Concept
Enige tijd geleden hebben we van u de
discussienota Regionaal Structuurplan Haaglanden “Met allure naar 2020”
ontvangen met het verzoek onze reactie op deze nota te geven. Op 4 oktober en
op 6 december 2005 is de discussienota gepresenteerd en bediscussieerd in de
commissie Duurzaamheid. Mede op basis van deze discussies willen we graag
onderstaande reactie op de discussienota kenbaar maken.
De nota is naar onze mening een goede stap om de
discussie over de herziening van het Regionaal Structuurplan te starten.
Kwesties en knelpunten zijn helder aangekaart en vragen in de volgende fasen om
uitspraken om zo richting te geven aan de gekozen visie voor Haaglanden voor de
komende 15 jaar.
Wij zijn van mening dat
in de herziening van het Regionaal Structuurplan de sterke punten van de regio
ruimtelijk verankerd moeten worden.
De discussienota geeft geen duidelijk beeld in
hoeverre sectorale nota’s overgenomen zijn, waardoor niet duidelijk is hoe hard
bepaalde uitgangspunten zijn. Wij vragen u dan ook duidelijk aan te geven welk
sectoraal beleid op welke wijze een plaats krijgt in de herziening van het
Regionaal Structuurplan.
De beschouwingen over de economie in de
discussienota zijn voorlopig van karakter. Wij verzoeken u de uitkomsten van
het in de maak zijnde bedrijfsterreinenbeleid voor Haaglanden en de nieuwe
structuurnota detailhandel 2006-2010 te verwerken in de herziening van het
Regionaal Structuurplan.
Binnen onze regio vigeert geen recent beleid om de
verschillende leisure voorzieningen (vrijetijdseconomie) binnen de regio op
elkaar af te stemmen. Wij zijn van mening dat bij de herziening van het
Regionaal Structuurplan aandacht besteed moet worden aan dit onderwerp.
Wij missen een duidelijke financiële onderbouwing
in de discussienota.
Ook moet bij de herziening van het Regionaal
Structuurplan aandacht besteed worden aan de ruimtelijke gevolgen van
luchtkwaliteit en externe veiligheid.
Ook vragen wij aandacht voor algemene trends en
ontwikkelingen voor de toekomst in Nederland en specifiek binnen onze regio.
Door dergelijke trends en ontwikkelingen te beschrijven, kan duidelijk gemaakt
worden hoe wij als regio hiermee in de toekomst willen omgaan. De huidige
uitgangspunten in de discussienota zijn naar onze mening nog onvoldoende
onderbouwd.
Naast aandacht voor de ontwikkelingen en keuzes
binnen de eigen regio, vinden wij het van groot belang om de plannen in een
breder kader te plaatsen. Wij willen dan ook voorstellen om, bij de herziening
van het Regionaal Structuurplan, aandacht te besteden aan de plannen van de ons
omringende regio’s, zoals de Rotterdamse regio.
Delft is van mening dat naast aandacht voor plannen
en ontwikkelingen buiten Haaglanden het ook van belang is om de relatie met
Rotterdam en Rijnmond te versterken.
Daarnaast achten wij het van belang dat de
herziening van het Regionaal Structuurplan in nauwe samenwerking met de
provincie opgesteld wordt, zodat ook de provincie zich committeert aan de
gekozen visie.
Naast deze meer algemene opmerkingen willen wij een
aantal thema’s aangeven die voor Delft van wezenlijk belang zijn:
Wij zijn van mening dat
in de herziening van het Regionaal Structuurplan de kenniseconomie en de kennisregio leidend moeten zijn bij de
ruimtelijke ontwikkeling van de regio.
In de discussienota en de
herziening van het Regionaal Structuurplan moet meer aandacht besteed worden
aan Delft Kennisstad en de rol van deze kennisstad binnen de regio en binnen de
Zuidvleugel. De herziening van het regionaal Structuurplan moet de juiste
ruimtelijke voorwaarden scheppen om de concurrentie met regio’s als Eindhoven
en Twente aan te kunnen.
4.
De nota lijkt in te zetten op een tweede “toplocatie”
voor kantoren, naast de zone rond station Den Haag centraal. De locatie rond
het prins Claus plein wordt daarbij naar voren geschoven. Delft is van mening
dat de discussienota niet enkel een dergelijke locatie aan zou moeten wijzen
als kantorenlocatie. Naast de uiteraard geaccepteerde toplocatie naast station
Den Haag centraal geeft Delft de voorkeur aan een strategie om een aantal
nevenlocaties in te richten in de nabijheid van stations. Op die manier worden
de ideeën van Stedenbaan en de Haaglandse variant daarvan, Locatieontwikkeling
en Bereikbaarheid (LOB), ondersteund.
6.
In het vigerende Regionaal Structuurplan zijn
Groene Schakels aangegeven die het groene (recreatieve) netwerk aanvullen. Met
de keuze voor het intensiever bebouwen en gebruiken van het bestaand stedelijk
gebied wordt het buitengebied steeds belangrijker. Wij zijn dan ook van mening
dat de herziening van het Regionaal Structuurplan het groene (recreatieve)
netwerk moet veiligstellen en bewaken, zo nodig met groene contouren, om te
waarborgen dat deze op voldoende schaal worden gerealiseerd. Wij willen u
vragen daarbij aan te sluiten op de groene (recreatieve) netwerken van de ons
omringende regio’s.
Op de vigerende plankaart
van het Regionaal Structuurplan is reeds een groene schakel geschetst tussen de
Polder van Biesland en het gebied rond de eendenkooi bij Delfgauw. Wij zijn van
mening dat deze groene schakel binnen de tijdshorizon van een nieuw
structuurplan daadwerkelijk en in volle omvang moet worden gerealiseerd.
De discussienota houdt
vast aan de eerder al in het Regionaal Structuurplan genoemde “duurzame”
glastuinbouwgebieden, waartoe naast het Westland zelf, ook de gebieden tussen
Delft en Pijnacker worden gerekend, alsook Noukoop en het glas in de
B-driehoek. Tevens wordt voor de invulling van de Zuidplaspolder gepleit voor
méér glasareaal dan thans is voorzien. Wij zijn van mening dat deze ruimteclaim
voor glastuinbouw zich niet verhoudt tot andere ruimteclaims en de schaarse
open ruimte binnen onze regio.
Wij zien toekomstige intensieve samenwerking en
afstemming als de kans om te komen tot één regionale visie met een gezamenlijk
gedragen beeld van de toekomst voor onze regio en daarbij passende rollen voor
de afzonderlijke gemeenten.
Hoogachtend,
Burgemeester en
wethouders van Delft,
,
burgemeester.
,
secretaris.