iInspraak en Overleg
Ontwikkelingsplan
Van
Foreestweg / Van KinschotstraatMijnbouwstraat/ Maerten Trompstraat
Het
ROC Mondriaan ligt aan de Mijnbouwstraat in de
wijk Wippolder, ten zuiden van de Binnenstad. Deze voormalige HBS wordt momenteel gebruikt als
Regionaal Opleidings Centrum (ROC). Het
ROC Mondriaan is voornemens het pand te verbouwen, waarna het gebruikt gaat
worden ten behoeve van volwasseneneducatie op MBO niveau. Deze
volwasseneneducatie is nu verspreid over 3 locaties in Delft. Het is de
bedoeling dat na de renovatie de volwasseneneducatie wordt geconcentreerd aan de Mijnbouwstraat. Een groot deel van
het terrein, behorende bij de school wordt nu niet gebruikt. Met de verkoop van
deze grond aan de gemeente kan de verbouwing van het schoolgebouw worden gefinancierd. Bovendien ontstaat hiermee
voor de gemeente een kans om in de Maerten Trompstraat een aantal grondgebonden
woningen te realiseren in combinatie met de aanleg van extra parkeerplaatsen
voor de buurt.
Het bestemmingsplan laat een functiewijziging naar
wonen niet toe. Voor
het plangebied wordt in 2005 een nieuw
bestemmingsplan voorbereid. Om vooruitlopend hierop de planontwikkeling in gang
te kunnen zetten, is besloten tot het opstellen van een ontwikkelingsplan. Het ontwikkelingsplan vormt
het ruimtelijk kader voor de herontwikkeling van deze locatie. Te zijner tijd wordt dit
ontwikkelingsplan overgenomen in het nieuwe bestemmingsplan.In het
noordwest kwadrant van Delft, direct grenzend aan de westzijde van de
Provinciale weg, ligt de Kuyperwijk. Op de hoek van de Provinciale weg – Van
Foreestweg ligt een trapveld en een kleinschalige éénlaagse bebouwing.
Ontwikkeling van deze locatie biedt de mogelijkheid tot opwaarderen en afronden
van dit deel van de Kuyperwijk en het benutten van de mogelijkheid om de
ruimtelijke relatie met de (binnen)stad en ruimere omgeving te versterken.
Invulling past ook in het principe van een compacte stad.
Een ontwikkelaar heeft het initiatief genomen om op
de locatie een nieuw woonzorgconcept te realiseren. Omdat de beoogde
herontwikkeling niet past binnen de juridische regeling voor het gebied is een
nieuw bestemmingsplan noodzakelijk, danwel dient een vrijstellingsprocedure als
bedoeld in artikel 19 lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening te worden
gevolgd.
Tevens is in het kader artikel
10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening het ontwikkelingsplan naar
verschillende overlegpartners gestuurd. Zij hebben hier overleg over gegeven,
wat is samengevat en beantwoord onder C.
Van 8 december februari 20053 tot en met 5 januari7 maart 20054 heeft het
ontwikkelingsplan Van Foreestweg /Van KinschotstraatMijnbouwstraat voor inspraak
bij de Publieksbalie aan de Phoenixstraat 16 ter inzage gelegen.
De volgende personen hebben een schriftelijke inspraakreactie gegeven op het
ontwikkelingsplan:
2. De
heer D.N.L. Simons Mijnbouwstraat
102 2629 RB Delft
3. Mevrouw
N. de Fouw Mijnbouwplein
3 2628 RT Delft
4. S.S. Kommeren Piet
Heinstraat 37 2628 RJ Delft
5. De heer P.J. Bakker Van
Speykstraat 10 2628 RG
Delft
6. W.
Gelens Mijnbouwplein 4 2628 RT Delft
7. M.T.J.C. Zuiderwijk Piet Heinstraat 23 2628
RH Delft
8. W. Vermaas Maerten
Trompstraat 1 2628 RB Delft
9. F. Berger Mijnbouwstraat
66 2628
RX Delft
10. D.M. Beezemer Maerten
Trompstraat 14 2628 RD Delft
11. A. Vonk-Deurloo Piet Heinstraat 15 2628 RH Delft
12. Familie Van Harte-Leithuijser Van Speykstraat 12 2628 RG Delft
13. J. Rijk Mijnbouwplein
12 2628 RT Delft
14. F. Stofberg Van
Leeuwenhoeksingel 32 2611 AB Delft
15. H.J.A.G.M. Damen Maerten Trompstraat 9 2628 RB Delft
16. J.G. van der Kraan Mijnbouwstraat 96 2628 RX Delft
17. J. van der Zijde Mijnbouwstraat
21 2628 RV Delft
18. A.F. Wickel Maerten
Trompstraat 16 2628
RD Delft
19. M. van Kemenade Maerten Trompstraat 15 2628 RB Delft
20. O. Beugels en M. de Roo Piet Heinstraat 4 2628
RK Delft
21. J. Kaaijk Van
Speykstraat 16 2628 RG
Delft
22. J.J. Scholtsz en E. Wallenburg Maerten
Trompstraat 10 2628 RD Delft
23. F. Mina da Silva Piet
Heinstraat 56 2628 RL Delft
24. M.G. Barendse-Nievers Maerten
Trompstraat 12 2628 RD Delft
25. R. de Loomé Mijnbouwplein
2A 2628 RT Delft
26. K. Hoog Mijnbouwplein
2A 2628 RT Delft
27. A.J. van Zundert Piet Heinstraat 27 2628 RJ Delft
28. G.H.A.
Geers Van Speykstraat 6 2628 RG Delft
29. A.M. Ambrosius-Lambrechts Maerten Trompstraat 13 2628 RB Delft
mevrouw M.
van der Tempel, Van Adrichemstraat 9, 2614 BJ Delft. Getekend op 17 december 2003,
ingekomen op 22 december 2003;
1.mevrouw J.
van Dijk, van Groenewegenstraat 76, 2614 BH Delft. Getekend op 22 december
2003, ingekomen op 29 december 2003;
1.E.J.
Monteny-Lander, Van Kinschotstraat 25, 2614 XP Delft. Getekend op 28 december 2003,
ingekomen op 30 december 2003;
1.Gemeenschappelijke
inspraakreactie van 2 januari 2004, ingekomen op 5 januari 2004. Ondertekend
door 26 insprekers:
G. Abraham,
Van Kinschotstraat 17, 2614 XJ Delft;
F. Abraham-Ogterop,
Van Kinschotstraat 17, 2614 XJ Delft;
L. Aarts,
Van Kinschotstraat 13, 2614 XJ Delft;
L.E.
Aarts-v.d. Werf, Van Kinschotstraat 13, 2614 XJ Delft;
D.
Besseling, Van der Dussenweg 4, 2614 XE Delft;
A.J. van
Gerrevink, v.d. Lelijstraat 18, 2614 EM Delft;
B. Hossaini,
Van Kinschotstraat 5, 2614 XJ Delft;
K. Janssen,
Van Kinschotstraat 15, 2614 XJ Delft;
J.J.H. van
Kesteren, van der Lelijstraat 16, 2614 EM Delft;
A.
Kouwenhoven,
J.L.
Kouwenhoven- Janssen,
M. Meyer,
Van Kinschotstraat 5, 2614 XJ Delft;
J.J.M.
Orment, Van Kinschotstraat 7, 2614 XJ Delft;
Mevrouw
M.O. Orment-Jurgens
M.M. Rasch,
Van der Lelijstraat 14, 2614 EN Delft;
P.
Ringeling, Van der Lelijstraat 8, 2614 EM Delft;
Y.
Steinmetz-Ardaseer, Van der Lelijstraat 12, 2614 EM Delft;
M. van Veen,
Van der Lelijstraat 4, 2614 EM Delft;
B. van Veen,
Van der Lelijstraat 4, 2614 EM Delft;
N. de Waal,
Van Kinschotstraat 19, 2614 XJ Delft;
E. de Waal-Memelink, Van Kinschotstraat 19,
2614 XJ Delft;
C.K. Wientjes, Van Kinschotstraat 9, 2614 XJ
Delft;
J.M. Wientjes-Dragt, Van Kinschotstraat 9,
2614 XJ Delft;
De
heer/mevrouw Van der
Dussenweg 2, 2614 XE Delft;
De heer en mevrouw, Van
Aldemondestraat 40, 2614 EZ Delft.
5.
H. Haakman, Van Adrichemstraat 339, 2614 BS Delft. Ingekomen op 5
januari 2004.
A.1 M. van der Tempel, Van
Adrichemstraat 9 R. Stet, Mijnbouwstraat 10:
A.1.1 Samenvatting
Inspreker vraagt zich af of er nog sprake is van
inspraak, omdat ‘concept’
in kleine letters is geschreven.
Inspreker
stelt dat door de 25 woonlagen van de flat de bezonning van haar woning in
gevaar komt. Er wordt een overzicht gegeven van het inkomende zonlicht op dit
moment en daarbij de opmerking dat inspreker niet in de hoek van de flat woont,
waar het volgens haar nog slechter is met de bezonning. [deze zin is onduidelijk; wat wordt bedoeld]
Antwoord
Uit het gegeven dat het woord
‘concept’ in een kleiner lettertype is geschreven, kan niet worden afgeleid dat
er geen sprake zou zijn van inspraak. Gedurende een termijn van vier weken kon het
concept-ontwikkelingsplan worden ingezien en kon er schriftelijk gemotiveerd
worden gereageerd
op het concept. Voorts heeft er op 14
februari 2005 een inspraakbijeenkomst plaatsgevonden. Gedurende die bijeenkomst
konden mondeling inspraakreacties worden ingediend bij het inspraakloket. In deze nota wordt op alle
ingediende inspraakreacties gereageerd.
De
afstand van de flat waarin inspreker woont ligt op ruime afstand van de plaats waar de hoogbouw is
geprojecteerd. Bezonningsonderzoek
heeft uitgewezen dat …..Stedenbouw (Ronald), Architect
Conclusie
Deze inspraakreactie heeft niet geleid tot
aanpassing van het ontwikkelingsplan.
A.1.2 Samenvatting
Inspreker stelt zich op het
standpunt dat de behoefte aan grondgebonden woningen nader onderbouwd dient
te worden en precies moet worden aangegeven in welke prijsklasse er met name
behoefte is en of de geplande negen woningen hier enigszins aan bijdragen.
Antwoord
Delft is een compacte stad waarbij nieuwe
woningbouw vooral gerealiseerd moet worden op binnenstedelijke
functieverandering- en verdichtingslocaties. Vaak gaat het de hoogte in op deze
verdichtingslocaties. Het merendeel van de woningbouwplannen voor de komende jaren
betreft dan ook appartementen. Tegelijkertijd bestaat al ruim tweederde van de
Delftse voorraad uit appartementen. Vanwege het tekort aan grondgebonden
eengezinswoningen wordt de gemeente al jaren gekenmerkt door een selectieve
migratie, waarbij veel gezinnen de
gemeente verlaten. De grote populariteit van de grondgebonden woningen in de
gemeente blijkt uit nieuwbouwprojecten die in het (recente) verleden zijn
gerealiseerd, zoals het project aan de
Schutterstraat (waarin overigens ook sprake was van particulier
opdrachtgeverschap), Schie-oevers en meer recent het VDD-terrein. Met de negen
woningen aan de Mijnbouwstraat wordt
ingespeeld op de behoefte aan particulier opdrachtgeverschap.
Conclusie
Gezinnen
verlaten de
gemeente Delft, vanwege een tekort aan grondgebonden eengezinswoningen. De geplande woningen aan de
Maerten Trompstraat komen tegemoet aan de behoefte aan grondgebonden woningen. Deze reactie heeft niet geleid
tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.
A.1.3 Samenvatting
Inspreker geeft de voorkeur aan de aanleg van een
parkje op het
bewuste terrein,
gezien het gebrek aan groen en speelterreinen in de wijk. Mochten er toch duidelijke
redenen zijn om ter plaatse woningen te bouwen, dan adviseert inspreker om te overwegen het bouwblok parallel aan
het gebouw van het
ROC Mondriaan te plaatsen, zodat het groen voor de buurt bereikbaar wordt en zichtbaar blijft.
Antwoord
Een deel van het terrein dat nu door het ROC Mondriaan
niet gebruikt wordt, wordt aan de gemeente verkocht. Met de verkoop van de
grond financiert Mondriaan deels de verbouw van de school. De gemeente verkoopt
vervolgens de grond als zelfbouwkavels om de aankoop van de grond te
financieren.
Aanleg van een parkje in
plaats van verkoop
van de grond ten behoeve van woningbouw levert niet de financiële armslag die nodig is om
het project haalbaar te maken.
Situering van het bouwblok parallel
aan het ROC Mondriaan is niet voor de hand liggend. Het schoolterrein komt dan
te vervallen en deze functie is voor het functioneren va de school
noodzakelijk.
Verder levert situering van het bouwblok parallel aan het ROC Mondriaan een
geringer te bebouwen oppervlak op, dat bovendien zeer dicht op de bestaande
woningen aan de Piet Heinstraat zou komen te liggen. Wegens deze bezwaren is de in het ontwikkelingsplan opgenomen invulling van het
plangebied
wenselijker dan de door inspreker voorgestelde optie.
Conclusie
Er zijn duidelijke redenen om aan de Maerten Trompstraat
woningen te bouwen. Verder kleven er aan de door inspreker voorgestelde
situering van de te realiseren woningen een aantal zwaarwegende bezwaren. De inspraakreactie heeft
derhalve niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.
A.1.4 Samenvatting
De voorgestelde bouwhoogte van de woningen is
onacceptabel hoog. Een
bouwhoogte van 9 meter plus kap levert een bezonningsprobleem op voor de bestaande
woningen aan de Maerten Trompstraat.
Antwoord
Het valt niet te ontkennen dat daar waar een
bouwplan gerealiseerd wordt, de situatie veranderd. In het ontwikkelingsplan is
de rooilijn teruggelegd om een breed straatprofiel te creëren (en om bestaande bomen te handhaven).
Deze gegevens, in combinatie met de ligging
ten opzichte van het zuiden van de nieuwbouw en de bestaande bouw aan onder andere de Maerten Trompstraat maakt dat qua bezonning een acceptabele situatie zal
ontstaan.
Om dit inzichtelijk te maken zijn de als bijlage bij het
ontwikkelingsplan
gevoegde bezonningsdiagrammen gemaakt. Deze diagrammen zien zowel op
de bestaande, als op de nieuwe situatie. Middels deze bezonningsdiagrammen is tevens te zien wat het verschil is tussen de bezonning in de
huidige situatie en de bezonning in de nieuwe situatie.
De hoogbouw doet geen onevenredige afbreuk aan de bezonningssituatie van
de flat waarin inspreker woont.
A.1.2 Samenvatting
Er wordt bezwaar
gemaakt tegen de kap van de populieren die op het terrein staan. Deze bomen
geven inspreker het gevoel van groen en natuur en inspreker kan zodoende zien
waar de wind vandaan komt. Het verzoek is om deze bomen in de wijk te behouden,
omdat er niet veel oude bomen zijn.
Antwoord
Conclusie
A.1.3 Samenvatting
Inspreker
maakt bezwaar tegen het torado-effect dat volgens haar ontstaat als de wind om
de hoge flat waait en dat de flat ongeschikt maakt voor bewoning door senioren
die slecht ter been zijn.
Antwoord
In het ontwikkelingsplan is
aangegeven dat geen onaanvaardbare hinder als gevolg van de hoogbouw mag
ontstaan onder andere met betrekking tot windhinder. Windhinder kan bij dergelijke hoge bebouwing nooit volledig
worden uitgesloten. Nader
onderzoek in het kader van het bouwplan zal moeten uitwijzen dat van onaanvaardbare
hinder geen sprake zal zijn in
reguliere klimatologische omstandigheden.
Conclusie
Er zal, gelet op het brede straatprofiel en de ligging van de
nieuwbouw en bestaande bouw ten opzichte van het zuiden qua bezonning een
acceptabele situatie ontstaan. De inspraakreactie heeft niet geleid tot
aanpassing van het ontwikkelingsplan. Wel heeft de inspraakreactie geleid tot het voegen
van bezonningsdiagrammen bij het ontwikkelingsplan.
A.1.5 Samenvatting
Gevreesd wordt voor extra overlast van de
bouwactiviteiten, omdat de grond in afzonderlijke kavels wordt uitgegeven. Het gehele bouwproces kan
daardoor vele jaren langer in beslag nemen.
Gevraagd wordt om toelichting op dit punt en om het inbouwen van garanties dat van extra overlast geen
sprake zal zijn.
Antwoord
Bij het bouwen van woningen, ongeacht of er sprake is van particulier
opdrachtgeverschap,
zal er overlast zijn
voor de omgeving.
Het is geen gegeven dat het bouwen in
particulier opdrachtgeverschap per definitie meer overlast genereert dan de bouw van woningen
door bijvoorbeeld een projectontwikkelaar. Bovendien is het een zwaarwegend maatschappelijk belang dat normale particuliere bouwactiviteiten niet onnodig
worden belemmerd.
Verder
kan worden opgemerkt dat de normale speltregels voor het bouwen in stedelijk
gebied zullen worden gehanteerd.
Conclusie
De inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassing
van het ontwikkelingsplan
A.1.6 Samenvatting
Aangegeven wordt dat de parkeeroverlast wordt
veroorzaakt door automobilisten die in het centrum werken of recreëren. De
aanleg van 15 extra parkeerplaatsen voor 9 woningen lijkt inspreker overdreven. Bovendien is de parkeernorm
van 1,6 discutabel, omdat tramlijn 19 wordt aangelegd.
Antwoord
De parkeernorm voor
nieuwbouwwoningen is 1,6 voor woningen boven €300.000,=. Het ontwikkelingsplan voorziet
in de realisatie van maximaal 9 woningen. Er dienen derhalve 15 parkeerplaatsen
te worden gerealiseerd ten behoeve van de nieuw te bouwen woningen. Omdat in de directe nabijheid van het plangebied een tramlijn
wordt aangelegd, mag 10% van
de norm worden afgetrokken. In totaal dienen er derhalve 14
parkpeerplaatsen te worden gerealiseerd ten behoeve van de nieuw te bouwen
woningen. Er worden bij het plan 10 parkeerplaatsen op eigen
terrein aangelegd. Voorts zullen
op het terrein van het ROC Mondriaan 25 parkeerplaatsen
worden aangelegd, die ook door buurtbewoners kunnen worden gebruikt.
