Prestatieovereenkomst Duurzaam bouwen en Energie Zuidpoort Veld 10

 

Ondergetekenden:

 

1.      De gemeente Delft, gelet op het besluit van burgemeester en wethouders d.d. 3 oktober 2000, onder voorbehoud van goedkeuring van de gemeenteraad, ingevolge artikel 171 van de Gemeentewet en afdeling 10.1.1. Awb, namens de burgemeester te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevrouw F.A. de Graaf, directeur Wijk- en Stadszaken, hierna te noemen ‘de gemeente’,

 

2.      Geelen Bouwprojecten BV, gevestigd te Vleuten, vertegenwoordigd door de heer P.P. de Waal, directeur, hierna te noemen ‘de ontwikkelaar’.

 

De gemeente en de ontwikkelaar worden hierna gezamenlijk aangeduid als ‘de partijen’.

 

 

Overwegende dat:

 

1.              De ontwikkelaar op Veld 10 van het gebied Zuidpoort een complex realiseert met daarin woningen en bedrijfsruimten en hieraan gekoppelde parkeervoorzieningen.

 

2.              Partijen streven naar een besparing op primair energiegebruik en een beperking van de milieubelasting ten gevolge van de functie wonen en bedrijfsruimtes.

 

3.              Het ambitieniveau van beperking van de milieubelasting in dit plan hoger ligt dan de verordening duurzaam bouwen woningbouw die sinds 1 januari 2000 in Delft geldig is.

 

4.              De gemeente in de hele Zuidpoort een hoogwaardige bijdrage wil leveren aan de belevingskwaliteit van de binnenstad.

 

5.              De verantwoordelijkheden voor de planvorming en uitvoering bij de ontwikkelaar liggen.

 

6.              Partijen zich ervan bewust zijn dat in een dergelijk project heldere ambities en afspraken vereist zijn.

 

Komen overeen:

 

Artikel 1.           

De ontwikkelaar de woningen in het project realiseert volgens het ambitieniveau van de Groenfinanciering.

 

a.       In bijlage II staan die maatregelen genoemd die op moment van ondertekening van deze overeenkomst gekozen zijn. Voor deze lijst is voor de woningen de Maatlat Groenfinanciering Woningbouw 2003 als grondslag gebruikt. De ontwikkelaar vraagt voor de koopwoningen Groenverklaringen aan.

b.       De ontwikkelaar informeert de gemeente over het verkrijgen van de groenverklaringen. Indien door overschrijding van de maximale stichtingskosten (zie bijlage III) voor bepaalde appartementen geen groenverklaring wordt verkregen dient de ontwikkelaar de schriftelijke afwijzing van SenterNovem of daartoe bevoegde instantie aan de gemeente (Vakteam Milieu) te overleggen.

c.       De ontwikkelaar effectueert middels de verkoop de groenverklaringen door de (potentiële) kopers een Groene Hypotheek aan te bieden.

d.       De ontwikkelaar dient bij de Bouwaanvraag een ingevulde uitvoeringslijst Duurzaam Bouwen in ten behoeve van de aanvraag vergunning Duurzaam Bouwen. De aangegeven maatregelen uit de Uitvoeringslijst dienen, voor zover van toepassing, in overeenstemming te zijn met de maatregelen uit de Maatlat Groenfinanciering Woningbouw 2003.

e.       Maatregelen die vanuit Groenfinanciering Woningbouw gekozen zijn, indien mogelijk en zinvol, ook toegepast worden in de utiliteitsfuncties.

 

 

Artikel 2.           

In het gebouw wordt door een geďntegreerd pakket van bouwkundige, installatietechnische maatregelen en efficiënte energie-opwekking een EPC bereikt die minimaal 25% lager ligt dan de wettelijke norm van het jaar van bouwaanvraag. Het streven is daarbij dat de bouwkundige, installatietechnische maatregelen en efficiënte energie-opwekking elk een deel van de EPC-verlaging bewerkstelligen. Een eventuele lagere prestatie in één functie kan gecompenseerd worden binnen een andere functie. Hiervoor dient de rekenmethodiek EPC Woningbouw (NEN 5128) als toetsingskader.

 

 

Artikel 3.           

