Concept
Lookwatering-west
en Voordijkshoorn
Gemeente Delft
Vakteam
Ruimtelijke Ordening
septemberJuli
2004
1. Inleiding
In het noordwestelijke
kwadrant van Delft, tussen de oude gemeentegrens van Delft en de A4, ligt het
plangebied “Harnaschpolder Delft, Lookwatering-west en Voordijkshoorn”. Het
gebied waarvoor een nieuw bestemmingsplan wordt voorbereid betreft de locaties
van Lookwatering-west en de Voordijkshoorn en wordt aan de noordzijde begrensd
door de Woudselaan en de Kerstanjewetering, aan de oostzijde door het
Voordijkshoornsepad en de Hoornse Hof, aan de zuidzijde door het plangebied
Lookwest Noord (gemeente Midden-Delfland) en het westen bedrijventerrein
Harnaschpolder midden (gemeente Midden-Delfland).
Een nieuw bestemmingsplan is nodig omdat het gebied
nu grotendeels gebruikt wordt voor glastuinbouw. Het zal in de nabije toekomst
worden ontwikkeld ten behoeve van bedrijven en woningbouw. Een deel van dit
gebied is met ingang van 1 januari 2004 overgedragen door de gemeente
Schipluiden aan de gemeente Delft.
Omdat deze plannen niet passen in het geldende
bestemmingsplan, welke zijn overgenomen van de gemeente Schipluiden en Den
Hoorn, is een nieuw bestemmingplan nodig.
Op het voorontwerp is de mogelijkheid geboden om in
het kader van art 6A van de Wet op de Ruimtelijke Ordening mondelinge en
schriftelijke inspraakreacties te geven.
Vanaf 14 juni tot en met 12 juli 2004 heeft het
voorontwerp bestemmingsplan ter inzage gelegen in het gemeentelijk
informatiecentrum aan de Phoenixstraat 16. Tevens is er op 29 juni 2004 van
19:30 tot 21:30 in het Stadhuis
van Delft op de markteen inspraakbijeenkomst
gehouden. De presentielijst is getekend door 64 belangstellenden.
Het plan is toegelicht met tekeningen, foto’s en
teksten op panelen waar de volgende onderdelen van plan aan de orde zijn
gesteld: plankaart
het
bestemmingsplanvan het bestemmingsplan , wijzigingenveranderingen
t.o.v. concept Masterplan, diverse woonmilieuswonen in de
Harnaschpolder, (wonen in Lookwatering West, wonen in
Voordijkshoorn, wonen in Harnaschpolder Noord), verkeer, groen en
water, planning project en de bestemmingsplanprocedureprocedure wijziging
bestemmingsplan. Per paneel was een deskundige aanwezigbeschikbaar
voor het beantwoorden van vragen en het geven van nadere toelichting.
Tevens is om 20:00 een
toelichting gegeven door projectleider G. Baartmans, waarna vervolgens op
verzoek van aanwezigen over het plan is gediscussieerd.
Ook
is bij een zogenoemd inspraakloket gelegenheid geboden mondeling een visie op
het voorgenomen plan te geven. Alle opmerkingen zijn opgenomen in een verslag
dat is verstuurd naar de belanghebbenden.
Tevens is in het kader artikel 10 van het Besluit
op de ruimtelijke ordening het voorontwerp naar verschillende overlegpartners
gestuurd. De overlegreacties zijn samengevat en beantwoord onder C.
In deze nota wordt in hoofdstuk 2 “algemeen” een samenvatting en
beantwoording gegeven van de onderwerpen waartegen de meeste inspraakreacties
zich richten. In
hoofdstuk 3 zijn
onder A. alle individuele
schriftelijk ingediende inspraakreacties samengevat en beantwoord en onder B. de mondelinge reacties en
het verslag van de inspraakbijeenkomst. In hoofdstuk 4 zijn alle overleg reacties samengevat en
beantwoord.
Tevens is in het kader artikel 10 van het Besluit
op de ruimtelijke ordening het voorontwerp naar verschillende overlegpartners
gestuurd. De overlegreacties zijn samengevat en beantwoord onder C.
2. Algemeen
Veel van de in deze nota
opgenomen inspraakreacties richten zich tegen de woonbestemming direct achter
de woningen Hof van Azuur (zuid-oost zijde plangebied) en de wijze waarop de
lintbebouwing is geregeld. De reacties hebben geleid tot aanpassing van het
bestemmingsplan. De aanpassing achter de woningen Hof van Azuur wordt
toegelicht onder 2.1. De bestemming voor de lintbebouwing is ingrijpend
aangepast waarbij getracht is recht te doen aan het karakteristiek van het lint
en de rechten van aanwezige bewoners te respecteren. Deze aanpassing worden
toegelicht onder 2.2.
2.1 Uit te werken bestemming waaronder
bebouwing achter Hof van Azuur
Gekozen is voor een globaal bestemmingsplan met
uitwerkingsverplichting. Hierdoor is op grote gedeelten van het plangebied de
bestemming ‘woondoeleinden nader uit te werken’ gelegd, onderverdeeld in W
I, W II en W III. Over deze bestemmingsvlakken heen is met aanwijzingen een
aantal grote structurele elementen geplaatst, zoals de hoofdontsluiting en de
hoofd groen- en waterstructuur. Deze elementen zijn in dit stadium van de
planontwikkeling bekend en met de aanwijzing wordt beoogd de realisatie daarvan
zeker te stellen. De woonbestemming loopt echter door deze elementen heen. Het
betreffende deel van de plankaart moet dus niet gelezen worden als een lineaire
hoofd groen- en waterstructuur met daarnaast een smalle strip bestemd voor
wonen.
Nadrukkelijk moet er op gewezen worden dat gezien
genoemd globaal karakter van het bestemmingsplan het betreffende plangebied pas
in de (verplichte) uitwerking precieze invulling zal krijgen. In dit
bestemmingsplan worden dan ook niet expliciet waterwoningen mogelijk gemaakt,
tevens kan niet worden gesteld dat is afgezien van het “spiegelvoornemen” (tuin
aan tuin).
In het Stedenbouwkundig Programma van Eisen en de
deeluitwerkingen worden spelregels opgenomen waaraan de verschillende
woningtypen, dus ook de eventuele waterwoningen zullen moeten voldoen. Deze
“spelregels” worden juridisch vertaald in de later op te stellen
uitwerkingsplannen. Die uitwerkingsplannen zullen twee maal ter inzage worden
gelegd om inspraak en zienswijze alvorens de uitwerkingsplannen kunnen worden vastgesteld.
Naar
aanleiding van de inspraakreacties zal in het bestemmingsplan de hoofd water-
en groenstructuur doorgezet worden tot aan de Hof van Azuur. In het water, dus
niet in het groen, is het mogelijk plaatselijk woningen te realiseren,
waterwoningen. De toezeggingen ten aanzien van deze waterwoningen, zoals gedaan
door de wethouder in het overleg met bewoners d.d. 2 september 2004 worden bij
de verdere uitwerking meegenomen.
In het concept-Masterplan is bedoelde locatie aangegeven als
groenstructuur. Bij de verdere uitwerking van het gebied is echter voorgesteld
om de strook een woonbestemming te geven. Belangrijkste reden hiervoor was de
wens om de 1.300 woningen in het gebied gelijkmatig te verdelen om hierdoor op
alle gebieden een open, vriendelijk en groen woonmilieu te creëren.
Gezien het groene karakter van de specifieke locatie, de ruime
hoeveelheid water die hier gecreëerd zal worden en de bestaande bebouwing
waarmee rekening gehouden dient te worden, zal gezocht worden naar een woningtypologie
die aansluit bij de eigenschappen van het gebied en bestaande bebouwing. Dit
betekent in ieder geval dat de ontwikkeling ruim opgezet zal zijn, de woningen
vrijstaand en niet gestapeld zullen worden met een beperkte bouwhoogte (7m). De
afstand tussen de nieuwe woningen en bestaande bebouwing bedraagt ruim 30 m.
2.2 Lintbebouwing
Kenmerken
Uit verschillende inspreekreacties blijkt de wens
de bestaande linten in het gebied meer als ruimtelijk geheel te benaderen.
De Gemeente Delft, waar de wens overigens
onderschreven wordt, zal in het bestemmingsplan de bestaande linten een
aaneengesloten ‘lintbestemming’ geven. Hierbij wordt in de voorschriften één
beschrijving voorgestaan waarbinnen zowel de bestaande lintbebouwing als de
mogelijke bebouwing in de open gedeelten past. In de beschrijving zal zo veel
mogelijk het karakter van de lintbebouwing worden vastgelegd.
De belangrijkste ruimtelijke kenmerken van de
lintbebouwing zijn:
De bebouwing is niet aaneengesloten maar bestaat
voornamelijk uit losse huizen, waarvan de voorgevelrooilijn springt t.o.v. de
erfgrens. Sommige woningen staan aan of dichtbij de weg, andere juist achter op
het perceel. Woningen in een aaneengesloten rij zijn een incident en niet eigen
aan het karakter van een historisch gegroeid lint.
Om het karakter van het lint te behouden c.q. te
versterken is een samenhangend pakket spelregels opgesteld. Daarin is o.a.
vastgelegd dat woonhuizen los staan van elkaar, de grootte van de woonhuizen en
de onderlinge afstanden.
De lintbebouwing is historisch gegroeide bebouwing,
de woningen zijn (veelal) afgedekt met een kap. Het voorschrijven van een kap
is erg beperkend, gekozen is voor het limiteren van het aaneengesloten oppervlak van een plat dakvlak. Hierdoor zijn
mansarde- en lessenaarsdaken niet uitgesloten.
Omdat het lint een historie heeft als
tuindersgebied, komen veel bedrijfsmatige bijgebouwen voor. Binnen zekere
grenzen is dit de charme. Aangegeven wordt een redelijk ruim
bebouwingspercentage met maximale massa voor
het hoofdgebouw. Op een aantal plaatsen kan zelfrealisatie verwacht worden. Op
het huidige perceel zijn dan bijvoorbeeld in de toekomst 4 woningen mogelijk.
Het aantal woningen per kavel wordt daarom niet tot één beperkt.
In het bestemmingsplan wordt voor de lintbebouwing
het volgende voorschrift opgenomen:
Bouwvoorschriften
In en op deze gronden mogen ten behoeve van de
bestemming uitsluitend gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde worden gebouwd
met inachtneming van de volgende bepalingen
a.
het perceel mag voor maximaal 30% worden bebouwd
(hoofd- en bijgebouwen alsmede aan- en uitbouwen) met dien verstande dat een
hoofdgebouw van 60m² ten alle tijden is toegestaan;
b.
de maximale bouwhoogte van de hoofdbebouwing is 7
m;
c.
het aaneengesloten plat dakvlak heeft een oppervlak
van maximaal 24m², het overige dak dient hellend te worden uitgevoerd, met een
maximale hellingshoek van 55°;
d.
het hoofdgebouw heeft een aaneengesloten massa van
maximaal 8 m breed;
e.
de minimale afstand tussen hoofdgebouwen is gelijk
aan de hoogte van betreffend gebouw, waarbij het te realiseren gebouw
uitgangspunt is;
f.
de bebouwing staat ten minste 1 m uit de
perceelsgrenzen grenzend aan openbaar gebied of straat;
g.
de bebouwing staat ten minste 2 m uit de
perceelsgrenzen niet grenzend aan openbaar gebied;
h.
voor de bij-, aan- en uitbouwen gelden de volgende
regels: de bouwhoogte van de
bijgebouwen mag maximaal 3 m bedragen; de diepte van een aan- en uitbouw
mag
maximaal 2,5 m bedragen; de bouwhoogte van aan- en uitbouwen mag maximaal de
hoogte van de aangrenzende bouwlaag van het bijbehorende hoofdgebouw bedragen
vermeerderd met 0,25 m; het oppervlak van een losstaand bijgebouw bedraagt
maximaal 30 m²;
i.
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde,
mag maximaal 2 m bedragen.
j.
naast het maximaal toegestane oppervlakte aan
bijgebouw (30m²) is een hobbykas
toegestaan van maximaal 30m² ;
k.
de eerste 5 m van de tuin, gemeten vanaf de grens
met de openbare weg is bestemd als
voortuin waarin het
bouwen van aan-, uit- en bijgebouwen niet is toegestaan;
l.
het totaal aan dakkapellen mag maximaal een vierde
bedragen van het oppervlak van
het dakvlak waarin zij
worden geplaatst.
Vrijstellingsbevoegdheden
Het college is bevoegd vrijstelling te verlenen
voor:
a.
voor het bepaalde in lid 3. onder b. voor de maximale
bouwhoogte tot 10 m.
b.
voor het bepaalde in lid 3. onder l voor het
dakvlak gericht naar openbaar gebied
tot maximaal een derde van het oppervlak van het betreffend dakvlak.
De onderstaande personen hebben een schriftelijke
inspraakreactie ingediend:
1. A.
de Roos, Hof van Azuur 33, 2614 TB Delft. Getekend 22 juni 2004, ingekomen 25
juni 2004;
a.
J. Bentvelsen, Dijkshoornseweg 146, 2614 KD Delft;
b.
W.A. Bentvelsen, Laan van Groenewegen 12, 2614 KG
Delft;
c.
W.M.C. Bentvelsen, Laan van Groenewegen 6, 2614 KG
Delft;
d.
D.A. v.d. Berg, Dijkshoornseweg 202, 2635 EV Den
Hoorn;
e.
B.A.S. Berkhout / J. van den Ende, Dijkshoornseweg
189, 2614 KC Delft;
f.
A. Blokland / P Zonneveld, Dijkshoornseweg 174,
2614 KC Delft;
g.
M.G. Boeters, Laan van Groenewegen 11, 2614 KG
Delft;
h.
H. Boks, Dijkshoornseweg 204, 2635 EV Den Hoorn;
i.
H. en M. Bos, Lookwatering 40, 2614 KA Delft;
j.
G.M. Bouman, Lookwatering 48, 2635 EA Den Hoorn;
k.
F. Bruinings, Dijkshoornseweg 159, 2614 KC Delft;
l.
W. Dijkshoorn, Dijkshoornseweg 140, 2614 KD Delft;
m.
H.W. v.d Ende, Lookwatering 43a, 2614 KA Delft;
n.
J.C. van Erk, Lookwatering 44a, 2614 KA Delft;
o.
D. Fonkert, Dijkshoornseweg 183, 2614 KC Delft;
p.
A.L.M. van Geest, Kastanjewetering 6a, 2614 KE
Delft:
q.
A. Harteveld, Woudselaan 37, 2635 CH Den Hoorn;
r.
Fam. Harteveld, Woudselaan 39, 2635 CH Den Hoorn;
s.
M. Harteveld, Woudselaan 7, 2635 CH Den Hoorn;
t.
P.A. Harteveld, Woudselaan 9, 2635 CH Den Hoorn;
u.
C.W.A. van der Have, Dijkshoornseweg 155, 2614 KC
Delft;
v.
A.J.P. Hollestelle, Dijkshoornseweg 194, 2635 EV
Den Hoorn;
w.
D.H. Huisman, Dijkshoornseweg 205, 2614 KC Delft;
x.
P. Jansen, Laan van Groenewegen 1, 2614 KG Delft;
y.
G.A.M. Keijzer, Dijkshoornseweg 147, 2635 EN Den
Hoorn;
z.
A. en J. Kleyweg, Woudselaan 14, 2635 CH Delft;
aa.
M. van der Lee en E. Homan, Dijkshoornseweg 2614 KC
Delft;
bb.
A.N. van Leeuwen, Dijkshoornseweg 197, 2614 KC
Delft;
cc.
M. van Leeuwen en P. Kalkman, Kastanjewetering 6,
2614 KE Delft;
dd.
J. Lekkerkerk-Hartwig, Lookwatering 39, 2614 KA
Delft;
ee.
A.Th.A. van de Maarel, Dijkshoornseweg 128, 2635 ET
Den Hoorn;
ff.
L.M. van Marrewijk e.v. Snijders, Woudselaan 1,
2614 KB Delft;
gg.
T. van Marrewijk, Lookwatering 49, 2614 KA Delft;
hh.
Th. J. van Marrewijk, Lookwatering 45, 2614 KA
Delft;
ii.
C. Meyer, Woudselaan 2, 2635 CH Den Hoorn;
jj.
A.M. Moerman, Dijkshoornseweg 142, 2614 KD Delft;
kk.
J. Nowee jr, Dijkshoornseweg 136, 2614 KD Delft;
ll.
J. Nowee sr, Dijkshoornseweg 134, 2614 KD Delft;
mm.
H.C. van Paassen, Laan van Groenewegen 14, 2614 KG
Delft;
nn.
J. F.A. van Paassen, Dijkshoornseweg 165, 2614 KC
Delft;
oo.
J.Th.H. van Paassen, Laan van Groenewegen 16, 2614
KG Delft;
pp.
T.J.M. van Paassen, Dijkshoornseweg 153, 2614 KD
Delft;
qq.
C.S.M. van Paassen-Hendriks, Dijkshoornseweg 144,
2614 KD Delft;
rr.
A. van Paassen-Kloosterman, Dijkshoornseweg 167,
2614 KC Delft;
ss.
R.v. Paassen-v.d. Meer, Laan van Groenwegen 16,
2614 KG Delft;
tt.
F.C. van Paassen- Zwinkels, Laan van Groenwegen 9,
2614 KG Delft;
uu.
E. en L. van Rijn van Marrewijk, Lookwatering 54 A,
2635 EA Den Hoorn;
vv.
S. Rijpma, Lookwatering 46, 2614 KA Delft;
ww.
M. Rook en S. Snel, Dijkshoornseweg 187, 2614 KC
Delft;
xx.
L.A. Ruijgrok, Woudselaan 25, 2635 CH Den Hoorn;
yy.
F.J. van Scheijndel, Dijkshoornseweg 201, 2614 KC
Delft;
zz.
H.L.M. Schenkeveld, Dijkshoornseweg 151, 2614 KC
Delft;
aaa.
H. van Spronsen en J.E. van Spronsen- van Duyn,
Lookwatering 42, 2614 KA Delft.
bbb.
H.A. van Velthoven, Dijkshoornseweg 193, 2614 KC
Delft;
ccc.
A.W. v.d. Ven, Dijkshoornseweg 173, 2614 KC Delft;
ddd.
Q.A. de Vreede, Dijkshoornseweg 138, 2614 KD Delft;
eee.
C.M. Zwetsloot, Laan van Groenewegen 2, 2614 KG
Delft.
A: Eerste gedeelte
ondertekend door:
a.
J.C.J. Aerts, Groene Zoom 2, 2614 TT Delft
b.
C. Bloemhard en A.A. van Paassen, Laan van
Groenewegen 17, 2614 KG Delft
c.
L.P. van Gaag, Hofzoom 1, 2614 VC Delft;
d.
C. en P. Graham, Groene Zoom 5, 2614 TT Delft;
e.
Van Grootveld, Hofzoom, 2614 VC Delft;
f.
M.R. Jas en J.G.J.M. Jas- van Krugten, Groene Zoom
9, 2614 TT Delft;
g.
R. Kruik, Hofzoom 7, 2614 VC Delft;
h.
E. Lasschuijt, Groene Zoom 8, 2614 TT Delft;
i.
P. Polders, Groene Zoom 4, 2614 TT Delft;
j.
D.G. Pronk en Y. Haandikman, Groen Zoom 6, 2614 TT
Delft;
k.
Van Schie, Groene Zoom 7, 2614 TT Delft;
l.
L.J. Sluijs, Hofzoom 3, 2614 VC Delft;
m.
R. Tesselaar, Groene Zoom 1, 2614 TT Delft;
n.
C.S. Visser, Groene Zoom 3, 2614 TT Delft.
B: Tweede gedeelte niet
ondertekend door:
a. J.C.J. Aerts , geeft echter wel een
aanvulling aangegeven onder C.
C.
Bloemhard en A.A. van Paassen;
b.
R Kruik.
C: Alleen het tweede gedeelte
ondertekend:
a. H. van Bilderbeek,
Hofzoom 9, 2614 VC Delft.
A. Bal, Hof van Smaragd
13, Hof van Smaragd 13, 2614 TN Delft,
R. de Jong en S.
Grasmeijer, Hof van Smaragd 9, 2614 TN Delft,
M. Glaudemans, Hof van
Smaragd 14, 2614 TN Delft en
P. Hopstaken, Hof van
Smaragd 11, 2614 TN Delft.
Getekend 10 en 11 juli
2004, ingekomen via e-mail 10 juli 2004 en via de post 12 en 13 juli 2004;
De bewonerscommissie
Voordijkshoorn, vertegenwoordigd door:
J.H. Bos, Lookwatering
40, 2614 KA Delft;
W. Bouwknecht,
Dijkshoornseweg185, 2614 KC Delft;
A. Blokland en P.
Zonneveld, Dijkshoornseweg 171, 2635 EN Den Hoorn;
F.P. Bruinings,
Dijkshoornseweg 159, 2614 KC Delft;
P.T.V. Dessens,
Dijkshoornseweg 175, 2614 KC Delft;
A.C. Eijgenraam,
Kastanjewetering 1a, 2614 KE Delft;
H.W. van den Ende,
Lookwatering 43a, 2614 KA Delft;
P. Friskes,
Dijkshoornseweg 211, 2614 KC Delft;
D.H. Huisman,
Dijkshoornseweg 205, 2614 KC Delft;
P. Jansen, Laan van
Groenewegen 1, 2614 KG Delft;
G.A.M. Keijzer,
Dijkshoornseweg 147, 2614 KC Delft;
J.H. Lekkerkerk,
Lookwatering 36, 2614 KA Delft;
A.T.A. Maarel,
Dijkshoornseweg 128, 2635 ET Delft;
J. Nowee sr., Dijkshoornseweg
134, 2614 KD Delft;
A.J.M. van Paassen,
Dijkshoornseweg 144, 2614 KD Delft;
F. van Paassen, Laan van
Groenewegen 9, 2614 KG Delft;
J.F.A. van Paassen,
Dijkshoornseweg 165, 2614 KC Delft;
M.L. van Paassen,
Dijkshoornseweg 152, 2614 KD Delft;
E.J. Poot, Lookwatering
43, 2614 KA Delft;
H. Poot, Dijkshoornseweg
145, 2614 KC Delft;
H.D. Snijders, Woudselaan
1, 2614 KB Delft
Q.A. de Vrede,
Dijkshoornseweg 138, 2614 KD Delft;
C.M. Zwetsloot, Laan van
Groenewegen 2, 2614 KG Delft.
41 G.
Bergsma en O. Oude Groen, T. van Berkhoutlaan 21, 2614 AV Delft. Getekend 30
juni 2004, ingekomen 1 juli 2004. Tevens namens:
J.W.
v.d. Akker, Teding van Berkhoutlaan 15;
Fam.
Coelman Overhoff, Teding van Berkhoutlaan 17;
G.
van Gelder, Teding van Berkhoutlaan 23;
J.P.
’t Hart en S. de Graaf, Teding van Berkhoutlaan 31b.
A. Prins,
Teding van Berkhoutlaan 13;
A. Remy,
Teding van Berkhoutlaan 27;
I. van
Trijp en K. Reinink, Teding van Berkhoutlaan 31c.
A.1 A.
de Roos, Hof van Azuur 33, Delft:
A.1.1 Samenvatting
Inspreker geeft aan dat voorontwerp bestemmingsplan
afwijkt van het masterplan. In het voorontwerp bestemmingsplan zijn
waterwoningen gesitueerd gelegen aan de afscheidingssloot van
de tuinen van het Hof van Azuur. en voorheen de gemeente
Schipluiden Het masterplan was gunstiger voor de bewoners van het
Hof van Azuur en gaf geen reden tot bezwaar. Bij eerdere informatieavonden is
aangegeven dat de bouw van huizen in dit stuk niet mogelijk iszijn
door de beperkte ruimte en de boezemwaterverplichtingen. Dit is echter in het
voorontwerp gewijzigd, waardoor inspreker zich misleid voelt.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar het algemeen deel onder 2.1 (water)woningen achter Hof van Azuur.
De waterwoningen zijn het resultaat van ingeschatte
wensen vanuit de woningmarkt. Het wateroppervlak is feitelijk vergoor omdat het
groenstrookje is verwijderd. Voor deze woningen zijn twee plekken denkbaar,
beide in Voordijkshoorn: de plas in het noorden en in het zuiden aan de
hoofdwatergang. In beide gevallen heeft het water voldoende maat voor dit
woningtype. Omdat m.n. ontsluiting en parkeren om speciale voorzieningen vraagt
is een grote concentratie van dit woningtype in het plan niet wenselijk.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.1.2 Samenvatting
De aanleg van de waterwoningen zal een
waardevermindering geven op de woningen van de Hof van Azuur, waarvan de
aanschafprijs hoger was dan vergelijkbare Hof van Azuurwoningen door de
gunstigere ligging (vrij uitzicht en bezonning).
Antwoord
Voor beantwoording wordt verwezen naar het
algemeen deel onder 2.1
(water)woningen achter Hof van Azuur.
De voorgestane ontwikkelingen in de Harnaschpolder
voorzien in een ingrijpende
wijziging van de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van het gebied. Die wijzigingen kunnen
nadelen met zich mee brengen voor bestaande gebruikers van dat gebied. De Wet op de Ruimtelijke
Ordening (WRO) regelt daarom het recht op vergoeding van schade die ontstaat als
gevolg van bestemmingsplanwijzigingen en die redelijkerwijs niet of niet geheel ten
laste van tot
last van bestaande bewoners hoort te blijven. Indien
belanghebbenden menen schade te leiden als gevolg van het wijzigen van het
planologisch regime (de wijziging van het bestemmingsplan) dan kunnen zij na de bestemmingsplanwijziging bij de gemeenteraad een
verzoek indienen om vergoeding van zogenoemde "planschade" als
bedoeld in artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Dat verzoek moet
wordt ingediend op een planschadeformulier dat aan de publiekbalie verkrijgbaar
is. Een dergelijk
verzoek wordt ter beoordeling voorgelegd
aan een onafhankelijk adviesbureau. Volgens mij kijken de bewoners van de Azuurhof nu
tegen kassen. Van waardevermindering heb ik geen inzicht.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het plan.
A.1.3 Samenvatting
Het woongenot zal naar de mening van inspreker
ondermijnd worden, door het aanzicht van drie etages en de beperking van
zonlicht.
Antwoord
RO JuristVoor
beantwoording wordt verwezen naar het antwoord onder A.1.2.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.1.4 Samenvatting
Gepleit wordt voor het terugschroeven van het
voorontwerp naar het masterplan en de bootwoningen te situeren in de waterplas
richting Sion.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar algemeen onder 2.1 (water)woningen achter Hof van Azuur.Voor deze woningen zijn
twee plekken denkbaar, beide in Voordijkshoorn: de plas in het noorden en in
het zuiden aan de hoofdwatergang. In beide gevallen heeft het water voldoende
maat voor dit woningtype. Omdat m.n. ontsluiting en parkeren om speciale
voorzieningen vraagt is een grote concentratie van dit woningtype in het plan
niet wenselijk.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het
plan.
A.2 C.M.
Zwetsloot, Laan van Groenewegen 2, Delft.
A.2.1 Samenvatting
Aangegeven wordt dat de woning van inspreker niet
geheid is en dat het heien in de omgeving voor moeilijkheden kan zorgen.
Antwoord
Uitgangspunt
is om overlast aan bestaande bebouwing te voorkomen door weinig bouwverkeer over de Laan van
Groenewegen te leiden en door grondwerkzaamheden zodanig uit te
voeren dat de bestaande panden daarvan zo min
mogelijk last ondervinden. Ook wordt voorafgaand aan de werkzaamheden, die
eventueel effect kunnen hebben op bestaande niet
onderheide bebouwing, van deze panden een zogenaamde ‘nulsituatie’ vastgelegd.
Bij eventuele schade kan bewoner onder verwijzing naar die nulsituatie een
verzoek om schadevergoeding indienen.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.2.2 Samenvatting
Er wordt op gewezen dat inspreker waarde hecht aan
het vrije uitzicht en het zonlicht in de woning.
Antwoord
RO JuristVerwezen
wordt naar het antwoord onder A.1.2.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het plan.
A.3 H.
en G. Lekkerkerk, Lookwatering 36, Delft:
Samenvatting
Insprekers geven aan
verbaasd te zijn dat hoewel naar aanleiding van een inspraakreactie in het
masterplan niet door de eigendommen heen getekend is, dit nu in het voorontwerp
wederom gedaan is. Gevraagd wordt de eigendomsrechten alsnog correct, zoals bij
het masterplan, op de plankaart aan te geven.
Antwoord
Vastgoed/
Op
plankaarten van bestemmingsplannen worden niet de eigendommen aangegeven maar
de verschillende toegelaten gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden. Indien het
planologisch gewenst is om over eigendomsgrenzen heen te tekenen dan kan dat. Voor het perceel van
inspreker is besloten het gehele perceel op te nemen in de zone bestemd voor
“lintbebouwing”.Een gedeelte van de
bestemming ligt inderdaad op particulier
eigendom. Dit moet worden hersteld voor het deel achter de woning. Tussen de nrs. 37 en 38 is ook sprake van
particuliere grond, maar de bestemming kan daar gehandhaafd blijven. Hier speelt
overigens wel de discussie met RO over de karakteristiek van de oude linten.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van de plankaart.
A.4 J.Th.H van Paassen en C.W.M. van Paassen, Laan van
Groenewegen 16, Delft:
Samenvatting
Gesteld wordt dat de
achtertuin en delen van het woonhuis van inspreker in het ontwerp zijn
aangegeven als openbaar groen. In een eerder ontwerp was het bestemd als
bouwveld. Verzocht wordt de correcte situatie in het voorontwerp aan te geven.
Antwoord
Op de plankaart van het
voorontwerp-bestemingsplan Harnasch Delft is ten onrechte voor het bedoelde perceel de
bestemming “Openbaar Groen” opgenomen. Dit zal in het ontwerp-bestemmingsplan
worden gecorrigeerd.
De stelling over correctheid is onjuist. Vanuit
stedenbouwkundig oogpunt is hier een buurtgroenvoorziening gewenst.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van de plankaart.
A.5 P.J. Weerkamp en
M. Sleurink, Hof van Azuur 39, Delft:
A.5.1 Samenvatting
Insprekers maken bezwaar
tegen de wijziging van het in het masterplan als groenstructuur bestemd
eiland achter de Hof van Azuur 27 t/m 49 in het masterplan in
woonbestemming in het voorontwerp bestemmingsplan. Dit zal een
waardevermindering van de woningen geven door de beperking van het woongenot,
beperking van privacy, beperking van vrij uitzicht, schaduwwerking door nabije
bebouwing en overlast door toekomstig verkeer naar de geplande woningen.
Antwoord
Verwezen wordt naar algemeen
onder 2.1, (water)woningen achter
Hof van Azuur en A.1.2. (planschade).
De waterwoningen zijn het resultaat van ingeschatte
wensen vanuit de woningmarkt. Het wateroppervlak is feitelijk vergoor omdat het
groenstrookje is verwijderd. Voor deze woningen zijn twee plekken denkbaar,
beide in Voordijkshoorn: de plas in het noorden en in het zuiden aan de
hoofdwatergang. In beide gevallen heeft het water voldoende maat voor dit
woningtype. Omdat m.n. ontsluiting en parkeren om speciale voorzieningen vraagt
is een grote concentratie van dit woningtype in het plan niet wenselijk.
/ RO jurist
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.5.2 Samenvatting
Er heeft misleiding en
onbehoorlijk bestuur plaatsgevonden door de wijziging van het voorontwerp ten
opzichte van het masterplan. Tot en met het masterplan is er een groenstructuur
aangeduid op deze locatie en zijn insprekers, zonder hiervoor geïnformeerd te
zijn, nu geconfronteerd met een woonbestemming op deze locatie. Het is niet
juist dat enkele wijzigingen ten opzichte van het masterplan zijn opgetreden
door de inspraakprocedure, daar de waterwoningen vanuit B&W blijken te
komen.
Antwoord
RO Jurist Verwezen wordt naar algemeen onder 2.1, (water)woningen
achter Hof van Azuur.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.5.3 Samenvatting
Verzocht wordt de privacy
van de bestaande woningen te waarborgen en aandacht te besteden
aan de waterafvoer en de waterberging. Gevraagd wordt hoe breed de bestaande
watergang achter de tuinen van Hof van Azuur 27 t/m 49 gaat worden.
Antwoord
De waterhuishouding krijgt
de laatste jaren steeds meer aandacht. Meer regenval in korte tijd en langere
perioden van droogte vragen een ander waterbeheer dan in het verleden het geval
was. In Nederland is gewaarborgd dat bij ruimtelijke ontwikkelingen aandacht
aan de waterhuishouding wordt besteed (de Watertoets). Het
bestemmingsplan is een globaal plan met uitwerkingsverplichting. Genoemde
thematiek komt in de uitwerkingsplannen nader aan de orde.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot
aanpassing van het plan.
A.6 J. Deelstra, Van
Blommesteinstraat 24, Delft:
A.6.1 Samenvatting
In het voorontwerp
bestemmingsplan is naar de mening van inspreker voor de verkeersstroom een
onverantwoorde hoge druk op de Kristalweg en de Van Foreestweg gelegd.
