Stuk
50 I Delft,
15 maart 2005.
546087
Onderwerp: Bestendiging
gemeentelijk voorkeursrecht op basis
van
bestemmingsplan “Harnaschpolder Delft,
Lookwatering-west
en Voordijkshoorn”, ex artikel 2
Wet
voorkeursrecht gemeenten (verlenging).
Aan de gemeenteraad.
Geachte dames en heren,
In het kader van de ontwikkeling van de
Harnaschpolder hebben burgemeester en wethouders van de (toenmalige) gemeente
Schipluiden voor diverse percelen in de gebieden Voordijkshoornsepolder, Lookwest-noord
en Lookwatering-west op 5 december 2002 aan de raad van die gemeente
voorgesteld te besluiten tot het vestigen van het voorkeursrecht op basis van
artikel 8 van de Wet voorkeursrecht gemeenten (hierna “Wvg”).
De
raad van de gemeente Schipluiden heeft bij besluit van 28 januari 2003, nummer
2003.009, het op grond van genoemd voorstel gevestigde (tijdelijke)
voorkeursrecht bestendigd voor de duur van maximaal twee jaar.
Op 1 januari 2004 heeft een grenscorrectie
plaatsgevonden waardoor een deel van de Harnaschpolder dat voorheen behoorde
tot de gemeente Schipluiden met ingang van die datum tot het grondgebied van de
gemeente Delft behoort. Op grond van de Wet algemene
regels herindeling (Wet arhi) is het door de gemeente Schipluiden gevestigde
voorkeursrecht van rechtswege overgegaan op de gemeente Delft, voorzover het de
gronden betreft die thans Delfts grondgebied zijn (Voordijkshoornsepolder en
Lookwatering-west).
In dit voorstel wordt u, gelet op het
bepaalde in de Wet voorkeursrecht gemeenten, ter besluitvorming voorgelegd over
te gaan tot het bestendigen van het voorkeursrecht op de gronden die begrepen
zijn in het bestemmingsplan Harnaschpolder Delft, Lookwatering-west en
Voordijkshoorn, op basis van artikel 2 juncto 8 lid 5 Wvg, de zogenaamde reguliere vestiging.
Voor zover nodig wordt onderstaand kort
aandacht geschonken aan doel en werking van het gemeentelijk voorkeursrecht.
Vervolgens komt de procedure (in beknopte vorm) voor vestiging van het
voorkeursrecht volgens artikel 2 Wvg aan de orde.
De vestiging van het voorkeursrecht
heeft tot doel om de gemeente (al dan niet in samenwerking met private
partijen) een betere uitgangspositie op de vastgoedmarkt te verschaffen. Het
voorkeursrecht kan dan een ondersteuning betekenen voor het te voeren
verwervingsbeleid. Daarnaast kunnen ongewenste verkopen en buitensporige
grondprijsstijgingen worden tegengegaan. Het inzetten van het instrument past
in het actieve grondbeleid, waardoor de gemeente optimale regie kan voeren bij
de ontwikkeling van de bouwplannen.
De Wvg voorziet erin dat als een
eigenaar gronden wil verkopen waarop het voorkeursrecht van toepassing is, hij
deze eerst aan de gemeente te koop dient aan te bieden.
Procedure voor de onderhavige vestiging
van het voorkeursrecht
Tot 16 november 2004 was het
voorkeursrecht voor de locaties Voordijkshoornsepolder en Lookwatering-west
gebaseerd op artikel 8 Wvg. Op voornoemde datum is het voorkeursrecht op grond van een besluit van
burgemeester en wethouders ex artikel 6 Wvg verlengd op basis van het op
diezelfde dag ter inzage gelegde ontwerp-bestemmingsplan “Harnaschpolder
Delft”.
Dit betreft een tijdelijk
voorkeursrecht (voorbescherming), dat thans omgezet dient te worden in een
zogenaamde reguliere vestiging op basis van artikel 2 Wvg. Deze
omzetting/vestiging kan plaatsvinden zodra het bestemmingsplan “Harnaschpolder
Delft, Lookwatering-west en Voordijkshoorn” door uw raad is vastgesteld.
