 2, 2614 KG Delft. Getekend 24 juni 2004, ingekomen 28 juni 2004;
  2. H. en G. Lekkerkerk, Lookwatering 36, 2614 KA Delft. Getekend 24 juni 2004, ingekomen 30 juni 2004
  3. J.Th.H. van Paassen en C.W.M. van Paassen, Laan van Groenewegen 16, 2614 KG Delft. Getekend 29 juni 2004, ingekomen 1 juli 2004;
  4. P.J. Weerkamp en M. Sleurink, Hof van Azuur 39, 2614 TB Delft. Getekekend 30 juni 2004, ingekomen 2 juli 2004;
  5. J. Deelstra, Van Blommesteinstraat 24, 2614 ET Delft. Getekend 1 juli 2004, ingekomen 2 juli 2004;
  6. A.C.A. van der Zanden en D.A. Bergakker, Hof van Azuur 38, 2614 TB Delft. Getekend 30 juni 2004, ingekomen 5 juli 2004;
  7. M. de Hoog, Hof van Azuur 43, 2614 TB Delft. Getekend 2 juli 2004, ingekomen 5 juli 2004;
  8. R.S. de Vries, Hof van Azuur 48, 2614 TB Delft. Getekend 2 juli 2004, ingekomen 6 juli 2004;
  9. C.A. Oskam, Populierenhof 3, 3465 TH Driebruggen, namens J.H. Lekkerkerk en J.C. Oskam-Lekkerkerk. Niet getekend, ingekomen op 6 juli 2004;
  10. J.L.N. van Vliet en E. van Vliet-Pronk, Hof van Azuur 28, 2614 TB Delft. Getekend 5 juli 2004, ingekomen 6 juli 2004;
  11. Bewonerscommissie ingediende bezwaren. Niet gedateerd, ingekomen op 6, 7, 8, 9 en 12 juli 2004. Ondertekend door:

a.                  J. Bentvelsen, Dijkshoornseweg 146, 2614 KD Delft;

b.                  W.A. Bentvelsen, Laan van Groenewegen 12, 2614 KG Delft;

c.                  W.M.C. Bentvelsen, Laan van Groenewegen 6, 2614 KG Delft;

d.                  D.A. v.d. Berg, Dijkshoornseweg 202, 2635 EV Den Hoorn;

e.                  B.A.S. Berkhout / J. van den Ende, Dijkshoornseweg 189, 2614 KC Delft;

f.                    A. Blokland / P Zonneveld, Dijkshoornseweg 174, 2614 KC Delft;

g.                  M.G. Boeters, Laan van Groenewegen 11, 2614 KG Delft;

h.                  H. Boks, Dijkshoornseweg 204, 2635 EV Den Hoorn;

i.                    H. en M. Bos, Lookwatering 40, 2614 KA Delft;

j.                    G.M. Bouman, Lookwatering 48, 2635 EA Den Hoorn;

k.                  F. Bruinings, Dijkshoornseweg 159, 2614 KC Delft;

l.                    W. Dijkshoorn, Dijkshoornseweg 140, 2614 KD Delft;

m.                H.W. v.d Ende, Lookwatering 43a, 2614 KA Delft;

n.                  J.C. van Erk, Lookwatering 44a, 2614 KA Delft;

o.                  D. Fonkert, Dijkshoornseweg 183, 2614 KC Delft;

p.                  A.L.M. van Geest, Kastanjewetering 6a, 2614 KE Delft:

q.                  A. Harteveld, Woudselaan 37, 2635 CH Den Hoorn;

r.                    Fam. Harteveld, Woudselaan 39, 2635 CH Den Hoorn;

s.                  M. Harteveld, Woudselaan 7, 2635 CH Den Hoorn;

t.                    P.A. Harteveld, Woudselaan 9, 2635 CH Den Hoorn;

u.                  C.W.A. van der Have, Dijkshoornseweg 155, 2614 KC Delft;

v.                   A.J.P. Hollestelle, Dijkshoornseweg 194, 2635 EV Den Hoorn;

w.                 D.H. Huisman, Dijkshoornseweg 205, 2614 KC Delft;

x.                  P. Jansen, Laan van Groenewegen 1, 2614 KG Delft;

y.                  G.A.M. Keijzer, Dijkshoornseweg 147, 2635 EN Den Hoorn;

z.                  A. en J. Kleyweg, Woudselaan 14, 2635 CH Delft;

aa.               M. van der Lee en E. Homan, Dijkshoornseweg 2614 KC Delft;

bb.               A.N. van Leeuwen, Dijkshoornseweg 197, 2614 KC Delft;

cc.               M. van Leeuwen en P. Kalkman, Kastanjewetering 6, 2614 KE Delft;

dd.               J. Lekkerkerk-Hartwig, Lookwatering 39, 2614 KA Delft;

ee.               A.Th.A. van de Maarel, Dijkshoornseweg 128, 2635 ET Den Hoorn;

ff.                   L.M. van Marrewijk e.v. Snijders, Woudselaan 1, 2614 KB Delft;

gg.               T. van Marrewijk, Lookwatering 49, 2614 KA Delft;

hh.               Th. J. van Marrewijk, Lookwatering 45, 2614 KA Delft;

ii.                   C. Meyer, Woudselaan 2, 2635 CH Den Hoorn;

jj.                   A.M. Moerman, Dijkshoornseweg 142, 2614 KD Delft;

kk.               J. Nowee jr, Dijkshoornseweg 136, 2614 KD Delft;

ll.                   J. Nowee sr, Dijkshoornseweg 134, 2614 KD Delft;

mm.           H.C. van Paassen, Laan van Groenewegen 14, 2614 KG Delft;

nn.               J. F.A. van Paassen, Dijkshoornseweg 165, 2614 KC Delft;

oo.               J.Th.H. van Paassen, Laan van Groenewegen 16, 2614 KG Delft;

pp.               T.J.M. van Paassen, Dijkshoornseweg 153, 2614 KD Delft;

qq.               C.S.M. van Paassen-Hendriks, Dijkshoornseweg 144, 2614 KD Delft;

rr.                  A. van Paassen-Kloosterman, Dijkshoornseweg 167, 2614 KC Delft;

ss.               R.v. Paassen-v.d. Meer, Laan van Groenwegen 16, 2614 KG Delft;

tt.                  F.C. van Paassen- Zwinkels, Laan van Groenwegen 9, 2614 KG Delft;

uu.               E. en L. van Rijn van Marrewijk, Lookwatering 54 A, 2635 EA Den Hoorn;

vv.                 S. Rijpma, Lookwatering 46, 2614 KA Delft;

ww.             M. Rook en S. Snel, Dijkshoornseweg 187, 2614 KC Delft;

xx.               L.A. Ruijgrok, Woudselaan 25, 2635 CH Den Hoorn;

yy.               F.J. van Scheijndel, Dijkshoornseweg 201, 2614 KC Delft;

zz.               H.L.M. Schenkeveld, Dijkshoornseweg 151, 2614 KC Delft;

aaa.           H. van Spronsen en J.E. van Spronsen- van Duyn, Lookwatering 42, 2614 KA Delft.

bbb.           H.A. van Velthoven, Dijkshoornseweg 193, 2614 KC Delft;

ccc.           A.W. v.d. Ven, Dijkshoornseweg 173, 2614 KC Delft;

ddd.           Q.A. de Vreede, Dijkshoornseweg 138, 2614 KD Delft;

eee.           C.M. Zwetsloot, Laan van Groenewegen 2, 2614 KG Delft.

  1. A.T.A. van der Maarel, Dijkshoornseweg 128, 2635 ET Den Hoorn. Getekend 4 juli 2004, ingekomen 7 juli 2004;
  2.  L. Voogt, Hof van Azuur 45, 2614 TB Delft. Getekend 5 juli 2004, ingekomen 7 juli 2004;
  3. P.A.M. Koper, Hof van Azuur 40, 2614 TB Delft. Getekend 4 juli 2004, ingekomen 8 juli 2004;
  4. L. Braun, Hof van Azuur 49, 2614 TB Delft. Getekend 5 juli 2004, ingekomen 8 juli 2004;
  5. Van der Hoeven & Machielsen, Postbus 95, 4840 AB Prinsenbeek, namens H. Poot, Lookwatering 43, 2614 KA Delft. Getekend 7 juli 2004, ingekomen 8 juli 2004;
  6. Belangenvereniging Grensbewoners Hoornsehof Voordijkshoornsepolder, correspondentie via H. Zijlstra, Hof van Topaas 8, 2614 TM Delft. Getekend 7 juli 2004, ingekomen per e-mail 8 juli 2004 en per post 12 juli 2004;
  7. C.G. Hengel, Hof van Azuur 37, 2614 TB Delft. Getekend 8 juli 2004, ingekomen 8 juli 2004;
  8. Gezamenlijk inspraakreacties. Niet getekend, ingekomen op 9 juli 2004;

A: Eerste gedeelte ondertekend door:

a.                  J.C.J. Aerts, Groene Zoom 2, 2614 TT Delft

b.                  C. Bloemhard en A.A. van Paassen, Laan van Groenewegen 17, 2614 KG Delft

c.                  L.P. van Gaag, Hofzoom 1, 2614 VC Delft;

d.                  C. en P. Graham, Groene Zoom 5, 2614 TT Delft;

e.                  Van Grootveld, Hofzoom, 2614 VC Delft;

f.                    M.R. Jas en J.G.J.M. Jas- van Krugten, Groene Zoom 9, 2614 TT Delft;

g.                  R. Kruik, Hofzoom 7, 2614 VC Delft;

h.                  E. Lasschuijt, Groene Zoom 8, 2614 TT Delft;

i.                    P. Polders, Groene Zoom 4, 2614 TT Delft;

j.                    D.G. Pronk en Y. Haandikman, Groen Zoom 6, 2614 TT Delft;

k.                  Van Schie, Groene Zoom 7, 2614 TT Delft;

l.                    L.J. Sluijs, Hofzoom 3, 2614 VC Delft;

m.                R. Tesselaar, Groene Zoom 1, 2614 TT Delft;

n.                  C.S. Visser, Groene Zoom 3, 2614 TT Delft.

B: Tweede gedeelte niet ondertekend door:

a.         J.C.J. Aerts , geeft echter wel een aanvulling aangegeven onder C.

C. Bloemhard en A.A. van Paassen;

b.                   R Kruik.

            C:  Alleen het tweede gedeelte ondertekend:

                  a.      H. van Bilderbeek, Hofzoom 9, 2614 VC Delft.

  1. L.B. Sas, Hof van Topaas 7, 2614 TM Delft. Getekend 6 juli 2004, ingekomen 9 juli 2004;
  2. P.T.V. Dessens en E.A. Dessens-Adema, Dijkshoornseweg 175, 2614 KC Delft. Getekend 7 juli 2004, ingekomen 9 juli 2004;
  3. Overwater rentmeesterskantoor B.V., Postbus 5715, 3290 AA Strijen, namens firma G. Schenkeveld, Woudselaan 3, 2614 KB Delft. Getekend 7 juli 2004, ingekomen 9 juli 2004;
  4. H.R. van der Sluis, Hof van Azuur 44, 2614 TB Delft. Getekend 8 juli 2004, ingekomen 9 juli 2004;
  5. Van der Hoeven & Machielsen, Postbus 95, 4840 AB Prinsenbeek, namens H.W. van der Ende, Lookwatering 43 a, 2614 KA Delft. Getekend 7 juli 2004, ingekomen 12 juli 2004;
  6. M.P.A. Ivens & J.P.M. Lambert, Hof van Azuur 14, 2614 TB Delft. Getekend 7 juli 2004, ingekomen 12 juli 2004;
  7. R. Zeelen, Hof van Azuur 42, 2614 TB Delft. Getekend 8 juli 2004, ingekomen 12 juli 2004;
  8. R.C.M. Broekman en M.W. Baesjou, Hof van Azuur 32, 2614 TB Delft. Getekend 9 juli 2004, ingekomen 12 juli 2004.
  9. S.T.M. Ali en H. van Poperingen, Hof van Smaragd 12, 2614 TN Delft,

A. Bal, Hof van Smaragd 13, Hof van Smaragd 13, 2614 TN Delft,

R. de Jong en S. Grasmeijer, Hof van Smaragd 9, 2614 TN Delft,

M. Glaudemans, Hof van Smaragd 14, 2614 TN Delft en

P. Hopstaken, Hof van Smaragd 11, 2614 TN Delft.

Getekend 10 en 11 juli 2004, ingekomen via e-mail 10 juli 2004 en via de post 12 en 13 juli 2004;

  1. M.J.M. van Vliet en G.A.M. van Leeuwen, c/a Noordhoornseweg 6, 2635 GB Den Hoorn. Getekend 22 september 2003, ingekomen 12 juli 2004;
  2. J.J.M. Löbker, Hof van Azuur, 2614 TB Delft. Getekend 11 juli 2004, ingekomen 12 juli 2004;
  3. J.F.A. van Paassen, Dijkshoornseweg 165, 2614 KC Delft. Getekend 11 juli 2004, ingekomen 12 juli 2004;
  4. S. Rijpsma, Lookwatering 46, 2614 KA Delft. Getekend 12 juli 2004, ingekomen 12 juli 2004;
  5. C. Koppert, Hof van Azuur 46, 2614 TB Delft. Getekend 10 juli 2004, ingekomen 13 juli 2004 (aangegeven op 12 juli 2004 binnengekomen);
  6. J.Th.H. en C.W.M. van Paassen, Laan van Groenewegen 16, 2614 KG Delft. Getekend 11 juli 2004, ingekomen 13 juli 2004 (aangegeven op 12 juli 2004 binnengekomen);
  7. G.A.M. van Leeuwen B.V. Noordhoornseweg , 2635 GB Den Hoorn. Getekend 9 juli 2004, ingekomen 13 juli 2004;
  8. A.J.M. van Paassen, Dijkshoornseweg 144, 2614 KD Delft. Getekend 9 juli 2004, ingekomen 13 juli 2004;
  9. E.J.N, Wendel, Hof van Azuur 47, 2614 TB Delft. Getekend 9 juli 2004, ingekomen 13 juli 2004.;
  10. J.A. Rost, Hof van Azuur 35, 2614 TB Delft. Getekend 11 juli 2004, ingekomen 13 juli 2004.
  11. E.H.B. advocaten, Postbus 70, 2600 AB Delft. Getekend 12 juli 2004, gekomen per fax 12 juli 2004 en per post 13 juli 2004, namens:

De bewonerscommissie Voordijkshoorn, vertegenwoordigd door:

J.H. Bos, Lookwatering 40, 2614 KA Delft;

W. Bouwknecht, Dijkshoornseweg185, 2614 KC Delft;

A. Blokland en P. Zonneveld, Dijkshoornseweg 171, 2635 EN Den Hoorn;

F.P. Bruinings, Dijkshoornseweg 159, 2614 KC Delft;

P.T.V. Dessens, Dijkshoornseweg 175, 2614 KC Delft;

A.C. Eijgenraam, Kastanjewetering 1a, 2614 KE Delft;

H.W. van den Ende, Lookwatering 43a, 2614 KA Delft;

P. Friskes, Dijkshoornseweg 211, 2614 KC Delft;

D.H. Huisman, Dijkshoornseweg 205, 2614 KC Delft;

P. Jansen, Laan van Groenewegen 1, 2614 KG Delft;

G.A.M. Keijzer, Dijkshoornseweg 147, 2614 KC Delft;

J.H. Lekkerkerk, Lookwatering 36, 2614 KA Delft;

A.T.A. Maarel, Dijkshoornseweg 128, 2635 ET Delft;

J. Nowee sr., Dijkshoornseweg 134, 2614 KD Delft;

A.J.M. van Paassen, Dijkshoornseweg 144, 2614 KD Delft;

F. van Paassen, Laan van Groenewegen 9, 2614 KG Delft;

J.F.A. van Paassen, Dijkshoornseweg 165, 2614 KC Delft;

M.L. van Paassen, Dijkshoornseweg 152, 2614 KD Delft;

E.J. Poot, Lookwatering 43, 2614 KA Delft;

H. Poot, Dijkshoornseweg 145, 2614 KC Delft;

H.D. Snijders, Woudselaan 1, 2614 KB Delft

Q.A. de Vrede, Dijkshoornseweg 138, 2614 KD Delft;

C.M. Zwetsloot, Laan van Groenewegen 2, 2614 KG Delft.

41     G. Bergsma en O. Oude Groen, T. van Berkhoutlaan 21, 2614 AV Delft. Getekend 30 juni 2004, ingekomen 1 juli 2004. Tevens namens:

J.W. v.d. Akker, Teding van Berkhoutlaan 15;

Fam. Coelman Overhoff, Teding van Berkhoutlaan 17;

G. van Gelder, Teding van Berkhoutlaan 23;

J.P. ’t Hart en S. de Graaf, Teding van Berkhoutlaan 31b.

A.      Prins, Teding van Berkhoutlaan 13;

A.      Remy, Teding van Berkhoutlaan 27;

I.       van Trijp en K. Reinink, Teding van Berkhoutlaan 31c.

 

A.1       A. de Roos, Hof van Azuur 33, Delft:

A.1.1    Samenvatting

Inspreker geeft aan dat voorontwerp bestemmingsplan afwijkt van het masterplan. In het voorontwerp bestemmingsplan zijn waterwoningen gesitueerd gelegen aan de afscheidingssloot van de tuinen van het Hof van Azuur. en voorheen de gemeente Schipluiden Het masterplan was gunstiger voor de bewoners van het Hof van Azuur en gaf geen reden tot bezwaar. Bij eerdere informatieavonden is aangegeven dat de bouw van huizen in dit stuk niet mogelijk iszijn door de beperkte ruimte en de boezemwaterverplichtingen. Dit is echter in het voorontwerp gewijzigd, waardoor inspreker zich misleid voelt.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar het algemeen deel onder 2.1 (water)woningen achter Hof van Azuur.

De waterwoningen zijn het resultaat van ingeschatte wensen vanuit de woningmarkt. Het wateroppervlak is feitelijk vergoor omdat het groenstrookje is verwijderd. Voor deze woningen zijn twee plekken denkbaar, beide in Voordijkshoorn: de plas in het noorden en in het zuiden aan de hoofdwatergang. In beide gevallen heeft het water voldoende maat voor dit woningtype. Omdat m.n. ontsluiting en parkeren om speciale voorzieningen vraagt is een grote concentratie van dit woningtype in het plan niet wenselijk.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.1.2    Samenvatting

De aanleg van de waterwoningen zal een waardevermindering geven op de woningen van de Hof van Azuur, waarvan de aanschafprijs hoger was dan vergelijkbare Hof van Azuurwoningen door de gunstigere ligging (vrij uitzicht en bezonning). 

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar het algemeen deel onder 2.1 (water)woningen achter Hof van Azuur.

De voorgestane ontwikkelingen in de Harnaschpolder voorzien in een ingrijpende wijziging van de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van het gebied. Die wijzigingen kunnen nadelen met zich mee brengen voor bestaande gebruikers van dat gebied. De Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) regelt daarom het recht op vergoeding van schade die ontstaat als gevolg van bestemmingsplanwijzigingen en die redelijkerwijs niet of niet geheel ten laste van tot last van bestaande bewoners hoort te blijven. Indien belanghebbenden menen schade te leiden als gevolg van het wijzigen van het planologisch regime (de wijziging van het bestemmingsplan) dan kunnen zij na de bestemmingsplanwijziging bij de gemeenteraad een verzoek indienen om vergoeding van zogenoemde "planschade" als bedoeld in artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Dat verzoek moet wordt ingediend op een planschadeformulier dat aan de publiekbalie verkrijgbaar is. Een dergelijk verzoek wordt ter beoordeling voorgelegd aan een onafhankelijk adviesbureau. Volgens mij kijken de bewoners van de Azuurhof nu tegen kassen. Van waardevermindering heb ik geen inzicht.

 

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.1.3    Samenvatting

Het woongenot zal naar de mening van inspreker ondermijnd worden, door het aanzicht van drie etages en de beperking van zonlicht.

            Antwoord

RO JuristVoor beantwoording wordt verwezen naar het antwoord onder A.1.2.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.1.4    Samenvatting

Gepleit wordt voor het terugschroeven van het voorontwerp naar het masterplan en de bootwoningen te situeren in de waterplas richting Sion.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.1 (water)woningen achter Hof van Azuur.Voor deze woningen zijn twee plekken denkbaar, beide in Voordijkshoorn: de plas in het noorden en in het zuiden aan de hoofdwatergang. In beide gevallen heeft het water voldoende maat voor dit woningtype. Omdat m.n. ontsluiting en parkeren om speciale voorzieningen vraagt is een grote concentratie van dit woningtype in het plan niet wenselijk.       

Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.2       C.M. Zwetsloot, Laan van Groenewegen 2, Delft.

A.2.1    Samenvatting

Aangegeven wordt dat de woning van inspreker niet geheid is en dat het heien in de omgeving voor moeilijkheden kan zorgen.

            Antwoord

Uitgangspunt is om overlast aan bestaande bebouwing te voorkomen door weinig bouwverkeer over de Laan van Groenewegen te leiden en door grondwerkzaamheden zodanig uit te voeren dat de bestaande panden daarvan zo min mogelijk last ondervinden. Ook wordt voorafgaand aan de werkzaamheden, die eventueel effect kunnen hebben op bestaande niet onderheide bebouwing, van deze panden een zogenaamde ‘nulsituatie’ vastgelegd. Bij eventuele schade kan bewoner onder verwijzing naar die nulsituatie een verzoek om schadevergoeding indienen.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.2.2    Samenvatting

Er wordt op gewezen dat inspreker waarde hecht aan het vrije uitzicht en het zonlicht in de woning.

            Antwoord

RO JuristVerwezen wordt naar het antwoord onder A.1.2.

           

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.3       H. en G. Lekkerkerk, Lookwatering 36, Delft:

            Samenvatting

Insprekers geven aan verbaasd te zijn dat hoewel naar aanleiding van een inspraakreactie in het masterplan niet door de eigendommen heen getekend is, dit nu in het voorontwerp wederom gedaan is. Gevraagd wordt de eigendomsrechten alsnog correct, zoals bij het masterplan, op de plankaart aan te geven.

            Antwoord

Vastgoed/ Op plankaarten van bestemmingsplannen worden niet de eigendommen aangegeven maar de verschillende toegelaten gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden. Indien het planologisch gewenst is om over eigendomsgrenzen heen te tekenen dan kan dat. Voor het perceel van inspreker is besloten het gehele perceel op te nemen in de zone bestemd voor “lintbebouwing”.Een gedeelte van de bestemming ligt inderdaad op particulier eigendom. Dit moet worden hersteld voor het deel achter de woning.  Tussen de nrs. 37 en 38 is ook sprake van particuliere grond, maar de bestemming kan daar gehandhaafd blijven. Hier speelt overigens wel de discussie met RO over de karakteristiek van de oude linten.

           

Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van de plankaart.

 

A.4       J.Th.H van Paassen en C.W.M. van Paassen, Laan van Groenewegen 16, Delft:

            Samenvatting

Gesteld wordt dat de achtertuin en delen van het woonhuis van inspreker in het ontwerp zijn aangegeven als openbaar groen. In een eerder ontwerp was het bestemd als bouwveld. Verzocht wordt de correcte situatie in het voorontwerp aan te geven.

            Antwoord

Op de plankaart van het voorontwerp-bestemingsplan Harnasch Delft is ten onrechte voor het bedoelde perceel de bestemming “Openbaar Groen” opgenomen. Dit zal in het ontwerp-bestemmingsplan worden gecorrigeerd.

De stelling over correctheid is onjuist. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is hier een buurtgroenvoorziening gewenst.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van de plankaart.

 

 

 

A.5       P.J. Weerkamp en M. Sleurink, Hof van Azuur 39, Delft:

A.5.1    Samenvatting

Insprekers maken bezwaar tegen de wijziging van het in het masterplan als groenstructuur bestemd eiland achter de Hof van Azuur 27 t/m 49 in het masterplan in woonbestemming in het voorontwerp bestemmingsplan. Dit zal een waardevermindering van de woningen geven door de beperking van het woongenot, beperking van privacy, beperking van vrij uitzicht, schaduwwerking door nabije bebouwing en overlast door toekomstig verkeer naar de geplande woningen.

            Antwoord

Verwezen wordt naar algemeen onder 2.1, (water)woningen achter Hof van Azuur en A.1.2. (planschade).

De waterwoningen zijn het resultaat van ingeschatte wensen vanuit de woningmarkt. Het wateroppervlak is feitelijk vergoor omdat het groenstrookje is verwijderd. Voor deze woningen zijn twee plekken denkbaar, beide in Voordijkshoorn: de plas in het noorden en in het zuiden aan de hoofdwatergang. In beide gevallen heeft het water voldoende maat voor dit woningtype. Omdat m.n. ontsluiting en parkeren om speciale voorzieningen vraagt is een grote concentratie van dit woningtype in het plan niet wenselijk.

/ RO jurist

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.5.2    Samenvatting

Er heeft misleiding en onbehoorlijk bestuur plaatsgevonden door de wijziging van het voorontwerp ten opzichte van het masterplan. Tot en met het masterplan is er een groenstructuur aangeduid op deze locatie en zijn insprekers, zonder hiervoor geïnformeerd te zijn, nu geconfronteerd met een woonbestemming op deze locatie. Het is niet juist dat enkele wijzigingen ten opzichte van het masterplan zijn opgetreden door de inspraakprocedure, daar de waterwoningen vanuit B&W blijken te komen.

            Antwoord

RO Jurist Verwezen wordt naar algemeen onder 2.1, (water)woningen achter Hof van Azuur.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.5.3    Samenvatting

Verzocht wordt de privacy van de bestaande woningen te waarborgen en aandacht te besteden aan de waterafvoer en de waterberging. Gevraagd wordt hoe breed de bestaande watergang achter de tuinen van Hof van Azuur 27 t/m 49 gaat worden.

           

Antwoord

De waterhuishouding krijgt de laatste jaren steeds meer aandacht. Meer regenval in korte tijd en langere perioden van droogte vragen een ander waterbeheer dan in het verleden het geval was. In Nederland is gewaarborgd dat bij ruimtelijke ontwikkelingen aandacht aan de waterhuishouding wordt besteed (de Watertoets). Het bestemmingsplan is een globaal plan met uitwerkingsverplichting. Genoemde thematiek komt in de uitwerkingsplannen nader aan de orde.

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.6       J. Deelstra, Van Blommesteinstraat 24, Delft: 

A.6.1    Samenvatting

In het voorontwerp bestemmingsplan is naar de mening van inspreker voor de verkeersstroom een onverantwoorde hoge druk op de Kristalweg en de Van Foreestweg gelegd.

            Antwoord

Met het verkeersmodel is berekend hoeveel extra verkeer de van Foreestweg en de verlengde Kristalweg aan kunnen. Uit deze berekeningen is gekomen dat het acceptabel is om een deel van de nieuwe woningen op deze weg aan te sluiten. Natuurlijk wordt de van Foreestweg hierdoor drukker, maar dat kan deze weg aan, ook in spits. Om de oversteekbaarheid van de van Foreestweg te garanderen wordt een extra (geregelde) oversteek gemaakt. Punt van aandacht is wel de kruising met de Provinciale Weg. Daar zijn de nodige maatregelen noodzakelijk in het kruispuntontwerp. Bepaalde opstelvakken voor de verkeerslichten moeten hier worden verlengd. De druk is – met de voorgestelde maatregelen – niet onverantwoord.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.6.2    Samenvatting

De Brusselse normen voor toegestane luchtverontreiniging dienen als randvoorwaarden voor het ontwerp bestemmingsplan te gelden.

            Antwoord

Europese normen inzake luchtkwaliteit zijn door Nederland geïmplementeerd in het Besluit luchtkwaliteit (Blk). De normen uit het Besluit luchtkwaliteit zijn gebruikt als randvoorwaarde bij het opstellen van dit bestemmingsplan.

Milieu            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.7       A.C.A. van der Zanden en D.A. Bergakker, Hof van Azuur 38, Delft:

A.7.1    Samenvatting

Insprekers geeft dat in het voorontwerp bestemmingsplan de bestemming van de grond grenzend aan het perceel van een blauw/groen bestemming gewijzigd is in een woonbestemming. In het masterplan was de blauw/groene bestemming ingetekend wat correspondeert met uitspraken van wethouder Balje die heeft aangegeven dat langs de eigendomsgrenzen van de percelen met respect voor eigendom, privacy en natuur gepland zullen worden. In het voorontwerp ziet inspreker zich geconfronteerd met een woonbestemming van 3 tot 4 woonlagen en eventueel waterwoningen langs het in eigendom zijnde water langs de percelen gesitueerd.

            Antwoord

Verwezen wordt naar algemeen onder 2.1 (water)woningen achter Hof van Azuur.Algemeen deel

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.7.2    Samenvatting

Door de huidige bebouwingsplannen is er aantasting van privacy waardoor het woongenot ernstig zal verminderen en voor de woning waardevermindering zal optreden (planschade) doordat de woningen ingeklemd zullen worden tussen de woontoren aan de voorzijde van het huis en de geplande woningen van 4 woonlagen.

            Antwoord

Verwezen wordt naar het antwoord onder A.1.2. (planschade).RO jurist

           

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.7.3    Samenvatting

De wijziging van het voorontwerp ten opzichte van het masterplan is een beleidswijziging diewat niet gebasseerd is op eerder ingediende bezwaren van de bewoners van het Hof van Azuur, waardoor het gemeentebestuur onzorgvuldig gehandeld heeft. Van overheidsinstanties wordt betrouwbaarheid en consistentie verwacht. Verzocht wordt van iedere volgende stap op de hoogte worden gesteld.

            Antwoord

Verwezen wordt naar algemeen onder 2.1. (water)woningen. Algemeen deel

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.8       M. de Hoog, hof van Azuur 43, Delft:

A.8.1    Samenvatting

Inspreker maakt bezwaar tegen de wijziging van het voorontwerp ten opzichte van het masterplan waarbij nu tegenover de woningen van het Hof van Azuur een woonbestemming is aangegeven, wat eerst de bestemming groen/ water was. De invulling zal door waterwoningen gegeven worden. Gevraagd is naar de reden van deze wijziging.

            Antwoord

Verwezen wordt naar algemeen onder 2.1. (water)woningen.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

Algemeen Deel

  Conclusie

A.8.2    Samenvatting

De nieuw gesitueerde woningen zullen invloed hebben op de privacy door inkijk in de tuin en de woningen. Het lichtinval in de tuinen zal afnemen. De afstand van de waterwoningen tot de huidige bebouwing is te klein, vooral omdat ze niet gepland zijn aan de andere kant van de hoofdwaterloop, maar erin. De woningen aan het Hof van Azuur hebben hoge ramen. Vanuit de woonkamer is het zicht op de woningen acceptabel, maar het weidse uitzicht van de split-level keuken zal verstoord worden.

            Antwoord

De afstand van de woningen aan de Hof van Azuur en de plangrens bedraagt tussen de 20 en 30 m. Van schaduwwerking en vermindering daglichttoetreding is gezien de afstand geen sprake. Algemeen deelVoor het overige wordt verwezen naar de mogelijkheid tot het indienen van een planschadeverzoek (zie antwoord A.1.2.)