De ontwikkelaar past ten behoeve van de EPC verlaging en daarmee de energie-besparing het volgende toe:

a.       Isolatiewaarden:

dichte buitengevel

minimaal Rc = 3,0

Dak

minimaal Rc = 3,5

begane grond vloer

minimaal Rc = 3,0

 

b.       Een installatieconcept dat in combinatie met bovengenoemde isolatiewaarden de in artikel 2 genoemde EPC verlaging tot stand brengt.

 

c.       Energiezuinige verlichting in gemeenschappelijke (verkeers)ruimtes, parkeergarage, bergingen, en utiliteitsfuncties indien de terugverdientijd maximaal 10 jaar bedraagt.

Artikel 4.           

Lid 1     De gemeente en de ontwikkelaar nemen elk een deel van de meerinvestering voor hun rekening. In bijlage IV staan de diverse onderdelen van de meerinvestering op basis van de uitgangpunten in bijlage I en de huidige inzichten. Voor alle maatregelen geldt dat de referentiesituatie wordt vergeleken met de verbeterde situatie en dat meerinvesteringen vastgesteld worden op basis van een kostenraming van de ontwikkelaar.

a.       De gemeente neemt maximaal 30% van de meerkosten van energiebesparende maatregelen voor haar rekening, met een maximum van € 60.000,-. Hiertoe moet de ontwikkelaar een subsidieaanvraag indienen in het kader van de Reserve Energiebesparende Maatregelen.

b.       De ontwikkelaar neemt alle resterende meerkosten behorende bij dit project op zich.

c.       Afrekening vindt plaats binnen 6 maanden na en bij voorkeur in het kalenderjaar van oplevering op basis van de huidige financiële kentallen. Enkel afwijkingen betreffende externe subsidies, fiscale voordelen, wijzigingen in uitgangspunten (aantallen woningen, bedrijfsoppervlak etc.) of afwijken van de maatregelen uit bijlage II zullen op dat moment meegenomen worden.

 

Lid 2     De ontwikkelaar kan alleen in aanmerking komen voor het toekennen van de subsidie in het kader van de Reserve Energiebesparende Maatregelen indien aan alle in de overeenkomst afgesproken ambities wordt voldaan.

 

Lid 3     Alle in de overeenkomst, bijlagen en achterliggende studie genoemde bedragen zijn inclusief BTW en uitgedrukt in Euro.

 

 

Artikel 5.           

De gemeente (het Vakteam Milieu)  begeleidt de ontwikkelaar bij het uitwerken van de bouwkundige plannen op het gebied van duurzaam bouwen. Daarnaast draagt de gemeente gedurende het gehele ontwerp- en realisatietraject informatie aan ten behoeve van specifiek te kiezen maatregelen. De ontwikkelaar draagt de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de gemaakte keuzes.

 

 

Artikel 6.           

Toetsing vindt plaats op de volgende momenten en wijze:

a.       Bouwaanvraag: ingevulde Maatlat Duurzaam Bouwen woningbouw 2003, uitvoeringslijst Duurzaam Bouwen en EPC berekening conform NEN 5129. Toetsing vindt plaats door de gemeente (het Vakteam Milieu).

b.       Bestek: door middel van Groenverklaring aan te vragen bij Novem. Novem toets Maatlat Groenfinanciering, bestek en EPC berekening. Voor de utiliteit toetst de gemeente daarna op basis van lijst uit Maatlat Duurzaam bouwen woningbouw, bestek, EPC berekening.

c.       Uitvoering: toetsing van Maatlat Duurzaam Bouwen woningbouw vindt plaats middels reguliere bouwplaatstoezicht door de gemeente (het vakteam Bouwtoezicht).

d.       Oplevering: conform ingevulde Maatlat Duurzaam Bouwen woningbouw en EPC berekening conform NEN 5129, gerealiseerde bouw, factuur (inclusief betalingsbewijs) en gereedmeldingsformulier. Toetsing vindt plaats door de gemeente (het Vakteam Milieu).

e.       Indien de ontwikkelaar op enig moment wil afwijken van de maatregelenlijst stelt de ontwikkelaar de gemeente daarvan schriftelijk op de hoogte. De gemeente reageert schriftelijk binnen maximaal 3 weken na ontvangst.

 

 

Artikel 7.           

Alle partijen verbinden hun naam aan het project en bij publicitaire activiteiten zullen zij het gezamenlijk karakter van het project uitdragen. Initiatieven voor publicitaire activiteiten zullen in onderling overleg worden vastgesteld.

 

 

Artikel 8.           