Vier van deze vijfentwintig plaatsen kunnen worden
toegerekend aan het plan. Er zullen derhalve voldoende parkeerplaatsen
worden gerealiseerd om te
kunnen voldoen aan parkeernorm
Conclusie
Conclusie
Tot het maximum aantal van 9 woningen, zal met de
aanleg van 10 parkeerplaatsen op eigen terrein en de 25 parkeerplaatsen op het
ROC-terrein worden voldaan aan de gemeentelijke
parkeernormen. De inspraakreactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.
A.1.7 Samenvatting
De voorgestelde wijzigingen in de
verkeerscirculatie in de wijk leiden tot meer en onnodige verkeersoverlast in de wijk, met name als het ROC
haar functie aan de
Mijnbouwstraat
uitbreidt. Inspreker
zou graag een toelichting krijgen over waarom de Piet Heinstraat niet langer kan
worden aangesloten op de Michiel de Ruyterweg.
Antwoord
De voorgestelde wijzigingen in
de verkeerscirculatie in de wijk komen uit het Lokaal Verkeers- en VervoersPlan(LVVP). De besluitvorming over de verkeerscirculatie in Delft, waaronder het plangebied in kwestie, vindt in het LVVP plaats. Inspraakreacties over de verkeerscirculatie
in de wijk horen derhalve thuis in de vaststellingsprocedure van het LVVP. Het LVVP heeft van 21 maart
tot en met 15 april 2005 ter inzage gelegen. Gedurende die periode konden er
inspraakreacties worden ingediend. In het ontwikkelingsplan zijn echter wel passages opgenomen over de verkeerscirculatie in de
wijk, omdat dit relevant is voor de
belangenafweging die in het kader van
een vrijstellingsprocedure moet worden gemaakt. Zoals uit het vorenstaande kan worden opgemaakt, is het
ontwikkelingsplan op dit vlak echter volgend.
Ten overvloede wordt opgemerkt
dat in het LVVP een nieuwe verkeersstructuur voor het gebied TU Noord is voorgesteld. Het doorgaande verkeer de stad uit, zal tussen Michiel de Ruyterweg en
het Poortlandplein worden geleid over de
Mijnbouwstraat, die geschikt wordt gemaakt voor tweerichtingenverkeer. Dit is hoofdzakelijk gedaan om de huidige overlast (geluidhinder
en luchtkwaliteit) te reduceren en de toekomstige hoeveelheid extra te
verwachten verkeer zoveel mogelijk van de huidige bebouwing af te houden. Verder is deze nieuwe
structuur mede noodzakelijk door de
komst van tramlijn 19 en de herinrichtingsplannen van enkele TU-gebouwen.
Ter hoogte van het
Mijnbouwplein kruist de toekomstige trambaan de doorgaande route en zullen
verkeerslichten worden geplaatst. De aansluiting van de Piet Heinstraat zal
circa 5 meter van de stopstreep van deze verkeerslichten liggen en dat is vanuit een oogpunt
van doorstroming en verkeersveiligheid ongewenst. Zodoende
is voorgesteld om deze aansluiting te laten vervallen. Daarbij wordt de kanttekening
gemaakt dat naar
aanleiding van de inspraakreacties die zijn ingediend op het LVVP, nog wordt onderzocht of het
mogelijk is de aansluiting van de Michiel de Ruyterweg op de Piet Heinstraat te handhaven. Dit zou betekenen dat het verkeer vanaf de Michiel
de Ruyterweg de Piet Heinstraat ingereden kan worden. Het verkeer kan dan echter niet vanuit de Piet
Heinstraat de Michiel de Ruyterweg oprijden.
Conclusie
Het ontwikkelingsplan is nader
aangevuld, omdat naar aanleiding van de inspraakreacties op het LVVP onderzocht
zal worden of de aansluiting van de Michiel de Ruyterweg op de Piet Heinstraat (het verkeer
de Piet Heinstraat in) gehandhaafd kan worden.
A.1.4 Samenvatting
Tenslotte
vreest inspreker dat de flat te hoog blijkt te zijn bij een toekomstige
langdurige stroomuitval. Van de 25ste verdieping
kunnen moeilijk mensen naar beneden gebracht worden. Ze waarschuwt voor een
vals gevoel aan zekerheid op dit punt.
Antwoord
Conclusie
A.2 De heer D.N.L. Simons,
Mijnbouwstraat 102Mevrouw J. van Dijk, Van
Groenewegen 76:
Gevraagd wordt waarom in deze drukke wijk een aantal
woningen worden bijgebouwd. Er zijn al zoveel problemen omtrent parkeren. Deze
worden alleen maar groter.Inspreker
heeft bezwaar tegen de verdichting van de wijk en hecht juist veel waarde aan
de ruim opgezette wijk. Ze is het niet eens met de bouwplannen en hecht veel
waarde aan het vrije uitzicht.
Antwoord
De geplande nieuwbouw heeft natuurlijk ook ingrijpende
gevolgen voor het beeld van en uitzicht in het gebied. De beeldkwaliteit van de bestaande
bebouwing op het terrein is niet hoog, terwijl aan de nieuwbouw qua
verschijningsvorm hoege eisen worden
gesteld. Daarnaast
kan van vrij
uitzicht in deze stedelijke situatie niet worden gesproken. Van recht op vrij uitzicht is bij
dergeljke
ontwikkelingen
- gelet op jurisprudentie ter zake - zelden
sprake
(maatschappelijk
risico). Opgemerkt wordt dat de flat waarin
inspreker woont niet grenst aan de locatie, zodat beïnvloeding van het uitzicht
vanuit de woning niet aan orde is. Of
moet de reactie worden gezien in het licht van de tijdelijke bebouwing
van het buurtcentrum?!
Zie de antwoorden die zijn gegeven op de inspraakreacties
A.1.2, A.1.3 en A.1.6. Met name uit het antwoord onder A.1.6 kan inspreker opmaken dat
voor de nieuw te bouwen woningen 10 extra parkeerplaatsen worden aangelegd op eigen
terrein en 25 op het terrein van het ROC
Mondriaan. Vier van de voornoemde vijfentwintig parkeerplaatsen kunnen worden toegerekend aan de nieuw te bouwen woningen. De
parkeerdruk in de wijk zal dus niet worden verhoogd door de bewuste
woningen.
Conclusie
De inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassing
van het ontwikkelingsplan.
A.2.2 Samenvatting
Inspreker geeft aan dat de in
het concept-ontwikkelingsplan aangegeven maatregelen de parkeerproblematiek
niet zal oplossen:
a. Het legaliseren van de ‘grijze’ parkeerplaatsen in
de Maerten Trompstraat en de Mijnbouwstraat leveren niets op, omdat
deze plaatsen al ten volle worden benut.
b. De extra 25 parkeerplaatsen bij de Mondriaanschool
(overdag voor bezoekers van de school en ’s avonds voor bewoners)
zijn donker en inbraakgevoelig. De parkeerplaats moet veilig en goed verlicht
worden. De parkeerproblemen
overdag zijn verder net
zo groot als ’s avonds. Inspreker heeft de indruk dat er in de Maerten Trompstraat veel meer parkeerplaatsen
gecreëerd zouden kunnen worden.
c. Zonder de invoering van
parkeervergunningen zullen de extra parkeerplaatsen worden benut door mensen die in de
stad werken en boodschappen gaan doen.
Antwoord
Om de
parkeerproblematiek in de buurt op te lossen zal per 1 juli 2005 waarschijnlijk
gereguleerd parkeren worden
ingevoerd in de
Mijnbouwstraat. Het voorstel is om dit uit te breiden naar onder andere de Piet
Heinstraat en de Maerten Trompstraat. Door invoering van gereguleerd parkeren
kunnen parkeerplaatsen beschikbaar gehouden worden voor de bewoners.
De invoering van
gereguleerd parkeren ligt echter buiten de reikwijdte van dit
ontwikkelingsplan.
Het voorstel voor uitbreiding van het vergunningengebied is in de commissie
Duurzaamheid van 17 mei besproken. Tot 17 mei en tijdens de commissie van 17
mei konden de bewoners van het betrokken gebied een reactie geven op het
voorstel tot het invoeren van gereguleerd parkeren.
Aanvullend merkt
de gemeente op dat
voor de ruimtelijke ontwikkelingen die in dit plan mogelijk worden gemaakt, wordt voldaan aan de
parkeernormen. Zie het antwoord op
inspraakreactie A.1.6.
Conclusie
De inspraakreactie
heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.
A.2.3 SamenvattingDe opmerking geeft geen
aanleiding tot het aanpassen van het ontwikkelingsplan.
Inspreker is het niet eens met het doortrekken van
de middenberm op de Michiel de Ruyterweg. Daardoor zal veel woon-, werkverkeer door de TU wijk,
via de Rotterdamseweg, rijden. Dit draagt niet
bij aan de verkeersveiligheid. In dat kader kan inspreker het er evenmin mee
eens zijn dat is voorgesteld dat de
Rotterdamseweg zal bestaan uit een rijweg
van 3 m breed. De Rotterdamseweg moet breder
worden gehouden.
Antwoord:
Verwezen wordt naar het antwoord onder A.1.7. Verder kan worden opgemerkt
dat de Mijnbouwstraat toegankelijk blijft vanaf de Sebastiaansbrug. Voor
het handhaven van het inrijden van de Mijnbouwstraat vanuit de Michiel de
Ruijterweg is helaas geen ruimte beschikbaar, onder andere door de komst van de
tram. Verkeer de
Mijnbouwstraat uit kan allen nog richting het zuiden. Daarbij wordt de kanttekening
gemaakt dat naar aanleiding van de inspraakreacties die zijn ingediend op het Lokaal Verkeers- en
VervoersPlan(LVVP),
nog wordt onderzocht of het mogelijk is om het verkeer de Mijnbouwstraat uit
ook naar het noorden (centrum Delft) te laten rijden.
De Michiel de Ruijterweg
blijft een belangrijke toevoerroute voor de TU-wijk. De Rotterdamseweg wordt
alleen versmald aan het begin (vanaf het Rijn- Schie Kanaal tot aan de Julianalaan). De
rest van het wegprofiel verandert niet.
Conclusie
Het ontwikkelingsplan is op
dit punt nader aangevuld, omdat naar aanleiding van de inspraakreacties op het
LVVP onderzocht zal worden of het mogelijk is om het verkeer de Mijnbouwstraat
uit ook naar het noorden (centrum Delft) te laten rijden.
A.2.2 Samenvatting
Er is
bezorgdheid over wat er met het plantsoen gaat gebeuren, na de tijdelijke
verplaatsing van het buurthuis. Inspreker vreest dat het plantsoen dan bebouwd
gaat worden.
Antwoord
Conclusie
A.3 Mevrouw N. de Fouw, Mijnbouwplein 3E.J. Monteny-Lander, Van Kinschotstraat 25:
A.3.1 Samenvatting
Inspreker is
van mening dat het blok Van Kinschotstraat 25 t/m 39 wordt ingebouwd. Met de
bouw van de Vermeertoren wordt het laatste vrije uitzicht geblokkeerd, waardoor
er weinig zonlicht in de woningen zal komen en het uitzicht vanuit alle kanten
op bouwwerken zal zijn.
Door het
gebrek aan zonlicht zal de verlichting aan moeten blijven, wat niet energie
zuinig is. Inspreker heeft geen uitnodiging ontvangen voor de inspraakbijeenkomst,
terwijl inspreker wel belanghebbende is.
Er dient ter plekke te worden gekeken wie belanghebbenden zijn en dat
dient niet te worden bepaald aan de hand van een rode lijn op een stuk papier.
Antwoord
StedenbouwerDoor de geplande nieuwbouw zal
inderdaad aan de oostzijde een gevelwand ontstaan. Deze is overigens op basis
van het vigerende bestemmingsplan in ruimtelijk opzicht al mogelijk. In het verre verleden is bij de planvorming van de
wijk uitgegaan van bebouwing van het perceel, doch dit heeft nooit in de
toegestane vorm vorm gekregen.
Met betrekking tot het uitzicht is het natuurlijk zo dat dit ingrijpend
veranderd, doch dit is gelet op het bestemmingsplan en de stedelijke situatie
aanvaardbaar. [zijn er op andere plaatsen voorbeelden van
omvangrijke gebouwen binnen de zelfde bestemmings?!]
Met betrekking tot de
bezonning kan worden gesteld dat de nieuwbouw aan de oostkant van de bestaande
woonflat aan de Van Kinschotstraat wordt gebouwd. In het ontwikkelingsplan is aan deze zijde een
lager deel gepland. Een nadelige
invloed op de bezonningssituatie is daardoor wel aanwezig doch beperkt. Gelet de
op de bestaande bouwmogelijkheden in het thans geldende bestemmingsplan wordt de
verandering van de bezonning niet onaanvaardbaar geacht. Gelet op de hoogte en afstand van de nieuwbouw tot
bestaande bebouwing wordt niet verwacht dat hierdoor de daglichttoetreding
zodanig
Op grond van de Algemene wet
bestuursrecht dient
van een concept- ontwikkelingsplan kennis te worden gegeven in één of meer dag-, nieuws- of
huis-aan-huisbladen. De terinzagelegging van het concept-ontwikkelingsplan Mijnbouwstraat is
in de Stadskrant van 6 februari 2005 bekend gemaakt. Als extra service zijn de omwonenden die zicht
zullen hebben op de nieuw te realiseren woningen, extra geïnformeerd middels een brief. In deze brief zijn de
bewuste omwonenden geattendeerd op de bekendmaking in de Stadskrant van 6
februari 2005. wordt
beïnvloed dat onder normale omstandigheden overdag de verlichting aan hoeft.
Conclusie
De inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassing
van het ontwikkelingsplan.
A.3.2 Samenvatting
De gemeente kan geen garanties geven dat achter de school
een leuk speelterrein en 25 parkeerplekken voor bewoners uit de buurt zullen
worden gerealiseerd, omdat de gemeente de betreffende grond niet koopt. Zonder deze garantie zijn de
nieuw te bouwen huizen een
extra, onnodige belasting voor de al zo drukke
buurt.
Antwoord
De
gemeente heeft met het ROC Mondriaan een koopovereenkomst gesloten,
waarin als voorwaarde is
opgenomen dat het binnenterrein publiek toegankelijk blijft. Tevens is bedongen dat de parkeervoorzieningen publiek
toegankelijk zullen zijn.
Conclusie
De koopovereenkomst tussen het ROC Mondriaan en de gemeente Delft biedt de door inspreekster
bedoelde garanties.
A.3.3 Samenvatting
Door de gemeente wordt te vaak de artikel 19 WRO-procedure gebruikt om bepaalde zaken er doorheen te jassen. Zo ook in het geval van het
ontwikkelingsplan Mijnbouwstraat.
Antwoord
Een ontwikkelingsplan als planvorm is binnen de gemeente Delft
ingevoerd naar
aanleiding van de wijziging van de Wet op de Ruimtelijke Ordening in 2000. Die wijziging had tot gevolg dat bij artikel 19 lid 1 en lid 2 WRO-procedures "een goede ruimtelijke
onderbouwing" moet
worden opgesteld.
Met de introductie van het
ontwikkelingsplan heeft de gemeente Delft zichzelf een extra procedure opgelegd, die vooraf gaat aan de vrijstellingsprocedure zoals is voorgeschreven in de Wet op de Ruimtelijke
Ordening. Door deze extra procedure
bestaat er voor de omwonenden in een eerdere fase de mogelijkheid om op ruimtelijke ontwikkelingen in te spreken. Bovendien vertoont een
ontwikkelingsplan inhoudelijk
een sterke
gelijkenis met de toelichting op een bestemmingsplan. Net als bij een
bestemmingsplan wordt ingegaan op onderwerpen als ruimtelijke ordening,
infrastructuur, milieu, cultuurhistorie en archeologie, alsmede
maatschappelijke en financiële haalbaarheid. Tot slot neemt de extra procedure die verbonden is aan het opstellen van een
ontwikkelingsplan
ook meer tijd in beslag. De gemeente kan het derhalve niet eens zijn met de
mening van de inspreker dat de gemeente met een artikel 19 WRO-procedure
bepaalde zaken er doorheen jast.
Voorts heeft de gemeenteraad op 2 oktober 2003 besloten al
haar bestemmingsplannen (ongeveer 100) te actualiseren. Dit actualiseringsproces neemt
echter een aantal jaren in beslag. Het is vanuit algemeen belang onwenselijk om gedurende het actualiseren van de bestemmingsplannen
niet mee te werken aan grootschalige en
kleinschalige herontwikkelingen in de stad. Omdat
echter een groot aantal bestemmingsplannen verouderd is, kan aan deze
herontwikkelingen alleen worden meegewerkt middels een artikel 19 WRO
procedure.
Conclusie
De gemeente deelt niet de visie van de inspreker, te weten dat te vaak bepaalde zaken er doorheen worden
gejast.
A.3.4 Samenvatting
Het is inspreker onduidelijk waarom er een paar
woningen in de drukke buurt bij moeten komen, terwijl in het ontwikkelingsplan
Noordelijk TU-gebied staat dat er vele woningen gebouwd gaan worden. Het is nuttiger als de
gemeente het huidige groen beter gaat onderhouden en de bestemming ‘openbaar
groen’ weer tot zijn recht komt.
Antwoord
Zie de antwoorden op de inspraakreacties A 1.2 en A 1.3.
Conclusie
De inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassing
van het ontwikkelingsplan.
A.3.5 Samenvatting
De naam van het ontwikkelingsplan zet bewoners op
het verkeerde been. De woningen worden immers aan de Maerten Trompstraat
gebouwd en niet aan de Mijnbouwstraat.
Antwoord
De naam “Ontwikkelingsplan Mijnbouwstraat/Maerten
Trompstraat” was
mogelijk duidelijker geweest.
Conclusie
De inspraakreactie heeft
geleid tot aanpassing van de titel van het ontwikkelingsplan.
A.3.6 Samenvatting
Het is inspreker onduidelijk waarom de bouw van de woningen
een ‘impuls geeft
aan de kwaliteit van de openbare ruimte’. Als de gemeente goed onderhoud zou
plegen op dat stuk weg, zou die impuls er ook zijn zonder al die extra overlast
voor de buurt en met veel minder kosten.
Antwoord
In ruimtelijk opzicht is er in
de Maerten Trompstraat een onduidelijke situatie voor wat betreft het parkeren.
Er wordt tussen de bomen op het trottoir illegaal geparkeerd. Met de planontwikkeling
wordt in de Maerten Trompstraat aan twee zijden langsparkeren gerealiseerd. Dit
wordt als een verbetering gezien.
