Stuk 9 I Delft,
11 januari 2005.
481464
Onderwerp: Vaststelling
bestemmingsplan Buitengebied 2005.
Aan de gemeenteraad.
Geachte dames en heren,
Voor het buitengebied van
Delft, ten zuiden van het stedelijk gebied, is een nieuw bestemmingsplan
opgesteld. Het plangebied van het Bestemmingsplan Buitengebied 2005 wordt in
het noorden begrensd door de bebouwing van Delft-zuid, in het oosten door de
A13 en de gemeentegrens, in het westen door de Tanthofkade danwel de
gemeentegrens en in het zuiden door de gemeentegrens.
Het voorliggende
bestemmingsplan “Buitengebied 2005” vervangt het bestemmingsplan “Buitengebied”
uit 1995. Aan delen van voornoemd bestemmingsplan uit 1995 was goedkeuring
onthouden. Bovendien hebben sindsdien nieuwe ontwikkelingen plaatsgevonden,
zoals een toename van recreatieve activiteiten. Verder voldoen een aantal
voorschriften niet aan de eisen van deze tijd.
De hoofddoelstelling dat
voor het bestemmingsplan “Buitengebied 2005” is geformuleerd, is de volgende:
‘instandhouding en ontwikkeling van met natuur verweven recreatie in het
noordelijk deel en instandhouding en ontwikkeling van grondgebonden veehouderij
in het zuidelijk deel, waarbij de productieomstandigheden worden afgestemd op
de te handhaven kwaliteiten van natuur en landschap’.
Tijdens de
bestemmingsplanprocedure zijn er overigens gemeentegrenscorrecties doorgevoerd.
Per 1 januari 2004 is het zuidelijk deel van het Delftse Midden-Delflandgebied
overgegaan naar Schipluiden (gemeente Midden-Delfland). In het voorliggende
bestemmingsplan Buitengebied 2005 is het deel dat is overgegaan naar
Schipluiden, niet meer meegenomen.
A. Voorontwerpbestemmingsplan
Het
voorontwerp bestemmingsplan voor het buitengebied heeft conform artikel 6A van
de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) en de gemeentelijke inspraakverordening
ter inzage gelegen van 10 juni tot 8 juli 2003 met de mogelijkheid tot het
indienen van schriftelijke inspraakreacties. Er zijn vierentwintig
schriftelijke inspraakreacties ingekomen. Tevens is gelegenheid geboden voor
mondelinge inspraak op 16 juni 2003. Zeventien bewoners hebben van deze
mogelijkheid gebruik gemaakt. De
mondelinge en schriftelijke inspraakreacties zijn samengevat en beantwoord in
de Nota Overleg en Inspraak van september 2004.
In mei
2003 is het voorontwerpbestemmingsplan verzonden om overleg als bedoeld in
artikel 10 Besluit ruimtelijke ordening. De overlegreacties zijn eveneens
samengevat en beantwoord de Nota Overleg en Inspraak van september 2004.
B. Ontwerpbestemmingsplan
Na verwerking van de reacties uit het
overleg ex artikel 10 Besluit ruimtelijke ordening en de inspraakreacties is
het bestemmingsplan conform artikel 23 WRO in ontwerp ter inzage gelegd van 13
september 2004 tot 11 oktober 2004 met de mogelijkheid voor een ieder
schriftelijk zijn zienswijzen op het ontwerpbestemmingsplan kenbaar te maken.
In totaal zijn 15 brieven met zienswijzen op
het ontwerpbestemmingsplan ingekomen. Twee zienswijzen van de vijftien zijn
niet tijdig ingediend en dus niet-ontvankelijk. Alle, zowel de ontvankelijke
als de niet-ontvankelijke zienswijzen zijn samengevat en beantwoord in de Nota
Zienswijzen. Deze Nota wordt geacht deel uit te maken van dit raadsvoorstel.
Een aantal zienswijzen is gericht
tegen de wijzigingsbevoegdheid die in het ontwerpbestemmingsplan is opgenomen
ten behoeve van windturbines. Deze zienswijzen hebben echter niet geleid tot
aanpassing van het bestemmingsplan.