Antwoord
Met het verkeersmodel is
berekend hoeveel extra verkeer de van Foreestweg en de verlengde Kristalweg aan
kunnen. Uit deze berekeningen is gekomen dat het acceptabel is om een deel van de
nieuwe woningen op deze weg aan te sluiten. Natuurlijk wordt de van Foreestweg
hierdoor drukker, maar dat kan deze weg aan, ook in spits. Om de
oversteekbaarheid van de van Foreestweg te garanderen wordt een extra
(geregelde) oversteek gemaakt. Punt van aandacht is wel de kruising met de
Provinciale Weg. Daar zijn de nodige maatregelen noodzakelijk in het
kruispuntontwerp. Bepaalde opstelvakken voor de verkeerslichten moeten hier
worden verlengd. De druk is – met de voorgestelde maatregelen – niet
onverantwoord.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.6.2 Samenvatting
De Brusselse normen voor
toegestane luchtverontreiniging dienen als randvoorwaarden voor het ontwerp
bestemmingsplan te gelden.
Antwoord
Europese normen inzake
luchtkwaliteit zijn door Nederland geïmplementeerd in het Besluit
luchtkwaliteit (Blk). De normen uit het Besluit luchtkwaliteit zijn gebruikt
als randvoorwaarde bij het opstellen van dit bestemmingsplan.
Milieu Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.7 A.C.A. van der
Zanden en D.A. Bergakker, Hof van Azuur 38, Delft:
A.7.1 Samenvatting
Insprekers geeft dat in
het voorontwerp bestemmingsplan de bestemming van de grond grenzend aan het
perceel van een blauw/groen bestemming gewijzigd is in een woonbestemming. In
het masterplan was de blauw/groene bestemming ingetekend wat correspondeert met
uitspraken van wethouder Balje die heeft aangegeven dat langs de
eigendomsgrenzen van de percelen met respect voor eigendom, privacy en natuur
gepland zullen worden. In het voorontwerp ziet inspreker zich geconfronteerd
met een woonbestemming van 3 tot 4 woonlagen en eventueel waterwoningen langs
het in eigendom zijnde water langs de percelen gesitueerd.
Antwoord
Verwezen
wordt naar algemeen onder 2.1 (water)woningen achter Hof van Azuur.Algemeen
deel
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.7.2 Samenvatting
Door de huidige
bebouwingsplannen is er aantasting van privacy waardoor het woongenot ernstig
zal verminderen en voor de woning waardevermindering zal optreden (planschade)
doordat de woningen ingeklemd zullen worden tussen de woontoren aan de
voorzijde van het huis en de geplande woningen van 4 woonlagen.
Antwoord
Verwezen
wordt naar het antwoord onder A.1.2. (planschade).RO jurist
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.7.3 Samenvatting
De wijziging van het
voorontwerp ten opzichte van het masterplan is een beleidswijziging diewat niet
gebasseerd is op eerder ingediende bezwaren
van de bewoners van het Hof van Azuur, waardoor het gemeentebestuur
onzorgvuldig gehandeld heeft. Van overheidsinstanties wordt betrouwbaarheid en
consistentie verwacht. Verzocht wordt van iedere volgende stap op de hoogte
worden gesteld.
Antwoord
Verwezen
wordt naar algemeen onder 2.1. (water)woningen. Algemeen deel
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.8 M. de Hoog, hof
van Azuur 43, Delft:
A.8.1 Samenvatting
Inspreker maakt bezwaar
tegen de wijziging van het voorontwerp ten opzichte van het masterplan waarbij
nu tegenover de woningen van het Hof van Azuur een woonbestemming is
aangegeven, wat eerst de bestemming groen/ water was. De invulling zal door
waterwoningen gegeven worden. Gevraagd is naar de reden van deze wijziging.
Antwoord
Verwezen wordt naar
algemeen onder 2.1. (water)woningen.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
Algemeen Deel
Conclusie
A.8.2 Samenvatting
De nieuw gesitueerde
woningen zullen invloed hebben op de privacy door inkijk in de tuin en de
woningen. Het lichtinval in de tuinen zal afnemen. De afstand van de waterwoningen
tot de huidige bebouwing is te klein, vooral omdat ze niet gepland zijn aan de
andere kant van de hoofdwaterloop, maar erin. De woningen aan het Hof van Azuur
hebben hoge ramen. Vanuit de woonkamer is het zicht op de woningen acceptabel,
maar het weidse uitzicht van de split-level keuken zal verstoord worden.
Antwoord
De
afstand van de woningen aan de Hof van Azuur en de plangrens
bedraagt tussen de 20 en 30 m.
Van schaduwwerking en vermindering daglichttoetreding
is gezien de afstand geen sprake. Algemeen deelVoor het overige wordt
verwezen naar
de mogelijkheid tot het indienen van een planschadeverzoek (zie antwoord
A.1.2.)
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.8.3 Samenvatting
Inspreker vraagt zich af
waarom bij de waterwoningen af wordt gezien van het “spiegel”-voornemen (tuin
aan tuin). Hierdoor zou er extra ruimte kunnen ontstaan. De bebouwing (3-4
lagen) is een breuk met de lijn van de rest van de woningen in de omgeving.
Gevraagd wordt in hoeverre er wordt afgeweken van het vereiste dat de afstand
van de oude woning minimaal 2 x de hoogte van het nieuw te bouwen huis dient te
zijn.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar algemeen onder 2.1 (water)woningen
achter Hof van Azuur. Overigens wordt opgemerkt dat het onderhavige
bestemmingsplan een globaal bestemmingsplan is met een uitwerkingsverplichting.
De situering
van woningen zal
pas aan de orde
komen in de uitwerkingsplannen.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.9 R.S. de Vries, Hof van Azuur 48,
Delft:
A.9.1 Samenvatting
In het masterplan en bij
de daarbij behorende inspraakprocedure is aangegeven dat de groen/blauwe strook
achter het Hof van Azuur niet bebouwd zou worden. Inspreker geeft aan daarom
niet gereageerd te hebben op het masterplan. De nu gewijzigde bestemming in het
voorontwerp vindt inspreker geen juridische vertaling van het masterplan en een
onverwachte en ontoelaatbare wijziging die zijn belangen schaadt.
Antwoord
Algemeen
deelVoor beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.1. De opmerking van
inspreker dat het voorontwerp bestemmingsplan geen één op één juridische
vertaling is van het masterplan is correct. Die zinsnede zal dan ook in de toelichting worden aangepast. Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.9.2 Samenvatting
De woningen zullen naar
mening van de inspreker dicht op de huidige woningen komen te staan omdat de
bebouwingsstrook erg smal is. De achteruitgang zal frustrerend zijn en
onacceptabel. Inspreker levert een tekening/fotoshop. De situatie is voor de
huidige bewoners in het masterplan acceptabel, maar het voorontwerp zal een
inbreuk geven in “het woongeluk” waardoor er planschadeverzoeken zullen worden
ingediend.
Antwoord
Voor
beantwoording wordt
verwezen naar algemeen onder 2.1 (water)woningen achter Hof van Azuur en
voor planschade het antwoord A.1.2.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.9.3 Samenvatting
De groen/blauwe strook
past bij de oorspronkelijke inzet van de gemeente Schipluiden, waar de gemeente
Delft zich aan hield. De strook zal anders dan eerst een groen/blauwe long van
het gebied, door de wederzijdse bebouwing het karakter van een singel krijgen.
De waterwoningen zullen, volgend uit de literatuur, expressieve vormgeving
krijgen, waardoor in de ecologische zone druk (on)gewild wonen zal plaatsvinden
met een opeenhoping van bouwmassa’s en bouwproducten. De huidige tuinen van het
Hof van Azuur zullen ongewild bijdragen aan de groen-blauwe buffer.
Antwoord
Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.1.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.9.4 Samenvatting
Planoptimalisatie vanuit
economische opzicht leidt bij de bebouwing van de strook achter het Hof van
Azuur tot de verkeerde keuzes.
Antwoord
Algemeen
deel
Conclusie
A.10 C.A.
Oskam, Populierenhof 3, Driebruggen, namens J.H. Lekkerkerk en J.C. Oskam
Lekkerkerk;
A.10.1 Samenvatting
Inspreker stelt voorgeeft
aan dat in het Masterplan en het voorontwerp de groenstrook langs
de watergang aan de westzijde van het plangebied door te trekken. achter de drie bestaande
woningen, die in eigendom zijn van de gemeente Delft De eigenaar
van het aangrenzende perceel stelt voor de breedte van de gewenste groenstrook
te laten aansluiten op die van de bestaande woningen, zodat er planologisch een
gelijke situatie zal ontstaan.
Antwoord
Aan de westzijde van het
plangebied is op de plankaart van het bestemmingsplan een doorgetrokken groene
zone opgenomen die over de hele lengte een gelijke breedte heeft. Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.10.2 Samenvatting
In het plan wordt niet
aangegeven hoe er ruimtelijk wordt aangesloten op het aan de westzijde te
realiseren bedrijventerrein van Midden-Delfland. De ontwikkelingen zijnis
van invloed op de woonbestemming en heeft een relatie met de geprojecteerde
OV-route.
Antwoord
Deze constatering van
inspreker is correct. De toelichting op het bestemmingsplan zal hierop
worden aangepast. Afgesproken is
dat Projectleidertussen
woningbouw en bedrijven een groenzone met water wordt aangelegd. De plangrens
ligt ongeveer in het hart van de watergang, die aan weerszijde een groenzone
heeft. Via de dwarsstraten is de HOV-halte ook voor mensen van het
bedrijventerrein bereikbaar.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.10.3 Samenvatting
Bij het realiseren van de
woonservice-zones wordt gevraagd aandacht te besteden aan de openbare ruimte.
Gevraagd wordt een levensloop bestendige wijk te realiseren wat tot uiting komt
bij de inrichting van de openbare ruimte en verwoordt zal worden
in het ontwerp bestemmingsplan.
Antwoord
De inrichting van de
openbare ruimte is in dit stadium van de planvorming nog niet aan de orde. Het betreft een globaal
bestemmingsplan met een uitwerkingsplicht. Dit betekent dat voordat gebouwd mag
worden eerst een uitwerkingsplan moet zijn vastgesteld. In die uitwerkingsplannen zal
aandacht worden besteed aan de openbare ruimte. Het globale plan zoals dat nu
voorligt biedt
voldoende mogelijkheden tot het realiseren van een levensloop bestendige woonwijk.
??????
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan.
A.10.4 Samenvatting
In de voorschriften wordt
aangegeven dat een aan- en uitbouw maximaal 2,5 m zal bedragen. Inspreker geeft
aan dat voor een uitbouw van de Wet Voorzieningen Gehandicapten een
binnenruimte van 3 m nodig is, met een buitenmaat van 3,3 m. Verzocht wordt de
voorschriften aan te passen, zodat een aanbouw in het kader van levensloop
bestendig wonen mogelijk is en geen procedures gevolgd hoeven te worden.
Antwoord
RO juristVoor het merendeel van het
plangebied zijn geen voorschriften gegeven voor aan- en uitbouwen maar slechts voorschriften
die richting geven aan de latere uitwerkingsplannen voor dit gebied. Overigens is het
ruimtelijk niet
gewenst om overal
aan- en uitbouwen mogelijk te maken van 3.3 m. Dergelijk omvangrijke woninguitbreidingen zullen
alleen in bijzondere gevallen mogelijk worden gemaakt. Die bijzondere gevallen
worden steeds met een vrijstellingsregeling mogelijk gemaakt.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.11 J.L.N. van Vliet en E.
van Vliet-Pronk, Hof van Azuur 28, Delft:
A.11.1 Samenvatting
Inspreker is het niet
eens met het voornemen om de groen- en waterstrook die achter de woning gepland
was nu te gebruiken om (water)woningen te bouwen.
In de eerdere procedure
was er geen aanwijzing dat deze waterwoningen beoogd waren. Het gebied achter
het Hof van Azuur zou een groene buffer blijven om regenwater te bergen en het
groene structuur van het park door te trekken. De impressie van de
waterwoningen die bij de inspraakavond zijn aangegeven is geen juiste gang van
zaken en gezien de vakantieperiode een drastische wijziging die ongelukkig
gekozen is.
Antwoord
Verwezen
wordt naar algemeen onder 2.1 (water)woningen achter Hof van Azuur. Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.11.2 Samenvatting
Op dit ogenblik is er
reeds bij hevige regenval sprake van wateroverlast in het plangebied. Bij
bebouwing van groene bufferzone zal het oppervlaktewater gebied
kleiner worden. De gemeente Delft zal aansprakelijk worden gesteld voor de
gevolgen van wateroverlast.
Antwoord
De waterhuishouding krijgt
de laatste jaren steeds meer aandacht. Meer regenval in korte tijd en langere
perioden van droogte vragen een ander waterbeheer dan in het verleden het geval
was. In Nederland is gewaarborgd dat bij ruimtelijke ontwikkelingen aandacht
aan de waterhuishouding wordt besteed (de Watertoets). Het Hoogheemraadschap van
Delfland voert het beleid dat in alle nieuw te bebouwen gebieden een bepaalde
hoeveelheid berging moet worden gerealiseerd. Voor stedelijk gebied komt dit
overeen met 325 m3/ha. Deze norm betekent voor de meeste polders een
aanzienlijke uitbreiding van het wateroppervlak of andersoortige voorzieningen
en met de norm is aangesloten bij de landelijke veiligheidsniveaus. Ook
bestaand stedelijk gebied zou op termijn aan deze norm moeten gaan voldoen.
Bij de beoogde
ontwikkeling in de Harnaschpolder is deze norm onder meer uitgangspunt.
Daarnaast wordt gekeken naar het functioneren van de waterhuishouding, de
waterkwaliteit en de grondwaterhuishouding. De waterhuishouding zal derhalve
afgestemd worden op de ontwikkeling, opdat wateroverlast zoveel mogelijk zal
worden voorkomen.
Milieu
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.11.3 Samenvatting
De bebouwing achter het
Hof van Azuur is naar mening van inspreker een aantasting van de privacy, geeft
waardevermindering van de woning, schaduwval op eigen grondgebied,
wateroverlast en visuele verontreiniging door uitbundige (“doorgeslagen”)
architectonische ontwerpen.
Antwoord
Verwezen
wordt naar algemeen onder 2.1. (water)woningen
achter Hof van Azuur
en het antwoord onder A.1.2.Algemeen deel
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.12 Door Bewonerscommissie
ingediende bezwaren:
A.12.1 Samenvatting
Er wordt bezwaar gemaakt
tegen de afwijkingen van voorontwerp ten opzichte van het masterplan en de
gevolgde werkwijze en procedure.
Antwoord
RO JuristenVerwezen wordt naar algemeen onder 2.1.
(water)woningen achter Hof van Azuur.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.12.2 Samenvatting
Hoewel in de toelichting
staat aangegeven dat de Lintbebouwing de karakteristieken van het huidige Lint
zal respecteren, is dit niet in de voorschriften en op de bestemmingsplankaart
aangegeven. Verzocht wordt de situatie zoals in de Lintbebouwing wordt
geschetst op de plankaart en in de voorschriften middels een aparte bouwgroep
aan te geven.
Antwoord
Waarom wordt dit aangepast en
hoe???/
RO jurist à wordt aangepastOp
de plankaart zal voor de lintbebouwing een aparte zone worden opgenomen en
als zodanig bestemd en
zal een nieuw voorschrift worden geformuleerd zodat het karakteristiek gerespecteerd
wordt.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van plankaart en voorschriften.
A.12.3 Samenvatting
Hoewel op de plankaart de
nieuwbouw staat aangegeven in bouwlagen. Tijdens de inspraakavond is aangegeven
dat dit bij bijvoorbeeld H=3L betekend dat er een woning van 3 bouwlagen met
plat dak mogelijk is of 2 bouwlagen met een kapconstructie. Dit in de
voorschriften verkeerd aangegeven en verzocht wordt dit aan te passen en de
plankaart aan te geven in meters in plaats van bouwlagen.
Antwoord
RO
juristDe constatering van inspreker is correct. De
voorschriften zullen zodanig worden aangepast dat boven het aantal op de
plankaart aangegeven bouwlagen
geen kap meer mogelijk is. Bovendien
zal het aantal toegestane bouwlagen vervangen worden door een maximale
bouwhoogte in meters.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.12.4 Samenvatting
Stukken privé-grond zijn
anders dan in het Masterplan bij het plangebied getrokken. In verband met de
mogelijke consequenties van de betrokken eigenaren en de bestaande inrichting,
wordt verzocht de richtlijnen hiervoor duidelijk te maken, zodat gericht
bezwaar door de eigenaren mogelijk wordt.
Antwoord
De door indiener bedoelde
gronden zijn alle gelegen in het lint. Ten onrechte zijn sommige delen van het
eigendom onder de uitwerkingsverplichting terecht gekomen.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.12.5 Samenvatting
De bebouwingsdichtheid
van 40 woningen per hectare is te hoog en in strijd met het convenant tussen
Schipluiden en Delft, waar een Dorps karakter en zodoende een lagere
woondichtheid wordt bedoeld.
Antwoord
De
bebouwingsdichtheid is gebaseerd
op het door de gemeeteraad vastgestelde masterplan Lookwatering-west,
Voordijkshoorn. De motivering voor de woningdichtheid in dat plan is
als volgt.
De transformatie van het
glastuinbouwgebied in woningbouwlocatie en de daarbij voorgestelde dichtheid
van circa 1100-1200 woningen passen binnen het Rijks-, provinciaal en regionaal
beleid dat gericht is op het realiseren van een substantieel aantal woningen
aansluitend op of binnen (verdichting) het bestaand stedelijk gebied. Dit
beleid is ondermeer uitgewerkt in de structuurschets Harnaschpolder dat uitgaat
van toevoeging van drie woongebieden: Lookwatering-west, Lookwest-noord en
Voordijkshoornsepolder. Die structuurschets is de basis van het masterplan.
In de
samenwerkingsovereenkomst van augustus 2000
tussen Delft en Schipluiden staan geen woningaantallen aangegeven.
In diverse beleidsnota's
(waaronder Regionaal Structuurplan Haaglanden en ontwikkelingsvisie Delft)
wordt aandacht gevraagd voor de kwaliteitsvraag van het wonen, zowel wat
betreft het woonmilieu als de woning zelf. Centraal staat daarbij het vergroten
van de toekomstwaarde van woningen. Gestreefd dient te worden naar een
hoogwaardig woon- en werkgebied.
In het masterplan is een
indicatie gegeven van het woonprogramma. Deze zal bestaan uit een menging van
grondgebonden woningen met gestapelde woningen in diverse typen en
prijsklassen. Omwille van een duurzame stedenbouwkundige opzet is een zonering
naar type niet gewenst. Wel kunnen enkele accenten worden aangegeven. Zoals
meer woningen in de omgeving van het openbaar vervoer. Dit kunnen stadswoningen
zijn, maar ook appartementen. De kavels met grondgebonden woningen zijn over
het gehele plangebied gedacht. De grote kavels liggen vooral in het zogenoemde
Scharnier, dat in de structuurschets is aangegeven als wonen in het groen.
In het plan wordt niet met
absolute dichtheden gerekend, omdat dit getal vertekenend werkt. Dichtheid is
geen normbegrip, wel een indicatie. Globaal kan worden gesteld dat de dichtheid
in de (H)OV zone iets hoger is dan gemiddeld; in de Lintzone gemiddeld
(vergelijkbaar met VINEX-locaties) en in de Polderzone lager dan gemiddeld.
Voor de polders dit gebied
streeft de gemeente Delft niet naar een (zeer) lage of extreem hoge dichtheid.
De bestaande stad, met voorzieningen is dichtbij en de locatie is goed met
openbaar vervoer ontsloten. De nieuwe woonbuurten vormen een schakel tussen het
dorpse karakter van de “oude” kern van Den Hoorn, de nieuwe woonwijken om de
oude kern en de stedelijkheid van Delft. Op het gebied van verschillende
duurzaamheidsambities is een lagere dichtheid dan die van het masterplan niet
gewenst. Daarbij moet o.a. worden gedacht aan beperken van het autogebruik,
stimuleren van het OV en in stand houden open, groene gebieden buiten de stad.
Bovendien wordt het draagvlak versterkt voor bestaande voorzieningen in de
directe omgeving van het plangebied. De verhoging van de woningdichtheid van 1.100
woningen naar 1.300 woningen is ingegeven door de bestuurlijke ambitie om beter
tegemoet te komen aan de Delftse woningbehoefte, waarbij Harnaschpolder geldt
als één van de laatste mogelijkheden voor uitbreiding van Delft, de wens om het
aandeel sociaal te vergroten en de financiële haalbaarheid van het plan. Zelfs met 1300 woningen
kan een ontspannen duurzaam woonmilieu worden gerealiseerd waarvan de
woningdichtheid vergelijkbaar is met de woningdichtheid van een gemiddelde
Vinexlocatie en die geringer is dan de woningdichtheid van de aangrenzende
Delftse woonwijk "Hoornse Hof".
Projectleider (Stedenbouwer)
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.12.6 Samenvatting
De bouwhoogte langs het
HOV-lijn (40 procent van 8 lagen) is niet conform het masterplan, de afspraken
met de commissie Duurzaamheid, het college en de afspraken met bewoners en
bewonerscommissie. Insprekers zijn van mening dat het te hoog is en bezwaar
wordt gemaakt tegen de gevolgde procedure.
Antwoord
De maximale acht lagen
zijn alleen gewenst op de aansluiting van de verlengde Kristalweg met de
HOV-zone: de kruising van de hoofdontsluitingen. De plankaart zal zodanig worden aangepast dat
alleen op dit kruispunt acht bouwlagen (maximale bouwhoogte van 25 m) mogelijk wordt.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.12.7 Samenvatting
Verzocht wordt de brug
over de Look voldoende hoogte te geven zodat de functies voor plezierboten en
schaatsroutes gehandhaafd kunnen blijven.
Antwoord
Dit betreft een globaal
bestemmingsplan met een uitwerkingsplicht. De bouwhoogte van bruggen is in dit plan niet
opgenomen en zal pas aan de orde komen in de uitwerkingsplannen. Dit neemt niet weg dat wij
instemmen met het voorstel van inspreker en deze suggestie mee zullen nemen in
de verdere planvorming. In de toelichting van het bestemmingsplan zullen
ook de schaatsers genoemd worden als gebruikers van het water.Goede
suggestie; zal een kostenafweging worden.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.12.8 Samenvatting
Gevraagd wordt het
voorontwerp zodanig aan te passen dat het verzoek hogere grenswaarde voor
verkeerslawaai niet hoeft worden aangevraagd bij de provincie. Tevens bezwaar
tegen de eventueel aan te vragen verzoek hogere grenswaarde.
Antwoord
Het is vanuit financiële
en stedenbouwkundige overwegingen onwenselijk om maatregelen te nemen aan de
weg (b.v. stil asfalt) respectievelijk overdrachtsbeperkende maatregelen te
nemen (geluidschermen).
Het ontwerp-verzoek Hogere
Grenswaarde geluid wordt ter inzage gelegd door de gemeente, waarbij
belanghebbenden hun zienswijze kenbaar kunnen maken. Het verzoek Hogere
Grenswaarde gaat met de ingekomen zienswijzen naar de provincie. Gedeputeerde
Staten nemen vervolgens een besluit, waartegen te zijner tijd bezwaar kan
worden gemaakt.
Conclusie
Milieu -> aangeven hoe
tegen de procedure bezwaar kan worden gemaakt
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.12.9 Samenvatting
Insprekers zijn bezorgd
over de wateroverlast bij de voorbereidingen en de uitvoering. Verzocht wordt
in alle fases adequate maatregelen te nemen om wateroverlast te voorkomen.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
in eerste instantie verwezen naar het antwoord A.11.2. Een advies- en onderzoeksbureau heeft
onderzoek gedaan naar
de waterhuishouding in het gebied in relatie tot de beoogde ontwikkeling. De
studie is erop gericht om onder meer wateroverlast tijdens de realisatiefase en
de gebruiksfase te voorkomen. De
onderzoeksgegevens worden verwerkt in het ontwerp bestemmingsplan.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing
van het plan
A.12.10 Samenvatting
Naar de mening van
insprekers dient de knip in de Kristalweg een vaste en geen flexibele knoop te
zijn. Autoverkeer over de kruising en de brug over de Lookwatering dient te
worden voorkomen.
Antwoord
Er zijn voor- en nadelen
van een flexibele knip. Enerzijds is door de knip buiten de spits open te maken
verkeer door de Harnaschpolder mogelijk. Hierdoor worden oud-Den Hoorn bewoners
(bijvoorbeeld aan de Laan van Groenewegen) beter per auto aangesloten op Den
Hoorn en nieuwe Delftenaren in Lookwatering West beter op Delft. Anderzijds is
het zo dat als de knip flexibel is, steeds meer mensen deze route zullen kennen
en gebruiken: dit kan leiden tot overlast voor de bewoners. De exacte invulling
van de knip wordt nog nader onderzocht. Voor- en nadelen worden daarbij
zorgvuldig afgewogen.
Nader onderzoek moet
uitwijzen of de knip flexibel dan wel vast wordt uitgevoerd. Overigens wordt in
het bestemmingsplan niet geregeld of de knip al dan niet flexibel is.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
J.
Bentvelsen |
M.
van Leeuwen en P. Kalkman |
W.A.
Bentvelsen |
J.
Lekkerkerk-Hartwig |
W.M.C.
Bentvelsen |
A.Th.A.
van de Maarel |
D.A.
v.d. Berg |
L.M.
van Marrewijk e.v. Snijders |
B.A.S.
Berkhout / J. van den Ende |
T.
van Marrewijk |
A.
Blokland / P Zonneveld |
C.
Meyer |
M.G.
Boeters |
A.M. Moerman |
H.
Boks |
J.
Nowee jr |
H.
en M. Bos |
J.
Nowee sr |
W.
Dijkshoorn |
H.C.
van Paassen |
H.W.
v.d Ende |
J.
F.A. van Paassen |
J.C.
van Erk |
T.J.M.
van Paassen |
D.
Fonkert |
A.
van Paassen-Kloosterman |
A.L.M.
van Geest |
R.v.
Paassen-v.d. Meer |
A.
Harteveld |
F.C.
van Paassen- Zwinkels |
Fam.
Harteveld |
E.
en L. van Rijn van Marrewijk |
M.
Harteveld |
S.
Rijpma |
P.A.
Harteveld |
M.
Rook en S. Snel |
C.W.A.
van der Have |
L.A.
Ruijgrok |
A.J.P. Hollestelle |
H.L.M.
Schenkeveld |
D.H.
Huisman |
H.
van Spronsen en J.E. van Spronsen- van Duyn |
G.A.M.
Keijzer |
H.A.
van Velthoven |
A.
en J. Kleyweg |
A.W.
v.d. Ven |
M.
van der Lee en E. Homan |
Q.A.
de Vreede |
A.N.
van Leeuwen |
C.M.
Zwetsloot |
De volgende eerder
opgesomde personen steunen deze inspraakreactie volledig:
De volgende personen
steunen aangegeven inspraakreactie niet:
G.M. Bouman :
inspraakreactie A.12.10
F. Bruinings inspraakreactie A.12.4
P. Jansen: inspraakreactie A.12.7
Th.J. van Marrewijk inspraakreactie
A.12.7. (andere inspraakreactie met aanvullling geeft dat niet aan)
J. Th. H. van
Paassen inspraakreactie A.12.7
C.S.M. van
Paassen-Hendriks inspraakreactie A.12.7
F.J. van Scheijndel inspraakreacties
A.12.1 tot en met A.12.7 en A.12.9 en A.12.10 (A.12.8 wel)
De volgende personen
steunen de inspraakreacties en hebben tevens een aanvullende inspraakreactie:
A.12.11 W.M.C.
Bentvelsen, laan van Groenewegen 6:
A.12.11.1 Samenvatting
Aangegeven wordt dat het
gewenst is in plaats van openbare parkeerplaatsen achter Laan van Groenewegen
nummer 10 te situeren, de singel aan het eind van de Laan door te trekken. Dit zou
gecompenseerd kunnen worden met de brede sloot van Noord (plas) naar Zuid. (weet
niet echt wat er met dat laatste bedoeld wordt).
Antwoord
Op de plankaart van het
bestemmingsplan staan geen openbare parkeerplaatsen getekend. De gronden achter het
perceel Laan van Groenewegen 10 zijn bestemd voor uit te werken
woongebiedIn het bestemmingsplan staat geen parkeerplaats!!!!
En ook geen singel!!!
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.12.11.2 Samenvatting
Inspreker wenst geen
parkeerheffing in de toekomst te verkrijgen, omdat de parkeergelegenheid op
eigen grond opgeheven zal worden.
Antwoord
De wijk Harnaschpolder
dient te voldoen aan het nieuwe beleid van de gemeente Delft ten aanzien van
parkeren en stallen. In dit beleid worden ruime normen gesteld voor parkeren.
Een tekort aan parkeerplaatsen wordt dan ook niet verwacht. Doordat
Harnaschpolder relatief ver van de Delftse binnenstad ligt, is het ook niet de
verwachting dat in dit gebied gereguleerd parkeren (met een vergunning) wordt
ingevoerd.
De
parkeergelegenheid op eigen grond is op basis
van het nu voorliggende bestemmingsplan niet opgeheven. Mobiliteit
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.12.11.3 Samenvatting
Gesteld wordt dat de
sloot ter hoogte van het perceel kleiner dient te worden. Inspreker heeft 16,5
meter
van zijn het
perceel is verkocht. Op dit stuk kan de geprojecteerde sloot en groenstrook kleiner
worden (8 m water en 8 m groenvoorziening) met
fietspad. hij smaller worden, waardoor de waterstructuur niet
in gevaar komt. Gedacht wordt aan 8 meter water en 8 meter groenvoorziening en
fietspad. Dit is het gebied wat geen particulier eigendom meer is. Er is geen
gegronde reden vernomen waarom het water niet verplaatst kan worden. (weet
niet echt wat hier bedoeld wordt).
Antwoord
Op de plankaart van het
bestemmingsplan staat ter plaatse geen sloot getekend.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.12.11.4 Samenvatting
De waterplas is
ingetekend op het hoogste gedeelte van het plangebied, wat wateroverlast zal
geven. Bij het gemaal is het lager.
Antwoord
Voor beantwoording wordt verwezen
naar het
antwoord onder A.11.2 en A.12.9.
De gemeente Delft heeft
een advies- en onderzoeksbureau opdracht gegeven om een onderzoek te doen naar
de waterhuishouding in het gebied in relatie tot de beoogde ontwikkeling.
Uit het conceptrapport van dit onderzoek komt dit probleem niet naar voren.
Milieu (water)
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.12.11.5 Samenvatting
Inspreker wil de
ontsluiting volledig openhouden. Voorgesteld wordt de laan 1 weg te laten waar
geen wijkverkeer op kan komen. Door de brug aan de Meermanstraat door te
trekken kan het verkeer van de nieuwe wijk boven de Laan van Groenewegen
ontsloten worden. Over het brede water een brug die auto’s dus aan kan om de
Laan van Groenewegen als lint te gebruiken zonder aansluitingen. (weet
niet echt wat hier bedoeld wordt).
Antwoord
Ontsluiting van de
geplande woningen ten noorden van de Laan van Groenewegen via de
Kuyperwijk is geen optie. De woonstraten in de Kuyperwijk zijn te smal om een
dergelijke functie te vervullen.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.12.11.6 Samenvatting
Er wordt voorgesteld het
fietspad naast nummer 10 te verplaatsen langs nummer 8 met ernaast de brede
sloot. Zoals aangegeven is de sloot op deze hoogte kleiner waardoor het past. (weet
niet echt wat er bedoeld wordt).
Antwoord
De exacte locatie van de
wegen, fiets- en voetpaden liggen in deze fase nog niet vast. In de
detailuitwerking van het plan zullen dit soort aspecten nader worden bekeken.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.12.11.7 Samenvatting
Aangegeven wordt dat de
sloop van de kassen in het gebied eerder kan beginnen, omdat sommige kassen in
het gebied onveilig zijn, wat problemen geeft.
Samenvatting
Deze
inspraakreactie zal in de uitvoering van dit project worden meegenomen. De
reactie heeft geen betrekking op het bestemmingsplan.Projectleider
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.12.11.8 Samenvatting
Inspreker verzoekt anders
dan de waterbestemming een woonbestemming op zijn grond te vestigen. Aangegeven
wordt dat de aanbiedingen van de gemeente Delft niet serieus zijn en dat
grondruil door inspreker toegepast zal worden zonder financiële toegift. Omdat de
eigenaar het opgevraagde stuk land niet wil opgeven, wil inspreker er feitelijk
op vooruitgaan en in ieder geval niet op achteruit. Gevraagd wordt
om zijn grond te
mogen ruilen voor grond bij de plas. bij de grondruil grond bij
de grote plas terug te geven.
Antwoord
Het opnemen van de
waterbestemming is conform het beleid als uitgezet in het masterplan. De
grond rond de plas is niet in eigendom van de gemeente en kan daarom niet ingezet
worden voor grondruil. Projectleider
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.12.11.9 Samenvatting
Indien de ouderenflat
door de bezwaren van de straten rond de Kristalweg meer naar de Dijkshoornseweg
zal worden verplaatst, wordt hier op voorhand bezwaar tegen gemaakt.