Lid 1     De partijen stellen al het mogelijke in het werk om te kunnen voldoen aan de afspraken zoals deze in deze overeenkomst zijn vastgesteld.

Lid 2     Bij strijd tussen de tekst van deze overeenkomst en die van haar bijlagen prevaleert de tekst van de overeenkomst.

Lid 3     Algemene voorwaarden van partijen zijn niet van toepassing.

Lid 4     Wijzigingen op de overeenkomst zijn alleen mogelijk na schriftelijke overeenstemming tussen alle partijen.

 

 

Artikel 9.           

Lid 1     De overeenkomst is geldig tot een periode van een half jaar, zijnde 183 dagen, na oplevering van het gebouw.

Lid 2     De gemeente kan de overeenkomst tussentijds opzeggen indien wet- en regelgeving, danwel gewijzigd beleid daartoe noodzaken. Een opzegtermijn van 3 maanden wordt daarbij in acht genomen. De gemeente is niet gehouden tot enigerlei schadevergoeding als gevolg van de tussentijdse opzegging.

 

 

Artikel 10.

Verschillen van mening die, ter uitvoering van deze overeenkomst of hieruit voortvloeiende nadere overeenkomsten, tussen partijen mochten ontstaan, zullen zoveel mogelijk langs minnelijke weg worden opgelost. Er is sprake van een geschil wanneer één der partijen de wederpartij(en) per aangetekend schrijven meedeelt dat een verschil van mening niet langs minnelijke weg kan worden opgelost. Partijen verklaren zich bereid om in het geval van geschil arbitrage of bindend advies overeen te komen, ter beslechting van het geschil. Onverlet latend het recht van partijen te kiezen voor rechterlijke geschiloplossing.

 

 

Artikel 11.

Op deze overeenkomst is het Nederlands recht van toepassing.

Delft, ..

 

 

 

 

de gemeente                                                    de ontwikkelaar            

Haar burgemeester                                           namens deze

namens deze                                                              

 

 

 

 

 

 

F.A. de Graaf                                                   P.P. de Waal

Directeur Wijk- en Stadszaken                          Directeur Geelen Bouwprojecten BV


Bijlage I: uitgangspunten

 

Bouwopgave

Deze bouwopgave is het uitgangspunt. De gegevens met betrekking tot aantal woningen en oppervlaktes zijn afkomstig uit Veld 10 Zuidpoortgebied Delft 816 – DO|8 april 2004.

Het aantal woningen waarop de Overeenkomst Duurzaam bouwen en energie Zuidpoort Veld 10 van toepassing is betreft 22 woningen (appartementen en maisonnettes) gelegen in het woongebouw, bestemd voor de verkoop. Het totaal aan bedrijfsoppervlak gelegen in het woongebouw (laag 0) bedraagt 525 m2 BVO.

 


Bijlage II: Maatregelen Duurzaam Bouwen conform Maatlat Duurzame Woningbouw

 

Hieronder staan de maatregelen genoemd die op moment van ondertekening van deze overeenkomst gekozen zijn met betrekking tot duurzaam bouwen en afkomstig uit de Maatlat Duurzame Woningbouw 2003 (overeenkomstig het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen Woningbouw). Voor een aantal maatregelen geldt dat, op basis van het ontwerp, door de ontwikkelaar nog een keuze gemaakt zal worden.

 

Specificatie-blad [1]

Omschrijving maatregel

Basis(B)- of keuzemaatregel(K)[2]

