1.     Opening/mededelingen

Mevrouw Bijleveld-van der Hoeven heeft 2 mededelingen:

 

1. Dhr. J. Schievink heeft per e-mail laten weten dat hij de vorige bijeenkomst door een misverstand bij de Natuurvereniging niet aanwezig was. De Natuurvereniging zal alleen naar toekomstige bijeenkomsten komen waarbij groen/natuur geagendeerd is. Overigens wil hij wel graag de verslagen cc ontvangen.

        

2. De bewonersvereniging Boka zal vanavond niet aanwezig zijn bij dit overleg. Mevrouw Bijleveld-van der Hoeven vertelt dat zij een afschrift van een brief van de bewonersvereniging aan wethouder Torenstra heeft ontvangen betreffende een afspraak die de vereniging heeft met de wethouder voor een overleg. Ook is er al rechtstreeks contact geweest tussen de bewonersvereniging en Mobiliteit. Mevrouw Bijleveld-van der Hoeven merkt op dat zij het erg jammer te vindt dat de bewoners-vereniging Boka vanavond niet vertegenwoordigd zal zijn en er voor kiest de problematiek via andere wegen te bespreken.

 

N.a.v. het verslag d.d. 6 november 2003

Dhr. Backelandt merkt op dat hij op blz. 6, één na laatste alinea, mist dat dhr. Grashoff toegezegd heeft dat onderzocht zou worden of de Julianalaan een 30 km zone zou kunnen worden). Dhr. Backelandt geeft aan hij dit met name voor de veiligheid van de Julianalaan erg belangrijk vindt, omdat de Julianalaan veel als sluiproute gebruikt wordt. bBovendien wordt er erg hard gereden.

 

Hierna wordt het verslag vastgesteld.

 

Dhr. De Vries overhandigt een stuk met bespreekpunten, welke tijdens dit overleg zullen worden nagelopen. Dit valt onder punt 2 van het verslag. (Het stuk is als bijlage met het verslag meegezonden).

 

 

 

2.     Bespreekpunten

Dhr. van der Horst geeft op tekening aan wat er momenteel onderzocht wordt om het verkeer op hoofdlijnen te kunnen regelen.

Het doel is om bezoekersverkeer (van onbekenden) om te leiden via bewegbewijzering, om de binnenstad heen langs de garages Zuidpoort en Phoenixstraat. De sluiproutes overaan de Julianalaan en de Nassau-laan worden momenteel onderzocht in het Lokaal Verkeers- en Vervoersplan (LVVP) en moeten d.m.v. verkeersremmende maatregelen worden opgelost.

 

Dhr. De Vries merkt op dat in de spits een behoorlijke stremming op de A-13 ontstaat, waardoor veel mensen de A-13 verlaten via de Schoemakerstraat. Hij is van mening dat er vooral maatregelen getroffen moeten worden die het verkeer ontmoedigen voor deze route te kiezen. Dhr. van der Horst geeft aan dat dat juist één van de aandachtspunten is in het LVVP. Echter, de Schoemakerstraat maakt deel uit van het hoofdwegennet en zal dus altijd een belangrijke verkeersfunctie houden.

 

Dhrn. Abbinga en Rutten stellen voor om de Mekelweg in de plannen te betrekken en daarmee de Schoemakerstraat te ontlasten. Mevr. Bijleveld-van der Hoeven antwoordt dat dit niet mogelijk is, omdat de Mekelweg geen aansluiting heeft op de Kruithuisweg en ook niet kan krijgen. Bovendien wil de TUD de Mekelweg juist eerder autoluw hebben. niet de bedoeling is omdat de Mekelweg in de huidige constructie niet bereikbaar is, bovendien wil de TU de Mekelweg autoluw hebben.

 

Dhr. Backelandt informeert hoe de verhoudingen liggen van verkeer in het weekend ten opzichte van de doordeweekse dagen. Hij geeft aan dat de grootste ergernis bij omwonenden wordt veroorzaakt door het vrachtverkeer dat door de straat rijdt. Dhr. Van der Horst antwoordt dat de zaterdagen qua verkeersdrukte te vergelijken zijn met de ochtend- en avondspits op een doordeweekse dag. Dit wordt ook meegenomen in het Lokaal Verkeers en Vervoersplan (LVVP). V.w.b. het vrachtverkeer dat door de straat rijdt: er kan veel opgelost worden d.m.v. bewegbewijzering en communicatie over de route. Met name ten behoeve van en wegbewijzering met de bedrijven aan de Rotterdamseweg, waar veel vrachtverkeer voor bestemd is.