De overige zienswijzen zijn meer individueel
en hebben betrekking op gebruiks- dan wel bebouwingsmogelijkheden van één of
meer percelen. Afhankelijk van de situatie ter plaatse en het ruimtelijk beleid
voor dit plangebied hebben deze zienswijzen geleid tot aanpassingen van de het
bestemmingsplan. De aanpassingen zijn uitgevoerd in nauw overleg met het
recreatieschap Midden-Delfland.
C. Vaststelling bestemmingsplan
Het bestemmingsplan Buitengebied 2005 wordt
nu ter vaststelling aan de gemeenteraad van Delft aangeboden.
Naar aanleiding van de ingediende
zienswijzen en ambtshalve zijn de toelichting, de plankaart en de voorschriften
van het ontwerpbestemmingsplan op een aantal punten aangepast. De wijzigingen
naar aanleiding van ingediende zienswijzen zijn gemotiveerd in de Nota
Zienswijzen. De ambtshalve aanpassingen van voorschriften zijn in het
onderstaande gemotiveerd. Aanpassingen van de plankaart zijn opgenomen op de
wijzigingenkaart behorend bij dit besluit en zijn een gevolg van de ingediende
zienswijzen.
* Art. 2 wijze van meten, wordt een nieuw lid 3
toegevoegd, dat luidt als volgt:
“3. grensbouwhoogte
de
afstand van peil tot de snijlijn van gevelvlak en dakvlak, waarboven vanaf de snijlijn één dakvlak met een helling van 14º is
toegestaan.”
De toevoeging houdt verband met het inpassen van een
bouwplan van de zogenoemde groene camping in het bestemmingsplan. Dit bouwplan
is door de pachters van de groene camping tijdens een gesprek naar aanleiding
van de ingediende zienswijzen naar voren gebracht. Dit bouwplan was echter niet
in de zienswijze zelf naar voren gebracht. Uit ruimtelijk oogpunt is het
niettemin wenselijk om mee te werken aan het bewuste bouwplan van de groene
camping. Er is derhalve voor gekozen om het bouwplan in te passen in het
bestemmingsplan, in plaats van dat er naar aanleiding van een concrete
bouwaanvraag een vrijstellingsprocedure gevolgd zou moeten worden, omdat de
bouwaanvraag niet past binnen het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied 2005.
Het bouwplan voorziet in een zogeheten lessenaarskap. Door
het opnemen van een grensbouwhoogte wordt juridisch vastgelegd dat het bouwplan
dient te worden uitgevoerd met een lessenaarskap.
* Art. 6 recreatieve doeleinden (intensief): wordt
aan lid 2 een nieuwe sub c toegevoegd, dat luidt als volgt:
“c. uitsluitend
ter plaatse van de subbestemming rgk mag 1 hoofdgebouw worden gebouwd binnen de
bebouwingsgrenzen met de aanwijzing ‘locatie hoofdgebouw’, met een inhoud van
maximaal 200 m2 en in afwijking van het bepaalde onder e mag de
grensbouwhoogte niet meer bedragen dan 3,5 m;”
Deze toevoeging houdt eveneens verband met het inpassen in
het bestemmingsplan van een bouwplan voor een hoofdgebouw ten behoeve van de
zogenoemde groene camping.
* Art. 6 recreatieve doeleinden (intensief): wordt
aan lid 2 sub f toegevoegd dat de bouwhoogte maximaal 5 m mag bedragen.
In het ontwerpbestemmingsplan was per abuis geen maximale
bouwhoogte opgenomen, waardoor bovenop de maximale goothoogte een zeer steile
kap met een uit ruimtelijk oogpunt onwenselijke (maximale) hoogte zou kunnen
worden gerealiseerd.
* Art. 6 recreatieve doeleinden (intensief): wordt
in lid 2 sub g gewijzigd dat het gezamenlijk oppervlak van gebouwen als bedoeld
onder f maximaal 200 m2 in plaats van 400 m2 mag bedragen
ter plaatse van de subbestemming rgk.