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S002

realiseer een energieprestatie die beter is dan de eis in het Bouwbesluit

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S003

realiseer een extra gunstige energieprestatie

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S006

benut een berging of garage als onverwarmde thermische bufferruimte

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S007

pas geen open trap in de woonkamer toe

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S009

neem een tochtportaal op; entreezijde

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S011

zet galerij, loggia of balkon dicht met (enkel) glas

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S012

maak warmteweerstand begane grondvloer Rc >= 3 m˛.K/W

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S013

maak warmteweerstand gesloten geveldelen Rc >= 3m2.K/W

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S016

gebruik HR+-glas met U <=1,2 W/m2.K in alle verwarmde ruimten

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S019

pas verbeterde kierdichting toe bij bewegende delen in kozijnen

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S024

pas individuele registratie van het energieverbruik toe

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S029

zorg voor een wasdroogruimte in of bij de woning

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S031

plaats een verhoogd aandeel van het glasoppervlak dichtbij het plafond

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S032

maak het ontwerp geschikt voor het gebruik van actieve zonne-energie

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S038

isoleer de leidingen voor warm tapwater volledig

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S039

gebruik een cv/warmwatertoestel met lage NOx-emissie

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S040

gebruik een cv/warmwatertoestel met zeer hoog rendement

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S042

isoleer cv- en distributieleidingen

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S043

pas een gesloten warmwatertoestel toe

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S045

maak warmteweerstand plat dak Rc >= 3,5 m2.K/W

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S046

beperk het vermogen van pompen en ventilatoren

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S048

gebruik energie-efficiënte verlichting

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S050

optimaliseer het ontwerp op leidinglengtes

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S051

pas geprefabriceerde producten toe

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S055

bied de bewoner keuzemogelijkheden t.a.v. minderwerkoptie keuken, sanitair en tegelwerk weglaten

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S056

maak verbindingen bereikbaar en demontabel

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S060

stem dakvorm af op ruimtebehoefte en woningindeling

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S063

indien hout wordt toegepast, pas dan duurzaam geproduceerd hout toe

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S064

stem de duurzaamheidsklasse van hout en de eventuele oppervlaktebehandeling per geval af op de beoogde toepassing

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S065

gebruik geen producten die (H)CFK's bevatten

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S066

gebruik voor gipstoepassingen binnen: rogips of natuurgips

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S069

verduurzaam stalen bouwproducten uitsluitend wanneer dit aantoonbaar noodzakelijk is

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S071

indien PVC gebruikt wordt: gebruik PVC waarvan de kringloop gesloten wordt en indien voor de toepassing verkrijgbaar gerecycled PVC

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S073

gebruik voor beton waar technisch mogelijk klinkerarme cementsoorten

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S074

indien gebruik wordt gemaakt van beton, gebruik dan beton met grindvervanger

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S076

gebruik ontkistingsmiddelen op plantaardige basis of biologisch afbreekbare middelen op minerale basis; gebruik deze producten zuinig

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S077

gebruik voor metselwerk een cementmortel met een gering portlandklinkergehalte

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S086

gebruik zo laagwaardig mogelijk materiaal als bodemafsluiting

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S116

gebruik als begane-grondvloer boven een kruipruimte of onverwarmde ruimte: prefab systeemvloer

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S132

gebruik voor buitenafwerking gevel: metselwerk of hout (conform S063/S064/072)

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S146

stem de uitvoering van niet-dragende wanden af op eisen t.a.v. veranderbaarheid en toekomstig hergebruik

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S171

houd bij de materiaalkeuze voor kozijnen en buitengevels rekening met de toepassingscondities

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S177

gebruik raamdorpels bestaande uit keramische tegels, natuursteen, gegoten composietsteen of prefab beton (conform S074)

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S193

gebruik als binnendeur hardboard met honingraad vulling van karton, massief spaanplaat (conform S414), multiplex of hout (conform S063/S064)

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S195

laat onderdorpels bij binnendeuren weg of vervaardig ze van hout (conform S063/S064)

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S225

indien stalen trappen, balustrades en deurkozijnen worden voorzien van een gekleurde afwerklaag: gebruik een poedercoating

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S237

gebruik voor kiezelbakken, uitlopen e.d. producten met een beperkte emissie naar regenwater

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S239

gebruik dorpels van natuursteen, keramische tegels of gegoten composietsteen bij natte ruimten

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S248

gebruik als kierafdichting bij raam- en deuraansluitingen: (...); achter aftimmerlatten: PE-band

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S248

gebruik als naadafdichting: PE-rolband of EPDM-rubber

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S252

gebruik als elastische kit: siliconenkit of polysulfidekit

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S252

gebruik als elastisch plastische kit watergedragen acrylaatkit

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S257

gebruik voor pleisterwerk binnen gips (conform S066) of kalk

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S261

gebruik voor tegelwerk op vloeren: mortel of poederlijm op cementbasis

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S265

gebruik voor tegelwerk op wanden: mortel of poederlijm op cementbasis

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S269

werk badkamer en toiletvloer met tegels af

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S291

gebruik voor schilderwerk hout buiten: oplosmiddelarm verfsysteem

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S296

zie af van de behandeling van muren

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S300

niet behandelen muren (zie S296)