Antwoord
Er
is geen sprake van verplaatsing van het Woonzorgcentrum in de richting van de
Dijkshoornseweg
zodanig dat de bewoners aan die weg daar enige hinder van ondervinden. Stedenbouwer (Wordt ter kennisneming aangenomen)
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.12.11.10 Samenvatting
Verzocht wordt het
verslag van de inspraakavond op te sturen, omdat deze nog niet ontvangen.
Antwoord
Op
8 juli 2004 is het verslag naar alle ondertekenaars van de presentielijst
verstuurd. Aangenomen wordt
dat inspreker deze inmiddels heeft ontvangen en dat beide brieven elkaar
gekruistd hebben. Alle inspraakreacties van de inspraakavond
zijn samengevat en beantwoord in onderdeel B van deze nota.
Conclusie
Deze reactie leidt niet
tot aanpassing van het bestemmingsplan.
A.12.12 H. Boks,
Dijkshoornseweg 204 en D.A. van den Berg, Dijkshoornseweg 202:
A.12.12.1 Samenvatting
Op de plankaart van het
voorontwerp is een fietspad door de woningen geprojecteerd. Een fietspad naast
de garages met ramen is inbraakgevoelig en zal als openbaar toilet worden
gebruikt. In het masterplan is het fietspad meer naar het westen geprojecteerd
wat acceptabeler is.
Antwoord
De fietsverbinding is
niet aangegeven als bestemming, maar als aanduiding. Dit betekent dat inpassing
nog moet plaatsvinden. Daarbij wordt rekening gehouden met de situatie. Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.12.12.2 Samenvatting
Verzocht wordt in verband
met de privacy de waterpartij ten westen van het fietspad geheel door te
trekken tot aan de perceelgrens van de woningen.
Antwoord
De woningen liggen in het
zogenaamde Scharnier uit de structuurvisie. Daarin zijn geen watergangen
voorzien. Het thema is wonen in het groen.
/ Milieu
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid
tot aanpassing
van het plan.
A.12.13 F. Bruinings,
Dijkshoornseweg 159:
Samenvatting
Er wordt bezwaar gemaakt
tegen de beperking van de bouwhoogte in de voortuin, wat volgens inspreker voor
hem een beperking is. De intekening van voortuin is bij het perceel van
inspreker het gehele perceel, waar bezwaar tegen wordt gemaakt.
Antwoord
De regeling voor
lintbebouwing zal worden aangepast en een meer globaal karakter krijgen. Voor voortuinen is in het voorontwerp een
regeling opgenomen die bebouwing in voortuinen vrijwel uitsluit. Deze regeling voorkomt de zogenoemde
verrommeling van de openbare ruimte. Voortuinen zijn namelijk steeds gelegen aan de openbare weg. Mede
naar aanleiding van deze reactie wordt het voorschrift voor de lintbebouwing,
inclusief tuinen en voortuinen zodanig aangepast dat de door inspreker
gesignaleerd beperkingen niet zo ingrijpend zijn. Uitgesloten wordt dat
een perceel geheel onbebouwbaar wordt.Op mijn kaart ligt het
adres buiten het plangebied.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.12.14 W. Dijkshoorn, Dijkshoornseweg 140:
A.12.14.1 Samenvatting
Als aanvulling op
inspraakreactie A.12.9 geeft Iinspreker geeft aan dat een
sloot achter zijn woning gewenst is om wateroverlast te vermijden, privacy te
verkrijgen en de waardevermindering van de woning tegen te gaan.
Antwoord
Het betreft een globaal
bestemmingsplan met uitwerkingsverplichting waarin alleen de
hoofdwaterstructuur en de hoofdverkeersontsluiting zijn opgenomen. Het stedenbouwkundig plan voor dit
plangebied is nog onderwerp van studie en zal te zijner tijd zijn
juridische vertaling krijgen in het uitwerkingsplan. De door inspreker kenbaar gemaakte wens
zal overigens wel meegenomen worden in het opstellen van het stedenbouwkundig plan voor dit gebied.In het stedenbouwkundig
plan is in genoemde watergang voorzien. De status van
het stedenbouwkundig plan is niet vastgesteld. /
Milieu/ IB
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan, maar wordt wel meegenomen in de verdere
uitwerking.
A.12.14.2 Samenvatting
Gevraagd wordt de gronden
naast de woning die nu bestemd zijn als voortuin te bestemmen als zijtuin. De
huidige bebouwing is niet genoteerd op de plankaart.
Antwoord
Mede
naar aanleiding van deze reactie zal voor de
lintbebouwing in het bestemmingsplan een nieuwe meer globale regeling worden
opgenomen bebouwing in het lint. Voor
verdere beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.2. RO
jurist/ ????? (geen
bestemming zijtuin).
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.12.15.1 J.C. van
Erk, Lookwatering 44A en Th.J. van Marrewijk, Lookwatering 45:
Samenvatting
Insprekers stellen dat de
deelpercelen achter de woningen niet nader gespecificeerd zijn als tuin. Op de
percelen staan schuren en een kas waarvan een deel ter beschikking wordt
gesteld aan de plaatselijke jeu de boule club “Boucia”.
Antwoord
????? (wat
gaan we daar meer doen?)Mede naar aanleiding van
deze reactie zal voor de lintbebouwing in het bestemmingsplan een nieuwe meer
globale regeling worden opgenomen bebouwing in het lint. De
bebouwingsmogelijkheden worden daarmee enigszins verruimd. Gebruik van een
schuur door de Jeu de Boule club is naar wij aanmenen ondergeschikt aan het gebruik
ten behoeve van woondoeleinden en valt daarom binnen het toegestane gebruik. Voor verdere beantwoording
wordt verwezen naar algemeen onder 2.2.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.12.16.2 J.C. van
Erk, Lookwatering 44 A, Th. J van Marreijk, Lookwatering 45, S. Rijpma,
Lookwatering 46:
Samenvatting
Aangegeven wordt dat de
Lookwatering, die in particulier eigendom is, afgesneden dreigt te worden door
de hoofdontsluiting als aangegeven in het voorontwerp. Afsnijding van de weg
schaadt de toegang tot de dorpskern van Den Hoorn, zorgt voor een ontnemen van
een zaaksfunctie en is zodoende onrechtmatig, en heeft negatieve gevolgen voor
het onroerende goed. Tevens is er gevaar voor de gemeenschap, omdat
schoolgaande kinderen de Lookwatering als alternatief gebruiken voor de drukke
en minder veilige Dijkshoornseweg en de weg tevens deel uit maakt van een
Westlandse fietsroute. Verzocht wordt de weg niet af te sluiten.
Antwoord
Te allen tijde zal worden
gezorgd voor een goede toegang van de woningen aan de Lookwatering. In principe
zal ter hoogte van de kruising met de hoofdontsluiting de Lookwatering d.m.v.
een bajonet-aansluiting worden aangetakt op deze hoofdontsluiting. Een
alternatief is om dit niet te doen en het noordelijke deel van de Lookwatering
te ontsluiten op de Dijkhoornseweg via de brug in het verlengde van de
Woudselaan en het zuidelijke deel via de brug ter hoogte van Berenstein.
Hiervoor moeten wel enige infrastructurele aanpassingen worden gedaan aan de
Lookwatering en de daarin gelegen fietsbrug. De reactie zal worden meegenomen
in de verdere uitwerking van het plangebied maart leidt niet tot aanpassing van
dit globale bestemmingsplan.
Mobiliteit / RO jurist
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.12.17 D.H. Huisman,
Dijkshoornseweg 205:
Samenvatting
Inspreker geeft aan dat, omdat
er reeds tegen afspraken in met 8 lagen gebouwd wordt, hij
ernstige bezwaren heeft tegen het hoogteaccent van 16 woonlagen.
Antwoord
Het hoogteaccent van 16
woonlagen is overgenomen uit het door de gemeenteraad van Delft vastgestelde masterplan
Voordijkshoorn/Lookwatering. Dit hoogteaccent wordt in het masterplan Omdat
geen als
volgt gemotiveerd:argumenten worden gepresenteerd kan ik hierop geen
antwoord geven.
Het hoogteaccent aan de bocht
van de Harnaschdreef is gebaseerd op het beeldkwaliteitplan dat in opdracht van
de gemeente Schipluiden is opgesteld. Daarin staan nog meer hoogteaccenten. Het
hoogteaccent in het masterplan is daarmee onderdeel van meerdere accenten,
zowel in de Harnaschpolder (bedrijventerrein) als in de bestaande bebouwing van
Delft, zoals in het Ontwikkelingsplan Van Foreestweg / Van Kinschotstraat. De
accenten zijn niet allemaal even hoog, omdat dat een saai beeld geeft. De
hoogte in het masterplan is bepaald op grond van enerzijds de gewenste
slankheid en anderzijds de gewenste markering op grotere afstand. Zoals vroeger
de kerktoren vanuit het buitengebied de plaats van de nederzetting al van veraf
markeerde, markeert deze toren de aanwezigheid van een woongebied, temidden van
infrastructuur en bedrijven.
Uit schaduwberekeningen is
overigens gebleken dat slechts drie bestaande kavels aan de Woudselaan in de
lente en de herfst, dus bij lage zon, iets meer schaduw krijgen in de
ochtenduren. Bomen in de tuin of aan de rand van het perceel zullen bij deze
stand van de zon overigens ook schaduw veroorzaken op deze kavels.
Naar aanleiding van een
aantal reacties is inmiddels in overleg met de gemeente Midden Delfland
besloten een geleidelijke overgang van de woongebieden Lookwest Noord en
Lookwatering West. De in het masterplan genoemde hoogteaccenten van max. 16
lagen op deze grens van het woongebied aan weerszijden van de Harnaschdreef
komen daarmee als accent te vervallen en zal worden aangesloten op de
gestapelde bouw van de HOV zone.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.12.18 P. Jansen,
Laan van Groenewegen 1:
Samenvatting
Als aanvulling op
inspraakreactie A.12.8 deelt inspreker mee dat bij een beschikking van VROM van
24 mei 2000 de geluidsbelasting van 49 woningen aan de Dijkshoornseweg en de
Laan van Groenewegen hoger was dan 55 dB(A). De grenswaarde werd volgens
inspreker in 2000 door de minister te hoog bevonden en de woningen zouden in
aanmerking moeten komen voor subsidie voor gevelisolatie, waar toentertijd geen
geld voor was. De grenswaarde dienen omlaag te gaan.
Antwoord
Alle woningen die in 1986
een geluidbelasting hadden hoger dan 65 dB(A) zullen door de gemeente Delft
worden gesaneerd (= voorzien van gevelisolatie). De overige woningen zullen
vooralsnog niet worden gesaneerd.
Milieu (geluid)
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.12.19 L.M. van
Marrewijk, Woudselaan 1 :
A.12.19.1 Samenvatting
Tijdens de inspraakavond
heeft inspreker op de gepresenteerde tekeningen vernomen dat de maximale hoogte
van haar woning 2,5 m is en de hoogte van de toekomstig achter de tuin
gesitueerde woningen 3 woonlagen. Gesteld wordt dat dit rechtsongelijkheid is
waar bezwaar tegen wordt gemaakt.
Antwoord
??????/ RO juristMede
naar aanleiding van deze reactie is voor
de bebouwing in het lint een andere regeling
opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan. Voor verdere beantwoording wordt
verwezen naar algemeen onder 2.2.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid tot
aanpassing van het plan.
A.12.19.2 Samenvatting
Evenals de bewoners van
de Dijkshoornseweg wordt er gepleit een sloot achter de woningen van de
Woudselaan te situeren om de privacy te waarborgen en de
waterbergingscapaciteit bij regenval te vergroten.
Antwoord
Het betreft een globaal
bestemmingsplan met uitwerkingsverplichting waarin alleen de
hoofdwaterstructuur en de hoofdverkeersontsluiting zijn opgenomen. Het
stedenbouwkundig plan voor dit plangebied is nog onderwerp van studie en zal te
zijner tijd zijn juridische vertaling krijgen in het uitwerkingsplan. De door
inspreker kenbaar gemaakte wens zal overigens wel meegenomen worden in het
opstellen van het stedenbouwkundig plan voor dit gebied. De
woningen liggen in het zgn. Scharnier uit de structuurvisie. Daarin zijn geen
watergangen voorzien. Het thema is wonen in het groen.
In de waterbergingscapaciteit is ruim voorzien. /
Milieu
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.12.20 A.M. Moerman,
Dijkshoornseweg 142:
A.12.20.1Samenvatting
Verzocht wordt de
bestemming ‘voortuin’ aan te passen zodat deze eindigt bij de voorzijde van de
gevel. De woning op de plankaart heeft geen bijgebouw, welke wel behoort tot de
woning.
Antwoord
Mede naar aanleiding van
deze reactie is voor de bebouwing in het lint een andere regeling opgenomen in het
ontwerpbestemmingsplan. Voor verdere beantwoording wordt verwezen naar algemeen
onder 2.2.
?????
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.12.20.2 Samenvatting
De ingetekende en
toegezegde sloot aan de oostzijde van de Dijkshoornseweg heeft geen aansluiting
op de nieuwe watergang verbonden met de grote plas. Verzocht wordt dit alsnog
te doen voor het bevaren van de sloot en tegen de stankoverlast. Op de
plankaart staat ten noordzijde van de woning de aanwezige sloot niet meer
ingetekend die het hemelwater van de woning afvoert.
Antwoord
Het betreft een globaal
bestemmingsplan met uitwerkingsverplichting waarin alleen de
hoofdwaterstructuur en de hoofdverkeersontsluiting zijn opgenomen. Het
stedenbouwkundig plan voor dit plangebied is nog onderwerp van studie en zal te
zijner tijd zijn juridische vertaling krijgen in het uitwerkingsplan. De door
inspreker kenbaar gemaakte wens zal overigens wel meegenomen worden in het
opstellen van het stedenbouwkundig plan voor dit gebied waarbij recreatieve verbindingen
een belangrijk punt van aandacht zijn. Milieu/
Uit het bestemmingsplan kan deze informatie niet
worden gelezen!!!!!
In het stedenbouwkundig plan is genoemde watergang
wel degelijk verbonden met de hoofdwatergang. De status van het
stedenbouwkundig plan is niet vastgesteld.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.12.20.3 Samenvatting
De hoogte van de
eventuele herbouw dient volgens inspreker in overeenstemming wordt gebracht met
de goothoogte van de in de plannen geplande nieuwbouw.
Antwoord
Inspreker woont in het
zogenoemde lint aan de Dijkshoornseweg. Voor deze zone wordt in het ontwerp
bestemmingsplan een andere regeling opgenomen die meer recht doet aan het
karakteristiek van het lint en de rechten van bewoners. Zie ook algemeen onder
2.2. Het is
niet zo dat voor het gehele plangebied eenzelfde bouwhoogte geldt. De bouwhoogte is steeds
afhankelijk van
de planologische situatie en de gewenste planologische ontwikkeling. De
toegestane bouwhoogte in het lint zal daarmee ook niet gelijk kunnen zijn en de
bouwhoogte van het gehele plangebied.????? / RO
jurist
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.12.21.1 Samenvatting
Inspreker stelt dat de
strook privé grond van kadaster nr. 4523 en 5552 ten zuid oosten van de
gemeentegrens Delft en Midden-Delfland op de plankaart van 3 juni 2004 is
ingetekend als voortuin, terwijl dit geen voortuin is.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar antwoord A.12.20.3. ??????Met de nieuwe regeling
vervalt ook de bedoelde bestemming voortuin.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.12.21.2 Samenvatting
Gevreesd wordt dat de
lager gelegen huizen aan de Dijkshoornseweg 134 en 136 na de ophoging van de
nieuwe woonwijk en de demping van bestaande sloten wateroverlast zullen
ondervinden. Gevraagd wordt langs de Dijkshoornseweg een afwateringssloot aan
te leggen, zodat het hoogte verschil geen effect heeft op de waterhuishouding.
Inspreker vraagt zich af hoe de in de bestaande sloten gelegen
afwateringskokers zullen worden ondervangen.
Antwoord
In de
regel hebben de sloten in de nabijheid van de Dijkhoornseweg een hoger
waterpeil dan het standaard polderpeil. De verwachting is dat deze hoge peilen
gehandhaafd blijven.
Overigens
betreft dit een globaal bestemmingsplan met een uitwerkingsplicht. Het opnemen
van watergangen anders dan de hoofdwatergangen zal pas meegenomen worden in de
uitwerkingsplannen die in een later stadium ook onderwerp van inspraak zullen
zijn. Indien
besloten wordt om de watergang aan te passen of te dempen zullen maatregelen
genomen moeten worden om de op de watergang aangesloten voorzieningen om te
leiden.
Milieu /IB
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.12.21.3 Samenvatting
In het verkoopcontract is
een beding opgenomen dat nieuw te bouwen woningen langs de nieuwe grens een
maximale goothoogte van 8 m hebben. Nu situeert men in het plangebied
Voordijkshoorn echter woningen met 3 woonlagen.
Antwoord
Een
dergelijke bepaling is niet opgenomen in de verkoopovereenkomst, zoals deze bekend
is bij de gemeente Delft.
Over de bebouwingsmogelijkheden (en eisen) komen we
nog te spreken. Als antwoord kan dienen dat langs de linten andere normen
gelden dan op andere plaatsen. juist vanwege het karakter van de linten. Dit is
een kwestie van zorgvuldige inpassing. Z|ie ook A12.23.1
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het plan.
A.12.22 H.C. van
Paassen, Laan van Groenewegen 14:
Inspreker is het niet
eens met het feit dat met de auto het centrum van Den Hoorn niet bereikt kan
worden, in verband met de afsluiting van de Laan van Groenewegen. In het
sociale leven en voor calamiteiten gebruikt inspreker Den Hoorn.
Antwoord
Doorgaand verkeer door de
Harnaschpolder moet voorkomen worden, wil de Harnaschpolder een leefbare wijk
blijven. Een van de gevolgen van het voorkomen van dit doorgaand verkeer is dat
het (in ieder geval gedurende de spitstijden) onmogelijk wordt met de auto
vanaf een groot deel van de Laan van Groenenwegen het centrum van Den Hoorn te
bereiken. Met de fiets en te voet blijft Den Hoorn goed bereikbaar.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.12.23. J.F.A. van
Paassen, Dijkshoornseweg 165:
A.12.23.1 Samenvatting
Inspreker vindt het
irreëel dat het land van 600 m², grenzend aan de openbare weg en openbaar water
en met ruime en onbenutte parkeergelegenheid in de buurt, wordt aangeduid als
voortuin en voor woningbouw is uitgesloten. Gemeente Schipluiden heeft
aangegeven geen bezwaren te hebben tegen de bebouwing van het stuk land en in
het bestemmingsplan dient langs de Dijkshoornseweg Lintbebouwing plaatsvinden.
Antwoord
Mede naar aanleiding van
deze reactie is voor de lintbebouwing een nieuwe regeling opgenomen in het
ontwerp-bestemmingsplan dat meer recht doet aan het karakteristiek van het lint
en bewoners meer
mogelijkheden voor bebouwing en gebruik geven zonder dat het karakter van het
lint aangetast worden. Voor verdere beantwoording wordt verwezen naar algemeen
onder 2.2.
De bestaande linten blijven zoveel mogelijk
gehandhaafd in de huidige situatie om de karakteristiek te versterken.
Incidenteel kan op open kavel worden gebouwd, mits dit het karakter van het
lint niet verstoord.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.12.23.2 Samenvatting
In het nieuwe
bestemmingsplan is anders dan het oude bestemmingsplan geen erfafscheiding
hoger dan 1 m mogelijk, wat conflicten gaat geven met de nieuwe beplantte
erfafscheiding. Verzocht wordt hoogtebeperkingen voor de erfafscheiding van het
land over te nemen uit het bestaande bestemmingsplan.
Antwoord
Onduidelijk
is welke erfafscheiding inspreker bedoeld. Erfafscheidingen
niet gelegen aan de openbare weg mogen 2
m hoog worden gebouwd. Overigens geldt dat bestaande erfafscheidingen, hoger
dan de afscheidingen in het nieuwe plan middels het overgangsrecht zijn gelegaliseerd.RO jurist
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.12.23.3 Samenvatting
Benadrukt wordt bij de
wijziging van perceel 5541 naar woonbestemming dat dit perceel in privé
eigendom is en insprekers dit zelf willen beheren.
Antwoord
Het perceel 5541 is in
het voorontwerp-bestemmingsplan ten onrechte ondergebracht onder de
uitwerkingsplicht. Dit is naar aanleiding van de reactie in het
ontwerpbestemmingsplan gewijzigd in de lintbestemming zodat indiener directe
bouwtitel heeft om dit gebied zelf te ontwikkelen en dus niet hoeft te wachten
tot het uitwerkingsplan voor dit plandeel gereed is.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.12.23.4 Samenvatting
Gevraagd wordt naar de
specificaties en de hoogte van de Lintbebouwing.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar algemeen onder 2.2.Zie inventarisatie. Volgt
mogelijk in het beeldkwaliteitplan.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.12.23.5 Samenvatting
Inspreker zou dDe
hobbykassen op het perceel willenzouden
behouden willen voor eigen gebruik. Binnen 4
weken wil inspreker vernemen of een gedeelte van de kassen kan blijven staan en
wat de voorkeuren van de gemeente voor de locatie van de hobbykassen is.
Antwoord
Voor het betreffende perceel is in het ontwerp
Bestemmingsplan de gedetailleerde bestemming wonen gewijzigd in een meer
algemene ‘lintbestemming’. Zie hierover algemeen 2.2. Dit betekent dat
hobbykassen zich moeten voegen in de voor het lint
opgenomen
voorschriften.
Conclusie
De reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.12.23.6 Samenvatting
Inspreker voelt zich
benadeeld omdat hij de stadskrant voor de ter inzage legging van het
bestemmingsplan niet heeft gekregen en hij later op de hoogte was gesteld over
de ter inzage legging. Inspreker verzoekt tijdig op de hoogte te worden
gesteld. Gevraagd wordt inspreker omtrent specifiek op het eigendom betrekking
hebbende zaken vooraf te informeren in plaats van via de media.
Antwoord
Bewoners
van het plangebied zijn niet alleen via de Stadskrant maar ook via de bewonersverenigingen
en brieven op de hoogte gesteld van de ter inzage legging.Voor
overige beantwoording wordt verwezen naar vraag A.##.
Conclusie
De reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan.
A.12.24 J.Th.H. van
Paassen, Laan van Groenewegen 16:
De eerdere toezeggingen
om het woongenot te garanderen zijn voor inspreker met de wijziging naar
openbaar groen van het masterplan naar het voorontwerp bestemmingsplan niet
voldoende. Verzocht wordt de aantasting van het woongenot tegen te gaan.
Antwoord
Het plangebied
Harnaschpolder Delft zal in de komende jaren transformeren van een
glastuinbouwgebied in een woongebied. Dit is een ingrijpende wijziging van het gebruik die
gepaard gaat met het anders beleven van dit gebied door bestaande bewoners. Het wonen in het gebied
wordt ontegenzeggelijk anders, voor de één zal dat een vooruitgang betekenen en de ander zal dat
ervaren als een aantasting van zijn woongenot. Er is alles aangedaan om
het gebied zo in te richten dat die inrichting aansluit bij de bestaande stedenbouwkundige opzet. Dit neemt niet weg dat
voor in het gebied soms maatregelen noodzakelijk zijn ten behoeve van het
algemeen belang die
het individuele belang wel schaden. Garanties dat het woongenot niet wordt aangetast
kunnen niet worden gegeven.????? NB: hier komt nog
een ontsluiting tussen!!!!!
Conclusie
De reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan.
A.12.25 T.J.M. van
Paassen, Dijkshoornseweg 153:
A.12.25.1 Samenvatting
Aangegeven is dat na zelf
een dijk te hebben gebouwd voor de verdiepte ligging van de huidige weg, de
woning en tuin nog steeds wateroverlast heeft door het badkuipeffect. Hoewel de
gemeente Delft heeft aangegeven dat een passende oplossing zal worden verzorgd,
heeft inspreker nog geen reactie ontvangen en verzoekt dit alsnog te doen.
Antwoord
Het betreft hier een globaal bestemmingsplan. De gemeente Delft heeft
een advies- en onderzoeksbureau opdracht gegeven om een onderzoek te doen naar
de waterhuishouding in het gebied in relatie tot de beoogde ontwikkeling.
Het stedenbouwkundig plan voor dit plangebied is nog onderwerp van studie en
zal te zijner tijd zijn vertaling krijgen in het uitwerkingsplan.
De waterkering van de
Voordijkhoornsepolder ligt niet op de Dijkshoornseweg, maar tussen de tuinen en de
Lookwatering. Door de ligging van de huizen t.o.v. de tuinen blijft het water
in de tuinen staan. Als oplossing is aangegeven dat de bewoners de tuinen
kunnen draineren en bij wijze van grote uitzondering mogen aansluiten op de
vuilwaterriolering in de Dijkshoornseweg. De kosten daarvan zijn echter wel
voor rekening van
de bewoners.
Milieu
(IB Sjaak Clarisse)
Conclusie
Deze
reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.
A.12.25.2 Samenvatting
Inspreker is van mening
dat er een groot verlies voor het gebied zal zijn indien er een ontheffing voor
flora- en faunasoorten voor het gebied wordt aangevraagd en de strook op de
Lookwatering wordt opgeheven.
Antwoord
Elke ingreep heeft impliciet effect op
aanwezige soorten. Daartoe wordt in het plangebied, naast openbaar groen,
ingezet op ecologische structuren in de vorm van droge en natte zones om het
habitat van de huidige soorten te waarborgen.
Aangezien er geen afbreuk
wordt gedaan aan het streven de populaties van de betrokken soorten in hun
natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding te
laten voortbestaan is voor het plangebied een ontheffing aangevraagd voor
flora- en faunasoorten. Ondanks mogelijk plaatselijk verlies van soorten wordt
binnen het plangebied terdege aandacht besteedt aan het handhaven van de
huidige populaties.
Milieu
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.12.25.3 Samenvatting
Afgevraagd wordt ofp de woningen
met 4 bouwlagen geen verkapte laagbouwflats worden en dat van het dorpse
karakter weinig tot niets overblijft.
Antwoord
Woningen met maximaal 4
lagen, met de nadruk op de expressie van het individuele woonhuis, zijn
zogenaamde stadswoningen. De hoogte staat in relatie tot het beoogde laan
karakter van de hoofdontsluiting.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassingen van het plan.
A.12.25.4 Samenvatting
Inspreker wil weten in
hoeverre de sociale nieuwbouw in de Harnaschpolder gebruikt gaat worden voor de
herhuisvesting van bewoners van de Poptahof.
Antwoord
Mensen die (tijdelijk) hun sociale huurwoning uit
moeten zoals in de Poptahof krijgen een urgentieverklaring waarmee zij in de
sociale huursector in Haaglanden bij voorrang gehuisvest worden boven ‘gewone’
woningzoekenden. Wanneer de oplevering van huurwoningen in Harnaschpolder
gelijktijdig plaatsvindt met de herstructurering in Poptahof kunnen bewoners
van Poptahof met deze urgentie dus ook voorrang krijgen op woonruimte in
Harnaschpolder, mits zij hier tenminste zelf op reageren.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.12.26 C.S.M. van
Paassen-Hendriks, Dijkshoornseweg 144:
A.12.26.1 Samenvatting
Verzocht wordt de
aanduiding voortuin, wat een deel van de zijtuin en achtertuin van inspreker
beslaat, gelijk te trekken met de voorgevel van de woning.
Antwoord
Mede naar aanleiding van
deze reactie is de regeling voor lintbebouwing aangepast. Voor verdere beantwoording
wordt verwezen naar algemeen onder 2.2.??????
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.12.26.2 Samenvatting
Aangegeven wordt dat
delen van de woning als bijgebouwen op de plankaart staat aangegeven en waar
geen genoegen mee kan worden genomen.Verzocht wordt de hobbykas annex berging
in de achtertuin op de plankaart aan te geven.
Antwoord
Voor het betreffende perceel is in het ontwerp
Bestemmingsplan de gedetailleerde bestemming wonen gewijzigd in een meer
algemene ‘lintbestemming’. Zie hierover algemeen 2.2.
Hobbykassen en bergingen behoeven niet specifiek op
de plankaart te worden aangegeven, er volgt geen rechtsongelijkheid uit.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.12.26.3 Samenvatting
Gevraagd wordt het
gezamenlijk pad met de buren, wat gebruikt wordt voor de bereikbaarheid van de
berging met vervoersmiddelen, te laten behouden.
Antwoord
Dat pad blijft. Met de
bewoners aan weerszijde is zelfs afgesproken dat het gebruikt mag worden we het mogen benutten als
fietsverbinding en voor calamiteiten. Dit heeft overigens geen betrekking op het
bestemmingsplan omdat dit plan daarvoor een te globaal karakter heeft.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.12.26.4 Samenvatting
Ínspreker maakt bezwaar
tegen de bouw van woningen van 4 lagen dicht bij de woning, omdat dit naar de
mening van inspreker de vrijheid zal beknotten.
Antwoord
De zone waar 13 m bouwhoogte is toegestaan is de begeleiding van
de hoofdontsluiting (Verlengde Kristalweg) en wordt in het bestemmingsplan niet
aangepast. Wel zal de afstand van
nieuwbouw tot bestaande bouw twee maal de hoogte van die nieuwbouw bedragen.
Voor verdere beantwoording wordt verwezen naar A.1.2.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.
A.12.27 E. en L. van
Rijn van Marrewijk, Lookwatering 54 a:
A.12.27.1 Samenvatting
Gevraagd wordt of na de
sloop van de kassen achter Lookwatering 58/52 en de demping van de sloot een
nieuwe sloot hiervoor in de plaats komt in verband met toekomstige
wateroverlast. Er wordt voorgesteld tussen het bedrijventerrein en het einde
van de kavels een sloot te graven, zodat het water ergens naar toe kan.
Antwoord
Het betreft een globaal
bestemmingsplan met uitwerkingsverplichting waarin alleen de
hoofdwaterstructuur en de hoofdverkeersontsluiting zijn opgenomen. Het
stedenbouwkundig plan voor dit plangebied is nog onderwerp van studie en zal te
zijner tijd zijn juridische vertaling krijgen in het uitwerkingsplan. De door
inspreker kenbaar gemaakte wens zal overigens wel meegenomen worden in het
opstellen van het stedenbouwkundig plan voor dit gebied. ??????????/ Milieu
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.12.27.2 Samenvatting
Er wordt verzocht de
aftakking van de Lookwatering nummer 58 a en tot en met 52 af te sluiten voor
sluipverkeer in verband met eigen weg. Bewoners vinden het niet erg om via de
Woudselaan naar de Dijkshoornseweg te gaan.
Antwoord
De genoemde optie is inderdaad
een alternatief en zal worden onderzocht in het kader van de ontsluiting van de
gehele Lookwatering (zie ook A.12.16.2).
Conclusie
De reactie zal onderzocht
worden. In het bestemmingsplan leidt het niet tot aanpassingen.
A.12.28 S. Rijpsma,
Lookwatering 46:
A.12.28.1 Samenvatting
Bij inspraakreactie
A.12.7 gaat de voorkeur uit naar een tunnel onder de Lookwatering. Dit
waarborgt tevens de ontsluiting van bestaande woningen via de Lookwatering.
Antwoord
Het betreft een globaal
bestemmingsplan met uitwerkingsverplichting waarin alleen de
hoofdwaterstructuur en de hoofdverkeersontsluiting zijn opgenomen. Het al dan
niet opnemen van een tunnel zal pas in een later stadium in de
uitwerkingsplannen worden opgenomen.Een tunnel vraagt meer ruimte vanwege een groter
hoogteverschil. Een tunnel wordt over het algemeen ook ervaren als sociaal
onveilig.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.12.28.2 Samenvatting
Verzocht wordt de
bestaande Flora en Fauna te waarborgen.
Antwoord
Ondanks de inzet om het habitat van bestaande
flora- en fauna te behouden, kunnen deze niet gewaarborgd worden. De
aanwezigheid van soorten is, naast een goed habitat, ook afhankelijk van
externe factoren.
Milieu
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.12.28.3 Samenvatting
Er is bij inspreker
onduidelijkheid over de betreffende hoogteaanduiding van de bestaande
bebouwing. Gevraagd is naar het verschil tussen de aanduiding voortuin en tuin.
Antwoord
De onduidelijkheid over
hoogteaanduiding is naar wij veronderstellen weggenomen door in het gehele
plangebied de maximale bouwhoogtes in meter aan te geven. Voor
de lintbebouwing zal een andere regeling in het ontwerp bestemmingsplan worden
opgenomen. In gronden met bestemming Tuin wordt in het algemeen
meet bebouwing mogelijk dan op gronden aangewezen als voortuin. De bebouwing in
voortuinen wordt fors
beperkt om “verrommeling” van de openbare ruimte tegen te gaan. De
regeling als opgenomen in het voorontwerp was echter te gedetailleerd en
zal worden aangepast. RO jurist
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.12.28.4 Samenvatting
Gevraagd wordt hoe het
uitpad van Lookwatering 46 wordt gehandhaafd en gerealiseerd. Een hoge
brugoprit zal het uitpad blokkeren en geeft wateroverlast bij Lookwatering 46.