 

Dhr. Abbinga informeert of al bekend is op welke plekken aan het Poortlandplein verkeerslichten komen. Volgens dhr. Van der Horst zal de huidige situatie hier niet veranderen.

 

Dhrn. De Vries en Abbinga merken op dat de pijn vooral zit bij de verkeerssituatie op de M. de Ruyterweg. Verschillende aanwezigen vragen zich af waarom de Mijnbouwstraat moet worden afgesloten. Mevr. Van de Sande legt uit dat bij de start van het project is gekeken of het mogelijk zou zijn de Mijnbouwstraat voor doorgaand verkeer af te sluiten met als doel de verkeerssituatie rondom het De Vries van Heystplantsoen te verduidelijken én bovendien de kwaliteit van het groengebied te vergroten, aangezien het groengebied nu aan alle kanten door verkeersstromen wordt ingesloten. Mevr. van Bijleveld geeft bovendien aan, dat uit de verkeersstudie van Goudappel Coffeng (die in dit kader is uitgevoerd) bovendien bleek, dat de aanleg van de tramlijn over de Michiel de Ruyterweg alleen mogelijk zou zijn bij afsluiting van de Mijnbouwstraatvoor deze afsluiting is gekozen door een combinatie van factoren. Niet al het verkeer kan via de Julianalaan, daar is de verkeersstroom nu eenmaal te groot voor.  Op de Julianalaan bleek niet voldoende ruimte om al het verkeer op te vangen, aangezien de aanwezige bomen gehandhaafd moeten blijven. Daarom kreeg ook het Zuidplantsoen een rol in de verkeersafwikkeling van het gebied.

Dhr. Backelandt is van mening dat, met het afsluiten van de Mijnbouwstraat, het probleem alleen maar wordt verschoven.

Mevr. Bijleveld-van der Hoeven geeft nogmaals aan dat voor de realisatie van de tramlijn de afsluiting van de Mijnbouwstraat noodzakelijk bleek. merkt op dat er op de Julianalaan niet veel ruimte is door het handhaven van de bomen langs de Julianalaan en aan het De Vries Van Heystplantsoen en door de ruimtelijke reservering van tramlijn 19. Afgesproken wordt dat de verkeersstudie van Goudappel Coffeng bij de volgende vergadering ingezien kan worden.

 

Dhr. Kolen brengt naar voren dat het voor kinderen die de Michiel de Ruyterweg oversteken een erg gevaarlijke situatie is en dat dit plan daar geen verbetering in zal brengen. Dhr. De Vries brengt naar voren dat de totale verkeersintensiteit teruggebracht moet worden d.m.v. verkeersstremmende (?? Verkeersstremmend of verkeersremmend, dat weet ik niet) maatregelen en is van mening dat hiervoor keuzes gemaakt moeten worden met een goede argumentatie. Mevr. Bijleveld-van der Hoeven antwoordt dat, los van wat er in het gebied ontwikkeld zal worden, de autonome groei van auto’s met 3% per jaar zal toenemen. Het terugbrengen van de totale verkeersintensiteit is dus geen optie. Wel zal, in het kader van het LVVP, worden bekeken op welke manier het verkeer over de stad het beste kan worden verdeeld. Dat neemt niet weg dat de Michiel de Ruyterweg een belangrijke verkeersfunctie zal houden.  en dat daarom een oplossing op lange termijn erg lastig is te realiseren.

Dhr. Abbinga stelt voor om de draaibrug bij de Ezelveldlaan weer toegankelijk te maken voor het autoverkeer van en naar de binnenstad. Dit zou voor de M. de Ruyterweg een oplossing zijn. Dhr. Van der Horst merkt op dat wethouder Grashoff in het vorig overleg al duidelijk heeft aangegeven dat dit geen optie is. Bovendien zou het openstellen van de draaibrug ten nadele zijn van andere omwonenden en dus het probleem alleen maar verschuiven. Mevr. Bijleveld-van der Hoeven vult hierop aan dat, toen de brug nog toegang was tot de stad, er nog niet zoveel verkeer was als tegenwoordig. Door het gebied onaantrekkelijk te maken voor verkeer kan de M. de Ruyterweg wel ontlast worden. De toekomstige tramlijn 19 kan hierbij een grote rol gaan spelen, want deze zal de route over de Sebastiaansbrug- M. de Ruyterweg absoluut onaantrekkelijk maken om te rijden.

