Beslispunten

 

Voorgesteld wordt in te stemmen met:

 

Te nemen besluiten:

1.   In te stemmen met deelname van de gemeente Delft aan het EC demonstratieproject SESAC inzake energiebesparing en toepassing industriële warmte in de woningbouw Poptahof en Harnaschpolder en de wethouder Duurzaamheid te machtigen een contract terzake te ondertekenen.

2.   In principe in te stemmen met het toepassen van warmtelevering in de gehele woningbouwlocatie Harnaschpolder, onder de voorwaarde dat de financiële haalbaarheid door middel van de “business-case” medio 2005 wordt aangetoond.

3.   De eerste 300 woningen in de Harnaschpolder als demonstratiewoningen SESAC aan te merken.

4.   Instemmen met nauwe samenwerking met ROM Rijnmond inzake het R3 project bij de verwezenlijking van toepassing industriewarmte in Delft in het perspectief van een mogelijke deelname aan het Warmtebedrijf in oprichting.

5.   Voor het jaar 2005 en de reeds gemaakte voorbereidingskosten in 2004 t.b.v. het project ‘Toepassing Delftse Industriewarmte (TDI) - 1e fase SESAC subsidieaanvraag’ de nog benodigde personele - en externe onderzoekskosten een bijdrage van  ca. € 178.000,- beschikbaar te stellen uit de ‘reserve energiebesparende maatregelen’ (REM).

 

Aanleiding en Beleidskader

De gemeenteraad heeft in april 2003 de ambities voor effectief en efficiënt energieverbruik vastgesteld in de nota 3E: Klimaatplan Delft 2003-2012. Daarin is onder meer de ambitie vastgelegd om te komen tot toepassing van industriële restwarmte van het DSM Gist complex. Er is een zeer grote potentie. Op basis van berekeningen is gebleken dat ca 13.000 woningen in Delft van warmte zouden kunnen worden voorzien. De toepassing is echter complex, vanwege de diversiteit aan betrokken partijen en omdat een compleet warmte transport- en distributienet nodig is om de warmte van de bron naar de afnemers te brengen. Later is gebleken dat naast het DSM Gist complex ook de nieuwe afvalwaterzuivering in de Harnaschpolder een zeer grote bron voor warmtelevering zou kunnen zijn. Op basis van  deze beleidsuitgangspunten en inzichten is het project ‘Restwarmte DSM Gist’ opgepakt.

 

Het project ‘Restwarmte DSM Gist’ (voortaan Toepassing Delftse Industriewarmte (TDI)) richt zich op het toepassen van restwarmte voor verwarming van woningen en kantoren in projecten als Poptahof, Spoorzone, Reinier de Graaf, Harnaschpolder en kleinere ontwikkelingen. Elk van deze projecten kan met het toepassen industriewarmte voldoen aan de doelstellingen van het Klimaatplan. Om het project verder te ontwikkelen en uit te voeren moet de gemeente maximaal gebruik maken van externe financiering, waaronder internationale programma’s.

 

Het Concerto initiatief van de Europese Commissie biedt de mogelijkheid om door middel van participatie in een Europees demonstratieprogramma subsidie te verkrijgen om het TDI-project verder te ontwikkelen. Met TDI als uitgangspunt is met de overige partners het SESAC voorstel geschreven waarin door toepassing van restwarmte in de demonstratieprojecten Poptahof en Harnaschpolder een energiebesparing van ca. 60% kan worden gerealiseerd.

 

SESAC is een demonstratieproject binnen het CONCERTO initiatief van de Europese Commissie. In Delft, Grenoble (Frankrijk) en Växjö (Zweden) vindt grootschalige demonstratie plaats van zowel energiebesparing als toepassing van duurzame energie. Naast deze demonstratietoepassingen omvat het project ook onderzoek & ontwikkeling, monitoring en onderlinge kennisuitwisseling. Ervaringen worden verspreid over heel Europa. Het demonstratieproject SESAC beslaat een periode van 5 jaar en wordt gecoördineerd door de gemeente Växjö.

