Inleiding

 

Op 30 oktober 2003 stelde de raad het masterplan voor de Spoorzone vast. De raad legde daarmee de hoofdlijnen vast voor de ontwikkeling en inrichting van het gebied. Tegelijkertijd stemde de raad in met het Milieueffectrapport. De commissie voor de m.e.r. heeft inmiddels een definitief advies uitgebracht, waarmee de MER-procedure voor het project is afgerond. Dit definitief advies is bijgevoegd als bijlage.

Op basis van het masterplan is een bestemmingsplan uitgewerkt. In november 2004 gaf de raad het voorontwerp van dit plan vrij voor inspraak. Inmiddels zijn alle reacties verwerkt en is het ontwerp bestemmingsplan voor de Spoorzone gereed. In de nieuwe versie zijn ook enkele kleine inconsistenties uit het plan weggenomen.

Deze notitie geeft de hoofdlijnen van de reacties en beschrijft de belangrijkste verschillen met het voorontwerp bestemmingsplan. In de notitie is een voorstel opgenomen om een andere inrichting te kiezen voor het gebied Phoenixstraat/Spoorsingel.

 

Reacties en inspraak

 

Tijdens de ter inzage legging in de periode december 2004-januari 2005 heeft de gemeente 150 reacties ontvangen op het voorontwerp bestemmingsplan. Deze reacties zijn schriftelijk ingediend en mondeling gegeven, tijdens twee inloopbijeenkomsten. De nota ‘Inspraak en overleg bestemmingsplan Spoorzone’ vat alle reacties samen en beantwoordt deze.

Het voorontwerp bestemmingsplan is ook besproken met de deelnemers van het Platform Spoor. Dit gebeurde tijdens een algemene bijeenkomst en twee themabijeenkomsten, respectievelijk rond verkeersafwikkeling en bouwhoogten.

Veel van de reacties gaan over de verkeersafwikkeling in de nieuwe situatie. Bewoners van de Spoorsingel maakten bezwaar tegen de plek van de nieuwe ontsluitingsweg.

Ook bewoners van de Coenderstraat en Parallelweg hebben gereageerd, vanwege de hoogte van de nieuwbouw in het gebied tussen Houttuinen en Coenderstraat en vanwege mogelijk overlast van het verkeer dat via de nieuw ontworpen Coenderstraat gaat rijden. Een deel van deze laatste bezwaren kan worden weggenomen door het toepassen van geluidsarm asfalt, waardoor de geluidshinder aan de gevels van de Coenderstraat ruimschoots binnen de normen blijft. Bovendien krijgt de straat ook een heel ander profiel. Er komt meer ruimte beschikbaar, waardoor de beide rijbanen (1 voor elke richting) verder van de bestaande woningen af kunnen komen te liggen, en zo dicht mogelijk tegen de nieuwbouw. Tussen de bestaande woningen en de nieuwe rijbanen komen een trottoir, een fietspad in 2 richtingen en een groenstrook met parkeervakken. De uitwerking van de inrichtingsplannen voor de nieuwe Coenderstraat is een thema in het Platform Spoor. Bewoners van Coenderstraat en Parallelweg nemen daarin inmiddels rechtstreeks deel, samen met bewonersorganisaties uit Westerkwartier en Olofsbuurt, die al langer vertegenwoordigd waren in het platform.

In de reacties zaten de nodige vragen over de bereikbaarheid van de stad tijdens de bouw. Met name ondernemers rond het gebied vragen hier aandacht voor. Deze opmerkingen worden meegenomen in de nadere afspraken die worden gemaakt rond de uitvoering van het project. Natuurlijk reageerden ook eigenaren van panden die plaats moeten maken voor de bouw.

Een aantal reacties heeft geleid tot aanpassingen in het bestemmingsplan. De belangrijkste wijzingen die zijn verwerkt in het ontwerp bestemmingsplan zijn de inrichting van het gebied Phoenixstraat/Spoorsingel en de bouwhoogte van de nieuwbouw aan de Coenderstraat.

 

Inrichting Phoenixstraat/Spoorsingel

 

Voor het gebied Phoenixstraat/Spoorsingel was in het voorontwerp bestemmingsplan de oplossing vastgelegd om de gracht in te passen aan de kant van de binnenstad, met ten westen daarvan de ontsluitingsweg. Deze locatie van het water, zoals opgenomen in het plan van Joan Busquets, komt het meest in de buurt van de historische ligging van de stadsgracht. Dit onderdeel van het plan leidde tot veel reacties, met name van bewoners van de Spoorsingel. Zij pleitten ervoor de wegas verder van de woningen te leggen, door weg en gracht om te wisselen.

