Mevrouw Bijleveld opent de bijeenkomst. Het
ontwikkelingsplan is gemaild naar de belangenvereniging TU Noord. Vervolgens
heeft de gemeente een reactie op hoofdlijnen van de belangenvereniging
ontvangen.
2. Vaststellen agenda
Mevrouw Bijleveld stelt voor om de reactie op
hoofdlijnen van de Belangenvereniging TU Noord als agenda te hanteren voor deze
vergadering. De heer Nauta geeft aan dat hij echter nog een aantal aanvullende
punten aan de orde wil stellen. De heer Nauta wil de verkeersproblematiek
inbrengen.
3. Verkeer
De heer Nauta wil graag dat de verkeersproblematiek
van de wijk in zijn geheel, dus ook het westelijke stuk gelegen aan de Schie,
wordt bekeken. Vanuit de wijk als eenheid moet worden bekeken wat voor
verkeersmaatregelen moeten worden genomen. Hoe moet de wijk worden ontsloten en
welke oplossingen zijn er voor de
doorvoer van verkeer door de wijk.
Mevrouw Bijleveld geeft aan dat in het
bestemmingsplan het gebied integraal bekeken zal worden. Er is echter voor gekozen
om vooruitlopend op het bestemmingsplan een ontwikkelingsplan TU Noord op te
stellen, omdat in dit deel van het gebied er veranderingen zullen plaatsvinden.
Er zijn voor het gehele gebied echter al verkeersonderzoeken gedaan, waarin is
meegenomen waar de verkeersstromen langsgaan buiten het gebied van het
ontwikkelingsplan TU Noord. Mevrouw Bijleveld geeft verder nog aan dat als
uitgangspunt in het ontwikkelingsplan TU Noord er voor is gekozen om de
woonwijken, woonwijken te laten blijven en daar het doorgaand verkeer zo veel
mogelijk te weren.
De heer Nauta geeft aan dat vanwege de doorvoer van
de A13 naar de St. Sebastiaanbrug de problemen zich zullen concentreren op het
Mijnbouwplein. Mevrouw Bijleveld antwoordt dat er naar eer en geweten is gekeken
naar de verkeersproblematiek en dat er een goede oplossing is gevonden. Tevens
geeft mevrouw Bijleveld aan dat deze bijeenkomst niet de juiste plaats is om de
discussie over de verkeersproblematiek overnieuw te voeren. Zij nodigt de heer
Nauta uit om één op één de verkeersproblematiek te bespreken.
Hans de Vries constateert een informatieachterstand
bij de heer Nauta. Hij is het echter wel met de heer Nauta eens dat er veel
minder verkeer door de wijk zou moeten rijden en vraagt of mevrouw Bijleveld het
daar mee eens is. Mevrouw Bijleveld geeft aan dat het doel van de gemeente is
om het verkeer zo goed mogelijk door de wijk te leiden. De heer De Vries vult
mevrouw Bijleveld aan, door aan te geven dat een gedeelte van de bestaande
bouwwerken wordt gesloopt ten behoeve van de nieuwe verkeersstructuur. Mevrouw
Bijleveld geeft vervolgens aan dat in het Lokaal Verkeers en Vervoersplan
(LVVP) het uitgangspunt is dat het verkeer zo veel mogelijk gebruik zal maken
van de hoofdverkeersaders.
De heer Nauta vraagt of het de bedoeling is om de
Michiel de Ruyterweg verkeersluw te maken. Mevrouw Bijleveld geeft aan dat het
de bedoeling is om het verkeer te ontmoedigen. Er zal maar 1 rijbaan de stad
ingaan en 1 rijbaan de stad uit. De heer Van der Horst licht desgevraagd toe,
dat de capaciteit alsdan in beginsel niet voldoende zal zijn, maar dat dat
probleem zal worden bekeken in het kader van het LVVP, waarin de situatie in
heel Delft zal worden meegenomen.
De heer Saariste geeft aan dat hij graag de
onderbouwing zou willen horen voor de veranderingen in de verkeersstructuur ten
opzichte van het oorspronkelijke ontwikkelingsplan. Mevrouw Bijleveld gaat
vervolgens in op de redenen waarom er voor is gekozen om het verkeer via de
Mijnbouwstraat te leiden.
De heer Saariste merkt op dat er in de onderzoeken
geen rekening is gehouden met het vrachtwagenvervoer dat in de nieuwe situatie
via het Zuidplantsoen zal gaan rijden. De heer Bovy geeft aan dat dit klopt.
Het Zuidplantsoen is niet bij de berekeningen betrokken, omdat er weinig
woningen staan.
Mevrouw Bijleveld spreekt de bereidheid uit in een
kleinere groep de verkeersproblematiek te bespreken. Aangegeven wordt echter
door de aanwezigen dat zij nu voldoende zijn geïnformeerd.
De heer Nauta geeft tot slot nog wel aan dat hij
ondanks de toelichting blijft vinden dat er te veel verkeer door de wijk komt.
