Mevrouw
Bijleveld-van der Hoeven heeft 2 mededelingen:
1. Dhr. J. Schievink
heeft per e-mail laten weten dat hij de vorige bijeenkomst door een misverstand
bij de Natuurvereniging niet aanwezig was. De Natuurvereniging zal alleen naar
toekomstige bijeenkomsten komen waarbij groen/natuur geagendeerd is. Overigens
wil hij wel graag de verslagen cc ontvangen.
2. De bewonersvereniging
Boka zal vanavond niet aanwezig zijn bij dit overleg. Mevrouw Bijleveld-van der
Hoeven vertelt dat zij een afschrift van een brief van de bewonersvereniging
aan wethouder Torenstra heeft ontvangen betreffende een afspraak die de
vereniging heeft met de wethouder voor een overleg. Ook is er al rechtstreeks
contact geweest tussen de bewonersvereniging en Mobiliteit. Mevrouw
Bijleveld-van der Hoeven merkt op dat zij het erg jammer te vindt dat de
bewoners-vereniging Boka vanavond niet vertegenwoordigd zal zijn en er voor
kiest de problematiek via andere wegen te bespreken.
Dhr. Backelandt merkt op
dat hij op blz. 6, één na laatste alinea, mist dat dhr. Grashoff toegezegd
heeft dat onderzocht zou worden of de Julianalaan een 30 km zone zou kunnen
worden).
Dhr. Backelandt geeft aan hij dit met name voor de veiligheid van de
Julianalaan erg belangrijk vindt, omdat de Julianalaan veel als sluiproute
gebruikt wordt. bBovendien wordt er erg
hard gereden.
Hierna wordt het verslag
vastgesteld.
Dhr. De Vries overhandigt
een stuk met bespreekpunten, welke tijdens dit overleg zullen worden nagelopen.
Dit valt onder punt 2 van het verslag. (Het stuk is
als bijlage met het verslag meegezonden).
2. Bespreekpunten
Dhr. van der Horst geeft
op tekening aan wat er momenteel onderzocht wordt om het verkeer op hoofdlijnen
te kunnen regelen.
Het doel is om
bezoekersverkeer (van onbekenden) om te leiden via bewegbewijzering, om
de binnenstad heen langs de garages Zuidpoort en Phoenixstraat. De sluiproutes overaan de
Julianalaan en de Nassau-laan worden momenteel onderzocht in
het Lokaal Verkeers- en Vervoersplan (LVVP) en moeten d.m.v. verkeersremmende
maatregelen worden opgelost.
Dhr. De Vries merkt op
dat in de spits een behoorlijke stremming op de A-13 ontstaat, waardoor veel
mensen de A-13 verlaten via de Schoemakerstraat. Hij is van mening dat er
vooral maatregelen getroffen moeten worden die het verkeer ontmoedigen voor
deze route te kiezen.
Dhr. van der Horst geeft aan dat dat juist één van de aandachtspunten is in het
LVVP. Echter, de Schoemakerstraat maakt deel uit van het hoofdwegennet en zal
dus altijd een belangrijke verkeersfunctie houden.
Dhrn. Abbinga en Rutten stellen voor om de
Mekelweg in de plannen te betrekken en daarmee de Schoemakerstraat te ontlasten.
Mevr. Bijleveld-van der Hoeven antwoordt dat dit niet mogelijk is, omdat de Mekelweg geen
aansluiting heeft op de Kruithuisweg en ook niet kan krijgen. Bovendien wil de TUD de
Mekelweg juist eerder autoluw hebben. niet de bedoeling is omdat
de Mekelweg in de huidige constructie niet bereikbaar is, bovendien wil de TU
de Mekelweg autoluw hebben.
Dhr. Backelandt
informeert hoe de verhoudingen liggen van verkeer in het weekend ten opzichte
van de doordeweekse dagen. Hij geeft aan dat de grootste ergernis bij
omwonenden wordt veroorzaakt door het vrachtverkeer dat door de straat rijdt.
Dhr. Van der Horst antwoordt dat de zaterdagen qua verkeersdrukte te
vergelijken zijn met de ochtend- en avondspits op een doordeweekse dag. Dit
wordt ook meegenomen in het Lokaal Verkeers en Vervoersplan (LVVP). V.w.b. het
vrachtverkeer dat door de straat rijdt: er kan veel opgelost worden d.m.v. bewegbewijzering
en communicatie over de route. Met name ten behoeve van en wegbewijzering met
de bedrijven aan de Rotterdamseweg, waar veel vrachtverkeer voor bestemd is.
