Sinds 1 juli 2001 is de Binnenstad officieel
autoluw. Dit betekent dat parkeren in de Binnenstad vanaf die datum niet of
nauwelijks meer mogelijk is, afgezien van vergunninghouders. De bewoners die
rondom de Binnenstad wonen, de schil genoemd, kunnen gedurende bepaalde
perioden op de dag overlast ervaren van centrumbezoekers of personen die in de
Binnenstad werkzaam zijn en hun auto in de schil parkeren. Tellingen hebben
uitgewezen dat de parkeerdruk in bepaalde delen van de schil hoog is.
In een deel van Gebied E (Schil Oost) is sinds
december 2002 een systeem van parkeervergunningen voor bewoners ingevoerd.
Per 1 mei 2005 gaat er voor een aantal straten in
Gebied E een nieuw vergunningjaar in. Dit betekent dat er in de periode voor 1
mei een evaluatiemoment is en er per 1 mei kleine wijzigingen in het
parkeerbeleid kunnen worden doorgevoerd. Deze evaluatie heeft in januari 2005
plaatsgevonden en is opgebouwd uit de volgende onderdelen:
Met betrekking tot de evaluatie is in de ‘discussie
nota Duurzaamheid’ voorgesteld om de evaluatie om de 3 jaar uit te voeren. Dit
om te voorkomen dat er jaarlijks wijzigingen in de parkeerverordening plaats
vinden en er kostbare onderzoeken plaatsvinden die niet voldoende effectief
blijken te zijn.
1. Klanttevredenheidsonderzoek
Vakteam Mobiliteit heeft aan O&S (vakteam ICT)
gevraagd om een effectmeting (Klanttevredenheidsonderzoek) te doen onder de
bewoners van Gebied E.
Ten behoeve van dit onderzoek is een schriftelijke
enquête uitgedeeld aan de bewoners. Hiertoe zijn 943 vragenlijsten uitgedeeld.
In totaal hebben 456 bewoners de vragenlijst ingevuld en retour gestuurd, een
respons van 48%.
Het doel van het onderzoek was het bekijken of het
vergunning parkeren de parkeersituatie in het gebied heeft verbeterd en in welke
mate de bewoners tevreden zijn over het vergunning parkeren.
Op de onderzoeksvragen kan het volgende
geconcludeerd worden:
1.A
In welke mate zijn de
parkeerproblemen afgenomen ten opzichte van de voorgaande situatie?
Het aandeel bewoners dat vindt dat er (veel) te
weinig parkeerplaatsen zijn is afgenomen van 36% bij de effectmeting in 2003
tot 14% bij deze meting. Het aandeel dat vindt dat er (ruim) voldoende
parkeerplaatsen zijn is met 4% toegenomen (van 49% tot 53%).
Het aandeel bewoners dat de auto meestal binnen 50
meter van het huis kwijt kan is met 18% toegenomen (van 53% tot 71%). Wat de
zoektijd betreft is het aandeel respondenten dat binnen 2 minuten een
parkeerplaats heeft gevonden met 10% toegenomen (van 54% naar 64%).
In een groot gedeelte van het gebied is een afname
in de ervaren parkeerdruk waarneembaar. Slechts in een klein gedeelte is de
ervaren parkeerdruk gelijk gebleven.
Het blijkt dat het aandeel bewoners dat bepaalde
tijden aangeeft waarop het moeilijk is een parkeerplaats te vinden zowel voor
doordeweeks als voor de zaterdag bij deze effectmeting is afgenomen ten
opzichte van de meting in 2003. In veel gevallen zijn er nog wel dezelfde
tijden aangegeven, maar door een lager percentage van de respondenten.
1.B Wat
is het oordeel over de huidige bloktijden en wat zijn de gewenste bloktijden?
De respondenten zijn ruimere bloktijden voorgelegd,
maar de meerderheid gaf de voorkeur aan de huidige bloktijden. Dat wil zeggen
voor doordeweeks van 16.00 tot 20.00 uur en op zaterdag van 12.00 tot 20.00
uur.
1.C Wat
is het oordeel over de handhaving?
Volgens 43% van de bewoners is er voldoende
gecontroleerd op fout parkeren. Twee op de tien bewoners vinden dit niet. Bij
de gegeven opmerkingen/suggesties aan het eind van de vragenlijst heeft 12%
opgegeven dat zij vinden dat er beter gecontroleerd moet worden. Hier bedoelden
zij onder andere mee: op meer tijden controleren, controleren op foutparkeren
in gebieden die net buiten de vergunningzone vallen.
