Aan de leden van de

commissie Duurzaamheid.

                                                                                                                                                  

 

Ons Kenmerk: 553198.

 

Delft, 29 april 2005.

Betreft: Floratheater.

 

 

Geachte dames en heren,                                                                                  

 

1. Inleiding

In de commissie duurzaamheid van 12 april is het onderwerp Floratheater behandeld. U stemde in met het voorstel van wethouder Grashoff dat ons college binnen 14 dagen met een nader standpunt zal komen inzake de mogelijkheden voor het Floratheater om een aanduiding Ho II te krijgen. In uw commissie tekende zich een meerderheidsstandpunt af om een dergelijke aanduiding mogelijk te maken in het kader van de op handen zijnde revisieprocedure met betrekking tot het bestemmingsplan binnenstad. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State had eerder het besluit van gedeputeerde staten waarbij goedkeuring gegeven was aan de aanduiding Ho I namelijk vernietigd. Op de vanuit de commissie gestelde vraag zullen wij hierna ingaan.

Aansluitend zullen wij nog enkele aanvullende vraagpunten van een antwoord voorzien.

 

2. Aanduiding Ho II.

2.1.

Wanneer er beleidsmatig om doelmatigheidsredenen voor gekozen wordt aan het Floratheater alsnog de aanduiding Ho II te geven in het kader van de revisieprocedure, dan is dat mogelijk.

Weliswaar noopt de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak strikt genomen uitsluitend tot een betere motivering van het eerdere besluit van de raad om het Floratheater als Ho I bedrijf aan te merken, maar deze uitspraak verzet zich er niet tegen alsnog voor een aanduiding Ho II te kiezen.

 

Bedrijven met de aanduiding Ho II (Dag- en avondhoreca II) hebben ingevolge artikel 1, onder punt ai,

van de planvoorschriften, de volgende kernmerken:

-          tamelijk grote invloed op het woon- en werkklimaat;

-          in hoofdzaak drink- en ontmoetingsgelegenheid;

-          sluitingstijd: zondag t/m donderdag: uiterlijk 01:00 uur, vrijdag en zaterdag: uiterlijk 02:00 uur,

met de mogelijkheid van vrije sluitingstijd gedurende vier vooraf bepaalde dagen per week;

-          het betreft voornamelijk cafés;

-          het gaat om categorie 3.1 van de Lijst van Bedrijfstypen.

 

Bedrijven met de aanduiding Ho I (Dag- en avondhoreca I) hebben ingevolge artikel 1, onder ah van de planvoorschriften, de volgende kernmerken:

-          beperkte invloed op het woon- en werkklimaat;

-          in hoofdzaak verstrekking van drank- en/of etenswaren;

-          sluitingstijd: zondag t/m donderdag: uiterlijk 01:00 uur, vrijdag en zaterdag: uiterlijk 02:00 uur;

-          hieronder vallen de restaurants;

-          categorie 2 van de Lijst van Bedrijfstypen.

 

Op wat de kenmerken zijn van bedrijven met de aanduiding Hd (Discotheek of danscafé) wordt hier verder niet ingegaan. In de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak is het ingestelde beroep op dit onderdeel ongegrond verklaard, zodat dit aspect ook in het kader van de revisieprocedure niet aan de orde is.

2.2.

Wanneer het Floratheater de aanduiding Ho II (Dag- en avondhoreca II) krijgt, en deze aanduiding, na het doorlopen van de terzake in de Wet op de ruimtelijke ordening voorgeschreven procedure tot wijziging van het bestemmingsplan, rechtens onaantastbaar is geworden, dan is de planologische situatie helder. De genoemde procedure is zoals bekend een zorgvuldig met vele waarborgen omkleed traject dat de nodige tijd zal kosten.

 

Maar er is daarnaast sprake van overige, even belangrijke, bij of krachtens de wet vastgestelde regelingen waaraan het Floratheater zal moeten voldoen. Het betreft met name de volgende:

-          de Exploitatieverordening Horeca 1998 (o.a. vergunning vereist voor exploitatie);

-          het Besluit horeca- sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer (o.a. geluidniveau).

 

Er is namelijk geen koppeling tussen het bij of krachtens de Wet milieubeheer bepaalde enerzijds en bestemmingsplannen anderzijds. Praktisch gezien betekent dit dat wanneer op grond van het bestemmingsplan(na revisie en doorlopen wijzigingsprocedure bestemmingsplan) en de Exploitatieverordening Horeca 1998 het Floratheater een aantal dagen in de week vrije sluitingsuren kan krijgen en dus tot later in de nacht open mag zijn, er desondanks maximale geluidsniveaus in acht genomen zullen moeten worden. Het strengste tijdvak is van 23.00 tot 07.00 uur.

Komende en vertrekkende bezoekers zijn uitgezonderd van de maximale geluidsniveaus van het Besluit als genoemd. Wel wordt in dat Besluit voorgeschreven dat de degene die de inrichting drijft de overlast van komende en vertrekkende bezoekers zoveel mogelijk beperkt. In het Besluit wordt aangegeven welke maatregelen zoal getroffen kunnen worden.  Hierbij wordt ook de periode van openstelling genoemd.

