Mevrouw Bijleveld-van der
Hoeven (gemeente) opent de bijeenkomst om 17.30 en heet de aanwezigen welkom.
De heer Grashoff
(gemeente) zet uiteen dat we bij ruimtelijke plannen in Delft hebben gekozen om
eerst een plan te maken met realiteitswaarde om dit dan later te bespreken in
een breder verband. Het ontwikkelings-plan is een fase voor het
bestemmingsplan. Deze bijeenkomst is georganiseerd om de toekomstige
ontwikkelingen voor TU Noord bespreekbaar te maken.
De heer De Vries merkt op
dat de voorbereiding van het ontwikkelings-plan al een behoorlijke tijd in
beslag heeft genomen en vraagt waarom bewoners niet eerder bij de plannen zijn
betrokken. De heer Grashoff geeft aan dat de gemeente eerst een concreet, reëel
plan wil hebben om te kunnen bespreken. Dat is gebeurd bij de presentatie van
het plan op (6 mei jl. N.a.v. de
inspraakreacties op het plan is het concept aangepast. Deze avond is de eerste
om in overleg met bewoners het concept-ontwikkelingsplan verder inhoud te
geven.
Mevrouw Morshuis merkt op
dat de bewoners van de Botaniestraat al sinds 10 jaar corresponderen met de
gemeente over de verkeers-problematiek van de straat en vraag zich af waarom
hier niets van is terug te vinden in het plan. De heer Grashoff brengt naar
voren dat hier wel degelijk over nagedacht is, voorstellen zijn opgenomen in
het conceptontwikkelingsplan en dat dit onderwerp ook in deze overlegstructuur
aan de orde kan worden.
De heer Abbinga stelt de
relatie tussen de TU en de gemeente aan de orde en merkt op dat hij een andere
opstelling van de TU verwacht had. Mevrouw Bijleveld-van der Hoeven legt uit
dat de TU initiatiefnemer is voor de herontwikkeling van het gebied. De TU
heeft er voor gekozen om zelf een plan te (laten) maken en dit plan later te
bespreken met de gemeente. De gemeente heeft gereageerd op de plannen van de TU
en het resultaat is opgenomen in het conceptontwikkelingsplan. De heer Grashoff
vult hierop aan dat er geen enkel bestuurlijk overleg tussen de TU en de
gemeente hierover is geweest en er dus ook bestuurlijk niets is vastgelegd.
De heer De Vries is van
mening dat er niet voldoende en bovendien pas in een laat stadium is gekeken
naar de behoefte van de buurt.
De heer Kuil (TU) vertelt
dat is gezocht om de herontwikkeling te realiseren in samenhang met
studentenhuisvesting. De gemeente had al in een eerder stadium aangegeven hier
de voorkeur voor te hebben.
De heer Bankras
onderstreept de mening van de heer De Vries en is ook van mening dat het plan
een hypotheek legt op de voormalige politiepost, verder is hij van mening dat
het niet netjes is afgehandeld. De heer Grashoff geeft aan dat de gemeente het
juist van belang vindt dat met een dergelijke situatie netjes wordt omgegaan en
dat individuele belangen meegenomen worden.
De heer Backelandt
refereert aan een brief van de gemeente uit 1985, waarin staat dat als er
plannen gemaakt worden, de omwonenden gehoord zullen worden en in een vroeg
stadium betrokken zullen worden bij eventuele ontwikkelingen. Ook hij vraagt
waarom de omwonenden niet eerder bij de planvorming zijn betrokken.
De heer Grashoff geeft
wederom aan dat het moment van meedenken over de plannen bij het naar buiten
brengen van het ontwikkelingsplan gestart is. De vervolgoverleggen zullen in
kleiner verband worden gehouden.
Mevrouw Kieftenburg
vraagt of de wijkcoördinatoren bij de planontwikkeling zijn betrokken geweest.
Mevrouw Mastenbroek antwoordt dat dit inderdaad gebeurd is.