           

Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.8.3    Samenvatting

Inspreker vraagt zich af waarom bij de waterwoningen af wordt gezien van het “spiegel”-voornemen (tuin aan tuin). Hierdoor zou er extra ruimte kunnen ontstaan. De bebouwing (3-4 lagen) is een breuk met de lijn van de rest van de woningen in de omgeving. Gevraagd wordt in hoeverre er wordt afgeweken van het vereiste dat de afstand van de oude woning minimaal 2 x de hoogte van het nieuw te bouwen huis dient te zijn.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.1 (water)woningen achter Hof van Azuur. Overigens wordt opgemerkt dat het onderhavige bestemmingsplan een globaal bestemmingsplan is met een uitwerkingsverplichting. De situering van woningen zal pas aan de orde komen in de uitwerkingsplannen.

Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.9       R.S. de Vries, Hof van Azuur 48, Delft:

A.9.1    Samenvatting

In het masterplan en bij de daarbij behorende inspraakprocedure is aangegeven dat de groen/blauwe strook achter het Hof van Azuur niet bebouwd zou worden. Inspreker geeft aan daarom niet gereageerd te hebben op het masterplan. De nu gewijzigde bestemming in het voorontwerp vindt inspreker geen juridische vertaling van het masterplan en een onverwachte en ontoelaatbare wijziging die zijn belangen schaadt.

            Antwoord

Algemeen deelVoor beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.1. De opmerking van inspreker dat het voorontwerp bestemmingsplan geen één op één juridische vertaling is van het masterplan is correct. Die zinsnede zal dan ook in de toelichting worden aangepast.        Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.9.2    Samenvatting

De woningen zullen naar mening van de inspreker dicht op de huidige woningen komen te staan omdat de bebouwingsstrook erg smal is. De achteruitgang zal frustrerend zijn en onacceptabel. Inspreker levert een tekening/fotoshop. De situatie is voor de huidige bewoners in het masterplan acceptabel, maar het voorontwerp zal een inbreuk geven in “het woongeluk” waardoor er planschadeverzoeken zullen worden ingediend.

           

Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.1 (water)woningen achter Hof van Azuur en voor planschade het antwoord A.1.2.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.9.3    Samenvatting

De groen/blauwe strook past bij de oorspronkelijke inzet van de gemeente Schipluiden, waar de gemeente Delft zich aan hield. De strook zal anders dan eerst een groen/blauwe long van het gebied, door de wederzijdse bebouwing het karakter van een singel krijgen. De waterwoningen zullen, volgend uit de literatuur, expressieve vormgeving krijgen, waardoor in de ecologische zone druk (on)gewild wonen zal plaatsvinden met een opeenhoping van bouwmassa’s en bouwproducten. De huidige tuinen van het Hof van Azuur zullen ongewild bijdragen aan de groen-blauwe buffer.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.1.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

A.9.4  Samenvatting

Planoptimalisatie vanuit economische opzicht leidt bij de bebouwing van de strook achter het Hof van Azuur tot de verkeerde keuzes.

  Antwoord

Algemeen deel

  Conclusie

 

A.10     C.A. Oskam, Populierenhof 3, Driebruggen, namens J.H. Lekkerkerk en J.C. Oskam Lekkerkerk;

A.10.1  Samenvatting

Inspreker stelt voorgeeft aan dat in het Masterplan en het voorontwerp de groenstrook langs de watergang aan de westzijde van het plangebied door te trekken. achter de drie bestaande woningen, die in eigendom zijn van de gemeente Delft De eigenaar van het aangrenzende perceel stelt voor de breedte van de gewenste groenstrook te laten aansluiten op die van de bestaande woningen, zodat er planologisch een gelijke situatie zal ontstaan.

            Antwoord

Aan de westzijde van het plangebied is op de plankaart van het bestemmingsplan een doorgetrokken groene zone opgenomen die over de hele lengte een gelijke breedte heeft.      Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.10.2  Samenvatting

In het plan wordt niet aangegeven hoe er ruimtelijk wordt aangesloten op het aan de westzijde te realiseren bedrijventerrein van Midden-Delfland. De ontwikkelingen zijnis van invloed op de woonbestemming en heeft een relatie met de geprojecteerde OV-route.

            Antwoord

Deze constatering van inspreker is correct. De toelichting op het bestemmingsplan zal hierop worden aangepast. Afgesproken is  dat Projectleidertussen woningbouw en bedrijven een groenzone met water wordt aangelegd. De plangrens ligt ongeveer in het hart van de watergang, die aan weerszijde een groenzone heeft. Via de dwarsstraten is de HOV-halte ook voor mensen van het bedrijventerrein bereikbaar.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.10.3  Samenvatting

Bij het realiseren van de woonservice-zones wordt gevraagd aandacht te besteden aan de openbare ruimte. Gevraagd wordt een levensloop bestendige wijk te realiseren wat tot uiting komt bij de inrichting van de openbare ruimte en verwoordt zal worden in het ontwerp bestemmingsplan.

            Antwoord

De inrichting van de openbare ruimte is in dit stadium van de planvorming nog niet aan de orde. Het betreft een globaal bestemmingsplan met een uitwerkingsplicht. Dit betekent dat voordat gebouwd mag worden eerst een uitwerkingsplan moet zijn vastgesteld. In die uitwerkingsplannen zal aandacht worden besteed aan de openbare ruimte. Het globale plan zoals dat nu voorligt biedt voldoende mogelijkheden tot het realiseren van een levensloop bestendige woonwijk.

??????

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan.

 

A.10.4  Samenvatting

In de voorschriften wordt aangegeven dat een aan- en uitbouw maximaal 2,5 m zal bedragen. Inspreker geeft aan dat voor een uitbouw van de Wet Voorzieningen Gehandicapten een binnenruimte van 3 m nodig is, met een buitenmaat van 3,3 m. Verzocht wordt de voorschriften aan te passen, zodat een aanbouw in het kader van levensloop bestendig wonen mogelijk is en geen procedures gevolgd hoeven te worden.

            Antwoord

RO juristVoor het merendeel van het plangebied zijn geen voorschriften gegeven voor aan- en uitbouwen maar slechts voorschriften die richting geven aan de latere uitwerkingsplannen voor dit gebied. Overigens is het ruimtelijk niet gewenst om overal aan- en uitbouwen mogelijk te maken van 3.3 m. Dergelijk omvangrijke woninguitbreidingen zullen alleen in bijzondere gevallen mogelijk worden gemaakt. Die bijzondere gevallen worden steeds met een vrijstellingsregeling mogelijk gemaakt.

           

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.11     J.L.N. van Vliet en E. van Vliet-Pronk, Hof van Azuur 28, Delft:

A.11.1  Samenvatting

Inspreker is het niet eens met het voornemen om de groen- en waterstrook die achter de woning gepland was nu te gebruiken om (water)woningen te bouwen.

In de eerdere procedure was er geen aanwijzing dat deze waterwoningen beoogd waren. Het gebied achter het Hof van Azuur zou een groene buffer blijven om regenwater te bergen en het groene structuur van het park door te trekken. De impressie van de waterwoningen die bij de inspraakavond zijn aangegeven is geen juiste gang van zaken en gezien de vakantieperiode een drastische wijziging die ongelukkig gekozen is.

            Antwoord

Verwezen wordt naar algemeen onder 2.1 (water)woningen achter Hof van Azuur.  Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.11.2  Samenvatting

Op dit ogenblik is er reeds bij hevige regenval sprake van wateroverlast in het plangebied. Bij bebouwing van groene bufferzone zal het oppervlaktewater gebied kleiner worden. De gemeente Delft zal aansprakelijk worden gesteld voor de gevolgen van wateroverlast.

            Antwoord

De waterhuishouding krijgt de laatste jaren steeds meer aandacht. Meer regenval in korte tijd en langere perioden van droogte vragen een ander waterbeheer dan in het verleden het geval was. In Nederland is gewaarborgd dat bij ruimtelijke ontwikkelingen aandacht aan de waterhuishouding wordt besteed (de Watertoets). Het Hoogheemraadschap van Delfland voert het beleid dat in alle nieuw te bebouwen gebieden een bepaalde hoeveelheid berging moet worden gerealiseerd. Voor stedelijk gebied komt dit overeen met 325 m3/ha. Deze norm betekent voor de meeste polders een aanzienlijke uitbreiding van het wateroppervlak of andersoortige voorzieningen en met de norm is aangesloten bij de landelijke veiligheidsniveaus. Ook bestaand stedelijk gebied zou op termijn aan deze norm moeten gaan voldoen.

Bij de beoogde ontwikkeling in de Harnaschpolder is deze norm onder meer uitgangspunt. Daarnaast wordt gekeken naar het functioneren van de waterhuishouding, de waterkwaliteit en de grondwaterhuishouding. De waterhuishouding zal derhalve afgestemd worden op de ontwikkeling, opdat wateroverlast zoveel mogelijk zal worden voorkomen.

Milieu

           

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.11.3  Samenvatting

De bebouwing achter het Hof van Azuur is naar mening van inspreker een aantasting van de privacy, geeft waardevermindering van de woning, schaduwval op eigen grondgebied, wateroverlast en visuele verontreiniging door uitbundige (“doorgeslagen”) architectonische ontwerpen.

            Antwoord

Verwezen wordt naar algemeen onder 2.1. (water)woningen achter Hof van Azuur en het antwoord onder A.1.2.Algemeen deel

           

Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12     Door Bewonerscommissie ingediende bezwaren:

A.12.1  Samenvatting

Er wordt bezwaar gemaakt tegen de afwijkingen van voorontwerp ten opzichte van het masterplan en de gevolgde werkwijze en procedure.

            Antwoord

RO JuristenVerwezen wordt naar algemeen onder 2.1. (water)woningen achter Hof van Azuur.

Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.2  Samenvatting

Hoewel in de toelichting staat aangegeven dat de Lintbebouwing de karakteristieken van het huidige Lint zal respecteren, is dit niet in de voorschriften en op de bestemmingsplankaart aangegeven. Verzocht wordt de situatie zoals in de Lintbebouwing wordt geschetst op de plankaart en in de voorschriften middels een aparte bouwgroep aan te geven. 

            Antwoord

Waarom wordt dit aangepast en hoe???/ RO jurist  à wordt aangepastOp de plankaart zal voor de lintbebouwing een aparte zone worden opgenomen en als zodanig bestemd en zal een nieuw voorschrift worden geformuleerd zodat het karakteristiek gerespecteerd wordt.  

           

Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van plankaart en voorschriften.

 

A.12.3  Samenvatting

Hoewel op de plankaart de nieuwbouw staat aangegeven in bouwlagen. Tijdens de inspraakavond is aangegeven dat dit bij bijvoorbeeld H=3L betekend dat er een woning van 3 bouwlagen met plat dak mogelijk is of 2 bouwlagen met een kapconstructie. Dit in de voorschriften verkeerd aangegeven en verzocht wordt dit aan te passen en de plankaart aan te geven in meters in plaats van bouwlagen.

            Antwoord

RO juristDe constatering van inspreker is correct. De voorschriften zullen zodanig worden aangepast dat boven het aantal op de plankaart aangegeven bouwlagen geen kap meer mogelijk is. Bovendien zal het aantal toegestane bouwlagen vervangen worden door een maximale bouwhoogte in meters.

           

Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.4  Samenvatting

Stukken privé-grond zijn anders dan in het Masterplan bij het plangebied getrokken. In verband met de mogelijke consequenties van de betrokken eigenaren en de bestaande inrichting, wordt verzocht de richtlijnen hiervoor duidelijk te maken, zodat gericht bezwaar door de eigenaren mogelijk wordt.

           

Antwoord

De door indiener bedoelde gronden zijn alle gelegen in het lint. Ten onrechte zijn sommige delen van het eigendom onder de uitwerkingsverplichting terecht gekomen.

Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.5  Samenvatting

De bebouwingsdichtheid van 40 woningen per hectare is te hoog en in strijd met het convenant tussen Schipluiden en Delft, waar een Dorps karakter en zodoende een lagere woondichtheid wordt bedoeld.

            Antwoord

De bebouwingsdichtheid is gebaseerd op het door de gemeeteraad vastgestelde masterplan Lookwatering-west, Voordijkshoorn. De motivering voor de woningdichtheid in dat plan is als volgt.

De transformatie van het glastuinbouwgebied in woningbouwlocatie en de daarbij voorgestelde dichtheid van circa 1100-1200 woningen passen binnen het Rijks-, provinciaal en regionaal beleid dat gericht is op het realiseren van een substantieel aantal woningen aansluitend op of binnen (verdichting) het bestaand stedelijk gebied. Dit beleid is ondermeer uitgewerkt in de structuurschets Harnaschpolder dat uitgaat van toevoeging van drie woongebieden: Lookwatering-west, Lookwest-noord en Voordijkshoornsepolder. Die structuurschets is de basis van het masterplan.

In de samenwerkingsovereenkomst van augustus 2000 tussen Delft en Schipluiden staan geen woningaantallen aangegeven.

In diverse beleidsnota's (waaronder Regionaal Structuurplan Haaglanden en ontwikkelingsvisie Delft) wordt aandacht gevraagd voor de kwaliteitsvraag van het wonen, zowel wat betreft het woonmilieu als de woning zelf. Centraal staat daarbij het vergroten van de toekomstwaarde van woningen. Gestreefd dient te worden naar een hoogwaardig woon- en werkgebied.

In het masterplan is een indicatie gegeven van het woonprogramma. Deze zal bestaan uit een menging van grondgebonden woningen met gestapelde woningen in diverse typen en prijsklassen. Omwille van een duurzame stedenbouwkundige opzet is een zonering naar type niet gewenst. Wel kunnen enkele accenten worden aangegeven. Zoals meer woningen in de omgeving van het openbaar vervoer. Dit kunnen stadswoningen zijn, maar ook appartementen. De kavels met grondgebonden woningen zijn over het gehele plangebied gedacht. De grote kavels liggen vooral in het zogenoemde Scharnier, dat in de structuurschets is aangegeven als wonen in het groen.

In het plan wordt niet met absolute dichtheden gerekend, omdat dit getal vertekenend werkt. Dichtheid is geen normbegrip, wel een indicatie. Globaal kan worden gesteld dat de dichtheid in de (H)OV zone iets hoger is dan gemiddeld; in de Lintzone gemiddeld (vergelijkbaar met VINEX-locaties) en in de Polderzone lager dan gemiddeld.

Voor de polders dit gebied streeft de gemeente Delft niet naar een (zeer) lage of extreem hoge dichtheid. De bestaande stad, met voorzieningen is dichtbij en de locatie is goed met openbaar vervoer ontsloten. De nieuwe woonbuurten vormen een schakel tussen het dorpse karakter van de “oude” kern van Den Hoorn, de nieuwe woonwijken om de oude kern en de stedelijkheid van Delft. Op het gebied van verschillende duurzaamheidsambities is een lagere dichtheid dan die van het masterplan niet gewenst. Daarbij moet o.a. worden gedacht aan beperken van het autogebruik, stimuleren van het OV en in stand houden open, groene gebieden buiten de stad. Bovendien wordt het draagvlak versterkt voor bestaande voorzieningen in de directe omgeving van het plangebied. De verhoging van de woningdichtheid van 1.100 woningen naar 1.300 woningen is ingegeven door de bestuurlijke ambitie om beter tegemoet te komen aan de Delftse woningbehoefte, waarbij Harnaschpolder geldt als één van de laatste mogelijkheden voor uitbreiding van Delft, de wens om het aandeel sociaal te vergroten en de financiële haalbaarheid van het plan. Zelfs met 1300 woningen kan een ontspannen duurzaam woonmilieu worden gerealiseerd waarvan de woningdichtheid vergelijkbaar is met de woningdichtheid van een gemiddelde Vinexlocatie en die geringer is dan de woningdichtheid van de aangrenzende Delftse woonwijk "Hoornse Hof".

Projectleider (Stedenbouwer)

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.6  Samenvatting

De bouwhoogte langs het HOV-lijn (40 procent van 8 lagen) is niet conform het masterplan, de afspraken met de commissie Duurzaamheid, het college en de afspraken met bewoners en bewonerscommissie. Insprekers zijn van mening dat het te hoog is en bezwaar wordt gemaakt tegen de gevolgde procedure.

            Antwoord

De maximale acht lagen zijn alleen gewenst op de aansluiting van de verlengde Kristalweg met de HOV-zone: de kruising van de hoofdontsluitingen. De plankaart zal zodanig worden aangepast dat alleen op dit kruispunt acht bouwlagen (maximale bouwhoogte van 25 m) mogelijk wordt.  

Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.7  Samenvatting

Verzocht wordt de brug over de Look voldoende hoogte te geven zodat de functies voor plezierboten en schaatsroutes gehandhaafd kunnen blijven. 

            Antwoord

Dit betreft een globaal bestemmingsplan met een uitwerkingsplicht. De bouwhoogte van bruggen is in dit plan niet opgenomen en zal pas aan de orde komen in de uitwerkingsplannen. Dit neemt niet weg dat wij instemmen met het voorstel van inspreker en deze suggestie mee zullen nemen in de verdere planvorming. In de toelichting van het bestemmingsplan zullen ook de schaatsers genoemd worden als gebruikers van het water.Goede suggestie; zal een kostenafweging worden.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.8  Samenvatting

Gevraagd wordt het voorontwerp zodanig aan te passen dat het verzoek hogere grenswaarde voor verkeerslawaai niet hoeft worden aangevraagd bij de provincie. Tevens bezwaar tegen de eventueel aan te vragen verzoek hogere grenswaarde.

            Antwoord

Het is vanuit financiële en stedenbouwkundige overwegingen onwenselijk om maatregelen te nemen aan de weg (b.v. stil asfalt) respectievelijk overdrachtsbeperkende maatregelen te nemen (geluidschermen).

Het ontwerp-verzoek Hogere Grenswaarde geluid wordt ter inzage gelegd door de gemeente, waarbij belanghebbenden hun zienswijze kenbaar kunnen maken. Het verzoek Hogere Grenswaarde gaat met de ingekomen zienswijzen naar de provincie. Gedeputeerde Staten nemen vervolgens een besluit, waartegen te zijner tijd bezwaar kan worden gemaakt.

            Conclusie

Milieu -> aangeven hoe tegen de procedure bezwaar kan worden gemaakt

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.9  Samenvatting

Insprekers zijn bezorgd over de wateroverlast bij de voorbereidingen en de uitvoering. Verzocht wordt in alle fases adequate maatregelen te nemen om wateroverlast te voorkomen.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt in eerste instantie verwezen naar het antwoord A.11.2. Een advies- en onderzoeksbureau heeft onderzoek gedaan naar de waterhuishouding in het gebied in relatie tot de beoogde ontwikkeling. De studie is erop gericht om onder meer wateroverlast tijdens de realisatiefase en de gebruiksfase te voorkomen. De onderzoeksgegevens worden verwerkt in het ontwerp bestemmingsplan.

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan

 

A.12.10 Samenvatting

Naar de mening van insprekers dient de knip in de Kristalweg een vaste en geen flexibele knoop te zijn. Autoverkeer over de kruising en de brug over de Lookwatering dient te worden voorkomen.

            Antwoord

Er zijn voor- en nadelen van een flexibele knip. Enerzijds is door de knip buiten de spits open te maken verkeer door de Harnaschpolder mogelijk. Hierdoor worden oud-Den Hoorn bewoners (bijvoorbeeld aan de Laan van Groenewegen) beter per auto aangesloten op Den Hoorn en nieuwe Delftenaren in Lookwatering West beter op Delft. Anderzijds is het zo dat als de knip flexibel is, steeds meer mensen deze route zullen kennen en gebruiken: dit kan leiden tot overlast voor de bewoners. De exacte invulling van de knip wordt nog nader onderzocht. Voor- en nadelen worden daarbij zorgvuldig afgewogen.

Nader onderzoek moet uitwijzen of de knip flexibel dan wel vast wordt uitgevoerd. Overigens wordt in het bestemmingsplan niet geregeld of de knip al dan niet flexibel is.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

J. Bentvelsen

M. van Leeuwen en P. Kalkman

W.A. Bentvelsen

J. Lekkerkerk-Hartwig

W.M.C. Bentvelsen

A.Th.A. van de Maarel

D.A. v.d. Berg

L.M. van Marrewijk e.v. Snijders

B.A.S. Berkhout / J. van den Ende

T. van Marrewijk

A. Blokland / P Zonneveld

C. Meyer

M.G. Boeters

A.M. Moerman

H. Boks

J. Nowee jr

H. en M. Bos

J. Nowee sr

W. Dijkshoorn

H.C. van Paassen

H.W. v.d Ende

J. F.A. van Paassen

J.C. van Erk

T.J.M. van Paassen

D. Fonkert

A. van Paassen-Kloosterman

A.L.M. van Geest

R.v. Paassen-v.d. Meer

A. Harteveld

F.C. van Paassen- Zwinkels

Fam. Harteveld

E. en L. van Rijn van Marrewijk

M. Harteveld

S. Rijpma

P.A. Harteveld

M. Rook en S. Snel

C.W.A. van der Have

L.A. Ruijgrok

A.J.P. Hollestelle

H.L.M. Schenkeveld

D.H. Huisman

H. van Spronsen en J.E. van Spronsen- van Duyn

G.A.M. Keijzer

H.A. van Velthoven

A. en J. Kleyweg

A.W. v.d. Ven

M. van der Lee en E. Homan

Q.A. de Vreede

A.N. van Leeuwen

C.M. Zwetsloot

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De volgende eerder opgesomde personen steunen deze inspraakreactie volledig:

 

De volgende personen steunen aangegeven inspraakreactie niet:

G.M. Bouman :      inspraakreactie A.12.10

F. Bruinings                       inspraakreactie A.12.4

P. Jansen:                         inspraakreactie A.12.7

Th.J. van Marrewijk             inspraakreactie A.12.7. (andere inspraakreactie met aanvullling        geeft dat niet aan)

J. Th. H. van Paassen    inspraakreactie A.12.7

C.S.M. van Paassen-Hendriks  inspraakreactie A.12.7

F.J. van Scheijndel             inspraakreacties A.12.1 tot en met A.12.7 en A.12.9 en A.12.10 (A.12.8 wel)

 

De volgende personen steunen de inspraakreacties en hebben tevens een aanvullende inspraakreactie:

 

A.12.11 W.M.C. Bentvelsen, laan van Groenewegen 6:

A.12.11.1 Samenvatting

Aangegeven wordt dat het gewenst is in plaats van openbare parkeerplaatsen achter Laan van Groenewegen nummer 10 te situeren, de singel aan het eind van de Laan door te trekken. Dit zou gecompenseerd kunnen worden met de brede sloot van Noord (plas) naar Zuid. (weet niet echt wat er met dat laatste bedoeld wordt).

            Antwoord

Op de plankaart van het bestemmingsplan staan geen openbare parkeerplaatsen getekend. De gronden achter het perceel Laan van Groenewegen 10 zijn bestemd voor uit te werken woongebiedIn het bestemmingsplan staat geen parkeerplaats!!!! En ook geen singel!!!

           

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.11.2 Samenvatting

Inspreker wenst geen parkeerheffing in de toekomst te verkrijgen, omdat de parkeergelegenheid op eigen grond opgeheven zal worden.

            Antwoord

De wijk Harnaschpolder dient te voldoen aan het nieuwe beleid van de gemeente Delft ten aanzien van parkeren en stallen. In dit beleid worden ruime normen gesteld voor parkeren. Een tekort aan parkeerplaatsen wordt dan ook niet verwacht. Doordat Harnaschpolder relatief ver van de Delftse binnenstad ligt, is het ook niet de verwachting dat in dit gebied gereguleerd parkeren (met een vergunning) wordt ingevoerd.

De parkeergelegenheid op eigen grond is op basis van het nu voorliggende bestemmingsplan niet opgeheven. Mobiliteit

           

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.11.3 Samenvatting

Gesteld wordt dat de sloot ter hoogte van het perceel kleiner dient te worden. Inspreker heeft 16,5 meter van zijn het perceel is verkocht. Op dit stuk kan de geprojecteerde sloot en groenstrook kleiner worden (8 m water en 8 m groenvoorziening) met fietspad. hij smaller worden, waardoor de waterstructuur niet in gevaar komt. Gedacht wordt aan 8 meter water en 8 meter groenvoorziening en fietspad. Dit is het gebied wat geen particulier eigendom meer is. Er is geen gegronde reden vernomen waarom het water niet verplaatst kan worden. (weet niet echt wat hier bedoeld wordt).

           

Antwoord

Op de plankaart van het bestemmingsplan staat ter plaatse geen sloot getekend.

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.11.4 Samenvatting

De waterplas is ingetekend op het hoogste gedeelte van het plangebied, wat wateroverlast zal geven. Bij het gemaal is het lager.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar het antwoord onder A.11.2 en A.12.9.

De gemeente Delft heeft een advies- en onderzoeksbureau opdracht gegeven om een onderzoek te doen naar de waterhuishouding in het gebied in relatie tot de beoogde ontwikkeling. Uit het conceptrapport van dit onderzoek komt dit probleem niet naar voren.

Milieu (water)

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

 

 

A.12.11.5 Samenvatting

Inspreker wil de ontsluiting volledig openhouden. Voorgesteld wordt de laan 1 weg te laten waar geen wijkverkeer op kan komen. Door de brug aan de Meermanstraat door te trekken kan het verkeer van de nieuwe wijk boven de Laan van Groenewegen ontsloten worden. Over het brede water een brug die auto’s dus aan kan om de Laan van Groenewegen als lint te gebruiken zonder aansluitingen. (weet niet echt wat hier bedoeld wordt).

           

Antwoord

Ontsluiting van de geplande woningen ten noorden van de Laan van Groenewegen via de Kuyperwijk is geen optie. De woonstraten in de Kuyperwijk zijn te smal om een dergelijke functie te vervullen.         

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.11.6 Samenvatting

Er wordt voorgesteld het fietspad naast nummer 10 te verplaatsen langs nummer 8 met ernaast de brede sloot. Zoals aangegeven is de sloot op deze hoogte kleiner waardoor het past. (weet niet  echt wat er bedoeld wordt).

            Antwoord

De exacte locatie van de wegen, fiets- en voetpaden liggen in deze fase nog niet vast. In de detailuitwerking van het plan zullen dit soort aspecten nader worden bekeken.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.11.7 Samenvatting

Aangegeven wordt dat de sloop van de kassen in het gebied eerder kan beginnen, omdat sommige kassen in het gebied onveilig zijn, wat problemen geeft.

            Samenvatting

Deze inspraakreactie zal in de uitvoering van dit project worden meegenomen. De reactie heeft geen betrekking op het bestemmingsplan.Projectleider

           

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.11.8 Samenvatting

Inspreker verzoekt anders dan de waterbestemming een woonbestemming op zijn grond te vestigen. Aangegeven wordt dat de aanbiedingen van de gemeente Delft niet serieus zijn en dat grondruil door inspreker toegepast zal worden zonder financiële toegift. Omdat de eigenaar het opgevraagde stuk land niet wil opgeven, wil inspreker er feitelijk op vooruitgaan en in ieder geval niet op achteruit. Gevraagd wordt om zijn grond te mogen ruilen voor grond bij de plas. bij de grondruil grond bij de grote plas terug te geven.

            Antwoord

Het opnemen van de waterbestemming is conform het beleid als uitgezet in het masterplan. De grond rond de plas is niet in eigendom van de gemeente en kan daarom niet ingezet worden voor grondruil. Projectleider

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.11.9 Samenvatting

Indien de ouderenflat door de bezwaren van de straten rond de Kristalweg meer naar de Dijkshoornseweg zal worden verplaatst, wordt hier op voorhand bezwaar tegen gemaakt.

            Antwoord

Er is geen sprake van verplaatsing van het Woonzorgcentrum in de richting van de Dijkshoornseweg zodanig dat de bewoners aan die weg daar enige hinder van ondervinden. Stedenbouwer (Wordt ter kennisneming aangenomen)

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

 

 

A.12.11.10 Samenvatting

Verzocht wordt het verslag van de inspraakavond op te sturen, omdat deze nog niet ontvangen.

            Antwoord

Op 8 juli 2004 is het verslag naar alle ondertekenaars van de presentielijst verstuurd. Aangenomen wordt dat inspreker deze inmiddels heeft ontvangen en dat beide brieven elkaar gekruistd hebben. Alle inspraakreacties van de inspraakavond zijn samengevat en beantwoord in onderdeel B van deze nota.

            Conclusie

Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.

 

A.12.12 H. Boks, Dijkshoornseweg 204 en D.A. van den Berg, Dijkshoornseweg 202:

A.12.12.1 Samenvatting

Op de plankaart van het voorontwerp is een fietspad door de woningen geprojecteerd. Een fietspad naast de garages met ramen is inbraakgevoelig en zal als openbaar toilet worden gebruikt. In het masterplan is het fietspad meer naar het westen geprojecteerd wat acceptabeler is.

            Antwoord

De fietsverbinding is niet aangegeven als bestemming, maar als aanduiding. Dit betekent dat inpassing nog moet plaatsvinden. Daarbij wordt rekening gehouden met de situatie.            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.12.2 Samenvatting

Verzocht wordt in verband met de privacy de waterpartij ten westen van het fietspad geheel door te trekken tot aan de perceelgrens van de woningen.

            Antwoord

De woningen liggen in het zogenaamde Scharnier uit de structuurvisie. Daarin zijn geen watergangen voorzien. Het thema is wonen in het groen.

/ Milieu

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.13 F. Bruinings, Dijkshoornseweg 159:

            Samenvatting

Er wordt bezwaar gemaakt tegen de beperking van de bouwhoogte in de voortuin, wat volgens inspreker voor hem een beperking is. De intekening van voortuin is bij het perceel van inspreker het gehele perceel, waar bezwaar tegen wordt gemaakt.

            Antwoord

De regeling voor lintbebouwing zal worden aangepast en een meer globaal karakter krijgen. Voor voortuinen is in het voorontwerp een regeling opgenomen die bebouwing in voortuinen vrijwel uitsluit. Deze regeling voorkomt de zogenoemde verrommeling van de openbare ruimte. Voortuinen zijn namelijk steeds gelegen aan de openbare weg. Mede naar aanleiding van deze reactie wordt het voorschrift voor de lintbebouwing, inclusief tuinen en voortuinen zodanig aangepast dat de door inspreker gesignaleerd beperkingen niet zo ingrijpend zijn. Uitgesloten wordt dat een perceel geheel onbebouwbaar wordt.Op mijn kaart ligt het adres buiten het plangebied.

           

Conclusie        

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.14  W. Dijkshoorn, Dijkshoornseweg 140:

A.12.14.1 Samenvatting

Als aanvulling op inspraakreactie A.12.9 geeft Iinspreker geeft aan dat een sloot achter zijn woning gewenst is om wateroverlast te vermijden, privacy te verkrijgen en de waardevermindering van de woning tegen te gaan.

            Antwoord

Het betreft een globaal bestemmingsplan met uitwerkingsverplichting waarin alleen de hoofdwaterstructuur en de hoofdverkeersontsluiting zijn opgenomen. Het stedenbouwkundig plan voor dit plangebied is nog onderwerp van studie en zal te zijner tijd zijn juridische vertaling krijgen in het uitwerkingsplan. De door inspreker kenbaar gemaakte wens zal overigens wel meegenomen worden in het opstellen van het stedenbouwkundig plan voor dit gebied.In het stedenbouwkundig plan is in genoemde watergang voorzien. De status van het stedenbouwkundig plan is niet vastgesteld. / Milieu/ IB

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan, maar wordt wel meegenomen in de verdere uitwerking.