Mede naar aanleiding van deze reacties is een nadere studie uitgevoerd naar de inrichting van Phoenixstraat en Spoorsingel. Deze studie heeft een tweede inrichtingsvariant opgeleverd.

Het alternatief houdt in dat de gracht meer in de richting van de Spoorsingel komt, op een afstand van gemiddeld 10 meter uit de gevels van de panden aan de Spoorsingel. Het autoverkeer komt daardoor verder van die woningen dan in de eerste variant en blijft verder van de panden aan de Phoenixstraat dan in de huidige situatie. De bus- en trambaan blijft aan de kant van de binnenstad.

Beide varianten scoren vergelijkbaar als het gaat om bereikbaarheid en inpasbaarheid van de infrastructuur.

De variant uit het voorontwerp bestemmingsplan betekent op het punt van de inpassing van de monumenten een duidelijke verbetering: in deze variant kunnen de molen en de Bagijnetoren direct aan het water staan. Overigens doet het stijgende tunneldak bij de molen daar wel afbreuk aan; de gracht moet eindigen voor de molen, op het punt waar het tunneldak het waterpeil bereikt.

De tweede variant levert de grootste geluidsreductie voor de woningen aan de Spoorsingel. Deze variant komt maximaal tegemoet aan bezwaren van omwonenden. Bijkomend voordeel is dat in dit geval de gracht, die naast de tunnel komt, verder naar het noorden kan worden doorgetrokken.

In variant 2 vervalt bovendien de noodzaak om schachten te bouwen boven de tunnel. Voor een spoortunnel met vier sporen zijn ontluchtingsgaten nodig, die de drukopbouw van de lucht voor de trein kunnen verlichten. In het voorontwerp bestemmingsplan waren hiervoor drukregelschachten opgenomen, waarvan twee in de Phoenixstraat. In de nieuwe inrichtingsvariant ligt de gracht niet meer direct boven de spoortunnel, zodat de ruimte tussen het dak van de tunnel en de rijbaan voor het openbaar vervoer kan worden gebruikt om voorzieningen aan te brengen die de luchtdruk regelen, volledig ondergronds, en dus zonder verstoring van het stadsbeeld.

Minpunten van de nieuwe variant zijn de verstoring van het Bolwerk door de kruisende hoofdrijbaan, waardoor het Bolwerk iets minder tot zijn recht komt, en de bundeling van alle infrastructuur aan de kant van de binnenstad.

De nieuwe variant is besproken met de deelnemers van het Platform Spoor. Het Platform reageerde overwegend positief, vanwege de voordelen voor omwonenden. Met name Delfia Batavorum is tegen deze variant, omdat de molen en de waltoren dan niet meer direct aan het water staan, zoals in de historische situatie het geval was.

Joan Busquets heeft beide varianten uitgewerkt in een stedenbouwkundige studie. Die laat zien dat in beide gevallen een enorme kwaliteitsverbetering te realiseren is, en dus ook de nieuwe variant een hoogwaardige invulling mogelijk maakt.

Na afweging van beide varianten stelt het college voor om het gebied Phoenixstraat/Spoorsingel te laten inrichten volgens variant 2. Het ontwerp bestemmingsplan is daarom hierop aangepast.

 

Aanpassing bouwhoogte aan Coenderstraat

 

Uit de reacties blijkt dat omwonenden met name de nieuwbouw tussen Coenderstraat en Westvest (stadskantoor en woningen) te massaal vinden. De nieuwbouw ontneemt bewoners het huidige uitzicht op het groene spoortalud en de binnenstad.

De Coenderstraat is een smalle straat waar in het voorontwerp bestemmingsplan over een breedte van 20 meter twee gebouwen werden mogelijk gemaakt (woongebouw en stadskantoor/station) met een bouwhoogte van 17 meter en over 20 % van het oppervlakte 20 meter.  In het ontwerp bestemmingsplan is de voorgevel van dit gebouw 2 meter naar achteren gelegd, zodat een straatbreedte ontstaat van 22 meter. De bouwhoogte is aan de straatzijde over een diepte van 6 meter vanuit de voorgevel beperkt tot 12 meter. Pas achter die zone van 6 meter is een hoogte mogelijk van 18 meter.

Ook het stadskantoor/station is deels naar achteren verplaatst, zodat ook op die plaats een straatbreedte ontstaat van minimaal 22 meter. Ook daar is een zone voorzien met een diepte van 6 meter waarin de bouwhoogte is beperkt tot in dit geval 15 meter. Pas na die 6 meter is een bouwhoogte mogelijk van 23 meter.

Deze wijzigingen komen tegemoet aan de reacties en passen in het uitgangspunt om de nieuwbouw in hoogte te laten aansluiten op de bestaande bebouwing aan de overzijde van de straat.