Dhr. Abbinga informeert
of al bekend is op welke plekken aan het Poortlandplein verkeerslichten komen.
Volgens dhr. Van der Horst zal de huidige situatie hier niet veranderen.
Dhrn. De Vries en Abbinga
merken op dat de pijn vooral zit bij de verkeerssituatie op de M. de Ruyterweg.
Verschillende aanwezigen vragen zich af waarom de Mijnbouwstraat moet worden
afgesloten. Mevr. Van de Sande legt uit dat bij de start van het project is gekeken of het
mogelijk zou zijn de Mijnbouwstraat voor doorgaand verkeer af te sluiten met
als doel de verkeerssituatie rondom het De Vries van Heystplantsoen te
verduidelijken én bovendien de kwaliteit van het groengebied te vergroten, aangezien het groengebied nu
aan alle kanten door verkeersstromen wordt ingesloten. Mevr. van Bijleveld geeft
bovendien aan,
dat uit de verkeersstudie van Goudappel Coffeng (die in dit kader is
uitgevoerd) bovendien bleek, dat de
aanleg van de tramlijn over de Michiel de Ruyterweg alleen mogelijk zou zijn bij
afsluiting van de Mijnbouwstraatvoor deze afsluiting is
gekozen door een combinatie van factoren. Niet al het verkeer kan via de
Julianalaan, daar is de verkeersstroom nu eenmaal te groot voor. Op de Julianalaan bleek niet voldoende ruimte om al het verkeer op
te vangen, aangezien de aanwezige bomen gehandhaafd moeten blijven. Daarom
kreeg ook het Zuidplantsoen een rol in de verkeersafwikkeling van het gebied.
Dhr. Backelandt is
van mening dat, met het afsluiten van de Mijnbouwstraat, het probleem alleen
maar wordt verschoven.
Mevr. Bijleveld-van der
Hoeven geeft nogmaals
aan dat voor de realisatie van de tramlijn de afsluiting van de Mijnbouwstraat
noodzakelijk bleek. merkt op dat er op de Julianalaan niet veel ruimte
is door het handhaven van de bomen langs de Julianalaan en aan het De Vries Van
Heystplantsoen en door de ruimtelijke reservering van tramlijn 19. Afgesproken wordt
dat de verkeersstudie van Goudappel Coffeng bij de volgende vergadering
ingezien kan worden.
Dhr. Kolen brengt naar
voren dat het voor kinderen die de Michiel de Ruyterweg oversteken een erg gevaarlijke
situatie is en dat dit plan daar geen verbetering in zal brengen. Dhr. De Vries
brengt naar voren dat de totale verkeersintensiteit teruggebracht moet worden
d.m.v. verkeersstremmende (?? Verkeersstremmend of verkeersremmend, dat weet
ik niet) maatregelen en is van mening dat hiervoor keuzes gemaakt moeten
worden met een goede argumentatie. Mevr. Bijleveld-van der Hoeven antwoordt
dat, los van wat er in het gebied ontwikkeld zal worden, de autonome groei van
auto’s met 3% per jaar zal toenemen. Het terugbrengen van de totale
verkeersintensiteit is dus geen optie. Wel zal, in het kader van het LVVP,
worden bekeken op welke manier het verkeer over de stad het beste kan worden
verdeeld. Dat neemt niet weg dat de Michiel de Ruyterweg een belangrijke verkeersfunctie
zal houden. en dat daarom een oplossing op lange termijn erg
lastig is te realiseren.
Dhr. Abbinga stelt voor
om de draaibrug bij de Ezelveldlaan weer toegankelijk te maken voor het
autoverkeer van en naar de binnenstad. Dit zou voor de M. de Ruyterweg een
oplossing zijn. Dhr. Van der Horst merkt op dat wethouder Grashoff in het vorig
overleg al duidelijk heeft aangegeven dat dit geen optie is. Bovendien zou het
openstellen van de draaibrug ten nadele zijn van andere omwonenden en dus het probleem
alleen maar verschuiven. Mevr. Bijleveld-van der Hoeven vult hierop aan dat,
toen de brug nog toegang was tot de stad, er nog niet zoveel verkeer was als
tegenwoordig. Door het gebied onaantrekkelijk te maken voor verkeer kan de M.
de Ruyterweg wel ontlast worden. De toekomstige tramlijn 19 kan hierbij een
grote rol gaan spelen, want deze zal de route over de Sebastiaansbrug- M. de
Ruyterweg absoluut onaantrekkelijk maken om te rijden.