Mevrouw Bijleveld geeft aan dat die discussie thuishoort bij de discussie over
het LVVP. De heer Nauta zou graag zien dat het uitgangspunt in het
ontwikkelingsplan is dat er zo min mogelijk verkeer door de wijk komt. Mevrouw
Bijleveld geeft aan dat iedereen het op dat punt eens is en dat het verkeer zo
veel mogelijk wordt afgeknepen/ontmoedigd. Verder geeft zij aan dat het
ontwikkelingsplan naast het concept-LVVP is gehouden en zo veel mogelijk naar
de uitgangspunten van het LVVP is gekeken.
De heer Nauta geeft aan dat het uitgangspunt toch
verkeerd is. Er komt een nieuwe woonwijk met veel extra verkeer. De heer Kuil
geeft daarop aan dat de medewerkers van de TU nu ook met de auto komen. Er is
nu ook geen sprake van een 0-situatie. De heer De Vries geeft aan dat het een
verkeersinfarct in wording is. De autonome groei van het verkeer is niet
meegenomen. De heer Van der Horst geeft aan dat dat probleem in het kader van
het LVVP aan de orde komt. Mevrouw Bijleveld merkt nog op dat er in het
ontwikkelingsplan TU Noord haalbare keuzes zijn gemaakt. Verder maakt zij
duidelijk dat TU Noord nu een doorgangswijk is voor mensen die naar het centrum
willen en dat dat ook zo blijft.
Tot slot wordt nog aangegeven dat er bezwaren
bestaan tegen de keerlus aan het einde van de Mijnbouwstraat. Er zijn
praktische bezwaren. Parkeren, het draaien en 2 richtingsverkeer is gelet op de
beperkte ruimte aldaar, niet mogelijk. Mevrouw Bijleveld geeft aan dat de
gemeente heeft gemeend dat de thans gekozen verkeersstructuur een betere
oplossing is dan de vorige.
4. Reactie op hoofdlijnen ontwikkelingsplan
Noordelijk TU-gebied
Mevrouw Bijleveld geeft aan dat de positieve punten
niet worden besproken, omdat we het op die punten allemaal eens zijn geworden.
Mevrouw Bijleveld begint bij de punten van
twijfel.
7.
De heer Kuil geeft aan dat half december de Raad
van Toezicht een definitief besluit zal nemen over de investeringen voor de
komende 7 à 10 jaar. Indien door de Raad wordt ingestemd met het voorstel tot
het verkopen van de gebouwen in TU Noord en het verhuizen van de TU naar nieuwe
gebouwen/locaties, dan zullen de gebouwen binnen 7 jaar zijn afgestoten.
De heer Kuil bevestigd desgevraagd dat het de
intentie is dat het Mijnbouwgebouw voor de helft museum zal blijven.
Er wordt een vraag gesteld over de sloop van de
gebouwen in het TU Noord gebied. Mevrouw Bijleveld geeft aan dat de sloop van
de gebouwen niet kan worden verboden. Wel kunnen voorwaarden worden opgenomen
voor de ontwikkelaar dat als er gesloopt wordt, waar de nieuwe gebouwen aan
moeten voldoen. De gemeente heeft wel in het ontwikkelingsplan de voorkeur
uitgesproken voor het behoud van de gebouwen in het TU Noord gebied.
Verder wordt bezwaar gemaakt tegen de algemene
“vrijstellingsmogelijkheid” die in het ontwikkelingsplan is opgenomen. Met name
ten aanzien van de Botanische tuin, waardoor van de in het ontwikkelingsplan
vastgestelde rooilijn zou kunnen worden afgeweken. Mevrouw Van Arendonk geeft
aan dat in het ontwikkelingsplan expliciet kan worden opgenomen dat de
afwijkingsmogelijkheid in het ontwikkelingsplan niet geldt ten aanzien van de
Botanische tuin.
Ook op het punt van de Urban villa’s wordt
aangegeven dat er bezwaren zijn tegen de afwijkingsmogelijkheden. Aangegeven
wordt dat 20 meter echt het maximum moet zijn. Mevrouw Van Arendonk geeft aan
dat ook op dat punt in het ontwikkelingsplan zal worden aangegeven dat er geen
afwijkingsmogelijkheden bestaan.
8.
Mevrouw Bijleveld geeft aan dat er geen ruimtelijke
normen zijn voor de kwantiteit aan speelruimte. Mevrouw Koenes bevestigt dat er
geen harde normen zijn voor de hoeveelheid speelruimte. De speelgelegenheid in
de wijk zal nader worden uitgewerkt in het bestemmingsplan. Verder geeft
Mevrouw Bijleveld aan dat het De Vries van Heystplantsoen in de nieuwe situatie
kan gaan dienen als speelplaats voor kinderen. Verder is er met de ontwikkelaar
geregeld dat er een speelplek komt. De ontwikkelaar legt de speelplek aan. De
speelplek wordt vervolgens openbaar gebied, voor een ieder toegankelijk.