 

Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat per 1 juli a.s. niet meer van kracht zal zijn  

-          de Leefmilieuverordening.

Strijd met deze verordening wordt in de Exploitatieverordening Horeca 1998, in artikel 8 lid 2 onder c, nog genoemd als weigeringsgrond voor de vereiste exploitatievergunning.

 

3. Gevolgen vernietiging.

3.1.

Een eerste gevolg van de vernietiging door de Afdeling bestuursrechtspraak is dat voor het Floratheater de aanduiding Woondoeleinden A (= gebruik en bebouwing voor horeca) uit het Komplan ’76 herleeft. Horeca is daarbij niet onderscheiden in categorieën, zoals nu bijvoorbeeld in het kader van het bestemmingsplan binnenstad: Ho I, Ho II en Hd (Discotheek of danscafé). Dat betekent allereerst dat momenteel in het Floratheater functies passen binnen de aanduiding Woondoeleinden A (= gebruik en bebouwing voor horeca), en wat daar destijds onder verstaan werd en waarvoor rechtens onaantastbare vergunningen zijn verleend. Wat bouw- en verbouwmogelijkheden betreft, voorzover bouwvergunningplichtig geldt een aanhoudingsplicht. Immers, er is een lopende revisieprocedure. Een dergelijke aanhouding kan, zoals bekend, slechts doorbroken worden met de daarvoor in de Wet op de ruimtelijke ordening in samenhang met de Woningwet opgenomen instrumenten (vrijstelling jo. anticipatie ex artikel 19 WRO jo. 50 Woningwet).

Maar ook hier geldt dat de hiervoor onder 2.2. genoemde overige regelingen onverkort van toepassing zijn. Ook daar zal derhalve aan voldaan moeten (blijven) worden.

 

4. Aanvullende vraagpunten.

4.1. Bevoegd bestuursorgaan.

Een vraagpunt dat bij de leden van de commissie duurzaamheid gerezen is betreft het bestuursorgaan dat als bevoegd aangemerkt moet worden om richting  gedeputeerde staten te reageren op de uitspraak van de Afdeling rechtspraak van de Raad van State. Het college is er van uitgegaan dat dit tot de categorie voorbereidende, respectievelijk uitvoerende werkzaamheden ten behoeve van de raad gerekend kan worden. In een dergelijk geval is het college bevoegd. Nadere beschouwing van de systematiek van de Wet op de ruimtelijke ordening heeft het college tot het inzicht gebracht dat wanneer door het geven van een reactie vooruitgelopen wordt op wat de in de uiteindelijke revisieprocedure de beleidsmatige inzet zal zijn: het op een of meerdere onderdelen herzien van het bestemmingsplan - waartoe uiteindelijk de raad bevoegd is - het in de rede ligt en strikt genomen ook logisch is dat de raad het bestuursorgaan is dat ook een schriftelijke reactie geeft in het kader van het verzoek zoals nu gedaan door gedeputeerde staten. Kortom: een raadsbesluit - neerkomend op het beleidsvoornemen in te zetten op de aanduiding Ho II – zal alsnog genomen moeten worden en naar gedeputeerde staten gestuurd moeten worden door het college. Daarbij is echter van belang hetgeen hierna opgemerkt wordt.

4.2. Procedure.

De raad doet er naar ons oordeel verstandig aan het beleidsvoornemen om in te zetten op de aanduiding Ho II voor het Floratheater te onderwerpen aan een openbare voorbereidingsprocedure ex de Algemene wet bestuursrecht (duur 4 weken).[1] Immers, de aanduiding Ho II zal een verruiming betekenen van mogelijkheden voor het Floratheater. Eventueel ontvangen zienswijzen van derde-belanghebbenden zullen tot een weging van belangen van enerzijds exploitant en anderzijds omwonenden moeten leiden. Valt die weging uit in het voordeel van de exploitant, dan kan het standpunt van de raad in definitieve vorm naar gedeputeerde staten gestuurd worden door ons college.

 

4.3. Revisietraject.

Het revisietraject is een traject tot herziening van een bestemmingsplan. Dat dient te verlopen volgens de stappen die de Wet op de ruimtelijke ordening voorschrijft. Daarmee is tijd gemoeid. Hier zal een en ander eveneens een besluit van de raad zelf vergen.

 

5. Slot.

Op grond van de hiervoor geschetste diverse vereiste (in hun totaliteit) langdurige procedures - eerst het zienwijzentraject beleidsvoornemen raad op basis van een nog te nemen raadsbesluit, gevolgd door een herzieningsprocedure bestemmingsplan, dit alles met een ongewisse einduitkomst - adviseert het college de raad dringend deze weg niet op te gaan, maar om het eerder genoemde motiveringsgebrek te herstellen.

 

Hoogachtend,

 

Burgemeester en wethouders van Delft,

 

 

                                               , burgemeester.

 

 

 

                                               , secretaris.

 

 

 

 

 

 

 



[1] De burgemeester zal als bevoegd bestuursorgaan waar het betreft een te verlenen exploitatievergunning overigens

   eveneens deze procedure volgen.