Ontwerp

 

Gemeentelijk Riolering Plan Delft 2006-2010

 

(Beheerplan Riolering)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gemeente Delft

Wijk en Stadszaken

Ingenieursbureau

Team Beheerplannen


 

Bestuurlijke samenvatting

 

Inleiding

Dit is het derde Gemeentelijk Rioleringsplan dat door de gemeenteraad van Delft wordt vastgesteld. De planperiode beslaat de jaren 2006 tot en met 2010. Het wettelijk verplichtte meerjaren beleidsplan geeft aan hoe de openbare riolering in Delft in de komende jaren onderhouden en uitgebreid wordt. De strategische keuzen uit het GRP geven op hoofdlijnen de hierna volgende wijzigingen ten opzichte van eerder vastgesteld beleid.

 

Samenvatting

De begroting is ingericht volgens een nieuwe structuur met de rubrieken beleid en beheer, klein onderhoud, groot onderhoud en administratieve posten.

 

Naast de voorzieningen ten behoeve van de inzameling en transport van huishoudelijk en industrieel afvalwater vallen ook de voorzieningen ten behoeve van de inzameling en transport van grondwater en regenwater onder de openbare riolering. Alle maatregelen en daarbij behorende kosten voor de openbare riolering zijn in het GRP opgenomen en in het gesloten begrotingscircuit “onderhoud en vernieuwen riolen en gemalen” en “rioolrechten” ondergebracht.

 

Het aantal te inspecteren kilometers vrijverval riolering wordt vergroot van 8 naar 20 kilometer per jaar, teneinde versneld een kompleet kwaliteitsbeeld van de riolering te krijgen.

 

Het klein onderhoud aan de openbare toiletten wordt ondergebracht bij het klein onderhoud gemalen.

 

Er is een globaal meerjarenprogramma groot onderhoud riolen opgesteld dat voorziet in vervanging van ca. 25 kilometer riolering in de planperiode.

 

Het investeringsprogramma voor het behalen van de basisinspanning is op maatregelniveau vastgelegd, en volgens de planning in 2010 afgerond.

 

Het investeringsprogramma voor het behalen van het waterkwaliteitsspoor is op maatregelniveau vastgelegd en volgens de planning in 2010 afgerond.

 

Het investeringsprogramma voor de sanering van de lozingen in het buitengebied is op maatregelniveau vastgelegd en volgens de planning in 2008 afgerond.

 

Voor de aanleg van drainage is een meerjaren investeringsprogramma voor de aanleg van circa 22 kilometer drainage tot en met 2010 opgesteld.

 

Om de maatregelen uit dit GRP uit te voeren zijn er voor voorbereiding en toezicht op jaarbasis 10 formatie tijd eenheden extra benodigd.  Hiervan zal 75 % in vaste dienst komen en 25% worden ingehuurd. De personeelskosten zijn opgenomen in de meerjarenbegroting en de investeringen.

 

Ten behoeve van het groot onderhoud riolen wordt in de planperiode voor een bedrag van € 2 miljoen aan onttrekkingen uit de voorziening egalisatie GRP voorzien, zodat deze voorziening in 2010 eindigt op het saldo € 0,75 miljoen positief. Dit saldo kan worden aangewend voor de grondwaterproblematiek.

 

Gelet op de meerjarenbegroting van de kosten van het GRP kan in de planperiode worden volstaan met handhaving van de stijgingen van het rioolrecht uit de nota actualisatie GRP uit 2003, geοndexeerd met de jaarlijkse inflatiecorrectie.

 

 

Besluit

 

De raad van de gemeente Delft wordt voorgesteld:

 

Het Gemeentelijk Rioleringsplan Delft 2006-2010 vast te stellen als kaderstellende beleidsnota voor het beheer, het onderhoud en de uitbreidingsinvesteringen alsmede de kostendekking van de openbare riolering voor de jaren 2006 tot en met 2010.

 

 

 

 


Inhoud GRP Delft 2006-2010

 

H1 Inleiding

1.1       aanleiding ……………………………………………………………………………….    6

1.2       afbakening ………………………………………………………………………………    6

1.3       geldigheidsduur …………………………………………………………………..          6

1.4       procedures  …………………………………………………………………………….    6

1.5       leeswijzer / opbouw van het plan …………………………………………………….    6

 