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S315

laat behang weg, of gebruik voor behangwerk: papierbehang

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S315

bied de bewoner voldoende keuzemogelijkheid ten aanzien van de afwerking van de woning

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S353

stem maatvoering af op handelsmaten

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S354

beperk het gebruik van eenmalig verpakkingsmateriaal

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S369

streef naar "schuim en kit-arme" detaillering

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S371

scheid bouwplaatsafval in zoveel mogelijk relevante fracties

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S378

breng individuele watermeters aan bij gestapelde woningen

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S383

tref waterbesparende voorzieningen

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S384

optimaliseer het ontwerp van een waterleidingsysteem voor warm tapwater

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S385

gebruik een toilet met een watergebruik van maximaal 4 liter per spoeling

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S389

baseer het bouwplan op een gesloten grondbalans

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S392

handhaaf en benut natuurlijke, landschappelijke en cultuur-historische elementen en structuren

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S393

voorzie in een nestelgelegenheid voor vleermuizen en/of vogels, waaronder gierzwaluwen

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S411

beperk het geluidsniveau ten gevolge van installaties

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S414

gebruik uitsluitend spaanplaat met beperkte formaldehyde-emissie

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S420

stem ontwerp toilet en badruimte af op mogelijke aanpassing voor minder-validen

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S425

gebruik rechte steektrap of trap met één kwart, maatvoering afgestemd op plaatsing van een traplift

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S429

voorzie in uitbreidingsmogelijkheden voor telefoon, data en elektra

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S430

zorg voor integrale toegankelijkheid

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S436

zorg voor sociale veiligheid

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S437

pas ramen en deuren toe met verhoogde inbraakwerendheid

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S441

zorg voor daglichttoetreding in het trappenhuis bij meergezinswoningen

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S443

lever een duidelijke gebruikershandleiding mee

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S471

gebruik indien mogelijk vernieuwbare grondstoffen:

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

aftimmeringen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

trappen en trapleuningen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

buitenkozijnen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

onverduurzaamd hout buitenkozijnen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S473

pas zelfregulerende ventilatieroosters toe

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S484

installeer , indien een lift wordt toegepast, een energiezuinige lift

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S485

gebruik houten buitendeur (conform S063/S064/S072)

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S493

gebruik, indien gietbouw wordt toegepast, bouwstaalnetten op maat

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S498

zorg voor een goede inregeling van de verwarmingsinstallatie

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S601

beperk permanente warmteverliezen van warmtapwater

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S672

houd in het ontwerp rekening met uitbreidingsmogelijkheden en veranderbaarheid

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S734

koppel de hemelwaterafvoer af van het rioleringssysteem

K

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bijlage III: Groenfinanciering

Voor de koopwoningen op Veld 10 is de ambitie om gebruik te maken van Groenfinanciering. Dat heeft de volgende consequenties:

-          De woningen moeten voldoen aan de Maatlat Duurzame Woningbouw 2003. Definitieve toetsing van het plan wordt uitgevoerd door Novem en vindt plaats op basis van het bestek en bestektekeningen.

-          Een bank of hypotheekadviseur doet de aanvraag Groenverklaring bij Novem.

-          Als de woningen voldoen aan de maatlat kunnen de kopers bij een aantal banken een Groene hypotheek aanvragen. Voor kopers geldt Groenfinanciering voor maximaal € 34.034,- over een periode van 10 jaar.

-          De stichtingskosten per woning mogen incl. grondprijs, meerwerk en renteverlies niet hoger zijn dan € 272.268,- (excl. BTW). Als er bij de woningen een parkeerplaats wordt verkocht in de ondergelegen parkeergarage, telt deze mee in de maximale stichtingskosten. Om deze redenen is het te prefereren de parkeerplaatsen te verhuren aan de kopers en huurders.

 

 


 Bijlage IV: Meerkosten

 

De in artikel 4 aangeduide meerkosten bestaat uit de onderdelen:

 

1.       Meerkosten energiebesparende maatregelen

-          De meerkosten van de energie besparende maatregelen waarmee een verlaging van de EPC van 1,0 naar 0,74 wordt gerealiseerd zijn als volgt opgebouwd:

 

 

2.       Meerkosten Duurzaam bouwen

-          De meerkosten van de duurzaam bouwen maatregelen komen, overeenkomstig artikel 4, lid b, volledig voor rekening van de ontwikkelaar.

 



[1] Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen Woningbouw

[2] Maatlat duurzame woningbouw