 

A.12.14.2 Samenvatting

Gevraagd wordt de gronden naast de woning die nu bestemd zijn als voortuin te bestemmen als zijtuin. De huidige bebouwing is niet genoteerd op de plankaart.

            Antwoord

Mede naar aanleiding van deze reactie zal voor de lintbebouwing in het bestemmingsplan een nieuwe meer globale regeling worden opgenomen bebouwing in het lint. Voor verdere beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.2. RO jurist/ ????? (geen bestemming zijtuin).

           

Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan. 

 

A.12.15.1 J.C. van Erk, Lookwatering 44A en Th.J. van Marrewijk, Lookwatering 45:

            Samenvatting

Insprekers stellen dat de deelpercelen achter de woningen niet nader gespecificeerd zijn als tuin. Op de percelen staan schuren en een kas waarvan een deel ter beschikking wordt gesteld aan de plaatselijke jeu de boule club “Boucia”.

            Antwoord

????? (wat gaan we daar meer doen?)Mede naar aanleiding van deze reactie zal voor de lintbebouwing in het bestemmingsplan een nieuwe meer globale regeling worden opgenomen bebouwing in het lint. De bebouwingsmogelijkheden worden daarmee enigszins verruimd. Gebruik van een schuur door de Jeu de Boule club is naar wij aanmenen ondergeschikt aan het gebruik ten behoeve van woondoeleinden en valt daarom binnen het toegestane gebruik. Voor verdere beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.2.

           

Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.16.2 J.C. van Erk, Lookwatering 44 A, Th. J van Marreijk, Lookwatering 45, S. Rijpma, Lookwatering 46:

            Samenvatting

Aangegeven wordt dat de Lookwatering, die in particulier eigendom is, afgesneden dreigt te worden door de hoofdontsluiting als aangegeven in het voorontwerp. Afsnijding van de weg schaadt de toegang tot de dorpskern van Den Hoorn, zorgt voor een ontnemen van een zaaksfunctie en is zodoende onrechtmatig, en heeft negatieve gevolgen voor het onroerende goed. Tevens is er gevaar voor de gemeenschap, omdat schoolgaande kinderen de Lookwatering als alternatief gebruiken voor de drukke en minder veilige Dijkshoornseweg en de weg tevens deel uit maakt van een Westlandse fietsroute. Verzocht wordt de weg niet af te sluiten.

            Antwoord

Te allen tijde zal worden gezorgd voor een goede toegang van de woningen aan de Lookwatering. In principe zal ter hoogte van de kruising met de hoofdontsluiting de Lookwatering d.m.v. een bajonet-aansluiting worden aangetakt op deze hoofdontsluiting. Een alternatief is om dit niet te doen en het noordelijke deel van de Lookwatering te ontsluiten op de Dijkhoornseweg via de brug in het verlengde van de Woudselaan en het zuidelijke deel via de brug ter hoogte van Berenstein. Hiervoor moeten wel enige infrastructurele aanpassingen worden gedaan aan de Lookwatering en de daarin gelegen fietsbrug. De reactie zal worden meegenomen in de verdere uitwerking van het plangebied maart leidt niet tot aanpassing van dit globale bestemmingsplan.

Mobiliteit / RO jurist

           

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.17 D.H. Huisman, Dijkshoornseweg 205:

            Samenvatting

Inspreker geeft aan dat, omdat er reeds tegen afspraken in met 8 lagen gebouwd wordt, hij ernstige bezwaren heeft tegen het hoogteaccent van 16 woonlagen.

            Antwoord

Het hoogteaccent van 16 woonlagen is overgenomen uit het door de gemeenteraad van Delft vastgestelde masterplan Voordijkshoorn/Lookwatering. Dit hoogteaccent wordt in het masterplan Omdat geen als volgt gemotiveerd:argumenten worden gepresenteerd kan ik hierop geen antwoord geven.

Het hoogteaccent aan de bocht van de Harnaschdreef is gebaseerd op het beeldkwaliteitplan dat in opdracht van de gemeente Schipluiden is opgesteld. Daarin staan nog meer hoogteaccenten. Het hoogteaccent in het masterplan is daarmee onderdeel van meerdere accenten, zowel in de Harnaschpolder (bedrijventerrein) als in de bestaande bebouwing van Delft, zoals in het Ontwikkelingsplan Van Foreestweg / Van Kinschotstraat. De accenten zijn niet allemaal even hoog, omdat dat een saai beeld geeft. De hoogte in het masterplan is bepaald op grond van enerzijds de gewenste slankheid en anderzijds de gewenste markering op grotere afstand. Zoals vroeger de kerktoren vanuit het buitengebied de plaats van de nederzetting al van veraf markeerde, markeert deze toren de aanwezigheid van een woongebied, temidden van infrastructuur en bedrijven.

Uit schaduwberekeningen is overigens gebleken dat slechts drie bestaande kavels aan de Woudselaan in de lente en de herfst, dus bij lage zon, iets meer schaduw krijgen in de ochtenduren. Bomen in de tuin of aan de rand van het perceel zullen bij deze stand van de zon overigens ook schaduw veroorzaken op deze kavels.

Naar aanleiding van een aantal reacties is inmiddels in overleg met de gemeente Midden Delfland besloten een geleidelijke overgang van de woongebieden Lookwest Noord en Lookwatering West. De in het masterplan genoemde hoogteaccenten van max. 16 lagen op deze grens van het woongebied aan weerszijden van de Harnaschdreef komen daarmee als accent te vervallen en zal worden aangesloten op de gestapelde bouw van de HOV zone. 

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.18 P. Jansen, Laan van Groenewegen 1:

            Samenvatting

Als aanvulling op inspraakreactie A.12.8 deelt inspreker mee dat bij een beschikking van VROM van 24 mei 2000 de geluidsbelasting van 49 woningen aan de Dijkshoornseweg en de Laan van Groenewegen hoger was dan 55 dB(A). De grenswaarde werd volgens inspreker in 2000 door de minister te hoog bevonden en de woningen zouden in aanmerking moeten komen voor subsidie voor gevelisolatie, waar toentertijd geen geld voor was. De grenswaarde dienen omlaag te gaan.

            Antwoord

Alle woningen die in 1986 een geluidbelasting hadden hoger dan 65 dB(A) zullen door de gemeente Delft worden gesaneerd (= voorzien van gevelisolatie). De overige woningen zullen vooralsnog niet worden gesaneerd.

Milieu (geluid)

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.19 L.M. van Marrewijk, Woudselaan 1 :

A.12.19.1 Samenvatting

Tijdens de inspraakavond heeft inspreker op de gepresenteerde tekeningen vernomen dat de maximale hoogte van haar woning 2,5 m is en de hoogte van de toekomstig achter de tuin gesitueerde woningen 3 woonlagen. Gesteld wordt dat dit rechtsongelijkheid is waar bezwaar tegen wordt gemaakt.

           

Antwoord

??????/ RO juristMede naar aanleiding van deze reactie is voor de bebouwing in het lint een andere regeling opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan. Voor verdere beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.2.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.19.2 Samenvatting

Evenals de bewoners van de Dijkshoornseweg wordt er gepleit een sloot achter de woningen van de Woudselaan te situeren om de privacy te waarborgen en de waterbergingscapaciteit bij regenval te vergroten.

            Antwoord

Het betreft een globaal bestemmingsplan met uitwerkingsverplichting waarin alleen de hoofdwaterstructuur en de hoofdverkeersontsluiting zijn opgenomen. Het stedenbouwkundig plan voor dit plangebied is nog onderwerp van studie en zal te zijner tijd zijn juridische vertaling krijgen in het uitwerkingsplan. De door inspreker kenbaar gemaakte wens zal overigens wel meegenomen worden in het opstellen van het stedenbouwkundig plan voor dit gebied.  De woningen liggen in het zgn. Scharnier uit de structuurvisie. Daarin zijn geen watergangen voorzien. Het thema is wonen in het groen.

In de waterbergingscapaciteit is ruim voorzien. / Milieu

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.20 A.M. Moerman, Dijkshoornseweg 142:

A.12.20.1Samenvatting

Verzocht wordt de bestemming ‘voortuin’ aan te passen zodat deze eindigt bij de voorzijde van de gevel. De woning op de plankaart heeft geen bijgebouw, welke wel behoort tot de woning.

            Antwoord

Mede naar aanleiding van deze reactie is voor de bebouwing in het lint een andere regeling opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan. Voor verdere beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.2.

?????

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.20.2 Samenvatting

De ingetekende en toegezegde sloot aan de oostzijde van de Dijkshoornseweg heeft geen aansluiting op de nieuwe watergang verbonden met de grote plas. Verzocht wordt dit alsnog te doen voor het bevaren van de sloot en tegen de stankoverlast. Op de plankaart staat ten noordzijde van de woning de aanwezige sloot niet meer ingetekend die het hemelwater van de woning afvoert.

            Antwoord

Het betreft een globaal bestemmingsplan met uitwerkingsverplichting waarin alleen de hoofdwaterstructuur en de hoofdverkeersontsluiting zijn opgenomen. Het stedenbouwkundig plan voor dit plangebied is nog onderwerp van studie en zal te zijner tijd zijn juridische vertaling krijgen in het uitwerkingsplan. De door inspreker kenbaar gemaakte wens zal overigens wel meegenomen worden in het opstellen van het stedenbouwkundig plan voor dit gebied waarbij recreatieve verbindingen een belangrijk punt van aandacht zijn.  Milieu/

Uit het bestemmingsplan kan deze informatie niet worden gelezen!!!!!

In het stedenbouwkundig plan is genoemde watergang wel degelijk verbonden met de hoofdwatergang. De status van het stedenbouwkundig plan is niet vastgesteld.

 

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.20.3 Samenvatting

De hoogte van de eventuele herbouw dient volgens inspreker in overeenstemming wordt gebracht met de goothoogte van de in de plannen geplande nieuwbouw.

            Antwoord

Inspreker woont in het zogenoemde lint aan de Dijkshoornseweg. Voor deze zone wordt in het ontwerp bestemmingsplan een andere regeling opgenomen die meer recht doet aan het karakteristiek van het lint en de rechten van bewoners. Zie ook algemeen onder 2.2. Het is niet zo dat voor het gehele plangebied eenzelfde bouwhoogte geldt. De bouwhoogte is steeds afhankelijk van de planologische situatie en de gewenste planologische ontwikkeling. De toegestane bouwhoogte in het lint zal daarmee ook niet gelijk kunnen zijn en de bouwhoogte van het gehele plangebied.????? / RO jurist

           

Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.21 J. Nowee jr, Dijkshoornseweg 136 en J. Nowee sr, Dijkshoornseweg 134:

A.12.21.1 Samenvatting

Inspreker stelt dat de strook privé grond van kadaster nr. 4523 en 5552 ten zuid oosten van de gemeentegrens Delft en Midden-Delfland op de plankaart van 3 juni 2004 is ingetekend als voortuin, terwijl dit geen voortuin is.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar antwoord A.12.20.3. ??????Met de nieuwe regeling vervalt ook de bedoelde bestemming voortuin.

           

Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.21.2 Samenvatting

Gevreesd wordt dat de lager gelegen huizen aan de Dijkshoornseweg 134 en 136 na de ophoging van de nieuwe woonwijk en de demping van bestaande sloten wateroverlast zullen ondervinden. Gevraagd wordt langs de Dijkshoornseweg een afwateringssloot aan te leggen, zodat het hoogte verschil geen effect heeft op de waterhuishouding. Inspreker vraagt zich af hoe de in de bestaande sloten gelegen afwateringskokers zullen worden ondervangen.

            Antwoord

In de regel hebben de sloten in de nabijheid van de Dijkhoornseweg een hoger waterpeil dan het standaard polderpeil. De verwachting is dat deze hoge peilen gehandhaafd blijven.

Overigens betreft dit een globaal bestemmingsplan met een uitwerkingsplicht. Het opnemen van watergangen anders dan de hoofdwatergangen zal pas meegenomen worden in de uitwerkingsplannen die in een later stadium ook onderwerp van inspraak zullen zijn. Indien besloten wordt om de watergang aan te passen of te dempen zullen maatregelen genomen moeten worden om de op de watergang aangesloten voorzieningen om te leiden.

Milieu /IB

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.21.3 Samenvatting

In het verkoopcontract is een beding opgenomen dat nieuw te bouwen woningen langs de nieuwe grens een maximale goothoogte van 8 m hebben. Nu situeert men in het plangebied Voordijkshoorn echter woningen met 3 woonlagen.

            Antwoord

Een dergelijke bepaling is niet opgenomen in de verkoopovereenkomst, zoals deze bekend is bij de gemeente Delft.

Over de bebouwingsmogelijkheden (en eisen) komen we nog te spreken. Als antwoord kan dienen dat langs de linten andere normen gelden dan op andere plaatsen. juist vanwege het karakter van de linten. Dit is een kwestie van zorgvuldige inpassing. Z|ie ook A12.23.1

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.22 H.C. van Paassen, Laan van Groenewegen 14:

Inspreker is het niet eens met het feit dat met de auto het centrum van Den Hoorn niet bereikt kan worden, in verband met de afsluiting van de Laan van Groenewegen. In het sociale leven en voor calamiteiten gebruikt inspreker Den Hoorn.

            Antwoord

Doorgaand verkeer door de Harnaschpolder moet voorkomen worden, wil de Harnaschpolder een leefbare wijk blijven. Een van de gevolgen van het voorkomen van dit doorgaand verkeer is dat het (in ieder geval gedurende de spitstijden) onmogelijk wordt met de auto vanaf een groot deel van de Laan van Groenenwegen het centrum van Den Hoorn te bereiken. Met de fiets en te voet blijft Den Hoorn goed bereikbaar.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.23. J.F.A. van Paassen, Dijkshoornseweg 165:

A.12.23.1 Samenvatting

Inspreker vindt het irreëel dat het land van 600 m², grenzend aan de openbare weg en openbaar water en met ruime en onbenutte parkeergelegenheid in de buurt, wordt aangeduid als voortuin en voor woningbouw is uitgesloten. Gemeente Schipluiden heeft aangegeven geen bezwaren te hebben tegen de bebouwing van het stuk land en in het bestemmingsplan dient langs de Dijkshoornseweg Lintbebouwing plaatsvinden.

            Antwoord

Mede naar aanleiding van deze reactie is voor de lintbebouwing een nieuwe regeling opgenomen in het ontwerp-bestemmingsplan dat meer recht doet aan het karakteristiek van het lint en bewoners meer mogelijkheden voor bebouwing en gebruik geven zonder dat het karakter van het lint aangetast worden. Voor verdere beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.2.

De bestaande linten blijven zoveel mogelijk gehandhaafd in de huidige situatie om de karakteristiek te versterken. Incidenteel kan op open kavel worden gebouwd, mits dit het karakter van het lint niet verstoord.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.23.2 Samenvatting

In het nieuwe bestemmingsplan is anders dan het oude bestemmingsplan geen erfafscheiding hoger dan 1 m mogelijk, wat conflicten gaat geven met de nieuwe beplantte erfafscheiding. Verzocht wordt hoogtebeperkingen voor de erfafscheiding van het land over te nemen uit het bestaande bestemmingsplan.

            Antwoord

Onduidelijk is welke erfafscheiding inspreker bedoeld. Erfafscheidingen niet gelegen aan de openbare weg mogen 2 m hoog worden gebouwd. Overigens geldt dat bestaande erfafscheidingen, hoger dan de afscheidingen in het nieuwe plan middels het overgangsrecht zijn gelegaliseerd.RO jurist

           

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.23.3 Samenvatting

Benadrukt wordt bij de wijziging van perceel 5541 naar woonbestemming dat dit perceel in privé eigendom is en insprekers dit zelf willen beheren.

            Antwoord

Het perceel 5541 is in het voorontwerp-bestemmingsplan ten onrechte ondergebracht onder de uitwerkingsplicht. Dit is naar aanleiding van de reactie in het ontwerpbestemmingsplan gewijzigd in de lintbestemming zodat indiener directe bouwtitel heeft om dit gebied zelf te ontwikkelen en dus niet hoeft te wachten tot het uitwerkingsplan voor dit plandeel gereed is. 

Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.23.4 Samenvatting

Gevraagd wordt naar de specificaties en de hoogte van de Lintbebouwing.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.2.Zie inventarisatie. Volgt mogelijk in het beeldkwaliteitplan.

           

Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.23.5 Samenvatting

 Inspreker zou dDe hobbykassen op het perceel willenzouden behouden willen voor eigen gebruik. Binnen 4 weken wil inspreker vernemen of een gedeelte van de kassen kan blijven staan en wat de voorkeuren van de gemeente voor de locatie van de hobbykassen is.

            Antwoord

Voor het betreffende perceel is in het ontwerp Bestemmingsplan de gedetailleerde bestemming wonen gewijzigd in een meer algemene ‘lintbestemming’. Zie hierover algemeen 2.2. Dit betekent dat hobbykassen zich moeten voegen in de voor het lint

opgenomen voorschriften.

            Conclusie

De reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.23.6 Samenvatting

Inspreker voelt zich benadeeld omdat hij de stadskrant voor de ter inzage legging van het bestemmingsplan niet heeft gekregen en hij later op de hoogte was gesteld over de ter inzage legging. Inspreker verzoekt tijdig op de hoogte te worden gesteld. Gevraagd wordt inspreker omtrent specifiek op het eigendom betrekking hebbende zaken vooraf te informeren in plaats van via de media.

            Antwoord

Bewoners van het plangebied zijn niet alleen via de Stadskrant maar ook via de bewonersverenigingen en brieven op de hoogte gesteld van de ter inzage legging.Voor overige beantwoording wordt verwezen naar vraag A.##.

            Conclusie

De reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan.

 

A.12.24 J.Th.H. van Paassen, Laan van Groenewegen 16:

De eerdere toezeggingen om het woongenot te garanderen zijn voor inspreker met de wijziging naar openbaar groen van het masterplan naar het voorontwerp bestemmingsplan niet voldoende. Verzocht wordt de aantasting van het woongenot tegen te gaan.

            Antwoord

Het plangebied Harnaschpolder Delft zal in de komende jaren transformeren van een glastuinbouwgebied in een woongebied. Dit is een ingrijpende wijziging van het gebruik die gepaard gaat met het anders beleven van dit gebied door bestaande bewoners. Het wonen in het gebied wordt ontegenzeggelijk anders, voor de één zal dat een vooruitgang betekenen en de ander zal dat ervaren als een aantasting van zijn woongenot. Er is alles aangedaan om het gebied zo in te richten dat die inrichting aansluit bij de bestaande stedenbouwkundige opzet. Dit neemt niet weg dat voor in het gebied soms maatregelen noodzakelijk zijn ten behoeve van het algemeen belang die het individuele belang wel schaden. Garanties dat het woongenot niet wordt aangetast kunnen niet worden gegeven.????? NB: hier komt nog een ontsluiting tussen!!!!!

Conclusie

De reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan.

 

A.12.25 T.J.M. van Paassen, Dijkshoornseweg 153:

A.12.25.1 Samenvatting

Aangegeven is dat na zelf een dijk te hebben gebouwd voor de verdiepte ligging van de huidige weg, de woning en tuin nog steeds wateroverlast heeft door het badkuipeffect. Hoewel de gemeente Delft heeft aangegeven dat een passende oplossing zal worden verzorgd, heeft inspreker nog geen reactie ontvangen en verzoekt dit alsnog te doen.

            Antwoord

Het betreft hier een globaal bestemmingsplan. De gemeente Delft heeft een advies- en onderzoeksbureau opdracht gegeven om een onderzoek te doen naar de waterhuishouding in het gebied in relatie tot de beoogde ontwikkeling. Het stedenbouwkundig plan voor dit plangebied is nog onderwerp van studie en zal te zijner tijd zijn vertaling krijgen in het uitwerkingsplan.

De waterkering van de Voordijkhoornsepolder ligt niet op de Dijkshoornseweg, maar tussen de tuinen en de Lookwatering. Door de ligging van de huizen t.o.v. de tuinen blijft het water in de tuinen staan. Als oplossing is aangegeven dat de bewoners de tuinen kunnen draineren en bij wijze van grote uitzondering mogen aansluiten op de vuilwaterriolering in de Dijkshoornseweg. De kosten daarvan zijn echter wel voor rekening van de bewoners.

Milieu (IB Sjaak Clarisse)

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.25.2 Samenvatting

Inspreker is van mening dat er een groot verlies voor het gebied zal zijn indien er een ontheffing voor flora- en faunasoorten voor het gebied wordt aangevraagd en de strook op de Lookwatering wordt opgeheven.

            Antwoord

Elke ingreep heeft impliciet effect op aanwezige soorten. Daartoe wordt in het plangebied, naast openbaar groen, ingezet op ecologische structuren in de vorm van droge en natte zones om het habitat van de huidige soorten te waarborgen.

Aangezien er geen afbreuk wordt gedaan aan het streven de populaties van de betrokken soorten in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan is voor het plangebied een ontheffing aangevraagd voor flora- en faunasoorten. Ondanks mogelijk plaatselijk verlies van soorten wordt binnen het plangebied terdege aandacht besteedt aan het handhaven van de huidige populaties.

Milieu

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.25.3 Samenvatting

Afgevraagd wordt ofp de woningen met 4 bouwlagen geen verkapte laagbouwflats worden en dat van het dorpse karakter weinig tot niets overblijft.

            Antwoord

Woningen met maximaal 4 lagen, met de nadruk op de expressie van het individuele woonhuis, zijn zogenaamde stadswoningen. De hoogte staat in relatie tot het beoogde laan karakter van de hoofdontsluiting.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassingen van het plan.

 

A.12.25.4 Samenvatting

Inspreker wil weten in hoeverre de sociale nieuwbouw in de Harnaschpolder gebruikt gaat worden voor de herhuisvesting van bewoners van de Poptahof.

            Antwoord

Mensen die (tijdelijk) hun sociale huurwoning uit moeten zoals in de Poptahof krijgen een urgentieverklaring waarmee zij in de sociale huursector in Haaglanden bij voorrang gehuisvest worden boven ‘gewone’ woningzoekenden. Wanneer de oplevering van huurwoningen in Harnaschpolder gelijktijdig plaatsvindt met de herstructurering in Poptahof kunnen bewoners van Poptahof met deze urgentie dus ook voorrang krijgen op woonruimte in Harnaschpolder, mits zij hier tenminste zelf op reageren.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.26 C.S.M. van Paassen-Hendriks, Dijkshoornseweg 144:

A.12.26.1 Samenvatting

Verzocht wordt de aanduiding voortuin, wat een deel van de zijtuin en achtertuin van inspreker beslaat, gelijk te trekken met de voorgevel van de woning.

            Antwoord

Mede naar aanleiding van deze reactie is de regeling voor lintbebouwing aangepast. Voor verdere beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.2.??????

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.26.2 Samenvatting

Aangegeven wordt dat delen van de woning als bijgebouwen op de plankaart staat aangegeven en waar geen genoegen mee kan worden genomen.Verzocht wordt de hobbykas annex berging in de achtertuin op de plankaart aan te geven.

            Antwoord

Voor het betreffende perceel is in het ontwerp Bestemmingsplan de gedetailleerde bestemming wonen gewijzigd in een meer algemene ‘lintbestemming’. Zie hierover algemeen 2.2.

Hobbykassen en bergingen behoeven niet specifiek op de plankaart te worden aangegeven, er volgt geen rechtsongelijkheid uit.

Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.26.3 Samenvatting

Gevraagd wordt het gezamenlijk pad met de buren, wat gebruikt wordt voor de bereikbaarheid van de berging met vervoersmiddelen, te laten behouden.

            Antwoord

Dat pad blijft. Met de bewoners aan weerszijde is zelfs afgesproken dat het gebruikt mag worden we het mogen benutten als fietsverbinding en voor calamiteiten. Dit heeft overigens geen betrekking op het bestemmingsplan omdat dit plan daarvoor een te globaal karakter heeft.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.26.4 Samenvatting

Ínspreker maakt bezwaar tegen de bouw van woningen van 4 lagen dicht bij de woning, omdat dit naar de mening van inspreker de vrijheid zal beknotten.

            Antwoord

De zone waar 13 m bouwhoogte is toegestaan is de begeleiding van de hoofdontsluiting (Verlengde Kristalweg) en wordt in het bestemmingsplan niet aangepast.  Wel zal de afstand van nieuwbouw tot bestaande bouw twee maal de hoogte van die nieuwbouw bedragen. Voor verdere beantwoording wordt verwezen naar A.1.2.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.27 E. en L. van Rijn van Marrewijk, Lookwatering 54 a:

A.12.27.1 Samenvatting

Gevraagd wordt of na de sloop van de kassen achter Lookwatering 58/52 en de demping van de sloot een nieuwe sloot hiervoor in de plaats komt in verband met toekomstige wateroverlast. Er wordt voorgesteld tussen het bedrijventerrein en het einde van de kavels een sloot te graven, zodat het water ergens naar toe kan.

            Antwoord

Het betreft een globaal bestemmingsplan met uitwerkingsverplichting waarin alleen de hoofdwaterstructuur en de hoofdverkeersontsluiting zijn opgenomen. Het stedenbouwkundig plan voor dit plangebied is nog onderwerp van studie en zal te zijner tijd zijn juridische vertaling krijgen in het uitwerkingsplan. De door inspreker kenbaar gemaakte wens zal overigens wel meegenomen worden in het opstellen van het stedenbouwkundig plan voor dit gebied.  ??????????/ Milieu

           

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.27.2 Samenvatting

Er wordt verzocht de aftakking van de Lookwatering nummer 58 a en tot en met 52 af te sluiten voor sluipverkeer in verband met eigen weg. Bewoners vinden het niet erg om via de Woudselaan naar de Dijkshoornseweg te gaan.

           

Antwoord

De genoemde optie is inderdaad een alternatief en zal worden onderzocht in het kader van de ontsluiting van de gehele Lookwatering (zie ook A.12.16.2).

            Conclusie

De reactie zal onderzocht worden. In het bestemmingsplan leidt het niet tot aanpassingen.

 

A.12.28 S. Rijpsma, Lookwatering 46:

A.12.28.1 Samenvatting

Bij inspraakreactie A.12.7 gaat de voorkeur uit naar een tunnel onder de Lookwatering. Dit waarborgt tevens de ontsluiting van bestaande woningen via de Lookwatering.

            Antwoord

Het betreft een globaal bestemmingsplan met uitwerkingsverplichting waarin alleen de hoofdwaterstructuur en de hoofdverkeersontsluiting zijn opgenomen. Het al dan niet opnemen van een tunnel zal pas in een later stadium in de uitwerkingsplannen worden opgenomen.Een tunnel vraagt meer ruimte vanwege een groter hoogteverschil. Een tunnel wordt over het algemeen ook ervaren als sociaal onveilig.

           

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.28.2 Samenvatting

Verzocht wordt de bestaande Flora en Fauna te waarborgen.

            Antwoord

Ondanks de inzet om het habitat van bestaande flora- en fauna te behouden, kunnen deze niet gewaarborgd worden. De aanwezigheid van soorten is, naast een goed habitat, ook afhankelijk van externe factoren.

Milieu

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.28.3 Samenvatting

Er is bij inspreker onduidelijkheid over de betreffende hoogteaanduiding van de bestaande bebouwing. Gevraagd is naar het verschil tussen de aanduiding voortuin en tuin.

            Antwoord

De onduidelijkheid over hoogteaanduiding is naar wij veronderstellen weggenomen door in het gehele plangebied de maximale bouwhoogtes in meter aan te geven. Voor de lintbebouwing zal een andere regeling in het ontwerp bestemmingsplan worden opgenomen. In gronden met bestemming Tuin wordt in het algemeen meet bebouwing mogelijk dan op gronden aangewezen als voortuin. De bebouwing in voortuinen wordt fors beperkt om “verrommeling” van de openbare ruimte tegen te gaan. De regeling als opgenomen in het voorontwerp was echter te gedetailleerd en zal worden aangepast. RO jurist

           

Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.28.4 Samenvatting

Gevraagd wordt hoe het uitpad van Lookwatering 46 wordt gehandhaafd en gerealiseerd. Een hoge brugoprit zal het uitpad blokkeren en geeft wateroverlast bij Lookwatering 46.

            Antwoord

Dit betreft een globaal bestemmingsplan met uitwerkingsverplichting. In dit bestemmingsplan worden zaken niet zo gedetailleerd geregeld als verondersteld door inspreker. In een later stadium worden de uitwerkingsplannen opgesteld die wel gedetailleerd zullen zijn. De reactie van inspreker zal in die verdere uitwerking worden meegenomen.

Eventueel met een lus. Hierop zal nog worden gestudeerd in het kader van de deeluitwerkingen.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.29 F.J. van Scheijndel, Dijkshoorseweg 201:

            Samenvatting

Er wordt gevraagd rekening te houden met bewoners. Inspreker geeft aan niet verzocht te hebben naar Delft over te gaan en niet tevreden is met de gevolgde procedure.

            Antwoord

Deze opmerkingen hebben geen betrekking op het voorontwerpbestemmingsplan.Projectleider

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.30  H.L.M. Schenkeveld, Dijkshoornseweg 151:

A.12.30.1 Samenvatting

Bezwaar wordt gemaakt tegen het ontbreken van grondwater en regenwaterregulering van het woongebied tussen de Look en de Dijkshoornseweg. Betreft het gedeelte waar een dijk geprojecteerd is in de achtertuin van Dijkshoornseweg 141 tot en met 159.

            Antwoord

Er wordt een studie uitgevoerd naar de waterhuishouding in relatie tot de beoogde ontwikkeling (zie A.12.9). In deze studie is er ook aandacht voor de grondwaterhuishouding en hoe om te gaan met de afvoer van hemelwater. De resultaten van dit onderzoek zijn opgenomen in de toelichting op het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan is een instrument om ruimtelijke aspecten te regelen. De consequenties voor de waterhuishouding worden in het kader van de watertoets (zie ook A.11.2) onderzocht. Alleen indien er ruimtelijke consequenties zijn, wordt dit in het bestemmingsplan gereguleerd.

De waterkering ligt nu ook al tegen de Lookwatering in dit gebied en niet op de Dijkshoornseweg.

Milieu

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.30.2 Samenvatting

Aangegeven wordt dat de gehanteerde bouwhoogte ”H=3L (20% H=4L)” en “H=4L” in strijd is met de samenwerkingsovereenkomst van 22 augustus 2000 tussen Delft en Schipluiden. Volgens deze samenwerkingsovereenkomst dient de stedenbouwkundige invulling passend te zijn in relatie tot het dorpse karakter van de omgeving, wat naar de mening van inspreker niet het geval is.

            Antwoord

Wij zijn van oordeel dat de in het voorontwerp voorgestelde bouwhoogte regeling wel past Projectleiderbinnen de voornoemde afspraken in de samenwerkingsovereenkomst. Voor het overige wordt verwezen naar de antwoorden onder A.12.5. en A.12.17.

