Bijlage 1
3 Verbetering saldo
baten (verhoging) en lasten (reductie)
5 Kostprijzen
parkeerproducten
6 Kostprijsdekkende
tarieven parkeerproducten
6.1 Kaderstelling raad
t.a.v. vergunningparkeren
6.2 Indicatie
kostendekkende tarieven 2006
6.3 Vergunningtarieven in
perspectief met andere steden
Bijlage 2:
Uitgangspunten kostprijsberekening
Bijlage 3:
Opbouw tarieven parkeervergunningen
Bijlage 4:
Afschaffen leges in 2006
Bijlage 5:
Begrotingswijziging
Bijlage 6:
Effect op reserve Parkeervoorziening,
Bijlage 7:
Beheersing keten parkeren vanaf 2006
Voorliggende nota komt voort
uit de nota reserve parkeervoorzieningen die op 24 juni 2004 door de raad is
vastgesteld. Daarin zijn de volgende opdrachten verstrekt:
- Opdracht te geven het inzicht in de kosten en
opbrengsten van het gesloten circuit Parkeren te vergroten.
- Om te komen tot een (bijna) kostendekkende
parkeerexploitatie taakstellend met ingang 1 januari 2006 het saldo van kosten
en opbrengsten in het parkeren met
€ 757.000 te verbeteren en hiertoe voorstellen te laten uitwerken en deze voor
1 januari 2005 vast te stellen (conform scenario 5).
Als gevolg van deze opdrachtverstrekking is vanuit de bestaande regiegroep parkeren een project met 6 deelprojecten
gestart in de organisatie. De regiegroep is breed samengesteld uit de
clusterdirecteur Wijk/Stadszaken, sectorhoofd duurzaamheid, sectorhoofd
toezicht openbare ruimte (TOR), vakteamhoofd mobiliteit, vakteamhoofd
handhaving & toezicht (H&T) , vakteamhoofd vergunningen &
ontheffingen (V&O), medewerkers van de vakteams mobiliteit, H&T,
V&O, S&C, Financiën, Publieksbalie en belastingen.
Voor dit traject zijn geen
externen aangetrokken. Waar aanvankelijk de gedachte heerste dat het traject
een kwestie zou zijn van bevragen van de operationele medewerkers bleek het
uiteindelijk veel complexer te zijn. Kernprobleem is dat de aansluiting
ontbreekt tussen achterliggende operationele processen en financiële
managementinformatie. Financieel bleek uit de huidige systemen geen informatie
te komen waar het management afdoende op kan sturen. De transparantie wordt
verder bemoeilijkt doordat in onze gemeente sprake is van meerdere soorten
handhaving. Enerzijds is dat handhaving welke wordt gedekt door het gesloten
circuit parkeren en anderzijds handhaving welke wordt gedekt door de algemene
middelen.
Het rekenmodel parkeren
heeft tot doel de gevolgen van mutaties in de reserve parkeervoorzieningen op
de langere termijn te volgen. De projectgroep heeft voor de uitwerking van deze
opdracht een kostprijscalculatiemodel ontwikkeld, waarin de opbouw van de
tarieven inzichtelijk is vanaf het niveau van kostenveroorzakers (cost
drivers). Een methodiek waarbij gebruik is gemaakt van onderdelen van het
bekende model activity based costing.
Om
te komen tot een (bijna) kostendekkende parkeerexploitatie is de taakstelling,
met ingang van 1 januari 2006, om het saldo van kosten en opbrengsten in het
parkeren met € 757.000,- te verbeteren en hiertoe voorstellen te laten
uitwerken en deze voor 1 januari 2005 vast te stellen (conform scenario 5).
De taakstelling is feitelijk door B&W en de gemeenteraad bij de 2e
fase van de bezuinigingsoperatie in juni 2004 met € 50.000,- verhoogd (door de
verlaging van de bijdrage uit de algemene dienst) en komt daarmee op €
807.000,-. Deze verhoging heeft daarmee wel een voorwaardelijk karakter.
Richtinggevend kader uit de besluitvorming van
B&W en de Raad (juni 2004)
Bij deze taakstellende opdracht voor de
verbetering van het saldo van lasten en baten zal een strikte volgorde worden
gehanteerd.
|
Probleemstelling
Hoe
kunnen wij de financiële informatievoorziening zodanig verbeteren dat een
voldoende niveau van transparantie bereikt wordt ten aanzien van de kostprijzen
van de diverse producten zodat het management de juiste voorstellen over
tariefstelling kan geven aan het bestuur en dat daarnaast de budgethouders en
budgetbeheerders grip hebben op het financiële proces.
Aanvulling
B&W op richtinggevend kader (september 2004)
B&W
heeft in aanvulling op het richtinggevende kader gedurende de analyse nog enkele
aandachtspunten aangereikt omtrent de efficiencyslag op de functie “Parkeren”,
te weten:
1.
Voorstel
“MOTOR” (Mobiel TOR) meenemen met daaraan gekoppelde taakstellende bezuiniging;
De aanleiding van MOTOR vanuit het bestuur waren de extra bezuinigingen;
2.
Consequentie
van de inkrimping van het parkeerareaal;
3.
Consequentie
overdracht controlekamer naar parking BV (schaalvoordelen);
4.
Controle
uitvoeren door andere combinaties dan 2 controleurs openbare ruimte
(bijvoorbeeld door 1 stadstoezichthouder en 1 controleur openbare ruimte);
5.
Taakstelling
verhogen van de opbrengst naheffingen.
In
bijlage 1 zijn deze aandachtspunten nader uitgewerkt.
Het
saldo van lasten en baten wordt verbeterd doordat bij alle betrokken vakteams
kostenreductie is te behalen en bij TOR extra baten kunnen worden gegenereerd.
Het totaalbedrag daarvan is € 1,0 miljoen, waarmee de benodigde reductie ad €
0,8 miljoen wordt gehaald.
Daarnaast
is ook een bedrag ad € 0,6 miljoen verschoven vanuit straatparkeren naar brede
(parkeer) handhaving/Mulder (buiten gereguleerde tijden en gebieden). Door de
samenhang met verkeer blijft deze post echter wel ten laste komen van het
gesloten circuit parkeren.
Deze
taakstelling is overigens niet als vanzelf gerealiseerd. In hoofdstuk 7,
parkeren in control, staat een oplossing beschreven waardoor de kans dat
de taakstelling gerealiseerd wordt aanzienlijk toeneemt.