Mevrouw Bijleveld-van der
Hoeven merkt op dat het plan een hoog abstractie niveau heeft; bij het
opstellen van het beeldkwaliteitsplan komt pas een gedetailleerdere uitwerking.
Mevrouw De Jongh Swemer
merkt op dat het plan van Duwo al een totaal ingevuld plaatje is met veel
studentenhuisvesting en is van mening dat de geplande hoogbouw aan de
Poortlandplein en Schoemakerstraat in het plan zitten om het plan financieel
haalbaar te maken. De heer Grashoff legt uit dat uiteindelijk de bestaande
Raadbevoegdheid beslissend is en dat er bij deze procedures ook nog
inspraakmogelijkheden zijn.
De heer Abbinga merkt op
dat het plan niet dichtgetimmerd mag worden met allerlei financiële
rekensommetjes en hij vraagt zich af of er ruimte is om de knelpunten te
bespreken. Mevrouw Bijleveld-van der Hoeven geeft aan dat die ruimte er zeker
is, daar is deze bijeenkomst ook voor bedoeld. De heer Grashoff vult aan dat
zowel economische belangen als belangen voor de omwonenden moeten worden
meegenomen in planvorming, maar dat de plannen wel realiteitswaarde en dus ook
economische waarde moeten hebben om ze te kunnen uitvoeren.
Mevrouw Smeets vraagt of
aangegeven kan worden welke gebouwen in eigendom van wie zijn. Mevrouw
Bijleveld-van der Hoeven vertelt dat het hoofdgebouw in eigendom van de TU is.
Verder zijn alle gebouwen tussen de Mijnbouwstraat en het Kanaal in eigendom
verdeeld tussen TU en Duwo, inclusief de buitenruimten.Het De Vries van
Heijstplantsoen, de Kanaalweg en het Zuidplantsoen zijn in eigendom van de
gemeente. De heer Grashoff vult hierop aan dat het, in dit stadium van het
plan, nog niet zoveel zin heeft diep op de eigendomssituatie in te gaan. Het is
beter om een totaalplaatje te krijgen dat waarde heeft voor iedereen. Mevrouw
Wijffel stelt aan de orde dat de Mekelweg ook in eigendom is van de TU. De heer
Grashoff antwoordt dat dit inderdaad zo is, maar dat gemeentelijke
RO-bevoegdheden ook over eigendommen gaan. Op voorstel van de heer Grashoff wordt
afgesproken dat de gemeente een kaart op hoofdlijnen beschikbaar laat maken
waarop de eigendomssituatie staat aangegeven.
Mevrouw Smeets brengt
naar voren dat de bewoners van de Botaniestraat graag willen dat de straat
wordt afgesloten, om schade te voorkomen. Zij stelt voor de Botaniestraat mee
te nemen in het ontwikkelingsplan. De heer Grashoff zegt toe de
Botaniestraat mee te nemen in het ontwikkelingsplan.
De heer Abbinga
informeert of het voor de procedure consequenties heeft als niet alles wat
gemeld is onder naam van spreker is terug te vinden in de verslaglegging.
Mevrouw Bijleveld-van der Hoeven antwoordt dat het geen consequenties heeft
voor de procedure.
2.
Voorstel overleg structuur
Mevrouw Bijleveld-van der
Hoeven brengt naar voren dat het de bedoeling is in het vervolg met een
kleinere groep mensen van de belangenvereniging te overleggen. Het voorstel van
mevrouw De Jongh Swemer om de bijeenkomsten te organiseren per straat of
deelgebied wordt niet aangenomen. Mevrouw Bijleveld-van der Hoeven legt uit dat
het belangrijk is om de samenhang van het gebied te bewaren en dit kan alleen
als er vanuit verschillende invalshoeken de situatie besproken wordt. Daarom
stelt zij voor dat er vertegenwoordiging zal zijn van verschillende
deelgebieden tijdens de overleggen.
Er wordt afgesproken
dat Mevrouw Bijleveld-van der Hoeven en de heer De Vries de overlegstructuur
verder inplannen.
3.