 

Dhr. Backelandt informeert wat er op hoog niveau wordt gedaan om rekening te houden met de huidige bewoners. Dhr. De Vries vult hierop aan dat hij van mening is dat er als randvoorwaarde in het ontwikkelingsplan moet opgenomen worden dat hoofdstromen van verkeer buitenom geleid worden. Mevr. Bijleveld-van der Hoeven geeft aan dat het ook de bedoeling van de gemeente is geweest om het op die manier op te lossen. (Etienne?)

 

Dhr. Abbinga informeert of er ook geluidswerende maatregelen zullen worden getroffen i.v.m. eventueel toekomstig geluidsoverlast van de geplande tram. Mevrouw Bijleveld-van der Hoeven vertelt dat dit inderdaad de bedoeling is. Het zal dan met name gaan om maatregelen aan de bron. Gezien de situatie worden geen geluidschermen o.i.d. geplaatst. Dhr. Kolen vraagt of al bekend is van welke invloed de trillingen, die veroorzaakt worden door de tram, op de huizen zullen zijn. Mevr. Bijleveld-van der Hoeven geeft aan dat deze vraag ook is gesteld op de bewonersavond d.d. 6 mei 2003. Hierop is toen geantwoord dat de tram wel al ruimtelijk is gereserveerd, maar nog niet in het bestemmingsplan wordt opgenomen. Pas als de plannen concreet zijn en de tramlijn wordt aangelegd zullen de benodigde onderzoeken verricht worden. Er zal daarbij natuurlijk moeten worden voldaan aan de wettelijke normen die hier voor bestaan. Dhr. Abbinga vraagt of er bij het aanleggen van de tram ook gedacht wordt aan veiligheidsmaatregelen voor kinderen. Mevr. Bijleveld-van der Hoeven geeft aan dat dit inderdaad zo is en verwijst naar de maatregelen die destijds getroffen zijn bij de aanleg van tramlijn 1 door bij verschillende drukke woonwijken (bv veiligheidshekken).

 

Dhr. Abbinga informeert naar de meer concrete plannen het plan voor de doorsnede  voor de M. de Ruyterweg. Dhr. Van der Horst geeft een omschrijving. Vanaf de :

Vanaf de Sebastiaansbrug komt aan de kant van de huizen een fietspad naast het trottoir met daarnaast een schrikstrook, pas daarnaast dan de rijbaan voor autoverkeer.

 

Hij voegt hier aan toe dat de straat breed genoeg is om geluidwerende maatregelen te treffen.

(Aanvulling Etienne over ligging trambaan?)

 

Dhr. Kolen vraagt waarom er voor 3 banen is gekozen terwijl er in de huidige situatie maar 1 baan is. Hij is van mening dat deze 3 banen onnodig veel ruimte in beslag nemen. Dhr. Van der Horst geeft aan dat het een 1-baans weg zal blijven met alleen een stuk van 3 banen bij de verkeerslichten voor afslaand verkeer om de wachtrij hier te beperken en op die manier het verkeer snel weg te krijgen. Dhr. Backelandt stelt voor om hier een ventweg van te maken. Dhr. Van der Horst merkt op dat dit niet nodig is, bovendien zal dit onnodige verkeersbewegingen creëren. Mevr. Bijleveld-van der Hoeven vult hierop aan dat in het plan, de Sebastiaansbrug flink wordt geknepen door de toekomstige tram met de 1-baansweg. Dhr. Rutten is van mening dat de Sebastiaansbrug in de huidige situatie al geknepen wordt en dat dit dus daarom geen verbetering zal opleveren voor de toekomst.

