reg.nr. 536978
Aan het college van burgemeester
en wethouders
betreft: samenwerkingsovereenkomst
Ceram/Boeroe
Inleiding
Met
Ceres projecten BV/de stichting Vestia Groep zijn besprekingen gevoerd die
hebben geleid tot overeenstemming over de realisering van een
stadsvernieuwingsproject tussen de Riouwstraat en de Boeroestraat (kortweg:
Ceram/Boeroe). Voor dit project heeft de gemeenteraad in het ‘Ontwikkelingsplan
Ceram Boeroe’ op 26 juni 2003 en 28 september 2004 de beleidsmatige kaders vastgesteld.
Voor de realisering van het
project is onder meer een grondregeling nodig tussen Vestia (eigenaar van de
grond, waarop tot 2003 72 duplexwoningen hebben gestaan) en de gemeente Delft
(eigenaar van de openbare wegen in het plangebied). Deze grondregeling houdt
grofweg in dat delen van het plangebied (met een totaaloppervlak van 765 m² aan
Vestia in eigendom wordt overgedragen en de na realisering van het project
resterende grond van Vestia met een openbare bestemming (totaal 916 m²) in
eigendom wordt overgedragen aan de gemeente. De gemeente neemt haar aan Vestia
over te dragen gronden (dus 765 m²) uit het openbare areaal en neemt de van
Vestia over te nemen gronden (dus 916 m²) over ten behoeve van toevoeging aan
het openbaar areaal.
Het gehele project wordt namens
Vestia door en voor rekening en risico gerealiseerd door Ceres projecten BV,
dochteronderneming van Vestia. Uit een uitgebreide (financiële) analyse is
gebleken dat de totale grondexploitatiekosten van het project (met inachtname
van de door de gemeente gestelde eisen ten aanzien van bijvoorbeeld
volkshuisvesting en stedenbouw) ongeveer gelijk kunnen zijn aan de
grondopbrengsten (met inachtname van alle daarbij betrokken risico’s). Omdat de
insteek van meet af aan is geweest dat het gehele project voor rekening en
risico van de initiatiefnemer (Vestia/Ceres) zou worden gerealiseerd, is daarom
afgesproken dat de genoemde gronden over en weer zonder financiële verrekening
zouden worden geleverd.
De gehele vastgoedexploitatie
geschiedt eveneens voor rekening en risico van Vestia.
Juridische regeling
De gemaakte afspraken zijn
vastgelegd in een overeenkomst, die bestaat uit vier delen:
A algemene bepalingen
Met name
worden geregeld het doel van de overeenkomst, de projectomschrijving, de algemene
verplichtingen van partijen, de overlegstructuur, de planning en de (wijze van
verstrekking van de) benodigde vergunningen, goedkeuringen en ontheffingen.
B grondtransacties
Hier
worden de feitelijke grondtransacties tussen partijen geregeld, inclusief de
daartoe te stellen bepalingen en voorwaarden. Van toepassing zijn (voor zover
relevant) de Algemene Voorwaarden voor de verkoop van bouwterreinen door de
gemeente Delft van 1994.
C uitvoering woningbouw, openbare en overige
voorzieningen
Vastgelegd
worden de bepalingen ten aanzien van de wijze van planontwikkeling, de te
realiseren woningen, het bouw- en woonrijp maken, de aanbesteding en
opdrachtverstrekking daarvan, de openbare voorzieningen en de overige
voorzieningen.
D slotbepalingen
In dit
hoofdstuk worden de resterende afspraken geregeld, zoals ten aanzien van de
door Vestia te betalen bijdrage in de kosten van de waterhuishouding, de
overdracht van de contractspositie, de duur en beëindiging van de overeenkomst
en geschillenregeling.
De volgende aspecten zijn in de
overeenkomst vermeldenswaard:
Levering gronden
Uit fiscale overwegingen is
afgesproken de gronden over en weer te leveren voorafgaand aan de start van het
project i.c. de start van de feitelijke werkzaamheden (dat is het bouwrijp
maken). Dit is voor Vestia de meest voordelige regeling en de gemeente heeft
geen zwaarwichtige reden om daar niet aan mee te werken. De regeling is door een fiscaal deskundige
getoetst en akkoord bevonden. Door deze constructie dienen wel alle
aspecten inzake de inrichting van de toekomstige openbare ruimte te zijn
vastgelegd, zodat de gemeente weet welke kwaliteit zij van Ceres/Vestia kan
verwachten v.v. Dit is vastgelegd op de plantekening en in een aantal overige
bij de overeenkomst gevoegde bijlagen. Om deze kwaliteit te waarborgen, is
afgesproken dat bij de planrealisering de gemeente (i.c. het Ingenieursbureau
Delft) de directie voert van het bouw- en woonrijp maken, zodat daarmee het
eindoordeel voor de gemeente over de opleveringskwaliteit is gewaarborgd.