2. Parkeertellingen
in gebied E en straten die mogelijk in aanmerking komen voor gereguleerd
parkeren
In de maand januari 2005 zijn ter evaluatie
parkeertellingen in gebied E uitgevoerd. In tabel 1 staan de resultaten van
deze parkeertellingen.
3. Huis-aan-huis enquête ten bate
van mogelijke
gebiedsuitbreiding
Als onderdeel van de evaluatie is de grootte van het
gereguleerde gebied onderzocht. Bewoners van verschillende straten net buiten
het gereguleerde gebied hebben aangegeven bij het gereguleerde gebied getrokken
te willen worden. Omdat niet duidelijk is of deze signalen van individuele
bewoners door de straat en de buurt gesteund worden, heeft de gemeente met een
korte draagvlakpeiling geïnventariseerd of er draagvlak is om deze straat bij
het gereguleerde gebied de betrekken.
Op onderstaande figuur zijn de twee gebieden weergegeven
waar een huis-aan-huis enquête is verspreid. In de tabel zijn de resultaten van
de enquête per gebied uitgewerkt.
Uit de draagvlakmeting blijkt dat het gemiddelde
van het gebied TEGEN gereguleerd parkeren is. Alleen de Vermeerstraat heeft een
duidelijke voorkeur voor gereguleerd parkeren. Wenselijker zou zijn met
betrekking tot gebied 1 dit gebied in één keer toe te voegen. Daarvoor is
echter geen breed draagvlak. Momenteel is het draagvlak in het gebied als volgt
verdeeld: 41% VOOR en 58% TEGEN (2 blanco stemmen).
Voor heel gebied E bestaat de wens vanuit bewoners,
bezoekers en de gemeente om de bebording inzichtelijker te maken. Toevoeging
van gebied 1 aan het gereguleerd gebied draagt bij om de bebording aan te
passen zodat een gebiedsafbakening duidelijker wordt. Wanneer gebied 1 niet
wordt toegevoegd aan het gebied wordt voorgesteld het huidige bebordingsplan
ten bate van gereguleerd parkeren uit te breiden met herhalingsborden.
Op basis van de enquête en de parkeertelling zijn
er 3 mogelijkheden uitgewerkt:
1. Alleen toevoegen van de Vermeerstraat
+ Er wordt gehoor gegeven aan de mening van
bewoners in dit hele gebied door middel van het draagvlak onderzoek, ook de
bewoners in de Vermeerstraat
+ Door
het toevoegen van de Vermeerstraat wordt het gereguleerde gebied uitgebreid met
1 straat en hierdoor meer aaneengesloten.
+ De parkeerdruk in de Vermeerstraat zal bij
invoering van gereguleerd parkeren afnemen.
-
Echter de parkeerdruk in de overige straten uit
gebied 1 en met name de Rembrandtstraat en de van Miereveltlaan (gedeelte
Willem van Aelststraat – Twee Molentjeskade) zal toenemen waardoor de behoefte
aan gereguleerd parkeren in deze straten eveneens zal toenemen.
-
Een volgende uitbreiding van het gebied zal dan pas
over 3 jaar mogelijk worden gemaakt bij de volgende evaluatie. De parkeer
situatie zal dus voor 3 jaar gelden.
2. Het WEL toevoegen van gebied 1
+
Creëren van aaneengesloten gebied E
waardoor de bebording duidelijker kan worden aangebracht.
+ Uit de parkeertelling blijkt in dit gebied
een hoge parkeerdruk. Deze zal ten gunste van de bewoners afnemen. (geen
“wijkvreemde” parkeerders meer en geen “free-riders” uit de naburige straten in
gebied E)
-
Er wordt geen gehoor gegeven aan de mening van
bewoners in merendeel van de straten.
Dit kan het gevoel geven dat het gereguleerd parkeren wordt opgedrongen.
3. De
Twee Molentjeskade verwijderen uit het gereguleerd gebied (verkleinen gereguleerd
gebied)
+
Door het verwijderen van de Twee
Molentjeskade, Aan ’t Verlaat, Rubberplantage en het noordelijkste deel van de
Oostsingel wordt het gereguleerd gebied logischer qua indeling. Hierdoor kan de
bebording iets duidelijker worden aangegeven.
+ Uit de telling blijkt een parkeerdruk in de
Twee Molentjeskade van ca 55%. Deze overcapaciteit kan gebruikt worden door de
Palamedesstraat en van Bronckhorststraat. Hierdoor zal de parkeerdruk in het
gebied 1 meer verdeeld worden.