           

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.31 H. van Spronsen en J.E. van Spronsen-van Duyn, Lookwatering 42, Delft:

A.12.31.1 Samenvatting

Inspreker geeft aan dat door de aanleg van de éénrichtingsweg langs de woning en de demping van de sloot voor de stoep gevaarlijke situaties zal veroorzaken. Bij het verlaten van de woning zullen insprekers direct op de weg staan en bij het uitrijden van de parkeerplaatsen dient achteruit de doorgaande weg op te gaan.

            Antwoord

De weg is geen doorgaande route en is bedoeld voor de ontsluiting van een beperkte kavel achter de woning van inspreker. Er zullen dus relatief weinig extra auto’s gebruiken gaan maken van deze weg. Wel moet ervoor worden gezorgd dat de aansluiting/toegang van de woning op de nieuwe situatie veilig wordt. Het bestemmingsplan is echter een globaal plan. Exacte situering van de ontsluiting zal onderdeel zijn van de uitwerkingsplannen. De reactie van inspreker zal in de nadere uitwerking worden meegenomen.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

A.12.31.2 Samenvatting

Bezwaar wordt gemaakt tegen de afwijkingen van het masterplan ten opzichte van het bestemmingsplan en de gevolgde procedure. Insprekers zijn verbaasd dat voor de toekomstige situatie 3 tekeningen in omloop zijn en geven aan dat dit geen vertrouwen geeft.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.1 (water)woningen achter Hof van Azuur. Voor zover ons bekend is dit de enige afwijking ten opzichte van het masterplan. De tekeningen die kennelijk in omloop zijn gebracht zijn slechts schetsen en hebben geen juridische betekenis.   RO juristen

           

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.31.3 Samenvatting

Aangegeven wordt dat de gemeente aansprakelijk zal worden gesteld voor de forse waardevermindering van de woning en eventuele bouwschade.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar het antwoord A.1.2.RO Jurist

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.31.4 Samenvatting

Namens de bewoners van Lookwatering 41, 40 en 39 en de woning van inspreker wordt verzocht grond achter de woning te kunnen kopen en inspreker wil tevens grond naast het perceel kopen om de vrijheid te kunnen behouden.

            Antwoord

Deze grond is in principe nodig voor openbaar gebied. In afwachting van nadere uitwerking wordt niet tot verkoop van de grond overgegaan. Verkoop van grond heeft echter geen betrekking op dit bestemmingsplan.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.32 Q.A. de Vreede, Dijkshoornseweg 138:

A.12.32.1 Samenvatting

Inspreker geeft aan dat tussen de woningen 138 en 140 aan de Dijkshoornseweg een schuur aanwezig is, die niet staat aangegeven op de plankaart en waar inspreker op de langere termijn een woning voor in de plaats wil zetten. Inspreker is van mening dat de lintbebouwing hierdoor zal verfraaien en verzoekt de bestemming woondoeleinden hier op te nemen.

            Antwoord

Voor het betreffende perceel is in het Ontwerp Bestemmingsplan de gedetailleerde bestemming wonen gewijzigd in een meer algemene ‘lintbestemming’. Zie hierover Algemeen 2.2. In de lintbestemming zijn mogelijkheden voor bebouwing opgenomen, ook van een woning. Hiervoor wordt verwezen naar artikel 5. “Lint” van de voorschriften.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.12.32.2. Samenvatting

Verzocht wordt de geplande sloot ten oosten van de Dijkshoornseweg, zoals aangegeven in de toelichting, op de plankaart in te tekenen. 

            Antwoord

??????Dit bestemmingsplan heeft een globaal karakter met een uitwerkingsplicht. Alleen de hoofdwater- en groenstructuur en de hoofdontsluiting zijn opgenomen in het uit te werken gebied. Andere gedetailleerde informatie zoals sloten zullen in een later stadium in de uitwerkingsplannen wel worden opgenomen.

           

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

A.12.33  C.M. Zwetsloot, Laan van Groenewegen 2:

            Samenvatting

Inspreker geeft aan al eerder bij het masterplan een bezwaarschrift te hebben ingediend.

            Antwoord

RO jurist (fijn)Deze mededeling wordt ter kennisgeving aangenomen.

           

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.13     A.Th.A. van der Maarel, Dijkshoornseweg 128, Den Hoorn:

            Samenvatting

Voorgesteld wordt de scheidingssloot tussen de nieuwbouw en de woningen aan de Dijkshoornseweg nummer 134 tot en met 142 door te trekken achter nummer 12, waarbij deze kan aansluiten op de sloot achter het Zwarte Pad. Hierdoor ontstaat een betere perceelscheiding en een betere doorstroming van het gebied. Inspreker levert hierbij een plattegrond waarbij de sloot is ingetekend.

            Antwoord

Er staat geen sloot getekend in het BP!!!!!

 / MilieuVoor beantwoording wordt verwezen naar het antwoord onder A.12.32.2.

           

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.14     L. Voogt, Hof van Azuur 45, Delft: (komt in grote lijnen overeen met de inspraakreactie van A.9)

A.14.1  Samenvatting

Bezwaar wordt gemaakt tegen de woonbestemming WII aan de oostelijke rand van het plangebied ter hoogte van de woningen Hof van Azuur 27 tot en met 49. In het masterplan wordt de strook achter deze woningen bestemd voor openbaar groen/water. Wegens eerder toegezegde bepalingen dat deze strook niet bebouwd zou worden, is hier geen reactie op gegeven. Het voorontwerp wijkt in hoge mate af van het eerdere masterplan, met grote nadelige gevolgen voor inspreker. Inspreker maakt bezwaar tegen de gevolgde werkwijze/procedure en de voor hem nadelige gevolgen.

            Antwoord

Algemeen deel

Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.1.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan.

 

A.14.2  Samenvatting

De aangegeven strook ligt achter de woning van inspreker en wordt gescheiden door de sloot in eigendom. De beoogde bebouwing op de landtong zal volgens inspreker erg tegen de woningen aan komen, wat verlies zal zijn van vrij uitzicht, privacy en zal waardevermindering van de woning betekenen. Inspreker wil het recht op planschade behouden en verzoekt terug te keren naar het oorspronkelijke masterplan.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.1 en A.1.2. (planschade).De waterwoningen zijn het resultaat van ingeschatte wensen vanuit de woningmarkt. Het wateroppervlak is feitelijk vergoor omdat het groenstrookje is verwijderd. Voor deze woningen zijn twee plekken denkbaar, beide in Voordijkshoorn: de plas in het noorden en in het zuiden aan de hoofdwatergang. In beide gevallen heeft het water voldoende maat voor dit woningtype. Omdat m.n. ontsluiting en parkeren om speciale voorzieningen vraagt is een grote concentratie van dit woningtype in het plan niet wenselijk.

 /RO jurist

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.14.3 Samenvatting

De toelichting bij de inspraakavond masterplan gaf vertrouwen in de gemeentelijke ontwikkeling, omdat de inzet van de gemeente Schipluiden behouden werd. De groen/blauwe strook zal nu echter bebouwd worden, waarbij uit de literatuur blijkt dat waterwoningen een expressieve vormgeving zullen krijgen. Gevreesd wordt voor een opeenhoping van bouwmassa’s en bouwproducten. De ecologische zone zal een manifest worden van (on)gewild wonen. De bestaande tuinen zullen onbedoeld de groen/blauwe buffer met het nieuwe plangebied worden. Stedenbouwkundig en landschappelijk is het een nadelige wijziging en de verkeerstechnische gevolgen voor de malle strook bebouwing worden gevreesd. Planoptimalisatie vanuit economisch opzicht leidt tot verkeerde keuzes.

            Antwoord

Algemeen deel

Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.1.    

Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.15     P.A.M. Koper, Hof van Azuur 40, Delft:

A.15.1  Samenvatting

Anders dan in het masterplan waarin wordt bepaald dat achter de woningen van de Hof van Azuur een groenstrook, dan water en vervolgens de tuinen van de huidige woningen zijn gepland, ziet inspreker zich nu op korte afstand van zijn woning geconfronteerd met waterwoningen. Het voorontwerp is geen juridische vertaling van het masterplan en is ontoelaatbaar en schaadt de belangen van de huizenbezitters van het gebied.

            Antwoord

Algemeen Deel

Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.1.

            Conclusie

Deze reactieheeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.15.2  Samenvatting

Gesteld wordt dat de drijvende waterwoningen van 3 à 4 woonlagen en eventueel een kap consequenties heeft voor de huidige bewoners. Er zal inbreuk zijn in d privé en het woongeluk van de bewoners. Er is in dit stukje van de Harnaschpolder nauwelijks sprake van groen of extra watervoorzieningen.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.1.

            Conclusie

Deze reactieheeft geleid tot aanpassing van het plan.

Algemeen deel

  Conclusie

A.15.3  Samenvatting

Gevraagd wordt de verhouding te bekijken van het toegevoegde woongebied en het groen/water in het plangebied. Inspreker is van mening dat de inzet van de gemeente dat de Harnaschpolder een gebied wordt met water en groen, dat aansluit op het huidige park, niet op waarheid berust

            Antwoord

Projectleider

In het globale bestemmingsplan zijn alleen de hoofdwater – en groenstructuur bestemd. In de (verplichte) uitwerkingsplannen zal de door de inspreker bedoelde verhouding in beeld worden gebracht. De gemeentelijke uitgangspunten zijn onveranderd.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.16     L. Braun, Hof van Azuur 49, Delft (inspraakreactie komt (in grote lijnen) overeen met de reactie van A.9):

A.16.1  Samenvatting

In het masterplan en bij de daarbij behorende inspraakprocedure is aangegeven dat de groen/blauwe strook achter het Hof van Azuur niet bebouwd zou worden. Inspreker geeft aan daarom niet gereageerd te hebben op het masterplan. De nu gewijzigde bestemming in het voorontwerp vindt inspreker geen juridische vertaling van het masterplan en een onverwachte en ontoelaatbare wijziging die zijn belangen schaadt.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.1.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

 

Algemeen deel

  Conclusie

 

A.16.2  Samenvatting

De woningen zullen naar mening van de inspreker dicht op de huidige woningen komen te staan omdat de bebouwingsstrook erg smal is. De achteruitgang zal frustrerend zijn en onacceptabel. Inspreker levert een tekening/fotoshop. De situatie is voor de huidige bewoners in het masterplan acceptabel, maar het voorontwerp zal een inbreuk geven in “het woongeluk” waardoor er planschadeverzoeken zullen worden ingediend.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.1.

            Conclusie

Deze reactieheeft geleid tot aanpassing van het plan.

Algemeen deel

  Conclusie

 

A.16.3  Samenvatting

De groen/blauwe strook past bij de oorspronkelijke inzet van de gemeente Schipluiden, waar de gemeente Delft zich aan hield. De strook zal anders dan eerst een groen/blauwe long van het gebied, door de wederzijdse bebouwing het karakter van een singel krijgen. De waterwoningen zullen, volgend uit de literatuur, expressieve vormgeving krijgen, waardoor in de ecologische zone druk (on)gewild wonen zal plaatsvinden met een opeenhoping van bouwmassa’s en bouwproducten. De huidige tuinen van het Hof van Azuur zullen ongewild bijdragen aan de groen-blauwe buffer.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.1.

            Conclusie

Deze reactieheeft geleid tot aanpassing van het plan.

Algemeen deel

  Conclusie

A.16.4  Samenvatting

Planoptimalisatie vanuit economische opzicht leidt bij de bebouwing van de strook achter het Hof van Azuur tot de verkeerde keuzes.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar het antwoord onder algemeen 2.1.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.17     Van der Hoeven & Machielsen, Postbus 95 Prinsenbeek, namens H. Poot, Lookwatering 43, Delft:

A.17.1  Samenvatting

Inspreker geeft aan dat de informatieverstrekking van de grote consequenties voor cliënten laat is geschied, waardoor hij zich overrompeld voelt. Cliënten hebbeneft bezwaar tegen de plantekening en de bijbehorende plannen dat een gedeelte van het privé perceel onderdeel vormt van de plankaart. In het verleden is geen rekening gehouden met deze woning. Op 15 april 2001 was er duidelijkheid omtrent de kavel met de woning en is deze buiten de verkoop gehouden. Daar is nu geen rekening mee gehouden.

            Antwoord                               

Met de indiener van deze reactie zal door de gemeente contact worden opgenomen. De woning en het perceel is nu aangegeven op de plankaart.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.17.2  Samenvatting

In de koopovereenkomst van de Harnaschpolder is overeengekomen “om binnen een straal van 35 m vanaf de nieuwe erfgrens geen gebouw anders dan een woning te stichten met een maximale goothoogte van acht meter. Omdat de gemeente Den Haag deze clausule niet wilde handhaven in verband met het te realiseren bedrijventerrein, hebben de clusterdeelnemers afstand moeten tekenen van deze clausule. De geplande flat van 3 verdiepingen tast de privacy van H. Poot aan.

           

Antwoord

Een woongebouw van drie verdiepingen is een stadswoning en past daarmee binnen het karakter van dit nieuwe woongebied. ProjectleiderTer bescherming van privacy van bestaande bewoners is in het bestemmingsplan een voorschrift opgenomen dat de afstand tussen de bestaande te handhaven woningen en de nieuwbouw minimaal twee maal de hoogte van die nieuwbouw bedraagt.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.17.3  Samenvatting

Inspreker maakt zich zorgen over de ontsluiting van het perceel op de openbare weg en de te verwachte overlast van bouwactiviteiten.

            Antwoord

Te allen tijde zal worden gezorgd dat iedere huidige woning goed toegankelijk blijft vanaf de openbare weg. Door de ontwikkeling van het gebied kan de manier waarop in incidentele gevallen anders worden.

Overlast van bouwverkeer is helaas niet te voorkomen. Wel zal worden gezorgd dat dit van beperkte omvang en duur zal zijn en te allen tijde geen verkeersgevaarlijke situaties zal opleveren. Ook tijdens de bouw zal het pand toegankelijk blijven.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.18     Belangenvereniging Grensbewoners Hoornswhof Voordijkshoornsepolder, correspondentie via H. Zijlstra, Hof van Topaas 8, Delft:

A.18.1  Samenvatting

Aangegeven wordt dat het voorontwerp, anders dan eerder toegezegd, niet slechts minimale wijzigingen heeft ten opzichte van het masterplan. Zo wordt de verplaatsing van het hoogte accent aan de Kristalweg en het intekenen van een woongebied achter het Hof van Azuur genoemd, waardoor de belangen van de bewoners geschaad zijn.

            Antwoord

Aan de Kristalweg is geen sprake van een hoogteaccent, maar van een woonzorgcomplex dat (deels) 25 m hoog mag zijn. Dit complex is verplaatst naar de zuidzijde van de Kristalweg, zodat de schaduw ervan voornamelijk over de weg valt en niet in de tuin van de woningen.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.18.2  Samenvatting

Geconstateerd is dat voor de ontsluiting van de nieuwe woonwijk richting het centrum van Delft, wat een groei in het aantal verplaatsingen zal betekenen, geen aanpassingen op de infrastructuur hebben plaatsgevonden. Inspreker is van mening dat de Harnaschpolder niet onsloten kan worden door de Van Foreestweg en de Kristalweg. De voorwaarde van de wethouder om de verkeersintensiteit in het voorontwerp te beperken is komen te vervallen omdat de busknip alleen tijdens de spitsuren gesloten is voor het autoverkeer. Aangegeven wordt dat de knip noodzakelijk is. De toename in verkeer zal hinder veroorzaken voor de huidige bewoners aan de bestaande ontsluitingswegen. Op de huidige Kristalweg spelen reeds veel kinderen en gevreesd wordt voor ongelukken. Er wordt verzocht een structurele oplossing uit een te zetten in een goed onderbouwd verkeersplan.

            Antwoord

Met het verkeersmodel is berekend hoeveel extra verkeer de van Foreestweg en de verlengde Kristalweg aan kunnen. Uit deze berekeningen is gekomen dat het acceptabel is ongeveer 600 woningen op deze weg aan te sluiten. Natuurlijk wordt de van Foreestweg hierdoor drukker, maar dat kan deze weg aan, ook in spits. Om de oversteekbaarheid van de van Foreestweg te garanderen wordt een extra (geregelde) oversteek gemaakt. Punt van aandacht is wel de kruising met de Provinciale Weg. Daar zijn de nodige maatregelen noodzakelijk in het kruispuntontwerp. Bepaalde opstelvakken voor de verkeerslichten moeten hier worden verlengd.

Er is nog geen besluit genomen over de definitieve vorm en werking van de knip. De mogelijkheden worden nader onderzocht en de voor- en nadelen worden zorgvuldig afgewogen. Uw inspraakreactie zal in het onderzoek worden betrokken.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.18.3  Samenvatting

Er wordt aangegeven dat de nieuwe waterlopen in het plangebied een goede zaak is. De waterloop op de grens van het Hoornsehof en de Voordijkshoornsepolder is eigendom van de bewoners. In het voorontwerp staat aangegeven dat de waterlopen 8 m dienden te zijn voor het verrichten van onderhoud. Voor de waterlopen wordt uitgegaan van een eenduidig onderhoudsbeleid en in verband met de eigendomskwestie wordt verzocht de huidige breedtemaat van de waterloop als middellijn van de nieuwe waterloop te maken. Dit is op de plankaart niet gebeurd en de bestaande watergang achter het Hof van Topaas is te smal ingetekend. Verzocht wordt dit aan te passen.

            Antwoord

Het is vanuit onderhoudsoogpunt wenselijk dat waterlopen een breedte hebben van 8 m. Indien de breedte smaller is moet onderhoud vanuit de kant mogelijk zijn. De gemeente Delft streeft ernaar dat ook bestaande waterlopen op termijn worden verruimd. Dit is niet altijd mogelijk. De afspraken over onderhoud en eigendom worden niet geregeld in het bestemmingsplan. Indien er als gevolg van de ontwikkeling veranderingen plaatsvinden aan watergangen - waarvan (een deel) van het onderhoud nu bij de aangrenzende bewoners ligt - zullen er desgewenst nieuwe afspraken gemaakt moeten worden over het onderhoud.  

Milieu

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.18.4  Samenvatting

Verzocht wordt juridische en praktisch voldoende maatregelen te nemen om overlast tijdens de bouw en mogelijke schades aan de bestaande bebouwing, tuinen en oevers door het heien, de ophoging  en de waterpeilverlaging te beperken en dit in goed overleg met alle betrokkenen uit te voeren. Voor het bouwverkeer is het essentieel dat de aanvoerroute via een nieuw te realiseren Zuidweg plaatsvindt en niet via de Van Foreestweg.

            Antwoord

Zodra de planvorming in een dusdanig stadium is dat duidelijkheid gegeven kan worden over de uitvoering daarvan wordt een plan van aanpak opgesteld voor de tijdelijke situatie van de bouw. Hierin wordt meegenomen de aan- en afvoer van materialen, de beperking van schade etc. Dit plan van aanpak zal te zijner tijd besproken worden met de bewonersverenigingen.

            Conclusie

Deze reactie wordt meegenomen in de verdere planvorming.

 

A.18.5  Samenvatting

Er wordt verzocht voor de bewoners van de Hoornsehof rekening te houden met het verworven recht op privacy en uitzicht. Om waardevermindering van de woningen in geld en belevenis te voorkomen wordt verzocht alle tuinen van de woningen aan de Hoornsehof aan tuinen te laten grenzen. Dit uitgangspunt van wethouder Baljé wordt in het voorontwerp niet gehanteerd. Voor de privacy, het uitzicht en tegen de waardevermindering wordt verzocht de nieuw te bouwen huizen maximaal 3 woonlagen hoog te maken en dit ook op de plankaart te noteren. De geplande 8 bouwlagen aan de verlengde Kristalweg dient zo ver mogelijk richting de hoofdgroenstructuur te worden geplaatst om negatieve effecten op de bezonning te voorkomen. De aanhechting van de nieuwe wijken aan de bestaande stedelijke structuur dient zorgvuldig te gebeuren zodat alle overlast beperkt wordt.

           

Antwoord

Naar aanleiding van de inspraakreactie is de regeling voor bebouwing van het perceel direct grenzend aan de tuinen van de Hof van Azuur aangepast. Verwezen wordt daarbij naar algemeen onder 2.1

Tuinen aan tuinen is het uitgangspunt en zal in de uitwerkingsplannen ook zo veel mogelijk toegepast. Er dient echter rekening te worden gehouden met ontsluiting e.d.

De senioren voorziening is juist dicht bij de plangrens gesitueerd, daarmee ligt de voorziening dicht bij de voorzieningen aan de Foreestweg.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.19     C.G. Hengel, Hof van Azuur 37, Delft:

A.19.1  Samenvatting

Verzocht wordt de strook groen/blauw bestemming uit het materplan anders dan in het voorontwerp bestemmingsplan is gebeurdt, te behouden en de geplande langzaamverkeersroute op de overliggende over te plannen. Het college heeft geen opdracht gegeven de bestemmingswijziging door te voeren en zodoende is het proces volgens inspreker niet transparant. Het bestemmingsplan is geen juridische vertaling van het masterplan. De wijziging van de waterwoningen is zodoende geheimzinnig tot stand gekomen. Inspreker is het in het geheel niet eens met de wijze waarop er met de burgers is omgegaan.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.1.

Communicatie/Projectleider

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.19.2  Samenvatting

Er is volgens inspreker geen aannemelijke reden om van het zorgvuldig afgestemde masterplan af te wijken. Het slurfje is in het masterplan reeds aangehaald en de bewoners aan de Hof van Azuur stemde hier mee in, omdat het een buffer was voor de nieuwe woningen, het vervulde een primaire recreatieve en ecologische functie en smeedde de wijken aaneen. Nu is hier een woonbestemming opgelegd wat volgens inspreker niet de hoge opbrengsten oplevert die de wethouder erbij verlangt. Aangehaalde literatuur laat dit volgens inspreker zien. Het is reëel om te rekenen met de grondopbrengsten van die van appartementen, omdat er geen grondgebonden oppervlakte is. De kosten voor de woningen zijn door infrastructuur en de te verwachte planschadeclaims te duur. Bezwaar wordt gemaakt tegen het verhalen van de negatieve kosten bij de burgers van Delft.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.1.De waterwoningen zijn het resultaat van ingeschatte wensen vanuit de woningmarkt. Het wateroppervlak is feitelijk vergoor omdat het groenstrookje is verwijderd. Voor deze woningen zijn twee plekken denkbaar, beide in Voordijkshoorn: de plas in het noorden en in het zuiden aan de hoofdwatergang. In beide gevallen heeft het water voldoende maat voor dit woningtype. Omdat m.n. ontsluiting en parkeren om speciale voorzieningen vraagt is een grote concentratie van dit woningtype in het plan niet wenselijk.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.19.3  Samenvatting

Verzocht wordt de centrale watergang en groenstructuur zo te verleggen dat de bestaande lijnen van de Hoornse Hof en de nieuwe lijnen op elkaar aanpassen, wat zonder complicaties voor de bestaande bebouwing van de Laan van Groenewegen kan. Er ontstaan dan krachtige lijnen en hoewel het eilandje op het slurfje smaller wordt, zal er met de tuinen van de Hof van Azuur een bufferzone en groen/blauwe koppeling ontstaan. Door het terugkomen van de bouwoppervlakte aan de andere kant van de oever in WII, kunnen daar de waterwoningen geprojecteerd worden. Dit is onder andere voor de technische problemen beter gepland. Het fietspad kan aan de overzijde van de centrale water-as worden geplaatst en de te vormen bruggen vormen een ritmische element. Een en ander wordt toegelicht door middel van een tekening.

           

 

Antwoord

De centrale watergang is op de bestemmingsplankaart globaal en met marges aangegeven. Bij de stedenbouwkundige uitwerking zal de watergang zeker aansluiten op de bestaande lijnen van de Hoornse Hof.

Het toevoegen van fietsbruggen is in het bestemmingsplan niet aan orde doordat gekozen is voor een globaal plan. Ook het fietspad betreft een globale aanduiding, waarvan de plaats mogelijk ten westen van de centrale watergang zal zijn.

Conclusie

De aangedragen ideeën zullen meegenomen in de verdere planvorming, maar hebben niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.20     Gezamenlijk ondertekende inspraakreacties:

A.20.A  Samenvatting

Het groene veldje tussen de Groene Zoom en de Laan van Groenewegen staat in het bestemmingsplan, anders dan in het masterplan, niet meer aangeduid als groenstrook, maar bestemd is voor woonbestemming type W II. De woningen van drie of vier woonlagen zullen inkijk in de woningen geven, inbreuk op de privacy en een waardedaling bij toekomstige verkoop. Gevraagd wordt de groene strook zoals aangeven in het masterplan te behouden.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.2. De nieuwe woningen zijn qua ontsluiting georiënteerd op de Laan van Groenewegen. Voorst kunnen ze vrij op de kavel worden gesitueerd. Tussen nieuwe kavels en bestaande woningen liggen straat, groenstrook en een watergang.

           

Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.20.B.1 Samenvatting

Aangegeven wordt dat in het masterplan de ontsluitingsweg vanaf de Laan van Groenewegen richting de Hof van Zilverlicht alleen geschikt is voor fietsers en calamiteitenverkeer. Bij een bijeenkomst van de gemeente Delft met de grensbewoners van de Hoornse Hof en de Voordijkshoornsepolder blijkt deze ook voor autoverkeer bereikbaar is, wat een toename van autoverkeer voor de wijk zal geven en daarbij inbreuk op de veiligheid, geluid- en stankoverlast. Indien na heroverweging blijkt dat dit toch de ontsluitingsroute voor auto’s dient te zijn, wordt verzocht verkeersdrempels te plaatsen in de Groene Zoom en Hofzoom, de fietsdoorgang op de Kristalweg ook voor autoverkeer mogelijk te maken en de Groene Zoom en de Hofzoom alleen bereikbaar te maken voor bestemmingsverkeer.

            Antwoord

Het is een misvatting dat de doorsteek vanaf de Laan van Groenewegen naar de Groene Zoom ter hoogte van het appartementengebouw ook voor autoverkeer geschikt zal worden. Dit is niet het geval; het gaat hier om een doorsteek voor fietsers en calamiteitenverkeer.  Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan. 

 

A.20.B.2 Samenvatting

Verzocht wordt het aantal parkeerplaatsen in het gebied niet te verminderen, omdat er nu reeds parkeerproblemen aanwezig zijn.

            Antwoord

Er komen voldoende parkeerplaatsen in het gebied. De nieuwe parkeernormen van de gemeente Delft worden gehanteerd en deze zijn ruim voldoende.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.20.C.1 J.C.J. Aerts

            Samenvatting

Inspreker geeft aan niet te willen dat het ontsluitingsverkeer van het verlengde van de Hof van Zilverlicht via de Groene Zoom en de Hofzoom naar de Van Foreestweg gaat. Gevraagd wordt aanpassingen aan te brengen zodat het verkeer via de Hof van Zilverlicht via de Kristalweg naar de Van Foreestweg zal rijden.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar A.20.B.1.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.20.C.2 Samenvatting

Verzocht wordt de groene weide tussen de Groene Zoom en de Laan van Groenewegen zoals aangegeven in het masterplan te behouden.

            Antwoord

Deze reactie wordt overgenomen. De schapenweide wordt conform de bestaande situatie op de plankaart opgenomen. De plankaart zal hierop worden aangepast.?????

           

Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.21     L.B. Sas, Hof van Topaas 7:

            Samenvatting

Vermeld wordt dat de watergang achter de woningen van Hof van Topaas 6,7,8,9 en 10, anders dan het masterplan, in het voorontwerp bestemmingsplan verkeerd en te smal staat aangegeven. Inspreker verzoekt deze volgens bijgeleverde bijlage te corrigeren.

            Antwoord

Op de plankaart van het bestemmingsplan staan behoudens de hoofdwaterstructuur geen watergangen aangegeven.In het BP is in het geheel geen watergang aangegeven. De bestemming geldt tot aan de plangrens. Binnen de bestemming is de aanleg van water mogelijk.

           

Conclusie

 

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.22     P.T.V. Dessens en E.A. Dessens-Adema, Dijkshoornseweg 175 :

A.22.1  Samenvatting

Inspreker is van mening dat hij te laat is geïnformeerd over de inspraaktermijn. De stadskrant is niet bij hem bezorgd en de brief van de gemeente Delft volgde laat in de week. Ook de mensen van Midden Delfland zijn te laat geïnformeerd. De procedure is niet goed gevolgd en dient opnieuw plaats te vinden.

            Antwoord

Inzage termijnen voor bestemmingsplannen en alle overige gemeentelijke informatie wordt volgens procedure gepubliceerd in de Stadskrant die één keer per week op de zondag verschijnt. Kennelijk is Helaas isdeze niet bij inspreker bezorgd.(weten we niet of wel) Als aanvulling zijn alle belangstellenden van het masterplan door middel van een brief gewezen op de inzage periode van het voorontwerp bestemmingsplan. Dit is echter geen wettelijke verplichting, maar een aanvulling van de gemeente. In de informatiekrant van Midden-Delfland is ook een advertentie geplaatst. De uitgifte van deze krant is echter niet synchroon met de informatiekrant van de gemeente Delft, waardoor deze advertentie enkele dagen later dan die in de stadskrant is verschenen. Ook dit is een niet wettelijke verplichte aanvulling van de gemeente Delft. We zijn dus van mening dat de belangstellenden op verschillende wijzen voldoende over het bestemmingsplan geïnformeerd zijn. Voor verdere beantwoording wordt verwezen naar A.12.23.6.

            Conclusie

De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.

 

A.22.2  Samenvatting

Gevraagd wordt de bouwhoogte uit het vigerende bestemmingsplan van Den Hoorn, te weten 6 m, te handhaven in plaats van de bouwhoogte van 4 lagen.

            Antwoord

In Den Hoorn zijn verschillende objecten gebouwd van 8 kagen en hoger.Dit  bestemmingsplan is juist in procedure gebracht om de bebouwings- en gebruiksmogelijkheden van het plangebied te wijzigen omdat het bestaande bestemmingsplan niet voorziet in de provinciaal, regionaal en gemeentelijk gewenste planologische verandering.

           

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.22.3  Samenvatting

Aangegeven wordt dat de rust en het dorpse karakter volgens het convenant tussen Schipluiden en Delft verloren gaat door de bouw van 1300 woningen met een dichtheid van 40 woningen per hectare.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar het vastgestelde masterplan en de antwoorden onder A.12.5. en A.12.17Projectleider -> masterplan

           

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.22.4  Samenvatting

Op het perceel lag in het oude bestemmingsplan de bedrijfsbestemming van categorie 2 op het perceel en in het nieuwe plan de woonbestemming. De invulling in het vigerende bestemmingsplan bij opheffing van bedrijfsactiviteiten door woningbouw is door de gemeenteraad en Gedeputeerde Staten gesanctioneerd. Inspreker wil in overleg zijn bedrijfsbestemming opheffen indien invulling wordt gegeven aan het beleidskader en de mogelijkheid van een 2e woning op het perceel wordt opgenomen.  

            Antwoord

Voor het betreffende perceel is in het ontwerp Bestemmingsplan de gedetailleerde bestemming wonen gewijzigd in een meer algemene ‘lintbestemming’. Zie hierover algemeen 2.2. Hiermee ontstaat de mogelijkheid voor een tweede woning binnen de daartoe opgestelde bebouwingsvoorschriften.