 

SESAC – Demonstratieprojecten Delft

 

Het projectvoorstel SESAC bevat voor de stad Delft een drietal demonstratieprojecten en een drietal partners; gemeente Delft, Woonbron Maasoevers en het Delfts EnergieAgentschap. DSM Gist is formeel hierin geen partner, maar wel is de intentie tot samenwerking uitgesproken en is DSM nauw betrokken bij het project.Binnen de demonstratieprojecten van SESAC heeft elk van de partners haar eigen taken en verantwoordelijkheden. Zowel de gemeente Delft als Woonbron Maasoevers ontvangen een deel van de te verwerven EU-subsidie.

 

De drie demonstratieprojecten in Delft zijn:

-          Toepassing Delftse Industriewarmte (TDI)

-          Demonstratieproject Harnaschpolder

-          Demonstratieproject Poptahof

 

Toepassing Delftse Industriewarmte (TDI)

Het project Toepassing Delftse Industriewarmte (TDI) omvat vier ingrediënten die alle een innovatief karakter hebben:

-          Aanbodzijde: het afsluiten van overeenkomst(en) voor levering met leverancier(s) van restwarmte (DSM, andere warmteproducerende industrie).

-          Vraagzijde: contracteren van ontwikkelaars voor bouwlocaties met aansluiting op transportnet restwarmte.

-          Transport; contracteren exploitatiemaatschappij hoofdtransportleiding restwarmte.

-          Warmtelevering aan consument; per locatie selecteren/contracteren distributeur (nutsbedrijf).

Deze vier met elkaar vormen een ‘som’ (business case), waarvan de uitkomst de haalbaarheid van het project bepaalt. In september 2005 zal deze business case gereed moeten zijn, teneinde een definitief besluit te kunnen nemen over de toepassing van industriewarmte binnen Delft (‘”go/no go”-moment voor het project ‘Toepassing Delftse Industriewarmte’ (TDI). Uiteraard zal dan ook definitief duidelijk moeten zijn onder welke voorwaarden DSM Gist meewerkt.

 

Samenwerking ROM Rijnmond

De toepassing van industriewarmte heeft op dit moment veel aandacht. Niet alleen in Nederland maar ook internationaal krijgt deze vorm van energiebesparing en CO2 reductie veel aandacht. Achterliggende motieven zijn naast milieubeleid en energietransitie, ook de wens minder afhankelijk te zijn/worden van steeds duurder wordende olie en gas.

In Nederland is het meest vergaande initiatief ontwikkeld in Rijnmond in het kader van het samenwerkingsverband ROM Rijnmond. Daar is een deelprogramma Warmtebedrijf i.o. (R3) opgezet waar ook provincie, de ministeries van EZ en VROM, vertegenwoordigers van het relevante bedrijfsleven en de Milieufederatie

aan deelnemen. De ambitie is om regionaal te expanderen naar de tuinbouwgebieden en mogelijk ook naar Den Haag. Het businessplan voor het warmtebedrijf moet op 30 juni 2005 gereed zijn en er zijn al overeenkomsten met Shell en AVR als leveranciers gesloten. Het warmtebedrijf is cruciaal voor de haalbaarheid van levering van industriewarmte omdat het om grote investeringen gaat die pas op zeer lange termijn worden terugverdiend. Daarnaast is het warmtebedrijf de partij die met zowel leveranciers als distributeurs van warmte contracten zal afsluiten. Het warmtebedrijf i.o. wordt dan ook een PPS bestaande uit de deelnemende gemeenten, de provincie, het ministerie van EZ, de warmteleverende industrie en de distribuerende nutsbedrijven. Kortom: ‘bij de buren’ is er al de nodige ervaring en zakelijke en ambtelijke inbedding.