Deze wijziging houdt eveneens verband met het inpassen van
een bouwplan voor een hoofdgebouw ten behoeve van de zogenoemde groene camping.
Dit hoofdgebouw mag maximaal 200 m2 worden. Het is echter ruimtelijk
ongewenst dat door het inpassen van dit hoofdgebouw qua oppervlakte in totaal
meer bebouwing wordt toegestaan binnen het bewuste bestemmingsvlak. Het aantal
vierkante meters dat maximaal mag worden gebruikt ten behoeve van het
hoofdgebouw is derhalve van het toegestane maximale oppervlakte aan was- en
toiletgebouwen en gebouwen voor beheer en onderhoud buiten de bebouwingsstrook
afgehaald.
* Art. 6 recreatieve doeleinden (intensief): wordt
aan lid 2 sub h toegevoegd dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen
zijnde, maximaal mag bedragen: “- 1 m voor vlonders, ter plaatse van de
subbestemming rgk”.
Deze toevoeging houdt eveneens verband met het inpassen van
een bouwplan voor een hoofdgebouw ten behoeve van de zogenoemde groene camping
in het bestemmingsplan. Dit bouwplan voorziet namelijk ook in de realisatie van
vlonders rondom het bewuste hoofdgebouw.
* Art.
34 overgangsbepalingen: toegevoegd is
“Het onder sub a bepaalde geldt niet, indien:
- het betreft bouwwerken die
weliswaar bestaan op het tijdstip van de ter inzage legging van het ontwerp van
dit plan, maar die zijn gebouwd in strijd met het vorige, vóór het onderhavige
plan geldende bestemmingsplan; én
- dat bouwwerk is
gerealiseerd, nadat dat vorige bestemmingsplan rechtskracht heeft gekregen.”
De toevoeging betreft het
uitsluiten van illegale bouwwerken die ook al in strijd waren met het vorige
bestemmingplan van het overgangsrecht. Bouwwerken die wel binnen het vorige
bestemmingsplan passen, maar waarvoor destijds ten onrechte geen bouwvergunning
is aangevraagd, zullen wel onder het overgangsrecht vallen.
* Art. 35 strafbepaling: de stafbepaling is aangepast.
De zinsnede ” is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 59 van de
Wet op de Ruimtelijke Ordening” is vervangen door “wordt hierbij aangeduid als een strafbaar feit en daarmee als
een economisch delict als bedoeld in artikel 1a, onder 2o van de Wet
op de economische delicten”
De aanpassing vindt zijn oorzaak in
een op handen zijnde wetswijziging, waardoor overtredingen van een
bestemmingsplan onder de Wet op de economische delicten worden gebracht.
* Art. 36 titel: “Buitengebied 2004” is
vervangen door “Buitengebied 2005”.
De titel van het bestemmingsplan is aangepast, omdat deze in
2005 wordt vastgesteld.
*Bijlage 1. Lijst van Bedrijfstypen: toegevoegd is
een tabel waarin wordt geregeld de afstand die per gebiedstype tussen de
verschillende categorieën milieubelastende bedrijven en milieugevoelige
bestemmingen in acht moet worden genomen.
“In de Lijst van Bedrijfstypen is aan de typen
bedrijven een categorie toegekend. Onderstaande tabel geeft de afstand aan die
tussen de categorieën en milieugevoelige bestemmingen in acht moet worden
genomen per gebiedstypen. Een x staat voor: zonder meer toegestaan, (x) wil
zeggen onder voorwaarden en een M staat voor maatbestemming. Het plangebied
valt onder Buitengebied.