Mutaties
kosten/baten
Toename
aantal naheffingsaanslagen +€
600.000
Reducties fte Mobiliteit (incl. fac. overhead) +€ 85.000
Reducties fte Publieksbalie(incl. fac.
overhead) +€ 238.000
Reducties fte Belastingen (incl. fac. overhead) +€ 13.000
Reducties fte Vergunningen en Ontheffingen
(incl) +€ 155.000
Toename Taakcontroller (incl. fac. overhead) -
€ 91.000
Totaal +€1.000.000
Bijlage
1 bevat een overzicht van de kostenreducties die de gemeente wil realiseren per
1-1-2006. Een deel van de verbeteringen worden in 2005 gerealiseerd.
Bij
het opstellen van de kostprijscalculatie is getracht de werkelijkheid zo goed
als mogelijk weer te geven in het kostprijscalculatiemodel. De werkelijkheid is
redelijk complex, het model is uiteindelijk relatief eenvoudig geworden. Dat
laat ruimte voor verdere verfijning van de kostprijscalculatie.
In het hele project is er vanuit gegaan dat alle componenten
die gebruikt worden in het model benoemd zijn, zodat bekend is wat wel en met
name ook wat niet in de berekeningen is meegenomen.
Probleempunt
daarbij blijft het ondervangen van de werkelijkheid. Eén voorbeeld om dit te
verduidelijken: een controleur openbare ruimte heeft de beschikking over een
PDA om daarmee elektronisch een melding te doen van afval dat opgeruimd moet
worden. Moeten de kosten van die –nuttige– melding (de tijdsduur van het
invoeren, gebruik van de PDA gedurende die tijd, het mogelijk maken dat de PDA
die mogelijkheid heeft) wel of niet worden toegerekend aan het straatparkeren,
indien dat gedurende gereguleerde tijden en in een gereguleerd gebied
plaatsvindt? In het kostprijscalculatiemodel zijn deze kosten toegerekend aan
het straatparkeren.
Bijlage
2 bevat de uitwerking van de gehanteerde uitgangspunten bij dit soort vraagstukken.
Na
doorrekening van het kostprijscalculatiemodel is het resultaat als volgt:
Kostprijzen:
1) Betaald parkeren: € 486
(totaal per plek per jaar);
2) Een vergunning /
parkeerproduct in de Schil: gemiddeld
€ 74
(= de gemiddelde kostprijs van een vergunning. In de kostprijsberekening is
geen onderscheid gemaakt in de diverse vergunningvormen (bewoners/bedrijven)
c.q. parkeerproducten zoals bijvoorbeeld de bezoekerskaart)
3) Vergunningen /
parkeerproduct in de Binnenstad: gemiddeld € 118.
(= de gemiddelde kostprijs van een vergunning. In de kostprijsberekening is
geen onderscheid gemaakt in de diverse vergunningvormen (bewoners/bedrijven)
c.q. parkeerproducten zoals bijvoorbeeld de bezoekerskaart)
De
raad heeft op 24 juni 2004 ingestemd met de financiële doelstelling bij het
vergunningparkeren, die als volgt is gedefinieerd.
‘Het exploitatieresultaat van het vergunningparkeren moet kostendekkend zijn,
inclusief integrale kosten en opbrengsten van de handhaving. Het
exploitatieresultaat mag niet positief zijn.’
De
raad heeft op 28 oktober 2004 bepaald dat de tarieven van de vergunningen in de
gereguleerde gebieden moeten leiden tot kostendekkendheid.
De
kostendekkende tarieven, met inachtneming van de door de Raad in oktober j.l.
vastgestelde tariefstructuur (verhoudingen tussen de verschillende vergunningen
en producten), worden als volgt:
Tarieven
bij huidige tariefstructuur
1.
Betaald
parkeren (totaal, per uur, per plek) op bezoekersplaatsen: ongewijzigd ten
opzichte van niveau 2005 (positief).
2.
Schilvergunning:
1e bewonersvergunning voor een jaar: € 115 (kostendekkend) (in 2005
€ 50)
3.
Binnenstadvergunning:
1e bewonersvergunning voor een jaar: € 150 (kostendekkend) (in 2005
€ 120)
De
tarieven van genoemde producten bij punt 2. en 3. wijken af van de gemiddelde
kostprijzen uit paragraaf 5 bij punt 2. en 3. Het verschil wordt goeddeels
veroorzaakt doordat in de huidige tariefstructuur de bezoekerskaarten voor een
relatief laag tarief worden verkocht en in feite (bij de veronderstelling van
kostendekkendheid voor het product vergunningparkeren) gesubsidieerd worden
vanuit de (diverse) vergunningen.
Tarieven
bij verhoging tarief bezoekerskaart
Indien
de tariefstructuur zo wordt gewijzigd dat het tarief van de bezoekerskaart niet
10x de prijs van een straatparkeren is maar bijvoorbeeld 20 x (in de Schil van
€ 17 naar € 34), worden de tarieven voor de 1e bewonersvergunningen
als volgt:
4.
Schilvergunning:
1e bewonersvergunning voor een jaar: € 102 (kostendekkend) (in 2005
€ 50)
5.
Binnenstadvergunning:
1e bewonersvergunning voor een jaar: € 135 (kostendekkend) (in 2005
€ 120).
Bijkomend
voordeel van het verkleinen van het verschil
in tarief tussen de bezoekerskaart en de 1e (en 2e)
bewonersvergunning is dat kans op misbruik van de bezoekerskaart kleiner wordt.
Tarief
1e bewonersvergunningen per jaar in diverse andere steden zijn als
volgt (tarief 2004 excl. leges):
|
Binnenstad |
Schillen |
Amsterdam |
€
214,56 |
€
93,96 en € 127,80 |
Rotterdam |
€
223,56 |
€
103,80 |
Den
Haag |
€ 84,72 |
€ 42,48 en € 63,72 |
Dordrecht |
€
132,00 |
€ 96,00 |
Leiden |
€
160,00 |
€
160,00 |
In
de inleiding is al geschetst dat de managementinformatie momenteel onvoldoende
is om goed te sturen. Aandacht voor kosten en efficiency, waaronder
optimalisatie van processen en optimaal gebruik maken van ICT is in de huidige
organisatie niet mogelijk. De oplossing om dat wel mogelijk te maken is:
-
Een
dienstverleningsafspraak sluiten tussen de vakteams mobiliteit en TOR.
-
De
activiteiten (parkeren, veiligheid, wijkaanpak) zoveel als mogelijk (via
voorcalculatie) te blijven onderscheiden.
-
Nieuwe
ontwikkelingen altijd met behulp van nota’s uit te werken, met helderheid over
organisatorische en financiële consequenties.
-
De
operationele en de financiële managementinformatie op een eenvoudige manier
periodiek gebruiken om de uitvoering bij te sturen.
-
Het
bovenstaande door een bedrijfsmatig en onafhankelijk ingestelde taakcontroller
tezamen met de leiding van TOR en Mobiliteit vorm te geven.