????? / RO jurist (vastgoed -> is hier overleg over geweest)

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.22.5  Samenvatting

Gevraagd wordt de nu onduidelijke aanwijzingen op de plankaart te verduidelijken. De karakteristieke van de Lintbebouwing dient behouden te blijven en de bebouwing vanaf de weg dient geleidelijk op te lopen.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.2.Mee eens. Iets voor het beelkwaliteitplan?

           

Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot wijziging van het plan.

 

A.22.6  Samenvatting

Er wordt bezwaar gemaakt tegen de ontheffing die voor een aantal beschermde flora- en faunasoorten wordt aangevraagd.Gevraagd wordt welke soorten het zijn en welke voorzieningen voor deze soorten in het plangebied worden gemaakt.

            Antwoord

De meeste soorten waaronder bijvoorbeeld een mol en groene kikker, die binnen het plangebied zijn waargenomen vallen onder de flora- en faunawet. Hiervoor geldt dat een ontheffing moet worden aangevraagd. 

Binnen het plangebied is ingezet op een robuuste ecologische structuur waarvan een aantal zones een breedte van minimaal 20 m hebben, geschikt voor een aantal indicatorsoorten waaronder kleine zoogdieren.  Voor watergebonden soorten worden natte ecologische zones aangelegd met natuurvriendelijke oevers met plas- en drasbermen t.b.v. onder andere amfibieën, vissen, insecten en kleine zoogdieren. Bij de droge ecologische zones wordt gestreefd naar een structuurrijke opbouw van de vegetatie, geschikt voor flora en fauna. Voor zover het ruimtelijk mogelijk is, is gestreefd naar doorgaande ecologische verbindingen.

Milieu -> zie eerder antwoord

           

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.22.7  Samenvatting

Inspreker verzoekt de autoverbinding tussen de twee wijken te minimaliseren, de ontsluiting via de buitenzijde plaats te laten vinden en sluipverkeer te voorkomen.

            Antwoord

Verwezen wordt naar het antwoord onder A.12.22          

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.22.8  Samenvatting

Er wordt gevraagd in hoeverre de nieuwbouw in de Harnaschpolder gebruikt zal worden voor de huisvesting van de bewoners van de Poptahof.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar het antwoord onder A.12.25.4

            Conclusie

Deze reactie is puur informatief van aard.

 

A.22.9  Samenvatting

Verzocht wordt de kruising Dijkshoornseweg / Verlengde Kristalweg te verduidelijken en aan te geven waar de bussluizen komen.

            Antwoord

Verwezen wordt naar het antwoord onder A.12.22.

Dit betreft een globaal bestemmingsplan, waarin zaken niet zo gedetailleerd geregeld worden. In een later stadium worden de uitwerkingsplannen opgesteld, die wel gedetailleerd zullen zijn.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.22.10 Samenvatting

Gevraagd wordt de scheidslijn voortuin en achtertuin meer naar voren te verplaatsen langs de oostzijde van de hobbykas. Verzocht wordt de hobbykas, die niet staat aangegeven, op de plankaart te plaatsen.

            Antwoord

Voor het betreffende perceel is in het ontwerp Bestemmingsplan de gedetailleerde bestemming wonen gewijzigd in een meer algemene ‘lintbestemming’. Zie hierover algemeen 2.2. Hierin is de voortuin gedefinieerd tot de voorgevelrooilijn van de hoofdbebouwing met een maximum van 5 m uit de perceelsgrens. Binnen de lintbestemming is de hobbykas mogelijk binnen de algemene regels over bijgebouwen.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.22.11 Samenvatting

De woningen naast het perceel worden gesloopt en de hoofdontsluiting van het gebied wordt hier gesitueerd. Aangegeven wordt dat hierdoor de geluidsoverlast zal toenemen, het pand kwetsbaarder wordt voor diefstal omdat dieven nu meer bereikbare routes hebben, de nieuwe brug over de Lookwatering zal het landelijke en uitgestrekte zicht vanuit de tuin verstoren en de recreatieve fietsroute en die voor schoolgaande kinderen zal worden verstoord, waardoor de verkeersveiligheid in gevaar komt.

            Antwoord

Door de geplande autoknip zal de hoofdontsluiting van het gebied ter hoogte van het pand van inspreker (in ieder geval in de spits) niet geschikt zijn voor doorgaand verkeer. Dat betekent dat de toename van het verkeer beperkt zal zijn. In de Wet geluidhinder zijn normen opgenomen voor verkeerslawaai bij woningen. Mocht dit noodzakelijk zijn dan zullen maatregelen worden getroffen om het lawaai ter hoogte van de woning te beperken. Hierbij moet worden gedacht aan beplanting en isolatie (niet aan geluidsschermen).

De kruisingen van de nieuwe ontsluitingsweg met overige (bestaande) wegen en fietspaden zullen verkeersveilig worden uitgevoerd.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.23     Overwater Rentmeesterskantoor B.V. Postbus  5715 Schrijen, namens G. Schenkeveld, Woudselaan 3, Delft:

            Samenvatting

Aangegeven wordt dat door planvormen van het bestemmingsplan de bedrijfsvoering van de veehouderij van G. Schenkeveld niet meer uitgevoerd kan worden. Verzocht wordt de agrarische bestemming op te nemen met een wijzigingsbevoegdheid voor de gemeente naar de gewenste bestemming. Het bedrijvenschap Harnaschpolder wil de grond verwerven voor de vermogenswaarde en niet voor een volledige schadeloosstelling op basis van reconstructie, waarvoor insprekers gelet op de feitelijke situatie wel voor in aanmerking komen. In verband met de investeringen in het bedrijf is duidelijkheid of de bedrijfsvoering op de locatie voortgezet kan worden op korte termijn gewenst. Indien verplaatsing niet mogelijk is, wordt door insprekers de bedrijfsvoering voortgezet en tegen alle beletsels bezwaar gemaakt. Omdat de locatie zowel op grond van de gemeente Delft en Midden-Delfland ligt, wordt verzocht in overleg als één aankopende partij op te treden.

            Antwoord

Met indiener is contact worden opgenomen over verwerving van zijn grond. De bedrijvenbestemming die ruimte biedt voor een dergelijk type bedrijf beperkt de realisering van woningen in te grote mate. De bedrijvenbestemming is in het ontwerpbestemmingsplan gewijzigd in uit te werken woon-gebied.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.24     H.R. van der Sluis, Hof van Azuur 44:

            Samenvatting

Bezwaar wordt gemaakt tegen de geprojecteerde waterwoningen achter het Hof van Azuur. Bij aankoop van de woning was uitgegaan van de gunstige beschrijving zoals in het masterplan waarin was aangegeven dat de belendende percelen voorzien zouden worden met kwalitatief hoogwaardige laagbouw zoals reeds aanwezig in Den Hoorn. De waterwoningen zijn een Vinex-oplossing, wat niet hoogwaardig of duurzaam is door de hoge bouw op een kleine oppervlakte. Door het ontbreken van een tuin zal er geluid worden gedragen over het water wat geluidsoverlast geeft. De waterwoningen zullen het uitzicht en het zonlicht, de privacy beperken en het algemene woongenot derven. Er zal waardedaling en waardevermindering van de woning plaatsvinden.

            Antwoord

Algemeen deel

Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.1.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A. 25    Van der Hoeven & Machielsen, Potbus 95, Prinsenbeek, namens H.W. van der Ende, Lookwatering 43a, Delft:

De inspraakreactie vertoont veel gelijkenis met de inspraakreactie A.17.1 Voor de meeste beantwoording wordt dan ook verwezen naar deze inspraakreactie. Afwijkingen staat hieronder aangegeven.

 

A.25.1  Samenvatting

Aangegeven wordt dat tot 29 april 2004 bij de gemeente niet bekend was dat er een woning op het perceel van inspreker stond. Hoewel dit niet in het kadaster staat aangegeven, heeft inspreker dit reeds eerder aangegeven. Er is zodoende onvoldoende rekening gehouden met de onderhavige woning.

            Antwoord

Naar aanleiding van deze reactie zal met indiener contact worden opgenomen.

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.25.2  Samenvatting

De geplande flat van 8 verdiepingen hoog zal de privacy van cCliënt aantasten.

            Antwoord

De 25 m betreffen alleen de kruising van Verlengde Kristalweg en HOV tracé. Dit ligt hemelsbreed zo’n 160 m van de woning van inspreker.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.26     M.P.A. Ivens & J.P.M. Lambert, Hof van Azuur 14:

A.26.1  Samenvatting

Verzocht wordt de watergang en de groenstrook achter de woning te vergroten om zodoende de privacy te vergroten. Een weg langs de in eigendom zijnde sloot wordt afgekeurd.

            Antwoord

In overleg met Rob StamOp de plankaart staat geen weg getekend achter bedoelde sloot. Dit is globaal een bestemmingsplan met uitwerkingsplicht. Meer gedetailleerde informatie zal in de later op te stellen uitwerkingsplannen worden opgenomen. Voor overige beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.1.

           

Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan.

 

A.26.2  Samenvatting

De uitwerking van het voorontwerpbestemmingsplan zal plaatsvinden door een stedenbouwkundige visie. Op deze visie is geen inspraak mogelijk, wat een slechte zaak is voor de burgers om tijdig te kunnen sturen in de invulling. De stedenbouwkundige visie is een leidend beleidsstuk wat zal worden vastgelegd door het gemeentebestuur. Zodoende zal het een beleidsregels zijn volgens titel 4.3 van de Algemene Wet bestuursrecht, waarop belanghebbenden dienen te kunnen reageren.

            Antwoord

RO Jurist (blabla)Dit is globaal bestemmingsplan met uitwerkingsplicht. Het stedebouwkundig plan wordt opgenomen in de nog op te stellen uitwerkingsplannen. Die uitwerkingsplannen zijn onderwerp van inspraak en zienswijzen en zullen daartoe, net als het bestemmingsplan tweemaal ter inzage worden gelegd alvorens deze plannen kunnen worden vastgesteld.  

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.26.3  Samenvatting

Hoewel indicatief aangegeven verontrust de ligging van bepaalde wegen inspreker en wordt verzocht de weg die evenwijdig aan het blok woningen van inspreker ligt niet zo te situeren. Dit geeft inbreuk op de privacy in de tuin. Verzocht wordt de verkaveling van het masterplan aan te houden waardoor de tuinen van inspreker en de nieuwe tuinen aan water komen te liggen wat de woonomgeving positief zal beïnvloeden.

            Antwoord

???? Gaat niet over Bpkaart!!!

Verwezen wordt naar het antwoord A.26.1.        

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

 

 

A.26.4  Samenvatting

Er wordt bezwaar gemaakt tegen de verschuiving van de woonzorgzone naar de zuidzijde van de Kristalweg. Gevraagd wordt naar de onderbouwing van deze verschuiving en aangegeven wordt dat het overlast zal geven in de Hof van Onyx en Hof van Azuur. Een situering richting de water-as heeft de voorkeur.

            Antwoord

De voorziening is gepland zo dicht mogelijk bij de voorzieningen aan de Foreestweg. Situering aan de zuidzijde van de weg betekent dat de schaduw voornamelijk op de weg valt en niet in de tuin van anderen. / Welzijn

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.27     R. Zeelen, Hof van Azuur 42:

            Samenvatting

De bestemming van het gebied grenzend aan de achterzijde van de woningen Hof van Azuur 27 tot en met 49, wordt van een groen- in een woonbestemming gewijzigd. Tevens wordt de route door de groenbestemming ten zuid-westen van de grote waterloop nu verplaatst door dit gebied langs de bestaande bebouwing. Dit zal een aantasting zijn van de privacy en is geen juridische vertaling van het masterplan. Deze wijziging volgt na een initiatief van het college en is geen transparant bestuurlijk handelen.

            Antwoord

Algemeen deel

Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.1.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.28     R.C.M. Broekman en M.W. Basjou, Hof van Azuur 32:

A.28.1  Samenvatting

De groenstrook achter de sloot en de bebouwing van het Hof van Azuur is anders dan het masterplan nu bestemd voor bebouwing voor woningen van 3 tot 4 woonlagen. De functie van de groenstrook wordt hiermee teniet gedaan. De bereikbaarheid voor verkeer en calamiteiten en de parkeergelegenheid op eigen terrein maken het niet mogelijk dat er woningen op de strook komen. De woningen zullen, zeker bij het ontbreken van een tuin, nadelig zijn voor de privacy en de bezonning in onze terrein. Het woonplezier en de waarde van de woning zal verminderen. Geadviseerd wordt de waterwoningen noordelijker te situeren, waar ze beter bereikbaar zijn en parkeergelegenheid op eigen terrein kunnen hebben.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.1.

Algemeen deel

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.28.2  Samenvatting

Verzocht wordt in de nieuw te bouwen wijk meer ruimte voor groen in te plannen.

            Antwoord

In dit globale bestemmingsplan is alleen de hoofdgroenstructuur en het wonen in ecologisch groen opgenomen. Het realiseren van groen is ook mogelijk binnen de bestemming uit te werken woongebied. De concrete oppervlakte aan groen zal blijken uit de in een later stadium in procedure te brengen uitwerkingsplannen.

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.29     S.T.M. Ali en H. van Poperingen, Hof van Smaragd 12, Delft

            A. Bal, Hof van Smaragd 13, Delft

R. de Jong en S. Grasmeijer, Hof van Smaragd 9, 2614 TN Delft

M. Glaudemans, Hof van Smaragd 14, 2614 TN Delft en

P. Hopstaken, Hof van Smaragd 11, 2614 TN Delft:

 

A.29.1  Samenvatting

De woning van inspreker grenzen aan het plangebied en zij zien nu woningen van 3 tot 4 lagen en een zorgcomplex van minimaal 8 lagen achter de woning gesitueerd. Hierdoor zullen de woningen ingeklemd worden tussen de hoogbouw van het Hof van Zilverlicht en de toekomstige hoogbouw. Door de hoogbouw zal de zon vanaf 5 uur uit de tuin verdwijnen, bewoners zullen het  vrije en ruime uitzicht verliezen en de bebouwing zal te dicht op de huidige bebouwing komen wat een inbreuk zal geven op de privacy. Er zal een waardedaling en een vermindering van de woning plaatsvinden, omdat de waarde van de woningen door de vrije ligging hoger is dan de overige woningen. Verzocht wordt het plan aan te passen zodat de nieuwe bebouwing niet hoger is dan de naastliggende bestaande bebouwingen het zorgcomplex zodanig te situeren dat de privacy, het vrije uitzicht en het woongenot gehandhaafd blijft.

            Antwoord

De voorziening is gepland zo dicht mogelijk bij de voorzieningen aan de Foreestweg. Situering aan de zuidzijde van de weg betekent dat de schaduw voornamelijk op de weg valt en niet in de tuin van anderen. Om eventuele overlast te beperken is in het ontwerp bestemmingsplan het hoogteaccent vastgelegd aan de westzijde van de woonzorgzone, 50 m uit de plangrens.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.29.2 Samenvatting (reactie alleen van de heer A. Bal)

De verschuiving van het woonzorgcomplex van het noorden naar het zuiden van de Kristalweg wordt beargumenteerd met verminderde zonlicht/inval voor de ten noorden van dit complex gesitueerde woningen, maar geeft nu echter vermindering van zonlicht voor de woningen aan de Kristalweg, Hof van Onyx, Hof van Smaragd en omliggende straten.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar A.29.1.De voorziening is gepland zo dicht mogelijk bij de voorzieningen aan de Foreestweg. Situering aan de zuidzijde van de weg betekent dat de schaduw voornamelijk op de weg valt en niet in de tuin van anderen.

           

Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.30     M.J.M. van Vliet en G.A.M. van Leeuwen, c/a Noordhoornseweg 6:

            Samenvatting

In het voorontwerp bestemmingsplan, is het privé gedeelte grond aan de Kastanjewetering (sectie I 5061) in het bestemmingsplan betrokken. Hiertegen wordt bezwaar gemaakt, tenzij de mogelijkheid wordt geboden om op het perceel 2 woningen te realiseren. Verzocht wordt het perceel vergelijkbaar met de Dijkshoornseweg 144, Lookwatering 44 en 45 en Laan van Groenewegen 14 buiten het bestemmingsplan te houden.

            Antwoord

Het gehele gebied vormt onderdeel van dit bestemmingsplan. Voor sommige delen is een directe bouwtitel opgenomen voor andere delen dient eerst een uitwerkingsplan te worden opgesteld. De door indiener aangegeven gronden maken deel uit van het woongebied ”wonen in ecologisch groen” waarvoor eerst een uitwerkingsplan moet worden opgesteld alvorens bouwvergunning kan worden verleend. Het is niet wenselijk delen van die zone uit te sluiten van het uitwerkingplan omdat het gewenst is de zone als één planologisch geheel te ontwikkelen. Eventuele bouwplannen kunnen overigens wel meegenomen worden in het uitwerkingsplan voor dit gebied.RO Jurist -> uitzoeken wat de huidige bestemming van de bebouwing is.

 

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan.

A.31     J.J.M. Löbker, Hof van Azuur 41, Delft:

A.31.1  Samenvatting

Inspreker maakt bezwaar tegen de, anders dan in het masterplan, geplande waterwoningen op het oorspronkelijke groenstrook-eiland in het zuidoostelijke deel van het plangebied. Ze leiden tot ongunstige en ontoelaatbare korte afstand ten opzichte van de tuinen van de bestaande bebouwing en met een bouwhoogte van 3 a 4 lagen zal de privacy aangetast worden. Het zal het vrije uitzicht van de tuinen en de huizen inboeten en zal samen met eerder genoemde punt een negatieve invloed geven op de woningen. Er wordt overwogen een beroep te doen op planschade.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.1.Algemeen deel

           

Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.31.2  Samenvatting

Gesteld wordt dat de procedure van materplan naar voorontwerp erg onduidelijk is en blijk geeft van misleiding en onbehoorlijk bestuur. Op de website van gemeente Delft staat nog het concept masterplan gepubliceerd, terwijl inmiddels het masterplan met afwijkingen hierop is vastgesteld. De waterwoningen die nu verschenen zijn, waren niet aanwezig in het masterplan waardoor niet voldaan wordt aan de aangegeven juridische vertaling van het masterplan in het voorontwerp. De aanleiding en de onderbouwing van de woningen wordt nergens aangegeven. Volgens inspreker heeft de misleidende communicatie van de gemeente Delft ervoor gezorgd dat deze informatie slechts bekend werd door het bestuur van de belangenvereniging BGHV.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.1.    

Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.Projectleider / RO jurist (Sandra van Hek)

  Conclusie

 

A.31.3  Samenvatting

De inspraakperiode die gekozen is en de bijbehorende termijn is krap. Voor veel belanghebbenden is de vakantieperiode dan reeds aangebroken. Het geeft volgens inspreker voor onder andere de waterwoning-kwestie weinig tijd om te reageren Er wordt aangegeven dat het recht op latere aanvulling of wijziging van de bezwaren behouden blijft.

            Antwoord

De ter inzage legging is zoveel mogelijk gepland vóór de vakantieperiode van Nederland midden.

De termijn van vier weken ter inzage legging is een wettelijk vereiste, waar dan ook niet van afgeweken kan worden.

Nadat het voorontwerp bestemmingsplan is aangepast naar aanleiding van de gemaakte inspraakreacties, zal het hieruit volgende ontwerp bestemmingsplan wederom voor de wettelijke termijn van vier weken ter inzage worden gelegd, met de mogelijkheid tot het indienen van zienswijze.

Voor verdere beantwoording wordt verwezen naar A.12.23.6.

Voor overige beantwoording wordt verwezen naar het Algemene deel.

            Conclusie

De reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan.

 

A.32     J.F.A. van Paassen, Dijkshoornseweg 165:

A.32.1  Samenvatting

In aanvulling op een eerder kenbaar gemaakte bezwareningediende bezwaarschrift (moet monde maken insprekers bezwaar tegen het feit dat de grond naast het perceel van belanghebbende (perceel 2052) als voortuin bestemd wordt. Gevraagd wordt naar de redenatie om perceel zodoende te bestemming en of zodoende bebouwing wil worden tegengehouden. Het geeft verbazing dat echter tijdens de inspraakavond is aangegeven dat de kavels langs de Dijkshoornseweg bestemd zijn voor lintbebouwing.

           

Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar het antwoord onder algemeen onder 2.2.?????

           
Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.32.2  Samenvatting

Gevraagd wordt aan welke specificaties de lintbebouwing moet voldoen en hoeveel woonlagen er mogen worden gebouwd.

            Antwoord

Beeldkwaliteitplan?Voor beantwoording  wordt verwezen naar algemeen onder 2.2.

           

Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.32.3  Samenvatting

Inspreker vraagt zich af waarom op het perceel 5541 een schuur niet is ingetekend en wat de argumenten zijn om te verhinderen dat een deel van de hobbykassen gehandhaafd blijven voor hobbykassen. Er wordt afgevraagd hoeveel woonlagen er op het perceel mogen worden gebouwd en hoeveel woningen er op het perceel komen.

            Antwoord

Voor het betreffende perceel is in het ontwerp bestemmingsplan de gedetailleerde bestemming wonen gewijzigd in een meer algemene ‘Lintbestemming’. Zie hierover algemeen 2.2.

In de voorschriften is opgenomen hoeveel bebouwing aan hoofd- en bijgebouwen, waaronder hobbykassen, mag worden opgenomen. Bestaande hobbykassen mogen op grond van het overgangsrecht behouden blijven.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.32.4  Samenvatting

Gevraagd wordt of de sloot tussen perceel 5541 en Dijkshoornseweg 142 gehandhaafd blijft en of er stromend water in komt. In verband met het verkrijgen van privacy wordt verzocht een watergang achter het perceel te situeren. Inspreker vraagt zich af hoe breed de watergang wordt.

            Antwoord

Dit bestemmingsplan is een globaal plan met uitwerkingsverplichting. Op plankaarten van globale plannen wordt dergelijk gedetailleerde informatie niet opgenomen. Dit zal wel het geval zijn bij de uitwerkingsplannen die in een later stadium worden opgesteld.

Milieu

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.32.5 Samenvatting

Er is door de gemeente telefonisch contact gezocht omtrent de bodemgesteldheid van de regio en verzocht een sondering uit te kunnen voeren. Gevraagd wordt naar de belangen om van het perceel in eigendom de bodemgesteldheid te bepalen, of onteigening van dit perceel bij de gemeente aan de orde is geweest en hoe waarschijnlijk de onteigening van de kavel door de gemeente is.

            Antwoord

Onteigening van dit perceel is niet aan de orde geweest. Om inzicht in de bodem te kunnen krijgen is het noodzakelijk om verschillende locaties in het plangebied te sonderen. Deze locatie leent zich uitstekend voor sonderen omdat hier geen kassen staan. Desgewenst kan inspreker een kopie krijgen van de onderzoeksgegevens van het betreffende perceel. Projectleider

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

 

A.33     S. Rijpma, lookwatering 46, Delft:

            Samenvatting

Inspreker geeft aan dat op de plankaart geen enkele indicatie van de bestaande eigenweg langs de percelen 44 tot en met 49 naar de Woudselaan is gegeven. Deze weg is momenteel de ontsluiting van de percelen. Tevens wordt er bezwaar gemaakt tegen het onderscheid van voortuin en tuin op de plankaart, waarvan de functie inspreker niet bekend is. De bijgebouwen, de aanbouwen en dergelijk zijn niet aangegeven op de plankaarten, wat het aanpassen dan wel uitbreiden ervan moeilijk of onmogelijk maakt. Er wordt aangegeven dat het plan vrijblijvend en onduidelijk is over de invulling van de hoofdwegen en de watergangen met de aansluitingen op de bestaande en geïndiceerde wegen en watergangen, waardoor op ene later stadium op zal worden teruggekomen. 

            Antwoord

De door inspreker bedoelde weg ligt aan de noordzijde, net buiten het plangebied en is daarom niet opgenomen in de bestemmingsplanregeling. De openbaar toegankelijke weg lang het water is nu wel op de plankaart aangegeven. De regeling voor de lintbebouwing zal worden aangepast. Verwezen wordt naar algemeen onder 2.2. en antwoord A.12.13.  Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.34     C. Koppert, Hof van Azuur 46, Delft:

A.34.1  Samenvatting

Bezwaar wordt gemaakt van de wijziging van de groen/blauw bestemming langs het slurfje achter de Hof van Azuur naar een woonbestemming. Inspreker is het niet eens met de wijze waarop eerst aangegeven bestemmingen wijzigingen ten behoeve van waterwoningen. Volgens het Hoogheemraadschap dient de sloot verbreed te worden, waarna er vervolgens waterwoningen in zijn geprojecteerd die de privacy van bewoners aantast. Elders in de regio zijn volgens inspreker slechte ervaringen omtrent de waterwoning bekend en ze zullen grote investeringen in de infrastructuur vragen. Gevraagd wordt als de bewoners van Den Hoorn rekening te houden met de bewoners van de Hof van Azuur en de woningen ergens anders te plaatsten. Bewoners hebben niet voor de waterwoningen gekozen en worden er nu onterecht mee geconfronteerd.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.1.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.35     J.Th.H en C.W.M. van Paassen, Laan van Groenewegen 16, Delft:

            Samenvatting

Bezwaar bestaat tegen de bestemming openbaar groen op de kavel, omdat voor circa 1500 m² de bestemming “bestaand te handhaven” zou moeten worden vastgelegd. Tevens past de woonbestemming “vrijstaande bouw” volgens inspreker het beste in de Lintbebouwing zoals reeds eerder is aangegeven door de gemeente. Omdat insprekers zelf de woningen willen realiseren wordt gevraagd een gesprek te organiseren om zodoende de correcte planologie toe te passen.

            Antwoord

De bestemming van het door inspreker bedoelde perceel zal worden omgezet in de bestemming lintbebouwing. Na behandeling van het ontwerp bestemmingsplan in de commissie Duurzaamheid kan inspreker contact opnemen met Bouw en Woningtoezicht van de gemeente Delft om de ontwikkelingsmogelijkheden van het perceel te bespreken.

            Conclusie

De reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.36     G.A.M. van Leeuwen, Noordhoornseweg 6, Delft:

            Samenvatting

Bezwaar wordt gemaakt tegen de archering op de kaart grenzend aan de Laan van Groenewegen 13. Bij aankoop van het tuinbedrijf is het gedeelte reeds mondeling aan de buurman verkocht. Verwacht wordt dat de juridische overdracht van de grond op 31-12-04 aan de buurman niet wordt belet door het ter plaatse geldende WvG. Door middel van tekeningen wordt gevraagd de plankaart aan te passen.

            Antwoord

De arcering ten noorden van het perceel Laan van Groenewegen 13 betekent dat ter plaatse de hoofdwater- en groenstructuur is gepland. De door inspreker genoemde aanduiding WvG komt niet voor op de plankaart van het bestemmingsplan. Wel is aan de noordzijde een strook “wonen in ecologisch groen” opgenomen. Het bouwen van woningen zal in het later op te stellen uitwerkingsplan mogelijk worden gemaakt maar het bebouwingspercentage is in vergelijking met de andere uitwerkingsplannen laag (20%).

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.37     A.J.M. van Paassen, Dijkshoornseweg 144, Delft:

            Samenvatting

Inspreker geeft aan dat op de plankaart de bebouwing op zijn perceel 5551 aan de Kastanjewetering niet is aangegeven.

            Antwoord

Verwezen wordt naar het antwoord onder A.32.3.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.38     E.J.N. Wendel, Hof van Azuur 47, Delft:

A.38.1  Samenvatting

De groene strook achter de woning van de Hof van Azuur kan door de waterwoningen geen bijdrage leveren aan de ecologische structuur. Bij de procedure voor de waterwoningen ontbreekt de juiste argumentatie, is in strijd met de gehanteerde uitgangspunten en ondoordacht voor ontsluiting en veiligheid.

Inspreker vind het in strijd met de eerdere toezeggingen dat de wijk veel laagbouw en grondgebonden woningen zou krijgen dat nu bebouwing tot 8 lagen hoog mogelijk is. Waterwoningen zijn niet grondgebonden en dienen slechts de actualiteit. Er zijn volgens inspreker beter locaties voor de waterwoningen. Gevraagd wordt de uitgangspunten van het masterplan te hanteren.

Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.1.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.39     J.A. Rost, Hof van Azuur, Delft:

A.39     Samenvatting

De primaire visuele lijn die vanuit de Hof van Delft in het nieuwe plangebied doorschuift geeft geen ruimte voor verschuiving in westelijke richting voor de waterwoningen. De strook achter de Hof van Azuur is tussen de 18 en 9 m, waarvan 2 m voor de langzaamverkeersroute en 4 m voor de verkeersroute nodig is, zal er voor de waterwoningen slechts 6 m over blijven wat te weinig is oor een waterwoning van minimaal 10 m breed. Hierdoor zullen de waterwoningen van 3 à 4 woonlagen richting de Hof van Azuur verschuiven, wat in strijd is met een ruime, moderne en aantrekkelijke wijk.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.1.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

A.40     EBH Advocaten, namens verschillende insprekers:

A.40.1  Samenvatting

Door wethouder Baljé is in de commissie Duurzaamheid toegezegd dat de inspraak niet gedurende de zomer zou worden gehouden en is een termijn van 6 weken inspraak toegezegd. Dit is nu echter anders en omdat veel insprekers de Stadskrant niet hebben ontvangen en na het ontvangen van de brief nog slechts een effectieve inspraaktermijn van 3 weken restte, zijn insprekers van mening dat ze in hun belangen zijn geschaad. Ze behouden het recht de zienswijze uit te breiden en aan te vullen.

            Antwoord

De toezegging van 6 weken inspraak is voorzover binnen de gemeente te achterhalen niet gedaan. Voor overige beantwoording wordt verwezen naar A.12.23.6,  A.22.1. en A.31.3.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.40.2  Samenvatting

De uitgangspunten van het convenant tussen Schipluiden en Delft worden volgens insprekers in het bestemmingsplan verlaten door onder andere de sterke mate van verstedelijking met hoogteaccenten en verdiepingsbouw. Het heeft geen dorps karakter meer en is geen overgang meer naar het gebied van Midden-Delfland. Een goede ruimtelijke ordening ontbreekt hierdoor. Door 1100 tot 1500 woningen wordt het “open, landelijke gebied en natuur” volgend uit het convenant het recht toe gedaan. De toename in woningen zal verkeersproblemen geven, geluidsoverlast en gevolgen hebben voor het milieu. Het woon- en leefmilieu zal volgens insprekers verslechteren.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar het antwoord onder A.12.5.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.40.3  Samenvatting

De toezeggingen dat voorkomen zou worden dat gemotoriseerd verkeer vanaf de aan te leggen verkeersweg af zou kunnen slaan op de Dijkshoornseweg waardoor sluipverkeer door Midden-Delfland zou worden tegengegaan, wordt niet terug gevonden in het bestemmingsplan.

            Antwoord

Momenteel wordt onderzocht of de knip continu of gedurende een bepaalde periode per dag gesloten wordt voor doorgaan verkeer. De bevindingen van dit onderzoek worden in de verdere ontwikkeling meegenomen.

Het definitief dan wel tijdelijk afsluiten van de doorgaande route wordt overigens niet in het bestemmingsplan opgenomen.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.40.4  Samenvatting

Er wordt naar de mening van inspreker onvoldoende rekening gehouden met de peil van het grondwater.