Antwoord
Dit betreft een globaal
bestemmingsplan met uitwerkingsverplichting. In dit bestemmingsplan worden zaken niet zo
gedetailleerd geregeld als verondersteld door inspreker. In een later stadium
worden de
uitwerkingsplannen opgesteld die wel gedetailleerd zullen zijn. De
reactie van inspreker zal in die verdere uitwerking worden meegenomen.
Eventueel met een lus. Hierop zal nog worden
gestudeerd in het kader van de deeluitwerkingen.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.12.29 F.J. van
Scheijndel, Dijkshoorseweg 201:
Samenvatting
Er wordt gevraagd
rekening te houden met bewoners. Inspreker geeft aan niet verzocht te hebben
naar Delft over te gaan en niet tevreden is met de gevolgde procedure.
Antwoord
Deze
opmerkingen hebben geen betrekking op het voorontwerpbestemmingsplan.Projectleider
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.12.30 H.L.M. Schenkeveld, Dijkshoornseweg 151:
A.12.30.1 Samenvatting
Bezwaar wordt gemaakt
tegen het ontbreken van grondwater en regenwaterregulering van het woongebied
tussen de Look en de Dijkshoornseweg. Betreft het gedeelte waar een dijk
geprojecteerd is in de achtertuin van Dijkshoornseweg 141 tot en met 159.
Antwoord
Er wordt een studie
uitgevoerd naar de waterhuishouding in relatie tot de beoogde ontwikkeling (zie
A.12.9). In deze studie is er ook aandacht voor de grondwaterhuishouding en hoe
om te gaan met de afvoer van hemelwater. De resultaten van dit onderzoek
zijn opgenomen in de toelichting op het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan is
een instrument om ruimtelijke aspecten te regelen. De consequenties voor de
waterhuishouding worden in het kader van de watertoets (zie ook A.11.2) onderzocht.
Alleen indien er ruimtelijke consequenties zijn, wordt dit in het
bestemmingsplan gereguleerd.
De waterkering ligt nu ook
al tegen de Lookwatering in dit gebied en niet op de Dijkshoornseweg.
Milieu
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing
van het plan.
A.12.30.2 Samenvatting
Aangegeven wordt dat de
gehanteerde bouwhoogte ”H=3L (20% H=4L)” en “H=4L” in strijd is met de
samenwerkingsovereenkomst van 22 augustus 2000 tussen Delft en Schipluiden.
Volgens deze samenwerkingsovereenkomst dient de stedenbouwkundige invulling
passend te zijn in relatie tot het dorpse karakter van de omgeving, wat naar de
mening van inspreker niet het geval is.
Antwoord
Wij
zijn van oordeel dat de in het voorontwerp voorgestelde bouwhoogte regeling wel
past Projectleiderbinnen de voornoemde
afspraken in de samenwerkingsovereenkomst. Voor het overige wordt verwezen naar de antwoorden
onder A.12.5.
en A.12.17.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.12.31 H. van
Spronsen en J.E. van Spronsen-van Duyn, Lookwatering 42, Delft:
A.12.31.1 Samenvatting
Inspreker geeft aan dat
door de aanleg van de éénrichtingsweg langs de woning en de demping van de
sloot voor de stoep gevaarlijke situaties zal veroorzaken. Bij het verlaten van
de woning zullen insprekers direct op de weg staan en bij het uitrijden van de
parkeerplaatsen dient achteruit de doorgaande weg op te gaan.
Antwoord
De weg is geen doorgaande
route en is bedoeld voor de ontsluiting van een beperkte kavel achter de woning
van inspreker. Er zullen dus relatief weinig extra auto’s gebruiken gaan maken
van deze weg. Wel moet ervoor worden gezorgd dat de aansluiting/toegang van de
woning op de nieuwe situatie veilig wordt. Het bestemmingsplan is echter een
globaal plan. Exacte situering van de ontsluiting zal onderdeel zijn van de
uitwerkingsplannen. De reactie van inspreker zal in de nadere uitwerking worden
meegenomen.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.12.31.2 Samenvatting
Bezwaar wordt gemaakt
tegen de afwijkingen van het masterplan ten opzichte van het bestemmingsplan en
de gevolgde procedure. Insprekers zijn verbaasd dat voor de toekomstige
situatie 3 tekeningen in omloop zijn en geven aan dat dit geen vertrouwen
geeft.
Antwoord
Voor
beantwoording wordt
verwezen naar algemeen onder 2.1 (water)woningen achter Hof van Azuur. Voor
zover ons bekend is dit de enige afwijking ten opzichte van het masterplan. De tekeningen die kennelijk in
omloop zijn gebracht zijn slechts schetsen en hebben geen juridische betekenis.
RO
juristen
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.12.31.3 Samenvatting
Aangegeven wordt dat de
gemeente aansprakelijk zal worden gesteld voor de forse waardevermindering van
de woning en eventuele bouwschade.
Antwoord
Voor
beantwoording wordt verwezen naar het antwoord A.1.2.RO Jurist
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het plan.
A.12.31.4 Samenvatting
Namens de bewoners van
Lookwatering 41, 40 en 39 en de woning van inspreker wordt verzocht grond
achter de woning te kunnen kopen en inspreker wil tevens grond naast het
perceel kopen om de vrijheid te kunnen behouden.
Antwoord
Deze grond is in principe
nodig voor openbaar gebied. In afwachting van nadere uitwerking wordt niet tot
verkoop van de grond overgegaan. Verkoop van grond heeft echter geen betrekking
op dit bestemmingsplan.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.12.32 Q.A. de
Vreede, Dijkshoornseweg 138:
A.12.32.1 Samenvatting
Inspreker geeft aan dat
tussen de woningen 138 en 140 aan de Dijkshoornseweg een schuur aanwezig is,
die niet staat aangegeven op de plankaart en waar inspreker op de langere
termijn een woning voor in de plaats wil zetten. Inspreker is van mening dat de
lintbebouwing hierdoor zal verfraaien en verzoekt de bestemming woondoeleinden
hier op te nemen.
Antwoord
Voor het betreffende perceel is in het Ontwerp Bestemmingsplan de
gedetailleerde bestemming wonen gewijzigd in een meer algemene
‘lintbestemming’. Zie hierover Algemeen 2.2. In de lintbestemming zijn
mogelijkheden voor bebouwing opgenomen, ook van een woning. Hiervoor wordt
verwezen naar artikel 5. “Lint” van de voorschriften.
Conclusie
Deze
reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.
A.12.32.2. Samenvatting
Verzocht wordt de
geplande sloot ten oosten van de Dijkshoornseweg, zoals aangegeven in de
toelichting, op de plankaart in te tekenen.
Antwoord
??????Dit bestemmingsplan heeft
een globaal karakter met een uitwerkingsplicht. Alleen de hoofdwater- en groenstructuur en de
hoofdontsluiting zijn opgenomen in het uit te werken gebied. Andere gedetailleerde informatie zoals
sloten zullen in een later stadium in de uitwerkingsplannen wel worden
opgenomen.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.12.33 C.M. Zwetsloot, Laan van Groenewegen 2:
Samenvatting
Inspreker geeft aan al
eerder bij het masterplan een bezwaarschrift te hebben ingediend.
Antwoord
RO
jurist (fijn)Deze mededeling
wordt ter kennisgeving aangenomen.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.13 A.Th.A. van der Maarel,
Dijkshoornseweg 128, Den Hoorn:
Samenvatting
Voorgesteld wordt de
scheidingssloot tussen de nieuwbouw en de woningen aan de Dijkshoornseweg
nummer 134 tot en met 142 door te trekken achter nummer 12, waarbij deze kan
aansluiten op de sloot achter het Zwarte Pad. Hierdoor ontstaat een betere
perceelscheiding en een betere doorstroming van het gebied. Inspreker levert
hierbij een plattegrond waarbij de sloot is ingetekend.
Antwoord
Er staat geen sloot getekend in het BP!!!!!
/ MilieuVoor
beantwoording wordt verwezen naar het antwoord onder A.12.32.2.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.14 L. Voogt, Hof van Azuur 45, Delft: (komt
in grote lijnen overeen met de inspraakreactie van A.9)
A.14.1 Samenvatting
Bezwaar wordt gemaakt
tegen de woonbestemming WII aan de oostelijke rand van het plangebied ter
hoogte van de woningen Hof van Azuur 27 tot en met 49. In het masterplan wordt
de strook achter deze woningen bestemd voor openbaar groen/water. Wegens eerder
toegezegde bepalingen dat deze strook niet bebouwd zou worden, is hier geen
reactie op gegeven. Het voorontwerp wijkt in hoge mate af van het eerdere
masterplan, met grote nadelige gevolgen voor inspreker. Inspreker maakt bezwaar
tegen de gevolgde werkwijze/procedure en de voor hem nadelige gevolgen.
Antwoord
Algemeen deel
Voor
beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.1.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid tot
aanpassing van het bestemmingsplan.
A.14.2 Samenvatting
De aangegeven strook ligt
achter de woning van inspreker en wordt gescheiden door de sloot in eigendom.
De beoogde bebouwing op de landtong zal volgens inspreker erg tegen de woningen
aan komen, wat verlies zal zijn van vrij uitzicht, privacy en zal
waardevermindering van de woning betekenen. Inspreker wil het recht op
planschade behouden en verzoekt terug te keren naar het oorspronkelijke
masterplan.
Antwoord
Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen
onder 2.1 en A.1.2. (planschade).De waterwoningen zijn het
resultaat van ingeschatte wensen vanuit de woningmarkt. Het wateroppervlak is
feitelijk vergoor omdat het groenstrookje is verwijderd. Voor deze woningen
zijn twee plekken denkbaar, beide in Voordijkshoorn: de plas in het noorden en
in het zuiden aan de hoofdwatergang. In beide gevallen heeft het water
voldoende maat voor dit woningtype. Omdat m.n. ontsluiting en parkeren om
speciale voorzieningen vraagt is een grote concentratie van dit woningtype in
het plan niet wenselijk.
/RO jurist
Conclusie
Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het
plan.
A.14.3 Samenvatting
De toelichting bij de
inspraakavond masterplan gaf vertrouwen in de gemeentelijke ontwikkeling, omdat
de inzet van de gemeente Schipluiden behouden werd. De groen/blauwe strook zal
nu echter bebouwd worden, waarbij uit de literatuur blijkt dat waterwoningen
een expressieve vormgeving zullen krijgen. Gevreesd wordt voor een opeenhoping
van bouwmassa’s en bouwproducten. De ecologische zone zal een manifest worden
van (on)gewild wonen. De bestaande tuinen zullen onbedoeld de groen/blauwe
buffer met het nieuwe plangebied worden. Stedenbouwkundig en landschappelijk is
het een nadelige wijziging en de verkeerstechnische gevolgen voor de malle
strook bebouwing worden gevreesd. Planoptimalisatie vanuit economisch opzicht
leidt tot verkeerde keuzes.
Antwoord
Algemeen deel
Voor
beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.1.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.15 P.A.M. Koper, Hof van
Azuur 40, Delft:
A.15.1 Samenvatting
Anders dan in het
masterplan waarin wordt bepaald dat achter de woningen van de Hof van Azuur een
groenstrook, dan water en vervolgens de tuinen van de huidige woningen zijn gepland,
ziet inspreker zich nu op korte afstand van zijn woning geconfronteerd met
waterwoningen. Het voorontwerp is geen juridische vertaling van het masterplan
en is ontoelaatbaar en schaadt de belangen van de huizenbezitters van het
gebied.
Antwoord
Algemeen Deel
Voor
beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.1.
Conclusie
Deze reactieheeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.15.2 Samenvatting
Gesteld wordt dat de
drijvende waterwoningen van 3 à 4 woonlagen en eventueel een kap consequenties
heeft voor de huidige bewoners. Er zal inbreuk zijn in d privé en het woongeluk
van de bewoners. Er is in dit stukje van de Harnaschpolder nauwelijks sprake
van groen of extra watervoorzieningen.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar algemeen onder 2.1.
Conclusie
Deze reactieheeft geleid
tot aanpassing van het plan.
Algemeen deel
Conclusie
A.15.3 Samenvatting
Gevraagd wordt de
verhouding te bekijken van het toegevoegde woongebied en het groen/water in het
plangebied. Inspreker is van mening dat de inzet van de gemeente dat de
Harnaschpolder een gebied wordt met water en groen, dat aansluit op het huidige
park, niet op waarheid berust
Antwoord
Projectleider
In het globale bestemmingsplan zijn alleen de
hoofdwater – en groenstructuur bestemd. In de (verplichte) uitwerkingsplannen
zal de door de inspreker bedoelde verhouding in beeld worden gebracht. De
gemeentelijke uitgangspunten zijn onveranderd.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.16 L. Braun, Hof van Azuur
49, Delft (inspraakreactie komt (in grote lijnen) overeen met de reactie van
A.9):
A.16.1 Samenvatting
In het masterplan en bij
de daarbij behorende inspraakprocedure is aangegeven dat de groen/blauwe strook
achter het Hof van Azuur niet bebouwd zou worden. Inspreker geeft aan daarom
niet gereageerd te hebben op het masterplan. De nu gewijzigde bestemming in het
voorontwerp vindt inspreker geen juridische vertaling van het masterplan en een
onverwachte en ontoelaatbare wijziging die zijn belangen schaadt.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar algemeen onder 2.1.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid tot
aanpassing van het plan.
Algemeen deel
Conclusie
A.16.2 Samenvatting
De woningen zullen naar
mening van de inspreker dicht op de huidige woningen komen te staan omdat de
bebouwingsstrook erg smal is. De achteruitgang zal frustrerend zijn en
onacceptabel. Inspreker levert een tekening/fotoshop. De situatie is voor de
huidige bewoners in het masterplan acceptabel, maar het voorontwerp zal een
inbreuk geven in “het woongeluk” waardoor er planschadeverzoeken zullen worden
ingediend.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar algemeen onder 2.1.
Conclusie
Deze reactieheeft geleid tot aanpassing van het
plan.
Algemeen deel
Conclusie
A.16.3 Samenvatting
De groen/blauwe strook
past bij de oorspronkelijke inzet van de gemeente Schipluiden, waar de gemeente
Delft zich aan hield. De strook zal anders dan eerst een groen/blauwe long van
het gebied, door de wederzijdse bebouwing het karakter van een singel krijgen.
De waterwoningen zullen, volgend uit de literatuur, expressieve vormgeving
krijgen, waardoor in de ecologische zone druk (on)gewild wonen zal plaatsvinden
met een opeenhoping van bouwmassa’s en bouwproducten. De huidige tuinen van het
Hof van Azuur zullen ongewild bijdragen aan de groen-blauwe buffer.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar algemeen onder 2.1.
Conclusie
Deze reactieheeft geleid
tot aanpassing van het plan.
Algemeen deel
Conclusie
A.16.4 Samenvatting
Planoptimalisatie vanuit
economische opzicht leidt bij de bebouwing van de strook achter het Hof van
Azuur tot de verkeerde keuzes.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar het antwoord onder algemeen 2.1.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.17 Van der Hoeven &
Machielsen, Postbus 95 Prinsenbeek, namens H. Poot, Lookwatering 43, Delft:
A.17.1 Samenvatting
Inspreker geeft aan dat
de informatieverstrekking van de grote consequenties voor cliënten laat is
geschied, waardoor hij zich overrompeld voelt. Cliënten hebbeneft
bezwaar tegen de plantekening en de bijbehorende plannen dat een gedeelte van
het privé perceel onderdeel vormt van de plankaart. In het verleden is geen
rekening gehouden met deze woning. Op 15 april 2001 was er duidelijkheid
omtrent de kavel met de woning en is deze buiten de verkoop gehouden. Daar is
nu geen rekening mee gehouden.
Antwoord
Met de indiener van deze
reactie zal door de gemeente contact worden opgenomen. De woning en het perceel
is nu aangegeven op de plankaart.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.17.2 Samenvatting
In de koopovereenkomst
van de Harnaschpolder is overeengekomen “om binnen een straal van 35 m vanaf de
nieuwe erfgrens geen gebouw anders dan een woning te stichten met een maximale
goothoogte van acht meter. Omdat de gemeente Den Haag deze clausule niet wilde
handhaven in verband met het te realiseren bedrijventerrein, hebben de
clusterdeelnemers afstand moeten tekenen van deze clausule. De geplande flat
van 3 verdiepingen tast de privacy van H. Poot aan.
Antwoord
Een
woongebouw van drie verdiepingen is een stadswoning en past daarmee binnen het
karakter van dit nieuwe woongebied. ProjectleiderTer bescherming van
privacy van bestaande bewoners is in het bestemmingsplan een voorschrift
opgenomen dat de afstand
tussen de bestaande te handhaven woningen en de nieuwbouw
minimaal twee maal de hoogte van die nieuwbouw bedraagt.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.17.3 Samenvatting
Inspreker maakt zich
zorgen over de ontsluiting van het perceel op de openbare weg en de te
verwachte overlast van bouwactiviteiten.
Antwoord
Te allen tijde zal worden
gezorgd dat iedere huidige woning goed toegankelijk blijft vanaf de openbare
weg. Door de ontwikkeling van het gebied kan de manier waarop in incidentele
gevallen anders worden.
Overlast van bouwverkeer
is helaas niet te voorkomen. Wel zal worden gezorgd dat dit van beperkte omvang
en duur zal zijn en te allen tijde geen verkeersgevaarlijke situaties zal
opleveren. Ook tijdens de bouw zal het pand toegankelijk blijven.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.18 Belangenvereniging
Grensbewoners Hoornswhof Voordijkshoornsepolder, correspondentie via H.
Zijlstra, Hof van Topaas 8, Delft:
A.18.1 Samenvatting
Aangegeven wordt dat het
voorontwerp, anders dan eerder toegezegd, niet slechts minimale wijzigingen
heeft ten opzichte van het masterplan. Zo wordt de verplaatsing van het hoogte
accent aan de Kristalweg en het intekenen van een woongebied achter het Hof van
Azuur genoemd, waardoor de belangen van de bewoners geschaad zijn.
Antwoord
Aan
de Kristalweg is geen sprake van een hoogteaccent, maar van een woonzorgcomplex
dat (deels) 25 m hoog mag zijn. Dit complex is verplaatst naar de zuidzijde van
de Kristalweg, zodat de schaduw ervan voornamelijk over de weg valt en niet in
de tuin van de woningen.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.18.2 Samenvatting
Geconstateerd is dat voor
de ontsluiting van de nieuwe woonwijk richting het centrum van Delft, wat een
groei in het aantal verplaatsingen zal betekenen, geen aanpassingen op de
infrastructuur hebben plaatsgevonden. Inspreker is van mening dat de
Harnaschpolder niet onsloten kan worden door de Van Foreestweg en de
Kristalweg. De voorwaarde van de wethouder om de verkeersintensiteit in het
voorontwerp te beperken is komen te vervallen omdat de busknip alleen tijdens
de spitsuren gesloten is voor het autoverkeer. Aangegeven wordt dat de knip
noodzakelijk is. De toename in verkeer zal hinder veroorzaken voor de huidige
bewoners aan de bestaande ontsluitingswegen. Op de huidige Kristalweg spelen
reeds veel kinderen en gevreesd wordt voor ongelukken. Er wordt verzocht een structurele
oplossing uit een te zetten in een goed onderbouwd verkeersplan.
Antwoord
Met het verkeersmodel is
berekend hoeveel extra verkeer de van Foreestweg en de verlengde Kristalweg aan
kunnen. Uit deze berekeningen is gekomen dat het acceptabel is ongeveer 600
woningen op deze weg aan te sluiten. Natuurlijk wordt de van Foreestweg
hierdoor drukker, maar dat kan deze weg aan, ook in spits. Om de
oversteekbaarheid van de van Foreestweg te garanderen wordt een extra
(geregelde) oversteek gemaakt. Punt van aandacht is wel de kruising met de
Provinciale Weg. Daar zijn de nodige maatregelen noodzakelijk in het
kruispuntontwerp. Bepaalde opstelvakken voor de verkeerslichten moeten hier
worden verlengd.
Er is nog geen besluit
genomen over de definitieve vorm en werking van de knip. De mogelijkheden
worden nader onderzocht en de voor- en nadelen worden zorgvuldig afgewogen. Uw
inspraakreactie zal in het onderzoek worden betrokken.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.18.3 Samenvatting
Er wordt aangegeven dat
de nieuwe waterlopen in het plangebied een goede zaak is. De waterloop op de
grens van het Hoornsehof en de Voordijkshoornsepolder is eigendom van de
bewoners. In het voorontwerp staat aangegeven dat de waterlopen 8 m dienden te
zijn voor het verrichten van onderhoud. Voor de waterlopen wordt uitgegaan van
een eenduidig onderhoudsbeleid en in verband met de eigendomskwestie wordt
verzocht de huidige breedtemaat van de waterloop als middellijn van de nieuwe
waterloop te maken. Dit is op de plankaart niet gebeurd en de bestaande
watergang achter het Hof van Topaas is te smal ingetekend. Verzocht wordt dit
aan te passen.
Antwoord
Het is vanuit
onderhoudsoogpunt wenselijk dat waterlopen een breedte hebben van 8 m. Indien de breedte
smaller is moet onderhoud vanuit de kant mogelijk zijn. De gemeente Delft
streeft ernaar dat ook bestaande waterlopen op termijn worden verruimd. Dit is
niet altijd mogelijk. De afspraken over onderhoud en eigendom worden niet
geregeld in het bestemmingsplan. Indien er als gevolg van de ontwikkeling
veranderingen plaatsvinden aan watergangen - waarvan (een deel) van het
onderhoud nu bij de aangrenzende bewoners ligt - zullen er desgewenst nieuwe
afspraken gemaakt moeten worden over het onderhoud.
Milieu
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.18.4 Samenvatting
Verzocht wordt juridische
en praktisch voldoende maatregelen te nemen om overlast tijdens de bouw en
mogelijke schades aan de bestaande bebouwing, tuinen en oevers door het heien,
de ophoging en de waterpeilverlaging te
beperken en dit in goed overleg met alle betrokkenen uit te voeren. Voor het
bouwverkeer is het essentieel dat de aanvoerroute via een nieuw te realiseren
Zuidweg plaatsvindt en niet via de Van Foreestweg.
Antwoord
Zodra de planvorming in
een dusdanig stadium is dat duidelijkheid gegeven kan worden over de uitvoering
daarvan wordt een plan van aanpak opgesteld voor de tijdelijke situatie van de
bouw. Hierin wordt meegenomen de aan- en afvoer van materialen, de beperking
van schade etc. Dit plan van aanpak zal te zijner tijd besproken worden met de
bewonersverenigingen.
Conclusie
Deze reactie wordt
meegenomen in de verdere planvorming.
A.18.5 Samenvatting
Er wordt verzocht voor de
bewoners van de Hoornsehof rekening te houden met het verworven recht op
privacy en uitzicht. Om waardevermindering van de woningen in geld en belevenis
te voorkomen wordt verzocht alle tuinen van de woningen aan de Hoornsehof aan
tuinen te laten grenzen. Dit uitgangspunt van wethouder Baljé wordt in het
voorontwerp niet gehanteerd. Voor de privacy, het uitzicht en tegen de
waardevermindering wordt verzocht de nieuw te bouwen huizen maximaal 3
woonlagen hoog te maken en dit ook op de plankaart te noteren. De geplande 8 bouwlagen
aan de verlengde Kristalweg dient zo ver mogelijk richting de
hoofdgroenstructuur te worden geplaatst om negatieve effecten op de bezonning
te voorkomen. De aanhechting van de nieuwe wijken aan de bestaande stedelijke
structuur dient zorgvuldig te gebeuren zodat alle overlast beperkt wordt.
Antwoord
Naar aanleiding van de
inspraakreactie is de regeling voor bebouwing van het perceel direct
grenzend aan de tuinen van de Hof van Azuur aangepast. Verwezen wordt daarbij naar algemeen
onder 2.1
Tuinen aan tuinen is het
uitgangspunt en zal in de uitwerkingsplannen ook zo veel mogelijk toegepast. Er
dient echter rekening te worden gehouden met ontsluiting e.d.
De senioren voorziening
is juist dicht bij de plangrens gesitueerd, daarmee ligt de voorziening dicht
bij de voorzieningen aan de Foreestweg.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.19 C.G. Hengel, Hof van
Azuur 37, Delft:
A.19.1 Samenvatting
Verzocht wordt de strook
groen/blauw bestemming uit het materplan anders dan in het voorontwerp
bestemmingsplan is gebeurdt, te
behouden en de geplande langzaamverkeersroute op de overliggende over te plannen.
Het college heeft geen opdracht gegeven de bestemmingswijziging door te voeren
en zodoende is het proces volgens inspreker niet transparant. Het
bestemmingsplan is geen juridische vertaling van het masterplan. De wijziging
van de waterwoningen is zodoende geheimzinnig tot stand gekomen. Inspreker is
het in het geheel niet eens met de wijze waarop er met de burgers is omgegaan.
Antwoord
Voor
beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.1.
Communicatie/Projectleider
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.19.2 Samenvatting
Er is volgens inspreker
geen aannemelijke reden om van het zorgvuldig afgestemde masterplan af te
wijken. Het slurfje is in het masterplan reeds aangehaald en de bewoners aan de
Hof van Azuur stemde hier mee in, omdat het een buffer was voor de nieuwe
woningen, het vervulde een primaire recreatieve en ecologische functie en smeedde
de wijken aaneen. Nu is hier een woonbestemming opgelegd wat volgens inspreker
niet de hoge opbrengsten oplevert die de wethouder erbij verlangt. Aangehaalde
literatuur laat dit volgens inspreker zien. Het is reëel om te rekenen met de
grondopbrengsten van die van appartementen, omdat er geen grondgebonden
oppervlakte is. De kosten voor de woningen zijn door infrastructuur en de te
verwachte planschadeclaims te duur. Bezwaar wordt gemaakt tegen het verhalen
van de negatieve kosten bij de burgers van Delft.
Antwoord
Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen
onder 2.1.De waterwoningen zijn het resultaat van ingeschatte
wensen vanuit de woningmarkt. Het wateroppervlak is feitelijk vergoor omdat het
groenstrookje is verwijderd. Voor deze woningen zijn twee plekken denkbaar,
beide in Voordijkshoorn: de plas in het noorden en in het zuiden aan de
hoofdwatergang. In beide gevallen heeft het water voldoende maat voor dit
woningtype. Omdat m.n. ontsluiting en parkeren om speciale voorzieningen vraagt
is een grote concentratie van dit woningtype in het plan niet wenselijk.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.19.3 Samenvatting
Verzocht wordt de
centrale watergang en groenstructuur zo te verleggen dat de bestaande lijnen
van de Hoornse Hof en de nieuwe lijnen op elkaar aanpassen, wat zonder
complicaties voor de bestaande bebouwing van de Laan van Groenewegen kan. Er
ontstaan dan krachtige lijnen en hoewel het eilandje op het slurfje smaller
wordt, zal er met de tuinen van de Hof van Azuur een bufferzone en groen/blauwe
koppeling ontstaan. Door het terugkomen van de bouwoppervlakte aan de andere
kant van de oever in WII, kunnen daar de waterwoningen geprojecteerd worden.
Dit is onder andere voor de technische problemen beter gepland. Het fietspad
kan aan de overzijde van de centrale water-as worden geplaatst en de te vormen
bruggen vormen een ritmische element. Een en ander wordt toegelicht door middel
van een tekening.
Antwoord
De centrale watergang is op de
bestemmingsplankaart globaal en met marges aangegeven. Bij de stedenbouwkundige
uitwerking zal de watergang zeker aansluiten op de bestaande lijnen van de
Hoornse Hof.
Het toevoegen van fietsbruggen is in het
bestemmingsplan niet aan orde doordat gekozen is voor een globaal plan. Ook het
fietspad betreft een globale aanduiding, waarvan de plaats mogelijk ten westen
van de centrale watergang zal zijn.
Conclusie
De aangedragen ideeën
zullen meegenomen in de verdere planvorming, maar hebben niet geleid tot
aanpassing van het plan.
A.20 Gezamenlijk ondertekende
inspraakreacties:
A.20.A Samenvatting
Het groene veldje tussen
de Groene Zoom en de Laan van Groenewegen staat in het bestemmingsplan, anders
dan in het masterplan, niet meer aangeduid als groenstrook, maar bestemd is
voor woonbestemming type W II. De woningen van drie of vier woonlagen zullen
inkijk in de woningen geven, inbreuk op de privacy en een waardedaling bij
toekomstige verkoop. Gevraagd wordt de groene strook zoals aangeven in het
masterplan te behouden.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar algemeen onder 2.2. De nieuwe woningen zijn
qua ontsluiting georiënteerd op de Laan van Groenewegen. Voorst kunnen ze vrij
op de kavel worden gesitueerd. Tussen nieuwe kavels en bestaande woningen
liggen straat, groenstrook en een watergang.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.20.B.1 Samenvatting
Aangegeven wordt dat in
het masterplan de ontsluitingsweg vanaf de Laan van Groenewegen richting de Hof
van Zilverlicht alleen geschikt is voor fietsers en calamiteitenverkeer. Bij
een bijeenkomst van de gemeente Delft met de grensbewoners van de Hoornse Hof
en de Voordijkshoornsepolder blijkt deze ook voor autoverkeer bereikbaar is,
wat een toename van autoverkeer voor de wijk zal geven en daarbij inbreuk op de
veiligheid, geluid- en stankoverlast. Indien na heroverweging blijkt dat dit
toch de ontsluitingsroute voor auto’s dient te zijn, wordt verzocht
verkeersdrempels te plaatsen in de Groene Zoom en Hofzoom, de fietsdoorgang op
de Kristalweg ook voor autoverkeer mogelijk te maken en de Groene Zoom en de
Hofzoom alleen bereikbaar te maken voor bestemmingsverkeer.
Antwoord
Het is een misvatting dat
de doorsteek vanaf de Laan van Groenewegen naar de Groene Zoom ter hoogte van
het appartementengebouw ook voor autoverkeer geschikt zal worden. Dit is niet
het geval; het gaat hier om een doorsteek voor fietsers en calamiteitenverkeer. Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.20.B.2 Samenvatting
Verzocht wordt het aantal
parkeerplaatsen in het gebied niet te verminderen, omdat er nu reeds
parkeerproblemen aanwezig zijn.
Antwoord
Er komen voldoende
parkeerplaatsen in het gebied. De nieuwe parkeernormen van de gemeente Delft
worden gehanteerd en deze zijn ruim voldoende.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.20.C.1 J.C.J. Aerts
Samenvatting
Inspreker geeft aan niet
te willen dat het ontsluitingsverkeer van het verlengde van de Hof van
Zilverlicht via de Groene Zoom en de Hofzoom naar de Van Foreestweg gaat.
Gevraagd wordt aanpassingen aan te brengen zodat het verkeer via de Hof van
Zilverlicht via de Kristalweg naar de Van Foreestweg zal rijden.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar A.20.B.1.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.20.C.2 Samenvatting
Verzocht wordt de groene
weide tussen de Groene Zoom en de Laan van Groenewegen zoals aangegeven in het
masterplan te behouden.
Antwoord
Deze reactie wordt
overgenomen. De schapenweide wordt conform de bestaande situatie op de
plankaart opgenomen. De plankaart zal hierop worden aangepast.?????
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.21 L.B. Sas, Hof van Topaas 7:
Samenvatting
Vermeld wordt dat de
watergang achter de woningen van Hof van Topaas 6,7,8,9 en 10, anders dan het
masterplan, in het voorontwerp bestemmingsplan verkeerd en te smal staat
aangegeven. Inspreker verzoekt deze volgens bijgeleverde bijlage te corrigeren.
Antwoord
Op de plankaart van het bestemmingsplan
staan behoudens de hoofdwaterstructuur geen watergangen aangegeven.In het
BP is in het geheel geen watergang aangegeven. De bestemming geldt tot aan de
plangrens. Binnen de bestemming is de aanleg van water mogelijk.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.22 P.T.V. Dessens en E.A.
Dessens-Adema, Dijkshoornseweg 175 :
A.22.1 Samenvatting
Inspreker is van mening
dat hij te laat is geïnformeerd over de inspraaktermijn. De stadskrant is niet
bij hem bezorgd en de brief van de gemeente Delft volgde laat in de week. Ook
de mensen van Midden Delfland zijn te laat geïnformeerd. De procedure is niet
goed gevolgd en dient opnieuw plaats te vinden.
Antwoord
Inzage
termijnen voor bestemmingsplannen en alle overige gemeentelijke informatie wordt volgens procedure
gepubliceerd in de Stadskrant die één keer per week op de zondag verschijnt. Kennelijk
is Helaas isdeze niet bij inspreker
bezorgd.(weten we niet of wel) Als aanvulling zijn alle belangstellenden van het masterplan
door middel van een brief gewezen op de inzage periode van het voorontwerp
bestemmingsplan. Dit is echter geen wettelijke verplichting, maar een
aanvulling van de gemeente. In de informatiekrant van Midden-Delfland is ook
een advertentie geplaatst. De
uitgifte van deze krant is echter niet synchroon met de informatiekrant van de
gemeente Delft, waardoor deze advertentie enkele dagen later dan die in de
stadskrant is verschenen. Ook dit is een niet wettelijke verplichte aanvulling
van de gemeente Delft.