In bijlage
7 is dit verder geconcretiseerd.
Nog aanwezige risico´s bij
vaststelling van deze nota in het gesloten circuit parkeren zijn:
Ø Realisatie
toename aantal naheffingsaanslagen.
De verhoging van het aantal naheffingsaanslagen is aanzienlijk maar komt
overeen met het beeld dat ontstaat als de trend uit andere steden met
gereguleerd parkeren wordt vergeleken. Deze slag zou niet mogelijk zijn zonder
de reeds ingezette verbeter acties bij de sector Tor (opleidingen Controleur
Openbare Ruimte (COR´s), vervullen van de laatste vacature´s’). Medio 2005 zal
de verhoging van het aantal naheffingen reeds zichtbaar worden (op weg naar het
realiseren van de volledige taakstelling in 2006). In de beheerrapportages in
2005 zal hierover gerapporteerd worden.
Ø Kostendekkende
exploitatie parkeergarages
De stichtingkosten van de 3 publieke parkeergarages zijn aanzienlijk. Nu de
kosten en opbrengsten op een juiste wijze zijn toegerekend aan de diverse
parkeerproducten wordt inzichtelijk dat het door de raad vastgestelde
uitgangspunt dat een jaarlijks kostendekkende exploitatie van de garages onder
druk staat bij de huidige tariefstelling. Het is de vraag of het nu zichtbare
exploitatieoverschot op de Phoenixgarage (door de afboeking van de
stichtingskosten a fonds perdu) voldoende is om de exploitatietekort in de
Koepoort (en Zuidpoort) op te vangen. Bij de kredietaanvraag voor de bouw van
de Koepoortgarage (1e kwartaal 2005) zal e.e.a. inzichtelijk worden
gemaakt en een of meerdere keuzes aan de Raad worden voorgelegd.
Ø Straatparkeren
In de nota in juni zijn de opbrengsten van het straatparkeren naar rato van het
aantal te vervallen plekken gecorrigeerd (geen onderscheid gemaakt naar type
plek en de wijziging van de mix in het aantal plekken ten faveure van het garageparkeren).
Alleen in de praktijk de komende 2 à 3 jaren zal blijken of deze logische
veronderstelling juist is of dat er minder (of in theorie ook meer) gebruik zal
worden gemaakt van het straatparkeren dan nu het geval is.
Ø Inflatiecorrectie
Indien de huidige inflatiecorrectie voor 2005 van 0% meerjarig zou worden
gecontinueerd heeft dit een negatieve impact op de stand van de reserve
Parkeervoorzieningen.
Gegeven
bovenstaande risico’s is een besparingsverlies van € 250.000 (+/-5% van de
begrote kosten) opgenomen in de raming van de reserve parkeervoorziening (zie
bijlage 6). De opnamen van deze post heeft geen invloed op de kostprijs van de
vergunning.
Wij
stellen u voor akkoord te gaan met:
Ø De voorgestelde
efficiencymaatregelen.
Ø De gehanteerde
uitgangspunten bij de kostprijsberekening
Ø Kennis nemen van de
kostprijzen per parkeerproduct
Ø Kennis nemen van het effect
op de reserve parkeervoorzieningen van de kostenreductie en de kostendekkende
tarieven.
Ø
De
voorgestelde beheersingsmaatregelen.
Ø
Het
in 2005 gebruiken van deze nota als kader bij de vaststelling van de tarieven
voor 2006.
Hoogachtend
Namens
de regiegroep Parkeren,
W.A.
Cornax, M.G. Schoemaker, J.C. de Ruijter, E.L.P.G. Bavelaar en P.S.M. Verhoef
In
kostprijscalculatie geëffectueerde kostenreducties:
-
TOR:
H&T formatief gelijk als in 2004 (24 fte controleurs straatparkeren),
echter stijging bruto-opbrengst fiscale naheffingen met van € 1,1 miljoen tot €
1,7 miljoen (1.000 werkbare uren per fte per jaar op straat, circa 1,4
naheffingen per uur).
-
TOR:
alle handhaving buiten de gereguleerde tijden en gebieden wordt niet meer aan
het straatparkeren toegerekend zodat de voor dit onderdeel gemaakte kosten niet
verwerkt worden in tarieven. Dit levert voor het straatparkeren € 0,6 miljoen
op. Dit bedrag blijft echter ten laste komen van het gesloten circuit parkeren.
De € 0,6 miljoen is opgebouwd uit € 0,4 miljoen Mulderfeiten (zondag, binnenstad
09:00-10:00, schillen buiten gereguleerde tijden, autoluw+) en de projecten 1)
Stationsplein, 2) Schie-oevers en 3) wijkhandhaving, tezamen € 0,2 miljoen.
Handhaving op Mulderfeiten blijft nodig:
1.
Het
handhaven op Mulderfeiten bevordert de doorstroming en de toegankelijkheid van
Hulpdiensten in de wijken. Dit is ook een van de uitgangspunten om de
regulering in te voeren.
2.
Er
is altijd bij besluitvorming vanuit gegaan dat we ook binnen Autoluw+ handhaven
3.
Er
steeds meer bloktijden gevormd worden in de namiddag en de avonden. Als we
alleen daar gaan handhaven is het rooster technisch en vanuit de arbeidstijden
wet niet haalbaar.
-
Publieksbalie:
halvering aantal fte van 3,7 tot 1,85 hetgeen € 0,238 miljoen oplevert . Randvoorwaarde
is dat de aannemersdagkaart digitaal wordt verstrekt vanaf 2006. Dit is een van de haalbare efficiëntieslagen
van de digitalisering van de parkeerproducten.
-
Mobiliteit:
daling aantal fte’s van 2,5 in 2004 naar 1,5 in 2006 hetgeen structureel €
0,085 miljoen oplevert. Dit in de veronderstelling dat per 1/1/06 de invoering
van het gereguleerd parkeren in alle schillen is afgerond en de relatie met de
Parking BV voor alle garages is vastgelegd.
-
Belastingen:
daling aantal fte (2,93 tot 2,73) ondanks grotere aantal fiscale naheffingen in
2006 € 0,013 miljoen.
-
Vergunningen
en Ontheffingen: daling van aantal fte’s 2,9 fte als gevolg van een betere
normering van de te verstrekken producten en daarmee samenhangende capaciteit.
Voor een deel verdampt deze besparing doordat er een betere toerekening is
gemaakt van fte’s die eerder niet ten laste van het gesloten circuit parkeren
werden gebracht (vakteamhoofd en ondersteuning). Per saldo levert dit een besparing
op van 1,29 fte hetgeen € 0,155 miljoen oplevert.