-
De parkeerdruk zal echter hoger liggen dan wanneer
het heel gebied 1 wordt toegevoegd.
-
De Twee Molentjeskade is in 2004 toegevoegd aan
gebied E, met de bewoners uit deze straat is nog niet gecommuniceerd over de
mogelijkheid om de Twee Molentjeskade uit het gebied te verwijderen. De
verwachting is dat men hier overwegend NIET voor zal zijn.
Conclusie mogelijke uitbreiding gebied 2
Uit de draagvlakmeting in gebied 2 blijkt dat ruim
gemiddelde TEGEN gereguleerd parkeren is. De verdeling is als volgt 26% VOOR en
74% TEGEN. Voor alle straten geldt dat het merendeel TEGEN invoering van
gereguleerd parkeren is. Voorgesteld wordt dan ook om dit gebied per 1 mei 2005
niet toe te voegen aan het huidig gereguleerd gebied.
Naar aanleiding van een recente uitspraak van de Adviescommissie
voor bezwaarschriften in een vrij vergelijkbare situatie is onderstaand citaat
opgenomen.
Strekking van het citaat is dat de gemeente een
eigen verantwoordelijkheid heeft om zijn eigen afwegingen te maken ondanks de
uitslag van een draagvlakpeiling in een gebied.
Het citaat betreft een Advies van de Commissie voor
de bezwaarschriften, Kamer 1[1]
over de uitbreiding van gebied F. (Lees
in dit citaat de gemeente als ‘verweerder’ en de indiener van het
bezwaarschrift als ‘reclamant’)
“De Commissie merkt allereerst op dat het onderzoek
en het overleg dat herhaaldelijk is gevoerd met de bewoners in de wijk er blijk
van geeft dat verweerders zorgvuldig hebben willen omgaan met de wensen van
bewoners.
Zij overweegt echter dat door te kiezen voor de
invoering van gereguleerd parkeren in slechts een gedeelte van de wijk, mede
als gevolg van de bestaande stedenbouwkundige opzet, de bestaande stratenloop
en de bestaande verkeersbewegingen, voorzienbaar was dat de parkeerdruk in de
rest van de wijk nog verder zou oplopen.
Verweerders hebben dit voor eigen rekening willen
laten van de bewoners van de straten in de wijk, waar niet is gekozen voor
gereguleerd parkeren, omdat zij gewaarschuwd waren voor de consequenties van
hun keuze.
Naar het oordeel van de Commissie hebben
verweerders hiermee in strijd gehandeld met de zorgvuldigheidseisen van artikel
3:4 jo. 3:2 Awb. In deze artikelen is neergelegd dat het bestuursorgaan bij de
voorbereiding van een besluit de nodige kennis omtrent de relevante feiten en
de af te wegen belangen vergaart en de rechtstreeks bij het besluit betrokken
belangen afweegt.
Hoewel verweerders de nodige kennis omtrent de
relevante feiten en de af te wegen belangen hebben vergaard is volgens de
Commissie onvoldoende sprake van een integrale afweging, waarbij rekening is
gehouden met de belangen van de bewoners die te maken krijgen met de
consequenties van het gereguleerd parkeren.
Door de consequenties van het besluit voor rekening
van de bewoners, die geen gereguleerd parkeren in hun straat wilden, te laten,
hebben verweerders onvoldoende zorgvuldigheid betracht bij het genomen besluit.
De bezwaren van reclamanten voor zover zij hebben
gesteld dat de parkeerdruk onaanvaardbaar wordt verhoogd door dit besluit zijn
derhalve gegrond.” Einde citaat.
Voorstel
- Naar aanleiding van de
uitkomsten van de evaluatie van gebied E wordt voorgesteld om geen wijzigingen
aan te brengen met betrekking tot bloktijden. Voor gebied E geldt wel een
tariefswijziging welke in oktober 2004 door de raad is vastgesteld.
- Tevens wordt voorgesteld om de
volgende evaluatie over 3 jaar te laten plaats vinden.
- Over de
mogelijke uitbreiding van gebied E wordt voorgesteld om de Vermeerstraat toe te
voegen aan deze schil en een keuze te maken uit de volgende twee opties:
- Voorgesteld wordt gebied 2 per 1 mei 2005 niet
toe te voegen aan het huidig gereguleerd gebied E
Het resultaat van de beslissing zal via een
nieuwsbrief worden teruggekoppeld aan de bewoners in het desbetreffende gebied.
M.
Floor