 

Dhr. Backelandt vraagt met wat voor maatregelen het veiligheids-aspect wordt ingebouwd. Dhr. Van der Horst antwoordt dat het fietspad en de strook ernaast een buffer zijn, maar 100% veilig krijg je het niet. Dhr. De Vries brengt naar voren dat flitspalen in ieder geval het te hard rijden zouden kunnen verminderen. Mevr. Bijleveld-van der Hoeven geeft aan dat de aanwezigen hier niet over gaan, maar stelt voor dat het hele gebied nogmaals wordt bekeken op woonfunctie en minder als ontsluitingsroute. Zij onderstreept het voorstel wat eerder naar voren kwam om het gebied onaantrekkelijk te maken voor automobilisten om in het gebied te rijden.

Dhr. De Vries zou graag zien dat dit als randvoorwaarde in het plan wordt opgenomen en stelt voor niet eerder te beginnen aan de ontwikkelingen dan als het LVVP is afgerond. Mevr. Van de Sande antwoordt dat dit eventueel zou kunnen, maar dat dit dan nog wel eerst goed bekeken zal moeten worden.

 

Mevr. Bijleveld-van der Hoeven merkt op dat in het bestemmings-plan de hogere Grenswaarde (geluid) zal moeten worden aangetoond. (?? Dit komt nu erg uit de lucht vallen)

 

Afspraak Mevr. Bijleveld-van der Hoeven geeft aan dat volgens verkeersstudies van Goudappel Coffeng de trambaan uit de Mijnbouwstraat moest. Er wordt afgesproken dat de verkeersstudies van Goudappel Coffeng bij de volgende vergadering bekeken worden.

 

Dhr. De Vries informeert of de hoogwaardige OV-baan ook voor bussen bestemd zal zijn.  Dhr. Van der Horst geeft aan dat dit inderdaad zo zal zijn.

 

Dhr. Abbinga informeert naar de fasering van de ontwikkelingen. Mevr. Bijleveld-van der Hoeven legt uit dat met de infrastructurele aanpassingen er pas wordt begonnen als zeker is dat de tram er komt, maar dat de trambaan wel al in het ontwikkelingsplan ruimtelijk gereserveerd is.  Dhr. De Vries stelt voor dit op deze manier in het ontwikkelingsplan vast te leggen. Mevr. Bijleveld-van der Hoeven geeft aan hier geen problemen mee te hebben, maar denkt niet dat dit enige juridische status heeft.

 

Dhr. Backelandt informeert naar de fasering van Gele Scheikunde. Dhr. Kuil legt uit dat hier nog een alternatieve locatie voor moet worden gezocht en gezien de huidige financiële situatie zal dit nog even kunnen duren i.v.m. de hoge kosten.

 

Mevr. Bijleveld-van der Hoeven merkt op dat we in feite in dit overleg het programma van eisen maken en er geprobeerd zal worden dit te realiseren in het LVVP. Zoals al eerder naar voren kwam merkt dhr. Rutten op dat het van groot belang is al het verkeer vanaf de Kruithuisweg te ontmoedigen om door het TU gebied te rijden. Mevr. Bijleveld-van der Hoeven beaamt dat deze lijn zal worden uitgezet in het LVVP en dat het de bedoeling is dat het verkeer via Delft Zuid naar de Provinciale weg en de Westlandseweg wordt afgevoerd. Dhr. Kolen vraagt of de effecten van het spoor en Zuidplein op het noordelijk TU-gebied al bekend zijn. Mevr. Bijleveld-van der Hoeven vertelt dat deze effecten inderdaad al in beeld zijn gebracht. Met de ontwikkelingen is in het verkeersmodel rekening gehouden. Dhr. Kolen vraagt of ook de effecten van maatregelen op lucht- en geluid al bekend zijn. Mevr. Bijleveld-van der Hoeven geeft aan dat hiervan de huidige situatie goed te onderzoeken is, maar dat met het oog op de stijging van 3% autonoom verkeer per jaar, het lastig is om voor de toekomst e.e.a. in beeld te krijgen.

(is dat zo?? Die berekeningen zijn toch gemaakt? Het gaat alleen om prognoses maar dat is toch altijd zo?)

 

Dhr. Abbinga informeert of de M. de Ruyterweg al aan zijn maximale capaciteit zit. Dhr. Van der Horst vertelt dat dit nog lang niet het geval is.

 

Dhr. Kolen brengt het parkeerprobleem van de wijk naar voren en vreest dat met de bouw van de geplande nieuwe woningen het parkeerprobleem alleen maar nog groter zal worden.