-
Grondslag berekening besparing reducties fte’s: Om de
omvang van de bezuiniging op het gesloten circuit te kunnen bepalen is als
volgt te werk gegaan:
1. Opbouwen nieuwe kostenplaats van Publieksbalie, V&O, Belastingen,
Mobiliteit per 2006. Het salarisbudget en de werkplek- en werknemersgebonden
kosten zijn hierbij aangepast. Tevens is het aantal productieve uren
gecorrigeerd;
2. Totale kosten op de kostenplaats 2006 delen door aantal productieve uren
2006 levert een nieuw uurtarief 2006 op;
3. Verschil van uurtarief nieuw 2006 x nieuw aantal uren tlv parkeren en oud
uurtarief x oud aantal productieve uren = besparing.
Resultaten
aanvulling richtinggevend kader B&W
1.
Mobiel
TOR
2.
Inkrimping
parkeerareaal
3.
Overdracht
controlekamer
4.
Handhaving
goedkoper
5.
Meer
naheffingen
Ad
1. Voorstel Mobiel TOR (MOTOR, digitalisering handhaving) is goedgekeurd door
het College (oktober 2004) inclusief taakstelling van € 75.000 TOR. Deze
taakstelling is nog niet meegenomen in het kostprijscalculatiemodel, omdat de
omvang van de investering en de bijbehorende structurele lasten nog niet helder
is, de taakstelling ( opbrengst € 75.000) momenteel nog niet met zekerheid
haalbaar is, en de continuering afhankelijk is van de evaluatie en
daaropvolgende besluitvorming in het college.
Ad
2. Vanuit het verleden is er geen objectieve norm vastgesteld voor de formatie
controleurs en het aantallen parkeerplekken. Objectief gezien daalt het aantal
parkeerplekken in de komende periode. Inmiddels is de norm van CROW bekend
waaruit een objectieve norm voor de Delftse situatie is te herleiden. Indien
aan deze norm wordt vastgehouden dan zou de handhavingscapaciteit bij TOR 32
fte moeten zijn, rekeninghoudend met het aantal parkeerplaatsen in Delft in de
komende jaren. In het kostprijscalculatiemodel is gerekend met 24 fte (zie
bijlage 2, punt 2.3).
In
aanvulling op het bovenstaande leidt de beoogde inkrimping van het
parkeerareaal tot een geringe daling van kosten voor geldtellen en
handhavingsuren. Voor een deel van de vervallen (bijvoorbeeld Ezelsveldlaan 256
plaatsen)zijn geen handhavingsuren begroot. De (geringe) daling van de kosten
wordt echter gecompenseerd door een afname van opbrengsten naheffingen. Per
saldo heffen de kostenreductie en daling van de naheffingsopbrengsten elkaar
op.
Ad
3. Door het overbrengen van de controlekamer van de Phoenixgargage naar de
Zuidpoortgarage zijn naar de huidige inzichten geen schaalvoordelen te
realiseren. In de kostprijscalculatie is rekening gehouden met de 3 fte’s
externen van Parcon die momenteel, najaar 2004, de controlekamer in de
Phoenixgarage bemensen. Die verrichten drie activiteiten, te weten de pollers
(71 uur per week), de controle op de Phoenixgarage (90 uur per week) en de De
Hoed garage (2 uur per week). Het weektotaal wijkt licht af van 168 (24 * 7)
door een regiofunctie van Parcon (af: 10 uur per week) en overdracht van
diensten (bij: 5 uur per week). Op een jaarbedrag van € 284.000 voor de 3 fte
van Parcon is een bedrag van € 157.000 toegerekend aan de Phoenixgarage, €
124.000 pollers, € 3.000 de hoed.
Momenteel
lijkt het erop dat centralisatie van de controlekamer in de Zuidpoort-garage
zelfs duurder zal worden voor de gemeente. De Zuidpoort-garage is niet
opgenomen in de gemeentelijke boekhouding omdat het in de een aparte BV is
vormgegeven. Momenteel is de gedachte dat de controlekamer in de
Zuidpoort-garage fulltime door 2 fte’s bemenst gaat worden. Dat zal een
kostenpost van circa € 600.000 gaan opleveren, die vooralsnog in de calculatie
van de Zuidpoort-garage voor 1/3e deel is toegerekend aan die
garage. Het andere deel, 2/3e, zal afhankelijk van de
contractonderhandelingen ten laste komen van de gemeente, zijnde € 400.000. In
plaats van de € 284.000. In eerste instantie lijkt dit een lastenverhoging voor
de gemeentelijke boekhouding.
Mogelijk
dat de opening van de Koepoort-garage bij een gelijkblijvende bezetting van de
controlekamer tot schaalvoordelen kan gaan leiden.
Ad
4. Het uitvoeren van de handhaving met andere koppels dan de huidige is om de
volgende redenen niet aan te raden:
Ad
5. Zoals eerder beschreven zal de bruto-opbrengst fiscale naheffingen naar
verwachting stijgen als gevolg van een taakstelling. Daardoor verdient een
controleur openbare ruimte zichzelf (ruim) terug.
2.1
Indeling Kostprijsmodel
|
Niveau
0 |
|
Niveau
1 |
|
Niveau
2 |
|
Niveau 3 |
||||||
|
|
|
Toerekening 1 |
|
Toerekening 2 |
|
Toerekening 3 |
||||||
|
direct/indirect |
|
direct/indirect |
|
direct/indirect |
|
direct/indirect |
||||||
|
|
|
|
|
Straat- |
|
Bezoekers- |
||||||
|
|
|
|
|
Parkeren |
|
parkeren |
||||||
|
|
|
|
|
gereguleerde |
|
( € 0,48 mln.) |
||||||
|
|
|
|
|
tijden en |
|
|
||||||
|
|
|
|
|
en -gebieden |
|
Vergunning- |
||||||
|
|
|
|
|
( € 1,83 mln.) |
|
parkeren |
||||||
|
|
|
|
|
incl. 5-10% brede |
|
(incl. gehandi- |
||||||
|
|
|
|
|
handhaving |
|
captenparkeren) |
||||||
|
|
|
|
|
w.o. Mulder |
|
( € 1,35 mln.) |
||||||
|
|
|
|
|
|||||||||
|
|
|
|
|
|
|
Phoenix |
||||||
|
|
|
|
|
Garageparkeren |
|
(bate € 0,15 mln.) |
||||||
|
|
|
|
|
(incl.