H2 Doelen, functionele eisen, maatstaven en meetmethoden

2.1       inleiding …………………………………………………………………………………    7

2.2       evaluatie voorgaand plan …………………………………………………………….      7

2.2.1     benchmarking rioleringszorg …………………………………………………………     8

2.3       relatie met andere plannen …………………………………………………………..     10

2.3.1     Europese Kaderrichtlijn water ……………………………………………………….     10

2.3.2     4e Nota waterhuishouding ……………………………………………………………     10

2.3.3     Provinciaal Beleidsplan Milieu en Water …………………………………………..      10

2.3.4     Waterbeheersplan Hoogheemraadschap van Delfland …………………………..      11

2.3.5     Waterplan Delft “een blauw netwerk” ……………………………………………….     14

2.4       overleg derden ………………………………………………………………………...     14

2.4.1     reactie Hoogheemraadschap van Delfland …………………………………………     14

2.4.2     reactie Provincie Zuid-Holland  ………………………………………………………     15

2.4.3     duurzaamheidplatform Delft ………………………………………………………….     15

2.5       doel voor de planperiode ……………………………………………………………..     15

2.6       functionele eisen, maatstaven ……………………………………………………….     16

 

H3 Het rioolstelsel van Delft nu en in de toekomst

3.1       inleiding …………………………………………………………………………………    18

3.2       overzicht en toestand aanwezige objecten …………………………………………    18

3.2.1     inventarisatie areaal …………………………………………………………………..     20

3.2.2     kwaliteitsbeeld van de riolering ………………………………………………………     24

3.2.3     huidig functioneren van de riolering …………………………………………………     26

3.2.4     meldingen openbare ruimte ………………………………………………………….     31

3.3       beleid en beheer ………………………………………………………………………     32

3.3.1     beleidsadvisering en onderzoek  ……………………………………………………      32

3.3.2     rationeel beheer  ……………………………………………………………………...     32

3.3.3     inspectie ……………………………………………………………………………….     33

3.3.4     verordeningen en vergunningen ……………………………………………………        33

3.4       onderhoud …………………………………………………………………………….      35

3.4.1     klein onderhoud riolen ……………………………………………………………….      35

3.4.2     groot onderhoud riolen ……………………………………………………………….      36

3.4.3     klein onderhoud gemalen  …………………………………………………………..      38

3.4.4     groot onderhoud gemalen …………………………………………………………..       39

3.5       maatregelen openbare riolering (investeringsprogramma) ……………………..        39

3.5.1     uitvoering basisinspanning en waterkwaliteitsspoor …………………………….       39

3.5.2     afkoppelen verhard oppervlak ……………………………………………………..        40

3.5.3     aanleg drainage ……………………………………………………………………..       41

3.5.4     aanleg openbare riolering buiten de bebouwde kom  ……………………………       43

3.5.5     aanleg openbare riolering bij nieuwbouw   ………………………………………..       44

3.5.6     transport van afvalwater  ……………………………………………………………       45

 


H4 Middelen en kostendekking

4.1       personele middelen ………………………………………………………………….      47

4.1.1     te leveren arbeidsinspanning in de planperiode ………………………………….       48

4.2       financiλle middelen: kosten …………………………………………………………      48

4.2.1     administratieve posten ……………………………………………………………….     48

4.2.2     meerjaren begroting onderhoud en vernieuwen riolen en rioolgemalen ……….        49

4.3       kostendekking ………………………………………………………………………...     50

4.3.1     rioolrecht afgelopen periode  ……………………………………………………….       50

4.3.2     opgelegde aanslagen ………………………………………………………………..      50

4.3.3     voorziening egalisatie gemeentelijk rioleringsplan ……………………………….       51

4.3.4     rioolrecht planperiode ……………………………………………………………….       52

3.4.5     waterheffing ………………………………………………………………………….        52

 

H5 Conclusies en besluit (kaderstelling raad) ………………………………..                       53

 

Bijlagen:

1a  -     Overzicht meldingen 2000 – 2005 

1b  -     Afhandelingtermijnen meldingen

2    -     Groot onderhoud riolering (meerjarenplan)

3    -     Overzicht gemalen

4    -     Groot onderhoud gemalen (meerjarenplan)

5    -     Maatregelenprogramma basisinspanning en waterkwaliteitsspoor

6    -     Investeringsprogramma drainage

7    -     Meerjarenbegroting GRP 2006-2010

8a  -     Schriftelijke reactie Hoogheemraadschap van Delfland

8b  -     Schriftelijke reactie Provincie Zuid-Holland
H1 Inleiding

 

1.1       aanleiding

De gemeente is wettelijk verplicht een door de raad vastgesteld actueel Gemeentelijk Riolering Plan (GRP) te hebben. In het GRP wordt het beleid voor alle gemeentelijke taken met betrekking tot de riolering vastgelegd. Het GRP vervult een belangrijke input voor de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen van de programmabegroting. Ook afspraken met het Hoogheemraadschap van Delfland in het kader van het Waterplan Delft worden in het GRP nader uitgewerkt. Het GRP Delft 2001-2005 heeft een geldigheidsduur tot 31 december 2005. Uit de benchmark rioleringszorg van stichting Rioned kwam naar voren dat er in Delft nog een slag te maken valt wat betreft planmatiger werken. Dit wordt met het nieuwe GRP dan ook beoogd.

