Stuk
87 I Delft, 17 mei 2005.
556943
Onderwerp: heroverwegingsbesluit
inzake het bezwaar tegen het voorbereidingsbesluit Van Foreestweg/ Van
Kinschotstraat
Aan de gemeenteraad.
Geachte dames en heren,
In de openbare raadsvergadering van 24 juni 2004 is bepaald
dat een bestemmingsplan wordt voorbereid voor het plangebied Van Foreestweg/Van
Kinschotstraat, dat begrensd wordt door aan de noordzijde de Van Foreestweg,
aan de oostzijde de Provinciale weg, an de zuidzijde de Sasboutstraat en aan de
westzijde door de Van Kinschotstraat. Dit besluit is bekend gemaakt in de
Stadskrant van 27 juni 2004.
Tegen dit voorbereidingsbesluit is door M.K. Monteny en E.J.
Monteny-Lander (verder: reclamanten) op 18 juli 2004 een bezwaarschrift ingediend.
Het bezwaarschrift is in handen gesteld van de
Adviescommissie voor bezwaarschriften. De commissie heeft op 2 november 2004
geadviseerd om het bestreden besluit in stand te laten en het bezwaarschrift
ongegrond te verklaren.
De commissie heeft geen redenen gevonden om aan te nemen dat
het doel waarvoor het voorbereidingsbesluit is genomen, onredelijk is. Uit het
ontwikkelingsplan Van Foreestweg/Van Kinschotstraat is afdoende gebleken welke
plannen de gemeente Delft heeft voor de locatie in kwestie. Voorts is de vrees
van reclamanten, dat de geplande hoogbouw naderhand niet past in het
bestemmingsplan, dat volgens het college in 2005 zal worden herzien, niet door
concrete gegevens onderbouwd. Tevens hebben reclamanten aangevoerd dat het
plangebied te ruim is omschreven. Gedoeld wordt op de groenstrook met water die
is opgenomen in het voorbereidingsbesluit, terwijl hier geen bouwactiviteiten
zijn gepland. Hoewel de geplande bouw niet zal plaatsvinden op de groenstrook,
zijn reclamanten niet door het opnemen van de groenstrook in het plangebied
geschaad, aangezien zij zelf geen bouwplannen hebben op deze groenstrook.
Verder is gebleken dat de bezwaren van reclamanten niet
zozeer gericht zijn tegen het voorbereidingsbesluit, maar tegen de eventuele verlening
van vrijstelling ten behoeve van de
geplande hoogbouw. Naar het oordeel van de commissie is er geen
aanleiding voor de conclusie dat de gemeenteraad niet in redelijkheid tot het
nemen van een voorbereidingsbesluit heeft kunnen overgaan, nu het niet zo is
dat bij een globale beschouwing aanstonds duidelijk had behoren te zijn dat het
voorgenomen bouwplan in planologisch opzicht onaanvaardbaar is.
Voor zover de bezwaren zijn gericht tegen de geplande
hoogbouw, verwijst de commissie naar de vrijstellingsprocedure die in het kader
van de bouwvergunningaanvraag zal worden gevoerd en de bezwaarmogelijkheid die
daartegen openstaat.
Wij stellen u voor, onder bijvoeging en verwijzing naar het
advies van de Adviescommissie voor bezwaarschriften, te bepalen dat het bezwaar
ongegrond wordt verklaard, waartoe wij u een in ontwerp opgemaakt besluit ter
vaststelling aanbieden.
Hoogachtend,
mr. drs. G.A.A. Verkerk ,burgemeester.
drs. Y. van Delft ,griffier.
De raad der gemeente Delft;
kennis genomen van het advies van de Adviescommissie voor
bezwaarschriften d.d. 2 november 2005;
gelezen het voorstel van het college van 17 mei 2005;
gelet op artikel 7:12 en 7:13 van de Algemene wet
bestuursrecht.
b e s l u i t:
I. te verklaren dat het bezwaarschrift
van M.K. Monteny en E.J. Monteny-Lander ongegrond is;
II. te bepalen dat dit besluit aan
reclamanten wordt toegezonden onder vermelding van de beroepsmogelijkheid van
artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht..
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 2 juni
2005.
,burgemeester.
,griffier.
Belanghebbenden in de zin van de Algemene wet bestuursrecht
kunnen binnen 6 weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd
beroepschrift indienen bij de Rechtbank ’s Gravenhage, sector bestuursrecht,
postbus 20302, 2500 EH te Den Haag.