Sociale woningbouw
Afspraak is dat in het plan circa
30% van het totale aantal woningen als sociale woningbouw wordt gerealiseerd én
behouden. Het betreft in totaal 19 appartementen. In de overeenkomst is
opgenomen dat deze woningen minimaal dertig jaar in de sociale huursector
moeten blijven behouden, hetgeen een redelijke termijn is in o.a. relatie tot
de afschrijvingstermijn van de woningen. Om te voorkomen dat Vestia in de
verleiding komt om de woningen tussentijds
alsnog aan de sociale huursector te onttrekken is een boeteclausule opgenomen
van € 30.000 per woning. Mocht Vestia
onverhoopt de woningen aan de sociale huursector onttrekken, dan kan de
gemeente deze boete inzetten om
elders nieuwe sociale huurwoningen te financieren.
Kosten en planschade
Afspraak is dat alle kosten van
het project voor rekening en risico van Ceres/Vestia zijn, met uitzondering van
de ambtelijke kosten en de kosten die rechtstreeks voortvloeien uit de publieke
taak van de gemeente. Het planschaderisico berust volgens de onderhavige
overeenkomst ook bij Ceres/Vestia, als initiatiefnemer van het project. Met
deze afspraak wordt geanticipeerd op de inwerkingtreding van de spoedwet tot
wijziging van artikel 49 Wet Ruimtelijke Ordening, waarin afwenteling van
planschade bij overeenkomst mogelijk wordt gemaakt. Een mogelijk risico hierbij
is dat Ceres/Vestia zich op enig moment op nietigheid van deze bepaling zou
kunnen beroepen, omdat de bedoelde wet nog niet in werking is getreden. Echter,
vanwege de langdurige zakelijke relatie tussen de gemeente en Ceres is niet te
verwachten dat dit ook daadwerkelijk zal gebeuren.
Overigens valt gezien de ligging
van het plangebied in de omgeving, de nabijgelegen aard van de bebouwing
(voornamelijk sociale huurwoningen en aan de overzijde van de Minahasastraat
koopwoningen op circa vijftig meter afstand van de noordgevel van de
toekomstige bebouwing) en het verschil tussen de vorige en de nieuwe
juridisch-planologische situatie niet te verwachten dat veel planschadeclaims
zullen worden ingediend. Bovendien is het nog maar de vraag of de nieuwe
juridisch-planologische situatie een nadeliger situatie voor de omgeving
oplevert dan de vorige.
Van belang zijn daarnaast nog de
volgende aspecten (niet in de overeenkomst opgenomen):
Niet-doorgaan van het project
Het is denkbaar dat op korte
termijn blijkt dat het project alsnog geen doorgang vindt in de voorgestelde
vorm. Bijvoorbeeld als een schorsingsverzoek wordt toegewezen of de verkoop
mislukt. Hiervoor is geen regeling getroffen in de overeenkomst. Reden is
daarvoor dat het nu niet waarschijnlijk lijkt dat deze situatie zich zal
voordoen, de redactie van een dergelijke bepaling nogal omslachtig zou zijn en
in strijd is met de geest van de overeenkomst (intentie is immers expliciet om
nú de grondregeling te treffen) en (‘last but not least’) in een dergelijk
geval de gemeente en Vestia/Ceres altijd met elkaar in gesprek dienen te
treden, omdat zij beide gebonden zijn aan het project en dus ook het vervolg
als het project onverhoopt geen doorgang zou kunnen vinden.
Beheer openbare gronden
Gemeentelijk gebruik is dat bij
toevoeging van gronden aan het openbaar areaal door derden (bijvoorbeeld
ontwikkelaars) een vergoeding dient te worden betaald voor afkoop van het
toekomstig onderhoud. In casu is het terug te nemen areaal ongeveer gelijk aan
het over te dragen areaal. Bovendien is het van vergelijkbare kwaliteit (het
was rijweg in klinkerbestrating en trottoir en dat wordt het in de toekomst
ook). Per saldo wordt in de nieuwe situatie slechts 150 m² extra aan het
openbaar areaal toegevoegd, hetgeen een verwaarloosbaar verschil is. Daarom is geen nadere regeling voor het
toevoegen aan het openbaar areaal getroffen. Terzijde zij hier nog opgemerkt
dat het toekomstige project ten opzichte van de geamoveerde bebouwing te zijner
tijd een aanmerkelijke verhoging van de OZB-opbrengst op zal leveren vanwege de
aanzienlijke waardetoevoeging uit onroerend goed.
Voorstel:
In
verband met het voorgaande wordt u voorgesteld te besluiten tot het aangaan van
de bijgaande overeenkomst met de Stichting Vestia Groep te Rotterdam met
betrekking tot de herontwikkeling van de locatie Ceram Boeroe aan de
Ceramstraat, Boeroestraat, Riouwstraat en Minahasastraat te Delft, een en ander
als aangegeven in de overeenkomst.