 

Gegeven de Delftse ambitie en inzet middels het EU-subsidietraject ligt het voor de hand om van de ervaringen, de organisatie en het netwerk van ROM-Rijnmond/R3 te profiteren. Daartoe zijn contacten gelegd en wordt een wederzijds profijt verwacht. De eerste stap in de samenwerking zal zijn dat vanuit ROM Rijnmond/R3 het procesmanagement op het Delftse project TDI zal worden gevoerd. Dit omvat het komende half jaar een meer gedetailleerde haalbaarheidsstudie (‘business case’). Als deze positief resultaat oplevert is de intentie om vanuit Delft te participeren in het ROM Rijnmond/R3-verband en in het op te richten Warmtebedrijf. Deze intentie is uitgesproken, uiteraard onder de conditie dat de zakelijke belangen van Delft in verhouding zullen staan tot het aandeel dat Delft in een dergelijke maatschappij zal nemen.

 

Samenhang TDI – demonstratieprojecten Harnaschpolder en Poptahof

Het project TDI omvat minimaal enige duizenden woningequivalenten aan warmtevraag in bijv. kantoren, ziekenhuis, zwembad, enz. Het door de EC te subsidiëren deel omvat een gedeelte van de eerste fase.

Het project TDI krijgt door de Europese subsidie een flinke steun in de rug. Zowel proceskosten voor het TDI project als investeringen in woningen en installaties in Poptahof en Harnaschpolder worden daarmee gedeeltelijk gefinancierd.

SESAC is gebaseerd op zowel vraagbeperking als het toepassen van industriewarmte in 1e fase Poptahof en 1e fase Harnaschpolder. Daarbij geldt een tijdslimiet waarop de resultaten er moeten zijn, wil de EC daadwerkelijk subsidiëren. De inschatting is dat dit haalbaar is. Bij de inbreng van de aantallen (demonstratie-) woningen van Poptahof en Harnaschpolder is uiteraard afgestemd met deze ‘EC-termijnen’. Door samenwerking met ROM Rijnmond/R3 wordt ingezet om met bestaande expertise tot een versnelling te komen.

Desalniettemin is er – mede door het innovatieve gehalte - het risico dat er uiteindelijk niet kan worden voldaan aan de EC-subsidievoorwaarden. Om dit risico te beperken zal een definitieve go/no go- beslissing na de zomer van 2005 genomen worden opdat dan nog geen investeringskosten zijn gemaakt. Het risico is daarmee beperkt tot de proceskosten van het project. Overigens zou Delft deze proceskosten – als gevolg van uitwerking van ons klimaatplan – ook hebben gemaakt. 

Mocht TDI haalbaar (‘go’-besluit), maar niet overeenkomstig de voorwaarden van de EC blijken te zijn, dan is ‘hercontractering’ een optie. Hiertoe zal een verzoek bij de EC ingediend moet worden. Wanneer een ‘no go’-besluit valt wordt afgezien van het gehele project. Het zal duidelijk zijn dat bij een no-go beslissing tevens de EU subsidie voor Woonbron –Maasoevers wegvalt. Een onderlinge vrijwaring van schadeclaims binnen het SESAC-consortium voorkomt op dat moment dat de internationale partners in dit geval Delft verantwoordelijk kunnen stellen voor eventuele problemen met de Europese subsidie.

 

Demonstratiewoningen Harnaschpolder

Voor de woningbouwlocatie Harnaschpolder, in totaal ca. 1.300 nieuwbouwwoningen, is een gemeentelijke ambitie vastgelegd van EPL >= 7,5 (3E Klimaatplan Delft). In het kader van het project TDI en het Europese demonstratieproject SESAC wordt warmtelevering voor alle 1.300 woningen als

uitgangspunt genomen. Een recent uitgevoerd onderzoek[1] naar de toepassing van industriewarmte heeft aangetoond dat aansluiting van alle woningen in de Harnaschpolder (kosten)technisch mogelijk is. Het onderzoek heeft zelfs aangetoond dat warmtelevering de laagste investering per woning vraagt om de EPL >= 7,5 te behalen.

 

De eerste 300 woningen in de Harnaschpolder zijn in het kader van SESAC opgenomen als demonstratieproject. Voor deze demonstratiewoningen gelden de uitgangspunten warmtelevering en aanvullende energiebesparende isolerende maatregelen. Voor de realisatie van het demonstratieproject Harnaschpolder stelt de EU een subsidie beschikbaar van ca. € 638.000,-.

