Gemeente Delft
Vakteam Ruimtelijke
Ordening
februari 2005
Inleiding
Het gebied waarvoor een nieuw bestemmingplan wordt voorbereid
ligt in het zuidoostelijke deel van Delft, ten oosten van TU Midden. Het TNO
terrein wordt begrensd door de A13 aan de oostzijde, de Schoemakerstraat aan de
westzijde, het Delftechpark aan de zuidzijde en de Professor Evertslaan aan de
noordzijde.
Het ontwerp-bestemmingsplan TNO Zuidpolder heeft ter inzage
gelegen in de periode van 25 oktober tot en met 22 november 2004. Tijdens deze
periode bestaat de mogelijkheid tot het indienen van schriftelijke zienswijzen.
De ter inzage legging is gepubliceerd in de stadskrant van 24 oktober 2004. De
onderstaande personen/instanties hebben schriftelijk hun zienswijzen op het
ontwerp bestemmingsplan kenbaar gemaakt:
1.
Rijkswaterstaat, Directie Zuid-Holland, Postbus 556, 3000 AN
Rotterdam.
De schriftelijke zienswijzen zijn samengevat en
beantwoord in deze nota.
1. Rijkswaterstaat
1.1.
Samenvatting
Inspreker hecht er belang aan dat in het LVVP niet
alleen de bereikbaarheidseffecten in beeld worden gebracht, maar ook dat de
noodzaak en haalbaarheid van verkeer- en vervoersmaatregelen inzichtelijk
worden gemaakt. Inspreker wenst voor de vaststelling van het bestemmingsplan
zich een oordeel te kunnen vormen over de uitkomst van de studie.
Antwoord
Het LVVP is niet, zoals oorspronkelijk verwacht,
reeds voor de vaststelling van het bestemmingsplan TNO-Zuidpolder vastgesteld
door de raad. Derhalve is in de toelichting op het vast te stellen
bestemmingsplan de bereikbaarheid en de noodzaak en haalbaarheid van de
verkeer- en vervoersmaatregelen inzichtelijk gemaakt, voor zover deze
voortvloeien uit de ontwikkelingen op het TNO-terrein. De verkeer- en
vervoersmaatregelen die in het kader van het bestemmingsplan relevant, danwel
noodzakelijk zijn, worden ingepast in het beleid, zoals zal worden neergelegd
in het LVVP. Het LVVP wordt overigens in maart 2005 in procedure gebracht.
Inspreker kan desgewenst in die procedure haar reactie op het concept-LVVP
kenbaar maken.
Conclusie
De zienswijze heeft geleid tot aanpassing van de toelichting
op het bestemmingsplan
1.2.
Samenvatting
Inspreker is geen inzage gegeven in het akoestische
onderzoek. Derhalve kan de inspreker niet beoordelen in hoeverre de juiste
gegevens zijn gebruikt, met name daar waar bebouwing met een hoogteaccent van
40 meter is voorgesteld. Inzage in het akoestisch onderzoek is voor inspreker
van belang, aangezien de bebouwing de realisatie van de
bereikbaarheidverbeterende maatregelen aan de A13 kan belemmeren.
Antwoord
Het akoestisch onderzoek is niet opgenomen als bijlage bij
de toelichting op het bestemmingsplan en is ook niet separaat aan reclamant
toegezonden. Reclamant had evenwel inzage kunnen krijgen in voornoemd onderzoek
door de stukken die betrekking hebben op dit bestemmingplan bij de
publieksbalie in te zien. Ten overvloede merken wij op dat bedoeld onderzoek onderdeel
zal uitmaken van de stukken die naar Gedeputeerde Staten worden verzonden met
het verzoek om goedkeuring van dit bestemmingsplan. Reclamant kan dan als lid
van de PPC die stukken inzien.
Conclusie
De zienswijze heeft niet geleid tot aanpassing van het
bestemmingsplan.