Mevrouw Bijleveld-van der Hoeven geeft aan dat het de bedoeling is dat er ondergronds geparkeerd zal worden volgens de onlangs in de gemeenteraad vastgestelde parkeernormen. huidige parkeernorm van 1.2 parkeerplek per gemiddelde woning of 1,8 parkeerplek per hoogwaardige woning.

                      Dhr. Kolen vraagt wat er gedaan wordt aan parkeerproblemen bij bestaande wijken. Mevr. Bijleveld-van der Hoeven antwoordt dat parkeerproblemen opgelost worden indien nodig, maar dat dit met name in de wat oudere wijken in de schil rond de binnenstad moeilijk te realiseren is. Deze wijken zijn nu eenmaal niet berekend op het autobezit van tegenwoordig. . Op voorstel van

Afspraak             dhr. De Vries wordt afgesproken dat het onderwerp parkeren wordt geagendeerd voor de volgende vergadering bij het bespreken van het Beeldkwaliteitsplan. Mevr. Bijleveld-van der Hoeven vult hierop aan dat de Nota ‘Parkeren en Stallen’ onlangs is vastgesteld in de raad.

 

Dhr. Kuil meldt dat de TU een 30 km zone van de Mekelweg wil maken. Dhr. Backelandt merkt op dat hij dit ook verzocht heeft voor de Julianalaan en is van mening dat dit voor een woonstraat met kinderen belangrijker is dan voor een straat als de Mekelweg, waar alleen volwassenen gebruik van maken. Ook vraagt hij zich af wat een 30 km zone van de Mekelweg voor gevolgen zal hebben voor de omliggende straten. Dhr. Kuil geeft aan dat er nog niets vaststaat, maar dat de TU graag wil dat de Mekelweg een 30 km zone wordt. Mevr. Van de Sande merkt op dat als de Mekelweg een 30 km zone wordt, dit naar verwachting geen gevolgen zal hebben voor omliggende straten, omdat de Mekelweg geen doorgaande route vormt. Dhr. Rutten vraagt zich af waarom er niet van het hele gebied een 30 km zone wordt gemaakt om het gebied zo onaantrekkelijk mogelijk te maken voor verkeer, wat toch juist de bedoeling is. Dhr. Van der Horst geeft aan dat de aanwijzing van 30km-gebieden dit awel als onderdeel van het LVVP onderzocht wordt, maar dat het is hoogst onwaarschijnlijk is dat de M. de Ruyterweg een 30 km zone zal worden, omdat deze weg onderdeel is van de hoofdverkeersstructuur van de stad. Datzelfde geldt voor het oostelijk deel van de Julianalaan. Dhr. Kolen dringt er desalniettemin op aan in het ontwikkelingsplan alvast een 30 km zone vast te leggen voor de M. de Ruyterweg. Hij vreest dat als je dit nu niet doet, hier in de toekomst zeker niks meer mee wordt gedaan. Dhr. Van der Horst antwoordt dat ontmoediging van verkeer in het LVVP uitgebreid wordt onderzocht, maar een 30 km zone voor de M. de Ruyterweg niet nu alvast in het ontwikkelingsplan wordt opgenomen.

 

Dhr. De Vries merkt op dat hij het jammer vindt dat er niemand van Milieu aanwezig is om de berekeningen van het geluid toe te lichten.

Mevr. Van de Sande meldt dat de berekeningen er inmiddels wel zijn. Zoals het er nu uitziet blijft de luchtkwaliteit onder de norm en valt de verslechtering ten opzichte van de oude situatie mee v.w.b.de geluidsbelasting op gevel van de woningen.

Dhr. De Vries vraagt zich af of vrachtverkeer in de berekeningen is meegenomen, omdat het vrachtverkeer is afgenomen met 25%.

Afspraak             Op voorstel van Mevr. Van de Sande wordt afgesproken dat de berekeningsmemo wordt behandeld in de volgende vergadering met iemand van Milieu voor een toelichting. Dhr. Kolen vraagt of dit ook in het bestemmingsplan wordt opgenomen en of er een subsidie- regeling bestaat om luchtkwaliteit in woningen te verbeteren. Mevr. Bijleveld-van der Hoeven geeft aan dat dit in het bestemmingsplan wordt opgenomen.