Met alleen onderhoud komt deze
verbetering niet tot stand. Op zich behoort herinrichting van de straat alleen, ook tot de mogelijkheden om een impuls aan de kwaliteit
van de openbare ruimte te geven. Dit brengt echter alleen kosten met zich mee. Door de bouw van de woningen
zal er ook sprake zijn van opbrengsten, waarmee onder andere de herinrichting van de openbare ruimte kan worden
bekostigd. Daardoor
zal de herinrichting van de openbare ruimte economisch haalbaar zijn.
Conclusie
De gemeente heeft hiermee aangegeven waarom de bouw van de
woningen een impuls
geeft aan de kwaliteit van de openbare ruimte.
A.3.7 Samenvatting
De ruimtelijke structuur wordt door de te bouwen
woningen aangetast. De woningen zijn hoger dan de omringende woningen en zullen het
zicht en de zon wegnemen. De ‘parkachtige omgeving’ zal verloren gaan. Daarnaast
zullen vele bomen gekapt gaan worden.
Antwoord
Verwezen wordt naar het antwoord op de
inspraakreactie A.1.4.
Verder wordt
opgemerkt dat met de voorgenomen invulling van het plangebied de bestaande bouwblokkenstructuur
een vervolg krijgt. De ruimtelijke structuur wordt niet aangetast, maar juist
aangevuld. De opmerking
geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het ontwikkelingsplan.
A.3.2 Samenvatting
Door de
bouwactiviteit zal er geluidsoverlast ontstaan. Er wordt gewezen op het feit
dat enkele bewoners door hun werk overdag rust nodig hebben.
Antwoord
In elke situatie kan
tijdelijke overlast door bouw of
andere noodzakelijke werkzaamheden ontstaan. Dit is een normaal risico in een
druk bevolkt land als nederland, immers er
zijn momenten dat gebouwen en buitenruimte onderhoud of zelfs (vervangende)
nieuwbouw noodzakelijk maken. Overlast is hierbij vaak niet geheel te voorkomen. Natuurlijk zal wel worden bezien op welke wijze overlast -tijdens de bouw - binnen redelijke
grenzen - tot een minimum kan worden
beperkt.
Conclusie
De opmerking geeft geen
aanleiding tot het aanpassen van het ontwikkelingsplan.
Conclusie
De inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassing
van het ontwikkelingsplan.
A.3.8. Samenvatting
Onduidelijk is of de extra
parkeerplaatsen op het semi-openbaar terrein daadwerkelijk zullen worden aangelegd en toegankelijk zullen zijn
voor de bewoners. De
school is een avondschool en de
leerlingen/leraren moeten hun auto dus ook ’s avonds ergens neerzetten.
Antwoord
Verwezen wordt naar het antwoord op de
inspraakreactie A.3.2. Aanvullend op dit antwoord wordt opgemerkt dat de gemeente
en het ROC Mondriaan het plan
gemeenschappelijk ontwikkelen. Onderdeel van de afspraken tussen de gemeente en het ROC is dat de parkeerplaatsen bij
de school ook door bewoners gebruikt mogen worden. Als het gereguleerd parkeren
in het plangebied doorgaat, wordt het terrein
mix-parkeren. Dit betekent dat er zowel door vergunninghouders kan worden
geparkeerd als door betalende bezoekers (zoals leerkrachten en scholieren). Als
er in het
plangebied geen
gereguleerd parkeren komt, blijft het door de inspreker bedoelde semi-openbare terrein voor iedereen
toegankelijk.
Conclusie
De overeenkomst tussen het ROC Mondriaan en
de gemeente Delft geeft de door inspreekster gewenste duidelijkheid. De inspraakreactie heeft niet geleid
tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.
A.3.9 Samenvatting
De argumentatie dat vanuit het
‘duurzaamheidsperspectief’
moet worden gebouwd, is een oneigenlijk argument. Het ontwikkelingsplan Noordelijk TU-gebied
voorziet in veel meer woningen, Die paar woningen in de Maerten Trompstraat zetten geen zoden aan de
dijk.
Antwoord
In de eerste plaats wordt verwezen naar het
antwoord op de inspraakreactie A.1.2. Aanvullend op dit antwoord wordt
opgemerkt dat Delft een compacte stad is, waarbij nieuwe woningen vooral
gerealiseerd moeten worden op binnenstedelijke
functieverandering- en verdichtingslocaties. Naast enkele grote locaties is
Delft vooral aangewezen op vele kleine (verdichtings)locaties, zoals de Mijnbouwstraat en omgeving. Alle grote en
kleinere plannen bij elkaar opgeteld leveren tot 2015 net voldoende woningbouw
op om aan de behoefte in Delft tegemoet te komen. Het belang van de kleine locaties
in Delft moet derhalve niet onderschat worden.
Voorts wordt opgemerkt dat vanuit het
‘duurzaamheidsperspectief’ gestreefd wordt naar intensivering van bebouwing en
voorzieningen in de nabijheid van OV-haltes. De nieuwbouw van woningen aan de
Maerten Trompstraat passen in dit streven, omdat in de nabijheid van het plangebied tramlijn
19 zal worden aangelegd.
Conclusie
De inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassing
van het ontwikkelingsplan.
A.3.10 Samenvatting
De eventuele fietsenstalling die gerealiseerd zou
worden, wordt een ‘fietskoepel’
die gehuurd kan worden. Deze staat er al en is
volledig verhuurd. Inspreker vraagt zich af wat het nut is van een fietsenstalling en wie die
beheert en wie beslist welke fiets erin mag, als er te weinig plekken zijn.
Antwoord
Nut, noodzaak en haalbaarheid van een extra fietsenstalling en hoe de fietsenstalling
beheert zou moeten worden, is nog onderwerp van discussie. In het ontwikkelingsplan is
de fietsenstalling genoemd om aan te geven dat de mogelijkheid tot het realiseren
van een fietsenstalling zal worden onderzocht.
Conclusie
Het
nut en de
haalbaarheid van
een fietsenstalling en hoe de fietsenstalling beheert zou moeten worden, zal
nog worden onderzocht.
A.3.11 Samenvatting
In de buurt zijn om allerlei redenen bomen gekapt
en is groen verdwenen. De buurt heeft bijna geen groen meer. Het argument
van de gemeente dat er voldoende groen in de omgeving aanwezig is, is onhoudbaar geworden. Volgens dit plan zal ongeveer de helft van de
bomen ter plaatse
gekapt worden. Dit
leidt tot kaalslag.
Antwoord
In het ontwikkelingsplan is de keuze gemaakt om het
belang om grondgebonden
woningen te realiseren, zwaarder te laten wegen dan
het handhaven van alle bomen. Het belang van de grondgebonden woningen is toegelicht in de antwoorden op de
inspraakreacties 1.2 en 1.3. De gemeente benadrukt echter dat zeker niet alle
ter plaatse aanwezige bomen dienen te worden gekapt ten behoeve van de realisatie van de woningen. De dubbele bomenrij langs de
Maerten Trompstraat blijft gehandhaafd en op het schoolplein worden zo veel
mogelijk bomen
gespaard.
Conclusie
De inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassing van het
ontwikkelingsplan.
A.3.12 Samenvatting
De bomen op het binnenterrein blijven zo veel
mogelijk gehandhaafd, mits in goede staat. Inspreker stelt voor om de bomen die niet in goede
staat zijn, te vervangen door nieuwe bomen.
Antwoord
Bij de herinrichting van het binnenterrein wordt rekening
gehouden met de bestaande bomen. Waar mogelijk worden nieuwe bomen of heesters
geplant.
Conclusie
Waar
mogelijk worden nieuwe bomen of heesters op het binnenterrein geplant. De inspraakreactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.
A.3.13 Samenvatting
Indien het speelterrein openbaar wordt, vraagt
inspreker zich af hoe de veiligheid gegarandeerd wordt. Het is namelijk een ingesloten plek.
Antwoord
De gemeente heeft met het ROC Mondriaan
een overeenkomst gesloten,
waarin als voorwaarde is
opgenomen dat het binnenterrein publiek toegankelijk blijft. Indien zich
problemen gaan voordoen, zoals overlast van hangjongeren, kan in overleg tussen de gemeente en het ROC Mondriaan
alsnog tot afsluiting (geheel of voor bepaalde uren/dagdelen) worden besloten.
Voorts ligt het terrein weliswaar ingesloten tussen woningen en het gebouw van
het ROC Mondriaan, maar het terrein zal vanaf 2 zijden toegankelijk zijn. Bovendien zal vanuit de nieuw
te bouwen woningen ook (toe)zicht zijn op de het speelterrein.
Conclusie
De inspreekreactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.
A.3.14 Samenvatting
Uitgaande van de parkeernorm van 1,6
parkeerplaatsen per woning, dienen voor de 9 nieuwe woningen 15
parkeerplaatsen te worden gerealiseerd. In het concept-ontwikkelingsplan is
sprake van 10 parkeerplekken. De andere plekken zullen in overleg met de school moeten worden
bedongen en zijn formeel niet toe te zeggen. Dit betekent een extra parkeerbelasting
voor de buurt.
Tevens worden van de 15 illegale plekken, 14
legale plekken gemaakt.
Antwoord
Verwezen wordt naar de
antwoorden op de inspraakreacties A.1.6, A.2.1, A.2.2 en A.3.8. Uit voornoemde antwoorden tezamen
kan worden opgemaakt
dat voor de nieuw te bouwen woningen10 extra parkeerplaatsen worden aangelegd op eigen
terrein en 25 op het terrein van het ROC Mondriaan. Vier van de voornoemde
vijfentwintig parkeerplaatsen kunnen worden toegerekend aan de nieuw te bouwen woningen.
Conclusie
De inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassing
van het ontwikkelingsplan.
A.3.15 Samenvatting
Inspreker is het niet eens met
de plannen voor de verkeerscirculatie in de wijk. Het afsluiten van de Piet
Heinstraat en het één
richting maken van de
Mijnbouwstraat
heeft als consequentie dat de auto’s slechts via de Michiel de Ruyterweg of Rotterdamseweg de buurt
in of
uit kunnen. De Cornelis Trompstraat
wordt zo goed als onbruikbaar, omdat de Michiel de
Ruyterweg autoluw gaat worden. Rond het
kruispunt Piet Heinstraat/Maerten
Trompstraat zullen zeer onveilige situaties ontstaan door kerende auto’s en overstekende mensen. Inspreker ziet bovendien
niet de relatie tussen de ingreep in de verkeerscirculatie en het bouwen van
een paar woningen. De Maerten
Trompstraat zal door de verkeersingrepen een drukke route worden, wat
deze straat niet aan kan. Tevens
merkt inspreker op dat door de keerlus 3 legale en 5 illegale parkeerplaatsen
komen te vervallen.
Antwoord
Verwezen wordt naar het antwoord op de
inspraakreacties A.1.7 en A.2.3.
Conclusie
Het ontwikkelingsplan is nader
aangevuld, omdat naar aanleiding van de inspraakreacties op het LVVP onderzocht
zal worden of de aansluiting van de Michiel de Ruyterweg op de Piet Heinstraat
(het verkeer de Piet Heinstraat in) gehandhaafd kan worden en of
het mogelijk is om het verkeer de Mijnbouwstraat uit ook naar het noorden
(centrum Delft) te laten rijden.
A.3.16 Samenvatting
Inspreker vraag zich af of bij de geluidscontouren
rekening is gehouden met de te verwachten groei van het verkeer en de intensivering van het
verkeer door de aanpassing van de verkeerscirculatie in de wijk. Inspreker wil
een contourenplaatje zien.
Antwoord
Geluidscontouren zijn meegenomen in
het akoestisch onderzoek. De toename van de geluidbelasting door de nieuw te
realiseren woningen is verwaarloosbaar. In het akoestisch onderzoek is de groei
van het verkeer tot 2020 (vanwege alle geplande ruimtelijke ontwikkelingen in
Delft) meegenomen.
Conclusie
De inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassing
van het ontwikkelingsplan.
A.3.3 Samenvatting
Als gevolg
van realiasatie van het bouwplan en de
nieuwe wijken Voordijk en Harnasch, die ontsloten worden over de
Van Foreestweg en de A4, zal verkeershinder optreden.
Antwoord
Conclusie
A.3.4 Samenvatting
Onderzoek in
Rotterdam heeft uitgewezen dat wonen langs verkeersaders gezondheidsklachten
oplevert. In de flat gaan juist zorgbehoevende ouderen wonen, die hun raam niet
kunnen openzetten door het lawaai.
Antwoord
Conclusie
A.3.5 Samenvatting
Geluidsoverlast
in de wijk (met slaapkamers aan de straatkant) is afhankelijk van bestuur en
gemeente. Een eerder jeugdhonk dat op het bebouwde terrein heeft gestaan heeft
bij het verlaten van jongeren veel overlast op straat veroorzaakt.
Antwoord
Conclusie
A.3.6 Samenvatting
Inspreker is
van mening dat de Van Kinschotstraat niet op het bouwplan (80 parkeerpaatsen,
het vergrote kinderdagverblijf) berekend is. Er is reeds verkeersoverlast in de
straat en gevreesd wordt dit vergroot wordt. Tevens wordt er verzocht om een
circulatieplan wordt gesteld door inspreker rond de Vermeertoren.
Antwoord
Conclusie
A.3.7 Samenvatting
Het
verdwijnen van de groenvoorziening op de plaats van het plan geeft geen
alternatief bij de Van Kinschotstraat en de Van der Goesstraat omdat daar reeds
een speelvoorziening is. Deze is recentelijk weggehaald en het nu aanbieden om
het weer op te bouwen is een loos plan.
Antwoord
Conclusie
A.3.8 Samenvatting
Inspreker
vreest dat er niet voorzien is in de effecten van alle flats op de
windomstandigheden van alle flats. Vooral bij het kruispunt Provinciale weg/ Van
Foreestweg kan er windoverlast optreden voor de fietsers en vooral kinderen.
Antwoord
Conclusie
A.3.9 Samenvatting
De nieuwe
flat ligt op de aanvliegroute van Schiphol en Zestienhoven en inspreker vraagt
zich af of er gekeken is of de flat mag worden gebouwd en of er eventueel aanvullende
maatregelen zoals bijvoorbeeld verlichting genomen moeten worden, die impact
hebben in de wijk.
Antwoord
Een eventueel
toplicht (bovenop de toren) zal 's avonds en 's nachts de aanwezigheid van de
woontoren benadrukken hetgeen de hertkenbaarheid van de plek versterkt. Een dergelijk licht is evenwel zo
bescheiden dat hierdoor geen overlast voor de wijk te verwachten is.
Conclusie
A.4 S.S. Kommeren, Piet Heinstraat 3Gezamenlijk ondertekende inspraak:
A.4.1 Samenvatting
Door realisatie van het ontwikkelingsplan zal de
parkeerbelasting in de buurt aanzienlijk toenInsprekers zijn van mening dat
de motivering van de 75 meter hoge woonflat, namelijk dat het een landmark,
invals- en oriëntatiepunt is voor de automobilist om de Kuyperwijk te vinden en
de wijk hierdoor meer bij Delft en de ruimere omgeving hoort, onjuist en geen
randvoorwaarde voor het ontwikkelingsplan. De toekomstige Harnaschpolder, zo
stellen ze, kan met de juiste kaart en bewegwijzering ook gevonden worden, waardoor
de motivering dat deze woontoren nodig is voor verkeersbegeleiding onhoudbaar
wordt.emen:
a. Het ROC Mondriaan heeft in een
gesprek met de belangenvereniging Rotterdamseweg Noord laten weten dat de geplande 25
parkeerplaatsen zowel ’s avonds als
overdag voor eigen gebruik nodig zijn.
De bewuste
parkeerplaatsen worden niet gedeeld met de bewoners.
b. Het ROC
schat de eigen parkeerbehoefte in op 40 parkeerplaatsen, 15 meer dan in het plan is
voorzien.
c. Uitgaande van de parkeernorm van
1,6 parkeerplaatsen per woning, dienen voor de 9 nieuwe woningen 15 parkeerplaatsen te
worden gerealiseerd. In het concept-ontwikkelingsplan
is sprake van 10 parkeerplekken. Dit betekent extra
parkeerbelasting voor een buurt, die nu al zwaar is overbelast.
Gevraagd wordt hoe de parkeerproblematiek op
acceptabele wijze wordt opgelost.
Antwoord
Naast het feit dat mensen via
kaarten en routeplanner hun weg kunnen vinden, getuigt het van goede ruimtelijke ordening
om een ruimtelijke structuur na te streven waarin mensen op prettige wijze
kunnen verplaatsen en verblijven. De
leesbaarheid van de stad is hierbij - naast allerlei andere
zaken, zoals veiligheid - een belangrijk aspect. De ruimtelijke opbouw, waarbij
onderscheid aanwezig is tussen verschillende ruimten, draagt
hieraan in belangrijke mate bij. Hoogbouw op
de juiste plaats in de juiste vorm / hoogte (en met de
juiste functie) vormt een instrument om een goede ruimtelijke opbouw te verkrijgen.
Gelet op de ligging van de locatie bij een entree van de stad en de Kuyperwijk is deze locatie voor
hoogbouw uitermate geschikt als oriëntatiepunt / landmark.
Stedenbouwer
Conclusie
Antwoord
a) de gemeente is met het Mondriaancollege overeengekomen
dat de parkeerplaatsen wel degelijk toegankelijk zijn voor bewoners. Zie het antwoord op
inspraakreactie A.3.2.
b) bij de school vindt alleen renovatie en geen nieuwbouw plaats. De
gemeente kan ten
aanzien van de school derhalve geen eisen stellen met betrekking tot parkeren. Als er gereguleerd parkeren wordt ingevoerd in de
Mijnbouwstraat (dat is wat wordt voorgesteld aan het gemeentebestuur), dan krijgt de school een
beperkt aantal vergunningen. Het is voor leraren en scholieren dan niet mogelijk
om meer parkeerplaatsen in te nemen dan beschikbaar zijn op het eigen terrein.
c) Zie het antwoord op de inspraakreactie A.3.14.De opmerking geeft geen
aanleiding tot het aanpassen van het ontwikkelingsplan.
Conclusie
De inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassing
van het ontwikkelingsplan.