PRIS) |
|
|||||||
|
|
|
|
|
(bate € 0,17 mln.) |
|
De Hoed |
||||||
|
|
|
|
|
|
|
(bate € 0,02
mln.) |
||||||
|
|
|
|
|
|
|
|||||||
|
|
|
Gesloten |
|
|
|
Fietsparkeren |
||||||
|
|
|
circuit |
|
Bijzondere |
|
( € 0,07 mln.) |
||||||
|
|
|
parkeren |
|
exploitaties |
|
|
||||||
|
|
|
( € 2,8 mln.) |
|
( € 0,57 mln.) |
|
Pollers |
||||||
|
|
|
|
|
|
|
( € 0,50 mln.) |
||||||
|
Activiteiten |
|
|
|
|||||||||
|
(kosten- |
|
|
|
Mulderfeiten |
|
|||||||
|
veroorzakers) |
|
|
|
- zondag |
|
|||||||
|
tot uitdrukking |
|
|
|
- binnenstad |
|
|||||||
|
komend in |
|
|
|
09:00-10:00 |
|
|||||||
|
kostensoorten |
|
|
|
- gereguleerd gebied |
|
|||||||
|
( € 4,5 mln.) |
|
|
|
schillen tussen |
|
|||||||
|
|
|
|
|
09:00 en 16:00 |
|
|||||||
|
|
|
|
|
- autoluw+ |
|
|||||||
|
|
|
|
|
( € 0,43 mln.) |
|
|||||||
|
|
|
|
|
|||||||||
|
|
|
|
|
Brede |
|
|||||||
|
|
|
|
|
handhaving |
|
|||||||
|
|
|
|
|
- Schie-oevers |
|
|||||||
|
|
|
|
|
- Stationsplein |
|
|||||||
|
|
|
|
|
- wijkhandhaving |
|
|||||||
|
|
|
|
|
( € 0,16 mln.) |
|
|||||||
|
|
|
|
|
|||||||||
|
|
|
Brede |
|
|||||||||
|
|
|
handhaving |
|
|||||||||
|
|
|
- Stadstoezicht |
|
|||||||||
|
|
|
- markt |
|
|||||||||
|
|
|
- apv |
|
|||||||||
|
|
|
- horeca |
|
|||||||||
|
|
|
- reclame |
|
|||||||||
|
|
|
( € 1,0 mln.) |
|
|||||||||
|
|
|
|||||||||||
|
|
|
Elders |
|
|||||||||
|
|
|
binnen de |
|
|||||||||
|
|
|
gemeente- |
|
|||||||||
|
|
|
begroting en |
|
|||||||||
|
|
|
- rekening |
|
|||||||||
|
|
|
( € 0,7 mln.) |
|
|||||||||
|
|
|
|
|
|||||||||
|
|
|
|||||||||||
2.2. Uitgangspunten voor toerekening
(in)directe kosten
Indirecte kosten zijn kosten die niet direct zijn
toe te rekenen aan (eind)producten. In de kostprijscalculatie wordt voor die
kostenveroorzakers die gerelateerd zijn aan de handhaving gebruik gemaakt van
de volgende sleutels. Directe kosten zijn het spiegelbeeld van de indirecte en
worden uiteraard rechtstreeks aan het betreffende product toegerekend.
In het kostprijsmodel is uitgegaan van diverse uitgangspunten. De belangrijkste
zijn hieronder opgesomd:
Ø
Er
vind geen herverdeling of subsidiering plaats tussen de kosten en opbrengsten
uit de Schillen en de Binnenstad.
Ø
Er
wordt gestreefd naar één vergunningtarief voor de Schillen.
Ø De leges, m.b.t. de eerste
aanschaf van een parkeerproduct, worden per 2006 afgeschaft en de gederfde
opbrengsten in de kostprijs en tariefstelling verwerkt. De leges voor het
wijzigen van parkeerproducten blijven echter bestaan.
Ø
Vanuit
het straatparkeren is een deel van de kosten van Controleurs Openbare Ruimte
geoormerkt voor brede (parkeer) handhaving/Mulder (buiten gereguleerde tijden).
Door de samenhang met verkeer blijven deze echter wel ten laste komen van het
gesloten circuit.
Ø
De
handhavingsuren van de handhaving in schil A (autoluw
+ gebied) zijn toegerekend aan Schil B (Binnenstad).
Ø
Toerekensleutel
1:de kosten die niet rechtstreeks verband houden met ofwel betaald
straatparkeren, terreinparkeren, of vergunningparkeren worden toegerekend aan
de diverse gebieden conform de per gebied gemaakte controle-uren. De uren
veroorzaken immers de kosten. Een deel van de activiteiten is te relateren aan
het verstrekken van parkeerproducten van een vergunninghouder die langs de
gracht staat geparkeerd. Hetzelfde geldt voor de controle van een aannemer.
Ø
Toerekensleutel
2: de als zodanig per gebied verkregen bedragen worden vervolgens aan de
subproducten toegerekend op grond van het aantal parkeerplaatsen per gebied.
Hierbij is rekening gehouden met de efficiëncy per parkeerplaats. Het
controleren van een bezoeker die gebruik maakt van Park-Line kost immers veel
meer tijd (50%) dan het controleren van een vergunninghouder die langs de
gracht staat geparkeerd. Hetzelfde geld voor de controle van een aannemer.
Ø
Als
eerste naar gebieden (binnenstad 2/3e, schillen 1/3e) en
vervolgens naar de soort plaatsen per gebied.
Ø
Mixplaatsen
worden voor 70% toegerekend als vergunningplaatsen en voor 30% als betaald
straatparkeerplaatsen.
Ø
De
kostenveroorzakers die een samenhang hebben met de uitgifte van producten
(publieksbalie en 95% van de werkzaamheden van het vakteam vergunningen &
ontheffingen) zijn gerelateerd aan de verhouding van de in 2006 uit te geven
aantallen producten.
2.3 Fte’s
Benodigde fte’s in 2006
Sector/vakteam |
Totaal |
Gesloten circuit |
Straatparkeren |
Brede handhaving incl.
Mulder |
Sector
TOR indirect |
3,80 |
2,72 |
2,04 |
0,68 |
Vakteam
H&T |
47,62 |
39,50 |
30,13 |
9,38 |
Vakteam
V&O |
16,26 |
7,79 |
7,79 |
0,00 |
Stadstoezicht-ID |
8,56 |
0,00 |
|
|
Publieksbalie |
p.m. |
1,85 |
1,85 |
|
Mobiliteit |
p.m. |
1,50 |
1,50 |
|
Belastingen |
p.m. |
2,73 |
2,73 |
|
Taakcontroller |
1,00 |
1,00 |
1,00 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Van
de 30,13 op straatparkeren drukkende fte’s zijn 24,00 fte’s controleurs
openbare ruimte (C.O.R.), toegerekend aan parkeren. De overige 6,13 fte’s
bestaan uit management, meldkamer en onderhoudsmonteurs.