Categorie→
Gebiedstypen↓
|
1
0 meter |
2
0 meter |
3.1
30 meter |
3.2
50 meter |
4
100-200 m |
5
|
Binnenstad
|
X
|
X
|
(X)
|
M
|
M
|
-
|
Woonwijk 1
|
X
|
X
|
(X)
|
M
|
-
|
-
|
Woonwijk 2
|
X
|
(X)
|
-
|
-
|
-
|
-
|
Voorzieningenwijken
|
X
|
X
|
(X)
|
M
|
M
|
-
|
Bedrijventerrein 1
|
X
|
X
|
X
|
X
|
(X)
|
M
|
Bedrijventerrein 2
|
X
|
X
|
X
|
(X)
|
(X)
|
-
|
Buitengebied
|
X
|
X
|
M
|
M
|
-
|
-
|
Hoofdinfrastructuur
|
X
|
X
|
(X)
|
(X)
|
-
|
-
|
In het ontwerpbestemmingsplan was per abuis de tabel niet
opgenomen, waardoor de VNG-afstanden zouden gelden, in plaats van de in de door
de raad vastgestelde beleidsnota Bedrijven en Bestemmingsplannen opgenomen
afstanden.
Wij stellen u voor, onder voorbehoud van
gunstig advies van de commissie Duurzaamheid, vast te stellen het
bestemmingsplan Buitengebied 2005 bestaande uit de plankaarten RO-26-21-01 en
RO-26-21-02 en de Voorschriften van 10
december 2004, vergezeld gaande van een Toelichting van 10 december 2004.
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van Delft,
mr. drs. G.A.A. Verkerk ,burgemeester.
mr. drs. H.G.L.M. Camps ,secretaris
De raad van de gemeente Delft;
gelezen het voorstel van het college van 11
januari 2005;
gezien het advies van de commissie
Duurzaamheid;
gelet op het bepaalde in de Wet op de
Ruimtelijke Ordening;
overwegende dat het noodzakelijk is een
nieuw bestemmingsplan vast te stellen voor het gebied, zoals nader is
aangegeven op de plankaart behorende bij het bestemmingsplan;
dat het plan een overwegend conserverend
karakter heeft en voorziet in moderne regelgeving voor de bestaande bebouwing;
dat het plan op 9 mei 2003 is verzonden om
overleg ex artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening;
dat naar aanleiding van dit overleg diverse,
in de Nota Overleg en Inspraak van september 2004 nader aangegeven, reacties
zijn ingekomen;
dat als bedoeld in artikel 6A van de Wet op
de Ruimtelijke Ordening juncto de gemeentelijke Inspraakverordening het
voorontwerp-bestemmingsplan met belangstellenden is besproken op 16 juni 2003
en tevens ter inzage is gelegd van 10 juni 2003 tot 8 juli 2003 met de mogelijkheid tot indiening van schriftelijke
inspraakreacties;
dat het voorontwerp-bestemmingsplan naar
aanleiding van reacties uit het overleg ex artikel 10 Besluit op de ruimtelijke
ordening en de inspraakreacties is aangepast tot ontwerp-bestemmingsplan;
dat het ontwerp-bestemmingsplan van 13
september 2004 tot 11 oktober 2004 ter inzage is gelegd met mededeling van de
mogelijkheid tot indiening van schriftelijke zienswijzen;
dat naar aanleiding van de ter inzage
legging 15 brieven met zienswijzen zijn ingekomen;
dat van de gelegenheid tot het kenbaar maken
van zienswijzen door de volgende reclamanten gebruik is gemaakt:
1.
D.J.C. van Zuijlen en C.G.M. Wensveen, Schieweg 146, 2627 AR
Delft;
2.
namens Transportbedrijf Joh. Van der Haas B.V en de besloten
vennootschap participatiemaatschappij Van der Haas B.V.: E.B.H. Advocaten, de
heer J. Hiemstra, Postbus 70, 2600 AB Delft;
3.
namens Scheepswerf Bocxe Delft: Adromi B.V., Reeweg 146,
3343 AP Hendrik Ido Ambacht;
4.
Nederlands Meetinstituut B.V., de heer C. Gouwens, Postbus
654, 2600 AR Delft;
5.
namens Art Centre Delft V.O.F.: Schaap & Partners,
I.J.M.I. Souren, Postbus 23052, 3100 KB Rotterdam;
6.