A.4.2 Samenvatting
De verkeersafwikkeling baart inspreker grote
zorgen:
a. Het
autoverkeer zal in de wijk behoorlijk groeien als gevolg van de extra woningen en de
intensievere onderwijsfunctie van het ROC.
b. Het in
voorbereiding zijnde LVVP, met name het afsluiten van de Piet Heinstraat aan de zijde van de Michiel de Ruyterweg en het gegeven dat de Mijnbouwstraat alleen
vanaf de stadszijde kan worden ingereden en
dient te worden uitgereden richting het zuiden, zal grote gevolgen hebben voor de afwikkeling van
het verkeer in de wijk.
c. Het verkeer dat vanuit de TU-Wijk naar de Sebastiaansbrug wil, zal
minstens s één keer gebruik moeten maken van de Maerten
Trompstraat of de Rotterdamse weg. De Maerten Trompstraat zal een drukke route worden, terwijl dit een 30-km zone is. Voor de
Rotterdamseweg is een 30-kome zone in
voorbereiding.
d. De afsluiting van de Piet Heinstraat aan de zijde van de Michiel
de Ruyterweg, zal tot gevolg hebben dat de bewoners van de Piet Heinstraat via de Maerten Trompstraat de wijk
uit moeten rijden. Dit zal de Maerten
Trompstraat extra belasten.
e. Als oplossing wordt aangedragen dat de Mijnbouwstraat toegankelijk
wordt gehouden vanaf de Sebastiaansbrug en vanuit de
TU-wijk, dat de verbinding tussen de Piet
Heinstraat en de Michiel de Ruyterweg wordt gehandhaafd en dat de buurt niet extra
wordt belast met verkeer door uitbreiding van het ROC.
Antwoord
a) zoals reeds aangegeven onder A.4.1 vindt ten aanzien van de school alleen renovatie en
geen nieuwbouw plaats. Er is geen sprake van uitbreiding van het
zogeheten brutovloeroppervlak van de school. In essentie blijft de verkeersaantrekkende werking
van het ROC Mondriaan in de nieuwe situatie gelijk aan de huidige situatie. De gemeente kan ten aanzien
van de school derhalve geen eisen stellen/dan wel rekening houden met de eventuele
feitelijke toename van de verkeersaantrekkende werking van het ROC Mondriaan na
de renovatie van het schoolgebouw.
b) verwezen wordt naar het
antwoord op inspraakreactie A.1.7 en A.2.3. Aanvullend wordt opgemerkt dat het klopt dat de
verkeerscirculatie door de wijk zal veranderen door de voorgestelde plannen in
het Lokaal Verkeers- en VervoersPlan (LVVP). Naar aanleiding van de inspraakreacties op het LVVP
zal nog nader worden gekeken naar de juiste oplossing voor de verkeerscirculatie door de TU –wijk.
c) verwezen wordt naar het antwoord op inspraakreactie
A.2.3. Verder zal in tegenstelling tot
wat de inspreker vreest, het verkeer uit de TU wijk ofwel vanaf de
Rotterdamseweg via de Jaffalaan en de Michiel de Ruyterweg naar de Sebastiaansbrug
rijden, ofwel vanaf de Schoemakerstraat via het Poortlandplein en Mijnbouwstraat-oost naar de Sebastiaanbrug rijden.
d) verwezen wordt naar het antwoord op
inspraakreactie A.1.7. Voorts zou inderdaad de consequentie van het geheel afsluiten van de Piet
Heinstraat zijn dat men via de Maerten Trompstraat de wijk zal moeten
in- en uitrijden. Aan de andere kant zal geen “doorgaand verkeer” meer door de Piet Heinstraat
rijden.
e) de Mijnbouwstraat
blijft toegankelijk vanaf de Sebastiaansbrug.Voor het
handhaven van het inrijden van de Mijnbouwstraat vanuit de Michiel de Ruyterweg
is helaas geen ruimte beschikbaar, onder andere door de komst van de tram. Voorst wordt verwezen naar het antwoord op
inspraakreactie A.2.3. Voor de
afsluiting van de Piet Heinstraat wordt verwezen naar het antwoord op inspraakreactie A.1.7. Tot
slot wordt opgemerkt dat het ROC al
gevestigd is in de Mijnbouwstraat. Er vindt geen
functieverandering plaats of nieuwbouw
(vergroting) van de school. De school is
vrij om binnen het geldende bestemmingsplan activiteiten op de school te
wijzigen, zonder dat de gemeente daaraan eisen kan stellen.
Conclusie
Het ontwikkelingsplan is nader
aangevuld, omdat naar aanleiding van de inspraakreacties op het LVVP onderzocht
zal worden of de aansluiting van de Michiel de Ruyterweg op de Piet Heinstraat
(het verkeer de Piet Heinstraat in) gehandhaafd kan worden en of het mogelijk is om het verkeer de
Mijnbouwstraat uit ook naar het noorden (centrum Delft) te laten rijden.
A.4.3 Samenvatting
Het realiseren van nieuwe woningen zal voor de buurt meer
negatieve dan positieve elementen meebrengen:
a. De
nieuwe woningen zullen veel hoger worden dan de omringende woningen. Dit ondermijnt de
stedenbouwkundige harmonie in de Maerten Trompstraat en heeft, ondanks het straatprofiel van 19 meter, een
negatieve invloed op zicht en zon in de straat. Voorgesteld wordt om de nieuwe woningen te laten aansluiten bij de omringende woningen, dus 2
verdiepingen met een kap.
b. Gevraagd wordt hoe de gemeente
eenheid en harmonie wil waarborgen ten aanzien van de te realiseren woningen, omdat de
grond in afzonderlijke kavels wordt
uitgegeven. Er moeten nadere eisen worden gesteld aan de ontwerpen van de woningen, waarbij de
omliggende bebouwing als referentie dient.
c. De
argumentatie dat er woningen gebouwd moeten worden vanuit het ‘duurzaamheidsperspectief’
wordt gebruikt als een oneigenlijk argument. De buurt heeft al een hoge woningdichtheid en een
groot gebrek aan groen.
De capaciteit van de nieuwe woningen kan eenvoudig
worden ingepland in het bestemmingsplan TU Noord.
Antwoord
a) verwezen wordt naar het
antwoord op inspraakreactie A.1.4. Verder past de voorgestelde bouwmassa in het plangebied,
nu naast de woningen van 2 lagen met kap ook het
voormalige HBS gebouw aanwezig is met een goothoogte van 10 meter en een nokhoogte van ongeveer
18 meter.
c) verwezen wordt naar het
antwoord op de inspraakreactie A. 3.9.
Conclusie
De inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassing
van het ontwikkelingsplan.
A.4.4 Samenvatting
De voorkeur van de inspreker gaat er naar uit om zoveel
mogelijk groen in de
buurt te behouden.
Door de kap van minstens 29 bomen en de geplande woningbouw wordt de
groenvoorziening ingrijpend aangetast.
Antwoord
De hoeveelheid groen wordt
inderdaad minder, maar de functie van het groen
voor de buurt wordt vergroot. Nu ligt het meeste groen achter de hekken van de
school, terwijl het straks openbaar
toegankelijk wordt.
Conclusie
De inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassing
van het ontwikkelingsplan.
A.4.5 Samenvatting
Het zou beter zijn om een parkje annex speelplaats
zo te situeren, dat het voor iedereen
zichtbaar en toegankelijk is, bijvoorbeeld op de hoek Piet Heinstraat/Maerten
Trompstraat.
Antwoord
Verwezen wordt naar het
antwoord op inspraakreactie A.3.13. Het binnenterrein wordt openbaar
toegankelijk, maar blijft eigendom van het ROC Mondriaan. Het terrein heeft in beginsel ook een dubbele
functie en dient naast een speelplaats/openbaar terrein voor de buurt, ook als schoolplein gebruikt te
kunnen worden. Situering langs de straat met huizen erachter is daarom niet
mogelijk.
Conclusie
De inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassing
van het ontwikkelingsplan.
A.4.6 Samenvatting
De sociale veiligheid van het speelterrein is niet gewaarborgd, omdat deze achter de woningen
verstopt ligt. Het is een potentiële
hangplek voor jongeren. Inspreker vreest voor overlast van een dergelijke
hangplek.
Antwoord
Verwezen wordt naar het antwoord op inspraakreactie
A.3.13.
Conclusie
De inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassing
van het ontwikkelingsplan.
A.4.2 Samenvatting
Ouderen met
zorgindicatie en op te vangen kinderen behoeven veilige faciliteiten zonder onnodige
windhinder en windgevaar. Daarom is juist een woontoren voor deze doelgroep
ongunstig. Het verzoek is om de faciliteiten veilig en kleinschalig binnen de
huidige schaal van de Kuyperwijk, zonder 75 meter
hoogte, te realiseren.
Antwoord
ROEr zijn verschillende redenen
om op deze locatie hoogbouw te realiseren (zie hiervoor). Het is daarbij wel
van belang dat onaanvaardbare hinder en gevaar worden voorkomen. Dit is nadrukkelijk uitgangspunt in het
ontwikkelingsplan. De hoogte van het woongebouw heeft geen invloed op de kwaliteit van de woningen in de toren of
juist het ontbreken daarvan. Bijvoorbeeld het uitzicht wordt naar boven toe steeds mooier. Gelet op de hoogte zijn wel voorzieningen voor de
buitenruimten bij de woningen (zijn die er?!) noodzakelijk,
doch dat geldt ook bij lagere bebouwing. Ook bij de kinderopvang zal
onaanvaardbare hinder en zeker gevaar worden voorkomen, omdat anders deze
functie niet naar behoren kan functioneren. Er zijn geen redenen om aan te nemen dat de
gewenste c.q. noodzakelijke kwaliteit niet kan en zal worden bereikt.
Conclusie
De opmerking geeft geen
aanleiding tot het aanpassen van het ontwikkelingsplan.
A.5 De heer P.J. Bakker, Van
Speykstraat 10: H. Haakman, Van
Adrichemstraat 339:
A.5.1 Samenvatting
Antwoord
ROHet uitzicht vanuit
de woning van inspreker zal natuurlijk door de hoogbouw veranderen, doch door
de grote afstand tot de toren zal het zicht op de binnenstad van Dleft voor het
overgrote deel gehandhaafd blijven. In hoeverre dit van invloed op de waarde van woning
heeft is moeilijk te zeggen. Op basis van artikel 42 (?) van de Wet op de Ruimtelijke Ordening is een verzoek tot planschade mogelijk aan de hand
waarvan zal worden bepaald of er sprake is van waardevermindering die niet
onder normaal maatschappelijk risico valt.
De opmerking geeft geen aanleiding
tot het aanpassen van het ontwikkelingsplan.
A.6 W. Gelens, Mijnbouwplein 4:
A.7 M.T.J.C. Zuiderwijk, Piet Heinstraat 23:
A.8 W. Vermaas, Maerten Trompstraat 1:
A.9 F. Berger, Mijnbouwstraat 66:
A.10 D.M. Beezemer, Maerten Trompstraat 14:
A.11 A. Vonk, Piet Heinstraat 15:
A.12 Familie Van Harte-Leithuijser, Van Speykstraat 12:
A.13 J. Rijk, Mijnbouwplein 12:
Een ontwikkelingsplan is een ruimtelijke
onderbouwing als bedoeld in artikel 19 lid 1 en lid 2 van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening
(WRO). In artikel 19 lid 1 WRO is
opgenomen dat bij de ruimtelijke onderbouwing moet worden ingegaan op de
relatie met het geldende bestemmingsplan, dan wel moet worden gemotiveerd
waarom het te realiseren project past binnen de toekomstige bestemming van het
betreffende gebied. Uit de inmiddels verschenen
jurisprudentie blijkt dat hieronder moet worden verstaan een inventarisatie en
afweging van belangen betrekking hebbende op de aard en functie van het project,
de mate van ingrijpendheid, de relatie met het vigerende bestemmingsplan en met
het toekomstig rijks- en provinciaal beleid, de ruimtelijke en
stedenbouwkundige effecten, milieuaspecten, eventuele belemmeringen
(kabels en leidingen), de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid,
gevolgen voor de waterhuishouding,
duurzaam bouwen, cultuurhistorische belangen, locatiebeleid en
mobiliteitseffecten en de beoordeling van inspraak en zienswijzen.
A.14 F. Stofberg, Van Leeuwenhoeksingel 32:
De bebouwingsgrens is weloverwogen op de plankaart
getekend en dient slechts door ondergeschikte bouwdelen overschreden te worden.
Voor het overige wordt verwezen naar het antwoord op de inspraakreacties A.4.3.b en A.14.2
A.15 H.J.A.G.M. Damen, Maerten Trompstraat 9:
A.16 J.G. van der Kraan, Mijnbouwstraat 96:
A.17 J. van der Zijde, Mijnbouwstraat 21:
A.18 A.F. Wickel, Maerten Trompstraat 16:
A.19 M.
van Kemenade, Maerten Trompstraat 15:
A.20 O. Beugels en M. de Roo, Piet Heinstraat 4:
A.20.1 Samenvatting
Inspreker is verheugd dat het terrein en het gebouw
van de Mondriaanschool wordt aangepakt. Over het gepresenteerde ontwikkelingsplan heeft inspreker echter
twijfels.
Antwoord
De gemeente neemt kennis van
de positieve
grondhouding van de inspreker ten aanzien van het concept-ontwikkelingsplan Mijnbouwstraat.
De inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassing
van het ontwikkelingsplan
A.20.2 Samenvatting
Inspreker verneemt graag een nadere onderbouwing
met betrekking tot de
vraag in hoeverre de in het ontwikkelingsplan opgenomen
parkeerplaatsen zullen voldoen aan de nieuwe parkeervraag van de school en de nieuwe
woningen. Het aantal auto’s dient er op geraamd te worden dat de school overdag, ’s avonds en in het weekeinde verkeer aantrekt. Vermeld moet worden welke
ervaringen bestaan met volwasseneneducatie elders en de Mondriaangroep moet
aangeven welke ontmoedigingsmaatregelen zullen worden genomen.
Antwoord
In de eerste plaats wordt verwezen naar de
antwoorden op de inspraakreacties A.1.6, A.2.1, A.2.2 en A.3.8. Aanvullend op voornoemde
antwoorden wordt aangegeven dat ten aanzien van het ROC Mondriaan de gemeente
geen parkeereis kan stellen, omdat de school geen nieuwbouw (uitbreiding) pleegt en het evenmin gaat om een
functiewijziging. Wel is geprobeerd om in overleg met het ROC Mondriaan tot een
zo goed mogelijk plan te komen. Met invoering van gereguleerd parkeren in dit gebied, kan de parkeerdruk van het
Mondriaancollege aanzienlijk worden beperkt.
Conclusie
De inspraakreactie heeft niet geleid
tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.
A.20.3 Samenvatting
Inspreker wil graag een nadere onderbouwing van de
wijze waarop de gemeente denkt het dubbelgebruik van de parkeerplaatsen op het
schoolterrein feitelijk en duurzaam mogelijk te maken. Uit vrees voor criminele activiteiten is het
terrein in de avond- en nachturen thans afgesloten. Gebruik van de parkeerplaatsen in de avonduren door bezoekers van de school ligt voor de hand, waardoor de
parkeerplaatsen niet ter beschikking komen van de buurt.
Antwoord
Verwezen wordt naar de antwoorden op de
inspraakreacties A.1.6, A.2.1, A.2.2 en A.3.8. Verder wordt nog opgemerkt dat
na de ontwikkeling van het plangebied, het parkeerterrein niet meer afgesloten
zal zijn. Het gebied
wordt bovendien levendiger door de nieuwbouw en de overige nieuwe
ontwikkelingen en daardoor veiliger.
Conclusie
De inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassing
van het bestemmingsplan.
A.20.4 Samenvatting
De invoering van gereguleerd parkeren is onmisbaar om, met name in
de avonduren en in het weekeinde, studenten te ontmoedigen om met de auto naar
school te komen.
Antwoord
Verwezen
wordt naar de antwoorden op inspraakreacties A.2.2 en A.3.8. Uit deze antwoorden kan
worden opgemaakt dat de gemeente het eens is met deze inspreker. De invoering van gereguleerd
parkeren ligt echter buiten de reikwijdte van een ontwikkelingsplan.
Conclusie
De invoering van gereguleerd parkeren ligt buiten
de reikwijdte van het ontwikkelingsplan.
A.20.5 Samenvatting
Inspreker wenst te vernemen op welke wijze de
gemeente denkt harde afspraken te kunnen maken over de realisatie van de groen- en
speelvoorziening en waar de resterende 50% van de kosten kunnen
worden verhaald.
Antwoord
De gemeente heeft met het ROC Mondriaan een
koopovereenkomst gesloten.
Eén van de afspraken is dat de kosten van de aanleg van het binnenterrein 50/50 worden
verdeeld tussen het ROC Mondriaan en de gemeente. Voor het overige wordt verwezen naar het antwoord
onder A.3.2.
Conclusie
In de koopovereenkomst tussen het ROC Mondriaan en
de gemeente Delft zijn
de door inspreker bedoelde harde afspraken gemaakt.
A.20.6 Samenvatting
Het plan zou een (overdekte) stallingsvoorziening
moeten bevatten om het aantal fietsen dat op het trottoir van de Piet Heinstraat staat gestald, terug te dringen en om
fietsdiefstal en fietsvandalisme terug te dringen.
Antwoord
Verwezen wordt naar het
antwoord op inspraakreactie A.3.10. Voorts wijst de gemeente via deze weg de
inspreker erop dat los van onderhavig ontwikkelingsplan een fietstrommel kan
worden aangevraagd bij het vakteam mobiliteit van de gemeente Delft. Voor het honoreren van een
dergelijke aanvraag zal wel aan bepaalde voorwaarden moeten worden voldaan.
Conclusie
De inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassing
van het ontwikkelingsplan.
A.20.7 Samenvatting
Inspreker is geen voorstander van een keerlus aan
het begin van de Piet Heinstraat. Eénrichtingsverkeer (van de Maerten Trompstraat
richting Michiel de Ruyterweg) leidt volgens inspreker tot een wenselijkere
verkeerssituatie.
Inspreker verneemt voorts graag bij welke gelegenheid de bewoners van de Piet
Heinstraat op de
afsluiting van de Piet Heinstraat kunnen reageren.
Antwoord
Verwezen wordt naar het
antwoord op inspraakreactie A.1.7. In het kader van de besluitvorming over het
Lokaal Verkeers- en VervoersPlan (LVVP) konden bewoners reageren.
Conclusie
Het ontwikkelingsplan is nader
aangevuld, omdat naar aanleiding van de inspraakreacties op het LVVP onderzocht
zal worden of de aansluiting van de Michiel de Ruyterweg op de Piet Heinstraat
(het verkeer de Piet Heinstraat in) gehandhaafd kan worden.