Bespreekpunten
· Procedure,
rol van de TU, en betrokkenheid van de bewoners
Dit punt is al
uitgebreid aan de orde gekomen onder agendapunt 1.
· Begrenzing
van het gebied
Mevrouw Bijleveld-van der
Hoeven merkt op dat het ontwikkelingsplan alleen TU Noord betreft en het
bestemmingsplan het gebied vanaf het kanaal tot aan de Rijksweg A-13.
Mevrouw De Jongh Swemer
vraagt hoe de gemeente omgaat met de verschillende ontwikkelingen in de wijken
in relatie tot het bestemmings-plan. Mevrouw Van de Sande (gemeente) legt uit
dat alle plannen worden samengevoegd in het bestemmingsplan. Mevrouw Wijffels
stelt voor om de omgrenzende woningen bij het plan te betrekken, omdat deze
woningen ook invloed zullen ondervinden van de herontwikkeling van het gebied.
De heer De Vries vult hierop aan dat t.a.v. het verkeer de situatie breder moet
worden bekeken. Mevrouw Van de Sande (gemeente) geeft aan dat dit gebeurt bij
het bestemmingsplan en dat bij de verkeersstudies die verricht worden bij het
ontwikkelingsplan voor TU Noord, ook wordt gekeken wat er om het gebied heen
gebeurt.
Mevrouw Wijffels merkt op
dat tijdens de voorlichtingsavond van d.d. 6 mei 2003, door de gemeente een
aantal keer is verwezen naar het Lokaal Verkeer- en Vervoersplan. Dit plan
blijkt nog niet klaar te zijn en is dus nog niet in te zien. De heer Grashoff
zet uiteen dat de cyclus van het Lokaal Verkeer- en Vervoersplan zal beginnen
met een startbijeenkomst. Deze bijeenkomst is inmiddels in de raadscommissie
vastgesteld, maar heeft nog niet plaatsgevonden. Naar verwachting is het Lokaal
Verkeer- en Vervoersplan in het najaar van 2004 klaar.
De heer De Vries
informeert of de belangenverenigingen in het vervolg geďnformeerd kunnen worden
wanneer de, voor de verenigingen van belangzijnde onderwerpen, geagendeerd
staan voor behandeling in de raadscommissie. Mevrouw Bijleveld-van der Hoeven
antwoordt dat veranderingen wel gemeld kunnen worden, maar dat het niet
mogelijk is per persoon toe te zeggen wanneer wat behandeld wordt in de
raadscommissie. Het is ieders eigen verantwoordelijkheid om dit te volgen. Dit
kan via de publicaties in de Stadskrant en via de gemeente website, waar deze
informatie in staat.
De heer Aalbers
vraagt of het niet mogelijk is de publicaties een week van tevoren te plaatsen.
De heer Grashoff antwoordt dat dit zo al gebeurt. Volgens de procedure
ontvangen de raadsleden 10 dagen van tevoren de stukken en verschijnt het dan
ook in de stadskrant en de website.
Op voorstel van mevrouw
De Jong Swemer wordt afgesproken dat de grens helderder in het plan wordt
aangegeven. De heer Grashoff vult aan dat dit zeker geldt voor het gebied
rondom het Poortlandplein. De begrenzing van het in het ontwikkelingsplan
opgenomen gebied zal bij het Poortlandplein ruimer worden genomen.
· Hoogteaccent
Poortlandplein, verdwijnen politiepost
Mevrouw Mastenbroek licht
aan de hand van een nieuwe tekening toe, dat er n.a.v. de inspraakreacties
opnieuw is gekeken naar de verkeersstructuur. Door de nieuw geplande
verkeersstructuur is de eerder geplande hoogbouw aan de Poortlandplein onnodig.
De wijzigingen in een
notedop:
Een aantal mensen reageert
enthousiast op het plan.
Mevrouw Wijffels merkt op
dat de veranderingen in het plan ten koste gaan van de Michiel de Ruyterweg en
is voornemens hier bezwaar tegen in te brengen.