Nadat uw besluit is genomen en in
werking is getreden behoudt het voorkeursrecht zijn geldigheid voor onbepaalde
tijd totdat niet meer voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 2 lid 2 Wvg
(o.a. realisering van de beoogde bestemmingen).
Op bij dit besluit behorende
perceelslijst en tekeningen, nummers L-03-60-49A en L-03-60-51B, zijn de
percelen en perceelsgedeelten aangegeven waarop het voorkeursrecht opnieuw gevestigd zou moeten worden.
Alle op de lijst vermelde percelen zijn
gelegen in het bestemmingsplan “Harnaschpolder Delft, Lookwatering-west en
Voordijkshoorn” en hebben een
niet-agrarische bestemming en een afwijkend gebruik ten opzichte van het
bestemmingsplan, zoals woningbouw, wonen en bijbehorende voorzieningen,
waaronder groen-, water- en verkeersvoorzieningen, een en ander zoals nader
aangegeven in het bestemmingsplan “Harnaschpolder Delft, Lookwatering-west en
Voordijkshoorn ” en zoals op onderdelen nader zal worden uitgewerkt te zijner
tijd in uitwerkingsplannen ex artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening
(WRO).
Naar ons oordeel bestaat nog steeds
behoefte aan het voorkeursrecht voor de aangewezen gronden. Wij achten het niet
onwaarschijnlijk dat derden alsnog (strategische) grondaankopen zullen doen.
Aangezien het doel waarvoor destijds door de gemeente Schipluiden het
tijdelijke voorkeursrecht werd gevestigd nog steeds van kracht is (de
regiefunctie op de integrale planontwikkeling), achten wij het van belang het
voorkeursrecht wederom als grondbeleidinstrument in te zetten.
Gelet op het bepaalde in artikel 4:8
van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zijn belanghebbenden vanaf 18 november
2004 tot 1 februari 2005 in de gelegenheid gesteld hun zienswijzen over het
concept-raadsvoorstel en –raadsbesluit schriftelijk dan wel mondeling naar
voren te brengen.
Er is één zienswijze ingediend, die
niet heeft geleid tot aanpassing van het voorstel. Het betreft de zienswijze
van de heer J.H. Lekkerkerk en mevrouw J.C. Lekkerkerk d.d. 21 december 2004,
met kenmerk 30095660/B01/mko.
De eigenaren van het perceel kadastraal
bekend gemeente Delft, sectie V, nummer 2207, verzoeken de raad om niet over te
gaan tot het bestendiging van het voorkeursrecht op hun perceel. De eigenaren
geven aan dat het bestendigen van het voorkeursrecht thans overbodig is, omdat
de gemeente Schipluiden in 2003 niet tijdig heeft gereageerd op hun verzoek tot
het laten uitbrengen van een prijsadvies door derden deskundigen waardoor zij
op grond van de wet met ingang van 16 mei 2003 gedurende een periode van drie
jaar vrij zijn het perceel aan derden te verkopen.
Met
betrekking tot deze ingebrachte zienswijze merken wij het volgende op.
Het is juist dat de eigenaren ingevolge
de wet tot 16 mei 2006 vrij zijn het perceel aan derden te verkopen. Dit staat
echter niet in de weg aan de vestiging van het voorkeursrecht. De wet verplicht
niet tot het laten vervallen van het voorkeursrecht in een dergelijk geval. Op
dit moment is het perceel nog steeds aangewezen in het kader van de Wet
voorkeursrecht gemeenten. Aangezien het
perceel nog steeds benodigd is voor de gewenste ontwikkeling, zoals in het
bestemmingsplan is aangegeven, is het vestigen van het reguliere voorkeursrecht
op dit perceel gewenst. Het bestendigen van het voorkeursrecht door de raad
doet niets af aan de periode waarin de huidige eigenaren gerechtigd zijn het
aan derden te verkopen. Inmiddels heeft de gemeente Delft de coördinatie en de
planning van de verwerving alsmede de verdere concretisering van de planvorming
met betrekking tot het gebied waarbinnen het perceel gelegen is overgenomen van
de gemeente Schipluiden en is sindsdien ook een bod op het perceel uitgebracht.