Stichting Sportpark Tanthof Zuid, Secretaris de heer J. Kunz, Merellaan 66, 2289 EB
Rijswijk (ZH);
7.
G. van den Bos, Rotterdamseweg 211, 2629 HE Delft;
8.
Belangenplatform Tanthof, Voorzitter L.P. Dias, Zambiastraat 19, 2622 DG
Delft;
9.
I. Geraeds en A. Kemps, Schieweg 166, 2627 AS Delft;
10.
J.L. Tetteroo, Rotterdamseweg 470, 2629 HJ Delft;
11.
J.L. Tetteroo jr., Rotterdamseweg 472, 2629 HJ Delft;
12.
Zuid-Hollandse Milieufederatie, P.J.H.D. Verkoelen, Postbus 22344, 3003
DH Rotterdam;
13.
Luchtverkeersleiding Nederland, R.F. Overgoor, Postbus 75200, 1117 ZT
Luchthaven-Schiphol
14.
Inspectie Verkeer en Waterstaat, Divisie Luchtvaart, Unit Infrastructuur,
Postbus 575, 2130 AN Hoofddorp;
15.
Belangenvereniging Huiseigenaren Tanthof Delft, Secretaris J.R. Blom,
Postbus 634, 2600 AP Delft.
dat 13 zienswijzen tijdig zijn ingediend en
dat die indieners in hun zienswijzen zijn ontvangen;
dat de inhoud van de zienswijzen, alsmede de
redenen waarom al dan niet daaraan tegemoet wordt gekomen, zijn weergegeven in
de bij dit besluit behorende Nota Zienswijzen;
dat reclamanten in de gelegenheid zijn
gesteld de zienswijzen mondeling toe te lichten in een op 11 januari 2005
gehouden hoorzitting;
dat het verslag van de hoorzitting als
bijlage bij de Nota zienswijzen is gevoegd;
dat de op de hoorzitting naar voren
gebrachte toelichting op de zienswijzen is meegenomen bij de behandeling van de
zienswijzen;
dat naar aanleiding van ambtshalve
overwegingen het wenselijk wordt geacht de voorschriften en plankaart op enkele
onderdelen te wijzigen;
dat de overwegingen die aan de ambthalve
wijzigingen ten grondslag liggen zijn weergegeven in het bij dit besluit
behorende voorstel;
gelet op de bij het bestemmingsplan
behorende toelichting;
b e s l u i t :
met inachtneming
van de in het voorstel van burgemeester en wethouders weergegeven overwegingen,
welke geacht worden van dit besluit deel uit te maken ;
I. dat 13 indieners van de zienswijzen met
betrekking tot het ontwerp-bestemmingsplan in hun zienswijze ontvangen worden;
II. aan de zienswijzen van reclamanten 1,2,3,9 en
12 gedeeltelijk tegemoet wordt gekomen, aan de zienswijzen van reclamanten
4,5,6,7,8,10,11 en 13 niet wordt tegemoetgekomen en de zienswijzen van reclamanten 14,15 niet ontvankelijk
worden verklaard;
III.
het bestemmingsplan Buitengebied 2005 gewijzigd vast te stellen ten opzichte
van het ontwerp van het bestemmingsplan zoals dit ter inzage heeft gelegen. De
wijzigingen betreffen:
A. voor wat betreft de plankaart de
wijzigingen, zoals weergegeven op de bij dit besluit behorende en als zodanig
gewaarmerkte wijzigingenkaart;
B. voor wat betreft de
voorschriften de wijzigingen inhoudende:
1.