Norm
aantal C.O.R. vanuit CROW
A |
Uit de CROW publicatie "Richtlijn
parkeercontrole" komt de norm aantal parkeerplaatsen per COR.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
|
Vertaling
norm CROW naar Delft |
|
|
|
|
|
|
||||||||
|
57 |
/ |
88 |
* |
350 |
= |
227 |
|
|
|
|
|
|||
|
57 |
/ |
88 |
* |
400 |
= |
259 |
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
B |
De parkeerlokaties in Delft bestaan uit twee types |
||||||||||||||
|
|||||||||||||||
|
Formatieberekening |
|
|
|
|
|
|
|
|
||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
|
8518 |
/ |
240 |
= |
35 |
|
|
|
|
|
|
|
|||
|
750 |
/ |
240 |
= |
3 |
|
Vermindering
parkeerplaatsen |
|
|
|
|||||
|
|
|
|
|
32 |
|
COR |
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
C |
Per jaar heeft Handhaving & Toezicht een
bedrijfstijd van 88 X 52 = 4576
uur. |
||||||||||||||
|
|||||||||||||||
|
Gemiddelde
bezetting op straat per minimale formatie van 28 COR |
|
|
||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
|
28 |
/ |
3,44 |
= |
8 |
|
COR. |
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
|
Theoretisch zijn dit 4 koppels gemiddeld per dag op
straat. |
||||||||||||||
|
2.4
Overhead facilitair
Binnen
de gemeente Delft is ten tijde van de NEON-operatie gekozen voor een
doorbelasting van kosten van het cluster facilitair aan de vakteams van de
clusters wijk-/stadszaken en publiekszaken door middel van twee sleutels, werkplekken
en werknemers. Er is op 2 manieren onderzocht om een reëel niveau aan overhead te bepalen. Hierbij is gekeken naar
de overhead die aan de betreffende vakteams door het cluster facilitair wordt
doorbelast.
Het
cluster facilitair belast aan de vakteams Publieksbalie, Belastingen,
Vergunningen & Ontheffingen, Handhaving en Toezicht, Mobiliteit en de
sector TOR een totaal bedrag door van € 1,1 miljoen door welke vervolgens binnen het gesloten circuit wordt gedekt. De
bezuiniging op het aantal fte’s levert echter ook een besparing op voor de
facilitaire overhead.
Afpelmethodiek
De
eerste manier van het bepalen van een reëel niveau aan overhead is geweest
volgens een afpelmethodiek. Met andere woorden wat krijgt bijvoorbeeld de
sector TOR (als grootste organisatieonderdeel op het product Parkeren)
feitelijk geleverd vanuit het cluster facilitair en hoe verhoudt zich dit met
het bedrag dat hiervoor wordt doorbelast. Het is in de praktijk nog niet
mogelijk om voor alle eenheden product/diensten van de facilitaire vakteams
exact vast te stellen wat de afname is van bijvoorbeeld de sector TOR. Voor
slechts een deel van de aangerekende facilitaire kosten is de directe koppeling
mogelijk wat per afnemer hiervoor wordt geleverd (bijvoorbeeld werkplekkosten =
ingerichte werkplekken met telefoon en PC, communicatie= adviesuren, juridische
zaken = aantal bezwaarschriften/adviespraktijk). De hiergenoemde koppelingen
vormen echter niet de basis voor de verdeelsleutels voor de facilitaire kosten.
Zero-base
methodiek
Zero-base
is globaal nagegaan welke toerekening plaats zou kunnen vinden in het geval dat
bijvoorbeeld de sector TOR een commercieel parkeer-/handhavingsbedrijf zou
zijn. Per definitie ontstaat er dan een verschil in de hoogte van de
overheadkosten. Zowel het niveau van facilitaire dienstverlening als het
gebruik ervan door de afnemer is in de situatie van een verzelfstandigd TOR
anders dan in een situatie dat TOR onderdeel uitmaakt van de gemeente.
De
effecten van de Zerobase methodiek zijn niet verwerkt in de kostprijzen en
kostprijsdekkende tarieven, doordat volledige verzelfstandiging van TOR niet
aan de orde is.
Budgettering
en normering
In
het kader van de evaluatie van Budgettering en Normering zal de binnen de
gemeente Delft gebruikte toerekensystematiek en de huidige kostenstructuur
tegen het licht gehouden worden. Dit heeft mogelijk gevolgen voor de wijze
waarop in de huidige systematiek overheadkosten worden doorbelast.
2.5
Fiscale naheffingen, taakstelling
Taakstelling
voor de controleurs openbare ruimte (24 fte C.O.R. toegerekend aan
straatparkeren) gedurende 166 (1332/8) dagen per jaar op straat per dag gemiddeld 8
fiscale betaalde naheffingen schrijven. Dat levert in 2006 circa 32.000 fiscale
naheffingen (2004: 22.000 fiscale naheffingen) op waarvan de opbrengsten ten
gunste komen van het straatparkeren en dus een kostprijs- en daarmee
tariefdrukkend effect hebben. Opmerking hierbij is dat deze stijging van het
aantal naheffingen geen eenvoudige opgave is voor de controleurs openbare
ruimte en dus goed ondersteund en beheerst zal moeten worden.
2.6
Publieksbalie, taakstelling
Taakstelling
voor de publieksbalie om de werkzaamheden voor parkeerproducten in 2006 te
verrichten met 1,85 fte (2004: 3,7 fte). Daartoe is het noodzakelijk zoveel
mogelijk gebruik te maken van Internet en kostbare dienstverlening via meerdere
kanalen te vermijden. De 1,85 fte is mogelijk als de aannemersdagkaart niet
meer via de publieksbalie maar uitsluitend nog via Internet wordt aangeboden.
Wat haalbaar zou moeten zijn in het geval van ondernemers. Deze besparing (0,5
fte) is verwerkt in lagere kostprijzen en kostprijsdekkende tarieven. Het
initiatief van de Nederlandse banken om medio 2005 een betrouwbaar en eenvoudig
betaalsysteem voor Internet-transacties te hebben is in deze ontwikkeling zeer
relevant.
2.7
Belastingen, taakstelling
Taakstelling
voor het vakteam belastingen om de stijging in het aantal naheffingen zodanig
goed vorm te geven tezamen met de
(senior) controleurs openbare ruimte zodat het aantal geslaagde bezwaren daalt
tot minder dan 1% van het aantal fiscale naheffingen. Dat maakt het mogelijk om
het werk bij belastingen in 2006 te verrichten met 2,73 fte (2004: 2,93 fte).
2.8
Mobiliteit, taakstelling
Taakstelling
voor mobiliteit om de werkzaamheden (enquêtes, parkeerdrukmeter, tellingen op
outcome) te verrichten met 1,5 fte (2004: 2,5 fte).