9.
In de huidige situatie is er ook al parkeerdruk.
Een groot deel van de nieuwbouw zal bovendien bestaan uit studentenwoningen,
die gemiddeld veel minder auto’s bezitten.
Voorts is een uitgangspunt in het ontwikkelingsplan
dat onder de nieuwbouw parkeergarages worden gerealiseerd. Verder wordt er veel
parkeergelegenheid gecreëerd aan de noordzijde van het gebied. De
Zuidpoortgarage is op vrij korte afstand van het gebied gelegen. Er kan sprake
zijn van een dubbelgebruik van die garage, omdat het winkelend publiek
overwegend op vrijdagavond en in het weekeinde gebruik zal maken van de
parkeergarage. De conferentiegasten zullen daarentegen eerder door de week
gebruik willen maken van die parkeerplaatsen.
Ongeveer 80% van de parkeerplaatsen zal naar
verwachting in parkeergarages worden gerealiseerd en ongeveer 20% op het
maaiveld. Mevrouw Koenes merkt tot slot op dat er gezocht wordt naar een
realistische oplossing voor de parkeerproblematiek. Niet dat er straks groen
moet worden omgezet in parkeerplaatsen. Verder wordt er ook rekening mee
gehouden dat de ontwikkelaar niet te veel op kosten wordt gejaagd, door te veel
parkeerplaatsen te eisen.
10.
Het klopt dat het akoestisch onderzoek niet ter
inzage heeft gelegen. Dit zal gebeuren bij het bestemmingsplan. De heer Bovy
zegt toe dat het akoestisch onderzoek zal worden gemaild naar de
belangenvereniging TU Noord.
Vervolgens wordt er een opmerking gemaakt over het
water in het gebied. Er wordt aangegeven dat er nogal veel water moet worden
gerealiseerd in het gebied, wel 7%. Van gemeentezijde wordt bevestigd dat dit
behoorlijk veel is. Er zal echter met het Hoogheemraadschap worden bekeken of
een kleiner wateroppervlakte voor TU Noord is toegestaan.
Ook komt de riooloverstort kort aan de orde.
Mevrouw Bijleveld geeft aan dat de riooloverstort blijft. Er zal bekeken worden
of er maatregelen mogelijk zijn om de stank ter plaatse te verminderen.
11.
Mevrouw Bijleveld geeft aan dat de verkeerssituatie
reeds uitgebreid is besproken.
De vraag wordt nog gesteld, waarom er geen 30
km-zone wordt ingesteld. De heer Van der Horst geeft aan dat dit niet mogelijk
is, omdat de betreffende wegen deel uitmaken van de hoofdstructuur. De weg zal
wel worden ingericht voor 40 km per uur. Er wordt kort gediscussieerd over wat
dat nu precies inhoudt. Mevrouw Bijleveld geeft aan dat dit bijvoorbeeld
betekent dat auto’s langs de weg parkeren en de rijbanen vrij smal worden er
geen sprake zal zijn van gescheiden rijbanen enzovoort.
12.
Door mevrouw Bijleveld wordt aangegeven dat de
sloop van Julianalaan 67 en Gele Scheikunde op basis van de huidige regelgeving
niet kan worden verboden. Wel heeft de gemeente de voorkeur uitgesproken voor
behoud van de gebouwen.
Ten aanzien van het gebouw op de hoek
Zuidplantsoen/Schoemakerstraat geeft mevrouw Bijleveld aan dat de gemeente
vasthoudt aan haar standpunt zoals verwoord in het ontwikkelingsplan.
De heer De Vries geeft aan dat hij het
ontwikkelingsplan wil bespreken met zijn achterban en vraagt of er nog punten
kunnen worden ingebracht naar aanleiding van die bespreking. Mevrouw Bijleveld
geeft aan dat het alleen zinvol is om nieuwe (tekstuele) punten aan te kaarten.
Op de punten die al uitgebreid zijn besproken, zal niets meer worden gewijzigd.
Eventuele opmerkingen dienen binnen 1 week, dus uiterlijk 7 december a.s.
worden gestuurd naar Mevrouw Koenes. Opmerkingen die na die tijd worden
gemaakt, kunnen sowieso niet meer worden verwerkt in het ontwikkelingsplan.
Mevrouw Bijleveld geeft aan dat dergelijke opmerkingen nog wel onder de
aandacht kunnen worden gebracht van de leden van de raad, door de opmerkingen
bij de stukken te voegen. Tevens wijst mevrouw Bijleveld op de mogelijkheid om
in te spreken tijdens de behandeling bij de commissie Duurzaamheid.
Er zijn geen opmerkingen meer
Adressen nieuwe aanwezigen: De heer R. Saariste,
Mijnbouwplein 7 te Delft en de heer K. Nauta, Mijnbouwplein 1 te Delft. Mevrouw
Wijffels was aanwezig ipv B. Kolen. Het verslag kan gewoon naar B. Kolen.