A.20.8 Samenvatting
Inspreker pleit voor een integrale procedure (het
bestemmingsplan) en is tegen het versnipperen
van de ruimtelijke ontwikkelingen over ontwikkelingsplannen, artikel 19 WRO vrijstellingen, kapvergunningen,
bouwvergunningen, verkeersbesluiten enzovoort.
Antwoord
Het verlenen van
kapvergunningen, bouwvergunningen en verkeersbesluiten staat los van de keuze
om via een bestemmingsplan of via een vrijstelling op grond van de Wet op de Ruimtelijk
Ordening (WRO) een bepaalde ruimtelijke
ontwikkeling mogelijk te maken. Ook na het in werking treden van een
bestemmingsplan dienen voor concrete bouwplannen, zoals bijvoorbeeld de beoogde woningen aan de Maerten Trompstraat, ook nog bouwvergunningen te worden
verleend. Voor bepaalde veranderingen aan de
verkeersstructuur
dienen verkeersbesluiten te worden genomen en voor de kap van bomen dient in
beginsel een kapvergunning te worden verleend, ongeacht of deze verandering aan
de verkeersstructuur of de kap van de bomen al dan niet in een bestemmingsplan
is opgenomen.
Conclusie
De door de inspreker genoemde verschillende procedures
moeten sowieso worden doorlopen, ongeacht of een bepaalde ruimtelijke
ontwikkeling middels een bestemmingsplan of middels een artikel 19 WRO
vrijstelling mogelijk wordt gemaakt.
A.20.9 Samenvatting
Inspreker vindt het onbegrijpelijk dat de gemeente zo weinig bekendheid heeft
gegeven aan dit ontwikkelingsplan en vraagt zich tevens af waarom alleen de mensen
binnen het plangebied zijn uitgenodigd en niet de mensen die aan de even zijde
van de Piet Heinstraat wonen.
Antwoord
Verwezen wordt naar het
antwoord onder A.3.1.
Conclusie
De inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassing
van het ontwikkelingsplan.
A.21 J. Kaaijk, Van Speykstraat 16:
A.23 F. Mina da Silva, Piet Heinstraat
56:
De
inspraakreactie van
F. Mina da Silva , gedateerd op 2 maart 2005, is door de gemeente ontvangen op 8 maart 2005. Niet is
gebleken dat er sprake is van een zogeheten verschoonbare termijnoverschrijding. De inspraakreactie
is derhalve niet ontvankelijk, nu de termijn
van ter inzage legging afliep op 7 maart
2005.
Ten overvloede wordt in het navolgende nog wel
ingegaan op de inspraakreactie
van de heer Mina da Silva.
De inspraakreactie van M.G.
Barendse-Nievers, gedateerd op 2 maart 2005, is door de gemeente ontvangen op 8
maart 2005. Niet is gebleken dat er sprake is van een zogeheten verschoonbare
termijnoverschrijding. De inspraakreactie is derhalve niet ontvankelijk, nu de
termijn van ter inzage legging afliep op 7 maart 2005.
A.25 R.
de Loomé, Mijnbouwplein 2A:
De inspraakreactie van K. Hoog
, gedateerd op 2 maart 2005, is door de gemeente ontvangen op 8 maart 2005.
Niet is gebleken dat er sprake is van een zogeheten verschoonbare
termijnoverschrijding. De inspraakreactie is derhalve niet ontvankelijk, nu de
termijn van ter inzage legging afliep op 7 maart 2005.
A.29 A.M. Ambrosius-Lambrechts, Maerten
Trompstraat 13:
A.30.1 Samenvatting
Voor één van de leden van de belangenvereniging zijn milieuaspecten erg
belangrijk, hij wil graag het aantal auto’s voor zijn deur
terugbrengen.
Antwoord
Auto’s horen bij de hedendaagse maatschappij. Het
aantal auto’s c.q. het autogebruik neemt de komende jaren alleen
nog maar toe. Dit
vraagstuk ligt buiten de reikwijdte van een ontwikkelingsplan.
Conclusie
De inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassing van het
ontwikkelingsplan.
A.30.2 Samenvatting
Verzocht wordt de bewoners van de hele wijk van dit soort beslissingen tijdig
op de hoogte te stellen, zodat zij voor hun belangen kunnen opkomen. Dit
geldt ook voor het plan om de Piet Heinstraat
aan één kant af te sluiten.
Antwoord
Verwezen wordt naar het antwoord onder A.3.1. Voor het overige wordt opgemerkt dat het plan om
de Piet Heinstraat aan één kant af te sluiten, is opgenomen in het Lokaal
Verkeers- en VervoerPlan (LVVP). Het LVVP heeft van 21 maart tot en met 15 april 2005 ter
inzage gelegen. Op 11 april 2005 heeft
voorts een informatiebijeenkomst plaatsgevonden. Dit is bekend gemaakt in de
Stadskrant van 20 maart 2005.
Conclusie
De
inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.
A.30.3 Samenvatting
Verzocht wordt de betrokken bewoners op de hoogte
te stellen in hoeverre de gemeente met hun commentaar rekening denkt te gaan houden
en hun op de mogelijkheid van inspraak in de commissie Duurzaamheid te wijzen
en van de datum waarop het plan daar op de agenda zal staan.
Antwoord.
De bewoners die de bij de
inspraakreactie van
de belangenvereniging Rotterdamseweg Noord+ gevoegde adressenlijst hebben getekend, zijn ieder apart opgenomen in het
adressenbestand van
de insprekers op het concept-ontwikkelingsplan Mijnbouwstraat. Zij zullen dus allemaal persoonlijk een brief
ontvangen, waarin zij op de hoogte worden gesteld van de datum waarop het
ontwikkelingsplan Mijnbouwstraat in de commissie Duurzaamheid zal worden behandeld. In dit bericht zal er op
worden gewezen dat zij de mogelijkheid hebben tot inspraak in de commissie
Duurzaamheid. Doorgaans wordt overigens wel verzocht om bij gelijkluidende
inspraakreacties één
woordvoerder aan te wijzen.
Conclusie
De bewoners die de bij de inspraakreactie gevoegde
adressenlijst hebben getekend ontvangen allemaal persoonlijk bericht over de
verdere procedure.
A.30.4 Samenvatting
De insprekers zijn fel tegen het plan om de Piet Heinstraat aan
de kant van de Michiel de Ruyterweg af te sluiten en te voorzien van een
keerlus. Zij verzoeken de gemeente hen schriftelijk op
de hoogte te stellen van de procedure en de bezwaarmogelijkheden in het kader
van het Lokaal Verkeers- en Vervoerplan.
Verwezen wordt naar de
antwoorden op de inspraakreacties A.1.7, A.20.7 en A.30.2.
Conclusie
Het ontwikkelingsplan is nader
aangevuld, omdat naar aanleiding van de inspraakreacties op het LVVP onderzocht
zal worden of de aansluiting van de Michiel de Ruyterweg op de Piet Heinstraat
(het verkeer de Piet Heinstraat in) gehandhaafd kan worden.
A.30.5 Samenvatting
De insprekers zijn tegen het beperken van de in- en
uitrijrichtingen van de Mijnbouwstraat. Dit zal de
Maerten Trompstraat extra belasten. De toekomstige uitbreiding van de
onderwijsactiviteiten zal deze extra belasting nog eens versterken. Voorgesteld wordt om in overleg
met de bewoners in het gebied te zoeken naar alternatieven voor aanpassingen
van de ontsluiting van de buurt.
Antwoord
Verwezen wordt naar de antwoorden op de inspraakreacties A.1.7 en
A.20.7.
Conclusie
Het ontwikkelingsplan is nader
aangevuld, omdat naar aanleiding van de inspraakreacties op het LVVP onderzocht
zal worden of de aansluiting van de Michiel de Ruyterweg op de Piet Heinstraat
(het verkeer de Piet Heinstraat in) gehandhaafd kan worden.
A.30.6 Samenvatting
Over de 25 extra parkeerplaatsen op het schoolplein
bestaat nog onvoldoende zekerheid. Als gevolg van de concentratie van het onderwijs op
de locatie Mijnbouwstraat zullen ook ’s avonds cursussen worden gegeven en zijn deze
plaatsen voor de school nodig. De school houdt zelf rekening met 40 bezoekende
auto’s.
Antwoord
Verwezen wordt naar het antwoord op de
inspraakreactie A.4.1.
Conclusie
De inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassing
van het ontwikkelingsplan.
A.30.7 Samenvatting
Aan de uitvoerbaarheid van de 3 extra
parkeerplaatsen naast de ingang van het schoolterrein wordt getwijfeld, omdat
de school heeft aangegeven dat bevoorrading met vrachtauto’s mogelijk moet
blijven. Aangeraden wordt om middels paaltjes voldoende plaats vrij te houden.
Antwoord
Fysiek is er voldoende ruimte aanwezig voor de
bewuste 3 parkeerplaatsen en een inrit van ruim 6 meter. Een inrit met een dergelijke
breedte zou in de
gegeven omstandigheden geen probleem moeten vormen voor vrachtauto’s. Bij de concrete uitwerking/inrichting van de openbare ruimte in het
plangebied zal echter rekening worden gehouden met de opmerking van de
inspreker.
Conclusie
De inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassing
van het ontwikkelingsplan.
Bezwaar wordt gemaakt tegen de maar 10 parkeerplaatsen voor de
geprojecteerde woningen. Volgens de parkeernormen moeten dit er 15 worden.
De gemeente dient zich aan de eigen normen te houden.
Antwoord
Verwezen wordt naar het antwoord op de inspraakreactie
A.1.6.
Conclusie
De inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassing
van het ontwikkelingsplan.
A.30.9 Samenvatting
Insprekers
achten het noodzakelijk dat er aanvullend onderzoek wordt gedaan naar
het effect op de waarden van de
luchtvervuilende stoffen door 35 tot 40 extra parkeerplaatsen
op het binnenterrein. Met name de 25
extra plaatsen worden door de bewoners van het Mijnbouwplein als een bedreiging
van de gezondheid gezien.
Antwoord
Er is een luchtkwaliteitonderzoek
gedaan, waarin deze
ontwikkeling is meegenomen. Daaruit is gebleken dat de wettelijke normen niet
overschreden worden.
Conclusie
De inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassing
van het ontwikkelingsplan.
A.30.10 Samenvatting
Insprekers hebben bezwaar tegen verhoging van het
autoverkeer en parkeerdruk als gevolg van de intensivering van de schoolfunctie
Antwoord
Voor het gebied geldt het bestemmingsplan
‘Rotterdamseweg Noord’ uit 1978. In dit bestemmingsplan heeft het plangebied de
bestemmingen “bijzondere
doeleinden” en “openbaar groen”. Gronden met de aanduiding “bijzondere doeleinden” zijn bestemd voor gebouwen
voor sociale, culturele, medische en educatieve doeleinden. Een schoolfunctie past binnen
deze bestemming. Het
bestemmingsplan zegt niets over de intensiviteit van het toegestane gebruik. De gemeente kan derhalve geen
invloed uitoefenen op de gevolgen die een intensievere schoolfunctie voor de omgeving
zal hebben, zoals de door inspreker genoemde verhoging van het autoverkeer en
parkeerdruk. Evenmin kan de gemeente een
intensiever schoolgebruik verbieden
Conclusie
De gemeente heeft in dit geval geen mogelijkheden om
invloed uit te oefenen op de gevolgen van de intensivering van de
schoolfunctie. De gemeente kan evenmin het door ROC Mondriaan beoogde intensiever schoolgebruik
verbieden.
A.30.11 Samenvatting
Insprekers hebben bezwaar tegen enkele aspecten van
de in het plan voorgestelde bebouwing:
a. de
voorgestelde goothoogte van 9.00 m; dat wordt aangesloten bij een gebouw met “bijzondere
doeleinden” is geen reden de norm voor
gebouwen met woondoeleinden te verhogen.
Het argument dat de woningen enige meters naar achter worden geplaatst doet aan dit
bezwaar niets af.
b. Het afzonderlijke
opdrachtgeverschap baart zorgen. Over de vormgeving en de uitvoering moeten goede afspraken worden
gemaakt.
Antwoord
a) de breedte van het
straatprofiel, de totale configuratie met het schoolgebouw erbij en de ligging
van de nieuwe woonbebouwing ten opzichte van het zuiden maken dat de gemeente van mening is
dat een acceptabele situatie zal ontstaan.
b)Voor sub b wordt verwezen naar de antwoorden onder A. 1.5 en A.14.2.
Conclusie
De inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassing
van het ontwikkelingsplan.
A.30.12 Samenvatting
Insprekers hebben bezwaar tegen de plannen voor de
nieuwe woningen, omdat dit ten koste gaat van
een groot aantal bomen. Enige bebouwing op het terrein en behoud van meer
groen heeft de voorkeur.
Antwoord
Verwezen wordt naar de
antwoorden onder A 1.3, A.3.11 en A.4.4.
Conclusie
De
inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.
A.30.13 Samenvatting
Insprekers zijn tegen de manier waarop het plein
door de nieuwe woningen visueel wordt afgesloten, terwijl het wel toegankelijk
is. Een dergelijke situatie heeft
in het verleden voor veel overlast gezorgd.
Antwoord
Verwezen wordt naar het antwoord op inspraakreactie A 3.13.
Conclusie
De inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassing
van het ontwikkelingsplan.
A.30.14 Samenvatting
Insprekers zijn het eens met het idee een
fietsenstalling voor bewoners op de hoek van de Piet Heinstraat en de Maerten
Trompstraat te realiseren, mits deze van beperkte omvang is, niet toegankelijk
voor onbevoegden en geen aanleiding kan vormen voor overlast in de buurt (hangplek, wildplassen
enzovoort, dus geen portiek of gangetje).
Antwoord
Verwezen wordt naar de antwoorden op
inspraakreacties A.3.10 en A.20.6.
Conclusie
De inspraakreactie heeft niet
geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.
A.31 M. van den Bos-Lievaart, Mijnbouwstraat 60:
A.34 M.L.V. Hekker, Maerten Trompstraat
3:
A.35 S. Snel, Mijnbouwplein 5:
A. 35.1 Samenvatting
Het voorstel om de Piet Heinstraat tweerichtingsverkeer te maken met een
keerlus is niet wenselijk/onmogelijk:
a. de
breedte van de Piet Heinstraat laat enkel éénrichtingsverkeer toe. Eigenlijk zou dit per direct moeten worden geëffectueerd;
b. een keerlus leidt tot een nog
grotere verslechtering van de luchtkwaliteit op het Mijnbouwplein, die
al boven de toegestane norm is.
Antwoord
a. Verwezen wordt naar het antwoord op inspraakreactie
A.1.7. Voorts wordt opgemerkt dat mocht uit onderzoek blijken dat het mogelijk is dat in de nieuwe situatie het
verkeer vanaf de Michiel de Ruyterweg de Piet Heinstraat kan blijven inrijden, dan
wordt de Piet Heinstraat waarschijnlijk éénrichtingsverkeer.
b. Een eventuele keerlus in de Piet Heinstraat zal leiden tot een
verlaging van de verkeersintensiteit in deze straat. Dit, omdat doorgaand verkeer
straks niet meer mogelijk is. Alleen de bewoners en hun bezoekers zullen nog
van de Piet Heinstraat gebruik maken. De luchtkwaliteit zal daardoor niet
verslechteren.
Conclusie
Het ontwikkelingsplan is nader
aangevuld, omdat naar aanleiding van de inspraakreacties op het LVVP onderzocht
zal worden of de aansluiting van de Michiel de Ruyterweg op de Piet Heinstraat
(het verkeer de Piet Heinstraat in) gehandhaafd kan worden.
A. 35.2 Samenvatting
Inspreker draagt twee alternatieven aan voor de
verkeerssituatie:
a.
vanwege luchtkwaliteit en eenduidige afwikkeling van
verkeersstromen in het gebied wordt de Sebastiaanbrug éénrichtingsverkeer.
b. de
parkeerdruk is te ondervangen door 100% parkeergarages te laten bouwen onder de
voormalige universiteitspanden aan de Mijnbouwstraat. Bewoners uit de buurt kunnen
dan tegen buurttarief een jaarabonnement krijgen. Het College zal dit moeten
opleggen aan DUWO.
Antwoord
a) de Sebastiaansbrug is
onderdeel van de ontsluiting van het hart van het Delfts winkelgebied. Het invoeren van éénrichtingsverkeer alhier is daarom
niet aan de orde, ook al omdat dat eventuele problemen op het gebied van geluid
en lucht verplaatst naar de Zuidwal.
b) de Gemeente heeft een voorstel aan DUWO gedaan,
die gelijksoortig is aan deze inspraakreactie. DUWO heeft echter nog geen definitieve reactie gegeven op
dit voorstel. Voor
zover de Gemeente via de parkeernorm de aanleg van de parkeergarages kan afdwingen, zullen er echter onder de voormalige universiteitspanden aan de Mijnbouwstraat
parkeergarages aangelegd moeten worden. Waarschijnlijk kunnen alsdan door buurtbewoners
abonnementen worden afgenomen.
Conclusie
De inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassing
van het ontwikkelingsplan.
A. 36.1 Samenvatting
Met uitzondering van de strook grond langs de Maerten Trompstraat
blijft de grond in handen van het ROC Mondriaan. Insprekers vragen zich af hoe de gemeente garandeert dat de geplande extra
parkeerplekken en de speelplek er daadwerkelijk zullen komen en blijven. Insprekers verzoeken om
kenbaar te maken of en zo ja welke afspraken de gemeente met het ROC-bestuur
terzake heeft gemaakt.
Antwoord
Verwezen wordt naar het antwoord onder A 3.2. Afgesproken
is dat het
ontwerpwerk, de aanbesteding en uitvoering voor en van het binnenterrein door
de gemeente gebeurt. De
kosten voor dit alles wordt gedeeld. Voorts is bedongen dat het
binnenterrein publiek toegankelijk blijft.
Het binnenterrein krijgt een vriendelijke, groene uitstraling, met - onder meer - een
speelmogelijkheid voor buurtkinderen.
Het beheer van het binnenterrein wordt na oplevering van
het opnieuw ingerichte binnenterrein uitgevoerd en komt voor rekening van de
gemeente.
Conclusie
De
koopovereenkomst tussen het ROC Mondriaan en de gemeente Delft biedt de door
inspreker bedoelde garanties.
A.36.2 Samenvatting
De extra parkeerbelasting van het ROC Mondriaan en woningbouw samen komt op 21 parkeerplaatsen:
a.