Dhr. Backelandt
informeert wat er op hoog niveau wordt gedaan om rekening te houden met de
huidige bewoners. Dhr. De Vries vult hierop aan dat hij van mening is dat er
als randvoorwaarde in het ontwikkelingsplan moet opgenomen worden dat
hoofdstromen van verkeer buitenom geleid worden. Mevr. Bijleveld-van der Hoeven
geeft aan dat het ook de bedoeling van de gemeente is geweest om het op die
manier op te lossen.
(Etienne?)
Dhr. Abbinga informeert
of er ook geluidswerende maatregelen zullen worden getroffen i.v.m. eventueel
toekomstig geluidsoverlast van de geplande tram. Mevrouw Bijleveld-van der
Hoeven vertelt dat dit inderdaad de bedoeling is. Het zal dan met name gaan om maatregelen aan de
bron. Gezien de
situatie worden geen geluidschermen o.i.d. geplaatst. Dhr. Kolen vraagt
of al bekend is van welke invloed de trillingen, die veroorzaakt worden door de
tram, op de huizen zullen zijn. Mevr. Bijleveld-van der Hoeven geeft aan dat
deze vraag ook is gesteld op de bewonersavond d.d. 6 mei 2003. Hierop is toen
geantwoord dat de tram wel al ruimtelijk is gereserveerd, maar nog niet in het
bestemmingsplan wordt opgenomen. Pas als de plannen concreet zijn en de
tramlijn wordt aangelegd zullen de benodigde onderzoeken verricht worden. Er
zal daarbij natuurlijk moeten worden voldaan aan de wettelijke normen die hier
voor bestaan. Dhr. Abbinga vraagt of er bij het aanleggen van de tram ook
gedacht wordt aan veiligheidsmaatregelen voor kinderen. Mevr. Bijleveld-van der
Hoeven geeft aan dat dit inderdaad zo is en verwijst naar de maatregelen die
destijds getroffen zijn bij de aanleg van tramlijn 1 door bij verschillende
drukke woonwijken (bv veiligheidshekken).
Dhr. Abbinga informeert
naar de meer concrete
plannen het plan voor de doorsnede voor de M. de Ruyterweg. Dhr. Van der Horst geeft een
omschrijving. Vanaf de :
Vanaf de Sebastiaansbrug
komt aan de kant
van de huizen een fietspad naast het trottoir met daarnaast een schrikstrook, pas
daarnaast dan de rijbaan voor autoverkeer.
Hij voegt hier aan toe
dat de straat breed genoeg is om geluidwerende maatregelen te treffen.
(Aanvulling Etienne over
ligging trambaan?)
Dhr. Kolen vraagt waarom
er voor 3 banen is gekozen terwijl er in de huidige situatie maar 1 baan is.
Hij is van mening dat deze 3 banen onnodig veel ruimte in beslag nemen. Dhr.
Van der Horst geeft aan dat het een 1-baans weg zal blijven met alleen een stuk
van 3 banen bij de verkeerslichten voor afslaand verkeer om de wachtrij hier te
beperken en op die manier het verkeer snel weg te krijgen. Dhr. Backelandt
stelt voor om hier een ventweg van te maken. Dhr. Van der Horst merkt op dat
dit niet nodig is, bovendien zal dit onnodige verkeersbewegingen creëren. Mevr.
Bijleveld-van der Hoeven vult hierop aan dat in het plan, de
Sebastiaansbrug flink wordt geknepen door de toekomstige tram met de
1-baansweg. Dhr. Rutten is van mening dat de Sebastiaansbrug in de huidige
situatie al geknepen wordt en dat dit dus daarom geen verbetering zal opleveren
voor de toekomst.
Dhr. Backelandt vraagt
met wat voor maatregelen het veiligheids-aspect wordt ingebouwd. Dhr. Van der
Horst antwoordt dat het fietspad en de strook ernaast een buffer zijn, maar
100% veilig krijg je het niet. Dhr. De Vries brengt naar voren dat flitspalen
in ieder geval het te hard rijden zouden kunnen verminderen. Mevr.