2.9
Brede handhaving gedurende gereguleerde tijden en gebieden
Deze
brede handhaving (Mulder) toerekenen aan straatparkeren, omdat de betrokkenen
immers baat hebben bij deze vorm van handhaving (kwalitatief). Zodra de
bestuurlijke boete is ingevoerd zullen de bijbehorende opbrengsten en kosten
(administratie, beroep/bezwaarprocedures) ook aan het straatparkeren worden
toegerekend.
2.10
Ontheffingen, wegsleepregeling, aanhangers
Het
is nagenoeg ondoenlijk om de kosten die met name TOR maakt verder te verfijnen
naar de kosten die samenhangen met ontheffingen, de wegsleepregeling en de
aanhangers. Om die reden zijn de opbrengsten voor ontheffingen, de
wegsleepregeling en de aanhangers uiteraard ook toegerekend aan het gesloten
circuit parkeren.
2.11
Parkeergarages versus straatparkeren
Alle
kosten van parkeergarages worden aan parkeergarages toegerekend, waaronder
kapitaallasten en onderhoud. Dit geeft een vorm van scheve concurrentie in
vergelijking met de straatparkeerplaatsen. Kapitaallasten, onderhoud, reiniging
en milieukosten van straatparkeerplaatsen zijn niet toegerekend aan het
straatparkeren omdat dit tot onaanvaardbaar hoge tarieven zou leiden. Voor de
duidelijkheid wordt nog opgemerkt dat de opbrengsten van terreinen zoals
Ezelsveldlaan tot de opening van de Zuidpoortgarage verwerkt worden in de
gemeentelijke administratie. Na sluiting van die terreinen heeft de gemeente
(parkeerfonds) daaruit ook geen opbrengsten meer.
Doordat
Parking Delft B.V. een eigen juridische entiteit is komen de opbrengsten en
kosten van de Zuidpoortgarage niet terecht in het parkeerfonds.
|
|
Opbouw tarief 1e
bewonersvergunning binnenstad |
Totaal |
Aanpak parkeerdruk |
€ - |
Printen en drukken
vergunningen |
€ 3 |
Enquêtes en
parkeerdrukmeter |
€ 5 |
Mindervaliden |
€ 8 |
Diversen |
€ 10 |
Salarissen mobiliteit |
€ 11 |
Salarissen publieksbalie |
€ 12 |
Salarissen belastingen |
€ 19 |
Salarissen vergunningen
& ontheffingen |
€ 21 |
Overhead toezicht openbare
ruimte |
€ 44 |
Overhead facilitair |
€ 83 |
Bruto-opbrengst
fiscalisering |
€ 189- |
Salarissen (senior)
controleurs openbare ruimte |
€ 122 |
Eindtotaal |
€ 150 |
Een
bijzonder element bij de opbouw van het tarief is het negatieve bedrag bruto-opbrengst fiscalisering. Dit is de
opbrengst welke wordt verkregen uit de naheffingsaanslagen. Doordat deze
opbrengst direct in mindering wordt gebracht op de kosten verlaagt deze het
tarief van de parkeervergunning. Grafisch levert dit het volgende beeld op van
de opbouw van het tarief.
Bij
de tarieven is de aanname gedaan om de leges van de 1e aanschaf van
een parkeerproduct op nihil te zetten, waardoor deze voor de parkeerproducten
feitelijk zijn afgeschaft (m.u.v. het wijzigen). Het afschaffen van de leges
waarmee een bedrag is gemoeid van € 54.000 levert in totaliteit geen wijziging
op voor de kosten van de parkeerproducten en voor de opbrengsten voor de
gemeente. De leges worden verdisconteerd in de kostprijzen en daarmee de
tarieven van de producten.
Tevens
is vanuit beheersmatig oogpunt gewenst om een directe koppeling te kunnen
blijven leggen tussen verantwoorde opbrengst enerzijds en verstrekte producten
anderzijds. Dit wordt momenteel verstoord doordat er bij afname van meerdere
parkeerproducten kwantumkorting wordt verstrekt door maar 1 maal leges te
heffen. Deze praktijk staat echter op gespannen voet met de huidige legesverordening
waarin deze kwantumkorting niet is geformaliseerd.
Het kostprijsdekkende tarief voor de eerste
bewonersvergunning in de binnenstad bedraagt € 150 en in de schillen € 115.
De
focus van deze nota is gericht op het begrotingsjaar 2006. De
begrotingswijziging (cijfermatig)zal worden meegenomen bij het opstellen van de
programmabegroting 2006-2010. Ook de structuur van de begroting wordt
gewijzigd. Deze zal reeds zoveel mogelijk voor 2005 al worden doorgevoerd. Deze
structuuraanpassing is echter budgettair-neutraal.
Er
zijn echter een aantal mutaties die reeds in 2005 een effect hebben, te weten:
Stelpost
€ 240.000
Bij
het opstellen van de begroting 2005 is een stelpost opgenomen ten laste van het
gesloten circuit parkeren voor een bedrag van € 240.000. Een te hoge
urendoorbelasting in 2004 heeft geresulteerd in een te hoge doorbelasting aan
het gesloten circuit parkeren en een te lage doorbelasting aan het product
Openbare orde en Veiligheid.
Deze
stelpost was in de begroting 2005 opgenomen om het negatieve effect voor de
algemene middelen te neutraliseren. Voorlopig is de stelpost ten laste van het
gesloten circuit parkeren gebracht.
Cijfermatige
toelichting stelpost
In
de urenverdeling 2004 van het vakteam Handhaving & Toezicht zijn de uren
van de senioren stadstoezicht (1.968 uren) niet direct op het product Openbare
orde en veiligheid geraamd. Daarnaast zijn ten onrechte 2.044 uren niet in de
begroting 2004 verwerkt (wel door het vakteam aangeleverd in de urenraming).
Dit
heeft tot gevolg gehad dat de toegerekende lasten op het product Openbare orde
en veiligheid in 2004 te laag zijn geraamd voor een bedrag van € 240.000. De
onderbouwing hiervan is als volgt:
Functiesoort uren tarief lasten
(afgerond)
Binnendienst 3.280 € 80,76 € 264.900
Buitendienst 2.664 € 39,18 € 104.400
Totaal 5.944 €
369.300
Huidige begr 04 € 130.200
Verschil €
239.100
Voorstel
Stelpost
Voorgesteld
wordt de stelpost ad € 240.000 in de begroting 2005 af te ramen ten gunste van
het gesloten circuit Parkeren (ten laste van de post onvoorzien). Hiermee wordt
recht gedaan om deze te hoge doorbelasting weer te corrigeren. Dit zal bij de 1e
beheersrapportage 2005 worden meegenomen.
Parkeerterreinen
De
opbrengsten van een aantal parkeerterreinen welke vanaf 2005 komen te vervallen
staan nog in de huidige begroting. Deze komen vanaf 2005 reeds te vervallen.