De geplande 25 parkeerplaatsen heeft het ROC voor
eigen docenten/studenten zowel overdag als ’s avonds nodig en zullen niet met de bewoners
worden gedeeld. Het ROC Mondriaan schat de parkeerbehoefte voor eigen studenten op 40 parkeerplaatsen en dat
zijn er 15 meer dan waarin het plan voorziet;
b.
Voor de 9 nieuwe woningen, zullen volgens de
parkeernorm van 1,6 in totaal 15 parkeerplaatsen erbij moeten komen. Er worden volgens het plan
slechts 10 gerealiseerd. Tevens worden van de 15 illegale plekken, 14 legale
plekken gemaakt, dus 1 minder.
Inspreker vraagt zich af hoe
dit probleem in samenhang met de algehele parkeerproblematiek in de wijk, op
acceptabele wijze zal worden opgelost.
Antwoord
Zie de antwoorden op de
inspraakreacties
A.1.6, A.2.1,
A.2.2, A.3.8, A.4.1 en A20.2. Kort geformuleerd komen deze antwoorden er op
neer dat voor de nieuw te bouwen woningen voldoende
parkeerplaatsen
worden aangelegd.
Voor de school kunnen geen parkeereisen worden opgesteld, omdat er geen sprake is van
nieuwbouw, dan wel uitbreiding van het vloeroppervlak van de school. Niettemin worden in totaal ongeveer 50 nieuwe parkeerplaatsen ten behoeve van de school, de nieuw te bouwen woningen en de buurt aangelegd en gelegaliseerd. Er
worden in de
Maerten Trompstraat 14 parkeerplaatsen gelegaliseerd. Op eigen terrein worden
ten behoeve van de nieuwbouwwoningen 10 parkeerplaatsen aangelegd. Voorts
worden op het binnenterrein van het ROC Mondriaan 25 parkeerplaatsen aangelegd.
In de
Mijnbouwstraat kunnen vervolgens ongeveer 3 extra parkeerplaatsen worden
gerealiseerd.
Als er gereguleerd parkeren
komt is het mogelijk om de parkeerplaatsen toe te wijzen aan de groepen waar ze
voor bedoeld zijn. Het invoeren van gereguleerd parkeren in de wijk zal ook worden voorgesteld aan het gemeentebestuur.
Conclusie
De inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassing
van het ontwikkelingsplan.
A.36.3 Samenvatting
Het
autoverkeer zal behoorlijk groeien als gevolg van de extra woningen, de zwaardere onderwijsfunctie van
het ROC in combinatie met het in voorbereiding zijnde LVVP. Deze plannen hebben grote
consequenties voor de afwikkeling van het autoverkeer in de wijk:
a.
al het verkeer dat vanaf de zuidkant (A13) de wijk
in wil en richting de Sebastiaanbrug eruit, zal gebruik moeten maken van de
Maerten Trompstraat, dan wel de Rotterdamseweg. Deze straat is een 30-km zone en voor de
Rotterdamseweg is een 30-km zone in voorbereiding.
b.
de Piet Heinstraat is ongeschikt voor afwikkeling van
tweerichtingsverkeer. De afsluiting van de
Piet Heinstraat zal er eveneens aan bijdragen dat de bewoners de wijk in of uit
moeten via de Maerten Trompstraat/Julianalaan of de Maerten
Trompstraat/Mijnbouwstraat, hetgeen wederom de Maerten Trompstraat extra
belast.
Antwoord
a) het gaat hier om verkeer
dat een herkomst of bestemming heeft in de wijk (veelal wijkbewoners). Dit zijn geen grote aantallen. Er
zal in het kader
van het Lokaal Verkeers en Vervoersplan
nog nader
worden gekeken naar de interne wijkontsluiting. Voorts wordt verwezen naar het antwoord op de
inspraakreactie A.2.3.
b) zie eerdere antwoorden op de inspraakreacties A.1.7
en A.35.1.
Conclusie
Het ontwikkelingsplan is nader
aangevuld, omdat naar aanleiding van de inspraakreacties op het LVVP onderzocht
zal worden of de aansluiting van de Michiel de Ruyterweg op de Piet Heinstraat
(het verkeer de Piet Heinstraat in) gehandhaafd kan worden en of het mogelijk is om het verkeer de
Mijnbouwstraat uit ook naar het noorden (centrum Delft) te laten rijden.
A.36.4 Samenvatting
Benadrukt wordt dat het ontwikkelingsplan
Mijnbouwstraat beoordeeld moet worden in samenhang met de plannen in het Lokaal Verkeers- en
VervoersPlan (LVVP), omdat het ontwikkelingsplan
in combinatie met het LVVP bijdraagt aan een grotere verkeers- en parkeerdruk in de
buurt. Inspreker
draagt oplossingen aan voor de verkeersafwikkeling:
a.
de Mijnbouwstraat vanaf beide rijrichtingen
toegankelijk houden;
b.
de Piet Heinstraat niet afsluiten van de Michiel de
Ruyterweg;
c. de buurt
niet belasten met verkeer en parkeren door de uitbreiding van het ROC aan de
Mijnbouwstraat.
Antwoord
Verwezen wordt naar de
antwoorden op de inspraakreacties A.1.7, A.2.3 en A.4.2.
Conclusie
Het ontwikkelingsplan is nader
aangevuld, omdat naar aanleiding van de inspraakreacties op het LVVP onderzocht
zal worden of de aansluiting van de Michiel de Ruyterweg op de Piet Heinstraat
(het verkeer de Piet Heinstraat in) gehandhaafd kan worden en of het mogelijk is om het verkeer de
Mijnbouwstraat uit ook naar het noorden (centrum Delft) te laten rijden.
A.36.5 Samenvatting
Het in het ontwikkelingsplan opgenomen speelterrein
zal het tekort aan speelruimte niet wegnemen. Het speelterrein ligt verstopt achter woningen. Door
gebrek aan sociale controle bestaat het risico dat het een hangplek wordt, die
veel overlast kan veroorzaken voor omwonenden.
Antwoord
Verwezen wordt naar het antwoord op de
inspraakreactie
A.3.13.
Conclusie
De inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassing
van het ontwikkelingsplan.
Insprekers vragen zich af of
het niet beter zou zijn de speelplaats annex het parkje zo te situeren dat het voor iedereen
zichtbaar is, omdat dan het groen voor de buurt behouden en zichtbaar blijft. Dit vergt een andere opzet van
de woonblokken en verkaveling. Insprekers verzoeken de gemeente om alternatieven
te onderzoeken.
Antwoord
Verwezen wordt naar de
antwoorden op de inspraakreacties A.1.3., A.4.4 en A.4.5.
Conclusie
De inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassing
van het ontwikkelingsplan.
A. 36.7 Samenvatting
Met het ontwikkelingsplan wordt, ondanks een straatprofiel
van 19 meter, de ruimtelijke
structuur van de
Maerten Trompstraat aangetast.
De woningen worden veel
hoger dan de omringende woningen en nemen het zicht en de zon weg van tegenoverliggende huizen. Verzocht wordt om bij de hoogte van de woningen aan te sluiten
bij de omliggende bebouwing, dus 2 verdiepingen met een
kap.
Antwoord
Conclusie
De zienswijze heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
A.36.8 Samenvatting
Van de huidige bouwwijze gaat
eenheid en harmonie uit. Omdat de grond in afzonderlijke kavels wordt
uitgegeven, stellen insprekers zich op het standpunt dat nadere eisen moeten worden gesteld aan de ontwerpen
van de woningen, waarbij eenheid het
uitgangspunt moet zijn en rekening wordt gehouden met de architectuur van de omliggende woningen.
Antwoord
Verwezen wordt naar de antwoorden onder A.4.3 en A.14.2.
Conclusie
A.36.9 Samenvatting
De geplande negen woningen voegen
nauwelijks iets toe aan de woningbehoefte in Delft. Het duurzaamheidsargument wordt oneigenlijk gebruikt,
omdat het ontwikkelingsplan Noordelijk TU-gebied voorziet in veel meer woningen
en de buurt al een hoge woningdichtheid
heeft en een groot gebrek aan groen.
Antwoord
Verwezen wordt naar de beantwoording van de
inspraakreacties
A.1.2 en A.3.9.
Conclusie
De inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassing
van het ontwikkelingsplan.
A.36.10 Samenvatting
De geplande 25 parkeerplaatsen zal het milieu aan
de tuinkant van de woningen aan het Mijnbouwplein verslechteren. Insprekers vernemen graag welke gevolgen (uitstoot schadelijke stoffen) de geplande parkeervoorziening
voor de directe omwonenden heeft.
Antwoord
De luchtkwaliteit verslechterd niet ten gevolge van de parkeerplaatsen. Voorts wordt verwezen naar de antwoorden op de inspraakreacties A.13.4 en A.30.9.
De inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassing
van het ontwikkelingsplan.
A.37 W.F. Bollen, Maerten Trompstraat 2:
De inspraakreactie van J.
Vrins, gedateerd op 2 maart 2005, is door de gemeente ontvangen op 10 maart 2005.
Niet is gebleken dat er sprake is van een zogeheten verschoonbare
termijnoverschrijding. De inspraakreactie is derhalve niet ontvankelijk, nu de
termijn van ter inzage legging afliep op 7 maart 2005.
De inspraakreactie van J. en
T. van Witteloostuijn, gedateerd
op 2 maart 2005, is door de gemeente ontvangen op 10 maart 2005. Niet is
gebleken dat er sprake is van een zogeheten verschoonbare termijnoverschrijding.
De inspraakreactie is derhalve niet ontvankelijk, nu de termijn van ter inzage
legging afliep op 7 maart 2005.
De inspraakreactie van J.
Postel, gedateerd op 2 maart 2005, is door de gemeente ontvangen op 9 maart
2005. Niet is gebleken dat er sprake is van een zogeheten verschoonbare
termijnoverschrijding. De inspraakreactie is derhalve niet ontvankelijk, nu de
termijn van ter inzage legging afliep op 7 maart 2005.
De inspraakreactie van F.G. de Beer en S. Holweg, gedateerd op 2 maart 2005, is
door de gemeente ontvangen op 9 maart 2005. Niet is gebleken dat er sprake is
van een zogeheten verschoonbare termijnoverschrijding. De inspraakreactie is
derhalve niet ontvankelijk, nu de termijn van ter inzage legging afliep op 7
maart 2005.
A.5.2 Samenvatting
Opgemerkt wordt dat door de nieuwe wijk de
ontsluiting van de Van Foreestweg nu reeds een probleem is en inspreker
voorziet met de woontoren grote verkeerstechnische problemen.
Antwoord
Conclusie
Het concept-ontwikkelingsplan Van Foreestweg / Van
KinschotstraatMijnbouwstraat is op 17 december14 februari 20053 is van 179:030 tot 1921:3000 gepresenteerd tijdens
een inloopbijeenkomst in het
Gymnasium, Westvest 41 te Delftde Altena Hoeve.
De presentielijst is door 267
insprekers getekend.
Het plan is toegelicht met tekeningen, foto’s en
teksten op panelen waar de volgende onderdelen van plan aan de orde zijn
gesteld: het plangebied,
de gebiedsvisie, de te behouden bomen en te kappen bomen, alsmede de
kapvergunningsprocedure, parkeren, inrichting binnenterrein, de planning en de
procedure. plattegrond
met toegestane bouwhoogtes, impressies
van bestaande en nieuwe situatie, zicht vanuit de omgeving op de locatie,
bezonningsdiagrammen, verkeer en parkeren, tijdelijke locatie
wijkcentrumspeelplek, openbare inrichting, plattegronden mogelijk nieuwbouw:
woningen, wijkcentrum, bedrijfsfuncties en procedures. Per onderwerppaneel
was een deskundige beschikbaar voor het beantwoorden van vragen en het geven
van nadere toelichting. Bij een zogenoemd inspraakloket is gelegenheid geboden
mondeling een visie op het voorgenomen plan te geven.
B.1 Samenvatting
Inspreker zou graag
een achteruitgang gerealiseerd willen zien voor de bestaande benedenwoningen
aan de Piet Heinstraat (even nummers). Dit voor de bereikbaarheid van de tuinen
en schuurtjes.
Antwoord
Verwezen wordt naar het antwoord op inspraakreactie
A.14.1 sub c.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
Gevraagd wordt uit te zoeken of de grond achter de
woningen openbaar is of dat het in erfpacht is van de gemeente. Wellicht kunnen
insprekers een stukje grond kopen.
Antwoord
Verwezen wordt naar het antwoord op inspraakreactie
A.14.1 sub c. Aanvullend wordt opgemerkt dat verkoop van grond een zaak is van
de huidige juridische eigenaar.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.3 Samenvatting
In
paragraaf 4.3 staat aangegeven dat de Piet Heinstraat zal worden afgesloten van
de Michiel de Ruyterweg. Inspreker is het hier niet mee eens. Bij behandeling
van het ontwikkelingsplan Noordelijk
TU-gebied is aangegeven dat er nader gekeken dient te worden naar de
verkeersafwikkeling. (Dit in relatie tot het LVVP). Het ontwikkelingsplan
Mijnbouwstraat kan zodoende hier geen uitspraken over doen.
Antwoord
Verwezen wordt naar het antwoord op de
inspraakreactie A.1.7.
Conclusie
Het ontwikkelingsplan is nader aangevuld, omdat
naar aanleiding van de inspraakreacties op het LVVP onderzocht zal worden of de
aansluiting van de Michiel de Ruyterweg op de Piet Heinstraat (het verkeer de
Piet Heinstraat in) gehandhaafd kan worden.
B.4 Samenvatting
Inspreker geeft aan
dat op het gecreëerde binnenterrein geen toezicht is en vreest het ontstaan van
een hangplek die ontrokken zal zijn van het openbaar zicht.
Antwoord
Verwezen wordt naar het antwoord onder A.3.13.
Conclusie
Deze reactie heeft wel/niet geleid tot aanpassing
van het ontwikkelingsplan.
B.5 Samenvatting
Er
wordt voorgesteld in de hoek van de Piet Heinstraat en de Maarten Trompstraat
te bouwen met daarvoor aan de openbare weg een groenstrook waar de kinderen uit
de gehele buurt veilig gebruik van kunnen maken. Dit is openbaar toegankelijk
en controleerbaar. Het te bebouwen gebied zal meer naar achteren op het
binnenterrein komen te liggen.
Antwoord
Verwezen wordt naar de antwoorden op de
inspraakreacties A.1.3, A.3.13 en A.4.5.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.6 Samenvatting
In
het ontwikkelingsplan staat dat er een keerlus in de Piet Heinstraat wordt
gemaakt. Dit is volgens inspreker echter niet mogelijk, omdat dit een smalle
straat is. Er zal overlast optreden voor de bewoners, omdat het verkeer twee
keer langs de woningen rijdt. De verkeerssituatie zoals die nu is, is in orde.
Antwoord
Verwezen wordt naar de beantwoording onder A.1.7, A.20.7 en A.35.1.
Conclusie
Het ontwikkelingsplan is nader aangevuld, omdat
naar aanleiding van de inspraakreacties op het LVVP onderzocht zal worden of de
aansluiting van de Michiel de Ruyterweg op de Piet Heinstraat (het verkeer de
Piet Heinstraat in) gehandhaafd kan worden.
B.7 Samenvatting
Verzocht wordt parkeervakken aan te geven met stenen.
Antwoord
Bij de detaillering en materialisatie zal rekening gehouden
worden met de herkenbaarheid van de vakken. Overigens valt de concrete
inrichting van de openbare ruimte buiten de reikwijdte van dit bestemmingsplan.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.8 Samenvatting
De
sociale veiligheid van het binnenterrein zoals dat nu gecreëerd wordt is niet
gewaarborgd, omdat er geen zicht is vanaf de openbare weg op deze ruimte. Naar
de mening van inspreker draagt het niet bij aan groen en speelgelegenheid voor
de buurt. Het speelterrein aan de Mijnbouwstraat is nu reeds een hangplek.
Antwoord
Verwezen wordt naar de antwoorden onder A.1.3,
A.3.13 en A.4.5.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.9 Samenvatting
In
het plan worden parkeerplaatsen gerealiseerd, die nu reeds nodig zijn in het
gebied. Het is van belang dat deze plaatsen voor vergunninghouders worden,
omdat anders de parkeerdruk niet zal verminderen. Er wordt nu reeds op
verschillende plaatsen in de wijk “grijs” geparkeerd.
Antwoord
Verwezen wordt naar het
antwoord op de inspraakreactie A.2.2.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.10 Samenvatting
Aangegeven wordt dat voor een goed gebruik van een
speelplein, het een vereiste is dat er
vanuit de woningen zicht op is. Nu wordt een gesloten speelplek gecreëerd die
ontrokken is aan het zicht door schuttingen en muren.
Antwoord
Verwezen wordt naar de antwoorden op de
inspraakreacties A.1.3, A.3.13 en A.4.5.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid
tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.
B.11 Samenvatting
Inspreker woont aan
het Mijnbouwplein en maakt bezwaar tegen
het ontwikkelingsplan, dat volgens hem
een aantasting is van het leef- en woonmilieu door gemeentelijk beleid. De nu
reeds overschreden normen van geluid en lucht zullen aan de voorzijde van het
Mijnbouwplein nog verder overschreden worden. Gedurende de 35 jaar dat
inspreker woonachtig is op het Mijnbouwplein, is de situatie voornamelijk door
gemeentelijk beleid steeds meer verslechterd bijvoorbeeld door de bouw van de
Sebastiaansbrug en de Zuidpoort.
Antwoord
In het akoestisch onderzoek is niet de situatie aan het
Mijnbouwplein meegenomen. Dit is wettelijk ook niet
vereist. Het effect van dit bouwplan op de geluidsituatie Mijnbouwplein is
verwaarloosbaar. Overigens zijn er in het kader van het ontwikkelingsplan TU
Noord en aanleg van tramlijn 19 wel akoestische onderzoeken gedaan, waarin het
Mijnbouwplein is meegenomen..
Uit het luchtkwaliteitsonderzoek blijkt dat er
tengevolge dit bouwplan geen verdere verslechtering van de luchtkwaliteit
optreedt.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.12 Samenvatting
Ontwikkelingsplan
TU Noord heeft nadelige gevolgen voor het Mijnbouwplein. De normen voor
fijnstof, NO2 en geluid worden overschreden. Het ontwikkelingsplan Mijnbouwstraat
maakt volgens de inspreker de leefomgeving nog slechter.