Bijleveld-van der Hoeven geeft aan dat de aanwezigen hier niet over gaan, maar
stelt voor dat het hele gebied nogmaals wordt bekeken op woonfunctie en minder
als ontsluitingsroute. Zij onderstreept het voorstel wat eerder naar voren kwam
om het gebied onaantrekkelijk te maken voor automobilisten om in het gebied te
rijden.
Dhr. De Vries zou graag
zien dat dit als randvoorwaarde in het plan wordt opgenomen en stelt voor niet
eerder te beginnen aan de ontwikkelingen dan als het LVVP is afgerond. Mevr. Van
de Sande antwoordt dat dit eventueel zou kunnen, maar dat dit dan nog wel eerst
goed bekeken zal moeten worden.
Mevr. Bijleveld-van der
Hoeven merkt op dat in het bestemmings-plan de hogere Grenswaarde (geluid) zal
moeten worden aangetoond.
(?? Dit komt nu erg uit de lucht vallen)
Afspraak Mevr. Bijleveld-van der Hoeven geeft aan dat
volgens verkeersstudies van Goudappel Coffeng de trambaan uit de Mijnbouwstraat
moest. Er wordt afgesproken dat de
verkeersstudies van Goudappel Coffeng bij de volgende vergadering bekeken
worden.
Dhr. De Vries informeert
of de hoogwaardige OV-baan ook voor bussen bestemd zal zijn. Dhr. Van der Horst geeft aan dat dit
inderdaad zo zal zijn.
Dhr. Abbinga informeert
naar de fasering van de ontwikkelingen. Mevr. Bijleveld-van der Hoeven legt uit
dat met de infrastructurele
aanpassingen er pas wordt begonnen als zeker is dat
de tram er komt, maar dat de trambaan wel al in het ontwikkelingsplan
ruimtelijk gereserveerd
is. Dhr.
De Vries stelt voor dit op deze manier in het ontwikkelingsplan vast te leggen.
Mevr. Bijleveld-van der Hoeven geeft aan hier geen problemen mee te hebben,
maar denkt niet dat dit enige juridische status heeft.
Dhr. Backelandt
informeert naar de fasering van Gele Scheikunde. Dhr. Kuil legt uit dat hier
nog een alternatieve locatie voor moet worden gezocht en gezien de huidige
financiële situatie zal dit nog even kunnen duren i.v.m. de hoge kosten.
Mevr. Bijleveld-van der
Hoeven merkt op dat we in feite in dit overleg het programma van eisen maken en
er geprobeerd zal worden dit te realiseren in het LVVP. Zoals al eerder naar
voren kwam merkt dhr. Rutten op dat het van groot belang is al het verkeer
vanaf de Kruithuisweg te ontmoedigen om door het TU gebied te rijden. Mevr.
Bijleveld-van der Hoeven beaamt dat deze lijn zal worden uitgezet in het LVVP en
dat het de bedoeling is dat het verkeer via Delft Zuid naar de Provinciale weg
en de Westlandseweg wordt afgevoerd. Dhr. Kolen vraagt of de effecten van het
spoor en Zuidplein op het noordelijk TU-gebied al bekend zijn. Mevr.
Bijleveld-van der Hoeven vertelt dat deze effecten inderdaad al in beeld zijn
gebracht. Met de
ontwikkelingen is in het verkeersmodel rekening gehouden. Dhr. Kolen
vraagt of ook de effecten van maatregelen op lucht- en geluid al bekend zijn.
Mevr. Bijleveld-van der Hoeven geeft aan dat hiervan de huidige situatie goed
te onderzoeken is, maar dat met het oog op de stijging van 3% autonoom verkeer
per jaar, het lastig is om voor de toekomst e.e.a. in beeld te krijgen.
(is dat zo?? Die
berekeningen zijn toch gemaakt? Het gaat alleen om prognoses maar dat is toch
altijd zo?)
Dhr. Abbinga informeert
of de M. de Ruyterweg al aan zijn maximale capaciteit zit. Dhr. Van der Horst
vertelt dat dit nog lang niet het geval is.
Dhr. Kolen brengt het
parkeerprobleem van de wijk naar voren en vreest dat met de bouw van de
geplande nieuwe woningen het parkeerprobleem alleen maar nog groter zal worden.
