Stuk 84 I Delft,
11 mei 2004.
409747
Onderwerp: Vaststelling ontwikkelingsplan Van Foreestweg
/ Van Kinschotstraat
Aan de gemeenteraad.
Geachte dames en heren,
In het
noordwest kwadrant van Delft, direct grenzend aan de westzijde van de
Provinciale weg ligt de Kuyperwijk. De wijk is gebouwd aan het eind van de
jaren ’60. Op de hoek Provinciale weg – Van Foreestweg ligt een trapveld en een
kleinschalige éénlaagse bebouwing. Deze open ruimte is hier niet op zijn plaats
en vormt in feite een verstoring van de structuur van de wijk. Ontwikkeling van
deze locatie biedt de mogelijkheid tot opwaarderen en afronden van dit deel van
de Kuyperwijk en het benutten van de mogelijkheid om de ruimtelijke relatie met
de (binnen)stad en ruimere omgeving te versterken. Invulling van een locatie
als deze past ook binnen het principe van de compacte stad. Daarnaast noodzaken
ontwikkelingen op de (woning)markt tot realiseren van gerichte voorzieningen en
woningtypes. Hiervoor is de beschikbaarheid van een geschikte locatie een
noodzaak.
Een
ontwikkelaar heeft het initiatief genomen om op de locatie een nieuw
woonzorgconcept te realiseren. Op dit moment is op deze plaats een buurtcentrum
(Buurtraad ’75) en een peuterspeelzaal gevestigd en wordt het aanwezige groen
als trapveldje gebruikt. Herontwikkeling van de locatie biedt de kans voor het
bezien van mogelijkheden voor herhuisvesting van deze bestaande functies en
toevoeging van andere gewenste voorzieningen. Over het algemeen hebben de
bestaande woonblokken een hoogte van 4 woonlagen op een plint. Daarnaast is er
sprake van hoogbouw in de vorm van galerijflats van 8 tot 12 lagen. Voor dit
gebied zijn plannen in ontwikkeling die voorzien in de bouw van een
woonzorgconcept met een maximum van 25 lagen. Tevens zijn er voorzieningen
gewenst in de medische sector (een gezondheidscentrum) en een wijkcentrum.
De
sterkte van de locatie is zijn prominente ligging aan een belangrijke kruising
in het noordwestelijke deel van Delft. Het heeft een goede maat voor een
robuuste ontwikkeling, die ook nodig is gezien de schaal van de verkeersruimte
in de directe omgeving van het plangebied. De wens bestaat om hier een hoogte
accent te realiseren dat onderdeel wordt van de al aanwezige hoogte accenten in
Delft. Bij de keuze voor hoogbouw worden de stedenbouwkundige randvoorwaarden
met name bepaald door de wenselijke landmarkwerking. Dit betekent een
bouwhoogte van circa 25 lagen. Daarbij zijn schaduw-, wind- en visuele hinder
belangrijke aspecten bij de uitwerking van de bouwplannen. Uit eerste
verkennende onderzoeken is gebleken dat bij een ligging van de hogere bebouwing
dicht bij de kruising van de provinciale weg geen hinder op bovengenoemde
punten ontstaat, mits sprake is van een slanke toren. Bij de hogere bebouwing
als accent hoort een lagere bebouwing voor het overige deel van het plangebied.
Een zekere robuustheid van deze lagere bebouwing is wenselijk. Hierbij kan
worden gedacht aan een bouwhoogte van 2 tot 4 bouwlagen.
De
bestaande omgeving geeft aanleiding voor het hanteren van duidelijke rooilijn
waarbinnen de nieuwe bebouwing zich moet bevinden. De ecologische functie van
de groenstructuur aan twee zijden van het plangebied geven eveneens duidelijke
randvoorwaarden ten aanzien van aan te houden afstanden. De locatie leent zich
uitstekend om voorzieningen voor de buurt onder te brengen, bijvoorbeeld een
gezondheidscentrum en wijkcentrum. Op deze wijze wordt ook een koppeling gelegd
met het woonzorgconcept.
Noordwest
Delft is een wijk die wat betreft zorg relatief weinig voorzieningen kent.
Naast het gezondheids- en wijkcentrum is toewijzing van de woningen aan ouderen
met een zorgindicatie dan ook een duidelijke wens bij ontwikkeling van het
plangebied. Daarbij is het tevens wenselijk dat een deel van het totaal aantal
te realiseren woningen in de sociale huursector wordt gerealiseerd.