 

Demonstratiewoningen Poptahof

Voor de woningbouwlocatie Poptahof, is een energieambitie vastgelegd van Energie Prestatie op Locatie (EPL) > 6 (Masterplan Poptahof). Om dit te bereiken lijkt een combinatie van verbetering van energetische kwaliteit van de woningen met  toepassing van industriewarmte het best haalbaar[2].

 

De eerste 300 woningen in de Poptahof zijn in het kader van SESAC opgenomen als Europees demonstratieproject. Voor deze demonstratiewoningen gelden de uitgangspunten warmtelevering en energiebesparende isolerende maatregelen.

In het kader van de SESAC-subsidie zal overigens nog onderzoek moeten plaatsvinden naar een nog hogere isolatiewaarde van de woningen die in het demonstratieproject zijn aangemeld en de (dekking van de) kosten daarvan.

Voor de realisatie van het demonstratieproject wordt een EU-subsidie verleend aan Woonbron Maasoevers van ca. € 1.356.000,-.

 

Financiering

Met het vaststellen van de nota ‘3E: Klimaatplan Delft 2003-2012’  in april 2003 zijn ook de energieambities voor alle bouwprojecten in Delft binnen deze planperiode vastgesteld. Vanuit de ‘reserve energiebesparende maatregelen’(REM) zijn middelen beschikbaar om deze energieambities te realiseren. Door deel te nemen aan een europees demonstratieproject komen er extra middelen ter beschikking via de Europese Commissie om de vastgestelde energieambities te behalen.

De werkzaamheden die de gemeente Delft in het kader van SESAC zal uitvoeren om in aanmerking te komen voor de subsidie van de Europese Commissie sluiten veelal aan op bestaande activiteiten van de gemeente, die al gepland of zelfs al gestart zijn,  zoals het realiseren van een energieambitie bij de Poptahof en Harnaschpolder.

Om deze energieambities en de extra inspanning in kader van SESAC te realiseren zijn voor de personele en externe onderzoekskosten voor deze werkzaamheden in 2005 in totaal ca. € 589.857,- geraamd. Hiervan wordt ca. € 204.326,- reeds gedekt via bestaande gemeentelijke budgetten (zoals projectbudget Harnaschpolder en Poptahof) en ca. € 78.287,- reeds geraamd en gedekt via Klimaatplan. Voor het planjaar 2005 is het aandeel van de EU subsidie  € 185.469,-. Resteert nog een bedrag van € 121.775,- (zie Tabel I). Voorgesteld wordt om de financiering hiervan en de voorbereidingskosten die reeds gemaakt zijn in 2004 (€ 56.244,-), samen     € 177.999,- te dekken uit de reserve energiebesparende maatregelen (REM).

Als er medio 2005 besloten wordt tot een ‘go’, dan zal omtrent de financiering van het gehele project worden besloten. Vooralsnog lijken daarvoor binnen het REM voldoende middelen voor handen, welke reeds zijn geraamd in het Klimaatplan onder het project ‘9b Toepassing Restwarmte DSM Gist’.

De deelname in het EU-project SESAC levert alsdan een subsidie van in totaal € 2,9 miljoen voor dit project op, voor de Delftse partners tezamen.

 

Ondanks het feit dat Delft met 600 woningen participeert in SESAC zijn de thans gevaagde bijdragen voor de  personeels- en externe onderzoekskosten toereikend voor alle personeels- en externe onderzoekskosten voor project TDI, het realiseren van de energieambitie EPL >= 7,5 voor de gehele woningbouw locatie Harnaschpolder (ca.1300 woningen) en het realiseren van de ambitie EPL >= 6 voor de gehele herstructureringslocatie Poptahof (ca.1200 woningen).



[1] Quickscan restwarmte DSM – Warmtelevering Harnaschpolder, DWA installatie- en energieadvies, 18 augustus 2004.

[2] Visie op energievoorziening Poptahof, W/E adviseurs, 2001