Mevrouw Bijleveld-van der
Hoeven geeft aan dat het de bedoeling is dat er ondergronds geparkeerd zal
worden volgens de onlangs
in de gemeenteraad vastgestelde parkeernormen. huidige parkeernorm van 1.2
parkeerplek per gemiddelde woning of 1,8 parkeerplek per hoogwaardige woning.
Dhr. Kolen vraagt wat er
gedaan wordt aan parkeerproblemen bij bestaande wijken. Mevr. Bijleveld-van der
Hoeven antwoordt dat parkeerproblemen opgelost worden indien nodig, maar dat dit met name in
de wat oudere wijken in de schil rond de binnenstad moeilijk te realiseren is.
Deze wijken zijn nu eenmaal niet berekend op het autobezit van tegenwoordig. . Op
voorstel van
Afspraak dhr. De Vries wordt afgesproken
dat het onderwerp parkeren wordt geagendeerd voor de volgende vergadering bij
het bespreken van het Beeldkwaliteitsplan. Mevr. Bijleveld-van der
Hoeven vult hierop aan dat de Nota ‘Parkeren en Stallen’ onlangs is vastgesteld
in de raad.
Dhr. Kuil meldt dat de TU een 30 km zone van de
Mekelweg wil maken. Dhr. Backelandt merkt op dat hij dit ook verzocht heeft
voor de Julianalaan en is van mening dat dit voor een woonstraat met kinderen
belangrijker is dan voor een straat als de Mekelweg, waar alleen volwassenen
gebruik van maken. Ook vraagt hij zich af wat een 30 km zone van de Mekelweg
voor gevolgen zal hebben voor de omliggende straten. Dhr. Kuil geeft aan dat er
nog niets vaststaat, maar dat de TU graag wil dat de Mekelweg een 30 km zone
wordt. Mevr. Van de Sande merkt op dat als de Mekelweg een 30 km zone wordt,
dit naar verwachting geen gevolgen zal hebben voor omliggende straten, omdat de Mekelweg geen
doorgaande route vormt. Dhr. Rutten vraagt zich af waarom er niet van het
hele gebied een 30 km zone wordt gemaakt om het gebied zo onaantrekkelijk
mogelijk te maken voor verkeer, wat toch juist de bedoeling is. Dhr. Van der
Horst geeft aan dat de
aanwijzing van 30km-gebieden dit awel als onderdeel van
het LVVP onderzocht wordt, maar dat het is hoogst
onwaarschijnlijk is dat
de M. de Ruyterweg
een 30 km zone zal worden, omdat deze weg onderdeel is van de
hoofdverkeersstructuur van de stad. Datzelfde geldt voor het oostelijk deel van de
Julianalaan. Dhr. Kolen dringt er desalniettemin op aan in het
ontwikkelingsplan alvast een 30 km zone vast te leggen voor de M. de Ruyterweg.
Hij vreest dat als je dit nu niet doet, hier in de toekomst zeker niks meer mee
wordt gedaan. Dhr. Van der Horst antwoordt dat ontmoediging van verkeer in het
LVVP uitgebreid wordt onderzocht, maar een 30 km zone voor de M. de Ruyterweg
niet nu alvast in het ontwikkelingsplan wordt opgenomen.
Dhr. De Vries merkt op
dat hij het jammer vindt dat er niemand van Milieu aanwezig is om de
berekeningen van het geluid toe te lichten.
Mevr. Van de Sande meldt dat de berekeningen
er inmiddels wel zijn. Zoals het er nu uitziet blijft de luchtkwaliteit onder
de norm en valt de verslechtering ten opzichte van de oude situatie mee
v.w.b.de geluidsbelasting op gevel van de woningen.
Dhr. De Vries vraagt zich af of
vrachtverkeer in de berekeningen is meegenomen, omdat het vrachtverkeer is
afgenomen met 25%.
Afspraak Op voorstel van Mevr. Van de Sande wordt
afgesproken dat de berekeningsmemo wordt behandeld in de volgende vergadering
met iemand van Milieu voor een toelichting. Dhr. Kolen vraagt of dit ook in het
bestemmingsplan wordt opgenomen en of er een subsidie- regeling bestaat om
luchtkwaliteit in woningen te verbeteren. Mevr. Bijleveld-van der Hoeven geeft
aan dat dit in het bestemmingsplan wordt opgenomen.