            Antwoord

Er wordt een studie uitgevoerd naar de waterhuishouding in relatie tot de beoogde ontwikkeling (zie A.12.9). In deze studie is er ook aandacht voor de grondwaterhuishouding en hoe om te gaan met de afvoer van hemelwater. De resultaten van dit onderzoek worden opgenomen in de toelichting op het bestemmingsplan.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.40.5  Samenvatting

In het bestemmingsplan is voor erf- en perceelafscheiding een maxima van 1 m hoog aangegeven. Inspreker geeft aan dat volgens het Besluit Bouwvergunningvrije en Licht-bouwvergunningspichtige Bouwwerken deze bestemming bouwvergunningvrij is met een maximale hoogte van 2 m. Deze bepaling is in strijd met artikel 20 WRO waarin bepaald is dat voorschriften buiten toepassing blijven indien geen bouwvergunning vereist is. Het is in strijd met de rechtszekerheid en geeft een onzekere rechtspositie.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.2. Ten overvloede merken wij op dat van strijd met artikel 20 WRO geen sprake kan zijn nu dat artikel juist beoogt een regeling te geven voor strijdigheden.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.40.6 Samenvatting

Er wordt gesteld dat de voorschriften voor voortuinen ernstig beperkend zijn en dat de hierbij toegestane vrijstellingen planologisch niet relevant. Insprekers zijn verbaasd dat bepaalde gevallen zoals bijvoorbeeld berging voor een scootmobiel wel onder de vrijstelling vallen en schuttingen of afdekking van vuilnisbakken niet. Het voorschrift dient te worden aangepast en de maximale bouwhoogte van 1 m dient te vervallen.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.2.    

Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.41     G. Bergsma en O. Oude Groen, T. van Berhoutlaan 21, Delft:

A.41.1  Samenvatting

Verzocht wordt zoals aangegeven op de inspraakavond van 29 juni 2004 juridisch op te nemen dat de kap van een woning ook meegerekend wordt als bouwlaag. Tevens wordt verzocht de maximale hoogte van bouwlagen in meters aan te geven, namelijk 3.30 m. Het niet definiëren van de hoogte van de bouwlagen is gezien de variaties in de hoogte een omissie.

            Antwoord

In het bestemmingsplan zal de maximale bouwhoogte in meters worden opgenomen. Hierbij wordt uitgegaan van het toegestaan aantal lagen x 3,00m + 1,00m.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.41.2  Samenvatting

Het is niet gewenst dat achter de bestaande woningen van de Teding van Berkhoutlaan in WII woningen met 4 lagen mogelijk zijn. Huizen van 2 lagen met een kap of 3 lagen zonder kap vanaf 40 m vanaf het Voordijkshoornsepad is passender in de wijk en er wordt dan geen inbreuk gedaan aan de architectuur van de Kuijperwijk. Voor de rest van het gebied kan dan een hoger percentage voor 4 lagen bestemd worden.

            Antwoord

In het globaal bestemde woongebied met uitwerkingverplichting zal in het bestemmingsplan geen nadere differentiatie in bouwhoogten worden aangebracht. In de uitwerkingsplannen komen nuanceringen zoals door inspreker bedoeld aan bod.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.41.3  Samenvatting

Verzocht wordt in de verste oostrand van het plangebied een groenstrook van 16 m te maken voor een toeristisch fiets/wandelpad Voordijkshoornsepad en een verbeterd uitzicht. Dit sluit aan op het brede water van het masterplan, de bredere sloot tussen de Hofzoom en het Voordijkshoornsepad wordt doorgetrokken naar het noorden en de wens van Delfland dat waterlopen minimaal 8 m breed dienen te zijn.

            Antwoord

Het bestemmingsplan is een globaal plan waarin alleen de bestaande bebouwingslinten specifiek zijn bestemd. Gezien het globale karakter van het bestemmingsplan kunnen deze onderwerpen moeilijk worden geconcretiseerd. Het plan zal worden geconcretiseerd in een uitwerkingsplan (art. 11 WRO).

            Conclusie

Het al dan niet overnemen van deze reactie wordt in de verdere planvorming beoordeeld.

 

A.41.4  Samenvatting

Er wordt voorgestelde de bebouwing bij het Voordijkshoornsepad minstens 16 m van de rand te plaatsen door de groenstrook te honoreren, de sloot te verbreden of de woningen een achtertuin van 10 m te geven. Dit zal het uitzicht van de woningen en het fietspad behouden. Het tuin aan tuin principe kan zodoende gehanteerd worden. Het tuin, water, tuin-principe is geen goede optie om geen tuinen aan het water te hebben te overrulen.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar het antwoord onder A.41.3

            Conclusie

Deze reactie zal in de verdere planvorming worden meegenomen.

 

A.41.5  Samenvatting

Het niet zorgvuldig regelen van de bouwhoogte en de afstand van de bestaande bebouwing zal een vergroting geven in de planschade claims. Het uitzicht vanuit de woningen was voorheen vrij met lage kassen.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar de antwoorden onder A.1.2. en A.41.1

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.41.6  Samenvatting

Bij een succes van Technopolis en wegens de grote vraag in Delft is het gewenst duurdere 2 onder 1 kap woningen achter de woningen en die van de Hofzoom te plaatsen.

            Antwoord

In het globale bestemmingsplan is een indicatieve woningdifferentiatie aangegeven. Hierin is ook in duurdere woningen voorzien. In de uitwerkingsplannen zal nader bepaald worden waar de verschillende woningtypes zich in het plangebied  bevinden.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

A.41.7  Samenvatting

Verzocht wordt de nieuwe woningen aan de oostrand van WII te funderen met schroefpalen, omdat de bestaande woningen gefundeerd zijn op staal en dus kwetsbaar voor trillingen zijn.

            Antwoord

Deze opmerking betreft de uitvoering van de in het bestemmingsplan opgenomen planologische mogelijkheden. Zodra voor het plangebied bouwplannen zullen worden beoordeeld kan deze opmerking worden meegenomen.

            Conclusie

Deze opmerking heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

B.         Mondelinge Inspraak

 

Op 29 juni 2004 is van 19:30 tot 22:30 een inspraakavond gehouden op het voorontwerpbestemmingsplan “Harnaschpolder Delft” in het stadhuis van de gemeente Delft. Het plan is daar toegelicht en de mogelijkheid tot het indienen van mondelinge inspraak is geboden.

De inspraakavond is bezocht door 64 belangstellenden. De presentielijst is bijgevoegd als bijlage 1.

 

De volgende mondelinge reacties zijn ingediend:

 

B.1       Samenvatting

Gevraagd wordt wat er met de Woudselaan gaat gebeuren. Zal het voor auto’s toegankelijk zijn tot het einde van de Woudselaan of alleen voor fietsers. Er is vernomen dat de Woudselaan vanaf nummer 3 afgesloten wordt, wat niet prettig is voor schoolgaande kinderen.

            Antwoord

De Woudselaan blijft haar huidige karakter behouden: een doorgaande recreatieve fietsroute en bestemmingsverkeer (toegang van de bebouwing aan de Woudselaan). Van afsluiting van de Woudselaan ter hoogte van de Lookwatering is geen sprake.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

B.2       Samenvatting

Er is vernomen dat voor elke meter bouwhoogte een meter van de rooilijn afgebouwd moet worden. Er wordt gevraagd of dat juist is. Inspreker heeft dit vernomen aan de Phoenixstraat. Gevraagd is of dat juridisch zo is vastgelegd en indien dit niet het geval is hoe het dan is geregeld.

            Antwoord

In artikel 3 lid 2 sub d van de voorschriften van het bestemmingsplan is geregeld dat de afstand tussen bestaande bebouwing en nieuwbouw minimaal tweemaal de hoogte van de nieuwbouw bedraagt.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

B.3       Samenvatting

Gesteld wordt dat het bestemmingsplan afwijkt van het Masterplan. Inspreker is in de Groene Zoom woonachtig. Tegenover de straat is in eerdere fases een groen veldje gebleven. Nu is in het bestemmingsplan de bestemming WO2 vastgelegd. Gevreesd wordt dat er bebouwing voor de woningen zal komen, wat inkijk zal geven in de huidige huizen.

            Antwoord

De schapenweide wordt conform de bestaande situatie op de plankaart opgenomen. De plankaart zal hierop worden aangepast.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan.

 

B.4       Samenvatting

Inspreker geeft aan dat de weg in het verlengde van de Hof van Zilverlicht eerst alleen voor fietsers toegankelijk was en nu als een ontsluitingsweg is bestemd. Gevraagd wordt of de weg met verkeerstechnische maatregelen aangepast kan worden, zodat de verkeersstroom door de Groene Zoom en de Hoornse Zoom geminimaliseerd kan worden. Zodoende kunnen automobilisten gedwongen worden de Kristalweg op te gaan.

           

Antwoord

Het is een misvatting dat de doorsteek vanaf de Laan van Groenewegen naar de Groene Zoom ter hoogte van het appartementengebouw ook voor autoverkeer geschikt zal worden. Dit is niet het geval, het gaat hier om een doorsteek voor fietsers en calamiteitenverkeer.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

B.5       Samenvatting

Bewoners van Dijkshoornseweg 202 en 204 zouden bij voorkeur water achter hun woningen hebben. Dit geeft een betere afscheiding met de nieuwe bebouwing en geeft minder inkijk en meer privacy. Achter de woningen zijn in het nieuwe bestemmingsplan nu woningen met drie woonlagen bestemd en is het gearceerd voor bebouwing terwijl in eerste tekening het één groenstrook zou blijven.

            Antwoord

Direct achter de woningen Dijkhoornseweg 202 en 204 zal op de plankaart van het ontwerp-bestemmingsplan de bestemming hoofd groen en waterstructuur worden opgenomen.         

Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

B.6       Samenvatting

Inspraakreactie betreft het fietspad naast de garages van de Dijkshoornseweg 202 en 204. Gevraagd wordt hoever deze van de huidige garages af komt te liggen. Insprekers vragen zich af of er een wettelijk bepaalde afstand van de huidige bebouwing is bepaald in verband met overlast. Insprekers zouden willen weten of deze weg reeds als fietspad is gepland of ook voor de ontsluiting voor auto’s en calamiteiten. Het is niet gewenst dat het allemaal uit komt op de Kastanjewetering, omdat het daar smal is en over het kleine bruggetje moet. Insprekers willen daar geen doorgaande weg.

            Antwoord

Het betreft een globaal plan waarin exacte locaties van fietspaden niet zijn opgenomen. De exacte ligging is mede afhankelijk van de het stedenbouwkundig ontwerp voor de locatie. Dat zal pas bekend zijn in een later stadium van de planontwikkeling. De opmerking van inspreker wordt overigens meegenomen in de verdere planontwikkeling.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

B.7       Samenvatting

Inspreker is woonachtig in het Hof van Azuur. Hier staan landelijke huizen met vrij uitzicht. Met drie tot vier lagen woningen zal de het vrije uitzicht afnemen. Er zal een muur van bebouwing ontstaan en de woningen staan volgens inspreker te dicht op elkaar. Bij andere woningen aan de gemeentegrens wordt lagere bebouwing gerealiseerd (twee lagen met kap). Dit heeft de voorkeur.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.1.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

B.8       Samenvatting

In eerste bouwplannen is veel water opgenomen. In huidige bestemmingsplan is dit een andere situatie door bijvoorbeeld waterwoningen. Naar de mening van inspreker is in het masterplan een onjuiste voorstelling van zaken gegeven. De bebouwing zal te dicht op de huidige bebouwing komen wat inbreuk op de privacy geeft.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.1. Op het globale plan is alleen de hoofd water- en groenstructuur opgenomen. Nadere detaillering volgt in de uitwerkingsplannen.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

B.9       Samenvatting

Het masterplan geeft voor bewoners van Hof van Azuur een positief beeld. Daarom is er door de bewoners niet gereageerd. Het huidige bestemmingsplan is echter ongunstiger. Het is een nadelige situatie voor de bewoners, omdat het plan is gewijzigd door reacties op het masterplan. Bewoners zijn niet gekend in deze nadelige wijzigingen in tegenstelling tot andere reacties.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.1.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

B.10     Samenvatting

Bestemmingsplan is voor de bewoners van de Hof van Azuur geen juiste en zelfs een nadelige wijziging ten opzichte van het masterplan.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.1.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

B.11     Samenvatting

Hof van Azuur was bij de bouw van de wijk de duurste rij door goede ligging (zonlicht en uitzicht). Dat wordt nu teruggedraaid, omdat om 5 uur de zon zich zal verschuilen achter de te bouwen woningen. Dit geeft waardedaling en -vermindering van de woning.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.1 en het antwoord onder A.1.2.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

B.12     Samenvatting

In eerder plannen was de ruimte te klein om waterwoningen te kunnen  bouwen. Nu is de ruimte groter en is de bouw van waterwoningen wel mogelijk. Dit gaf in eerste instantie geen aanleiding tot reactie, maar is nu ten nadele voor de huidige bewoners gewijzigd. Dit is misleiding geweest.

           Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.1.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

B.13    Samenvatting

Gesuggereerd wordt de waterwoningen ergens anders te situeren, waar de huidige bewoners (en de nieuwe) geen last hebben van elkaar (voorbeeld bij het SION). Stukje van 8 m is naar de mening van inspreker hiervoor te klein. Ook zijn ze slecht bereikbaar voor verkeer.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.1.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

B.14      Samenvatting

Bij calamiteiten zijn de waterwoningen slecht bereikbaar voor hulpverlenende diensten wat onveilige situaties geeft.

           

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.1. Het betreft een globaal plan dat nog moet worden uitgewerkt. Bij die uitwerking wordt rekening gehouden met de bereikbaarheid voor hulpverlenende diensten.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

            Conclusie

 

B.15     Samenvatting

De woonzorgzone in het verlengde van de Kristalweg is verplaatst maar geeft nu meer dan in de oude situatie overlast (inbreuk op privacy en afname van zonlicht).

            Antwoord

De woonzorgzone is verplaatst van de noordzijde van de ontsluitingsweg naar de zuidzijde daarvan. Om eventuele overlast te beperken is in het ontwerp bestemmingsplan het hoogteaccent vastgelegd aan de westzijde van de woonzorgzone, 50 m uit de plangrens.Om te voorkomen dat bestaande woningen overlast ondervinden van de zone is deze in het ontwerpbestemmingsplan beperkt tot 50 m uit de bestemmingsplangrens.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

B.16     Samenvatting

Door de komst van nieuwe wijk en het hoogteaccenten zullen de woningen van de grensbewoners (Hof van Azuur) ingeklemd worden wat een waardedaling zal geven voor de woningen tussen de twee hoogteaccenten.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar antwoord A.1.2.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

B.17     Samenvatting

Voorgesteld wordt het woonzorgcomplex voor ouderen meer richting de Voordijkshoorn situeren. De nieuwe bewoners kiezen er bewust voor om daar te wonen, terwijl de huidige bewoners zien zich nu geconfronteerd zien met het complex.

            Antwoord

De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. Voor beantwoording wordt verwezen naar A.29.1 en B.15.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

B.18     Samenvatting

Gevraagd wordt wat de daadwerkelijke bestemming van de HOV-lijn (busbaan) is en wat de afstand is tot de reeds bestaande bebouwing. Inspreker vraagt zich af of dit overlast zal geven voor de huidige bewoners. Inspreker zou willen weten of het mogelijk is dat in de toekomst deze baan ook gebruikt gaat worden voor autoverkeer. Inspreker is benieuwd wat er gaat gebeuren met de huidige weg Lookwatering die met deze baan gaat kruisen.

            Antwoord

De exacte bestemming is geregeld in artikel 3 lid 2 sub e van de voorschriften van het bestemmingsplan. Ter plaatse van de aanduiding “Hoofdontsluiting” worden de gronden in ieder geval bestemd voor een oost-west wegverbinding voor tenminste autoverkeer waarbij het aantal rijstroken maximaal twee bedraagt. Naar de exacte aansluiting op de huidige weg Lookwatering wordt nog onderzoek gedaan. De exacte afstand ten opzicht van bestaande bebouwing loopt sterk uiteen.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

B.19     Samenvatting

Inspreker van het Midden-Delfland (het hoekje uit de plankaart) zegt dat achter haar woning de Harnaschdreef ligt. Gevraagd wordt of deze weg gebruikt zal worden om bouwmateriaal over aan te voeren. Ze geeft aan dat de huizen niet geheid zijn wat samen met de nabijheid van de vrachtwagens overlast zal geven door verzakking.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar het antwoord onder A.18.4.

            Conclusie

Deze reactie is van informatieve aard.

 

B.20     Samenvatting

Ophogen van de grond voor het project zal de huidige bebouwing in een put situeren, waardoor wateroverlast zal optreden. Gevraagd is hoe dit voorkomen zal worden.

            Antwoord

De gemeente Delft heeft een advies- en onderzoeksbureau opdracht gegeven om een onderzoek te doen naar de waterhuishouding in het gebied in relatie tot de beoogde ontwikkeling. De resultaten zijn opgenomen in de toelichting van het ontwerp bestemmingsplan en zijn de basis voor de uitwerkingsplannen.

De toekomstige maaiveld hoogte is nog niet bekend. Zodra dit bekend kunnen de consequenties daarvan overzien worden.

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

B.21     Samenvatting

Gevraagd wordt of als de weg “Harnaschdreef” nog niet aangelegd gaat worden, dit invloed heeft op de realisatie van het project en of het dan eventueel wordt uitgesteld.

            Antwoord

De aanleg van de Harnaschdreef is essentieel in de ontsluiting van de nieuwe woonwijken, zowel van de gemeente Midden-Delfland als Delft. De verwachting is dan ook dat de Harnaschdreef tijdig zal worden aangelegd.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

           

B.22     Samenvatting

Gesteld wordt dat de watergang achter de Hof van Auqaramijn in eigendom zijn mee verkocht. Er wordt gevraagd of de watergang door de situering van de woningen hier tegenover, verbreed zal worden.

Antwoord

Het betreft een globaal bestemmingsplan dat in later stadium van de planvorming nader zal worden uitgewerkt. Pas dan zal duidelijk komen over de exacte situering van de woningen en de mogelijke consequenties daarvan voor de breedte van de watergangen.

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

B.23     Samenvatting

Gevraagd wordt hoe hoog de ophoging van het gebied zal zijn en of dit wateroverlast geven. Indien dit het geval is wordt verzocht om een sloot achter de woningen te leggen.

            Antwoord

Er wordt een studie uitgevoerd naar de waterhuishouding in relatie tot de beoogde ontwikkeling (zie A.12.9). In die studie wordt ook de consequenties van de noodzakelijk ophoging voor de waterhuishouding meegenomen. In dit stadium is nog niet bekend hoe hoog het terrein wordt opgehoogd. Aandachtspunt is met name de relatie met de bestaande bebouwing.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

B.24     Samenvatting

Inspreker is het niet eens met de waterwoningen achter de Hof van Azuur. In eerder plannen zou het een groenstrook zijn. Nu zal het inbreuk op de privacy geven als op het terras wordt gezeten en in de woningen zelf.

Een groenstrook past beter in de omving en geeft betere aansluiting op het park. Continuïteit van het park wordt door het weghalen van de groenstrook verbroken en geeft inbreuk op de ecologisch zone. Gevraagd wordt wat de waarde van het park dan nog is.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.1.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

B.25     Samenvatting

Inspreker is van mening dat de waterwoningen een waardevermindering geeft van de woningen. Door het ontbreken van tuin van de waterwoningen zullen de huidige bewoners alleen op een woning kijken (een muur) en niet tegen groen. Dit geeft visuele verontreiniging.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.1. en antwoord A.1.2.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

B.26     Samenvatting

Omdat mensen hun huis dienen te bereiken met de auto, zal er inbreuk komen in de groene zone. Watersport is in het gebied ook niet mogelijk doordat bruggen moeten zorgen voor de bereikbaarheid van de waterwoningen. Dit zal onrust geven in de wijk door het gemotoriseerde verkeer.

            Antwoord

Het betreft een globaal bestemmingsplan dat in een later stadium nader wordt uitgewerkt in uitwerkingsplannen. Exacte ligging van bruggen en dergelijk zijn in dit stadium nog niet bekend.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

B.27     Samenvatting

Inspreker is van mening dat de waterwoningen geen aanwinst voor de wijk zijn en dat het een prestige project is, dat juist ontsierend werkt.

            Antwoord

Verwezen wordt naar het algemene deel onder 2.1.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

B.28     Samenvatting

Inspreker van Dijkshoornsweg 140 verzoekt wederom een gracht te situeren achter de woning in verband met de privacy en de mogelijke wateroverlast door de ophoging van het plangebied.

            Antwoord

Momenteel wordt onderzoek uitgevoerd naar bestaande en toekomstige waterproblematiek in het plangebied en de mogelijke oplossing daarvan. De resultaten van dit onderzoek vormen mede de grondslag voor de uitwerking van het plangebied achter het perceel van indiener. Ook waarborgen voor privacy komen in die uitwerkingsplannen aan de orde.  Conclusie

Het al dan niet overnemen van deze reactie wordt in de verdere planvorming beoordeeld.

 

 

B.29     Samenvatting

Het eind van Laan van Groenwegen heeft aan de Delftse kant twee woningen en een schapenweide. In alle plannen is de schapenweide behouden, naast de huidige bebouwing. In het huidige bestemmingsplan is het schapenweitje bestemd voor bebouwing. Er zal een stukje groen, dan nieuwe bebouwing en dan de huidige bebouwing volgen. Gevraagd is naar de achterliggende gedachte. Indien er geen reden is voor de wijziging wordt verzocht de eerdere situatie aan te houden wat het behoud van de schapenweide/groenstrook betekent. Inspreker heeft reeds eerder vernomen dat er geen reden is voor deze wijziging, dus verzoekt om de huidige situatie te behouden.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar het antwoord onder A.20.C.2 en B.3.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

B.30     Samenvatting

Inspreker stelt dat toegezegd is dat afvoer van de kassensloop niet zal plaatsvinden over de Woudselaan. De Woudselaan is eigendom en zal door de bewoners onderhouden moeten worden. Inspreker stemt niet in met deze afvoer van bouwmaterialen, vooral omdat eerder is toegezegd dat dit niet zou gebeuren.

            Antwoord

Verwezen wordt naar het antwoord onder A.18.4.

Conclusie

De reactie wordt meegenomen in de verdere planvorming.

 

B.31     Samenvatting

Inspreker (Laan van Groenewegen 14) heeft een grote bedrijfsschuur waar in principe huizen gebouwd kunnen worden. Gevraagd wordt of het mogelijk kan zijn daar woningen te realiseren, nu de agrarische bestemming daar opgeheven zal worden.

            Antwoord

Ter plaatse is in het ontwerpbestemmingsplan de bestemming lintbebouwing opgenomen. De bouw van woningen is mogelijk binnen de voorwaarden die daarvoor in de voorschriften zijn opgenomen. Voor verdere beantwoording zie algemeen 2.2.

            Conclusie

Deze reactie is van informatieve aard.

 

B.32     Samenvatting

Bewoner (Laan van Groenewegen 12) heeft eigen grond met een huis en een dubbele garage ernaast. Gevraagd wordt wat er op het perceel behouden kan blijven of dat zaken verwijderd zullen worden ten behoeve van wegen e.d. Aan andere kant van de woning is reeds op afstand water aanwezig en er is reeds 100 m hobbykas verkocht.

Antwoord

De woning/perceel Laan van Groenewegen 12 wordt volledig ingepast. Er dient geen grond aangekocht te worden. Aan de achterkant van het perceel zal volgens de huidige inzichten een weg worden aangelegd die de woonkavel ontsluit die achter de woning van insprekers ligt. Deze weg wordt door middel van een brug aangetakt op de Groene Zoom.

            Conclusie

De reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

B.33     Samenvatting

Gesteld wordt dat bij het masterplan bewoners van Lookwatering 39 t/m 42 achter hun woning land hadden willen aankopen. Dit is nu niet in het bestemmingsplan opgenomen en de bewoners hebben daar niets van gehoord. De bewoners willen duidelijkheid over waar het water komt te liggen en wat aan tuin kan worden aangekocht.

 

 

Antwoord

De gronden achter voornoemde woningen zijn wel in het bestemmingsplan opgenomen en hebben de bestemming “wonen in ecologisch groen”.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

B.34     Samenvatting

Op de grens van het gebied is een grote groenstrook bij de HOV-lijn opgenomen. Inspreker vraagt zich af waarom dit aan de rand van het plangebied is gesitueerd en er niet meer groen in het plangebied is opgenomen. Zo hebben de naburige huizen bijvoorbeeld een smallere groenstrook. Scheiding met het bedrijvenschap kan met smallere strook en zodoende kan meer woningbouw gepland worden. Gevraagd wordt naar de achterliggende gedachte van deze strook.

            Antwoord

Die groenstrook is opgenomen om  samen met de groenstrook aan de andere zijde van he de plangrens te kunnen dienen als groen buffer tussen het bedrijventerrein en de woonwijk.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

B.35     Samenvatting

Inspreker (Dijkshoornsweg 142) krijgt water achter de woning, maar kan met een boot niet de vijver bereiken. Verzocht wordt dit alsnog mogelijk te maken. Tevens wordt er verzocht een betere bestemmingsplanregeling van de voortuin te maken.

Antwoord

Verwezen wordt naar algemeen onder 2.2.

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

B.36     Samenvatting

Gesteld wordt dat het water achter de huizen 128 t/m 132 doorgetrokken zou moeten worden

            Antwoord

Verwezen wordt naar het antwoord B.28.

            Conclusie

Deze reactie zal in de verdere planvorming worden meegenomen.

 

B.37     Samenvatting

Geconstateerd wordt dat eigendom Lookwatering 43a gekruist wordt door geplande woningbouw. Gevraagd wordt waar ontsluiting komt.

            Antwoord

Het bestemmingsplan is een globaal plan met uitwerkingsverplichting. Met uitzondering van de hoofdontsluiting is de ontsluiting op detailniveau nog niet bekend. Dit zal in de uitwerkingsplannen aan de orde komen. Voor verdere beantwoording wordt verwezen naar A.25.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

B.38     Samenvatting

Geconstateerd wordt dat het eigendom Lookwatering 43 gekruist wordt door geplande woningbouw. Gevraagd wordt waar de ontsluiting komt.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar antwoord A.17 en B.37.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

 

B.39     Samenvatting

Gevraagd wordt of het fietsbruggetje en de sloot ter hoogte van Lookwatering 44a gehandhaafd blijven. Inspreker vraagt of er achter 44a en 45 een sloot komt en of er woningbouw komt. Op perceel 2181 ontbreekt schuur. Bij nr. 45 ontbreekt de schuur en de hobbykas.

            Antwoord

Het fietsbruggetje blijft gehandhaafd. Onderzocht wordt wel of ten behoeve van de ontsluiting van de Lookwatering dit bruggetje ook geschikt moet worden gemaakt voor auto’s. Een andere optie is om de Lookwatering aan te sluiten op de hoofdontsluitingsweg in het verlengde van de Kristalweg. Overigens betreft het een globaal bestemmingsplan en voornoemde details zijn hierin niet opgenomen. Bedoelde percelen vallen onder de bestemming “lint”, schuren en kassen zijn niet opgenomen op de plankaart maar worden in de voorschriften geregeld. Voor overige beantwoording wordt verwezen naar algemeen 2.2.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan.

 

B.40     Samenvatting

Inspreker stelt dat op alle tekeningen staat dat het schapenweitje tegenover Laan van Groenewegen 17 verplaatst wordt. Inspreker wil dat graag terug omdat zijn uitzicht anders belemmerd wordt door hoogbouw. Er staat ook een clausule over in zijn koopcontract.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar antwoord A.20.C.2 (ng) en B.3.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

B.41     Samenvatting

Geconstateerd wordt dat op de kaart van het masterplan (parallel aan het fietspad achter de Boomkwekerij) langs plangrens een watergang is ingetekend. Dit staat niet in voorontwerp bestemmingsplan getekend. Inspreker wil daar ook een 8 m brede waterloop.

            Antwoord

In het bestemmingsplan is voor deze locatie de bestemming “wonen in ecologisch groen” opgenomen. Binnen die bestemming is ook water mogelijk.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

B.42     Samenvatting

Er wordt aangegeven dat langs de Lookwatering een weg/pad loopt. Op de plankaart staat alleen het zuidelijke deel als weg ingetekend. Het overige lijkt alleen wonen. Inspreker wil dat de gemeente ook het noordelijke deel tenminste als doorgaande fietsroute opneemt.

            Antwoord

Gebleken is dat langs de Look een openbaar toegankelijk weg loopt. De plankaart is daarom aangepast door langs de Look een strook verkeersdoeleinden op te nemen.

            Conclusie

Het bestemmingsplan is naar aanleiding van deze reactie aangepast.

 

B.43     Samenvatting

Inspreker geeft aan dat op de Laan van Groenewegen naast nummer 9 vlak naast de tuin een weg staat ingetekend en daar is men het niet mee eens. Insprekers vreest ook wateroverlast na de ophogen van het plangebied, omdat hun huis dan lager ligt. Tevens is daar niet geheid.

            Antwoord

Op de plankaart van het bestemmingsplan staat ter plaatse geen weg ingetekend. Voor wat betreft de vrees voor wateroverlast wordt verwezen naar antwoord onder B.23.
            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

B.44     Samenvatting

Gevraagd wordt naar de situering van de hoogteaccenten. Inspreker vraagt of er in de verkoopcontracten van de verkochte percelen clausules zijn opgenomen dat de goothoogte maximaal 4 m mag zijn.

            Antwoord

Omdat uit de inspraakreactie niet duidelijk is over welk perceel het gaat en welk verkoopcontract is het niet mogelijk een concreet antwoord te geven. De reactie is te globaal om te concreet te behandelen.

            Conclusie

De reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

B.45     Samenvatting

Gesteld wordt dat de hindercontouren van het bestaande bedrijf Woudselaan 3 niet zijn opgenomen in het voorontwerp bestemmingsplan. De bedrijfsgebouwen zijn niet ingetekend en lijken wegbestemd.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar antwoord A.23.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing va het plan.

 

B.46     Samenvatting

Aangegeven wordt dat de bewoners van de Woudselaan de goede ontsluiting willen behouden. Gevraagd wordt hoe dit wordt opgelost met de kruising met de Harnaschdreef. Inspreker vraagt of er stoplichten zullen komen.

            Antwoord

De kruising Woudselaan met de toekomstige Harnaschdreef is een zaak van de gemeente Midden Delfland.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

 

Telefoonnotitie

 

A. v.d. Marel, 2 juli 2004:

            Samenvatting

Reeds verschillende malen door insprekers van Dijkshoornseweg 128 en 130 verzocht het water van de Dijkshoornseweg door te laten lopen tot deze percelen.

            Antwoord

Op de bestemmingsplankaart is ter plaatse geen bestemming water opgenomen.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan.

 

 

Mondelinge inspraakreacties tijdens de plenaire discussie

 

* Gevraagd is wat de reden is voor het intekenen van voor- en achtertuin in de bestaande situatie.

#  Dat is een regeling die gebruikelijk is in Delftse bestemmingsplannen. De regeling maakt het mogelijk om voor voortuinen die liggen aan openbare ruimtes andere bebouwingsmogelijkheden op te nemen dan voor achtertuinen. De kleur donkergroen op de plankaart is voortuin, licht groen is tuin.