artikel 2 wijze van meten, wordt een nieuw lid 3 toegevoegd, dat luidt
als volgt:
“3. grensbouwhoogte
de afstand van peil tot de
snijlijn van gevelvlak en dakvlak, waarboven vanaf de snijlijn één dakvlak met
een helling van 14º is toegestaan.”;
2. artikel 6 recreatieve doeleinden (intensief): wordt aan lid 2 een
nieuwe sub c toegevoegd, dat luidt als volgt:
“c. uitsluitend ter plaatse van de subbestemming
rgk mag 1 hoofdgebouw worden gebouwd binnen de bebouwingsgrenzen met de
aanwijzing ‘locatie hoofdgebouw’, met een inhoud van maximaal 200 m2
en in afwijking van het bepaalde onder e mag de grensbouwhoogte niet meer
bedragen dan 3,5 m;”;
3. artikel 6
recreatieve doeleinden (intensief): wordt aan lid 2 sub f toegevoegd dat de bouwhoogte maximaal 5 m mag bedragen;
4. artikel 6
recreatieve doeleinden (intensief): wordt in lid 2 sub g gewijzigd dat het gezamenlijk oppervlak van gebouwen
als bedoeld onder f maximaal 200 m2 in plaats van 400 m2 mag bedragen ter plaatse van
de subbestemming rgk;
5. artikel 6 recreatieve doeleinden (intensief): wordt aan lid 2 sub h
toegevoegd dat de bouwhoogte
van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal mag bedragen: “- 1 m voor vlonders, ter plaatse van de
subbestemming rgk.;
6. artikel 34 overgangsbepalingen: toegevoegd is “Het
onder sub a bepaalde geldt niet,
indien:
- het betreft bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip
van de ter inzage legging van
het ontwerp van dit plan, maar die zijn gebouwd in strijd met het vorige, vóór het onderhavige plan geldende
bestemmingsplan;
én
- dat bouwwerk is gerealiseerd, nadat dat vorige
bestemmingsplan rechtskracht
heeft gekregen.”;
7. artikel 35 strafbepaling: de
stafbepaling is aangepast. De zinsnede ” is een strafbaar feit als bedoeld in
artikel 59 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening” is vervangen door “wordt
hierbij aangeduid als een strafbaar feit en daarmee als een economisch delict
als bedoeld in artikel 1a, onder 2o van de Wet op de economische
delicten”
8. artikel
36 titel: “Buitengebied 2004” is vervangen door “Buitengebied 2005”.
9. Bijlage
1. Lijst van Bedrijfstypen: toegevoegd is een tabel waarin de afstand tussen de categorieën en milieugevoelige
bestemmingen in acht moet worden genomen
per gebiedstype.
“In de Lijst van Bedrijfstypen is aan de
typen bedrijven een categorie toegekend. Onderstaande
tabel geeft de afstand aan die tussen de categorieën en milieugevoelige bestemmingen in acht moet worden genomen
per gebiedstypen. Een x staat voor:
zonder meer toegestaan, (x) wil zeggen onder voorwaarden en een M staat voor maatbestemming. Het
plangebied valt onder Buitengebied.”
Categorie→
Gebiedstypen↓
|
1
0 meter |
2
0 meter |
3.1
30 meter |
3.2
50 meter |
4
100-200 m |
5
|
Binnenstad
|
X
|
X
|
(X)
|
M
|
M
|
-
|
Woonwijk 1
|
X
|
X
|
(X)
|
M
|
-
|
-
|
Woonwijk 2
|
X
|
(X)
|
-
|
-
|
-
|
-
|
Voorzieningenwijken
|
X
|
X
|
(X)
|
M
|
M
|
-
|
Bedrijventerrein
1
|
X
|
X
|
X
|
X
|
(X)
|
M
|
Bedrijventerrein
2
|
X
|
X
|
X
|
(X)
|
(X)
|
-
|
Buitengebied
|
X
|
X
|
M
|
M
|
-
|
-
|
Hoofdinfrastructuur
|
X
|
X
|
(X)
|
(X)
|
-
|
-
|
IV.
aldus vast te stellen het bestemmingsplan Buitengebied 2005 bestaande uit een
plankaart RO-26-21- 01 en RO-26-21-02 en de voorschriften d.d. 10 december
2004, vergezeld gaande van een toelichting d.d. 10 december 2004.
Aldus vastgesteld in de openbare
raadsvergadering van 27 januari 2005.
,burgemeester.
,griffier.