Wij zien daarom vooralsnog geen aanleiding het voorkeursrecht met betrekking
tot dit perceel niet te bestendigen.
Voorstel
Gelet op het bepaalde in de Wvg stellen
wij u voor, onder voorbehoud van gunstig advies van de commissie duurzaamheid,
de in het bijgevoegde besluit genoemde gronden op basis van artikel 2 juncto
artikel 8 lid 5 Wvg aan te wijzen als gronden waarop de artikelen 10-24, 26 en
27 van de Wvg van toepassing zijn.
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van Delft,
mr. drs. G.A.A. Verkerk ,burgemeester.
mr. drs. H.G.L.M. Camps ,secretaris.
Stuk 50 I
546087
De raad der gemeente Delft;
-
gelezen het voorstel van het college
d.d. 1 maart 2005, waarin de redenen zijn vermeld tot aanwijzing van percelen
in het gebied Harnaschpolder, waarop het voorkeursrecht gemeenten van
toepassing wordt verklaard;
-
gezien de vaststelling van het
bestemmingsplan “Harnaschpolder Delft, Lookwatering-west en Voordijkshoorn” ;
-
gelet op de door belanghebbenden in het
kader van artikel 4:8 Algemene wet bestuursrecht naar voren gebrachte
zienswijzen en de reactie daarop, zoals verwoord in het raadsvoorstel;
-
gelet op artikel 2 alsmede de overige
van toepassing zijnde bepalingen van de Wet voorkeursrecht gemeenten en de
Algemene wet bestuursrecht;
b e s l u i t :
Op basis van artikel 2 van de Wet
voorkeursrecht gemeenten aan te wijzen als gronden, waarop de artikelen 10-24,
26 en 27 van de Wet voorkeursrecht gemeenten van toepassing zijn, de percelen,
gelegen in het bestemmingsplan “Harnaschpolder Delft, Lookwatering-west en
Voordijkshoorn”, zoals deze zijn aangegeven op de bij dit besluit behorende
kadastrale tekeningen nummers L-03-60-49A en L-03-60-51B en perceelslijst,
houdende de kadastrale aanduiding van de in de aanwijzing opgenomen percelen en
perceelsgedeelten, hun grootte alsmede de namen van de eigenaren en van de
rechthebbenden op de daarop rustende beperkte rechten, een en ander naar de
stand van de openbare registers van het kadaster per 14 februari 2005, met de
aantekening dat de percelen eerder in de hierna genoemde aanwijzingen betrokken
zijn geweest :
-
de aanwijzing bij besluit van 5
december 2002 van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente
Schipluiden ex artikel 8a van de Wet voorkeursrecht gemeenten, ingeschreven in
de Openbare Registers, register Onroerende Zaken Hypotheken 4, deel 40043
nummer 77, bestendigd bij besluit van de gemeenteraad van Schipluiden van 28
januari 2003, nummer 2003.009, ex artikel 8 van de Wet voorkeursrecht
gemeenten, ingeschreven in de Openbare Registers, register Onroerende Zaken
Hypotheken 4, deel 40072 nummer 112, vervallen verklaard met ingang van 19
november 2004 ingevolge artikel 6 van de Wet voorkeursrecht gemeenten voor
zover het de gronden betreft die met ingang van 1 januari 2004 tot het
grondgebied van de gemeente Delft behoren, ingeschreven in de Openbare
Registers, register Onroerende Zaken Hypotheken 4, deel 40460 nummer 30;
-
de aanwijzing bij besluit van 16
november 2004, reg.nr. 467377, door het college van burgemeester en wethouders
van Delft ex artikel 6 van de Wet voorkeursrecht gemeenten, ingeschreven in de
Openbare Registers, register Onroerende Zaken Hypotheken 4, deel 40460 nummer
30.
Aldus vastgesteld in de openbare
raadsvergadering van 31 maart 2005.
, burgemeester.
, griffier.