· Nieuwbouw
Schoemakerstraat
Ook voor de nieuwbouw aan
de Schoemakerstraat zijn inmiddels gewijzigde plannen. Een en ander zal worden
opgenomen in het Beeldkwaliteitsplan. Het Beeldkwaliteitsplan, waar momenteel
aan wordt gewerkt, is nog in conceptfase en nog niet besproken met de
welstandscommissie. De hoogbouwplannen voor het begin van de Schoemakerstraat,
ter hoogte van de Ch.de Bourbonstraat zijn bijgesteld. Mevrouw Mastenbroek
(gemeente) laat aan de hand van de nieuwe tekening zien dat de geplande
bouwmassa aan de Schoemakerstraat, ten opzichte van de weg, verplaatst is. Daarnaast
zijn ook de plannen voor de torentjes aan het Zuidplantsoen bijgesteld. Eerdere
plannen gingen uit van 3 torens, nu worden het er twee, met een maximale hoogte
van 16 meter.
· Verkeer
De heer Van der Horst
(gemeente) zet uiteen wat de veranderingen v.w.b. het verkeer zijn in het
nieuwe plan:
Noord-zuid autoroute via
Schoemakerstraat, Zuidplantsoen en M. de Ruyterweg; Oost-west route via de
Julianalaan linksafbeweging voor auto’s op Poortlandplein
(Schoemakerstraat-Julianalaan) niet meer mogelijk, linksafbeweging voor auto’s
op Mijnbouwplein (M. de Ruyterweg-Mijnbouwstraat) niet meer mogelijk.
Inpassen tram/busbaan
vanaf de Sebastiaansburg over de M. de Ruyterweg / Mekelweg. De tram komt op de
Sebastiaansburg in oostelijke zijligging, op de M. de Ruyterweg tussen
Mijnbouwplein en kruising met Julianalaan in middenligging en op de M. de
Ruyterweg vanaf Julianalaan in westelijke zijligging. Er komt een halte op de
M. de Ruyterweg nabij kruising met Julianalaan.
3.
Fiets:
Twee
richtingen fietspad TU-Kanaalweg aan westzijde van M. de Ruyterweg.
Mijnbouwstraat tussen Poortlandplein en M. de Ruyterweg wordt “fietsstraat”.
De heer De Vries merkt op
dat de totale verkeersstroom zal toenemen.
Mevrouw Wijffels vult
hierop aan dat er nu al een overschrijding is van geluid en
luchtkwaliteitsnormen op de M. de Ruyterweg, terwijl er ook nog een tramlijn
gepland is in de toekomst. De heer
Grashoff geeft aan dat het uiteindelijke plan zal moeten voldoen aan alle
normen voor lucht- en geluidskwaliteitseisen. De M. de Ruyterweg is nu eenmaal
onderdeel van de hoofdwegenstructuur van de stad en helaas is de
verkeersproblematiek daar moeilijk op te lossen.
De
heer De Vries brengt naar voren dat er een gedetailleerd effectonderzoek
(TNO-model bijv.) voor de nieuwe verkeersopzet moet worden uitgevoerd.
De
heer Bankras merkt op dat er van de afsluiting van de Mekelweg
op
de tekening niets terug te vinden is en hij heeft niet het idee dat er
is
gekeken wat het afsluiten van de Mekelweg betekent voor de
Julianalaan.
Mevrouw Bijleveld-van der Hoeven merkt op dat deze
discussie
niet over de Mekelweg gaat, omdat de verkeerssituatie blijft zoals die is en de
afsluiting van de Mekelweg niet.i.h.k.v. dit plan is.
Mevrouw
De Jongh Swemer vraagt of het mogelijk is een grotere plankaart van het gebied
te maken om een beter overzicht te krijgen.
De
heer Grashoff vult hierop aan dat hierop moet worden aangegeven wat de gevolgen
voor het hele gebied zijn.