Afspraak             Er wordt afgesproken dat Mevr. Bijleveld-van der Hoeven laat navragen wat er aan subsidieregelingen mogelijk is.

 

Mevr. Bijleveld-van der Hoeven meldt dat aan de Julianalaan Oost niets zal veranderden ten opzichte van de huidige situatie. ?? deze opmerking snap ik niet, komt ’n beetje uit de lucht vallen.

 

Dhr. De Vries vraagt of de verkeerslichtinstallatie aan het Oostplein nog eens bezien kan worden en of er meer handhaving op de flitskasten in het gebied kan komen.

Afspraak             Er wordt afgesproken dat dhr. Van der Horst de verkeersinstallatie aan het Oostplein meeneemt, maar over het handhaven van flitskasten gaat zijn vakteam niet. Mevr. Bijleveld-van der Hoeven geeft aan hier ook niet over te gaan, maar zij wil dit wel aankaarten bij het reserveren van de tram bij de betreffende persoon (? Volgens mij had Edith het over een overleg wat zij regulier heeft met de politie, maar dat weet ik niet zeter).

 

Dhr. Rutten informeert of er nog rotondes komen. Mevr. Bijleveld-van der Hoeven geeft aan dat er alleen een rotonde bij het Delftechpark gepland is.

 

Dhr. Kolen vraagt zich af waarom de verkeersleidingen in het nieuwe plan als het ware uit elkaar gehaald zijn. Mevr. Bijleveld-van der Hoeven legt uit dat hiermee het Poortlandplein en de bomen gespaard kunnen worden en dat de breedte van de straat hetzelfde blijft. Ook de bomen aan het De Vries Van Heystplantsoen worden hiermee gespaard. Mevr. Van de Sande vult aan dat behoudt van groen één van de doelen is van het ontwikkelingsplan: hierin staat dan ook expliciet vermeld dat wel een doel is, maar garanties nooit gegeven kunnen worden. Wel staat in het ontwikkelingsplan dat de Botanische Tuin en het De Vries Van Heystplantsoen gehandhaafd zijn. Het ontwikkelingsplan vormt vervolgens de basis voor Alles wat in het ontwikkelingsplan staat komt ook in het bestemmingsplan te staan.

 

Dhr. De Vries informeert of het bekend is bij de Botanische Tuin dat op het grasveldje achter de Botanische Tuin bebouwing is gepland. Dhr. Backelandt vult hierop aan er weinig trapveldjes en speelplekken in het gebied zijn en vraagt zich af waarom het grasveldje niet deze bestemming krijgt. Mevr. Bijleveld-van der Hoeven antwoordt dat de bebouwing van het grasveldje vanaf het begin gepland stond, dit is ook bekend bij de Botanische Tuin. Het Grasveldje is in eigendom van de TU en zal bebouwd worden volgens het conceptontwikkelingsplan. De behoefte aan speel-plekken en grasveldjes zal in het ontwikkelingsplan verder worden uitgewerkt, conform mee worden genomen in het plan opde toezegging van de wethouder in het vorige overleg, maar zeker is wel dat het niet op deze plek zal komen Deze locatie is echter een van de weinige locaties in TU-noord waar ruimte is voor substantiële nieuwbouw en dus voor de haalbaarheid van het project van belang. Mevr. Van der Sande vult hierop aan dat het bekend is dat er in de loop der jaren in het gebied een tekort is gegroeid aan speelplekken en trapveldjes. Dit tekort zit met name aan de andere zijde van de Michiel de Ruyterweg, aangezien hier het aandeel gezinnen met kinderen ook groter is. Er bestaat hier geen wettelijke norm voor, maar de gemeente Delft heeft hiervoor wel een eigen beleidslijn, daarom is bij de planontwikkeling van Gele Scheikunde ook rekening gehouden met een speelplekvoorziening.  en duidelijk is dat ergens in het plan wel een speelplek of trapveldje moet komen.

 

3.     Sluiting

Hiermee wordt het overleg om 20.00 afgesloten.

 

4.     Volgende bijeenkomst: 20 januari 2004 17.30-20.00

Onderwerpen:

Beeldkwaliteitsplan

Geluidskwaliteit

Luchtkwaliteit