Uit het luchtkwaliteitsonderzoek blijkt dat er
tengevolge dit bouwplan geen verdere verslechtering van de luchtkwaliteit
optreedt in het gebied.
Antwoord
Verwezen wordt naar de antwoorden op de
inspraakreacties A.3.16 en A.13.4. Uit het luchtkwaliteitsonderzoek is gebleken dat
tengevolge van de in dit ontwikkelingsplan opgenomen ruimtelijke ontwikkelingen geen verdere
verslechtering van de luchtkwaliteit optreedt in het gebied.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.13 Samenvatting
Het
huidige bestemmingsplan sluit bouw- en speelmogelijkheden uit. De bestemming
van het parkeerterrein is nu tuin, wat voor de buurt onontbeerlijk is. Aan de
voorkant van de woningen kunnen de ramen nu al niet open. Alleen aan de
tuinkant kan nog redelijke lucht verkregen worden.
Antwoord
Het effect van de parkeerplaatsen op het
binnenterrein op de geluid- en luchtkwaliteitssituatie is verwaarloosbaar.
Overigens is het parkeerterrein bedoelt voor de bewoners van dit gebied en zal
de hoeveelheid (gebiedseigen) verkeer daardoor niet of nauwelijks toenemen.
Conclusie
Deze reactie heeft wel/niet geleid tot aanpassing
van het ontwikkelingsplan.
B.14 Samenvatting
Door
inspreker wordt voorgesteld éénrichtingsverkeer te maken vanaf het
Mijnbouwplein naar de Mijnbouwstraat, de Maerten Trompstraat en dan de Piet
Heinstraat. De reeds aanwezige situatie
aan het eind van de Piet Heinstraat, uitkomende op de Mijnbouwstraat is zeer
veilig en daarom hiervoor geschikt.
Antwoord
Verwezen wordt naar het antwoord onder
inspraakreactie A.1.7.
Conclusie
Het ontwikkelingsplan is nader aangevuld, omdat naar
aanleiding van de inspraakreacties op het LVVP onderzocht zal worden of de
aansluiting van de Michiel de Ruyterweg op de Piet Heinstraat (het verkeer de
Piet Heinstraat in) gehandhaafd kan worden.
B.15 Samenvatting
Het
openstellen van het terrein van de school voor de school en de buurt en de
aanleg van 25 parkeerplaatsen voor dit doel, zal het milieu aan de tuinkant van
de achterliggende woningen verslechteren.
Het effect van 25 parkeerplaatsen op de geluid- en
luchtkwaliteitssituatie is verwaarloosbaar. Zie voorts het
luchtkwaliteitsonderzoek .Overigens is het parkeerterrein bedoelt voor de
bewoners van dit gebied, en zal de hoeveelheid (gebiedseigen) verkeer daardoor
niet of nauwelijks toenemen.
Antwoord
Verwezen wordt naar het antwoord op inspraakreactie
B.13.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.16 Samenvatting
Inspreker
krijgt achter zijn schutting 25 parkeerplaatsen wat het welzijn en het gebruik
van de tuin zal benadelen. De nu acceptabele lucht zal hierdoor verslechteren
en er zal geluidsoverlast optreden door parkerende voertuigen.
Antwoord
Verwezen wordt naar het antwoord op inspraakreactie
B.13.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.17 Samenvatting
Het
dag en nacht openstellen van het binnenterrein zal, zoals in het verleden,
overlast veroorzaken door drugsgebruikers en hangjongeren. Het terrein ’s
avonds en in het weekend afsluiten (art. 461 Wetboek van Strafrecht) vermindert
deze overlast. Als slecht voorbeeld wordt er verwezen naar het parkeerterrein
op de Koornmarkt.
Antwoord
Verwezen wordt naar het antwoord op inspraakreactie
A.3.13.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.18 Samenvatting
Afgezien
van het feit dat het plan nog in de concept is en de milieuparagraaf en de
financiële paragraaf niet kloppen, geeft inspreker aan dat de gemeente reeds
een kat in de zak heeft.
Antwoord
De kosten van grondsanering zijn voor rekening en
risico van het ROC Mondriaan.
Het risico voor de gemeente
bestaat uit de marktgevoeligheid van de opbrengsten en de daarmee gepaard
gaande rentekosten. (Tegenvallende vraag naar zelfbouwkavels)
De grondexploitatie sluit naar verwachting licht
negatief.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.19 Samenvatting
Voorgesteld
wordt het binnenterrein als groenvoorziening uit te breiden en niet te beperken
tot behoud van enkele boom.
Antwoord
Verwezen wordt naar de antwoorden onder A.1.3,
A.3.11 en A.4.4.
Conclusie
Deze reactie heeft wel/niet geleid tot aanpassing van het
ontwikkelingsplan.
B.20 Samenvatting
Inspreker
geeft aan dat het terrein 70 jaar gebruikt is volgens het geldende
bestemmingsplan. De nu voorgestelde ontwikkelingen zullen verloedering geven.
Antwoord
In de huidige situatie wordt een deel van het
terrein niet gebruikt. Bij de in dit plan voorgestelde ontwikkeling, zal het
terrein worden opgeknapt en onderhouden. De gemeente kan het derhalve niet eens zijn met de
mening van inspreker dat de voorgestelde ontwikkelingen verloedering zullen
geven.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.21 Samenvatting
Aangegeven
wordt dat de verkeersdrempels in de Mijnbouwstraat zeer hoog en kort zijn, wat
schade aan de auto’s geeft.
Antwoord
De uitvoering van aan te leggen verkeersdrempels
valt buiten de reikwijdte van het bestemmingsplan. Niettemin kan in deze nota
wel aangegeven worden dat bij de aanleg van nieuwe drempels rekening worden
gehouden met de overrijdbaarheid.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
Voorgesteld
wordt de parkeergelegenheid voor de nieuwe woningen aan de Maerten Trompstraat
onder de bebouwing te realiseren.
Antwoord
Indien parkeergelegenheid voor de nieuwe woningen
aan de Maerten Trompstraat in de vorm van drive-in woningen onder de bebouwing
zou worden gerealiseerd, dan zou dit ten koste gaan van de parkeergelegenheid en bomen in de Maerten Trompstraat. Immers ter hoogte van de op-
en afritten naar de individuele parkeergarages kunnen geen parkeerplaatsen in
de Maerten Trompstraat worden gerealiseerd. Het realiseren van 1 grote parkeergarage met 1 op-
en afrit is binnen
het concept van individueel opdrachtgeverschap helaas niet mogelijk.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.23 Samenvatting
Inspreker
kijkt vanuit de woning uit op het schoolplein. Gevraagd wordt of de bewoners
aan de Piet Heinstraat een stuk grond kunnen overnemen van de gemeente, omdat
de benedenwoningen nu reeds zeer klein zijn. De tuin en de woning kunnen
zodoende uitgebreid worden. Meerder bewoners steunen dit verzoek.
Antwoord
Verwezen wordt naar het antwoord onder A.14.1 sub c. Aanvullend wordt opgemerkt dat
de verkoop van grond in eerste instantie een zaak is van de huidige juridische
eigenaar.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.24 Samenvatting
Indien
het ontwikkelingsplan Mijnbouwstraat niet doorgaat wordt verzocht een achterom
bij de woning te realiseren, zodat de fietsen achter gestald kunnen worden.
Antwoord
Verwezen wordt naar het antwoord op inspraakreactie
A.14.1 sub c.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.25 Samenvatting
Gevraagd
wordt om van de Piet Heinstraat
éénrichtingsverkeer te maken van het Mijnbouwplein naar de Maerten Trompstraat.
Antwoord
Verwezen wordt naar de beantwoording onder A.35.1.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.26 Samenvatting
Voorgesteld
wordt het ontwikkelingsplan bij de inloopavond te verkopen voor een klein
bedrag.
Antwoord
Een ontwikkelingsplan is tijdens de termijn van
terinzagelegging tegen vergoeding verkrijgbaar bij de publieksbalie aan de Phoenixstraat 16.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
Inspreker
is teleurgesteld over het feit dat hij niet persoonlijk is uitgenodigd voor de
inspraakavond (Piet Heinstraat even nummers en het Mijnbouwplein). Het
plangebied is voor de hele buurt relevant en men zou graag willen meedenken
over het terrein.
Antwoord
Verwezen wordt naar het antwoord op de
inspraakreactie A.3.1.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.28 Samenvatting
Door
het niet aankopen van de parkeerplaatsen en het terrein voor de speelplek door
de gemeente, is de realisatie van het gebied niet gegarandeerd.
Antwoord
Verwezen wordt naar het
antwoord onder A.3.2.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.29 Samenvatting
Recentelijk
zijn er bomen in de wijk gekapt. Hierbij is aangegeven dat er in de buurt
voldoende bomen zijn. Gesteld wordt dat deze in het ontwikkelingsplan worden
gekapt.
Antwoord
Verwezen wordt naar het antwoord op de
inspraakreactie A.3.11.
Conclusie
Deze reactie heeft wel/niet geleid tot aanpassing
van het ontwikkelingsplan.
B.30 Samenvatting
In
paragraaf 4.3 wordt aangegeven dat er een parkeerlus wordt gerealiseerd in de
Piet Heinstraat. Er is aangegeven dat dit inhoudelijk niet bij het
ontwikkelingsplan behoort, maar bij het LVVP. Hierop is volgens inspreker
echter geen inspraak mogelijk, omdat dit plan binnenkort wordt vastgesteld. De
verkeerslus zal overlast geven in de wijk, in verband met de aanwezige smalle
straten. Er zal een drukke straat ontstaan, waardoor inspreker tegen de keerlus
is en verzoekt de situatie te laten zijn zoals hij is.
Antwoord
Verwezen wordt naar de antwoorden op de
inspraakreacties A.1.7, A.20.7 en A.30.2.
Conclusie
Het ontwikkelingsplan is nader aangevuld, omdat naar
aanleiding van de inspraakreacties op het LVVP onderzocht zal worden of de
aansluiting van de Michiel de Ruyterweg op de Piet Heinstraat (het verkeer de
Piet Heinstraat in) gehandhaafd kan worden.
B.31 Samenvatting
Het
ontwikkelingsplan is nog een concept, maar de kapvergunningen worden binnenkort aangevraagd. Inspreker
maakt bezwaar tegen het feit dat in deze fase de kapvergunningen reeds
verstrekt worden.
Antwoord
Om tijdig over een kapvergunning te kunnen
beschikken is het noodzakelijk dat op dit moment een kapvergunning wordt aangevraagd. Dit in
verband met de mogelijkheid voor bewoners om zienswijzen en vervolgens bezwaren
in te kunnen dienen.
Bovendien wordt er in beginsel niet gekapt, voordat het ontwikkelingsplan door de
raad is vastgesteld.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.32 Samenvatting
Insprekers
zijn het er niet mee eens dat alle ontwikkelingen in de buurt
gerealiseerd worden middels een vrijstellingsprocedure art. 19 WRO. Aangegeven
wordt dat er geen haast is bij het plan.
Antwoord
Verwezen wordt naar de beantwoording onder A.3.3.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het
ontwikkelingsplan.
B.33 Samenvatting
Er
wordt bezwaar gemaakt tegen de summiere berichtgeving omtrent de ontwikkelingen
naar de bewoners.
Antwoord
Verwezen wordt naar het
antwoord op inspraakreactie A.3.1.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
Gesteld
wordt dat er geen samenhang is tussen het ontwikkelingsplan TU Noord en het
ontwikkelingsplan Mijnbouwstraat.
Antwoord
Het ontwikkelingsplan TU Noord en het
ontwikkelingsplan Mijnbouwstraat zijn twee aparte ontwikkelingsplannen en ook
twee aparte procedures. Beide ontwikkelingsplannen hebben ieder hun eigen
aanleiding en voorzien in verschillende ontwikkelingen.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.35 Samenvatting
Inspreker
verzoekt een inspraakprocedure te voeren voor het LVVP. Dit in verband met de
voorgestelde verkeersafwikkelingen in het ontwikkelingsplan Mijnbouwstraat.
Antwoord
Verwezen wordt naar het antwoord op de
inspraakreactie A.30.2.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.36 Samenvatting
Het
terrein van het plangebied is niet in eigendom van de gemeente. Gevraagd wordt
hoe de realisatie van de parkeerplaatsen en het
speelterrein gegarandeerd wordt.
Antwoord
Verwezen wordt naar het antwoord op inspraakreactie
A.3.2.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het
ontwikkelingsplan.
B.37 Samenvatting
Gevraagd
wordt hoe de veiligheid van het binnenterrein gewaarborgd wordt, aangezien in
het verleden het terrein afgesloten is geweest in verband met hangjongeren.
Antwoord
Zie de beantwoording onder A.3.2.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.38 Samenvatting
Gevraagd
wordt hoe de veiligheid van de huizen wordt gegarandeerd die zullen grenzen aan
het openbaar terrein.
Antwoord
In de huidige situatie in het schoolterrein in
feitelijk opzicht niet een volkomen afgesloten en ontoegankelijk binnenterrein.
In eerste instantie wordt voorgesteld het binnenterrein publiek toegankelijk te
maken, met dien verstande dat bij
problemen in overleg tussen gemeente en het ROC Mondriaan alsnog afspraken over geheel of
gedeeltelijke afsluiting gemaakt kunnen worden. Zie ook het antwoord op inspraakreactie A 36.1
De veiligheid van de huizen wordt daarnaast hoofdzakelijk
bepaald door de toegankelijkheid van de (achterzijde) huizen. De eigen verantwoordelijkheid
van de verhuurders/bewoners staat hierbij centraal.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.39 Samenvatting
In het huidige bestemmingsplan is de bestemming openbare
groenvoorziening aanwezig, waarvan in het ontwikkelingsplan niets is terug te
vinden.
Antwoord
In het huidige bestemmingsplan heeft het terrein grotendeels de bestemming “bijzondere doeleinden”. De randen van het terrein
hebben de bestemming “openbaar groen”. Het ontwikkelingsplan is opgesteld,
omdat ten behoeve van de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen wordt afgeweken
van de geldende bestemmingen. Het is derhalve juist dat van de bestemming “openbaar groen” in het
ontwikkelingsplan niets is terug te vinden. Overigens wordt het binnenterrein wel openbaar,
wordt zo veel mogelijk bestaand groen gespaard en wordt het binnenterrein groen aangekleed.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.40 Samenvatting
Volgens inspreker is het zeer vreemd dat er woningen
gerealiseerd worden met privéparkeerplaatsen, in
een wijk waar er nu een tekort is aan parkeerplaatsen.
Antwoord
Mobiliteit. Verwezen wordt naar het antwoord onder
A.1.6. De aanleg van parkeerplaatsen op
eigen terrein/terrein van ontwikkeling heeft bovendien volgens de beleidsnota parkeren en stallen de
voorkeur.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.41 Samenvatting
Het aantal parkeerplaatsen dat gerealiseerd wordt, is
onvoldoende voor de school, waardoor de parkeerdruk in de wijk groter zal
worden.
Antwoord
Verwezen wordt naar het antwoord onder A.20.2.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.42 Samenvatting
Insprekers
maken zich zorgen omtrent de architectuur, aangezien de eisen hiervoor op dit
ogenblik niet bekend zijn. Het dient te passen in de eenheid van het
straatbeeld en de huidige woningen. Met name de architectonische eenheid, het
karakter van de wijk, dient benadrukt te worden.
Antwoord
Verwezen wordt naar antwoord A.4.3 en A.14.2.
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.43 Samenvatting
De
controleerbaarheid van het semi-openbare gebied wordt in twijfel getrokken. De
vrees bestaat voor hangjongeren.
Antwoord
Verwezen wordt naar de antwoorden op de
inspraakreacties A.1.3, A.13.3 en A.4.5.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid
tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.
B.44 Samenvatting
De
voorgestelde goothoogte van de woningen is te hoog, met name bij de Piet
Heinstraat.
Antwoord
Verwezen wordt naar de
beantwoording onder A.1.4 en A.30.11.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.45 Samenvatting
De
zijgevel van het nieuwe hoekhuis aan de Piet Heinstraat - Maerten Trompstraat
staat te dicht op de huidige woning aan de Maerten Trompstraat. Voorgesteld
wordt de afstand tot de bestaande bebouwing te vergroten en eventueel een
groenstrook te realiseren.
Antwoord
De zijgevel van het
nieuwe hoekhuis zal circa 3,00 m achter de reeds bestaande parkeervakken komen te liggen en daarmee ruim achter het nu aanwezige hek rond het terrein van het ROC
Mondriaan. Tussen de zijgevel van het
nieuwe hoekhuis en
de huidige woning aan de Maerten Trompstraat ligt derhalve de betreffende 3,00 meter, een
parkeervak van ongeveer 5,25 meter diep, de Maerten Trompstraat en het reeds
aanwezige trottoir.
De afstand van het nieuwe hoekhuis tot de bestaande
woning aan de
Maerten Trompstraat is derhalve ruim voldoende.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.46 Samenvatting
De
voorgestelde verkeerscirculatie baart zorgen bij de bewoners. De verkeersdruk
in de Maerten Trompstraat zal toenemen door de afsluiting van de ontsluiting
van de Piet Heinstraat naar de Michiel de Ruyterweg en doordat de
Mijnbouwstraat niet meer vanaf de zuidzijde in te rijden is in verband met de
middenberm.
Antwoord
Zie de antwoorden onder A.1.7,
A.2.3 en A.4.2.
Conclusie
Het ontwikkelingsplan is nader aangevuld, omdat
naar aanleiding van de inspraakreacties op het LVVP onderzocht zal worden of de
aansluiting van de Michiel de Ruyterweg op de Piet Heinstraat (het verkeer de
Piet Heinstraat in) gehandhaafd kan worden en
of het mogelijk is om het verkeer de Mijnbouwstraat uit ook naar het
noorden (centrum Delft) te laten rijden.
B.47 Samenvatting
Gevraagd wordt of door het dwars situeren van de
parkeerplaatsen aan de Maerten Tromstraat meer parkeerplaatsen gerealiseerd
kunnen worden. Dit dient echter niet ten koste te gaan van bomen.
Antwoord
Voor haaks parkeren is een bredere straat nodig om
schadevrij in te kunnen draaien. Dat zou ten koste gaan van de aanwezige bomen..
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.48 Samenvatting
Insprekers
zijn enthousiast over de inrichting van het binnenterrein, maar vrezen dat het
niet gerealiseerd zal worden, omdat hiervoor geen garanties worden geven. Uit
de inrichting is niet te concluderen dat dit een vanzelf sprekend openbaar
terrein wordt.