 

In aanvulling hierop het volgende: Voor het betreffende percelen is in het Ontwerp Bestemmingsplan de gedetailleerde bestemming wonen gewijzigd in een meer algemene ‘lintbestemming’. Zie hierover Algemeen 2.2. Hierbij is de aanduiding voortuin vervallen en op een andere wijze geregeld.

 

* Bewoner van de Laan van Groenewegen zegt dat er bij de publieksbalie gezegd is dat bij een bouwhoogte van 6 m er 9 m uit de rooilijn moet worden gebouwd. Gevraagd is of dit juist is.

# Dit hangt af van de soort bouw. Art. 3 lid 2 sub d van het bestemmingsplan bepaalt dat de hoogte van het nieuwe gebouw maximaal de helft mag bedragen van de afstand tussen bestaand en nieuwbouw.

 

In aanvulling hierop het volgende: Gestelde is niet juist

Wel is er regelgeving over bouwen naast bestaand bebouwing: Art. 3 lid 2 sub d van het bestemmingsplan bepaalt dat de afstand tussen de bestaande te handhaven woningen en de nieuwbouw minimaal twee maal de hoogte van die nieuwbouw bedraagt.

 

* Bewoner van de Laan van Groenewegen 16 stelt dat in het bestemmingsplan het veld naast zijn woning groen ingetekend is, terwijl het volgens masterplan bouwveld was.

# Aangegeven wordt dat het als individuele reactie genoteerd is.

 

* Inspreker vraagt zich af of de bepaling H = 2,5 H= 4 m nog een kap mogelijk is of bouwlagen mogelijk zijn.

# Of het meters zijn of bouwlagen wordt gerekend, staat aangegeven in de index. In het bestemmingsplan staan bouwlagen en goothoogten. In de uit te werken plannen wordt gerekend in maximale bouwhoogte in meters. Bij bestaande bebouwing moet dat individueel onderzocht worden, wat dan maatwerk is.

 

In aanvulling hierop het volgende:

Er is in het verder planvorming gekozen om de bouwhoogtes in meters op te nemen. Tevens wordt verwezen naar algemeen onder 2.2.

 

*Hier is spreker het niet mee eens. 3 lagen zijn volgens hem 3 bouwlagen en daar bovenop een kap. Gevraagd wordt of bij 3 lagen dan ook de kap meetelt. Volgens Inspreker staat het niet duidelijk in het voorontwerp.

# Aangegeven wordt dat het in art. 2. punt 1d van het bestemmingsplan staat: kap wordt niet meegerekend in goothoogte.

 

* Er wordt aangegeven dat in de nieuwsbrief staat dat er rekening wordt gehouden met privacy.

# Aangegeven wordt dat in de uitwerking zo mogelijk tuinen aan tuinen wordt gerealiseerd, maar dat zal in sommige gevallen ook een straatje kunnen worden.

 

* Gevraagd wordt hoe de privacyproblemen achter de Hof v. Azuur, waar de  waterwoningen zullen komen opgelost gaan worden.

# In plan staat expliciet dat tuinen bij voorkeur niet aan water mogen grenzen maar in een aantal maatwerksituaties zal er vanaf moeten worden geweken.

 *Inspreker denkt dat het moeilijk wordt om dat te realiseren.

 

* Gesteld wordt dat het voorontwerp bestemmingsplan onder andere gewijzigd is naar aanleiding van het inloopspreekuur en de reacties op het masterplan. De waterwoningen kunnen daar geen gevolg van zijn. Gevraagd wordt waar die nu vandaan komen.

# Dit was een bestuurlijke wens van het college.

 

* Inspreker stelt dat op blz. 3 van het voorontwerp- bestemmingsplan een fout staat, namelijk: “dit bestemmingsplan is de juridische vertaling van het masterplan“. Dat klopt volgens inspreker niet. In het masterplan is er een blauwgroene zone vermeld, in het voorontwerp een rode zone. Dit is geen juridische uitwerking en dus een onwaarheid.

# De heer Baartmans geeft aan dat dit aangepast zal worden.

 

*Insprekers willen de toevoeging van waterwoningen, oftewel de beslissing van B&W inzien.

# Er wordt aangegeven dat alle B&W besluiten openbaar zijn.

 

* Gevraagd wordt waar de veelal reeds 100 jaar oude bestaande waterlopen blijven.

# Er wordt heel veel oppervlaktewater toegevoegd. Dit onderdeel wordt uitgewerkt in het waterplan cq. de watertoets.

 

* Er is door de raad goedgekeurd dat er 2 hoogteaccenten komen. Nu blijkt dat er langs de HOV lijn 40% van de bebouwing 8 bouwlagen hoog mag worden.

# De stedenbouwkundige heeft dit onderbouwd maar is helaas niet aanwezig om hier uitleg aan te geven. Deze vraag wordt beantwoord in de inspraaknota.

 

Door de stedenbouwkundige wordt het als ongewenst gezien dat langs de HOV-lijn één bouwhoogte ontstaat. Dat geeft een vlak en eentonig beeld. Hiertoe was het percentage hoge bebouwing opgenomen.

In het bestemmingsplan is de bouwhoogte van 8 lagen (25m) beperkt tot het kruispunt van de HOV-lijn en de verlengde Kristalweg. Om alsnog te voorkomen dat de gehele HOV-lijn dezelfde bouwhoogte krijgt mag 40% 6 lagen hoog worden, 19 m.

Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

* Gevraagd wordt of er al stedenbouwkundige uitwerkingen openbaar zijn.

# Deze studies worden niet vrijgegeven. Wordt wel in een later stadium besproken met omwonende en maken dan deel uit van het stedenbouwkundig uitwerkingsplan.

 

*Inspreker vraagt zich af of indien de raad besluit om de waterwoningen te schrappen, het ‘slurfje’ water de Hof v. Azuur dan als bebouwingszone zal vervallen. Gevraagd wordt of er een bandbreedte in de groenblauw structuur aanwezig is. Er is verschil in de tekeningen van het masterplan en de bestemmingsplankaart.

# De waterloop is 8 m breed. Het brede deel moet minimaal 12 m zijn. De bandbreedte in de groenblauw zone is 25 m naar beide kanten.

 

* Op blz 9 punt c staat dat er een fietspad aangelegd moet worden binnen een bandbreedte van 10 m. Er wordt verzocht het begrip bandbreedte uit te leggen in de index.

# Dit zal gedaan worden. Het begrip bandbreedte wordt uitgelegd in hoofdstuk 3 “juridische planbeschrijving”.

 

* Gevraagd wordt of de 8 m brede waterloop door de raad vastgesteld is.

# Er wordt aangegeven dat het een eis is van het Hoogheemraadschap Delfland en die breedte ook nodig is in verband met onderhoudswerkzaamheden.

 

* Inspreker vraagt zich af of de waterwoningen binnen die 8 m breedte gebouwd kunnen worden.

# De heer Baartmans geeft aan dat dit mogelijk is. Woonbebouwing is mogelijk maar staat er nog niet ingetekend.

 

* Inspreker is benieuwd of de waterwoningen bereikbaar zijn met de auto.

# Er is een schets met een steiger waar wel een auto kan komen, maar alles is mogelijk. Ook de waterwoningen weer uit het plan halen behoort tot die mogelijkheden

* Insprekers reageren hier hoopvol op.

 

* In het overleg is de knip aan weerszijden van de Dijkshoornseweg gemeld. Nu wordt gemeld dat dit alleen geldt in de spits. Inspreker vraagt af hoe dit mogelijk is.

# Het is de bedoeling dat er geen doorgaand en zeker geen vrachtverkeer door het gebied gaat. Zo mogelijk wel bereikbaar voor bestemmingsverkeer. Dit alles wordt nog uitgewerkt. Tevens wordt onderzocht of bijvoorbeeld een pasjessysteem mogelijk is. Dit wordt niet in deze fase besproken maar is pas onderwerp bij het uitwerkingsplan.

 

* Er wordt gesproken over wonen in groen en aan water. Gevraagd wordt of er rekening gehouden wordt met de hoogte van bruggen en dergelijke.

# Hier wordt rekening mee gehouden. De bruggen worden ca. 1.30-1.50 m hoog dus onderdoor schaatsbaar. Er moeten namelijk ook bootjes doorheen kunnen.

 

* Gevraagd wordt of de gemeente in verband met planschadevergoeding alvast een inventarisatie hiervan zal maken.

# De gemeente is blij met alle informatie die wordt aangeleverd. De gemeente zelf zal voor vaststelling van het bestemmingsplan een planschade risicoanalyse laten maken. In art. 49 WRO staat dat alleen recht op planschadevergoeding bestaat als de schade het gevolg is van een nieuw planologisch regime en niet om schade gebaseerd op het bouwplan. Na goedkeuring door Gedeputeerde Staten, als plan vigerend is, kan planschadeverhaal worden ingediend. Dit wordt door een onafhankelijk bureau getoetst.

 

* Op blz. 16 staat een weg ingetekend tussen de Laan van Groenewegen en de verlengde Kristalweg. Gevraagd wordt de weg 20 m te verschuiven.

# Er wordt aangegeven dat dit in het uitwerkingsplan aangegeven zal worden. Het wordt nu genoteerd als reactie.

 

* Er is een projectontwikkelaar die een heel ander beeld heeft geschetst van de Harnaschpolder. Inspreker vraagt zich af of dit kan betekenen dat alles er straks anders uit gaat zien.

# Op de plannen en ideeën van die ontwikkelaar wordt niet ingegaan.

 

* Gesteld wordt dat er stukken grond buiten de verkoop zijn gehouden. Gevraagd wordt of eigenaren zelf huizen kunnen bouwen.

# In het lint aan de Dijkshoornseweg kunnen in de gaten passende bebouwing mogen worden gerealiseerd. Eigenaren krijgen die gelegenheid, maar er is nog niet bepaald of de gemeente dat wil onteigenen.

* Gevraag wordt of het daar 4 lagen kunnen zijn.

# Dat zou mogelijk zijn volgens het voorontwerp maar de bebouwing moet aansluiten bij de huidige bebouwing. Dit moet nader worden uitgewerkt.

 

 

 

 

 

 

 

 

C.                             Overlegpartners

 

In het kader van artikel 10 Bro is het voorontwerp bestemmingsplan op 14 juni 2004 gestuurd naar de volgende overlegpartners:

 

1.      Bedrijvenschap Harnaschpolder, Postbus 1, 2636 ZG Schipluiden;

2.      Centraal Overlegorgaan Woningcorporaties Delft, Marlotlaan 5, 2614 GV Delft;

3.      Eneco Energie, Schieweg 20 2672 AZ Delft;

4.      gemeentebestuur Den Haag, Postbus 12600, 2500 DJ Den Haag;

5.      gemeentebestuur Midden-Delfland, Postbus 1, 2636 ZG Schipluiden;

6.      gemeentebestuur Schiedam, Postbus 1501, 3100 EA Schiedam;

7.      Hoogheemraadschap Delfland, Postbus 3061, 2601 DB Delft;

8.      Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Haaglanden, Postbus 29718,   2502 LS Den Haag;

9.      KPN, afdeling Juridische Zaken, t.a.v. de heer R. van Rooij, Postbus 30000, 2500 GA Den Haag;

10.  Ministerie van Defensie, Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen, Postbus 8002, 3503 RA Utrecht;

11.  Ministerie van Economische Zaken, Regiokantoor Zuid-West, Postbus 29013, 3001 GA Rotterdam;

12.  Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Directie Zuidwest, Postbus 1167, 3300 BD Dordrecht;

13.  Nederlandse Gasunie, Gastransport Services, District West, Postbus 444, 2740 AK Waddinxveen;

14.  Provinciaal Planologische Commissie, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

15.  Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek, Postbus 1600, 3800 BP Amersfoort;

16.  Rijkswaterstaat, directie Zuid-Holland, Postbus 556, 3000 AN Rotterdam;

17.  Stadsgewest Haaglanden, Postbus 66, 2501 CB Den Haag;

18.  Tennet Zuid-Holland, Postbus 329, 2270 AH Voorburg;

19.  VROM Inspectie, Regio Zuid, Postbus 29036, 3001 GA Rotterdam;

20.  Zuid-West-Nederland N.V. Accountteam Haaglanden, Surinamestraat 11, 2585 GG Den Haag.

 

De volgende instanties hebben meegedeeld geen opmerkingen op het voorontwerp bestemmingsplan te hebben :

1.       Nederlandse Gasunie, Gastransport Services, District West, Postbus 444, 2740 AK Waddinxveen. Getekend 24 juni 2004, ingekomen 25 juni 2004;

2.       Ministerie van Defensie, Dienst Gebouwen, Wereken en Terreinen, Directie West, Postbus 8002, 3503 RA Utrecht. Getekend 5 juli 2004, ingekomen 6 juli 2004;

3.       Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, Postbus 1600, 3800 BP Amersfoort. Getekend 9 juli 2004, ingekomen 13 juli 2004;

4.       Tennet, Postbus 329, 2270 AH Voorburg. Getekend 26 juli 2004, ingekomen 27 juli 2004;

5.       Gemeente Den Haag, Dienst Stedelijke Ontwikkeling, Postbus 12655, 2500 DP Den Haag. Getekend 3 augustus 2004, ingekomen 10 augustus 2004.

 

De volgende instanties hebben opmerkingen over het voorontwerp bestemmingsplan:

 

1.      Rijkswaterstaat, Postbus 556, 3000 AN Rotterdam. Getekend 27 juli 2004, ingekomen 28 juli 2004;

2.      Kamer van Koophandel, Postbus 29718, 2502 LS Den Haag. Getekend 27 juli 2004, ingekomen 29 juli 2004;

3.      Hoogheemraadschap van Delfland, Postbus 3061, 2601 DB Delft. Getekend 29 juli 2004, ingekomen 30 juli 2004;

4.      Woonbron Maasoevers, Postbus 2346, 3000 CH Rotterdam. Getekend 5 augustus 2004, ingekomen 6 augustus 2004;

5.   Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Postbus 603, 1110 AP Diemen Zuid. Getekend 4 augustus 2004, ingekomen 9 augustus 2004;

6.       Bedrijvenschap Harnaschpolder, Postbus 1, 2636 ZG Schipluiden. Getekend 6 augustus 2004, ingekomen 9 augustus 2004;

7.       Gemeente Midden-Delfland, Postbus 1, 2636 ZG Schipluiden. Niet getekend, verzonden op 9 augustus 2004;

8.       Ministerie van Economische Zaken, Regio Zuid-West, Postbus 29013,      3001 GA Rotterdam. Getekend 26 augustus 2004, ingekomen 30 augustus 2004;

9.       Preadvies Provinciaal Planologische Commissie, Postbus  90602, 2509 LP Den Haag. Ingekomen per e-mail op 31 augustus 2004.

 

C.1       Rijkswaterstaat, Postbus 556, Rotterdam:

            Samenvatting

In het voorontwerp wordt een paragraaf van mobiliteitseffecten voor onder andere de A4, wat volgens de Nota Planbeoordeling bij grootschalige ontwikkelingen opgenomen dient te worden, gemist. Verzocht wordt de mobiliteitseffecten in beeld te brengen en verwezen wordt naar de Mobiliteitstoets waar verkeer- en vervoersmaatregelen worden aangegeven waar bij de invulling van het woongebied rekening mee gehouden kan worden.

            Antwoord

In het kader van de structuurschets Harnaschpolder 1997 zijn de regionale en nationale mobiliteitseffecten van de voorgestelde ontwikkelingen door bureau Goudappel Coffeng onderzocht in opdracht van de toenmalige gemeente Schipluiden. Deze zijn toentertijd ook met Rijkswaterstaat besproken. Mede op basis van dit onderzoek is de hoofdontsluiting van het gehele gebied ontworpen en vastgesteld. In de uitwerkings- en bestemmingsplannen wordt daarop voortgeborduurd.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

C.2       Kamer van Koophandel, Postbus 29718, Den Haag:

            Samenvatting

Er wordt aangegeven dat in het kader van de “aanpak wijkeconomie”  het buurtwinkelcentrum Van Foreestweg er baat bij heeft dat het verzorgingsgebied uitgebreid wordt. De goede bereikbaarheid van het centrum is daarbij van belang en dus is het positief dat er speciale maatregelen genomen worden waardoor de bussluis in het plangebied soepel wordt afgesloten en uitsluitend tijdens de spits de knip afgesloten zal zijn voor het autoverkeer. Verzocht wordt deze invalshoek ook bij andere bussluizen in Delft toe te passen.

            Antwoord

De vormgeving en het gebruik van de bussluis in de Harnaschpolder is nog onderwerp van nader onderzoek. Net als in de Harnaschpolder zal bij iedere bussluis in Delft per geval worden bekeken welke gebruiksafhankelijke maatregelen noodzakelijk zijn.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

C.3       Hoogheemraadschap van Delfland, Postbus 3061, Delft:

C.3.1    Samenvatting

Aangegeven wordt dat bij de woningbouwlocaties van Midden-Delfland en Delft binnen een zelfde waterstaatkundige dient te worden uitgegaan van de zelfde uitgangspunten voor onder andere waterkwaliteitsdoeleinden, de hoofdstructuur en de gekozen maximale peilstijging in het gebied.

            Antwoord

De gemeente Midden-Delfland zal worden verzocht om hierover te overleggen.

            Conclusie

Deze reactie wordt overgenomen.

 

C.3.2    Samenvatting

Voor het plan is het van belang dat de watertoets dat de onderwerpen veiligheid/ waterkering, ecologie, waterkwaliteit en waterkwantiteit concreet en toetsbaar worden aangegeven in de voorschriften en de plankaart van het bestemmingsplan. Hierbij dient aangegeven te worden voor welke waterstaatkundige eenheid dit van toepassing is. Zodoende kan het plan vanuit de wateroptiek beter beoordeeld worden.

            Antwoord

Het bestemmingsplan is een globaal plan waarin alleen de bestaande bebouwingslinten specifiek zijn bestemd. Gezien het globale karakter van het bestemmingsplan kunnen deze onderwerpen moeilijk worden geconcretiseerd. Het plan zal worden geconcretiseerd in  uitwerkingsplannen (art. 11 WRO). Deze plannen zullen voor overleg aan Delfland worden verzonden.

De gemeente Delft heeft Fugro opdracht gegeven om een onderzoek te doen naar de waterhuishouding in het gebied in relatie tot de beoogde ontwikkeling. Dit onderzoek wordt besproken met Delfland en moet leiden tot een goede invulling van de waterparagraaf. De resultaten van deze studie worden gebruikt bij het opstellen van het stedenbouwkundig plan en het uitwerkingsplan. Het onderzoek van Fugro zal verwerkt worden in de waterparagraaf.

            Conclusie

Naar aanleiding van deze reactie is het ontwerpbestemmingsplan aangepast.

 

C.3.3    Samenvatting

Er wordt aangegeven dat de waterhuishoudkundige eenheid moet voldoen aan de            325 m³/ ha norm wat 11 procent oppervlaktewater betekend. Tevens worden de waterpeilen in de Voordijkshoornsepolder en de Harnaschpolder aangegeven. De feitelijke vastlegging van de waterpeilen vindt echter pas plaats bij de herziening van de betreffende peilbesluiten van Delfland, waarbij dan wel waterneutraal gebouwd dient te worden. Bij de bouwhoogte en de vloerpeil dient uitgegaan te worden van de maximaal voorkomende waterpeilen dienen ter voorkoming van schade de gebouwen beneden dit peil waterdicht te zijn. Indien de waterpeilen niet gerealiseerd kunnen worden overeenkomstig de afspraken heeft dit gevolgen voor de waterberging omdat het percentage oppervlakte water het quotiënt is van de waterbergingsnorm en de maximaal toelaatbare peilstijging in het gebied. De peilen en de peilstijging is medebepalend voor de woningbouwlocatie van Midden-Delfland, waardoor overeenstemming vereist is.

            Antwoord

De gemeente Delft heeft Fugro opdracht gegeven om een onderzoek te doen naar de waterhuishouding in het gebied in relatie tot de beoogde ontwikkeling. Dit onderzoek wordt besproken met Delfland. De resultaten van deze studie worden gebruikt bij het opstellen van het stedenbouwkundig plan, het bestemmingsplan en de uitwerkingsplannen. In de studie wordt onderzocht of het voorgenomen waterpeil realiseerbaar is. Indien dit niet het geval is zullen het stedenbouwkundig plan en de uitwerkingsplannen daarop worden aangepast. Deze gegevens kunnen worden gebruikt voor het vaststellen van het peilbesluit.

De gemeente Midden-Delfland zal worden verzocht om te overleggen over de peilen in de Harnaschpolder.

            Conclusie

Het bestemmingsplan wordt aangepast.

 

C.3.4    Samenvatting

Verzocht wordt voor het water dat onvolledig staat aangegeven primair het boezemwater en het polderwater te bestemmen en op de plankaart aan te geven. De benodigde hoeveelheid waterberging kan als hoeveelheid of percentage opgenomen worden.

            Antwoord

Het boezemwater is op de plankaart primair bestemd. De overige watergangen liggen in het gebied dat nader wordt uitgewerkt. Gezien het globale karakter van het bestemmingsplan kunnen deze onderwerpen moeilijk worden geconcretiseerd. Het plan zal worden geconcretiseerd in de uitwerkingsplannen (art. 11 WRO). De uitwerkingsplannen zullen voor overleg naar Delfland worden verzonden. In de voorschriften zijn randvoorwaarden opgenomen waaraan de uitwerking wat betreft water aan moet voldoen. In de uitwerkingsvoorschriften is opgenomen dat minimaal 325 m³/ha moet worden gerealiseerd. Dit is voldoende.

            Conclusie

De reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan, maar zal wel meegenomen worden in de verdere planvorming.

 

C.3.5    Samenvatting

In het voorontwerp bestemmingsplan wordt aangegeven dat voor de waterkwaliteit voldaan zal worden aan de MTR-waarden uit de Vierde Nota Waterhuishouding en in de bestemmingsplannen van de gemeente Midden-Delfland wordt aangegeven dat de kwaliteit STOWA-niveu 3 en in de Kreek niveau 4 zal zijn. Het hoogste niveau in dezelfde waterstaatkundige eenheid kan alleen bereikt worden als aan de verschillende functies een zelfde invulling zal worden gegeven.

            Antwoord

De gemeente Midden-Delfland zal worden verzocht om te overleggen over de waterkwaliteit in de Harnaschpolder.

            Conclusie

Deze reactie wordt in de verdere planvorming meegenomen.

 

C.3.6    Samenvatting

Voor de waterkwaliteit is van belang dat de riolering zal voldoen aan de opgestelde eisen en dat bestaande huizen ook worden aangesloten op de riolering. De nieuwe lozingen dienen in de ontwikkeling en eindfase niet te leiden tot extra overstorting van het bestaande stelsel.

            Antwoord

Bij het ontwerp van de riolering zal terdege rekening worden gehouden en met het geldende rioleringsbeleid (basisinspanningen waterkwaliteitsspoor). Dit zal worden meegenomen in de uitwerkingsplannen.

            Conclusie

Deze reactie zal in de verdere planvorming worden meegenomen.

 

C.3.7    Samenvatting

Omdat de groenzone samenvalt met de boezemkade kan invulling gegeven worden aan het beleid van Delfland en voor onderhoud en toekomstige verzwaring is het van belang dat de kernzone en de beschermingszone van de kades in een openbaar groengebied blijven liggen, vrij van bebouwing waarbij alleen natuur en recreatief medegebruik is toegestaan. Door de bestemming van de kernzone en de beschermingszone van 25 m als waterkering zou bebouwing voorkomen kunnen worden. De waterkering is niet goed op de plankaart aangegeven en de kade in het gebied van de Harnaschpolder ontbreekt. Door de ontsluiting van de bestaande panden via de nieuw te ontwikkelen gebieden te laten lopen zal de verharding van de kade worden weggenomen wat in overeenstemming is met het beleid van Delfland en zal een groenzone worden gerealiseerd als netwerk van een ecologische verbinding.

            Antwoord

De ontbrekende kade in de Harnaschpolder zal op de plankaart worden opgenomen. Het is niet altijd mogelijk en wenselijk om woningen op een andere wijze te ontsluiten. Daar waar het wenselijk is zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden met het verzoek van Delfland.

 

            Conclusie

De reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

C.3.8    Samenvatting

Verzocht wordt bij de inrichting van de ecologische zones maatregelen te nemen voor de natte ecologie.

            Antwoord

Op de plankaart is de groen- en hoofdwaterstructuur opgenomen. Bij de inrichting van deze zones wordt uitgegaan van watergangen met natuurvriendelijke oevers. De eisen die daaraan gesteld worden zijn opgenomen in paragraaf 6.1.3.

            Conclusie

De reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

C.3.9    Samenvatting

Bij de inrichting van het gebied dient rekening gehouden te worden met het kunnen onderhouden van waterkeringen en watergangen in het gebied. Er dient onder andere een rijpingslocatie voor baggerspecie te worden gemaakt, de watergangen dienen via de kant of het water onderhouden te worden, kadervreemde elementen dienen te worden geweerd en de ligging van de kade in openbaar groen met alleen recreatief medegebruik voor Delfland heeft de voorkeur.

            Antwoord

Het bestemmingsplan is een globaal plan waarin alleen de bestaande bebouwingslinten specifiek zijn bestemd. Gezien het globale karakter van het bestemmingsplan kunnen deze onderwerpen moeilijk worden geconcretiseerd. Het plan zal worden geconcretiseerd in uitwerkingsplannen (art. 11 WRO). Deze reactie zal daarbij worden meegenomen. Dit plan zal voor overleg aan Delfland worden verzonden. Het baggeren van watergangen speel in heel Delft. De gemeente is er voorstander van dat niet per deelgebied, maar voor de hele gemeente met het hoogheemraadschap afspraken worden gemaakt. Het herpolderingsproces leent zich daar goed voor.

            Conclusie

De reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

C.3.10  Samenvatting

In de financiële paragraaf dient de wijziging van de onderhoudssituatie van de waterstructuur aangegeven te worden.

            Antwoord

De wijziging van de onderhoudsituatie wordt niet geregeld in het bestemmingsplan. De financiële gevolgen kunnen ook nog niet inzichtelijk gemaakt worden omdat de toekomstige waterstructuur nog onbekend is. Voorts staat dit los van de discussie wie de (meer)kosten zou moeten betalen.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

C.3.11  Samenvatting

Verzocht wordt de voorschriften van het bestemmingsplan in overeenstemming te brengen met de voorbeeldvoorschriften van Delfland.

            Antwoord

De voorschriften van het bestemmingsplan Harnaschpolder Delft zijn gebaseerd op de standaardvoorschriften uit het Handboek bestemmingsplannen Delft. Dit handboek met standaarden is na overleg met onder andere het Hoogheemraadschap vastgesteld door de gemeenteraad in april 2004. Materieel wijken de voorschriften niet af van de voorbeeld voorschriften van Delft.

            Conclusie

De reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

C.4       Woonbron Maasoevers, Postbus 2346, Rotterdam:

C.4.1    Samenvatting

De woningen in de Harnaschpolder kunnen bij de komende herstructureringen is Delft voor een redelijk percentage van de reeds in Delft aanwezige sociale huurwoningen een perspectief zijn voor een nieuwe of verbeterde woning elders in de stad.

Men is van mening dat het realiseren voor woningen voor senioren (empty nest huishoudens) prioriteit heeft. Er dient onderzocht te worden hoe woonvormen voor deze doelgroep in de Harnaschpolder kunnen worden ingepast.

Tevens dienen woonvormen voor geestelijk en lichamelijk gehandicapten ingepast te worden. Een aanvullend programma voor de huisvesting van verstandelijk gehandicapten dient opgenomen te worden.

            Antwoord

In het bestemmingsplan is o.a. de doelgroep senioren genoemd als bijzondere doelgroep bij het realiseren van betaalbare huisvesting. In de Nota Wonen, Zorg en Welzijn, de opgave voor Delft (2004), wordt voor senioren en bijzondere doelgroepen als verstandelijk en lichamelijk gehandicapten voor Harnaschpolder het realiseren van in totaal zo’n 160 woningen, waaronder 18 Focuswoningen, genoemd. De woningen voor senioren moeten minimaal voldoen aan de eisen van het aanpasbaar bouwen. Voor woningen in de laagbouw is het daarnaast voor genoemde doelgroepen wenselijk een aantal woningen als nultrede woning te realiseren. Bij realisatie van woningen voor lichamelijk of verstandelijk gehandicapten zijn de eisen van de te betrekken zorgleveranciers formuleren een belangrijk uitgangspunt. Deze uitgangspunten van het gemeentelijk beleid worden toegevoegd in het bestemmingsplan. In de uitwerkingsplannen zal aandacht worden besteed aan aanvullende programma’s van eisen voor bijzondere doelgroepen. Over de relatie Harnaschpolder-herstructurering wordt verwezen naar het antwoord onder C.4.4.

            Conclusie

Deze reactie zal in de verdere uitwerking worden meegenomen.

 

C.4.2    Samenvatting

De locatiekenmerken van de Harnaschpolder en de vertrekpunten van het Masterplan bieden mogelijkheden om een tuinstedelijk woonmilieu te realiseren. Gesteld wordt dat in de verdere uitwerking van de verschillende buurten van de Harnaschpolder het van belang is dat om in alle buurten een natuurlijke menging van goedkope en dure woningen na te streven.

            Antwoord

In het globale bestemmingsplan is een indicatieve woningdifferentiatie aangegeven. In de uitwerkingsplannen zal nader bepaald worden waar de verschillende woningtypen en prijsklassen zich in het plangebied bevinden.

            Conclusie

Deze reactie wordt in de verdere uitwerking meegenomen.

 

C.4.3    Samenvatting

Het doel van de Harnaschpolder is een aanvullend en sterk vormgegeven woonmilieu te realiseren. Het is niet verstandig om aan iedere vraag of knelpunt in de woningmarkt tegemoet te komen. Voor de woonwensen van starters- en jongerenwoningen  die een stedelijk georiënteerde doelgroep vormen zal het beoogde woonmilieu in de Harnaschpolder niet aansluiten.

Het ontbreken van  winkelvoorzieningen in het plan en de grote afstand tot de bestaande voorzieningen beperken de inpasbaarheid van belangrijke functies voor moderne ouderenwoningen en woonzorgcomplexen. Onderzocht dient te worden hoe deze inpasbaarheid ten opzichte van het masterplan en het voorontwerp-bestemmingsplan vergroot kan worden.

            Antwoord

Met de realisatie van de Harnaschpolder wordt niet beoogd alle knelpunten en behoeften op de Delftse woningmarkt op te lossen. Dit is ook onmogelijk. Naast de Harnaschpolder zijn er in Delft gelukkig nog een aantal verdichtingslocaties waar komende jaren ook nieuwbouw wordt gerealiseerd. De kwaliteit van de locaties (zoals de ligging en het voorzieningenniveau), woonwensen van de Delftse huishoudens etc. spelen een belangrijke rol in de afweging waar, wat en voor wie in Delft wordt gebouwd. Op voorhand worden geen doelgroepen uitgesloten. In een uitwerkingsplan kan de vertaalslag naar doelgroepen nader vorm krijgen.