(Pagina
1 van bijlage 6)
Berekening van de scenario’s
Bijlage 6: Effect op reserve
Parkeervoorziening,
(Pagina
2 van bijlage 6)
Toelichting op
de scenario’s
Uitgangspunt
Doelstelling van een
financieel beheerskader voor het parkeren/handhaven: het op efficiënte en
effectieve wijze realiseren van beleidsdoelstellingen van deze bedrijfsmatige
activiteit.
Verzakelijking relaties onder
het besef dat we één gemeente zijn. Hoofdprincipe: TOR behandelen als ware het
een juridisch zelfstandige entiteit. TOR regisseert als spin in het web de
uitvoering, en krijgt dan ook alle ruimte om operationeel te excellereren (o.a.
Winst, met ICT, zo nodig gebruik maken van outsourcing).
Financiële verhoudingen, grafische weergave
Het beleidsveld toezicht
openbare ruimte heeft een relatie met reinigingsinspectie. Deze relatie, die
een samenhang heeft met de wijkaanpak, is niet weergegeven.
Middel:
Dienstverleningsafspraken (DVA’s)
Op alle getekende lijnen (7)
zijn dienstverleningsafspraken (DVA’s) mogelijk. In een DVA worden afspraken
gemaakt over de te bereiken resultaten en de daarbij behorende budgetten.
Momenteel wordt ingezet op het maken van één DVA, te weten die tussen
mobiliteit en TOR. Deze moet voor 1 juni 2005 gereed zijn.
Andere DVA’s kunnen
afhankelijk van de ontwikkeling van de mate van beheersing in de toekomst aan
de orde komen.
Taken, bevoegdheden en
verantwoordelijkheden
Mobiliteit: parkeerbeleid (incl. Mulder), verkeersveiligheid,
verkeersdoorstroming, brede handhaving, bestuurlijke boete, fietsparkeren
Veiligheid: veiligheidsbeleid (o.a. stadstoezicht)
Wijkaanpak: schoon, heel en veilig in de wijken
TOR: uitvoering van parkeer- en veiligheidsbeleid.
Taakcontroller die de gehele keten parkeren en gerelateerde veiligheid overziet
(daartoe hiërarchisch onder S&C, functioneel (goeddeels) onder TOR en rest
onder mobiliteit)
Outcome-eenheden
autoparkeren (maandelijkse meting)
De bijbehorende waarden
worden uitgewerkt en vastgelegd in de DVA tussen mobiliteit en TOR (uiterlijk 1
juni 2005). Te denken valt aan bijvoorbeeld:
-
betalingsbereidheid
(betalingsgraad) > x%
-
etc.
Outcome-eenheden
fietsparkeren Stationsplein (maandelijkse meting)
Nader te bepalen bij
vaststellen DVA (uiterlijk 1 juni 2005).
Output-eenheden
autoparkeren
De bijbehorende waarden
worden uitgewerkt en vastgelegd in de DVA tussen mobiliteit en TOR (uiterlijk 1
juni 2005). Ten denken valt aan bijvoorbeeld:
-
percentage toewijzingen
op bezwaarschriften fiscale naheffingen
-
parkeerapparatuur
gedurende de gereguleerde tijden voor x% beschikbaar.
-
plegen onderhoud aan
apparatuur binnen x uren na optreden storing
-
input rekenmodel
parkeren en kostprijscalculatiemodel: jaarlijks
Budgetten (gefixeerd
conform DVA m.u.v. facilitair)
Sector/ vakteam |
Eigen
reserve |
Eigen
product(en) |
Baten |
Lasten |
Mobiliteit |
Parkeervoor-zieningen |
Parkeren
(8008) |
1.
Parkeergelden vergunning + bezoekers 2.
Phoenixgarage en De
Hoed garage 3
Overig (algemene dienst) |
1.
Budget TOR 2.
Budget Civiel 3.
Overig |
Veiligheid |
Nee |
Veiligheid |
Algemene
dienst |
1.
Budget TOR 2.
Overig |
Wijkaanpak |
Ja |
Wijkaanpak |
Algemene
dienst |
1.
Budget TOR 2.
Overig |
TOR |
Handhaving |
1.
Parkeerhand-having (80xx) 2.
Brede handhaving 3.
………… |
1.
Budget mobiliteit €.. 2.
Budget veiligheid €.. 3.
Fiscale naheffingen 4.
Efficiëncy 5.
Andere opdrachtgevers |
1.
Personeel 2.
Budget facilitair 3.
Budget Publieksbalie 4.
Budget Belastingen 5.
mva 6.
overig |
Belastingen |
Nee |
p.m. |
1.
Budget TOR €.. 2.
Overig |
1.
Personeel 2.
Overig |
Publieksbalie |
Nee |
p.m. |
1.
Budget TOR €.. 2.
Overig |
1.
Personeel 2.
Overig |
Facilitair |
Nee |
p.m. |
1.
Budget TOR €.. 2.
Overig |
1.
Personeel 2.
Overig |
Looptijd DVA’s
Twee jaar. Afspraken worden
gemaakt in de maand mei van een voorafgaand jaar zodat deze afspraken tijdig in
de programmabegroting verwerkt worden. De eerste DVA tussen mobiliteit en TOR
gaat in op 1 januari 2006 en zal 1 juni 2005 gereed zijn.
Beloningen/sancties in
DVA’s
TOR mag positieve resultaten
behouden middels de handhavingsreserve.
Het niet behalen van de
outcome-doelstelling betalingsbereidheid leidt tot een lager budget in het jaar
dat de betalingsbereidheid niet is gehaald. Deze moet dan ook uiterlijk in
november gemeten zijn. Daarnaast meet mobiliteit de betalingsbereidheid
eveneens incidenteel (zo mogelijk tezamen met de parkeerdrukmeter en zo
onafhankelijk mogelijk, dus door een externe partij)
Audit
Mogelijkheid dat
budgetverstrekker opdracht verleent tot het houden van een operational of een
kwaliteitsaudit (INK), uit te voeren bij budgetontvanger.
Afspraken / ondertekening.
Budgetverstrekker en
budgetontvanger behoren gezamenlijk tot afspraken (DVA) te komen. Indien dat
niet of niet geheel dan wel niet tijdig plaatsvindt is het standpunt van het
GMT terzake beslissend. Ondertekening van het DVA vindt plaats door
budgetverstrekker en budgetontvanger.
Maatwerk
Datgene wat niet in een DVA
is geregeld wordt via maatwerk ondervangen. Dit zullen met name incidentele
ontwikkelingen zijn, bijvoorbeeld eenmalige kosten gebiedsuitbreidingen.