Antwoord
Verwezen wordt naar het antwoord onder A.3.2.
Conclusie
Deze reactie heeft wel/niet geleid tot aanpassing
van het ontwikkelingsplan.
B.49 Samenvatting
Een open lijn in het binnenterrein zal hangjongeren tegengaan
en het aantrekkelijk maken voor de kinderen van de buurt.
Antwoord
Verwezen wordt naar de antwoorden onder A.1.3,
A.3.13 en A.4.5.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.50 Samenvatting
Volgens
inspreker wordt er in het ontwikkelingsplan niet voldaan aan de parkeernormen.
Volgens de parkeernomen dienen er bij de nieuwe woningen 16 parkeerplaatsen te
worden gerealiseerd. Er is reeds een hoge parkeerdruk.
Antwoord
Mobiliteit. Verwezen wordt naar het antwoord onder
A.1.6.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.51 Samenvatting
In
het ontwikkelingsplan is aangegeven dat de woningen aan de Maerten Trompstraat
zijn gerealiseerd in de 19 de eeuw. De woningen zijn echter gebouwd rond 1920,
dus de 20ste eeuw.
Antwoord
De opmerking van de inspreker is juist. Het
ontwikkelingsplan is op dit punt aangepast.
Conclusie
Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het
ontwikkelingsplan.
B.52 Samenvatting
Bewoner
van de Piet Heinstraat heeft in de 42 jaar dat hij er woont de straat achteruit
zien gaan. Recentelijk is bij het dichtgooien van de straat na het maken van
nieuwe watervoorzieningen een zeer ongelijke weg ontstaan met hobbels.
Antwoord
De toestand van het wegdek in de Piet Heinstraat
ligt buiten de reikwijdte van het ontwikkelingsplan. De klacht is echter doorgegeven
aan stadsbeheer (Stadsbeheer@Delft.nl of telefoonnummer: 2602200.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.53 Samenvatting
Voorgesteld
wordt de Piet Heinstraat éénrichtingsverkeer
te maken.
Antwoord
Verwezen wordt naar het antwoord op de
inspraakreactie A.35.1.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.54 Samenvatting
De
huidige parkeerproblematiek in de wijk kan volgens inspreker tegengegaan worden
door parkeerplaatsen met een P te realiseren zodat bewoners weten waar ze hun
auto kunnen stallen.
Antwoord
Bij de uitwerking/ materialisatie zal duidelijk
herkenbaar de parkeervakken worden aangegeven, het specifiek opnemen van een P
is daarbij een optie. De concrete inrichting van
de openbare ruimte valt echter buiten de reikwijdte van het
ontwikkelingsplan.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.55 Samenvatting
De
realisatie van nieuwbouw aan de Piet Heinstraat is positief, aangezien de huidige locatie bevuild wordt door onder
andere hondenpoep. Volgens inspreker ergeren de bewoners van de Maerten
Tromstraat zich hier aan.
Antwoord
De
gemeente neemt kennis van de positieve reactie van de inspreker op het
ontwikkelingsplan.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.56 Samenvatting
Gesteld
wordt dat de bebouwing van 3 lagen met kap zeer fors is. Voorgesteld wordt de
bouwhoogte van de huidige bebouwing aan de Maerten Trompstraat aan te houden.
Antwoord
Verwezen wordt naar de antwoorden onder A.1.4 en
A.30.11.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.57 Samenvatting
De
inrit voor het bezoekers parkeren dient niet ten kosten te gaan van de huidige
bomen.
Antwoord
Bij
de planontwikkeling is het parkeren voor de nieuwe bewoners geconcentreerd.
Individueel
parkeren per perceel brengt meert kappen met zich mee.
Op
de voorgestelde wijze blijven de meeste bomen gespaard.
Conclusie
Deze reactie heeft wel/niet geleid tot aanpassing
van het ontwikkelingsplan.
B.58 Samenvatting
Ten
aanzien van de parkeerdruk wordt opgemerkt dat de huidige plaatsen illegaal
zijn en dat deze nodig zijn voor de wijk. Het vergunning parkeren geeft ook
extra druk voor de wijk en met de nieuwe 28 parkeerplaatsen zal dit niet
afnemen.
Antwoord
Verwezen wordt naar de antwoorden op de
inspraakreacties A.1.6, A.2.1, A.2.2., A.3.8 en A.13.3.
Conclusie
Gereguleerd parkeren zal de parkeerdruk in de wijk
verlagen. Deze
reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.
B.59 Samenvatting
Er
wordt voor gepleit het inrijden van de Piet Heinstraat mogelijk te houden,
omdat de Maerten Trompstraat anders onevenredig wordt belast. De breedte van de
Maerten Trompstraat laat dit niet toe. Het bestemmingsverkeer Piet Heinstraat
zal rijden door de Mijnbouwstraat - de Maerten Trompstraat of Cornelis
Trompstraat - Maerten Trompstraat.
Antwoord
Verwezen wordt naar het
antwoord op inspraakreactie A.1.7.
Conclusie
Het ontwikkelingsplan is nader aangevuld, omdat naar
aanleiding van de inspraakreacties op het LVVP onderzocht zal worden of de
aansluiting van de Michiel de Ruyterweg op de Piet Heinstraat (het verkeer de
Piet Heinstraat in) gehandhaafd kan worden.
B.60 Samenvatting
Voorgesteld wordt de inrichting van het binnenterrein te
bespreken met de buurt.
AntwoordI.
Als het plan is een volgende fase is, zal de
concrete inrichting aan de buurt (of een vertegenwoordiging daarvan) worden
teruggekoppeld.
Conclusie
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.61 Samenvatting
Het
initiatief is een verbetering voor de buurt.
Antwoord
De gemeente neemt kennis van de positieve reactie
van de inspreker op het ontwikkelingsplan.
Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van
het ontwikkelingsplan.
B.62 Samenvatting
Inspreker
heeft vernomen dat de Mijnbouwstraat de wijk in,
éénrichtingsverkeer zal worden. Er wordt gevraagd wordt of dit zo is.
Antwoord
Verwezen wordt naar de antwoorden onder A.1.7 en A.35.1. De
Mijnbouwstraat de wijk in, zal geen éénrichtingsverkeer worden.
Conclusie
Het ontwikkelingsplan is nader aangevuld, omdat
naar aanleiding van de inspraakreacties op het LVVP onderzocht zal worden of de
aansluiting van de Michiel de Ruyterweg op de Piet Heinstraat (het verkeer de
Piet Heinstraat in) gehandhaafd kan worden.
Delftwonen wil graag op de hoogte gehouden worden
over de bezwaarschriften van de bewoners van de Van Kinschotstraat.
Antwoord
RO (Marlies)
Conclusie
B.2 Samenvatting
Er is een flat gepland van 25 woonlagen. Nu staan
er in het gebied slechts woonflats van 10
etages. De flat van 25-woonlagen is ontzettend hoog. Er is angst dat als de
eerste flat van die hoogte er eenmaal staat, er meerdere zullen volgen.
Antwoord
Gelet op de reeds in de Kuyperwijk aanwezige
hoogbouw van 8 tot 12 lagen is het nodig om op
deze locatie hoogbouw van een andere orde te realiseren ten einde in ruimtelijk
opzicht een duidelijk onderscheid te verkrijgen.Stedenbouw
Omdat dit op een belangrijke plek in de ruimtelijke structuur
(entree van de stad en van de Kuyperwijk) plaats vindt is het niet aannemelijk
dat er in de nabijheid nog zo'n plek zich voordoet. De uniciteit van het gebouw hangt samen met die
van de plek. Er is thans geen enkele aanleiding om in de directe omgeving meerdere van dergelijke hoge
gebouwen toe te laten. Op andere
plaatsen in Delft zijn natuurlijk ook dergelijk hoge gebouwen niet uit te
sluiten. Door de gemeente wordt gewerkt aan een
beleidsnotitie inzake Bouwhoogten in Delft ten einde de gewenste sturing aan
hoogbouw te kunnen vorm geven.
Conclusie
De opmerking geeft geen
aanleiding tot het aanpassen van het ontwikkelingsplan.
B.3 Samenvatting
Het is niet praktisch dat bij deze inspraakavond
niet aangegeven is wie verantwoordelijk is voor de diverse planonderdelen.
Antwoord
De gemeente is verantwoordelijk voor het
ontwikkelingsplan. Op de voorkant
van het ontwikkkelingsplan staat de gemeente
(als maker van het document) aangegeven. Dit plan is door het Vakteam Ruimtelijke Ordening
van de Sector Duurzaamheid in overleg met andere vakdisciplines opgesteld. Het dagelijks bestuur, te weten
het college van B&W, heeft het ontwikkelingsplan vrijgegeven voor de
inspraak. Uiteindelijk zal de gemeenteraad als hoogste bestuursorgaan binnen de
gemeente het ontwikkelingsplan
vaststellen. De gemeenteraad is daarmee uiteindelijk eindverantwoordelijk voor
het plan. Dit is bij alle planvormen op
het gebied van de ruimtelijke ordening hetzelfde (klopt
dit wel). RO
Conclusie
De opmerking geeft geen
aanleiding tot het aanpassen van het ontwikkelingsplan.
B.4 Samenvatting
Gevraagd is naar de verwachte datum van sloop.
Antwoord
Conclusie
B.5 Samenvatting
Gevraagd is naar de verwachte datum van oplevering.
Antwoord
Conclusie
B.6 Samenvatting
Opgemerkt is dat er nooit een verslag is
toegezonden van de vorige avond van 24 juni, dat was door Vestia wel toegezegd.
Antwoord
In het kader van de gemeentelijke besluitvorming
over het ontwikkelingsplan is deze avond de enige inspraakbijeenkomst. Een eerdere bijeenkomst is (naar verwachting) door en
onder verantwoordelijkheid van Vestia gehouden. ROVestia is derhalve
verantwooordelijk voor het al
danm niet verzorgen van een verslag.
Conclusie
De opmerking geeft geen
aanleiding tot het aanpassen van het ontwikkelingsplan.
B.7 Samenvatting
Een bewoner van de laagbouw van de flat in de
Adrichemstraat geeft aan vanaf balkon nu uitzicht te hebben op een paal. De
nieuwe flat is wel mooi, maar sluit niet aan op de rest van de omgeving. De
parkeergelegenheid is in dezelfde lijn als het gezicht op de flat. Verzocht
wordt om de parkeergelegenheid bij de Plusmarkt dezelfde uitstraling te geven
als de parkeergelegenheid in het nieuwe plan. Momenteel zijn regelmatig
zwervers aanwezig rondom dat terrein. Verzocht wordt om het speciale trottoir,
dat bij het nieuwe plan komt, ook bij de Van Adrichemstraat te realiseren. Dan
past het geheel in de wijk.
Antwoord
Conclusie
B.8 Samenvatting
Er is angst voor de brandveiligheid bij een
woonflat van 25 woonlagen omdat er geen ladders zijn die een dergelijk hoogte
kunnen bestrijken.
Antwoord
Conclusie
B.9 Samenvatting
Naar voren wordt gebracht dat een hoge flat niet
geschikt is voor ouderen. Die willen graag een tuin en laagbouw en contact met
de aarde houden. Verzocht wordt om geen hoogbouw toe te staan.
Antwoord
Conclusie
B.10 Samenvatting
Het bestemmingsplan is ooit gewijzigd ten behoeve
van kleinschalige bebouwing. Het nu voorliggende plan is niet aan te merken als
kleinschalig.
Antwoord
Conclusie
B.11 Samenvatting
Opgemerkt wordt dat er meer uitstoot van
uitlaatgassen zal zijn met deze toenamen in auto’s. Gevraagd wordt of daar
onderzoek naar gedaan is. Ook de ontsluiting van de nieuwe woonwijken in
Lookwatering-west is via de Van Foreestweg geregeld.
Antwoord
Conclusie
B.12 Samenvatting
Het jongerenhonk en het buurthuis komen voor het
huis van insprekers. Zij geven aan dat hun slaapkamers gelegen zijn aan die
zijde van de flat. Hoewel er toezeggingen zijn gedaan over de geluidsdichtheid
van het pand, zullen bezoekers ook de wijk intrekken en dat geeft
geluidsoverlast.
Antwoord
Conclusie
B.13 Samenvatting
De Van Kinschotstraat is nu al vaak verstopt door
het verkeer. Mensen laten elkaar er niet door e.d. Gevraagd wordt waar dit
extra verkeer naar toe moet.
Antwoord
Conclusie
B.14 Samenvatting
Het plan was altijd gebaseerd op 2 woonlagen, net
zo hoog als de bestaande huizen. Nu wordt de mogelijkheid geboden voor 4
woonlagen. Inspreker geeft aan daar tegen te zijn vanwege het verlies van
uitzicht. Inspreker geeft aan het een verschrikkelijk plan te vinden.
Antwoord
Conclusie
De opmerking geeft geen
aanleiding tot het aanpassen van het ontwikkelingsplan.
B.15 Samenvatting
Bij vele straten zoals bijvoorbeeld de Ruys de
Berenbrouckstraat zijn er bij metingen een veel te hoge norm voor uitlaatgassen
gehaald. Gevraagd wordt of er bij dit plan rekening gehouden met deze
uitlaatgassen, ook bij de stoplichten.
Antwoord
Conclusie
B.16 Samenvatting
Gevraagd wordt hoe lang gaat het duren voordat het
verslag wordt toegezonden. Van de vorige avond is geen verslag toegezonden.
Antwoord
RO. Het verslag is op 19 december 2003 naar
insprekers, die de presentielijst hebben getekend, opgestuurd.
Conclusie
De opmerking geeft geen
aanleiding tot het aanpassen van het ontwikkelingsplan.
B.17 Samenvatting
Opgemerkt wordt dat oudere mensen bij een
inspraakavond graag eerst wat algemene informatie krijgen.
Antwoord
De algemene informatie was in de vorm van enkele
panelen met uitleg van de plannen alsmede enkele exemplaren van het concept
ontwikkelingsplan beschikbaar. Daarnaast
waren verschillende deskundigen aanwezig om desgewenst een persoonlijke
toelichting te geven.
Conclusie
De opmerking geeft geen
aanleiding tot het aanpassen van het ontwikkelingsplan.
B.18 Samenvatting
Inspreker is teleurgesteld in de wijze waarop deze
inspraakavond is georganiseerd. Op deze
wijze wordt geen gelegenheid geboden voor interessante discussie. Gevraagd
wordt of de gemeente wellicht bang is voor discussie.
Antwoord
Op de gekozen wijze kan prima discussie worden
gevoerd, zij het niet met grote groepen mensen tegelijkertijd. In de praktijk komen vele mensen in een dergelijke groepsdiscussie niet aan het woord, waardoor persoonlijke vragen en
opmerkingen onvoldoende tot hun recht kunnen komen. In verband daarmee is
gekozen voor een meer kleinschalige en persoonlijke opzet, waarop
vragen en opmerkingen desgewenst één op één kunnen worden gemaakt. Gezien
enkele vergelijkbare inspraakbijeenkomsten lijken de ervaringen met deze opzet positief.
Conclusie
De opmerking geeft geen
aanleiding tot het aanpassen van het ontwikkelingsplan.
B.19 Samenvatting
Opgemerkt wordt dat het buurthuis wordt verplaatst.
Gevraagd wordt hoe lang de tijdelijke situatie gaat duren en gevraagd wordt of
er weer gras terug komt. Aangegeven wordt dat men bang is dat bij het
tijdelijke buurthuis in een later stadium door andere bebouwing wordt
vervangen.
Antwoord
Conclusie
B.20 Samenvatting
Aangegeven wordt dat de ingang van het jongerenhonk
nu aan de Sasboutstraat is gesitueerd.
Oorspronkelijk zat de ingang aan de andere kant. Er wordt aangegeven dat het
een nooduitgang is die mogelijk overlast geeft van toiletterende jongeren. De
nooduitgang en het jongerenhonk aan de Sasboutstraat geven overlast, ook als
het goed geïsoleerd gaat worden.
Antwoord
Conclusie
B.21 Samenvatting
Opgemerkt wordt dat de vorige avond goed is
voorgezeten. Voor deze avond is informatie beloofd maar niet verstrekt.
Antwoord
B.22 Samenvatting
Inspreker maakt zich zorgen over het verkeer over
de Van Foreestweg. Zeker als in de toekomst
ook de Harnaschpolder via deze weg wordt ontsloten. Aangegeven wordt dat het in
de wijk nu al zo druk is en dat reeds geparkeerd wordt op de stoep. In de Van
Kinschotstraat wordt zelfs in de breedte geparkeerd.
Antwoord
Conclusie
B.23 Samenvatting
Inspreker meent dat het plan misplaatst is. Het
komt op een plek waar in de toekomst verkeerstechnische problemen gaan komen.
De weg naar Den Haag geeft een versmalling, wat problemen op de provinciale
weg. Als de A4 af is, dan komt er nog meer verkeer over de provinciale weg
geeft. Zeker nu er problemen zijn met opstoppingen bij Schiedam op de A13. De
provinciale weg staat tot de busoversteek ’s ochtends nu al vol door
opstoppingen.
Antwoord
Conclusie
B.24 Samenvatting
Inspreker geeft aan het een zeer gedurfd plan te
vinden met heel aantrekkelijke kanten, waarvan inspreker meent dat dat meer zou
moeten gebeuren in de stad, in nieuwbouw en in oude nieuwbouw. Het wordt een
oriëntatiepunt in de stad, zoals de oude en de nieuwe kerk. Het ontwerp is erg
interessant en aansprekend. Geen saaie paal in de grond.
Antwoord
De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen en
onderstreept dat een bestaand stedelijk gebied geen statisch geheel is, doch
dat steeds nieuwe ontwikkelingen zich aandoen. Nieuwe ontwikkelingen kunnen ook kansen voor de
stad zijn.RO
Conclusie
De opmerking geeft geen
aanleiding tot het aanpassen van het ontwikkelingsplan.
B.25 Samenvatting
Opgemerkt wordt dat niet iedereen is geïnformeerd over
deze avond, o.a. doordat sommige
mensen nee/nee stickers op de brievenbus hebben.
Gevraagd wordt om in het vervolg grote
aanpakbiljetten in buurthuis en supermarkt te
plakken om mensen zo op de hoogte te
brengen.
Antwoord
RO
Conclusie
B.26 Samenvatting
Gevraagd wordt waarom de buurt niet eerder is
geïnformeerd dan op 24 juni. De
projectontwikkelaar zegt dat niet te weten.
Antwoord
RO
Conclusie