Mevrouw
Wijffels stelt voor het verkeer voor de parkeergarage bij de Veste via een
draaibrug toegang te verlenen. De heer Grashoff legt uit dat de situatie van de
stad hierdoor juist aanzienlijk zou verslechteren. De Oostpoortplein valt dan
terug in de oude situatie, wat niet wenselijk is. De garage bij de Veste betekent
overigens geen toename van parkeerplaatsen omdat verschillende parkeerplaatsen
in de binnenstad zullen verdwijnen in de toekomst.
Mevrouw
De Jongh Swemer merkt op of het niet beter is het plan te maken zonder de tram,
omdat het nog niet zeker is dat deze er komt en bovendien zal het nog enige
jaren duren. Mevrouw Bijleveld-van der Hoeven merkt op dat er voor toekomstige
ontwikkelingen reserveringen in het plan gemaakt moeten worden.
De
heer Backelandt merkt op dat met dit plan de verkeerssituatie voor de Julianalaan
alleen maar verslechtert. De Julianalaan wordt gebruikt als sluiproute naar de
Zweth, dit zal met het plan alleen maar verergeren. De heer Grashoff meldt dat
de sluiproute naar de Zweth al wordt meegenomen i.h.k.v. Sluiproutes Midden
Delfland. Door het plaatsen van verkeersremmende maatregelen zal de sluiproute
naar de Zweth onaantrekkelijker gemaakt worden.
Mevrouw
Smeets dringt nogmaals aan op de afsluiting van de Botaniestraat. Er gaat nog
steeds bouwverkeer door de straat, hetgeen in strijd is met de afspraak die er
met Duwo gemaakt is. Mevrouw Bijleveld-van der Hoeven geeft aan dat zij op de
bewonersavond van 6 mei jl. heeft toegezegd dat de gemeente en Duwo erop
aangesproken kunnen worden indien bouwverkeer door de straat rijdt. Er is weliswaar
een incident geweest dat bouwverkeer door de straat heeft gereden, maar dit
bouwverkeer was niet van Duwo. Na onderzoek bleek het te gaan om werkzaamheden
in het kader van het lustrum van het
studentencorps. De leden van het Corps waren niet op de hoogte van de
afspraken. In het conceptontwikkelingsplan is een oplossing bedacht voor de
verkeersproblematiek van de Botaniestraat, maar deze oplossing is niet op korte
termijn te realiseren.
Op
voorstel van mevrouw Bijleveld-van der Hoeven wordt afgesproken het
agendapunt Verkeer weer te agenderen voor de volgende bijeenkomst.
Mevrouw
Kieftenburg informeert naar de overige voorzieningen in het plan zoals
speelgelegenheid, kinderopvang en detailhandel. Mevrouw Bijleveld-van der
Hoeven legt uit dat het de primaire verantwoording van de gemeente is om voor
groen en eventuele speelplekken daarin te zorgen, maar dat de gemeente t.a.v.
zaken als extra detailhandel, kinderopvang e.d. niet verantwoordelijk is voor
de realisatie van de andere genoemde functies. De heer Grashoff merkt op dat
dit inderdaad geen wettelijke taak van de gemeente is, maar omdat er een
toename van woonfunctie is, hij dit onderwerp wel nader wil bekijken.
De
heer De Vries merkt op dat er in het verleden geen speelplekken in het gebied
zijn gerealiseerd. Mevrouw Bijleveld-van der Hoeven antwoordt dat dit komt
omdat er in het verleden nog niet veel kinderen in het gebied woonden. Binnen
het conceptontwikkelingsplan zijn de ruimtelijke reserveringen aanwezig.
· Sloop
Julianalaan 67
De
sloop staat nog steeds gepland. Mevrouw De Jongh Swemer geeft aan dat in een
oud document van de gemeente staat aangegeven dat dit pand behouden zou moeten
blijven. Zij heeft het betreffende document bij de gemeente opgevraagd. Mevrouw
Van de Sande overhandigt het document ‘Nota van Randvoorwaarden en
Uitgangspunten TU Noord’ uit 1995 aan mevrouw De Jongh Swemer.