We zijn dus van mening dat de belangstellenden
op verschillende wijzen voldoende over het bestemmingsplan geïnformeerd zijn.
Voor verdere beantwoording wordt verwezen naar A.12.23.6.
Conclusie
De reactie leidt niet tot
aanpassing van het bestemmingsplan.
A.22.2 Samenvatting
Gevraagd wordt de
bouwhoogte uit het vigerende bestemmingsplan van Den Hoorn, te weten 6 m, te
handhaven in plaats van de bouwhoogte van 4 lagen.
Antwoord
In Den Hoorn zijn verschillende objecten gebouwd
van 8 kagen en hoger.Dit bestemmingsplan is juist in procedure gebracht om de bebouwings-
en gebruiksmogelijkheden van het plangebied te
wijzigen omdat het bestaande bestemmingsplan niet voorziet in de provinciaal, regionaal en
gemeentelijk gewenste
planologische verandering.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.22.3 Samenvatting
Aangegeven wordt dat de
rust en het dorpse karakter volgens het convenant tussen Schipluiden en Delft
verloren gaat door de bouw van 1300 woningen met een dichtheid van 40 woningen
per hectare.
Antwoord
Voor
beantwoording wordt verwezen naar het vastgestelde masterplan en de antwoorden
onder A.12.5. en A.12.17Projectleider
-> masterplan
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing
van het plan.
A.22.4 Samenvatting
Op het perceel lag in het
oude bestemmingsplan de bedrijfsbestemming van categorie 2 op het perceel en in
het nieuwe plan de woonbestemming. De invulling in het vigerende
bestemmingsplan bij opheffing van bedrijfsactiviteiten door woningbouw is door
de gemeenteraad en Gedeputeerde Staten gesanctioneerd. Inspreker wil in overleg
zijn bedrijfsbestemming opheffen indien invulling wordt gegeven aan het
beleidskader en de mogelijkheid van een 2e woning op het perceel
wordt opgenomen.
Antwoord
Voor het betreffende perceel is in het ontwerp
Bestemmingsplan de gedetailleerde bestemming wonen gewijzigd in een meer
algemene ‘lintbestemming’. Zie hierover algemeen 2.2. Hiermee ontstaat de
mogelijkheid voor een tweede woning binnen de daartoe opgestelde bebouwingsvoorschriften.
????? / RO
jurist (vastgoed -> is hier overleg over geweest)
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.22.5 Samenvatting
Gevraagd wordt de nu
onduidelijke aanwijzingen op de plankaart te verduidelijken. De karakteristieke
van de Lintbebouwing dient behouden te blijven en de bebouwing vanaf de weg
dient geleidelijk op te lopen.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar algemeen onder 2.2.Mee eens. Iets voor het
beelkwaliteitplan?
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot wijziging van het plan.
A.22.6 Samenvatting
Er wordt bezwaar gemaakt
tegen de ontheffing die voor een aantal beschermde flora- en faunasoorten wordt
aangevraagd.Gevraagd wordt welke soorten het zijn en welke voorzieningen voor
deze soorten in het plangebied worden gemaakt.
Antwoord
De meeste soorten
waaronder bijvoorbeeld een mol en groene kikker, die binnen het plangebied zijn waargenomen vallen onder de flora-
en faunawet. Hiervoor geldt dat een ontheffing moet worden aangevraagd.
Binnen het plangebied is
ingezet op een robuuste ecologische structuur waarvan een aantal zones een
breedte van minimaal 20 m hebben, geschikt voor een aantal indicatorsoorten
waaronder kleine zoogdieren. Voor
watergebonden soorten worden natte ecologische zones aangelegd met
natuurvriendelijke oevers met plas- en drasbermen t.b.v. onder andere amfibieën, vissen, insecten en
kleine zoogdieren. Bij de droge ecologische zones wordt gestreefd naar een
structuurrijke opbouw van de vegetatie, geschikt voor flora en fauna. Voor
zover het ruimtelijk mogelijk is, is gestreefd naar doorgaande ecologische
verbindingen.
Milieu -> zie eerder
antwoord
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.22.7 Samenvatting
Inspreker verzoekt de
autoverbinding tussen de twee wijken te minimaliseren, de ontsluiting via de
buitenzijde plaats te laten vinden en sluipverkeer te voorkomen.
Antwoord
Verwezen wordt naar het
antwoord onder A.12.22
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.22.8 Samenvatting
Er wordt gevraagd in
hoeverre de nieuwbouw in de Harnaschpolder gebruikt zal worden voor de
huisvesting van de bewoners van de Poptahof.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar het antwoord onder A.12.25.4
Conclusie
Deze reactie is puur
informatief van aard.
A.22.9 Samenvatting
Verzocht wordt de
kruising Dijkshoornseweg / Verlengde Kristalweg te verduidelijken en aan te
geven waar de bussluizen komen.
Antwoord
Verwezen wordt naar het
antwoord onder A.12.22.
Dit betreft een globaal
bestemmingsplan, waarin zaken niet zo gedetailleerd geregeld worden. In een
later stadium worden de uitwerkingsplannen opgesteld, die wel gedetailleerd
zullen zijn.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.22.10 Samenvatting
Gevraagd wordt de
scheidslijn voortuin en achtertuin meer naar voren te verplaatsen langs de
oostzijde van de hobbykas. Verzocht wordt de hobbykas, die niet staat
aangegeven, op de plankaart te plaatsen.
Antwoord
Voor het betreffende perceel
is in het ontwerp Bestemmingsplan de gedetailleerde bestemming wonen gewijzigd
in een meer algemene ‘lintbestemming’. Zie hierover algemeen 2.2. Hierin is de
voortuin gedefinieerd tot de voorgevelrooilijn van de hoofdbebouwing met een
maximum van 5 m uit de perceelsgrens. Binnen de lintbestemming is de hobbykas
mogelijk binnen de algemene regels over bijgebouwen.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.22.11 Samenvatting
De woningen naast het
perceel worden gesloopt en de hoofdontsluiting van het gebied wordt hier
gesitueerd. Aangegeven wordt dat hierdoor de geluidsoverlast zal toenemen, het
pand kwetsbaarder wordt voor diefstal omdat dieven nu meer bereikbare routes
hebben, de nieuwe brug over de Lookwatering zal het landelijke en uitgestrekte
zicht vanuit de tuin verstoren en de recreatieve fietsroute en die voor
schoolgaande kinderen zal worden verstoord, waardoor de verkeersveiligheid in
gevaar komt.
Antwoord
Door de geplande autoknip
zal de hoofdontsluiting van het gebied ter hoogte van het pand van inspreker
(in ieder geval in de spits) niet geschikt zijn voor doorgaand verkeer. Dat
betekent dat de toename van het verkeer beperkt zal zijn. In de Wet
geluidhinder zijn normen opgenomen voor verkeerslawaai bij woningen. Mocht dit
noodzakelijk zijn dan zullen maatregelen worden getroffen om het lawaai ter
hoogte van de woning te beperken. Hierbij moet worden gedacht aan beplanting en
isolatie (niet aan geluidsschermen).
De kruisingen van de
nieuwe ontsluitingsweg met overige (bestaande) wegen en fietspaden zullen
verkeersveilig worden uitgevoerd.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.23 Overwater
Rentmeesterskantoor B.V. Postbus 5715
Schrijen, namens G. Schenkeveld, Woudselaan 3, Delft:
Samenvatting
Aangegeven wordt dat door
planvormen
van het bestemmingsplan de bedrijfsvoering van de veehouderij van
G. Schenkeveld niet meer uitgevoerd kan worden. Verzocht wordt de agrarische
bestemming op te nemen met een wijzigingsbevoegdheid voor de gemeente naar de
gewenste bestemming. Het bedrijvenschap Harnaschpolder wil de grond verwerven
voor de vermogenswaarde en niet voor een volledige schadeloosstelling op basis
van reconstructie, waarvoor insprekers gelet op de feitelijke situatie wel voor
in aanmerking komen. In verband met de investeringen in het bedrijf is
duidelijkheid of de bedrijfsvoering op de locatie voortgezet kan worden op
korte termijn gewenst. Indien verplaatsing niet mogelijk is, wordt door
insprekers de bedrijfsvoering voortgezet en tegen alle beletsels bezwaar
gemaakt. Omdat de locatie zowel op grond van de gemeente Delft en
Midden-Delfland ligt, wordt verzocht in overleg als één aankopende partij op te
treden.
Antwoord
Met
indiener is contact worden opgenomen over verwerving van zijn grond. De
bedrijvenbestemming die ruimte biedt voor een dergelijk type bedrijf beperkt de
realisering van woningen in te grote mate. De bedrijvenbestemming is in het
ontwerpbestemmingsplan gewijzigd in uit te werken woon-gebied.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.24 H.R. van der Sluis, Hof
van Azuur 44:
Samenvatting
Bezwaar wordt gemaakt
tegen de geprojecteerde waterwoningen achter het Hof van Azuur. Bij aankoop van
de woning was uitgegaan van de gunstige beschrijving zoals in het masterplan
waarin was aangegeven dat de belendende percelen voorzien zouden worden met
kwalitatief hoogwaardige laagbouw zoals reeds aanwezig in Den Hoorn. De
waterwoningen zijn een Vinex-oplossing, wat niet hoogwaardig of duurzaam is door
de hoge bouw op een kleine oppervlakte. Door het ontbreken van een tuin zal er
geluid worden gedragen over het water wat geluidsoverlast geeft. De
waterwoningen zullen het uitzicht en het zonlicht, de privacy beperken en het
algemene woongenot derven. Er zal waardedaling en waardevermindering van de
woning plaatsvinden.
Antwoord
Algemeen deel
Voor
beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.1.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A. 25 Van der Hoeven &
Machielsen, Potbus 95, Prinsenbeek, namens H.W. van der Ende, Lookwatering 43a,
Delft:
De inspraakreactie
vertoont veel gelijkenis met de inspraakreactie A.17.1 Voor de meeste
beantwoording wordt dan ook verwezen naar deze inspraakreactie. Afwijkingen
staat hieronder aangegeven.
A.25.1 Samenvatting
Aangegeven wordt dat tot
29 april 2004 bij de gemeente niet bekend was dat er een woning op het perceel
van inspreker stond. Hoewel dit niet in het kadaster staat aangegeven, heeft
inspreker dit reeds eerder aangegeven. Er is zodoende onvoldoende rekening
gehouden met de onderhavige woning.
Antwoord
Naar aanleiding van deze
reactie zal met indiener contact worden opgenomen.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.25.2 Samenvatting
De geplande flat van 8
verdiepingen hoog zal de privacy van cCliënt
aantasten.
Antwoord
De 25 m betreffen alleen
de kruising van Verlengde Kristalweg en HOV tracé. Dit ligt hemelsbreed zo’n 160 m van de woning van
inspreker.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.26 M.P.A. Ivens & J.P.M.
Lambert, Hof van Azuur 14:
A.26.1 Samenvatting
Verzocht wordt de
watergang en de groenstrook achter de woning te vergroten om zodoende de
privacy te vergroten. Een weg langs de in eigendom zijnde sloot wordt
afgekeurd.
Antwoord
In overleg met Rob StamOp de plankaart staat geen
weg getekend achter bedoelde sloot. Dit is globaal een bestemmingsplan met
uitwerkingsplicht. Meer gedetailleerde informatie zal in de later op
te stellen uitwerkingsplannen worden opgenomen. Voor overige beantwoording
wordt verwezen naar algemeen onder 2.1.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het bestemmingsplan.
A.26.2 Samenvatting
De uitwerking van het
voorontwerpbestemmingsplan zal plaatsvinden door een stedenbouwkundige visie.
Op deze visie is geen inspraak mogelijk, wat een slechte zaak is voor de
burgers om tijdig te kunnen sturen in de invulling. De stedenbouwkundige visie
is een leidend beleidsstuk wat zal worden vastgelegd door het gemeentebestuur.
Zodoende zal het een beleidsregels zijn volgens titel 4.3 van de Algemene Wet
bestuursrecht, waarop belanghebbenden dienen te kunnen reageren.
Antwoord
RO Jurist (blabla)Dit is globaal
bestemmingsplan met uitwerkingsplicht. Het stedebouwkundig plan wordt opgenomen in de nog op te stellen
uitwerkingsplannen. Die uitwerkingsplannen zijn onderwerp van
inspraak en zienswijzen en zullen daartoe, net als het bestemmingsplan tweemaal
ter inzage worden gelegd alvorens deze plannen kunnen worden vastgesteld.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.26.3 Samenvatting
Hoewel indicatief
aangegeven verontrust de ligging van bepaalde wegen inspreker en wordt verzocht
de weg die evenwijdig aan het blok woningen van inspreker ligt niet zo te
situeren. Dit geeft inbreuk op de privacy in de tuin. Verzocht wordt de
verkaveling van het masterplan aan te houden waardoor de tuinen van inspreker
en de nieuwe tuinen aan water komen te liggen wat de woonomgeving positief zal
beïnvloeden.
Antwoord
???? Gaat niet over Bpkaart!!!
Verwezen
wordt naar het antwoord A.26.1.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot
aanpassing van het plan.
A.26.4 Samenvatting
Er wordt bezwaar gemaakt
tegen de verschuiving van de woonzorgzone naar de zuidzijde van de Kristalweg.
Gevraagd wordt naar de onderbouwing van deze verschuiving en aangegeven wordt
dat het overlast zal geven in de Hof van Onyx en Hof van Azuur. Een situering
richting de water-as heeft de voorkeur.
Antwoord
De voorziening is gepland
zo dicht mogelijk bij de voorzieningen aan de Foreestweg. Situering aan de
zuidzijde van de weg betekent dat de schaduw voornamelijk op de weg valt en
niet in de tuin van anderen. / Welzijn
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.27 R. Zeelen, Hof van Azuur
42:
Samenvatting
De bestemming van het
gebied grenzend aan de achterzijde van de woningen Hof van Azuur 27 tot en met
49, wordt van een groen- in een woonbestemming gewijzigd. Tevens wordt de route
door de groenbestemming ten zuid-westen van de grote waterloop nu verplaatst
door dit gebied langs de bestaande bebouwing. Dit zal een aantasting zijn van
de privacy en is geen juridische vertaling van het masterplan. Deze wijziging
volgt na een initiatief van het college en is geen transparant bestuurlijk
handelen.
Antwoord
Algemeen deel
Voor
beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.1.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.28 R.C.M. Broekman en M.W.
Basjou, Hof van Azuur 32:
A.28.1 Samenvatting
De groenstrook achter de
sloot en de bebouwing van het Hof van Azuur is anders dan het masterplan nu
bestemd voor bebouwing voor woningen van 3 tot 4 woonlagen. De functie van de
groenstrook wordt hiermee teniet gedaan. De bereikbaarheid voor verkeer en
calamiteiten en de parkeergelegenheid op eigen terrein maken het niet mogelijk
dat er woningen op de strook komen. De woningen zullen, zeker bij het ontbreken
van een tuin, nadelig zijn voor de privacy en de bezonning in onze terrein. Het
woonplezier en de waarde van de woning zal verminderen. Geadviseerd wordt de
waterwoningen noordelijker te situeren, waar ze beter bereikbaar zijn en
parkeergelegenheid op eigen terrein kunnen hebben.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar algemeen onder 2.1.
Algemeen deel
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.28.2 Samenvatting
Verzocht wordt in de
nieuw te bouwen wijk meer ruimte voor groen in te plannen.
Antwoord
In dit globale bestemmingsplan is
alleen de hoofdgroenstructuur en het wonen in ecologisch groen opgenomen. Het realiseren van groen
is ook mogelijk binnen de bestemming uit te werken woongebied. De concrete oppervlakte
aan groen zal blijken uit de in een later stadium in procedure te brengen uitwerkingsplannen.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.29 S.T.M. Ali en H. van Poperingen, Hof van
Smaragd 12, Delft
A. Bal, Hof van Smaragd 13, Delft
R.
de Jong en S. Grasmeijer, Hof van Smaragd 9, 2614 TN Delft
M. Glaudemans, Hof van
Smaragd 14, 2614 TN Delft en
P. Hopstaken, Hof van
Smaragd 11, 2614 TN Delft:
A.29.1 Samenvatting
De woning van inspreker
grenzen aan het
plangebied en zij zien
nu woningen van 3 tot 4 lagen en een zorgcomplex van minimaal 8 lagen achter de
woning gesitueerd. Hierdoor zullen de woningen ingeklemd worden tussen de
hoogbouw van het Hof van Zilverlicht en de toekomstige hoogbouw. Door de
hoogbouw zal de zon vanaf 5 uur uit de tuin verdwijnen, bewoners zullen
het vrije en ruime uitzicht verliezen
en de bebouwing zal te dicht op de huidige bebouwing komen wat een inbreuk zal
geven op de privacy. Er zal een waardedaling en een vermindering van de woning
plaatsvinden, omdat de waarde van de woningen door de vrije ligging hoger is
dan de overige woningen. Verzocht wordt het plan aan te passen zodat de nieuwe
bebouwing niet hoger is dan de naastliggende bestaande bebouwingen het
zorgcomplex zodanig te situeren dat de privacy, het vrije uitzicht en het
woongenot gehandhaafd blijft.
Antwoord
De voorziening is gepland
zo dicht mogelijk bij de voorzieningen aan de Foreestweg. Situering aan de
zuidzijde van de weg betekent dat de schaduw voornamelijk op de weg valt en
niet in de tuin van anderen. Om eventuele overlast te beperken is in het
ontwerp bestemmingsplan het hoogteaccent vastgelegd aan de westzijde van de
woonzorgzone, 50 m uit de plangrens.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.29.2 Samenvatting
(reactie alleen van de heer A. Bal)
De verschuiving van het
woonzorgcomplex van het noorden naar het zuiden van de Kristalweg wordt
beargumenteerd met verminderde zonlicht/inval voor de ten noorden van dit
complex gesitueerde woningen, maar geeft nu echter vermindering van zonlicht
voor de woningen aan de Kristalweg, Hof van Onyx, Hof van Smaragd en omliggende
straten.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar A.29.1.De voorziening is gepland zo dicht mogelijk bij de
voorzieningen aan de Foreestweg. Situering aan de zuidzijde van de weg betekent
dat de schaduw voornamelijk op de weg valt en niet in de tuin van anderen.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.30 M.J.M. van Vliet en
G.A.M. van Leeuwen, c/a Noordhoornseweg 6:
Samenvatting
In het voorontwerp
bestemmingsplan, is het privé gedeelte grond aan de Kastanjewetering (sectie I
5061) in het bestemmingsplan betrokken. Hiertegen wordt bezwaar gemaakt, tenzij
de mogelijkheid wordt geboden om op het perceel 2 woningen te realiseren.
Verzocht wordt het perceel vergelijkbaar met de Dijkshoornseweg 144, Lookwatering
44 en 45 en Laan van Groenewegen 14 buiten het bestemmingsplan te houden.
Antwoord
Het gehele gebied vormt
onderdeel van dit bestemmingsplan. Voor sommige delen is een directe bouwtitel
opgenomen voor andere delen dient eerst een uitwerkingsplan te worden
opgesteld. De door indiener aangegeven gronden maken deel uit van het
woongebied ”wonen in ecologisch groen” waarvoor eerst een uitwerkingsplan moet
worden opgesteld alvorens bouwvergunning kan worden verleend. Het is niet
wenselijk delen van die zone uit te sluiten van het uitwerkingplan omdat het
gewenst is de zone als één planologisch geheel te ontwikkelen. Eventuele
bouwplannen kunnen overigens wel meegenomen worden in het uitwerkingsplan voor
dit gebied.RO Jurist -> uitzoeken wat de huidige bestemming van de bebouwing is.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing
van het bestemmingsplan.
A.31 J.J.M. Löbker, Hof van
Azuur 41, Delft:
A.31.1 Samenvatting
Inspreker maakt bezwaar
tegen de, anders dan in het masterplan, geplande waterwoningen op het
oorspronkelijke groenstrook-eiland in het zuidoostelijke deel van het
plangebied. Ze leiden tot ongunstige en ontoelaatbare korte afstand ten
opzichte van de tuinen van de bestaande bebouwing en met een bouwhoogte van 3 a
4 lagen zal de privacy aangetast worden. Het zal het vrije uitzicht van de
tuinen en de huizen inboeten en zal samen met eerder genoemde punt een
negatieve invloed geven op de woningen. Er wordt overwogen een beroep te doen
op planschade.
Antwoord
Voor
beantwoording wordt verwezen
naar algemeen onder 2.1.Algemeen deel
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.31.2 Samenvatting
Gesteld wordt dat de
procedure van materplan naar voorontwerp erg onduidelijk is en blijk geeft van
misleiding en onbehoorlijk bestuur. Op de website van gemeente Delft staat nog
het concept masterplan gepubliceerd, terwijl inmiddels het masterplan met
afwijkingen hierop is vastgesteld. De waterwoningen die nu verschenen zijn,
waren niet aanwezig in het masterplan waardoor niet voldaan wordt aan de
aangegeven juridische vertaling van het masterplan in het voorontwerp. De
aanleiding en de onderbouwing van de woningen wordt nergens aangegeven. Volgens
inspreker heeft de misleidende communicatie van de gemeente Delft ervoor gezorgd
dat deze informatie slechts bekend werd door het bestuur van de
belangenvereniging BGHV.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar algemeen onder 2.1.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.Projectleider / RO jurist (Sandra
van Hek)
Conclusie
A.31.3 Samenvatting
De inspraakperiode die
gekozen is en de bijbehorende termijn is krap. Voor veel belanghebbenden is de
vakantieperiode dan reeds aangebroken. Het geeft volgens
inspreker voor onder andere de waterwoning-kwestie weinig tijd om te reageren
Er wordt aangegeven dat het recht op latere aanvulling of wijziging van de
bezwaren behouden blijft.
Antwoord
De
ter inzage legging is zoveel mogelijk gepland vóór de vakantieperiode van
Nederland midden.
De
termijn van vier weken ter
inzage legging is een wettelijk vereiste, waar dan ook niet van afgeweken kan
worden.
Nadat
het voorontwerp bestemmingsplan is aangepast naar aanleiding van de gemaakte
inspraakreacties, zal het hieruit volgende ontwerp bestemmingsplan wederom voor
de wettelijke termijn
van vier weken ter inzage worden gelegd, met de mogelijkheid tot het indienen
van zienswijze.
Voor verdere
beantwoording wordt verwezen naar A.12.23.6.
Voor
overige beantwoording wordt verwezen naar het Algemene deel.
Conclusie
De reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan.
A.32 J.F.A. van Paassen,
Dijkshoornseweg 165:
A.32.1 Samenvatting
In aanvulling op een
eerder kenbaar
gemaakte bezwareningediende bezwaarschrift (moet monde
maken insprekers bezwaar tegen het feit dat de grond naast het perceel van
belanghebbende (perceel 2052) als voortuin bestemd wordt. Gevraagd wordt naar
de redenatie om perceel zodoende te bestemming en of zodoende bebouwing wil
worden tegengehouden. Het geeft verbazing dat echter tijdens de inspraakavond
is aangegeven dat de kavels langs de Dijkshoornseweg bestemd zijn voor
lintbebouwing.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar het antwoord onder algemeen onder 2.2.?????
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.32.2 Samenvatting
Gevraagd wordt aan welke
specificaties de lintbebouwing moet voldoen en hoeveel woonlagen er mogen
worden gebouwd.
Antwoord
Beeldkwaliteitplan?Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen onder 2.2.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het
plan.
A.32.3 Samenvatting
Inspreker vraagt zich af
waarom op het perceel 5541 een schuur niet is ingetekend en wat de argumenten
zijn om te verhinderen dat een deel van de hobbykassen gehandhaafd blijven voor
hobbykassen. Er wordt afgevraagd hoeveel woonlagen er op het perceel mogen
worden gebouwd en hoeveel woningen er op het perceel komen.
Antwoord
Voor het betreffende perceel is in het ontwerp
bestemmingsplan de gedetailleerde bestemming wonen gewijzigd in een meer algemene
‘Lintbestemming’. Zie hierover algemeen 2.2.
In de voorschriften is
opgenomen hoeveel bebouwing aan hoofd- en bijgebouwen, waaronder hobbykassen,
mag worden opgenomen. Bestaande hobbykassen mogen op grond van het
overgangsrecht behouden blijven.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.32.4 Samenvatting
Gevraagd wordt of de
sloot tussen perceel 5541 en Dijkshoornseweg 142 gehandhaafd blijft en of er
stromend water in komt. In verband met het verkrijgen van privacy wordt
verzocht een watergang achter het perceel te situeren. Inspreker vraagt zich af
hoe breed de watergang wordt.
Antwoord
Dit bestemmingsplan is een
globaal plan met uitwerkingsverplichting. Op plankaarten van globale plannen wordt dergelijk
gedetailleerde informatie niet opgenomen. Dit zal wel het geval zijn bij de
uitwerkingsplannen die in een later stadium worden opgesteld.
Milieu
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.32.5 Samenvatting
Er is door de gemeente
telefonisch contact gezocht omtrent de bodemgesteldheid van de regio en
verzocht een sondering uit te kunnen voeren. Gevraagd wordt naar de belangen om
van het perceel in eigendom de bodemgesteldheid te bepalen, of onteigening van
dit perceel bij de gemeente aan de orde is geweest en hoe waarschijnlijk de
onteigening van de kavel door de gemeente is.
Antwoord
Onteigening
van dit perceel is niet aan de orde geweest. Om inzicht in de bodem te kunnen
krijgen is het noodzakelijk om verschillende
locaties in het plangebied
te sonderen. Deze locatie leent zich uitstekend voor sonderen omdat hier geen
kassen staan. Desgewenst kan inspreker een kopie krijgen van de
onderzoeksgegevens van het betreffende perceel. Projectleider
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.33 S. Rijpma, lookwatering
46, Delft:
Samenvatting
Inspreker geeft aan dat
op de plankaart geen enkele indicatie van de bestaande eigenweg langs de
percelen 44 tot en met 49 naar de Woudselaan is gegeven. Deze weg is momenteel
de ontsluiting van de percelen. Tevens wordt er bezwaar gemaakt tegen het
onderscheid van voortuin en tuin op de plankaart, waarvan de functie inspreker
niet bekend is. De bijgebouwen, de aanbouwen en dergelijk zijn niet aangegeven
op de plankaarten, wat het aanpassen dan wel uitbreiden ervan moeilijk of
onmogelijk maakt. Er wordt aangegeven dat het plan vrijblijvend en onduidelijk
is over de invulling van de hoofdwegen en de watergangen met de aansluitingen
op de bestaande en geïndiceerde wegen en watergangen, waardoor op ene later
stadium op zal worden teruggekomen.
Antwoord
De door inspreker
bedoelde weg ligt aan de noordzijde, net buiten het plangebied en is daarom
niet opgenomen in de bestemmingsplanregeling. De openbaar toegankelijke weg
lang het water is nu wel op de plankaart aangegeven. De regeling voor de
lintbebouwing zal worden aangepast. Verwezen wordt naar algemeen onder 2.2. en
antwoord A.12.13. Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.34 C. Koppert, Hof van Azuur
46, Delft:
A.34.1 Samenvatting
Bezwaar wordt gemaakt van
de wijziging van de groen/blauw bestemming langs het slurfje achter de Hof van
Azuur naar een woonbestemming. Inspreker is het niet eens met de wijze waarop
eerst aangegeven bestemmingen wijzigingen ten behoeve van waterwoningen.
Volgens het Hoogheemraadschap dient de sloot verbreed te worden, waarna er
vervolgens waterwoningen in zijn geprojecteerd die de privacy van bewoners
aantast. Elders in de regio zijn volgens inspreker slechte ervaringen omtrent
de waterwoning bekend en ze zullen grote investeringen in de infrastructuur
vragen. Gevraagd wordt als de bewoners van Den Hoorn rekening te houden met de
bewoners van de Hof van Azuur en de woningen ergens anders te plaatsten.
Bewoners hebben niet voor de waterwoningen gekozen en worden er nu onterecht
mee geconfronteerd.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar algemeen onder 2.1.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.35 J.Th.H en C.W.M. van
Paassen, Laan van Groenewegen 16, Delft:
Samenvatting
Bezwaar bestaat tegen de
bestemming openbaar groen op de kavel, omdat voor circa 1500 m² de bestemming
“bestaand te handhaven” zou moeten worden vastgelegd. Tevens past de
woonbestemming “vrijstaande bouw” volgens inspreker het beste in de
Lintbebouwing zoals reeds eerder is aangegeven door de gemeente. Omdat
insprekers zelf de woningen willen realiseren wordt gevraagd een gesprek te
organiseren om zodoende de correcte planologie toe te passen.
Antwoord
De bestemming van het
door inspreker bedoelde perceel zal worden omgezet in de bestemming
lintbebouwing. Na behandeling van het ontwerp bestemmingsplan in de commissie
Duurzaamheid kan inspreker contact opnemen met Bouw en Woningtoezicht van de
gemeente Delft om de ontwikkelingsmogelijkheden van het perceel te bespreken.
Conclusie
De reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.36 G.A.M. van Leeuwen,
Noordhoornseweg 6, Delft:
Samenvatting
Bezwaar wordt gemaakt
tegen de archering op de kaart grenzend aan de Laan van Groenewegen 13. Bij
aankoop van het tuinbedrijf is het gedeelte reeds mondeling aan de buurman
verkocht. Verwacht wordt dat de juridische overdracht van de grond op 31-12-04
aan de buurman niet wordt belet door het ter plaatse geldende WvG. Door middel van
tekeningen wordt gevraagd de plankaart aan te passen.
Antwoord
De arcering ten noorden
van het perceel Laan van Groenewegen 13 betekent dat ter plaatse de hoofdwater-
en groenstructuur is gepland. De door inspreker genoemde aanduiding WvG komt
niet voor op de plankaart van het bestemmingsplan. Wel is aan de noordzijde een
strook “wonen in ecologisch groen” opgenomen. Het bouwen van woningen zal in
het later op te stellen uitwerkingsplan mogelijk worden gemaakt maar het
bebouwingspercentage is in vergelijking met de andere uitwerkingsplannen laag
(20%).
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.37 A.J.M. van Paassen,
Dijkshoornseweg 144, Delft:
Samenvatting
Inspreker geeft aan dat
op de plankaart de bebouwing op zijn perceel 5551 aan de Kastanjewetering niet
is aangegeven.
Antwoord
Verwezen wordt naar het
antwoord onder A.32.3.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.38 E.J.N. Wendel, Hof van Azuur 47, Delft:
A.38.1 Samenvatting
De groene strook achter
de woning van de Hof van Azuur kan door de waterwoningen geen bijdrage leveren
aan de ecologische structuur. Bij de procedure voor de waterwoningen ontbreekt
de juiste argumentatie, is in strijd met de gehanteerde uitgangspunten en
ondoordacht voor ontsluiting en veiligheid.
Inspreker vind het in
strijd met de eerdere toezeggingen dat de wijk veel laagbouw en grondgebonden
woningen zou krijgen dat nu bebouwing tot 8 lagen hoog mogelijk is.
Waterwoningen zijn niet grondgebonden en dienen slechts de actualiteit. Er zijn
volgens inspreker beter locaties voor de waterwoningen. Gevraagd wordt de
uitgangspunten van het masterplan te hanteren.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar algemeen onder 2.1.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.39 J.A. Rost, Hof van Azuur,
Delft:
A.39 Samenvatting
De primaire visuele lijn
die vanuit de Hof van Delft in het nieuwe plangebied doorschuift geeft geen
ruimte voor verschuiving in westelijke richting voor de waterwoningen. De strook
achter de Hof van Azuur is tussen de 18 en 9 m, waarvan 2 m voor de
langzaamverkeersroute en 4 m voor de verkeersroute nodig is, zal er voor de
waterwoningen slechts 6 m over blijven wat te weinig is oor een waterwoning van
minimaal 10 m breed. Hierdoor zullen de waterwoningen van 3 à 4 woonlagen
richting de Hof van Azuur verschuiven, wat in strijd is met een ruime, moderne
en aantrekkelijke wijk.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar algemeen onder 2.1.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.40 EBH Advocaten, namens
verschillende insprekers:
A.40.1 Samenvatting
Door wethouder Baljé is
in de commissie Duurzaamheid toegezegd dat de inspraak niet gedurende de zomer
zou worden gehouden en is een termijn van 6 weken inspraak toegezegd. Dit is nu
echter anders en omdat veel insprekers de Stadskrant niet hebben ontvangen en
na het ontvangen van de brief nog slechts een effectieve inspraaktermijn van 3
weken restte, zijn insprekers van mening dat ze in hun belangen zijn geschaad.
Ze behouden het recht de zienswijze uit te breiden en aan te vullen.