In het bestemmingsplan is een locatie nabij de Kristalweg opgenomen voor de realisatie van een aantal seniorenwoningen. In het verlengde van de Kristalweg zijn een aantal winkelvoorzieningen aan de van Foreestweg gelegen. Komend jaar wordt daarnaast de mogelijkheid van het instellen van een woonservicezone in de Kuyperwijk onderzocht waartoe dan ook de seniorenwoningen in Harnaschpolder op genoemde locatie behoren.

Conclusie

De reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

C.4.4    Samenvatting

Met het tuinstedelijke woonmilieu en passende producten voor de sociale huur kan een slag worden gemaakt in de woningkwaliteit en de woningdifferentiatie wat essentieel is voor de sociale woningen in Delft en de noodzakelijke herstructurering in Delft. De woonproducten in de Harnaschpolder kunnen de uitplaatsingen van de herstructureringswijken bewerkstelligen door  het realiseren van woonwensen. Nadruk in het woonprogramma dient te liggen op gezinswoningen in de sociale huur en woningen voor de empty nest huishoudens.

            Antwoord

Met het realiseren van Harnaschpolder wordt beoogd die woonmilieus, kwaliteiten en woningtypen aan de Delftse voorraad mogelijk te maken die iets toevoegen aan hetgeen er in de bestaande voorraad al is. De keuzevrijheid van de Delftenaar wordt hiermee vergroot. Dit betekent concreet dat er veel eengezinswoningen worden gerealiseerd in de middel- en duurdere prijsklassen. Daarnaast is  aandacht voor bijzondere doelgroepen zoals senioren en gehandicapten. Het beoogde programma komt in belangrijke mate tegemoet aan de vraag van huishoudens die afgelopen jaren vooral de stad verlieten vanwege een gebrek aan aanbod. Tegelijkertijd wordt met het programma het op gang brengen van doorstroming vanuit de bestaande voorraad beoogd. Op deze wijze ontstaat een keten van verhuizingen waarbij de nieuwbouw in Harnaschpolder ook woningaanbod in de bestaande voorraad genereert.

De relatie tussen de herstructureringsgebieden en de Harnaschpolder is dan ook vooral een indirecte: Harnaschpolder leidt tot nieuw en divers woningaanbod, waarbij het programma, (met een accent op grondgebonden middeldure en dure koopwoningen, maar ook het segment seniorenwoningen) veelal tot lange verhuisketens leidt, zodat de keuzemogelijkheden van de woningzoekenden zich zeker niet beperken tot het aanbod in Harnaschpolder zelf, maar ook tot extra aanbod in de bestaande voorraad. Binnen Harnaschpolder wordt daarnaast voorzien in de realisatie van een aantal grondgebonden woningen in de sociale sector.

In de uitwerkingsplannen zal nader bepaald worden waar de verschillende woningtypen en prijsklassen zich in het plangebied bevinden en hoe doelgroepen bediend moeten worden.

Conclusie

Deze reactie zal in de verder uitwerking van het plangebied worden meegenomen.

 

C.4.5    Samenvatting

Er dient gewaakt te worden dat de bereikbare koopwoningen in de Harnaschpolder niet voor slechts een beperkte groep bevoorrechten een stap is naar een hogere wal van de koopsector. De bereikbare koop dient een brug te zijn waarmee groepen huurders de overstap naar de koopsector weten te realiseren. Overleg om constructies te vormen die meerjarig meegaan zijn hiervoor nodig.

Het realiseren van sociale huurwoningen die noodzakelijk zijn voor de doorstroming voor de herstructurering heeft echter prioriteit. De bereikbare koop kan hierop een aanvulling zijn of een deel van de sociale huurwoningen kan ingezet worden als sociale koopwoningen.

            Antwoord

In het bestemmingsplan is een indicatief woningprogramma aangegeven. Hierin wordt binnen de sociale sector voorzien in zowel sociale huurwoningen als sociale koopwoningen. Bij de concrete uitwerking van plannen treedt de gemeente graag in overleg over constructies om bereikbare koop niet eenmalig bereikbaar te laten zijn. Over de relatie Harnaschpolder-herstructurering wordt verwezen naar het antwoord onder C.4.4.

            Conclusie

Deze reactie zal worden meegenomen in de verdere planvorming.

 

C.4.6    Samenvatting

Het programma in het voorontwerp-bestemmingsplan wijkt af van de het in Haaglanden verband vastgestelde woningbouwprogramma. Het voorstel is 20 procent EG sociale huur, 10 procent MG sociale huur en 10 procent EG sociale koop te realiseren. Dit verschil wordt veroorzaakt door het verband met de herstructurering waardoor er een aanvullend woonproduct in een aanvullend woonmilieu benodigd is en sociale huur boven sociale koop nodig is om de doorstroming te realiseren. Tevens is er aandacht voor bijzondere en kwetsbare doelgroepen.

            Antwoord

Voor het regionale woonkader gaan wij uit van de regionale woonvisie die dit jaar door het Dagelijks Bestuur van Haaglanden is vastgesteld. In de regionale woonvisie van het stadsgewest haaglanden wordt voor nieuwbouw en herstructurering een percentage van 30% sociale sector gehanteerd, waarvan eenderde sociale koop (10% totaal). In Harnaschpolder is het uitgangspunt eveneens 30% realisatie in de sociale sector, waarvan de helft sociale koop (15% totaal). Het woonprogramma in de regionale woonvisie gaat voor de sociale sector uit van  25% eengezinswoningen en 75% appartementen. In Harnaschpolder is de verhouding voor de sociale sector eenderde eengezinswoning en tweederde appartementen. De differentiatie in Harnaschpolder loopt daarmee redelijk in de pas met het regionale beleid. Over de relatie Harnaschpolder-herstructurering wordt verwezen naar het antwoord onder C.4.4.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

C.4.7    Samenvatting

Het gewenste tuinstedelijke woonmilieu dient een richtlijn te zijn bij de verdere uitontwikkeling van het masterplan. Dit thema moet voor de kwaliteit meer waarborgen dan de vrij te interpreteren kreten als een gevarieerd aanbod van woonsferen.

Er dient aandacht besteed te worden aan de duurzaamheid en de leefbaarheid van het woonmilieu en voorgesteld wordt een wijkwarmtepomp te realiseren.

            Antwoord

Het bestemmingsplan is een globaal plan met uitwerkingsverplichting. Genoemde thematiek komt in de uitwerkingsplannen nader aan de orde.

            Conclusie

De reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan, maar zal meegenomen worden in de verdere planvorming.

 

C.4.8.   Samenvatting

De vervlechting van de nieuwe wijk met de bestaande wijken door buurtontsluitingsroutes en langzaamvekeerroutes dient goed samen te hangen. De randen tussen de nieuwe en oude wijken dienen zorgvuldig aangepakt te worden en de voorzieningen dienen gezamenlijk gebruikt te worden.

De functionele vervlechting tussen de Kuyperwijk en de Harnaschpolder biedt de mogelijkheid een woonzorgzone te realiseren. De woonzorgvoorzieningen hebben een plek nodig dicht bij de voorzieningen. De kop van de Laan van Groenewegen is binnen de Harnaschpolder de locatie die het dichts bij de voorzieningen van de van Foreestweg is gelegen. De realisatie van de woonzorgzone zal investeringen in de voorzieningen kunnen betekenen.

            Antwoord

Bij de nadere uitwerking en detaillering zal met dit punt rekening worden gehouden.

In het plan is overigens reeds voorzien in een woonzorgzone in het verlengde van de Kristalweg.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan

 

C.4.9    Samenvatting

Een grootschalige ontwikkeling als de Harnaschpolder verdient een eigen centrum wat in het plangebied vorm kan krijgen door een school of brede school. Dit centrum met verschillende functies behoeft geen grote dichtheid. Het voorzieningsprogramma dient aan de doorgaande linten te worden gesitueerd en zal daarmee het levendige karakter van de bestaande en nieuwe linten versterken.

            Antwoord

Het bestemmingsplan is een globaal plan met een uitwerkingsverplichting. Voor die uitwerkingsverplichting zijn richtlijnen gegeven die onder meer voorzien in een school of brede school.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

C.4.10  Samenvatting

De HOV zone zal tussen de bestaande en nieuwe lintbebouwing en lanen in tuinstedelijke context een eigentijds lint zijn met potentie voor menging en inventarisatie van bebouwing en van functies. De bereikbaarheid zal hiermee gemaximaliseerd worden en geeft geen aanleiding voor hogere dichtheden en een fors contigent sociale woningen te realiseren. De verdichting rondom het tracé mag niet leiden tot een gebied met uitsluitend sociale woningen. De HOV zone geeft een woonmilieu voor kenniswerkers met stadswoningen en woon-werkwoningen.

            Antwoord

Deze reactie zal in de verdere uitwerking van de plannen worden meegenomen.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

C.4.11  Samenvatting

Aandacht dient besteend te worden aan de overgang tussen het bedrijventerrein en de randen van de woonwijken. De randen van het bedrijventerrein kunnen gerealiseerd worden in het totaal ontwerp van de lintbebouwing en er kunnen woningen gezocht worden die de wonen en werk met elkaar verstreken. Het ontwerp moet hiervoor nadrukkelijke eisen stellen.

            Antwoord

Het betreft een globaal bestemmingsplannen waarin wel voorzien is in een groenzone tussen de zoonwijk en het bedrijventerrein. De opmerking zal in de verdere uitwerking worden meegenomen.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

C.4.12  Samenvatting

Met de kennis en de ervaring op het gebied van de ontwikkeling en het beheer van duurzame en herkenbare woonmilieus en de samenwerking met de gemeente en andere partijen kan een beeldkwaliteitplan gevormd worden waarin de kader voor de toekomst en de identiteit kunnen worden bepaald.

            Antwoord

De gemeente zal voorzieningen treffen om de kwaliteit van dit woongebied zeker te stellen. Onduidelijk hoe zij die voorzieningen vorm gaat geven. Een beeldkwaliteitsplan is zeker één van de mogelijkheden.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan.

 

C.5       Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Postbus 603, Diemen Zuid:

Samenvatting

In de paragraaf financiële uitvoerbaarheid is niet vermeld dat de kosten tot groenaanleg zijn meegenomen in de exploitatieberekeningen. Het bestemmingsplan dient gezien het belang van het groen en het reeds aanwezige tekort van de grondexploitatie de zekerheid te bieden dat de groenambities gerealiseerd zullen worden.

            Antwoord

Zoals gebruikelijk is ruime aandacht besteed bij de ruimtelijke benadering van het plan aan de groenstructuur. Dit heeft in dit stadium een weerslag gekregen in de indicatieve grondexploitatieberekening voor dit gebied.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

C.6       Bedrijvenschap Harnaschpolder, Postbus 1, Schipluiden:

C.6.1    Samenvatting

Aangegeven wordt dat de ruimtereservering voor de railverbinding na overleg in het deel van de fly-over in Harnaschpolder Noord is vervallen en verzocht wordt de kaart op bladzijde 51 aan te passen. De reservering voor het OV-tracé vindt plaats langs de hoofdontsluiting, vanaf de rotonde in Harnasch-noord.

            Antwoord

Dit voorstel wordt overgenomen, de tekening wordt aangepast.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

C.6.2    Samenvatting

Gevraagd wordt een goede planning van de ontwikkeling van de woongebieden te maken nu er vertraging is opgelopen bij het opstellen van het uitwerkingsplan Harnasch-noord wat reeds eerder is aangegeven.

            Antwoord

Er zal een adequate en met de omringende plannen afgestemde (herziene) planning worden opgesteld die rekening houdt met de (eventuele) gevolgen van de vertraging bij het uitwerkingsplan Harnasch Noord.

            Conclusie

De reactie is van informatieve aard.

 

C.6.3    Samenvatting

Gelet op de voorgestane planontwikkeling is men de mening toebedeeld dat een woontoren van 16 lagen niet passend is aan de rand van het bedrijventerrein en kan door de zeer directe nabije ligging een negatieve invloed ontstaan op de acquisitie van bedrijven. Verzocht wordt de hoogte aan te passen en de bebouwing op redelijke afstand van het bedrijventerrein te situeren.

Antwoord

Het hoogteaccent is in eerdere uitwerking reeds verlaagd van 20 naar 16 lagen. Het accent is niet gesitueerd aan de westelijke plangrens en de Gemeente Delft is van mening dat reeds voldoende afstand van het bedrijventerrein wordt gehouden.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

C.6.4    Samenvatting

Voor de bereikbaarheid en de leefbaarheid van het plangebied is het gewenst de wegenstructuur van de structuurschets van Harnaschpolder e.o. 2002 als uitgangspunt te hanteren. Er wordt gesteld dat op de plankaart niet staat aangegeven welke eindsituatie voor de ontsluiting van de gebieden beoogd wordt. Gezien wijkvreemd verkeer in de wijken en op het bedrijventerrein is het wenselijk de verlengde Kristalweg voor verkeersstromen te knippen. Onderzoek op welke wijze en op welke plaats deze knip kan plaatsvinden is gewenst.

            Antwoord

Dit bestemmingsplan is een globaal plan met uitwerkingsverplichtingen. Details zoals gevraagd zullen pas in een later stadium bekend zijn en worden in de uitwerkingsplannen opgenomen. Het gevraagde onderzoek zal inderdaad plaatsvinden.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

C.7       Gemeente Midden-Delfland, Postbus 1, Schipluiden:

C.7.1    Samenvatting

Voorgesteld wordt voor een duidelijke naamgeving aan te sluiten bij het masterplan Lookwatering-west / Voordijkshoorn.

            Antwoord

Wij zijn van mening dat de naamgeving Harnaschpolder Delft heel duidelijk is, maar zullen als ondertiteling de naamgeving van het masterplan toevoegen.

            Conclusie

Deze reactie heeft  geleid tot aanpassing van het plan.

 

C.7.2    Samenvatting

Op bladzijde 10 en 17 zal anders dan de zinsnede “voor het plangebied…oppervlaktewater” de zin “voor het plangebied gelden de waterbergingsnormen van het Hoogheemraadschap van Delfland” beter aansluiten bij de afspraken rond de totstandkoming van de structuurschets.

            Antwoord

De betekenis van de voorgestelde zin is hetzelfde als de zin in het bestemmingsplan.

            Conclusie

De reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan.

 

C.7.3    Samenvatting

Een aantal maal wordt het percentage oppervlaktewater van 11 procent (325 m³ bergingscapaciteit per hectare) aangehaald. Het gedeelte van Lookwatering-west valt in een andere polder dan de Voordijkshoorn en voor deze polder is een structuurschets opgesteld. Het grotere geheel zal invloed hebben op het waterbergingspercentage. Op basis van de structuurschets is met Hoogheemraadschap Delfland een percentage van 8 procent vastgesteld.

            Antwoord

De gemeente Midden-Delfland wordt verzocht hierover in overleg te treden met de gemeente Delft.

            Conclusie

Deze reactie zal in de verdere planvorming worden meegenomen.

 

C.7.4    Samenvatting

Er kan niet worden ingestemd met de vermelding op bladzijde 19 dat op de kruising van de Harnaschdreef een hoogteaccent van 16 lagen zal worden gerealiseerd, omdat dit in strijd is met de samenwerkingsovereenkomst Delft-Schipluiden van 22 augustus 2002 (2000 red.)

Tevens is de locatie gevestigd in het overgangsgebied van het Scharnier waar een dergelijk hoogteaccent niet gewenst en conflicterend is, omdat hier vooral wonen in het groen met maximaal 3 lagen gewenst is.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar het antwoord onder A.12.5.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

C.7.5    Samenvatting

De verdichting langs de OV-structuur wordt niet ondersteund omdat het bebouwingspercentage van 40 procent en de 8 lagen erg fors is gezien eerder afspraken over bouwen en aansluiting met het dorpse karakter.

            Antwoord

Het bestemmingsplan wordt op dit punt aangepast. De bouwhoogte van acht lagen wordt alleen mogelijk gemaakt in de oksels van het kruispunt. Voor het overige geldt een bouwhoogte van 4 lagen met een percentage van 40% van zes lagen.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

C.7.6    Samenvatting

In de opsomming op bladzijde 17 moet onder punt 3 “toekomstige bedrijventerrein Harnasch Midden” vervangen worden door “Harnaschpolder”.

            Antwoord

Deze reactie wordt overgenomen.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

C.7.7    Samenvatting

Verzocht wordt meer duidelijkheid te verschaffen in de locatie van de brede school op de plankaart, zodat er bij planvorming rekening mee gehouden kan worden.

            Antwoord

Dit bestemmingsplan is een globaal plan met uitwerkingsverplichting. Op dit moment van de planvorming kan aldus de exacte locatie niet worden aangegeven. 

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan.

 

C.7.8    Samenvatting

Er wordt aangeraden in verband met de verontreiniging van asbest in het plangebied paragraaf 6.3 omtrent bodem nader te omschrijven.

            Antwoord

In paragraaf 6.3.2 staat opgenomen dat de bodem ook op de mogelijke aanwezigheid van asbest moet worden onderzocht conform NEN 5707. Aan de hand van het onderzoek wordt bepaald of nader onderzoek en/of saneringsmaatregelen nodig zijn.

            Conclusie

De reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

C.7.9    Samenvatting

Op bladzijde 48 dient aangegeven te worden dat de verlengde Kristalweg moet aansluiten op de randweg in het bedrijventerrein Harnaschpolder en via deze randweg een aansluiting plaatsvindt op de Harnaschdreef.

Antwoord

Deze reactie zal worden overgenomen.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

C.7.10  Samenvatting

Het aanbrengen van de bussluizen bij de kruising met de Dijkshoornsweg wordt ondersteund, maar aangegeven wordt dat het buiten de spitsuren ook wenselijk is dat doorgaand verkeer geweerd wordt. Verzocht wordt de flexibele uitvoering te wijzigen in een permanente uitvoering. Alleen doorgang voor busverkeer, voetgangers, fietsers en hulpdiensten is gewenst.

           

Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar het antwoord onder A.40.3. en C.2.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.

 

C.8       Ministerie van Economische Zaken, Postbus 29013, Rotterdam:

            Samenvatting

Bij de vermelding van het bedrijventerrein in de westzijde van Lookwatering-west wordt aangeven dat bedrijfscategorie 4 ook is toegestaan onder voorwaarde dat er buiten het bedrijventerrein geen hinder mag ontstaan. Hierdoor kan woningbouw dicht op het bedrijventerrein worden gevestigd, wat beperkingen kan opleveren van de bedrijfsvoering van de te vestigen bedrijven. In verband met de huidige ruimtedruk op de beschikbare ruimte, ook voor bedrijven, wordt verzocht de zonering van de toekomstige woningbouw zodanig in te richten dat de bedrijven hier geen hinder van ondervinden.

            Antwoord

Gedoeld wordt op het bestemmingsplan Harnaschpolder Midden van de gemeente Midden-Delfland gelegen aan de westzijde van dit plangebied. In dat plan worden bedrijven mogelijk gemaakt tot en met categorie 4. In overleg ex artikel 10 Bro hebben wij de gemeente Midden-Delfland gevraagd dit bedrijventerrein zodanig te zoneren dat woningen in het plangebied van Delft mogelijk zijn. Met Midden-Delfland is afgesproken dat tussen beide gebied een groene zone van circa 15 m wordt gereserveerd als afscherming tussen beide gebieden. Dit maakt optimaal gebruik van de gronden mogelijk. Die zone is op de plankaart van het bestemmingsplan Harnaschpolder Delft terug te vinden.

Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van dit plan.

 

C.9       Preadvies PPC, Postbus 90602:

C.9.1    Samenvatting

Het bestemmingsplan past binnen het gestelde in kernpunt H.28 “Harnaschpolder” van het streekplan Zuid-Holland West.

            Antwoord

Van deze reactie wordt kennisgenomen.

            Conclusie

Deze reactie is van informatieve aard.

 

C.9.2    Samenvatting

Er dient een akoestisch onderzoek te worden uitgevoerd waaruit moet blijken of de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) voor verkeerslawaai wordt overschreden. Indien dit het geval is, moeten er hogere grenswaarde worden opgevraagd bij Gedeputeerde Staten, waarover voor de vaststelling van het bestemmingsplan door de gemeenteraad besloten dient te worden.

            Antwoord

De gemeente Delft zal een akoestisch onderzoek uitvoeren. Omdat het bestemmingsplan een globaal plan betreft, zal er voor het onderzoek worden uitgegaan van de ‘worst-case’ situatie. Op basis daarvan zal voor de vaststelling van het bestemmingsplan de hogere grenswaarden worden aangevraagd.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van dat plan.

 

C.9.3    Samenvatting

De stankcontour van DSM ligt over de nieuw geprojecteerde woongebieden ten noordoosten van het plangebied. Gevoelige bestemmingen zijn niet gewenst tussen de lichte hinder en hinder-contour. In de handreiking van Luchtkwaliteit en Ruimtelijke Ordening geeft aan dat gevoelige bestemmingen type 1, zoals woonwijken, niet mogelijk zijn tussen deze contouren en dat hier alleen gemotiveerd van kan worden afgeweken. Deze motivering ontbreekt in de plantoelichting en dient te worden beschreven om de woonbestemming mogelijk te maken.

            Antwoord

Het plangebied Harnaschpolder Delft ligt binnen de vastgestelde rode contour uit het Streekplan, waarbinnen de verstedelijkingsopgave tot 2015 dient te worden gerealiseerd. Delft heeft weinig uitbreidingslocaties en daardoor weinig mogelijkheden om te voldoen aan de vraag naar woningen. Binnen de bestaande stad zijn de mogelijkheden om aan deze vraag naar woningen te voldoen zeer beperkt. Bovendien valt de helft van de stad binnen deze zelfde geurcontour, waardoor de mogelijkheid om aan de vraag naar woningen te voldoen verder wordt beperkt.

Het bestemmingsplan is een globaal plan dat verplicht moet worden uitgewerkt. Bij het opstellen van het stedenbouwkundig plan is de geurhinder ten gevolge van DSM een van de factoren die wordt meegewogen bij de invulling van het gebied. Te verwachten is dat binnen de contour van een lage woningdichtheid zal worden uitgegaan.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van dit plan.

 

C.9.4    Samenvatting

In artikel 11 van de voorschriften dient te worden toegevoegd dat het advies van de provinciaal archeoloog over de wijze van omgaan met geconstateerde of te constateren archeologische waarden wordt vereist.

            Antwoord

Delft heeft een gemeentelijk archeoloog en is daarom competent om zelf daarover advies uit te brengen, in tegenstelling tot gemeentes zonder eigen archeoloog. In overleg met de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek is afgesproken dat de volgende toevoeging aan art. 11 wordt aangebracht:

" het advies van de gemeentelijk archeoloog over de wijze van omgaan met geconstateerde of te constateren archeologische waarden wordt vereist."

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

C.9.5    Samenvatting

Op pagina 37 wordt gesproken over de Nota Bruisend Water. Deze is niet actueel, omdat inmiddels is er de Ontwerp Deelstroomgebiedsvisie in het werkgebied Midden-Holland.

            Antwoord

In de tekst zal het Ontwerp Deelstroomgebiedsvisie worden opgenomen in plaats van de Nota Bruisend Water.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

 

C.9.6    Samenvatting

In de waterparagraaf ontbreekt de toetsing, die voorkomt uit de Nota Planbeoordeling, van het inundatierisico en de wateroverlast als gevolg van zware regenval en de in dat verband eventueel te treffen maatregelen.

Antwoord

De gemeente Delft heeft Fugro opdracht gegeven om zowel een geotechnisch als geohydrologisch een onderzoek te doen naar de waterhuishouding in de Harnaschpolder en de Voordijkhoornsepolder. De resultaten van het onderzoek worden meegenomen in de toelichting van het ontwerp bestemmingsplan en de op te stellen uitwerkingsplannen. Dit onderzoek zal met het Hoogheemraadschap worden besproken.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van dit plan.

 

 

 

C.9.7    Samenvatting

Aan de boezemkade die in het plangebied liggen, zullen als gevolg van de ontwikkeling van de woon-werkfuncties, hogere eisen aan de kering moeten worden gesteld. Dit in overleg met Hoogheemraadschap Delfland om de ruimtelijke consequenties in beeld te brengen.

            Antwoord

Er is regelmatig overleg met het Hoogheemraadschap over de ontwikkeling van de Harnaschpolder. In deze overleggen komen de eisen die aan de keringen worden gesteld ook aan de orde.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van dit plan.

 

C.9.8    Samenvatting

Verzocht wordt de opmerkingen van het Hoogheemraadschap van Delfland en van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit mee te nemen in het planproces.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar C.3 en C.5.

Op 25 augustus 2004 is er overleg geweest met het Hoogheemraadschap over de gemaakte opmerkingen. Hierbij is door de gemeente aangegeven dat hier sprake is van een globaal plan met een uitwerkingsplicht. Een aantal van de gemaakte opmerkingen zijn zo gedetailleerd dat deze in dit stadium niet kunnen worden meegenomen in het bestemmingsplan. Deze zullen bij het opstellen van de uitwerkingsplannen worden meegenomen. Voor de beantwoording van de overlegreactie van het Hoogheemraadschap wordt verwezen naar de nota overleg en inspraak (C.3).

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van dit plan.

 

C.9.9    Samenvatting

Bij de vaststelling van het plan wordt aangeraden de financieel economische uitvoerbaarheid opnieuw te bekijken.

            Antwoord

Dit advies wordt overgenomen. Bij de vaststelling komt een aangepaste financiële paragraaf met daarin de laatste gegevens verwerkt.

            Conclusie

Deze reactie wordt overgenomen.

 

 

Overige instanties die niet gereageerd hebben op het verzoek om overleg:

 

1.      Eneco Energie, Schieweg 20 2672 AZ Delft;

2.      gemeentebestuur Schiedam, Postbus 1501, 3100 EA Schiedam;

3.      KPN, afdeling Juridische Zaken, t.a.v. de heer R. van Rooij, Postbus 30000, 2500 GA Den Haag;

4.      Stadsgewest Haaglanden, Postbus 66, 2501 CB Den Haag;

5.      VROM Inspectie, Regio Zuid, Postbus 29036, 3001 GA Rotterdam;

6.      Zuid-West-Nederland N.V. Accountteam Haaglanden, Surinamestraat 11, 2585 GG Den Haag.


Bijlage 1: Presentielijst inspraakavond 29 juni 2004

 

 

 

 

Voorl/voorv.

Naam

Adres

Huisnr

Post

 Code

Plaats

 

J

Aerts

Groene Zoom

2

2614

TT

Delft

 

A de

Baat

Hof van Aquamarijn

6

2614

TL

Delft

 

 A

Bal

Hof van Smaragd

13

2614

TN

Delft

 

WMC

Bentvelsen

Laan van Groenewegen

6

2614

KG

Delft

 

WA

Bentvelzen

Laan van Groenewegen

 

2614

KG

Delft

 

van den

Berg

Dijkhoornseweg

202

2635

EV

Den Hoorn

 

D

Bergakker

Hof van Azuur

38

2614

TB

Delft

 

HR

Bergsma

T. van Berkhoutlaan

21

2614

BV

Delft

 

A van

Bijnen

Hof van Azuur

45

2614

TB

Delft

 

A de

Boer

Plein Delftzicht

2

2627

CA

Delft

 

MG

Boeters

Laan van Groenewegen

7

2614

KG

Delft

 

 

Boks

Dijkhoornseweg

204

2635

EV

Den Hoorn

 

B.

Bouma

Lookwatering

48

2614

KA

Delft

 

W

Bouwknecht

Dijkshoornseweg

37

2635

EJ

Den Hoorn

 

 

Broekman

Hof van Azuur

32

2614

TB

Delft

 

H

de Hoog

Hof van Azuur

43

2614

TB

Delft

 

L.M.J.

de Vette

Laan van Groenewegen

28

2614

KG

Delft

 

PTV

Dessons

Dijkshoornseweg

175

2614

KC

Delft

 

W.

Dijkxhoorn

Dijkshoornseweg

140

2614

KB

Delft

 

MCP van

Dorst

Naaldwijkseweg

139

2691

RD

s-Gravenzande

 

R

Duijndam

Laan van Groenewegen

26

2614

KG

Delft

 

HW v.d.

Ende

Lookwatering

43a

2614

KA

Delft

 

JC van

Erk

Lookwatering

44a

2614

KA

Delft

 

 

Geryszewski

Hof van Azuur

27

2614

TB

Delft

 

Y 't

Hart

Hof van Azuur

36

2614

TB

Delft

 

P.

Harteveld

Woudselaan

9

2635

CH

Den Hoorn

 

CG van

Hengel

Hof van Azuur

37

2614

TB

Delft

 

E.

Huisman

Dijkshoornseweg

205

2614

KC

Delft

 

M

Ivens

Hof van Azuur

14

2614

TB

Delft

 

JP

Keet

Lookwatering

50

2635

EA

Den Hoorn

 

P

Koper

Hof van Azuur

40

2614

TB

Delft

 

C.

Koppert

Hof van Azuur

46

2614

TB

Delft

 

ER de

Koster

Hof van Azuur

36

2614

TB

Delft

 

JH

Lekkerkerk

Lookwatering

39

2614

KA

Delft

 

A. v.d.

Maarel

Dijkhoornseweg

128

2635

E

Den Hoorn

 

LMC van

Marrewijk

Woudselaan

1

2614

KB

Delft

 

L

Meyer

Woudselaan

2

2635

CH

Den Hoorn

 

AM

Moerman

Dijkshoornseweg

142

2614

KD

Delft

 

J

Nowee

Dijkshoornseweg

136

2614

KD

Delft

 

J

Nowee

Dijkshoornseweg

134

2614

KD

Delft

 

J. Th. H. van

Paassen

Laan van Groenewegen

16

2614

KG

Delft

 

F. van

Paassen

Laan van Groenewegen

9

2614

KG

Delft

 

AAM van

Paassen

Laan van Groenewegen

17

2614

KG

Delft

 

J van

Paassen

Dijkshoornseweg

165

2614

KC

Delft

 

MJ van

Paassen-Ham

Laan van Groenewegen

14

2614

KG

Delft

 

MHG

Peters

Lookwatering

47

2614

KA

Delft

 

H.

Poot

Lookwatering

43

2614

KA

Delft

 

De

Roos

Hof van Azuur

33

2614

TB

Delft

 

JA

Rost

Hof van Azuur

35

2614

TB

Delft

 

G

Schenkeveld

Woudselaan

3

2614

RB

Delft

 

P. Weerkamp/ M.

Sleurink

Hof van Azuur

39

2614

TB

Delft

 

M

Sleurink

Boomkwekerij

45

2635

KC

Den Hoorn

 

A van

Splunter

Hof van Azuur

9

2614

TB

Delft

 

MGE

Stoffer

Hof van Azuur

34

2614

TB

Delft

 

HR

van der Sluis

Hof van Azuur

44

2614

TB

Delft

 

Marjam

van Velzen

Woudselaan

6

2635

CH

Den Hoorn

 

G vd

Velden

Lookwatering

34

2614

KA

Delft

 

D van

Velzen

Woudselaan

6

2635

CH

Den Hoorn

 

J. en E. van

Vliet

Hof van Azuur

28

2614

TB

Delft

 

RS de

Vries

Hof van Azuur

48

2614

TB

Delft

 

EJN

Wendel

Hof van Azuur

47

2614

TB

Delft

 

R

Zeelen

Hof van Azuur

42

2614

TB

Delft

 

CM

Zwetsloot

Laan van Groenewegen

2

2614

KG

Delft