 

1.2       afbakening

Het “oude” GRP Delft 2001-2005 behandelt alleen de voorzieningen van de vuilwater en hemelwater riolering, niet de voorzieningen voor de beheersing van grondwater (drainage) en de afvoer van regenwater (afkoppelen). Aangezien de afvoer van regenwater en grondwater juridisch gezien ook onder het regime van het afvalwater valt, en er geen apart beheerplan is voor deze voorzieningen worden ze meegenomen in dit nieuwe GRP. De VNG pleit in de ledenbrief van 23 februari 2004 en in het rapport  “Baas in eigen buis” ook voor een verbreding van het GRP.

 

1.3       geldigheidsduur

De plantermijn van dit GRP zal net zoals de vorige twee GRP’s 5 jaar bedragen. Halverwege de planperiode is een actualisatie (partiele herziening) voorzien. Verwacht wordt dat er tegen die tijd meer duidelijkheid is over de consequenties van de Europese Kaderrichtlijn Water.

 

1.4       procedures

Het GRP Delft 2006-2010 is door de gemeente Delft onder regie van het team Beheerplannen opgesteld. Het plan is in concept voorgelegd aan het Hoogheemraadschap van Delfland, Provincie Zuid-Holland en de Inspectie VROM. Maatschappelijke toetsing vindt plaats in het Duurzaamheidplatform. Daarna volgt de vaststellingsprocedure door de gemeenteraad.

 

1.5       leeswijzer / opbouw van het plan

Voor de opbouw van het GRP wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de Leidraad Riolering, module A 1050 “Inhoud en opzet gemeentelijk rioleringsplan”. Met dit raamwerk voor planvorming worden alle aandachtspunten van een goed beheerplan op een logische wijze behandeld. Wel is de opbouw aangepast in die zin dat in hoofdstuk 3 de huidige situatie, de gewenste situatie en de te volgen strategie per onderwerp in ιιn paragraaf worden beschreven. Na de personele en financiλle consequenties wordt het besluit geformuleerd.

 


H2 Doelen, functionele eisen, maatstaven en meetmethoden

 

2.1       inleiding

 

2.2       evaluatie voorgaand plan

In het voorgaande GRP waren de volgende 5 doelen voor de planperiode 2001 tot en met 2005 opgenomen. Achter elk doel worden de genomen maatregelen in het kort opgesomd:

 

Doel 1   Zo veel mogelijk afvalwater inzamelen of ter plaatse zuiveren.

Er is (druk)riolering aangelegd in de Rotterdamseweg, Schieweg, Abtswoude en de Middelweg. Hiermee zijn sinds 1985 106 ongerioleerde lozingen aangesloten op de openbare riolering. 21 lozingen worden nog voor 2007 op de riolering aangesloten. De ongerioleerde lozingen in de gebieden die na de grenscorrectie bij Delft zijn gekomen worden allemaal nog voorzien van riolering of beλindigd. Voor de resterende 14 lozingen op oppervlaktewater wordt door de gemeente in samenwerking met Hoogheemraadschap Delfland een IBA (individuele behandeling van afvalwater = minizuivering) aangeboden.

Conclusie:        Dit doel wordt met het huidige beleid bereikt, op 1 januari 2008 wordt al het afvalwater ingezameld of ter plaatse gezuiverd.

 

Doel 2               Zo min mogelijk schoon water (regenwater en drainagewater) via
                        de afvalwaterriolering afvoeren.

In de planperiode is bij alle rioleringsprojecten (renovatie en nieuwe aanleg) onderzocht of regenwater en drainagewater van de vuilwater riolering konden worden afgekoppeld. Daar waar dit mogelijk was is dat ook daadwerkelijk gedaan. In de planperiode is ook de Afkoppelvisie Delft opgesteld. Het afkoppelen van verhard oppervlak is vastgesteld beleid geworden. In nieuwbouwprojecten wordt altijd een verbeterd gescheiden rioolstelsel waarbij schoon regenwater direct op het oppervlakte water loost aangelegd. 

Conclusie:        Dit doel wordt in nieuwbouwlocaties bereikt, in het bestaande gebied wordt op lange termijn de doelstelling uit de 4e Nota Waterhuishouding van 20 % afkoppelen behaald.

 

Doel 3               Schoon regenwater bufferen (in de bodem of in eigen waterpartijen).

Dit doel staat in relatie met doel 2. In de Wippolder is een infiltratie transport riool aangelegd. Daarnaast wordt in de nieuwbouwplannen voor het NSD-terrein, IKEA en de herinrichting van Tanthof de regenwaterafvoer van het verhard oppervlak gebufferd in de bodem of het eigen watersysteem. 

Conclusie:        het bufferen van schoon hemelwater is bij nieuwbouw en herinrichting bestaand beleid geworden.