Antwoord
De toezegging van 6 weken
inspraak is voorzover binnen de gemeente te achterhalen niet gedaan. Voor
overige beantwoording wordt verwezen naar A.12.23.6, A.22.1. en A.31.3.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.40.2 Samenvatting
De uitgangspunten van het
convenant tussen Schipluiden en Delft worden volgens insprekers in het
bestemmingsplan verlaten door onder andere de sterke mate van verstedelijking
met hoogteaccenten en verdiepingsbouw. Het heeft geen dorps karakter meer en is
geen overgang meer naar het gebied van Midden-Delfland. Een goede ruimtelijke
ordening ontbreekt hierdoor. Door 1100 tot 1500 woningen wordt het “open,
landelijke gebied en natuur” volgend uit het convenant het recht toe gedaan. De
toename in woningen zal verkeersproblemen geven, geluidsoverlast en gevolgen
hebben voor het milieu. Het woon- en leefmilieu zal volgens insprekers
verslechteren.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar het antwoord onder A.12.5.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.40.3 Samenvatting
De toezeggingen dat
voorkomen zou worden dat gemotoriseerd verkeer vanaf de aan te leggen
verkeersweg af zou kunnen slaan op de Dijkshoornseweg waardoor sluipverkeer
door Midden-Delfland zou worden tegengegaan, wordt niet terug gevonden in het
bestemmingsplan.
Antwoord
Momenteel wordt
onderzocht of de knip continu of gedurende een bepaalde periode per dag gesloten
wordt voor doorgaan verkeer. De bevindingen van dit onderzoek worden in de
verdere ontwikkeling meegenomen.
Het definitief dan wel
tijdelijk afsluiten van de doorgaande route wordt overigens niet in het
bestemmingsplan opgenomen.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.40.4 Samenvatting
Er wordt naar de mening
van inspreker onvoldoende rekening gehouden met de peil van het grondwater.
Antwoord
Er wordt een studie
uitgevoerd naar de waterhuishouding in relatie tot de beoogde ontwikkeling (zie
A.12.9). In deze studie is er ook aandacht voor de grondwaterhuishouding en hoe
om te gaan met de afvoer van hemelwater. De resultaten van dit onderzoek
worden opgenomen in de toelichting op het bestemmingsplan.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.40.5 Samenvatting
In het bestemmingsplan is
voor erf- en perceelafscheiding een maxima van 1 m hoog aangegeven. Inspreker
geeft aan dat volgens het Besluit Bouwvergunningvrije en Licht-bouwvergunningspichtige
Bouwwerken deze bestemming bouwvergunningvrij is met een maximale hoogte van 2
m. Deze bepaling is in strijd met artikel 20 WRO waarin bepaald is dat
voorschriften buiten toepassing blijven indien geen bouwvergunning vereist is.
Het is in strijd met de rechtszekerheid en geeft een onzekere rechtspositie.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar algemeen onder 2.2. Ten overvloede merken wij op dat van strijd
met artikel 20 WRO geen sprake kan zijn nu dat artikel juist beoogt een
regeling te geven voor strijdigheden.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.40.6 Samenvatting
Er wordt gesteld dat de
voorschriften voor voortuinen ernstig beperkend zijn en dat de hierbij
toegestane vrijstellingen planologisch niet relevant. Insprekers zijn verbaasd
dat bepaalde gevallen zoals bijvoorbeeld berging voor een scootmobiel wel onder
de vrijstelling vallen en schuttingen of afdekking van vuilnisbakken niet. Het
voorschrift dient te worden aangepast en de maximale bouwhoogte van 1 m dient
te vervallen.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar algemeen onder 2.2.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.41 G. Bergsma en O. Oude
Groen, T. van Berhoutlaan 21, Delft:
A.41.1 Samenvatting
Verzocht wordt zoals
aangegeven op de inspraakavond van 29 juni 2004 juridisch op te nemen dat de
kap van een woning ook meegerekend wordt als bouwlaag. Tevens wordt verzocht de
maximale hoogte van bouwlagen in meters aan te geven, namelijk 3.30 m. Het niet
definiëren van de hoogte van de bouwlagen is gezien de variaties in de hoogte
een omissie.
Antwoord
In het bestemmingsplan
zal de maximale bouwhoogte in meters worden opgenomen. Hierbij wordt uitgegaan
van het toegestaan aantal lagen x 3,00m + 1,00m.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.41.2 Samenvatting
Het is niet gewenst dat
achter de bestaande woningen van de Teding van Berkhoutlaan in WII woningen met
4 lagen mogelijk zijn. Huizen van 2 lagen met een kap of 3 lagen zonder kap
vanaf 40 m vanaf het Voordijkshoornsepad is passender in de wijk en er wordt
dan geen inbreuk gedaan aan de architectuur van de Kuijperwijk. Voor de rest
van het gebied kan dan een hoger percentage voor 4 lagen bestemd worden.
Antwoord
In het globaal bestemde
woongebied met uitwerkingverplichting zal in het bestemmingsplan geen nadere
differentiatie in bouwhoogten worden aangebracht. In de uitwerkingsplannen
komen nuanceringen zoals door inspreker bedoeld aan bod.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.41.3 Samenvatting
Verzocht wordt in de
verste oostrand van het plangebied een groenstrook van 16 m te maken voor een
toeristisch fiets/wandelpad Voordijkshoornsepad en een verbeterd uitzicht. Dit
sluit aan op het brede water van het masterplan, de bredere sloot tussen de
Hofzoom en het Voordijkshoornsepad wordt doorgetrokken naar het noorden en de
wens van Delfland dat waterlopen minimaal 8 m breed dienen te zijn.
Antwoord
Het
bestemmingsplan is een globaal plan waarin alleen de bestaande bebouwingslinten
specifiek zijn bestemd. Gezien het globale karakter van het bestemmingsplan
kunnen deze onderwerpen moeilijk worden geconcretiseerd. Het plan zal worden
geconcretiseerd in een uitwerkingsplan (art. 11 WRO).
Conclusie
Het al dan niet overnemen
van deze reactie wordt in de verdere planvorming beoordeeld.
A.41.4 Samenvatting
Er wordt voorgestelde de
bebouwing bij het Voordijkshoornsepad minstens 16 m van de rand te plaatsen
door de groenstrook te honoreren, de sloot te verbreden of de woningen een
achtertuin van 10 m te geven. Dit zal het uitzicht van de woningen en het
fietspad behouden. Het tuin aan tuin principe kan zodoende gehanteerd worden.
Het tuin, water, tuin-principe is geen goede optie om geen tuinen aan het water
te hebben te overrulen.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar het antwoord onder A.41.3
Conclusie
Deze reactie zal in de
verdere planvorming worden meegenomen.
A.41.5 Samenvatting
Het niet zorgvuldig
regelen van de bouwhoogte en de afstand van de bestaande bebouwing zal een
vergroting geven in de planschade claims. Het uitzicht vanuit de woningen was
voorheen vrij met lage kassen.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar de antwoorden onder A.1.2. en A.41.1
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
A.41.6 Samenvatting
Bij een succes van
Technopolis en wegens de grote vraag in Delft is het gewenst duurdere 2 onder 1
kap woningen achter de woningen en die van de Hofzoom te plaatsen.
Antwoord
In het globale bestemmingsplan
is een indicatieve woningdifferentiatie aangegeven. Hierin is ook in duurdere
woningen voorzien. In de uitwerkingsplannen zal nader bepaald worden waar de
verschillende woningtypes zich in het plangebied bevinden.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
A.41.7 Samenvatting
Verzocht wordt de nieuwe
woningen aan de oostrand van WII te funderen met schroefpalen, omdat de
bestaande woningen gefundeerd zijn op staal en dus kwetsbaar voor trillingen
zijn.
Antwoord
Deze opmerking betreft de
uitvoering van de in het bestemmingsplan opgenomen planologische mogelijkheden.
Zodra voor het plangebied bouwplannen zullen worden beoordeeld kan deze
opmerking worden meegenomen.
Conclusie
Deze opmerking heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
Op 29 juni 2004 is van 19:30 tot 22:30 een
inspraakavond gehouden op het voorontwerpbestemmingsplan “Harnaschpolder Delft”
in het stadhuis van de gemeente Delft. Het plan is daar toegelicht en de mogelijkheid
tot het indienen van mondelinge inspraak is geboden.
De inspraakavond is bezocht door 64
belangstellenden. De presentielijst is bijgevoegd als bijlage 1.
De volgende mondelinge reacties zijn ingediend:
B.1 Samenvatting
Gevraagd wordt wat er met de Woudselaan gaat
gebeuren. Zal het voor auto’s toegankelijk zijn tot het einde van de Woudselaan
of alleen voor fietsers. Er is vernomen dat de Woudselaan vanaf nummer 3
afgesloten wordt, wat niet prettig is voor schoolgaande kinderen.
Antwoord
De Woudselaan blijft haar
huidige karakter behouden: een doorgaande recreatieve fietsroute en
bestemmingsverkeer (toegang van de bebouwing aan de Woudselaan). Van afsluiting
van de Woudselaan ter hoogte van de Lookwatering is geen sprake.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het plan.
B.2 Samenvatting
Er is vernomen dat voor elke meter bouwhoogte een
meter van de rooilijn afgebouwd moet worden. Er wordt gevraagd of dat juist is.
Inspreker heeft dit vernomen aan de Phoenixstraat. Gevraagd is of dat juridisch
zo is vastgelegd
en indien dit niet het geval is hoe het dan is geregeld.
Antwoord
In artikel 3 lid 2 sub d van de voorschriften van
het bestemmingsplan is geregeld dat de afstand tussen bestaande bebouwing en
nieuwbouw minimaal tweemaal de hoogte van de nieuwbouw bedraagt.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het plan.
B.3 Samenvatting
Gesteld wordt dat het bestemmingsplan afwijkt van
het Masterplan. Inspreker is in de Groene Zoom woonachtig. Tegenover de straat
is in eerdere fases een groen veldje gebleven. Nu is in het bestemmingsplan de
bestemming WO2 vastgelegd. Gevreesd wordt dat er bebouwing voor de woningen zal
komen, wat inkijk zal geven in de huidige huizen.
Antwoord
De schapenweide wordt conform de bestaande situatie
op de plankaart opgenomen. De plankaart zal hierop worden aangepast.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het
bestemmingsplan.
B.4 Samenvatting
Inspreker geeft aan dat de weg in het verlengde van
de Hof van Zilverlicht eerst alleen voor fietsers toegankelijk was en nu als
een ontsluitingsweg is bestemd. Gevraagd wordt of de weg met verkeerstechnische
maatregelen aangepast kan worden, zodat de verkeersstroom door de Groene Zoom
en de Hoornse Zoom geminimaliseerd kan worden. Zodoende kunnen automobilisten
gedwongen worden de Kristalweg op te gaan.
Antwoord
Het is een misvatting dat de
doorsteek vanaf de Laan van Groenewegen naar de Groene Zoom ter hoogte van het
appartementengebouw ook voor autoverkeer geschikt zal worden. Dit is niet het
geval, het gaat hier om een doorsteek voor fietsers en calamiteitenverkeer.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het plan.
B.5 Samenvatting
Bewoners van Dijkshoornseweg 202 en 204 zouden bij
voorkeur water achter hun woningen hebben. Dit geeft een betere afscheiding met
de nieuwe bebouwing en geeft minder inkijk en meer privacy. Achter de woningen
zijn in het nieuwe bestemmingsplan nu woningen met drie woonlagen bestemd en is
het gearceerd voor bebouwing terwijl in eerste tekening het één groenstrook zou
blijven.
Antwoord
Direct achter de woningen Dijkhoornseweg 202 en 204
zal op de plankaart van het ontwerp-bestemmingsplan de bestemming hoofd groen
en waterstructuur worden opgenomen.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het
plan.
B.6 Samenvatting
Inspraakreactie betreft het fietspad naast de
garages van de Dijkshoornseweg 202 en 204. Gevraagd wordt hoever deze van de
huidige garages af komt te liggen. Insprekers vragen zich af of er een wettelijk
bepaalde afstand van de huidige bebouwing is bepaald in verband met overlast.
Insprekers zouden willen weten of deze weg reeds als fietspad is gepland of ook
voor de ontsluiting voor auto’s en calamiteiten. Het is niet gewenst dat het
allemaal uit komt op de Kastanjewetering, omdat het daar smal is en over het
kleine bruggetje moet. Insprekers willen daar geen doorgaande weg.
Antwoord
Het betreft een globaal plan waarin exacte locaties
van fietspaden niet zijn opgenomen. De exacte ligging is mede afhankelijk van
de het stedenbouwkundig ontwerp voor de locatie. Dat zal pas bekend zijn in een
later stadium van de planontwikkeling. De opmerking van inspreker wordt
overigens meegenomen in de verdere planontwikkeling.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het plan.
B.7 Samenvatting
Inspreker is woonachtig in het Hof van Azuur. Hier
staan landelijke huizen met vrij uitzicht. Met drie tot vier lagen woningen zal
de het vrije uitzicht afnemen. Er zal een muur van bebouwing ontstaan en de woningen
staan volgens inspreker te dicht op elkaar. Bij andere woningen aan de
gemeentegrens wordt lagere bebouwing gerealiseerd (twee lagen met kap). Dit
heeft de voorkeur.
Antwoord
Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen
onder 2.1.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het
plan.
B.8 Samenvatting
In eerste bouwplannen is veel water opgenomen. In
huidige bestemmingsplan is dit een andere situatie door bijvoorbeeld
waterwoningen. Naar de mening van inspreker is in het masterplan een onjuiste
voorstelling van zaken gegeven. De bebouwing zal te dicht op de huidige
bebouwing komen wat inbreuk op de privacy geeft.
Antwoord
Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen
onder 2.1. Op het globale plan is alleen de hoofd water- en groenstructuur
opgenomen. Nadere detaillering volgt in de uitwerkingsplannen.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het
plan.
B.9 Samenvatting
Het masterplan geeft voor bewoners van Hof van
Azuur een positief beeld. Daarom is er door de bewoners niet gereageerd. Het
huidige bestemmingsplan is echter ongunstiger. Het is een nadelige situatie
voor de bewoners, omdat het plan is gewijzigd door reacties op het masterplan.
Bewoners zijn niet gekend in deze nadelige wijzigingen in tegenstelling tot
andere reacties.
Antwoord
Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen
onder 2.1.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het
plan.
B.10 Samenvatting
Bestemmingsplan is voor de bewoners van de Hof van
Azuur geen juiste en zelfs een nadelige wijziging ten opzichte van het
masterplan.
Antwoord
Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen
onder 2.1.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het
plan.
B.11 Samenvatting
Hof van Azuur was bij de bouw van de wijk de duurste
rij door goede ligging (zonlicht en uitzicht). Dat wordt nu teruggedraaid,
omdat om 5 uur de zon zich zal verschuilen achter de te bouwen woningen. Dit
geeft waardedaling en -vermindering van de woning.
Antwoord
Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen
onder 2.1 en het antwoord onder A.1.2.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het
plan.
B.12 Samenvatting
In eerder plannen was de
ruimte te klein om waterwoningen te kunnen
bouwen. Nu is de ruimte groter en is de bouw van waterwoningen wel
mogelijk. Dit gaf in eerste instantie geen aanleiding tot reactie, maar is nu
ten nadele voor de huidige bewoners gewijzigd. Dit is misleiding geweest.
Antwoord
Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen
onder 2.1.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het
plan.
B.13 Samenvatting
Gesuggereerd wordt de
waterwoningen ergens anders te situeren, waar de huidige bewoners (en de
nieuwe) geen last hebben van elkaar (voorbeeld bij het SION). Stukje van 8 m is
naar de mening van inspreker hiervoor te klein. Ook zijn ze slecht bereikbaar
voor verkeer.
Antwoord
Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen
onder 2.1.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het
plan.
B.14 Samenvatting
Bij calamiteiten zijn de waterwoningen
slecht bereikbaar voor hulpverlenende diensten wat onveilige situaties geeft.
Antwoord
Voor beantwoording wordt verwezen naar algemeen
onder 2.1. Het betreft een globaal plan dat nog moet worden uitgewerkt. Bij die
uitwerking wordt rekening gehouden met de bereikbaarheid voor hulpverlenende
diensten.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het
plan.
Conclusie
B.15 Samenvatting
De woonzorgzone in het verlengde van de Kristalweg
is verplaatst maar geeft nu meer dan in de oude situatie overlast (inbreuk op
privacy en afname van zonlicht).
Antwoord
De woonzorgzone is
verplaatst van de noordzijde van de ontsluitingsweg naar de zuidzijde daarvan. Om
eventuele overlast te beperken is in het ontwerp bestemmingsplan het
hoogteaccent vastgelegd aan de westzijde van de woonzorgzone, 50 m uit de
plangrens.Om te voorkomen dat bestaande woningen overlast ondervinden van de
zone is deze in het ontwerpbestemmingsplan beperkt tot 50 m uit de
bestemmingsplangrens.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het
plan.
B.16 Samenvatting
Door de komst van nieuwe
wijk en het hoogteaccenten zullen de woningen van de grensbewoners (Hof van
Azuur) ingeklemd worden wat een waardedaling zal geven voor de woningen tussen
de twee hoogteaccenten.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar antwoord A.1.2.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
B.17 Samenvatting
Voorgesteld wordt het
woonzorgcomplex voor ouderen meer richting de Voordijkshoorn situeren. De
nieuwe bewoners kiezen er bewust voor om daar te wonen, terwijl de huidige
bewoners zien zich nu geconfronteerd zien met het complex.
Antwoord
De reactie wordt voor
kennisgeving aangenomen. Voor beantwoording wordt verwezen naar A.29.1 en B.15.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
B.18 Samenvatting
Gevraagd wordt wat de
daadwerkelijke bestemming van de HOV-lijn (busbaan) is en wat de afstand is tot
de reeds bestaande bebouwing. Inspreker vraagt zich af of dit overlast zal geven
voor de huidige bewoners. Inspreker zou willen weten of het mogelijk is dat in
de toekomst deze baan ook gebruikt gaat worden voor autoverkeer. Inspreker is
benieuwd wat er gaat gebeuren met de huidige weg Lookwatering die met deze baan
gaat kruisen.
Antwoord
De exacte bestemming is
geregeld in artikel 3 lid 2 sub e van de voorschriften van het bestemmingsplan.
Ter plaatse van de aanduiding “Hoofdontsluiting” worden de gronden in ieder
geval bestemd voor een oost-west wegverbinding voor tenminste autoverkeer
waarbij het aantal rijstroken maximaal twee bedraagt. Naar de exacte
aansluiting op de huidige weg Lookwatering wordt nog onderzoek gedaan. De
exacte afstand ten opzicht van bestaande bebouwing loopt sterk uiteen.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
B.19 Samenvatting
Inspreker van het
Midden-Delfland (het hoekje uit de plankaart) zegt dat achter haar woning de
Harnaschdreef ligt. Gevraagd wordt of deze weg gebruikt zal worden om
bouwmateriaal over aan te voeren. Ze geeft aan dat de huizen niet geheid zijn
wat samen met de nabijheid van de vrachtwagens overlast zal geven door
verzakking.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar het antwoord onder A.18.4.
Conclusie
Deze reactie is van
informatieve aard.
B.20 Samenvatting
Ophogen van de grond voor
het project zal de huidige bebouwing in een put situeren, waardoor
wateroverlast zal optreden. Gevraagd is hoe dit voorkomen zal worden.
Antwoord
De
gemeente Delft heeft een advies- en onderzoeksbureau opdracht gegeven om een
onderzoek te doen naar de waterhuishouding in het gebied in relatie tot de
beoogde ontwikkeling. De resultaten zijn opgenomen in de toelichting van
het ontwerp bestemmingsplan en zijn de basis voor de uitwerkingsplannen.
De toekomstige maaiveld
hoogte is nog niet bekend. Zodra dit bekend kunnen de consequenties daarvan
overzien worden.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het plan.
B.21 Samenvatting
Gevraagd wordt of als de
weg “Harnaschdreef” nog niet aangelegd gaat worden, dit invloed heeft op de
realisatie van het project en of het dan eventueel wordt uitgesteld.
Antwoord
De aanleg van de
Harnaschdreef is essentieel in de ontsluiting van de nieuwe woonwijken, zowel
van de gemeente Midden-Delfland als Delft. De verwachting is dan ook dat de
Harnaschdreef tijdig zal worden aangelegd.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
B.22 Samenvatting
Gesteld wordt dat de
watergang achter de Hof van Auqaramijn in eigendom zijn mee verkocht. Er wordt
gevraagd of de watergang door de situering van de woningen hier tegenover,
verbreed zal worden.
Antwoord
Het betreft een globaal
bestemmingsplan dat in later stadium van de planvorming nader zal worden
uitgewerkt. Pas dan zal duidelijk komen over de exacte situering van de
woningen en de mogelijke consequenties daarvan voor de breedte van de
watergangen.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
B.23 Samenvatting
Gevraagd wordt hoe hoog
de ophoging van het gebied zal zijn en of dit wateroverlast geven. Indien dit
het geval is wordt verzocht om een sloot achter de woningen te leggen.
Antwoord
Er wordt een studie
uitgevoerd naar de waterhuishouding in relatie tot de beoogde ontwikkeling (zie
A.12.9). In die studie wordt ook de consequenties van de noodzakelijk ophoging
voor de waterhuishouding meegenomen. In dit stadium is nog niet bekend hoe hoog
het terrein wordt opgehoogd. Aandachtspunt is met name de relatie met de
bestaande bebouwing.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
B.24 Samenvatting
Inspreker is het niet
eens met de waterwoningen achter de Hof van Azuur. In eerder plannen zou het
een groenstrook zijn. Nu zal het inbreuk op de privacy geven als op het terras
wordt gezeten en in de woningen zelf.
Een groenstrook past
beter in de omving en geeft betere aansluiting op het park. Continuïteit van
het park wordt door het weghalen van de groenstrook verbroken en geeft inbreuk
op de ecologisch zone. Gevraagd wordt wat de waarde van het park dan nog is.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar algemeen onder 2.1.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
B.25 Samenvatting
Inspreker is van mening
dat de waterwoningen een waardevermindering geeft van de woningen. Door het
ontbreken van tuin van de waterwoningen zullen de huidige bewoners alleen op
een woning kijken (een muur) en niet tegen groen. Dit geeft visuele
verontreiniging.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar algemeen onder 2.1. en antwoord A.1.2.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het
plan.
B.26 Samenvatting
Omdat mensen hun huis
dienen te bereiken met de auto, zal er inbreuk komen in de groene zone.
Watersport is in het gebied ook niet mogelijk doordat bruggen moeten zorgen
voor de bereikbaarheid van de waterwoningen. Dit zal onrust geven in de wijk
door het gemotoriseerde verkeer.
Antwoord
Het betreft een globaal
bestemmingsplan dat in een later stadium nader wordt uitgewerkt in
uitwerkingsplannen. Exacte ligging van bruggen en dergelijk zijn in dit stadium
nog niet bekend.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
B.27 Samenvatting
Inspreker is van mening
dat de waterwoningen geen aanwinst voor de wijk zijn en dat het een prestige
project is, dat juist ontsierend werkt.
Antwoord
Verwezen wordt naar het
algemene deel onder 2.1.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
B.28 Samenvatting
Inspreker van
Dijkshoornsweg 140 verzoekt wederom een gracht te situeren achter de woning in
verband met de privacy en de mogelijke wateroverlast door de ophoging van het
plangebied.
Antwoord
Momenteel wordt onderzoek
uitgevoerd naar bestaande en toekomstige waterproblematiek in het plangebied en
de mogelijke oplossing daarvan. De resultaten van dit onderzoek vormen mede de
grondslag voor de uitwerking van het plangebied achter het perceel van
indiener. Ook waarborgen voor privacy komen in die uitwerkingsplannen aan de
orde. Conclusie
Het al dan niet overnemen
van deze reactie wordt in de verdere planvorming beoordeeld.
B.29 Samenvatting
Het eind van Laan van
Groenwegen heeft aan de Delftse kant twee woningen en een schapenweide. In alle
plannen is de schapenweide behouden, naast de huidige bebouwing. In het huidige
bestemmingsplan is het schapenweitje bestemd voor bebouwing. Er zal een stukje
groen, dan nieuwe bebouwing en dan de huidige bebouwing volgen. Gevraagd is
naar de achterliggende gedachte. Indien er geen reden is voor de wijziging
wordt verzocht de eerdere situatie aan te houden wat het behoud van de
schapenweide/groenstrook betekent. Inspreker heeft reeds eerder vernomen dat er
geen reden is voor deze wijziging, dus verzoekt om de huidige situatie te
behouden.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar het antwoord onder A.20.C.2 en B.3.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
B.30 Samenvatting
Inspreker stelt dat
toegezegd is dat afvoer van de kassensloop niet zal plaatsvinden over de
Woudselaan. De Woudselaan is eigendom en zal door de bewoners onderhouden
moeten worden. Inspreker stemt niet in met deze afvoer van bouwmaterialen,
vooral omdat eerder is toegezegd dat dit niet zou gebeuren.
Antwoord
Verwezen wordt naar het antwoord onder A.18.4.
Conclusie
De reactie wordt meegenomen in de verdere
planvorming.
B.31 Samenvatting
Inspreker (Laan van
Groenewegen 14) heeft een grote bedrijfsschuur waar in principe huizen gebouwd
kunnen worden. Gevraagd wordt of het mogelijk kan zijn daar woningen te
realiseren, nu de agrarische bestemming daar opgeheven zal worden.
Antwoord
Ter plaatse is in het
ontwerpbestemmingsplan de bestemming lintbebouwing opgenomen. De bouw van
woningen is mogelijk binnen de voorwaarden die daarvoor in de voorschriften
zijn opgenomen. Voor verdere beantwoording zie algemeen 2.2.
Conclusie
Deze reactie is van
informatieve aard.
B.32 Samenvatting
Bewoner (Laan van
Groenewegen 12) heeft eigen grond met een huis en een dubbele garage ernaast.
Gevraagd wordt wat er op het perceel behouden kan blijven of dat zaken verwijderd
zullen worden ten behoeve van wegen e.d. Aan andere kant van de woning is reeds
op afstand water aanwezig en er is reeds 100 m hobbykas verkocht.
Antwoord
De woning/perceel Laan van
Groenewegen 12 wordt volledig ingepast. Er dient geen grond aangekocht te
worden. Aan de achterkant van het perceel zal volgens de huidige inzichten een
weg worden aangelegd die de woonkavel ontsluit die achter de woning van
insprekers ligt. Deze weg wordt door middel van een brug aangetakt op de Groene
Zoom.
Conclusie
De reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
B.33 Samenvatting
Gesteld wordt dat bij het
masterplan bewoners van Lookwatering 39 t/m 42 achter hun woning land hadden
willen aankopen. Dit is nu niet in het bestemmingsplan opgenomen en de bewoners
hebben daar niets van gehoord. De bewoners willen duidelijkheid over waar het
water komt te liggen en wat aan tuin kan worden aangekocht.
Antwoord
De gronden achter
voornoemde woningen zijn wel in het bestemmingsplan opgenomen en hebben de
bestemming “wonen in ecologisch groen”.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
B.34 Samenvatting
Op de grens van het
gebied is een grote groenstrook bij de HOV-lijn opgenomen. Inspreker vraagt
zich af waarom dit aan de rand van het plangebied is gesitueerd en er niet meer
groen in het plangebied is opgenomen. Zo hebben de naburige huizen bijvoorbeeld
een smallere groenstrook. Scheiding met het bedrijvenschap kan met smallere
strook en zodoende kan meer woningbouw gepland worden. Gevraagd wordt naar de
achterliggende gedachte van deze strook.
Antwoord
Die groenstrook is
opgenomen om samen met de groenstrook
aan de andere zijde van he de plangrens te kunnen dienen als groen buffer
tussen het bedrijventerrein en de woonwijk.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
B.35 Samenvatting
Inspreker (Dijkshoornsweg
142) krijgt water achter de woning, maar kan met een boot niet de vijver
bereiken. Verzocht wordt dit alsnog mogelijk te maken. Tevens wordt er verzocht
een betere bestemmingsplanregeling van de voortuin te maken.
Antwoord
Verwezen wordt naar algemeen
onder 2.2.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het plan.
B.36 Samenvatting
Gesteld wordt dat het water achter de huizen 128
t/m 132 doorgetrokken zou moeten worden
Antwoord
Verwezen wordt naar het antwoord B.28.
Conclusie
Deze reactie zal in de verdere planvorming worden
meegenomen.
B.37 Samenvatting
Geconstateerd wordt dat eigendom Lookwatering 43a
gekruist wordt door geplande woningbouw. Gevraagd wordt waar ontsluiting komt.
Antwoord
Het bestemmingsplan is een globaal plan met
uitwerkingsverplichting. Met uitzondering van de hoofdontsluiting is de
ontsluiting op detailniveau nog niet bekend. Dit zal in de uitwerkingsplannen
aan de orde komen. Voor verdere beantwoording wordt verwezen naar A.25.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het plan.
B.38 Samenvatting
Geconstateerd wordt dat het eigendom Lookwatering
43 gekruist wordt door geplande woningbouw. Gevraagd wordt waar de ontsluiting
komt.
Antwoord
Voor beantwoording wordt verwezen naar antwoord
A.17 en B.37.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het plan.
B.39 Samenvatting
Gevraagd wordt of het fietsbruggetje en de sloot
ter hoogte van Lookwatering 44a gehandhaafd blijven. Inspreker vraagt of er
achter 44a en 45 een sloot komt en of er woningbouw komt. Op perceel 2181
ontbreekt schuur. Bij nr. 45 ontbreekt de schuur en de hobbykas.
Antwoord
Het fietsbruggetje blijft
gehandhaafd. Onderzocht wordt wel of ten behoeve van de ontsluiting van de
Lookwatering dit bruggetje ook geschikt moet worden gemaakt voor auto’s. Een
andere optie is om de Lookwatering aan te sluiten op de hoofdontsluitingsweg in
het verlengde van de Kristalweg. Overigens betreft het een globaal
bestemmingsplan en voornoemde details zijn hierin niet opgenomen. Bedoelde
percelen vallen onder de bestemming “lint”, schuren en kassen zijn niet
opgenomen op de plankaart maar worden in de voorschriften geregeld. Voor overige
beantwoording wordt verwezen naar algemeen 2.2.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het bestemmingsplan.
B.40 Samenvatting
Inspreker stelt dat op alle tekeningen staat dat
het schapenweitje tegenover Laan van Groenewegen 17 verplaatst wordt. Inspreker
wil dat graag terug omdat zijn uitzicht anders belemmerd wordt door hoogbouw.
Er staat ook een clausule over in zijn koopcontract.
Antwoord
Voor beantwoording wordt verwezen naar antwoord
A.20.C.2 (ng) en B.3.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het
plan.
B.41 Samenvatting
Geconstateerd wordt dat
op de kaart van het masterplan (parallel aan het fietspad achter de
Boomkwekerij) langs plangrens een watergang is ingetekend. Dit staat niet in
voorontwerp bestemmingsplan getekend. Inspreker wil daar ook een 8 m brede
waterloop.
Antwoord
In het bestemmingsplan is
voor deze locatie de bestemming “wonen in ecologisch groen” opgenomen. Binnen
die bestemming is ook water mogelijk.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid
tot aanpassing van het plan.
B.42 Samenvatting
Er wordt aangegeven dat langs de Lookwatering een
weg/pad loopt. Op de plankaart staat alleen het zuidelijke deel als weg
ingetekend. Het overige lijkt alleen wonen. Inspreker wil dat de gemeente ook
het noordelijke deel tenminste als doorgaande fietsroute opneemt.
Antwoord
Gebleken is dat langs de Look
een openbaar toegankelijk weg loopt. De plankaart is daarom aangepast door
langs de Look een strook verkeersdoeleinden op te nemen.
Conclusie
Het bestemmingsplan is naar aanleiding van deze
reactie aangepast.
B.43 Samenvatting
Inspreker geeft aan dat op de Laan van Groenewegen
naast nummer 9 vlak naast de tuin een weg staat ingetekend en daar is men het
niet mee eens. Insprekers vreest ook wateroverlast na de ophogen van het
plangebied, omdat hun huis dan lager ligt. Tevens is daar niet geheid.
Antwoord
Op de plankaart van het
bestemmingsplan staat ter plaatse geen weg ingetekend. Voor wat betreft de vrees
voor wateroverlast wordt verwezen naar antwoord onder B.23.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het plan.
B.44 Samenvatting
Gevraagd wordt naar de situering van de
hoogteaccenten. Inspreker vraagt of er in de verkoopcontracten van de verkochte
percelen clausules zijn opgenomen dat de goothoogte maximaal 4 m mag zijn.
Antwoord
Omdat uit de inspraakreactie niet duidelijk is over
welk perceel het gaat en welk verkoopcontract is het niet mogelijk een concreet
antwoord te geven. De reactie is te globaal om te concreet te behandelen.
Conclusie
De reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het
plan.
B.45 Samenvatting
Gesteld wordt dat de hindercontouren van het
bestaande bedrijf Woudselaan 3 niet zijn opgenomen in het voorontwerp
bestemmingsplan. De bedrijfsgebouwen zijn niet ingetekend en lijken wegbestemd.
Antwoord
Voor beantwoording wordt verwezen naar antwoord
A.23.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid tot aanpassing va het
plan.
B.46 Samenvatting
Aangegeven wordt dat de bewoners van de Woudselaan
de goede ontsluiting willen behouden. Gevraagd wordt hoe dit wordt opgelost met
de kruising met de Harnaschdreef. Inspreker vraagt of er stoplichten zullen
komen.
