De gemeente Delft beschikt sinds eind 1999 over een
bodemkwaliteitskaart (BKK) en een grondstromenplan. In de bodemkwaliteitskaart
is Delft opgedeeld in een aantal zones met een vergelijkbare bodemkwaliteit.
Ook zijn per zone achtergrondwaarden vastgesteld die kunnen dienen als
toetsingswaarden bij bodemonderzoek en bodemsaneringen. Op basis van het
grondstromenplan wordt in Delft grond die vrijkomt bij werkzaamheden duurzaam
toegepast.
In
opdracht van de gemeente Delft is door Syncera De Straat een nieuwe
bodemkwaliteitskaart en bodembeheerplan opgesteld (Geactualiseerde
bodemkwaliteitskaart 2005 gemeente Delft, Syncera De Straat, B05A0079, 28 juli
2005). Aanleiding hiervoor is dat er sinds 1999 in Delft veel bodemonderzoeken
uitgevoerd zijn waardoor veel nieuwe gegevens beschikbaar zijn. Ook schrijft
het landelijk beleid voor dat een bodemkwaliteitskaart eens in de circa vier
jaar moet worden geactualiseerd.
Ten
behoeve van het opstellen van de nieuwe BKK is allereerst op basis van
historische gegevens de gemeente opgedeeld in zones die naar verwachting een
vergelijkbare bodemkwaliteit hebben. Hierbij wordt gekeken naar de
bebouwingsgeschiedenis van gebieden, mogelijke bedrijfsactiviteiten die hebben
plaatsgevonden, gegevens over grootschalige ophogingen etc. Dit resulteert in
een concept zoneringskaart (bijlage 2f van bijgevoegd rapport).
Vervolgens
is aan de hand van beschikbare analyseresultaten uit bodemonderzoeken de
concept zonering getoetst en is de definitieve zonering vastgelegd. Dit heeft
geresulteerd in twee bodemkwaliteitskaarten, één voor de bodemlaag van
0,0-0,5 m-mv en één voor de laag van 0,5-2,0 m-mv (bijlage 5b en 5c van de rapportage).
Daarnaast zijn per zone kentallen zoals gemiddelden vastgelegd. Opgemerkt wordt
dat de BKK zich alleen richt op stoffen die zich niet in de bodem verspreiden,
de immobiele stoffen. Het gaat hier dan om zware metalen en PAK.
Op
basis van de BKK is een grondstromenmatrix opgesteld (bijlage 6a). In deze
matrix staat aangegeven van welke zone naar welke zone grond als bodem
toegepast mag worden en welke voorwaarden hieraan verbonden zijn. De spelregels
hiervoor zijn verder uitgewerkt in het grondstromenplan, dat opgenomen is in
hoofdstukken 5 en 6 van eerder genoemd rapport. Uitgangspunt bij het hergebruik
van grond is het stand-still beginsel (de huidige kwaliteit van de bodem mag
niet verslechteren).
In
vergelijking met de oude BKK valt met name op dat de binnenstad en oude
uitvalswegen (Buitenwatersloot, Delfgauwseweg) nu niet meer gezoneerd zijn als
‘ernstig’ verontreinigd maar als matig verontreinigd. Dit komt doordat er in
vergelijking met de oude BKK veel meer algemene gegevens over de bodemkwaliteit
aanwezig zijn doordat de laatste jaren veel onderzoeken gedaan zijn ten behoeve
van bouwaanvragen, rioolvernieuwingen etc. Daarnaast zijn in tegenstelling tot
de oude BKK alleen algemene analyseresultaten in de berekeningen meegenomen en
geen resultaten van nadere onderzoeken etc die zich minder op de algemene
bodemkwaliteit richten.