Het
plangebied ligt in het bestaand stedelijk gebied van Delft en maakt onderdeel
uit van de Kuyperwijk. Het plangebied van deze ontwikkelingsvisie wordt
afgebakend door de Van Foreestweg, de Provinciale weg, de Sasboutstraat en de
Van Kinschotstraat. De gronden van het te ontwikkelen gebied zijn in eigendom
van de gemeente Delft.
Voor het
plangebied vigeert momenteel het bestemmingsplan “Uitbreidingsplan Kuyperweg”
(vastgesteld 27 januari 1954 en goedgekeurd op 4 januari 1955). Dit
bestemmingsplan heeft de basis gevormd voor de realisering van de wijk en geeft
daarom grotendeels de bestaande situatie weer. Het plangebied heeft overwegend
de bestemming ‘Bijzondere bebouwing’ en ‘tuin of open erf’. Binnen de
bestemming ‘Bijzondere bebouwing’ mogen gebouwen worden opgericht met een
openbaar of semi-openbaar karakter zoals kerkelijke gebouwen, scholen,
wijkgebouwen, bejaardentehuizen en dergelijke. Daarbij zijn met vrijstelling
bijbehorende woningen toegestaan. Een maximale bouwhoogte is niet
voorgeschreven. Binnen de bestemming ‘tuin en open erf’ is geen bebouwing
toegestaan met uitzondering van niet voor bewoning bestemde kleine bijgebouwen
als bergingen en garages.
Omdat de
beoogde herontwikkeling niet past binnen de juridische regeling voor het gebied
is een nieuw bestemmingsplan noodzakelijk, dan wel dient een
vrijstellingsprocedure als bedoeld in artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke
Ordening te worden gevolgd.
Voor
het plangebied is een concept-“Ontwikkelingsplan Van Foreestweg / Van
Kinschotstraat” opgesteld, waarin een beschrijving wordt gegeven van de
bestaande situatie, de van toepassing zijnde regelgeving, het (gemeentelijk)
beleid en de hieruit volgende gewenste ontwikkeling van het gebied. Het
ontwikkelingsplan is de ruimtelijke onderbouwing voor de te volgen
vrijstellingsprocedure als bedoeld in artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke
Ordening. De inhoud van het ontwikkelingsplan zal op termijn worden opgenomen
in het nieuwe bestemmingsplan voor de woonwijken in het noordwestelijke
kwadrant van de gemeente Delft.
Van 8
december 2003 tot en met 5 januari 2004 heeft het ontwikkelingsplan
Van
Foreestweg /Van Kinschotstraat voor inspraak ter inzage gelegen. Het
concept-ontwikkelingsplan Van Foreestweg / Van Kinschotstraat is op 17 december 2003 gepresenteerd tijdens
een inloopbijeenkomst in de Altena Hoeve.
Het
plan is toegelicht met tekeningen, foto’s en teksten op panelen. De presentielijst
is door 27 insprekers getekend. Bij een zogenoemd inspraakloket is gelegenheid
geboden mondeling een visie op het voorgenomen plan te geven. Van deze
mondelinge inspraak is een verslag gemaakt.
De volgende
personen hebben schriftelijk inspraak gegeven op het ontwikkelingsplan:
1.
mevrouw M. van der Tempel, Van Adrichemstraat 9,
2614 BJ Delft. Getekend op 17 december 2003, ingekomen op 22 december 2003;
1.
mevrouw J. van Dijk, van Groenewegenstraat 76, 2614
BH Delft. Getekend op 22 december 2003, ingekomen op 29 december 2003;
1.
E.J. Monteny-Lander, Van Kinschotstraat 25, 2614 XP
Delft. Getekend op 28 december 2003, ingekomen op 30 december 2003;
1.
Gemeenschappelijke inspraakreactie van 2 januari
2004, ingekomen op 5 januari 2004. Ondertekend door 26 insprekers. De
persoonsgegevens zijn toegevoegd in bijlage 1.
1.
H. Haakman, Van Adrichemstraat 339, 2614 BS Delft.
Ingekomen op 5 januari 2004.
Aangevuld
bij schrijven van 26 februari 2004, mede ondertekend door 207 buurtbewoners.
1.
Stadsgewest
Haaglanden Postbus 66, 2501 CB Den Haag;
2.