Antwoord
De kruising Woudselaan met de
toekomstige Harnaschdreef is een zaak van de gemeente Midden Delfland.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het plan.
A. v.d. Marel, 2
juli 2004:
Samenvatting
Reeds verschillende malen door insprekers van
Dijkshoornseweg 128 en 130 verzocht het water van de Dijkshoornseweg door te
laten lopen tot deze percelen.
Antwoord
Op de bestemmingsplankaart is ter plaatse geen
bestemming water opgenomen.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het bestemmingsplan.
* Gevraagd is wat de reden is voor het intekenen
van voor- en achtertuin in de bestaande situatie.
# Dat is
een regeling die gebruikelijk is in Delftse bestemmingsplannen. De regeling
maakt het mogelijk om voor voortuinen die liggen aan openbare ruimtes andere
bebouwingsmogelijkheden op te nemen dan voor achtertuinen. De kleur donkergroen
op de plankaart is voortuin, licht groen is tuin.
In
aanvulling hierop het volgende: Voor het betreffende percelen is in het Ontwerp
Bestemmingsplan de gedetailleerde bestemming wonen gewijzigd in een meer
algemene ‘lintbestemming’. Zie hierover Algemeen 2.2. Hierbij is de aanduiding
voortuin vervallen en op een andere wijze geregeld.
* Bewoner van de Laan van Groenewegen zegt dat er
bij de publieksbalie gezegd is dat bij een bouwhoogte van 6 m er 9 m uit de
rooilijn moet worden gebouwd. Gevraagd is of dit juist is.
# Dit hangt af van de soort bouw. Art. 3 lid 2 sub
d van het bestemmingsplan bepaalt dat de hoogte van het nieuwe gebouw maximaal
de helft mag bedragen van de afstand tussen bestaand en nieuwbouw.
In aanvulling hierop het volgende: Gestelde is niet juist
Wel
is er regelgeving over bouwen naast bestaand bebouwing: Art. 3 lid 2 sub d van
het bestemmingsplan bepaalt dat de afstand tussen de bestaande te handhaven woningen
en de nieuwbouw minimaal twee maal de hoogte van die nieuwbouw bedraagt.
* Bewoner van de Laan van Groenewegen 16 stelt dat
in het bestemmingsplan het veld naast zijn woning groen ingetekend is, terwijl
het volgens masterplan bouwveld was.
# Aangegeven wordt dat het als individuele reactie
genoteerd is.
* Inspreker vraagt zich af of de bepaling H = 2,5
H= 4 m nog een kap mogelijk is of bouwlagen mogelijk zijn.
# Of het meters zijn of bouwlagen wordt gerekend,
staat aangegeven in de index. In het bestemmingsplan staan bouwlagen en
goothoogten. In de uit te werken plannen wordt gerekend in maximale bouwhoogte
in meters. Bij bestaande bebouwing moet dat individueel onderzocht worden, wat
dan maatwerk is.
In aanvulling hierop het volgende:
Er is in het verder planvorming gekozen om de
bouwhoogtes in meters op te nemen. Tevens wordt verwezen naar algemeen onder
2.2.
*Hier is spreker het niet mee eens. 3 lagen zijn
volgens hem 3 bouwlagen en daar bovenop een kap. Gevraagd wordt of bij 3 lagen
dan ook de kap meetelt. Volgens Inspreker staat het niet duidelijk in het
voorontwerp.
# Aangegeven wordt dat het in art. 2. punt 1d van
het bestemmingsplan staat: kap wordt niet meegerekend in goothoogte.
* Er wordt aangegeven dat in de nieuwsbrief staat
dat er rekening wordt gehouden met privacy.
# Aangegeven wordt dat in de uitwerking zo mogelijk
tuinen aan tuinen wordt gerealiseerd, maar dat zal in sommige gevallen ook een
straatje kunnen worden.
* Gevraagd wordt hoe de privacyproblemen achter de
Hof v. Azuur, waar de waterwoningen
zullen komen opgelost gaan worden.
# In plan staat expliciet dat tuinen bij voorkeur
niet aan water mogen grenzen maar in een aantal maatwerksituaties zal er vanaf
moeten worden geweken.
*Inspreker
denkt dat het moeilijk wordt om dat te realiseren.
* Gesteld wordt dat het voorontwerp bestemmingsplan
onder andere gewijzigd is naar aanleiding van het inloopspreekuur en de
reacties op het masterplan. De waterwoningen kunnen daar geen gevolg van zijn.
Gevraagd wordt waar die nu vandaan komen.
# Dit was een bestuurlijke wens van het college.
* Inspreker stelt dat op blz. 3 van het
voorontwerp- bestemmingsplan een fout staat, namelijk: “dit bestemmingsplan is
de juridische vertaling van het masterplan“. Dat klopt volgens inspreker niet.
In het masterplan is er een blauwgroene zone vermeld, in het voorontwerp een rode zone. Dit is geen juridische
uitwerking en dus een onwaarheid.
# De heer Baartmans geeft aan dat dit aangepast zal
worden.
*Insprekers willen de toevoeging van waterwoningen,
oftewel de beslissing van B&W inzien.
# Er wordt aangegeven dat alle B&W besluiten
openbaar zijn.
* Gevraagd wordt waar de veelal reeds 100 jaar oude
bestaande waterlopen blijven.
# Er wordt heel veel oppervlaktewater toegevoegd.
Dit onderdeel wordt uitgewerkt in het waterplan cq. de watertoets.
* Er is door de raad goedgekeurd dat er 2
hoogteaccenten komen. Nu blijkt dat er langs de HOV lijn 40% van de bebouwing 8
bouwlagen hoog mag worden.
# De stedenbouwkundige heeft dit onderbouwd maar is
helaas niet aanwezig om hier uitleg aan te geven. Deze vraag wordt beantwoord
in de inspraaknota.
Door de stedenbouwkundige wordt het als ongewenst
gezien dat langs de HOV-lijn één bouwhoogte ontstaat. Dat geeft een vlak en
eentonig beeld. Hiertoe was het percentage hoge bebouwing opgenomen.
In het bestemmingsplan is de bouwhoogte van 8 lagen
(25m) beperkt tot het kruispunt van de HOV-lijn en de verlengde Kristalweg. Om
alsnog te voorkomen dat de gehele HOV-lijn dezelfde bouwhoogte krijgt mag 40% 6
lagen hoog worden, 19 m.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het
plan.
* Gevraagd wordt of er al stedenbouwkundige
uitwerkingen openbaar zijn.
# Deze studies worden niet vrijgegeven. Wordt wel
in een later stadium besproken met omwonende en maken dan deel uit van het
stedenbouwkundig uitwerkingsplan.
*Inspreker vraagt zich af of indien de raad besluit
om de waterwoningen te schrappen, het ‘slurfje’ water de Hof v. Azuur dan als
bebouwingszone zal vervallen. Gevraagd wordt of er een bandbreedte in de
groenblauw structuur aanwezig is. Er is verschil in de tekeningen van het
masterplan en de bestemmingsplankaart.
# De waterloop is 8 m breed. Het brede deel moet
minimaal 12 m zijn. De bandbreedte in de groenblauw zone is 25 m naar beide
kanten.
* Op blz 9 punt c staat dat er een fietspad
aangelegd moet worden binnen een bandbreedte van 10 m. Er wordt verzocht het
begrip bandbreedte uit te leggen in de index.
# Dit zal gedaan worden. Het begrip bandbreedte
wordt uitgelegd in hoofdstuk 3 “juridische planbeschrijving”.
* Gevraagd wordt of de 8 m brede waterloop door de
raad vastgesteld is.
# Er wordt aangegeven dat het een eis is van het
Hoogheemraadschap Delfland en die breedte ook nodig is in verband met
onderhoudswerkzaamheden.
* Inspreker vraagt zich af of de waterwoningen
binnen die 8 m breedte gebouwd kunnen worden.
# De heer Baartmans geeft aan dat dit mogelijk is.
Woonbebouwing is mogelijk maar staat er nog niet ingetekend.
* Inspreker is benieuwd of de waterwoningen
bereikbaar zijn met de auto.
# Er is een schets met een steiger waar wel een
auto kan komen, maar alles is mogelijk. Ook de waterwoningen weer uit het plan
halen behoort tot die mogelijkheden
* Insprekers reageren hier hoopvol op.
* In het overleg is de knip aan weerszijden van de
Dijkshoornseweg gemeld. Nu wordt gemeld dat dit alleen geldt in de spits.
Inspreker vraagt af hoe dit mogelijk is.
# Het is de bedoeling dat er geen doorgaand en
zeker geen vrachtverkeer door het gebied gaat. Zo mogelijk wel bereikbaar voor
bestemmingsverkeer. Dit alles wordt nog uitgewerkt. Tevens wordt onderzocht of
bijvoorbeeld een pasjessysteem mogelijk is. Dit wordt niet in deze fase
besproken maar is pas onderwerp bij het uitwerkingsplan.
* Er wordt gesproken over wonen in groen en aan
water. Gevraagd wordt of er rekening gehouden wordt met de hoogte van bruggen
en dergelijke.
# Hier wordt rekening mee gehouden. De bruggen
worden ca. 1.30-1.50 m hoog dus onderdoor schaatsbaar. Er moeten namelijk ook
bootjes doorheen kunnen.
* Gevraagd wordt of de gemeente in verband met
planschadevergoeding alvast een inventarisatie hiervan zal maken.
# De gemeente is blij met alle informatie die wordt
aangeleverd. De gemeente zelf zal voor vaststelling van het bestemmingsplan een
planschade risicoanalyse laten maken. In art. 49 WRO staat dat alleen recht op
planschadevergoeding bestaat als de schade het gevolg is van een nieuw
planologisch regime en niet om schade gebaseerd op het bouwplan. Na goedkeuring
door Gedeputeerde Staten, als plan vigerend is, kan planschadeverhaal worden
ingediend. Dit wordt door een onafhankelijk bureau getoetst.
* Op blz. 16 staat een weg ingetekend tussen de
Laan van Groenewegen en de verlengde Kristalweg. Gevraagd wordt de weg 20 m te
verschuiven.
# Er wordt aangegeven dat dit in het
uitwerkingsplan aangegeven zal worden. Het wordt nu genoteerd als reactie.
* Er is een projectontwikkelaar die een heel ander
beeld heeft geschetst van de Harnaschpolder. Inspreker vraagt zich af of dit
kan betekenen dat alles er straks anders uit gaat zien.
# Op de plannen en ideeën van die ontwikkelaar
wordt niet ingegaan.
* Gesteld wordt dat er stukken grond buiten de
verkoop zijn gehouden. Gevraagd wordt of eigenaren zelf huizen kunnen bouwen.
# In het lint aan de Dijkshoornseweg kunnen in de
gaten passende bebouwing mogen worden gerealiseerd. Eigenaren krijgen die
gelegenheid, maar er is nog niet bepaald of de gemeente dat wil onteigenen.
* Gevraag wordt of het daar 4 lagen kunnen zijn.
# Dat zou mogelijk zijn volgens het voorontwerp
maar de bebouwing moet aansluiten bij de huidige bebouwing. Dit moet nader
worden uitgewerkt.
In het kader van artikel 10 Bro is het voorontwerp
bestemmingsplan op 14 juni 2004 gestuurd naar de volgende overlegpartners:
1.
Bedrijvenschap Harnaschpolder, Postbus 1, 2636 ZG
Schipluiden;
2.
Centraal Overlegorgaan Woningcorporaties Delft,
Marlotlaan 5, 2614 GV Delft;
3. Eneco
Energie, Schieweg 20 2672 AZ Delft;
4.
gemeentebestuur Den Haag, Postbus 12600, 2500 DJ
Den Haag;
5.
gemeentebestuur Midden-Delfland, Postbus 1, 2636 ZG
Schipluiden;
6.
gemeentebestuur Schiedam, Postbus 1501, 3100 EA
Schiedam;
7.
Hoogheemraadschap Delfland, Postbus 3061, 2601 DB
Delft;
8.
Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Haaglanden,
Postbus 29718, 2502 LS Den Haag;
9.
KPN, afdeling Juridische Zaken, t.a.v. de heer R.
van Rooij, Postbus 30000, 2500 GA Den Haag;
10. Ministerie
van Defensie, Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen, Postbus 8002, 3503 RA
Utrecht;
11. Ministerie
van Economische Zaken, Regiokantoor Zuid-West, Postbus 29013, 3001 GA Rotterdam;
12. Ministerie
van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Directie Zuidwest, Postbus 1167, 3300
BD Dordrecht;
13. Nederlandse
Gasunie, Gastransport Services, District West, Postbus 444, 2740 AK
Waddinxveen;
14. Provinciaal
Planologische Commissie, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.
15. Rijksdienst
voor Oudheidkundig Bodemonderzoek, Postbus 1600, 3800 BP Amersfoort;
16. Rijkswaterstaat,
directie Zuid-Holland, Postbus 556, 3000 AN Rotterdam;
17. Stadsgewest
Haaglanden, Postbus 66, 2501 CB Den Haag;
18. Tennet
Zuid-Holland, Postbus 329, 2270 AH Voorburg;
19. VROM
Inspectie, Regio Zuid, Postbus 29036, 3001 GA Rotterdam;
20. Zuid-West-Nederland
N.V. Accountteam Haaglanden, Surinamestraat 11, 2585 GG Den Haag.
De volgende instanties
hebben meegedeeld geen opmerkingen op het voorontwerp bestemmingsplan te hebben
:
1.
Nederlandse Gasunie, Gastransport Services,
District West, Postbus 444, 2740 AK Waddinxveen. Getekend 24 juni 2004,
ingekomen 25 juni 2004;
2.
Ministerie van Defensie, Dienst Gebouwen, Wereken
en Terreinen, Directie West, Postbus 8002, 3503 RA Utrecht. Getekend 5 juli
2004, ingekomen 6 juli 2004;
3.
Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek,
Postbus 1600, 3800 BP Amersfoort. Getekend 9 juli 2004, ingekomen 13 juli 2004;
4.
Tennet, Postbus 329, 2270 AH Voorburg. Getekend 26
juli 2004, ingekomen 27 juli 2004;
5.
Gemeente Den Haag, Dienst Stedelijke Ontwikkeling,
Postbus 12655, 2500 DP Den Haag. Getekend 3 augustus 2004, ingekomen 10
augustus 2004.
De volgende instanties
hebben opmerkingen over het voorontwerp bestemmingsplan:
1. Rijkswaterstaat,
Postbus 556, 3000 AN Rotterdam. Getekend 27 juli 2004, ingekomen 28 juli 2004;
2. Kamer
van Koophandel, Postbus 29718, 2502 LS Den Haag. Getekend 27 juli 2004,
ingekomen 29 juli 2004;
3. Hoogheemraadschap
van Delfland, Postbus 3061, 2601 DB Delft. Getekend 29 juli 2004, ingekomen 30
juli 2004;
4. Woonbron
Maasoevers, Postbus 2346, 3000 CH Rotterdam. Getekend 5 augustus 2004,
ingekomen 6 augustus 2004;
5. Ministerie
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Postbus 603, 1110 AP Diemen Zuid.
Getekend 4 augustus 2004, ingekomen 9 augustus 2004;
6. Bedrijvenschap
Harnaschpolder, Postbus 1, 2636 ZG Schipluiden. Getekend 6 augustus 2004,
ingekomen 9 augustus 2004;
7. Gemeente
Midden-Delfland, Postbus 1, 2636 ZG Schipluiden. Niet getekend, verzonden op 9
augustus 2004;
8. Ministerie
van Economische Zaken, Regio Zuid-West, Postbus 29013, 3001 GA Rotterdam. Getekend 26 augustus
2004, ingekomen 30 augustus 2004;
9. Preadvies
Provinciaal Planologische Commissie, Postbus
90602, 2509 LP Den Haag. Ingekomen per e-mail op 31 augustus 2004.
C.1 Rijkswaterstaat,
Postbus 556, Rotterdam:
Samenvatting
In het voorontwerp wordt een paragraaf van
mobiliteitseffecten voor onder andere de A4, wat volgens de Nota
Planbeoordeling bij grootschalige ontwikkelingen opgenomen dient te worden,
gemist. Verzocht wordt de mobiliteitseffecten in beeld te brengen en verwezen
wordt naar de Mobiliteitstoets waar verkeer- en vervoersmaatregelen worden
aangegeven waar bij de invulling van het woongebied rekening mee gehouden kan
worden.
Antwoord
In het kader van de
structuurschets Harnaschpolder 1997 zijn de regionale en nationale
mobiliteitseffecten van de voorgestelde ontwikkelingen door bureau Goudappel
Coffeng onderzocht in opdracht van de toenmalige gemeente Schipluiden. Deze
zijn toentertijd ook met Rijkswaterstaat besproken. Mede op basis van dit
onderzoek is de hoofdontsluiting van het gehele gebied ontworpen en
vastgesteld. In de uitwerkings- en bestemmingsplannen wordt daarop
voortgeborduurd.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
C.2 Kamer
van Koophandel, Postbus 29718, Den Haag:
Samenvatting
Er wordt aangegeven dat in het kader van de “aanpak
wijkeconomie” het buurtwinkelcentrum
Van Foreestweg er baat bij heeft dat het verzorgingsgebied uitgebreid wordt. De
goede bereikbaarheid van het centrum is daarbij van belang en dus is het
positief dat er speciale maatregelen genomen worden waardoor de bussluis in het
plangebied soepel wordt afgesloten en uitsluitend tijdens de spits de knip
afgesloten zal zijn voor het autoverkeer. Verzocht wordt deze invalshoek ook
bij andere bussluizen in Delft toe te passen.
Antwoord
De vormgeving en het gebruik van de bussluis in de
Harnaschpolder is nog onderwerp van nader onderzoek. Net als in de
Harnaschpolder zal bij iedere bussluis in Delft per geval worden bekeken welke
gebruiksafhankelijke maatregelen noodzakelijk zijn.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
C.3 Hoogheemraadschap
van Delfland, Postbus 3061, Delft:
C.3.1 Samenvatting
Aangegeven wordt dat bij de woningbouwlocaties van
Midden-Delfland en Delft binnen een zelfde waterstaatkundige dient te worden
uitgegaan van de zelfde uitgangspunten voor onder andere
waterkwaliteitsdoeleinden, de hoofdstructuur en de gekozen maximale
peilstijging in het gebied.
Antwoord
De gemeente
Midden-Delfland zal worden verzocht om hierover te overleggen.
Conclusie
Deze reactie wordt
overgenomen.
C.3.2 Samenvatting
Voor het plan is het van belang dat de watertoets
dat de onderwerpen veiligheid/ waterkering, ecologie, waterkwaliteit en
waterkwantiteit concreet en toetsbaar worden aangegeven in de voorschriften en
de plankaart van het bestemmingsplan. Hierbij dient aangegeven te worden voor
welke waterstaatkundige eenheid dit van toepassing is. Zodoende kan het plan
vanuit de wateroptiek beter beoordeeld worden.
Antwoord
Het bestemmingsplan
is een globaal plan waarin alleen de bestaande bebouwingslinten specifiek zijn
bestemd. Gezien het globale karakter van het bestemmingsplan kunnen deze
onderwerpen moeilijk worden geconcretiseerd. Het plan zal worden
geconcretiseerd in uitwerkingsplannen
(art. 11 WRO). Deze plannen zullen voor overleg aan Delfland worden verzonden.
De gemeente Delft heeft Fugro opdracht gegeven om
een onderzoek te doen naar de waterhuishouding in het gebied in relatie tot de
beoogde ontwikkeling. Dit onderzoek wordt besproken met Delfland en moet leiden
tot een goede invulling van de waterparagraaf. De
resultaten van deze studie worden gebruikt bij het opstellen van het
stedenbouwkundig plan en het uitwerkingsplan. Het onderzoek van Fugro zal
verwerkt worden in de waterparagraaf.
Conclusie
Naar aanleiding van deze reactie is het
ontwerpbestemmingsplan aangepast.
C.3.3 Samenvatting
Er wordt aangegeven dat de waterhuishoudkundige
eenheid moet voldoen aan de
325 m³/ ha norm wat 11 procent oppervlaktewater betekend. Tevens worden
de waterpeilen in de Voordijkshoornsepolder en de Harnaschpolder aangegeven. De
feitelijke vastlegging van de waterpeilen vindt echter pas plaats bij de
herziening van de betreffende peilbesluiten van Delfland, waarbij dan wel
waterneutraal gebouwd dient te worden. Bij de bouwhoogte en de vloerpeil dient
uitgegaan te worden van de maximaal voorkomende waterpeilen dienen ter
voorkoming van schade de gebouwen beneden dit peil waterdicht te zijn. Indien
de waterpeilen niet gerealiseerd kunnen worden overeenkomstig de afspraken
heeft dit gevolgen voor de waterberging omdat het percentage oppervlakte water
het quotiënt is van de waterbergingsnorm en de maximaal toelaatbare
peilstijging in het gebied. De peilen en de peilstijging is medebepalend voor
de woningbouwlocatie van Midden-Delfland, waardoor overeenstemming vereist is.
Antwoord
De gemeente Delft heeft Fugro opdracht gegeven om
een onderzoek te doen naar de waterhuishouding in het gebied in relatie tot de
beoogde ontwikkeling. Dit onderzoek wordt besproken met Delfland. De resultaten
van deze studie worden gebruikt bij het opstellen van het stedenbouwkundig
plan, het bestemmingsplan en de uitwerkingsplannen. In de studie wordt
onderzocht of het voorgenomen waterpeil realiseerbaar is. Indien dit niet het
geval is zullen het stedenbouwkundig plan en de uitwerkingsplannen daarop
worden aangepast. Deze gegevens kunnen worden gebruikt voor het vaststellen van
het peilbesluit.
De gemeente Midden-Delfland zal worden
verzocht om te overleggen over de peilen in de Harnaschpolder.
Conclusie
Het bestemmingsplan wordt aangepast.
C.3.4 Samenvatting
Verzocht wordt voor het water dat onvolledig staat
aangegeven primair het boezemwater en het polderwater te bestemmen en op de
plankaart aan te geven. De benodigde hoeveelheid waterberging kan als
hoeveelheid of percentage opgenomen worden.
Antwoord
Het boezemwater is op de plankaart
primair bestemd. De overige watergangen liggen in het gebied dat nader wordt
uitgewerkt. Gezien het globale karakter van het bestemmingsplan kunnen deze
onderwerpen moeilijk worden geconcretiseerd. Het plan zal worden
geconcretiseerd in de uitwerkingsplannen (art. 11 WRO). De uitwerkingsplannen
zullen voor overleg naar Delfland worden verzonden. In de voorschriften zijn
randvoorwaarden opgenomen waaraan de uitwerking wat betreft water aan moet
voldoen. In de uitwerkingsvoorschriften is opgenomen dat minimaal 325 m³/ha
moet worden gerealiseerd. Dit is voldoende.
Conclusie
De reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het
plan, maar zal wel meegenomen worden in de verdere planvorming.
C.3.5 Samenvatting
In het voorontwerp bestemmingsplan wordt aangegeven
dat voor de waterkwaliteit voldaan zal worden aan de MTR-waarden uit de Vierde
Nota Waterhuishouding en in de bestemmingsplannen van de gemeente
Midden-Delfland wordt aangegeven dat de kwaliteit STOWA-niveu 3 en in de Kreek
niveau 4 zal zijn. Het hoogste niveau in dezelfde waterstaatkundige eenheid kan
alleen bereikt worden als aan de verschillende functies een zelfde invulling
zal worden gegeven.
Antwoord
De gemeente
Midden-Delfland zal worden verzocht om te overleggen over de waterkwaliteit in
de Harnaschpolder.
Conclusie
Deze reactie wordt in de verdere planvorming
meegenomen.
C.3.6 Samenvatting
Voor de waterkwaliteit is van belang dat de
riolering zal voldoen aan de opgestelde eisen en dat bestaande huizen ook
worden aangesloten op de riolering. De nieuwe lozingen dienen in de
ontwikkeling en eindfase niet te leiden tot extra overstorting van het
bestaande stelsel.
Antwoord
Bij het ontwerp van
de riolering zal terdege rekening worden gehouden en met het geldende
rioleringsbeleid (basisinspanningen waterkwaliteitsspoor). Dit zal worden
meegenomen in de uitwerkingsplannen.
Conclusie
Deze reactie zal in de verdere planvorming worden
meegenomen.
C.3.7 Samenvatting
Omdat de groenzone samenvalt met de boezemkade kan
invulling gegeven worden aan het beleid van Delfland en voor onderhoud en
toekomstige verzwaring is het van belang dat de kernzone en de beschermingszone
van de kades in een openbaar groengebied blijven liggen, vrij van bebouwing
waarbij alleen natuur en recreatief medegebruik is toegestaan. Door de
bestemming van de kernzone en de beschermingszone van 25 m als waterkering zou
bebouwing voorkomen kunnen worden. De waterkering is niet goed op de plankaart
aangegeven en de kade in het gebied van de Harnaschpolder ontbreekt. Door de
ontsluiting van de bestaande panden via de nieuw te ontwikkelen gebieden te
laten lopen zal de verharding van de kade worden weggenomen wat in
overeenstemming is met het beleid van Delfland en zal een groenzone worden
gerealiseerd als netwerk van een ecologische verbinding.
Antwoord
De ontbrekende kade
in de Harnaschpolder zal op de plankaart worden opgenomen. Het is niet altijd
mogelijk en wenselijk om woningen op een andere wijze te ontsluiten. Daar waar
het wenselijk is zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden met het verzoek
van Delfland.
Conclusie
De reactie heeft geleid tot aanpassing
van het plan.
C.3.8 Samenvatting
Verzocht wordt bij de inrichting van de ecologische
zones maatregelen te nemen voor de natte ecologie.
Antwoord
Op de plankaart is
de groen- en hoofdwaterstructuur opgenomen. Bij de inrichting van deze zones
wordt uitgegaan van watergangen met natuurvriendelijke oevers. De eisen die
daaraan gesteld worden zijn opgenomen in paragraaf 6.1.3.
Conclusie
De reactie heeft niet geleid tot
aanpassing van het plan.
C.3.9 Samenvatting
Bij de inrichting van het gebied dient rekening
gehouden te worden met het kunnen onderhouden van waterkeringen en watergangen
in het gebied. Er dient onder andere een rijpingslocatie voor baggerspecie te
worden gemaakt, de watergangen dienen via de kant of het water onderhouden te
worden, kadervreemde elementen dienen te worden geweerd en de ligging van de
kade in openbaar groen met alleen recreatief medegebruik voor Delfland heeft de
voorkeur.
Antwoord
Het bestemmingsplan
is een globaal plan waarin alleen de bestaande bebouwingslinten specifiek zijn
bestemd. Gezien het globale karakter van het bestemmingsplan kunnen deze
onderwerpen moeilijk worden geconcretiseerd. Het plan zal worden
geconcretiseerd in uitwerkingsplannen (art. 11 WRO). Deze reactie zal daarbij
worden meegenomen. Dit plan zal voor overleg aan Delfland worden verzonden. Het
baggeren van watergangen speel in heel Delft. De gemeente is er voorstander van
dat niet per deelgebied, maar voor de hele gemeente met het hoogheemraadschap
afspraken worden gemaakt. Het herpolderingsproces leent zich daar goed voor.
Conclusie
De reactie heeft niet geleid tot
aanpassing van het plan.
C.3.10 Samenvatting
In de financiële paragraaf dient de wijziging van
de onderhoudssituatie van de waterstructuur aangegeven te worden.
Antwoord
De wijziging van de
onderhoudsituatie wordt niet geregeld in het bestemmingsplan. De financiële
gevolgen kunnen ook nog niet inzichtelijk gemaakt worden omdat de toekomstige
waterstructuur nog onbekend is. Voorts staat dit los van de discussie wie de
(meer)kosten zou moeten betalen.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het plan.
C.3.11 Samenvatting
Verzocht wordt de voorschriften van het
bestemmingsplan in overeenstemming te brengen met de voorbeeldvoorschriften van
Delfland.
Antwoord
De voorschriften van het
bestemmingsplan Harnaschpolder Delft zijn gebaseerd op de
standaardvoorschriften uit het Handboek bestemmingsplannen Delft. Dit handboek
met standaarden is na overleg met onder andere het Hoogheemraadschap vastgesteld
door de gemeenteraad in april 2004. Materieel wijken de voorschriften niet af
van de voorbeeld voorschriften van Delft.
Conclusie
De reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het
plan.
C.4 Woonbron
Maasoevers, Postbus 2346, Rotterdam:
C.4.1 Samenvatting
De woningen in de Harnaschpolder kunnen bij de
komende herstructureringen is Delft voor een redelijk percentage van de reeds
in Delft aanwezige sociale huurwoningen een perspectief zijn voor een nieuwe of
verbeterde woning elders in de stad.
Men is van mening dat het realiseren voor woningen
voor senioren (empty nest huishoudens) prioriteit heeft. Er dient onderzocht te
worden hoe woonvormen voor deze doelgroep in de Harnaschpolder kunnen worden
ingepast.
Tevens dienen woonvormen voor geestelijk en
lichamelijk gehandicapten ingepast te worden. Een aanvullend programma voor de
huisvesting van verstandelijk gehandicapten dient opgenomen te worden.
Antwoord
In het bestemmingsplan is o.a. de doelgroep
senioren genoemd als bijzondere doelgroep bij het realiseren van betaalbare
huisvesting. In de Nota Wonen, Zorg en Welzijn, de opgave voor Delft (2004),
wordt voor senioren en bijzondere doelgroepen als verstandelijk en lichamelijk
gehandicapten voor Harnaschpolder het realiseren van in totaal zo’n 160
woningen, waaronder 18 Focuswoningen, genoemd. De woningen voor senioren moeten
minimaal voldoen aan de eisen van het aanpasbaar bouwen. Voor woningen in de
laagbouw is het daarnaast voor genoemde doelgroepen wenselijk een aantal
woningen als nultrede woning te realiseren. Bij realisatie van woningen voor
lichamelijk of verstandelijk gehandicapten zijn de eisen van de te betrekken
zorgleveranciers formuleren een belangrijk uitgangspunt. Deze uitgangspunten
van het gemeentelijk beleid worden toegevoegd in het bestemmingsplan. In de
uitwerkingsplannen zal aandacht worden besteed aan aanvullende programma’s van
eisen voor bijzondere doelgroepen. Over de relatie
Harnaschpolder-herstructurering wordt verwezen naar het antwoord onder C.4.4.
Conclusie
Deze reactie zal in de verdere uitwerking worden
meegenomen.
C.4.2 Samenvatting
De locatiekenmerken van de Harnaschpolder en de
vertrekpunten van het Masterplan bieden mogelijkheden om een tuinstedelijk
woonmilieu te realiseren. Gesteld wordt dat in de verdere uitwerking van de
verschillende buurten van de Harnaschpolder het van belang is dat om in alle
buurten een natuurlijke menging van goedkope en dure woningen na te streven.
Antwoord
In het globale
bestemmingsplan is een indicatieve woningdifferentiatie aangegeven. In de
uitwerkingsplannen zal nader bepaald worden waar de verschillende woningtypen
en prijsklassen zich in het plangebied bevinden.
Conclusie
Deze reactie wordt in de verdere uitwerking
meegenomen.
C.4.3 Samenvatting
Het doel van de Harnaschpolder is een aanvullend en
sterk vormgegeven woonmilieu te realiseren. Het is niet verstandig om aan
iedere vraag of knelpunt in de woningmarkt tegemoet te komen. Voor de
woonwensen van starters- en jongerenwoningen
die een stedelijk georiënteerde doelgroep vormen zal het beoogde
woonmilieu in de Harnaschpolder niet aansluiten.
Het ontbreken van
winkelvoorzieningen in het plan en de grote afstand tot de bestaande
voorzieningen beperken de inpasbaarheid van belangrijke functies voor moderne
ouderenwoningen en woonzorgcomplexen. Onderzocht dient te worden hoe deze
inpasbaarheid ten opzichte van het masterplan en het
voorontwerp-bestemmingsplan vergroot kan worden.
Antwoord
Met de
realisatie van de Harnaschpolder wordt niet beoogd alle knelpunten en behoeften
op de Delftse woningmarkt op te lossen. Dit is ook onmogelijk. Naast de
Harnaschpolder zijn er in Delft gelukkig nog een aantal verdichtingslocaties
waar komende jaren ook nieuwbouw wordt gerealiseerd. De kwaliteit van de
locaties (zoals de ligging en het voorzieningenniveau), woonwensen van de
Delftse huishoudens etc. spelen een belangrijke rol in de afweging waar, wat en
voor wie in Delft wordt gebouwd. Op voorhand worden geen doelgroepen
uitgesloten. In een uitwerkingsplan kan de vertaalslag naar doelgroepen nader
vorm krijgen.
In het
bestemmingsplan is een locatie nabij de Kristalweg opgenomen voor de realisatie
van een aantal seniorenwoningen. In het verlengde van de Kristalweg zijn een
aantal winkelvoorzieningen aan de van Foreestweg gelegen. Komend jaar wordt
daarnaast de mogelijkheid van het instellen van een woonservicezone in de
Kuyperwijk onderzocht waartoe dan ook de seniorenwoningen in Harnaschpolder op
genoemde locatie behoren.
Conclusie
De reactie
heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.