Mevrouw
Van de Sande geeft aan dat de informatie over monumenten in deze nota inmiddels
wel achterhaald is. In 1995 was alleen Kanaalweg 4b officieel als monument
aangeduid. Inmiddels heeft er een monumentenselectie plaatsgevonden en zijn nog
enkele andere panden aangewezen als monument. Julianalaan 67 behoort hier niet
toe. Overigens was dit pand ook in de nota uit 1995 niet genoemd als één van de
te handhaven gebouwen.
Mevrouw
De Jongh Swemer vraagt of er studies verricht zijn of de Julianalaan 67
behouden kan worden. Misschien een hotelfunctie een idee voor het pand. De heer
Grashoff merkt op dat hotelfunctie voor dit pand geen optie is, omdat er op Kanaalweg
2b al een hotel gepland is dat meer gewenst is door de gemeente door de
gunstige ligging. De heer De Vries vraagt of de verrichte studies in te zien
zijn. De heer Kuil legt uit dat alle openbare stukken van de gemeente in te
zien zijn, maar dat stukken van de TU en de architecten niet openbaar zijn en
dus niet in te zien zijn. Bij onderzoek kwam naar voren dat de woonfuncties
waar de gemeente behoefte aan heeft, voor het pand economisch niet haalbaar
zijn.
· Sloop
Gele Scheikunde
Ook
deze sloop staat nog steeds in het vernieuwde plan.
De
heer Bankras geeft aan dat de bewoners het pand mooi vinden en dat het slopen
ervan niet gewenst is door de bewoners. Hij vraagt of er gekeken is of er delen
van het pand herbruikbaar zijn. De heer Kuil (TU) geeft aan dat er wel is
gekeken of de entree gehandhaafd kan worden, maar dit bleek economisch niet
haalbaar. Mevrouw Bijleveld-van der Hoeven merkt op dat door de sloop leegstand
en verloedering wordt voorkomen.
De
heer Aalbers informeert of de Botanische Tuin gehandhaafd wordt. Mevrouw
Bijleveld-van der Hoeven geeft aan dat deze inderdaad gehandhaafd wordt en het
streven is de maximale kwaliteit te behouden.
4.
Planning
Op voorstel van
mevrouw Bijleveld-van der Hoeven wordt afgesproken dat zij en de heer De Vries
de volgende overleggen inplannen en de gehele tijdsplanning in zicht brengen.
Rondvraag
Mevrouw Wijffels
spreekt haar waardering uit voor de tegemoetkoming van de gemeente aan de
bewoners en hoopt dat het er voor de Michiel de Ruyterweg ook een goede oplossing
wordt gezocht.
Mevrouw
Kieftenburg vraagt of de volgende overleggen op een ander tijdstip gepland
kunnen worden. Mevrouw Bijleveld-van der Hoeven antwoordt dat voor dit tijdstip
is gekozen omdat er tijdens de bewoners-avond van d.d. 6 mei 2003 naar voren
kwam dat men het tijdstip van die bijeenkomst niet prettig vond. Mevrouw
Bijleveld-van der Hoeven stelt voor dat de bewoners onderling overleggen wat
een gewenst tijdstip is en dit via de voorzitter (de heer De Vries) laten
weten.
De heer De Vries
dankt de gemeente voor de gelegenheid tot reageren en meldt dat de
Belangenvereniging TU Noord een website heeft met veel informatie.
De heer Abbinga
informeert wanneer de beloofde kaarten en informatie beschikbaar zijn. Volgens
mevrouw Bijleveld-van der Hoeven is dit moeilijk aan te geven, maar het zal
gaan om deelschetsen die in kleine groepsoverleggen besproken zullen worden.
Daarna zal het resultaat in een plenair overleg gepresenteerd worden voor de
hele buurt.
Mevrouw Morshuis
informeert waar het beheer van de Botanische Tuin komt, na de sloop van
Julianalaan 67. De heer Kuil geeft aan dat het beheer ook nu al niet wordt
uitgevoerd vanuit Julianalaan 67, maar van de faculteit Technische Natuurkunde.
Wat dat betreft verandert er dus niets.
5.
Sluiting
De
bijeenkomst wordt om 20.30 afgesloten.