Centraal
Overlegorgaan Woningcorporaties Delft, Marlotlaan 5, 2614 GV Delft;
3.
Inspecteur
voor de Ruimtelijke Ordening in de provincie Zuid-Holland, Postbus 1160, 2001 BD Haarlem;
4.
Hoogheemraadschap
Delfland, Postbus 3061, 2601 DB Delft;
5.
Provinciaal
Planologische Commissie secretariaat, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag;
Er zijn
reacties binnengekomen van:
Getekend 19 januari 2004, ingekomen 27 januari 2004;
2.
Provinciale
Planologische Commissie, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag. Getekend 9 maart
2004, ingekomen 10 maart 2004.
De
geplande nieuwbouw heeft gevolgen voor het beeld van en uitzicht in het gebied. Het ter plaatse
geldende bestemmingsplan laat echter ter plaatse al bebouwing toe en stelt geen
eisen aan de toegestane bouwhoogte. , doch dit is gelet op
het bestemmingsplan en de stedelijke situatie aanvaardbaar.
Intensivering van ruimtegebruik door middel van de woontoren past binnen het rijks-, provinciaal-,
regionaal en gemeentelijke beleid om gebruik van grond te intensiveren op
die plaatsen die passend worden geacht (die plaatsen die gelegen zijn in de
directe omgeving van de binnenstad en die goed ontsloten zijn voor verkeer) en
andere plaatsen juist ontzien (bijvoorbeeld het buitengebied).
Gegevenlet
de op de bestaande bouwmogelijkheden in het thans geldende
bestemmingsplan wordt de verandering van de bezonning niet onaanvaardbaar
geacht. Gelet op de hoogte en afstand van de nieuwbouw tot bestaande bebouwing
en vooral de draairichting van de zon blijkt niet dat de daglichttoetreding
zodanig wordt beïnvloed dat onder normale omstandigheden overdag de verlichting
aan hoeft.
Een
nader windhinder onderzoek zal nog verricht worden bij de aanvraag van de
bouwvergunning. Het windhinder onderzoek is in juli 2004 afgerond. Vrije uitzicht
Verkeer
Als gevolg van Door de
realisatie van de Delftse woningbouwplannen in de Harnaschpolder en de
woontoren zal het
aantal verkeersbewegingen het wat drukker worden
op de Van Foreestweg toenemen, maar niet zodanig
dat het hinderlijk of onveilig wordt. Berekeningen met het
verkeersmodel geven aan dat de Van Foreestweg de autostroom aankan. Het
kruispunt Van Foreestweg - Provinciale Weg moet echter worden aangepast door
middel van het verwijderen van de “vanglichten” op de kruising voor de linksaf-bewegingen,
het aanpassen van de rijstrookindelingen voor de verkeerslichten en het
verlengen van een aantal opstelvakken.
Zodoende kan ruimte worden geboden
voor betere en veilige verkeersregeling.
Op de pProvinciale
wWeg
zelf zullen zich, met een aangepaste kruising, hier ter plaatse geen problemen
voordoen. De
verkeersdrukte zal aldus toenemen op de Van Foreestweg en de provinciale weg
maar deze toename zal gelet op de onderzoeksgegevens niet leiden tot een onveilige of anderszins onaanvaardbare
situatie. De verkeerstoename als gevolg van het voorliggende bouwplan
daarbij van zeer beperkte invloed zijn.
Om
voornoemde redenen hebben deze inspraakreacties niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan. De overlegreacties hebben geleid tot geringe
aanpassingen van de milieuparagraaf van het ontwikkelingsplan.
Onder voorbehoud van gunstig advies
van de commissie duurzaamheid stellen wij u voor het Ontwikkelingsplan Van
Foreestweg / Van Kinschotstraat vast te stellen.
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van Delft,
H.M.C.M. van Oorschot ,burgemeester.
H.G.L.M. Camps ,secretaris.
De raad der gemeente Delft,
gelezen het voorstel van het college van 11 mei 2004;
gelet op de Wet op de Ruimtelijke Ordening en de nota
“Evaluatie wijziging WRO” en met inachtneming van het advies van de commissie
Duurzaamheid;
b e s l u i t:
het ontwikkelingsplan Van Foreestweg / Van Kinschotstraat
vast te stellen.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 27
mei 2004.
,burgemeester.
,griffier.