Afspraak Er wordt afgesproken dat
Mevr. Bijleveld-van der Hoeven laat navragen wat er aan subsidieregelingen
mogelijk is.
Mevr. Bijleveld-van der
Hoeven meldt dat aan de Julianalaan Oost niets zal veranderden ten opzichte van
de huidige situatie. ??
deze opmerking snap ik niet, komt ’n beetje uit de lucht vallen.
Dhr. De Vries vraagt of
de verkeerslichtinstallatie aan het Oostplein nog eens bezien kan worden en of
er meer handhaving op de flitskasten in het gebied kan komen.
Afspraak Er wordt afgesproken dat dhr.
Van der Horst de verkeersinstallatie aan het Oostplein meeneemt, maar over het
handhaven van flitskasten gaat zijn vakteam niet. Mevr. Bijleveld-van der
Hoeven geeft aan hier ook niet over te gaan, maar zij wil dit wel aankaarten bij het
reserveren van de tram bij de betreffende persoon (? Volgens mij had
Edith het over een overleg wat zij regulier heeft met de politie, maar dat weet
ik niet zeter).
Dhr. Rutten informeert of
er nog rotondes komen. Mevr. Bijleveld-van der Hoeven geeft aan dat er alleen
een rotonde bij het Delftechpark gepland is.
Dhr.
Kolen vraagt zich af waarom de verkeersleidingen in het nieuwe plan als het
ware uit elkaar gehaald zijn. Mevr. Bijleveld-van der Hoeven legt uit dat
hiermee het Poortlandplein en de bomen gespaard kunnen worden en dat de breedte
van de straat hetzelfde blijft. Ook de bomen aan het De Vries Van
Heystplantsoen worden hiermee gespaard. Mevr. Van de Sande vult aan dat behoudt
van groen één van de
doelen is van het ontwikkelingsplan: hierin staat dan ook expliciet vermeld dat
wel
een doel is, maar garanties nooit gegeven kunnen worden. Wel staat in het
ontwikkelingsplan dat de Botanische Tuin en het De Vries Van
Heystplantsoen gehandhaafd zijn. Het ontwikkelingsplan vormt vervolgens de basis
voor Alles wat in het ontwikkelingsplan staat komt ook
in het bestemmingsplan te staan.
Dhr. De Vries informeert
of het bekend is bij de Botanische Tuin dat op het grasveldje achter de
Botanische Tuin bebouwing is gepland. Dhr. Backelandt vult hierop aan er weinig
trapveldjes en speelplekken in het gebied zijn en vraagt zich af waarom het
grasveldje niet deze bestemming krijgt. Mevr. Bijleveld-van der Hoeven
antwoordt dat de bebouwing van het grasveldje vanaf het begin gepland stond,
dit is ook bekend bij de Botanische Tuin. Het Grasveldje is in eigendom van de
TU en zal bebouwd worden volgens het conceptontwikkelingsplan. De behoefte aan
speel-plekken en grasveldjes zal in het ontwikkelingsplan verder worden uitgewerkt,
conform mee worden genomen in het plan opde toezegging van de
wethouder in het vorige overleg, maar zeker is wel dat het niet op deze plek zal
komen Deze
locatie is echter een van de weinige locaties in TU-noord waar ruimte is voor
substantiële nieuwbouw en dus voor de haalbaarheid van het project van belang.
Mevr. Van der Sande vult hierop aan dat het bekend is dat er in de loop der
jaren in het gebied een tekort is gegroeid aan speelplekken en trapveldjes. Dit tekort zit met name aan
de andere zijde van de Michiel de Ruyterweg, aangezien hier het aandeel
gezinnen met kinderen ook groter is. Er bestaat hier geen wettelijke norm
voor, maar de gemeente Delft heeft hiervoor wel een eigen beleidslijn, daarom is bij de
planontwikkeling van Gele Scheikunde ook rekening gehouden met een
speelplekvoorziening. en
duidelijk is dat ergens in het plan wel een speelplek of trapveldje moet komen.
3.
Sluiting
Hiermee wordt het overleg
om 20.00 afgesloten.
4.
Volgende bijeenkomst: 20 januari 2004
17.30-20.00
Onderwerpen:
Beeldkwaliteitsplan
Geluidskwaliteit
Luchtkwaliteit