C.4.4 Samenvatting
Met het tuinstedelijke woonmilieu en passende
producten voor de sociale huur kan een slag worden gemaakt in de
woningkwaliteit en de woningdifferentiatie wat essentieel is voor de sociale
woningen in Delft en de noodzakelijke herstructurering in Delft. De
woonproducten in de Harnaschpolder kunnen de uitplaatsingen van de
herstructureringswijken bewerkstelligen door
het realiseren van woonwensen. Nadruk in het woonprogramma dient te
liggen op gezinswoningen in de sociale huur en woningen voor de empty nest
huishoudens.
Antwoord
Met het realiseren van
Harnaschpolder wordt beoogd die woonmilieus, kwaliteiten en woningtypen aan de
Delftse voorraad mogelijk te maken die iets toevoegen aan hetgeen er in de
bestaande voorraad al is. De keuzevrijheid van de Delftenaar wordt hiermee
vergroot. Dit betekent concreet dat er veel eengezinswoningen worden
gerealiseerd in de middel- en duurdere prijsklassen. Daarnaast is aandacht voor bijzondere doelgroepen zoals
senioren en gehandicapten. Het beoogde programma komt in belangrijke mate
tegemoet aan de vraag van huishoudens die afgelopen jaren vooral de stad
verlieten vanwege een gebrek aan aanbod. Tegelijkertijd wordt met het programma
het op gang brengen van doorstroming vanuit de bestaande voorraad beoogd. Op
deze wijze ontstaat een keten van verhuizingen waarbij de nieuwbouw in
Harnaschpolder ook woningaanbod in de bestaande voorraad genereert.
De relatie tussen de
herstructureringsgebieden en de Harnaschpolder is dan ook vooral een indirecte:
Harnaschpolder leidt tot nieuw en divers woningaanbod, waarbij het programma,
(met een accent op grondgebonden middeldure en dure koopwoningen, maar ook het
segment seniorenwoningen) veelal tot lange verhuisketens leidt, zodat de
keuzemogelijkheden van de woningzoekenden zich zeker niet beperken tot het
aanbod in Harnaschpolder zelf, maar ook tot extra aanbod in de bestaande
voorraad. Binnen Harnaschpolder wordt daarnaast voorzien in de realisatie van
een aantal grondgebonden woningen in de sociale sector.
In de uitwerkingsplannen
zal nader bepaald worden waar de verschillende woningtypen en prijsklassen zich
in het plangebied bevinden en hoe doelgroepen bediend moeten worden.
Conclusie
Deze reactie zal in de verder uitwerking van het
plangebied worden meegenomen.
C.4.5 Samenvatting
Er dient gewaakt te worden dat de bereikbare
koopwoningen in de Harnaschpolder niet voor slechts een beperkte groep
bevoorrechten een stap is naar een hogere wal van de koopsector. De bereikbare
koop dient een brug te zijn waarmee groepen huurders de overstap naar de
koopsector weten te realiseren. Overleg om constructies te vormen die meerjarig
meegaan zijn hiervoor nodig.
Het realiseren van sociale huurwoningen die
noodzakelijk zijn voor de doorstroming voor de herstructurering heeft echter
prioriteit. De bereikbare koop kan hierop een aanvulling zijn of een deel van
de sociale huurwoningen kan ingezet worden als sociale koopwoningen.
Antwoord
In het bestemmingsplan is een indicatief
woningprogramma aangegeven. Hierin wordt binnen de sociale sector voorzien in
zowel sociale huurwoningen als sociale koopwoningen. Bij de concrete uitwerking
van plannen treedt de gemeente graag in overleg over constructies om bereikbare
koop niet eenmalig bereikbaar te laten zijn. Over de relatie Harnaschpolder-herstructurering
wordt verwezen naar het antwoord onder C.4.4.
Conclusie
Deze reactie zal worden meegenomen in de verdere
planvorming.
C.4.6 Samenvatting
Het programma in het voorontwerp-bestemmingsplan
wijkt af van de het in Haaglanden verband vastgestelde woningbouwprogramma. Het
voorstel is 20 procent EG sociale huur, 10 procent MG sociale huur en 10
procent EG sociale koop te realiseren. Dit verschil wordt veroorzaakt door het
verband met de herstructurering waardoor er een aanvullend woonproduct in een
aanvullend woonmilieu benodigd is en sociale huur boven sociale koop nodig is
om de doorstroming te realiseren. Tevens is er aandacht voor bijzondere en
kwetsbare doelgroepen.
Antwoord
Voor het regionale woonkader gaan wij uit van de
regionale woonvisie die dit jaar door het Dagelijks Bestuur van Haaglanden is
vastgesteld. In de regionale woonvisie van het stadsgewest haaglanden wordt
voor nieuwbouw en herstructurering een percentage van 30% sociale sector
gehanteerd, waarvan eenderde sociale koop (10% totaal). In Harnaschpolder is
het uitgangspunt eveneens 30% realisatie in de sociale sector, waarvan de helft
sociale koop (15% totaal). Het woonprogramma in de regionale woonvisie gaat
voor de sociale sector uit van 25%
eengezinswoningen en 75% appartementen. In Harnaschpolder is de verhouding voor
de sociale sector eenderde eengezinswoning en tweederde appartementen. De
differentiatie in Harnaschpolder loopt daarmee redelijk in de pas met het
regionale beleid. Over de relatie Harnaschpolder-herstructurering wordt
verwezen naar het antwoord onder C.4.4.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het plan.
C.4.7 Samenvatting
Het gewenste tuinstedelijke woonmilieu dient een
richtlijn te zijn bij de verdere uitontwikkeling van het masterplan. Dit thema
moet voor de kwaliteit meer waarborgen dan de vrij te interpreteren kreten als
een gevarieerd aanbod van woonsferen.
Er dient aandacht besteed te worden aan de
duurzaamheid en de leefbaarheid van het woonmilieu en voorgesteld wordt een
wijkwarmtepomp te realiseren.
Antwoord
Het
bestemmingsplan is een globaal plan met uitwerkingsverplichting. Genoemde
thematiek komt in de uitwerkingsplannen nader aan de orde.
Conclusie
De reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het
plan, maar zal meegenomen worden in de verdere planvorming.
C.4.8. Samenvatting
De vervlechting van de nieuwe
wijk met de bestaande wijken door buurtontsluitingsroutes en
langzaamvekeerroutes dient goed samen te hangen. De randen tussen de nieuwe en
oude wijken dienen zorgvuldig aangepakt te worden en de voorzieningen dienen
gezamenlijk gebruikt te worden.
De functionele vervlechting tussen de Kuyperwijk en
de Harnaschpolder biedt de mogelijkheid een woonzorgzone te realiseren. De
woonzorgvoorzieningen hebben een plek nodig dicht bij de voorzieningen. De kop
van de Laan van Groenewegen is binnen de Harnaschpolder de locatie die het
dichts bij de voorzieningen van de van Foreestweg is gelegen. De realisatie van
de woonzorgzone zal investeringen in de voorzieningen kunnen betekenen.
Antwoord
Bij de nadere uitwerking en detaillering zal met
dit punt rekening worden gehouden.
In het plan is overigens reeds voorzien in een
woonzorgzone in het verlengde van de Kristalweg.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het plan
C.4.9 Samenvatting
Een grootschalige ontwikkeling als de
Harnaschpolder verdient een eigen centrum wat in het plangebied vorm kan
krijgen door een school of brede school. Dit centrum met verschillende functies
behoeft geen grote dichtheid. Het voorzieningsprogramma dient aan de doorgaande
linten te worden gesitueerd en zal daarmee het levendige karakter van de
bestaande en nieuwe linten versterken.
Antwoord
Het bestemmingsplan is een globaal plan met een
uitwerkingsverplichting. Voor die uitwerkingsverplichting zijn richtlijnen
gegeven die onder meer voorzien in een school of brede school.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
C.4.10 Samenvatting
De HOV zone zal tussen de bestaande en nieuwe lintbebouwing
en lanen in tuinstedelijke context een eigentijds lint zijn met potentie voor
menging en inventarisatie van bebouwing en van functies. De bereikbaarheid zal
hiermee gemaximaliseerd worden en geeft geen aanleiding voor hogere dichtheden
en een fors contigent sociale woningen te realiseren. De verdichting rondom het
tracé mag niet leiden tot een gebied met uitsluitend sociale woningen. De HOV
zone geeft een woonmilieu voor kenniswerkers met stadswoningen en
woon-werkwoningen.
Antwoord
Deze reactie zal in de verdere uitwerking van de
plannen worden meegenomen.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het plan.
C.4.11 Samenvatting
Aandacht dient besteend te worden aan de overgang
tussen het bedrijventerrein en de randen van de woonwijken. De randen van het
bedrijventerrein kunnen gerealiseerd worden in het totaal ontwerp van de
lintbebouwing en er kunnen woningen gezocht worden die de wonen en werk met
elkaar verstreken. Het ontwerp moet hiervoor nadrukkelijke eisen stellen.
Antwoord
Het betreft een globaal
bestemmingsplannen waarin wel voorzien is in een groenzone tussen de zoonwijk
en het bedrijventerrein. De opmerking zal in de verdere uitwerking worden
meegenomen.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het plan.
C.4.12 Samenvatting
Met de kennis en de ervaring op het gebied van de
ontwikkeling en het beheer van duurzame en herkenbare woonmilieus en de
samenwerking met de gemeente en andere partijen kan een beeldkwaliteitplan
gevormd worden waarin de kader voor de toekomst en de identiteit kunnen worden
bepaald.
Antwoord
De gemeente zal voorzieningen treffen om de
kwaliteit van dit woongebied zeker te stellen. Onduidelijk hoe zij die
voorzieningen vorm gaat geven. Een beeldkwaliteitsplan is zeker één van de
mogelijkheden.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het bestemmingsplan.
C.5 Ministerie
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Postbus 603, Diemen Zuid:
Samenvatting
In de paragraaf financiële uitvoerbaarheid is niet
vermeld dat de kosten tot groenaanleg zijn meegenomen in de
exploitatieberekeningen. Het bestemmingsplan dient gezien het belang van het
groen en het reeds aanwezige tekort van de grondexploitatie de zekerheid te
bieden dat de groenambities gerealiseerd zullen worden.
Antwoord
Zoals gebruikelijk is ruime
aandacht besteed bij de ruimtelijke benadering van het plan aan de
groenstructuur. Dit heeft in dit stadium een weerslag gekregen in de
indicatieve grondexploitatieberekening voor dit gebied.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het plan.
C.6 Bedrijvenschap
Harnaschpolder, Postbus 1, Schipluiden:
C.6.1 Samenvatting
Aangegeven wordt dat de ruimtereservering voor de
railverbinding na overleg in het deel van de fly-over in Harnaschpolder Noord
is vervallen en verzocht wordt de kaart op bladzijde 51 aan te passen. De
reservering voor het OV-tracé vindt plaats langs de hoofdontsluiting, vanaf de
rotonde in Harnasch-noord.
Antwoord
Dit voorstel wordt overgenomen, de tekening wordt
aangepast.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het
plan.
C.6.2 Samenvatting
Gevraagd wordt een goede planning van de
ontwikkeling van de woongebieden te maken nu er vertraging is opgelopen bij het
opstellen van het uitwerkingsplan Harnasch-noord wat reeds eerder is
aangegeven.
Antwoord
Er
zal een adequate en met de omringende plannen afgestemde (herziene) planning
worden opgesteld die rekening houdt met de (eventuele) gevolgen van de
vertraging bij het uitwerkingsplan Harnasch Noord.
Conclusie
De reactie is van informatieve aard.
C.6.3 Samenvatting
Gelet op de voorgestane planontwikkeling is men de
mening toebedeeld dat een woontoren van 16 lagen niet passend is aan de rand
van het bedrijventerrein en kan door de zeer directe nabije ligging een negatieve
invloed ontstaan op de acquisitie van bedrijven. Verzocht wordt de hoogte aan
te passen en de bebouwing op redelijke afstand van het bedrijventerrein te
situeren.
Antwoord
Het hoogteaccent is in eerdere uitwerking reeds
verlaagd van 20 naar 16 lagen. Het accent is niet gesitueerd aan de westelijke
plangrens en de Gemeente Delft is van mening dat reeds voldoende afstand van
het bedrijventerrein wordt gehouden.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het plan.
C.6.4 Samenvatting
Voor de bereikbaarheid en de leefbaarheid van het
plangebied is het gewenst de wegenstructuur van de structuurschets van
Harnaschpolder e.o. 2002 als uitgangspunt te hanteren. Er wordt gesteld dat op
de plankaart niet staat aangegeven welke eindsituatie voor de ontsluiting van
de gebieden beoogd wordt. Gezien wijkvreemd verkeer in de wijken en op het
bedrijventerrein is het wenselijk de verlengde Kristalweg voor verkeersstromen
te knippen. Onderzoek op welke wijze en op welke plaats deze knip kan plaatsvinden
is gewenst.
Antwoord
Dit bestemmingsplan is een globaal plan met
uitwerkingsverplichtingen. Details zoals gevraagd zullen pas in een later
stadium bekend zijn en worden in de uitwerkingsplannen opgenomen. Het gevraagde
onderzoek zal inderdaad plaatsvinden.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het plan.
C.7 Gemeente
Midden-Delfland, Postbus 1, Schipluiden:
C.7.1 Samenvatting
Voorgesteld wordt voor een duidelijke naamgeving
aan te sluiten bij het masterplan Lookwatering-west / Voordijkshoorn.
Antwoord
Wij zijn van mening dat de naamgeving
Harnaschpolder Delft heel duidelijk is, maar zullen als ondertiteling de
naamgeving van het masterplan toevoegen.
Conclusie
Deze reactie heeft
geleid tot aanpassing van het plan.
C.7.2 Samenvatting
Op bladzijde 10 en 17 zal anders dan de zinsnede
“voor het plangebied…oppervlaktewater” de zin “voor het plangebied gelden de
waterbergingsnormen van het Hoogheemraadschap van Delfland” beter aansluiten
bij de afspraken rond de totstandkoming van de structuurschets.
Antwoord
De betekenis van de
voorgestelde zin is hetzelfde als de zin in het bestemmingsplan.
Conclusie
De reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het
bestemmingsplan.
C.7.3 Samenvatting
Een aantal maal wordt het percentage oppervlaktewater
van 11 procent (325 m³ bergingscapaciteit per hectare) aangehaald. Het gedeelte
van Lookwatering-west valt in een andere polder dan de Voordijkshoorn en voor
deze polder is een structuurschets opgesteld. Het grotere geheel zal invloed
hebben op het waterbergingspercentage. Op basis van de structuurschets is met
Hoogheemraadschap Delfland een percentage van 8 procent vastgesteld.
Antwoord
De gemeente
Midden-Delfland wordt verzocht hierover in overleg te treden met de gemeente
Delft.
Conclusie
Deze reactie zal in de verdere planvorming worden
meegenomen.
C.7.4 Samenvatting
Er kan niet worden ingestemd met de vermelding op
bladzijde 19 dat op de kruising van de Harnaschdreef een hoogteaccent van 16
lagen zal worden gerealiseerd, omdat dit in strijd is met de
samenwerkingsovereenkomst Delft-Schipluiden van 22 augustus 2002 (2000 red.)
Tevens is de locatie gevestigd in het
overgangsgebied van het Scharnier waar een dergelijk hoogteaccent niet gewenst
en conflicterend is, omdat hier vooral wonen in het groen met maximaal 3 lagen
gewenst is.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar het antwoord onder A.12.5.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het plan.
C.7.5 Samenvatting
De verdichting langs de OV-structuur wordt niet
ondersteund omdat het bebouwingspercentage van 40 procent en de 8 lagen erg
fors is gezien eerder afspraken over bouwen en aansluiting met het dorpse
karakter.
Antwoord
Het bestemmingsplan wordt op dit punt aangepast. De
bouwhoogte van acht lagen wordt alleen mogelijk gemaakt in de oksels van het
kruispunt. Voor het overige geldt een bouwhoogte van 4 lagen met een percentage
van 40% van zes lagen.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het
plan.
C.7.6 Samenvatting
In de opsomming op bladzijde 17 moet onder punt 3
“toekomstige bedrijventerrein Harnasch Midden” vervangen worden door
“Harnaschpolder”.
Antwoord
Deze reactie wordt overgenomen.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het
plan.
C.7.7 Samenvatting
Verzocht wordt meer duidelijkheid te verschaffen in
de locatie van de brede school op de plankaart, zodat er bij planvorming
rekening mee gehouden kan worden.
Antwoord
Dit bestemmingsplan is een globaal plan met
uitwerkingsverplichting. Op dit moment van de planvorming kan aldus de exacte
locatie niet worden aangegeven.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het bestemmingsplan.
C.7.8 Samenvatting
Er wordt aangeraden in verband met de
verontreiniging van asbest in het plangebied paragraaf 6.3 omtrent bodem nader
te omschrijven.
Antwoord
In paragraaf 6.3.2
staat opgenomen dat de bodem ook op de mogelijke aanwezigheid van asbest moet
worden onderzocht conform NEN 5707. Aan de hand van het onderzoek wordt bepaald
of nader onderzoek en/of saneringsmaatregelen nodig zijn.
Conclusie
De reactie heeft niet geleid tot
aanpassing van het plan.
C.7.9 Samenvatting
Op bladzijde 48 dient aangegeven te worden dat de
verlengde Kristalweg moet aansluiten op de randweg in het bedrijventerrein
Harnaschpolder en via deze randweg een aansluiting plaatsvindt op de
Harnaschdreef.
Antwoord
Deze reactie zal worden overgenomen.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het
plan.
C.7.10 Samenvatting
Het aanbrengen van de bussluizen bij de kruising
met de Dijkshoornsweg wordt ondersteund, maar aangegeven wordt dat het buiten
de spitsuren ook wenselijk is dat doorgaand verkeer geweerd wordt. Verzocht
wordt de flexibele uitvoering te wijzigen in een permanente uitvoering. Alleen
doorgang voor busverkeer, voetgangers, fietsers en hulpdiensten is gewenst.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar het antwoord onder A.40.3. en C.2.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het plan.
C.8 Ministerie
van Economische Zaken, Postbus 29013, Rotterdam:
Samenvatting
Bij de vermelding van het bedrijventerrein in de
westzijde van Lookwatering-west wordt aangeven dat bedrijfscategorie 4 ook is
toegestaan onder voorwaarde dat er buiten het bedrijventerrein geen hinder mag
ontstaan. Hierdoor kan woningbouw dicht op het bedrijventerrein worden
gevestigd, wat beperkingen kan opleveren van de bedrijfsvoering van de te
vestigen bedrijven. In verband met de huidige ruimtedruk op de beschikbare
ruimte, ook voor bedrijven, wordt verzocht de zonering van de toekomstige
woningbouw zodanig in te richten dat de bedrijven hier geen hinder van
ondervinden.
Antwoord
Gedoeld wordt op het
bestemmingsplan Harnaschpolder Midden van de gemeente Midden-Delfland gelegen
aan de westzijde van dit plangebied. In dat plan worden bedrijven mogelijk
gemaakt tot en met categorie 4. In overleg ex artikel 10 Bro hebben wij de
gemeente Midden-Delfland gevraagd dit bedrijventerrein zodanig te zoneren dat
woningen in het plangebied van Delft mogelijk zijn. Met Midden-Delfland is afgesproken
dat tussen beide gebied een groene zone van circa 15 m wordt gereserveerd als
afscherming tussen beide gebieden. Dit maakt optimaal gebruik van de gronden
mogelijk. Die zone is op de plankaart van het bestemmingsplan Harnaschpolder
Delft terug te vinden.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van dit plan.
C.9 Preadvies PPC, Postbus 90602:
C.9.1 Samenvatting
Het bestemmingsplan past
binnen het gestelde in kernpunt H.28 “Harnaschpolder” van het streekplan
Zuid-Holland West.
Antwoord
Van deze reactie wordt
kennisgenomen.
Conclusie
Deze reactie is van
informatieve aard.
C.9.2 Samenvatting
Er dient een akoestisch
onderzoek te worden uitgevoerd waaruit moet blijken of de voorkeursgrenswaarde
van 50 dB(A) voor verkeerslawaai wordt overschreden. Indien dit het geval is,
moeten er hogere grenswaarde worden opgevraagd bij Gedeputeerde Staten,
waarover voor de vaststelling van het bestemmingsplan door de gemeenteraad
besloten dient te worden.
Antwoord
De gemeente Delft zal een akoestisch
onderzoek uitvoeren. Omdat het bestemmingsplan een globaal plan betreft, zal er
voor het onderzoek worden uitgegaan van de ‘worst-case’ situatie. Op basis
daarvan zal voor de vaststelling van het bestemmingsplan de hogere grenswaarden
worden aangevraagd.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van dat plan.
C.9.3 Samenvatting
De stankcontour van DSM
ligt over de nieuw geprojecteerde woongebieden ten noordoosten van het
plangebied. Gevoelige bestemmingen zijn niet gewenst tussen de lichte hinder en
hinder-contour. In de handreiking van Luchtkwaliteit en Ruimtelijke Ordening
geeft aan dat gevoelige bestemmingen type 1, zoals woonwijken, niet mogelijk
zijn tussen deze contouren en dat hier alleen gemotiveerd van kan worden
afgeweken. Deze motivering ontbreekt in de plantoelichting en dient te worden
beschreven om de woonbestemming mogelijk te maken.
Antwoord
Het plangebied Harnaschpolder Delft
ligt binnen de vastgestelde rode contour uit het Streekplan, waarbinnen de
verstedelijkingsopgave tot 2015 dient te worden gerealiseerd. Delft heeft
weinig uitbreidingslocaties en daardoor weinig mogelijkheden om te voldoen aan
de vraag naar woningen. Binnen de bestaande stad zijn de mogelijkheden om aan
deze vraag naar woningen te voldoen zeer beperkt. Bovendien valt de helft van
de stad binnen deze zelfde geurcontour, waardoor de mogelijkheid om aan de
vraag naar woningen te voldoen verder wordt beperkt.
Het bestemmingsplan is een globaal plan
dat verplicht moet worden uitgewerkt. Bij het opstellen van het
stedenbouwkundig plan is de geurhinder ten gevolge van DSM een van de factoren
die wordt meegewogen bij de invulling van het gebied. Te verwachten is dat binnen de contour van een lage
woningdichtheid zal worden uitgegaan.
Conclusie
Deze reactie heeft niet
geleid tot aanpassing van dit plan.
C.9.4 Samenvatting
In artikel 11 van de
voorschriften dient te worden toegevoegd dat het advies van de provinciaal
archeoloog over de wijze van omgaan met geconstateerde of te constateren
archeologische waarden wordt vereist.
Antwoord
Delft
heeft een gemeentelijk archeoloog en is daarom competent om zelf daarover
advies uit te brengen, in tegenstelling tot gemeentes zonder eigen archeoloog.
In overleg met de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek is afgesproken
dat de volgende toevoeging aan art. 11 wordt aangebracht:
"
het advies van de gemeentelijk archeoloog over de wijze van omgaan met
geconstateerde of te constateren archeologische waarden wordt vereist."
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
C.9.5 Samenvatting
Op pagina 37 wordt gesproken over de Nota Bruisend
Water. Deze is niet actueel, omdat inmiddels is er de Ontwerp
Deelstroomgebiedsvisie in het werkgebied Midden-Holland.
Antwoord
In de tekst zal het
Ontwerp Deelstroomgebiedsvisie worden opgenomen in plaats van de Nota Bruisend
Water.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid
tot aanpassing van het plan.
C.9.6 Samenvatting
In de waterparagraaf
ontbreekt de toetsing, die voorkomt uit de Nota Planbeoordeling, van het inundatierisico
en de wateroverlast als gevolg van zware regenval en de in dat verband
eventueel te treffen maatregelen.
Antwoord
De gemeente Delft heeft Fugro opdracht
gegeven om zowel een geotechnisch als geohydrologisch een onderzoek te doen
naar de waterhuishouding in de
Harnaschpolder en de Voordijkhoornsepolder. De resultaten van het onderzoek
worden meegenomen in de toelichting van het ontwerp bestemmingsplan en de op te
stellen uitwerkingsplannen. Dit onderzoek zal met het Hoogheemraadschap worden
besproken.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van dit
plan.
C.9.7 Samenvatting
Aan de boezemkade die in het plangebied liggen,
zullen als gevolg van de ontwikkeling van de woon-werkfuncties, hogere eisen
aan de kering moeten worden gesteld. Dit in overleg met Hoogheemraadschap
Delfland om de ruimtelijke consequenties in beeld te brengen.
Antwoord
Er is regelmatig overleg met het
Hoogheemraadschap over de ontwikkeling van de Harnaschpolder. In deze
overleggen komen de eisen die aan de keringen worden gesteld ook aan de orde.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van dit
plan.
C.9.8 Samenvatting
Verzocht wordt de opmerkingen van het
Hoogheemraadschap van Delfland en van het ministerie van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit mee te nemen in het planproces.
Antwoord
Voor beantwoording wordt verwezen naar C.3 en C.5.
Op 25 augustus 2004 is er overleg
geweest met het Hoogheemraadschap over de gemaakte opmerkingen. Hierbij is door
de gemeente aangegeven dat hier sprake is van een globaal plan met een
uitwerkingsplicht. Een aantal van de gemaakte opmerkingen zijn zo gedetailleerd
dat deze in dit stadium niet kunnen worden meegenomen in het bestemmingsplan.
Deze zullen bij het opstellen van de uitwerkingsplannen worden meegenomen. Voor
de beantwoording van de overlegreactie van het Hoogheemraadschap wordt verwezen
naar de nota overleg en inspraak (C.3).
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
dit plan.
C.9.9 Samenvatting
Bij de vaststelling van het plan wordt aangeraden
de financieel economische uitvoerbaarheid opnieuw te bekijken.
Antwoord
Dit advies wordt overgenomen.
Bij de vaststelling komt een aangepaste financiële paragraaf met daarin de
laatste gegevens verwerkt.
Conclusie
Deze reactie wordt overgenomen.
Overige instanties die niet gereageerd hebben op
het verzoek om overleg:
1. Eneco
Energie, Schieweg 20 2672 AZ Delft;
2.
gemeentebestuur Schiedam, Postbus 1501, 3100 EA
Schiedam;
3.
KPN, afdeling Juridische Zaken, t.a.v. de heer R.
van Rooij, Postbus 30000, 2500 GA Den Haag;
4.
Stadsgewest Haaglanden, Postbus 66, 2501 CB Den
Haag;
5.
VROM Inspectie, Regio Zuid, Postbus 29036, 3001 GA
Rotterdam;
6.
Zuid-West-Nederland N.V. Accountteam Haaglanden,
Surinamestraat 11, 2585 GG Den Haag.
Bijlage 1: Presentielijst inspraakavond
29 juni 2004
|
Voorl/voorv. |
Naam |
Adres |
Huisnr |
Post |
Code |
Plaats |
|
J |
Aerts |
Groene Zoom |
2 |
2614 |
TT |
Delft |
|
A de |
Baat |
Hof van Aquamarijn |
6 |
2614 |
TL |
Delft |
|
A |
Bal |
Hof van Smaragd |
13 |
2614 |
TN |
Delft |
|
WMC |
Bentvelsen |
Laan van Groenewegen |
6 |
2614 |
KG |
Delft |
|
WA |
Bentvelzen |
Laan van Groenewegen |
|
2614 |
KG |
Delft |
|
van den |
Berg |
Dijkhoornseweg |
202 |
2635 |
EV |
Den Hoorn |
|
D |
Bergakker |
Hof van Azuur |
38 |
2614 |
TB |
Delft |
|
HR |
Bergsma |
T. van Berkhoutlaan |
21 |
2614 |
BV |
Delft |
|
A van |
Bijnen |
Hof van Azuur |
45 |
2614 |
TB |
Delft |
|
A de |
Boer |
Plein Delftzicht |
2 |
2627 |
CA |
Delft |
|
MG |
Boeters |
Laan van Groenewegen |
7 |
2614 |
KG |
Delft |
|
|
Boks |
Dijkhoornseweg |
204 |
2635 |
EV |
Den Hoorn |
|
B. |
Bouma |
Lookwatering |
48 |
2614 |
KA |
Delft |
|
W |
Bouwknecht |
Dijkshoornseweg |
37 |
2635 |
EJ |
Den Hoorn |
|
|
Broekman |
Hof van Azuur |
32 |
2614 |
TB |
Delft |
|
H |
de Hoog |
Hof van Azuur |
43 |
2614 |
TB |
Delft |
|
L.M.J. |
de Vette |
Laan van Groenewegen |
28 |
2614 |
KG |
Delft |
|
PTV |
Dessons |
Dijkshoornseweg |
175 |
2614 |
KC |
Delft |
|
W. |
Dijkxhoorn |
Dijkshoornseweg |
140 |
2614 |
KB |
Delft |
|
MCP van |
Dorst |
Naaldwijkseweg |
139 |
2691 |
RD |
s-Gravenzande |
|
R |
Duijndam |
Laan van Groenewegen |
26 |
2614 |
KG |
Delft |
|
HW v.d. |
Ende |
Lookwatering |
43a |
2614 |
KA |
Delft |
|
JC van |
Erk |
Lookwatering |
44a |
2614 |
KA |
Delft |
|
|
Geryszewski |
Hof van Azuur |
27 |
2614 |
TB |
Delft |
|
Y 't |
Hart |
Hof van Azuur |
36 |
2614 |
TB |
Delft |
|
P. |
Harteveld |
Woudselaan |
9 |
2635 |
CH |
Den Hoorn |
|
CG van |
Hengel |
Hof van Azuur |
37 |
2614 |
TB |
Delft |
|
E. |
Huisman |
Dijkshoornseweg |
205 |
2614 |
KC |
Delft |
|
M |
Ivens |
Hof van Azuur |
14 |
2614 |
TB |
Delft |
|
JP |
Keet |
Lookwatering |
50 |
2635 |
EA |
Den Hoorn |
|
P |
Koper |
Hof van Azuur |
40 |
2614 |
TB |
Delft |
|
C. |
Koppert |
Hof van Azuur |
46 |
2614 |
TB |
Delft |
|
ER de |
Koster |
Hof van Azuur |
36 |
2614 |
TB |
Delft |
|
JH |
Lekkerkerk |
Lookwatering |
39 |
2614 |
KA |
Delft |
|
A. v.d. |
Maarel |
Dijkhoornseweg |
128 |
2635 |
E |
Den Hoorn |
|
LMC van |
Marrewijk |
Woudselaan |
1 |
2614 |
KB |
Delft |
|
L |
Meyer |
Woudselaan |
2 |
2635 |
CH |
Den Hoorn |
|
AM |
Moerman |
Dijkshoornseweg |
142 |
2614 |
KD |
Delft |
|
J |
Nowee |
Dijkshoornseweg |
136 |
2614 |
KD |
Delft |
|
J |
Nowee |
Dijkshoornseweg |
134 |
2614 |
KD |
Delft |
|
J. Th. H. van |
Paassen |
Laan van Groenewegen |
16 |
2614 |
KG |
Delft |
|
F. van |
Paassen |
Laan van Groenewegen |
9 |
2614 |
KG |
Delft |
|
AAM van |
Paassen |
Laan van Groenewegen |
17 |
2614 |
KG |
Delft |
|
J van |
Paassen |
Dijkshoornseweg |
165 |
2614 |
KC |
Delft |
|
MJ van |
Paassen-Ham |
Laan van Groenewegen |
14 |
2614 |
KG |
Delft |
|
MHG |
Peters |
Lookwatering |
47 |
2614 |
KA |
Delft |
|
H. |
Poot |
Lookwatering |
43 |
2614 |
KA |
Delft |
|
De |
Roos |
Hof van Azuur |
33 |
2614 |
TB |
Delft |
|
JA |
Rost |
Hof van Azuur |
35 |
2614 |
TB |
Delft |
|
G |
Schenkeveld |
Woudselaan |
3 |
2614 |
RB |
Delft |
|
P. Weerkamp/ M. |
Sleurink |
Hof van Azuur |
39 |
2614 |
TB |
Delft |
|
M |
Sleurink |
Boomkwekerij |
45 |
2635 |
KC |
Den Hoorn |
|
A van |
Splunter |
Hof van Azuur |
9 |
2614 |
TB |
Delft |
|
MGE |
Stoffer |
Hof van Azuur |
34 |
2614 |
TB |
Delft |
|
HR |
van der Sluis |
Hof van Azuur |
44 |
2614 |
TB |
Delft |
|
Marjam |
van Velzen |
Woudselaan |
6 |
2635 |
CH |
Den Hoorn |
|
G vd |
Velden |
Lookwatering |
34 |
2614 |
KA |
Delft |
|
D van |
Velzen |
Woudselaan |
6 |
2635 |
CH |
Den Hoorn |
|
J. en E. van |
Vliet |
Hof van Azuur |
28 |
2614 |
TB |
Delft |
|
RS de |
Vries |
Hof van Azuur |
48 |
2614 |
TB |
Delft |
|
EJN |
Wendel |
Hof van Azuur |
47 |
2614 |
TB |
Delft |
|
R |
Zeelen |
Hof van Azuur |
42 |
2614 |
TB |
Delft |
|
CM |
Zwetsloot |
Laan van Groenewegen |
2 |
2614 |
KG |
Delft |