 

Doel 4               Het functioneren van de riolering waarborgen en het voorkomen
                        van (water)overlast voor de gemeenschap.

De toestand van de riolering wordt op een adequaat niveau gehouden door het voeren van een systematisch inspectie, beheer en onderhoudsprogramma. Voor de bekende hydraulische knelpunten in de riolering zijn plannen opgesteld en uitgevoerd of in uitvoering. Voorbeelden zijn de Indische buurt, H. Dunantstraat, Rietveld, Het Raam, Van Leeuwenhoeksingel en de Irenetunnel.

Conclusie:        Voor de thans bekende knelpunten zijn verbeteringsplannen opgesteld, een deels uitgevoerd. Door veranderende klimaatomstandigheden met zwaardere regenbuien blijft de aandacht voor de rioleringscapaciteit relevant.

 

Doel 5               Met de rioleringssystemen het milieu zo min mogelijk belasten.

In de planperiode zijn voor alle rioolstelsels hydraulische vuiluitworpberekeningen gemaakt en is een saneringsprogramma voor de overstorten opgesteld dat voldoet aan de (milieu c.q. lozing) eisen van het Hoogheemraadschap van Delfland. Voor de resterende lozingen uit de overstorten is een Wvo-lozingsvergunning aangevraagd. Het saneringsprogramma dat bestaat uit het vergroten van de berging in de riolering en het afkoppelen van verhard oppervlak is in uitvoering genomen en loopt tot 2010. Hiernaast is onderzoek uitgevoerd naar het beλindigen van de dosering van Nutriox bij het te transporteren afvalwater uit Pijnacker.

Conclusie: In de planperiode van dit GRP zal nog volop uitvoering moeten worden gegeven aan de uitvoering van maatregelen voor de basisinspanning en het waterkwaliteitsspoor. 

 

2.2.1     benchmarking rioleringszorg

Tijdens het besluitvormingproces van de nota actualisatie GRP 2003 ontstond de vraag hoe Delft op het rioleringsvlak presteert in relatie tot andere gemeenten. Met name op het gebied van onderhoud aan de riolering ontbrak het referentiekader. In die zelfde tijd was de gemeente Delft al ambtelijk in de begeleidingscommissie van de eerste pilot benchmarking rioleringszorg van 5 gemeenten door de Stichting Rioned vertegenwoordigd. Daarna heeft Delft zich daarna aangemeld voor de tweede uitgebreidere pilot benchmarking rioleringszorg. De uitkomsten van de benchmarking zouden een rol moeten spelen in het op te stellen nieuwe Gemeentelijk rioleringsplan 2006-2010. De tweede benchmarking waaraan 39 gemeenten hebben deelgenomen is gestart in september 2002 en in juli 2003 is het definitieve rapport gepresenteerd. Hierna volgt een kort overzicht van de onderzochte aandachtsvelden, de bevindingen en de daarop ondernomen acties. Per onderdeel kan een score van 1,  0,75, 0,5 of 0,25 behaald worden. Een score van 1 betekent dat de gemeente bij de 25% best presterende gemeenten behoort, een score van 0,25 betekent dat de gemeente bij de 25%  laagst presterende gemeenten behoort.

 

Toestand en functioneren

Op het aandachtsveld toestand en functioneren zijn twee indicatoren van toepassing: het aantal knelpunten per 100 kilometer en het kwaliteitsbeeld. Delft scoort respectievelijk 0,75 en 0,25. Het aantal knelpunten per kilometer in Delft is gering ten opzichte van de deelnemende gemeenten. Er zijn in verhouding weinig plaatsen in Delft met wateroverlast veroorzaakt door de riolering. De score op het  kwaliteitsbeeld is laag, omdat een deel van de riolering nog niet geοnspecteerd is. Ook zijn de inspectieresultaten (nog) niet ingevoerd in het beheersysteem (digitaal beschikbaar). De meeste andere gemeenten hebben alle riolering tenminste een maal geοnspecteerd en inspectieresultaten kwaliteitsgegevens opgeslagen in het beheerprogramma.

 

Actie:

Alle nieuwe inspecties worden thans ingevoerd in het beheersysteem. Dit zijn enerzijds de opleveringsinspecties van nieuw aangelegde riolering en anderzijds de inspecties van riolen ouder dan 15 jaar. Dit gebeurt binnen het reguliere budget. Het nieuwe inspectieprogramma (uitbreiding aantal kilometers per jaar) zal worden vastgelegd in dit GRP 2006-2010.

 

Milieu-inspanning

Bij de milieu-inspanning wordt gekeken hoe ver de gemeente is met het realiseren van de basisinspanning. De basisinspanning is een landelijke norm voor het terugbrengen van de lozing op oppervlaktewater vanuit overstorten. Deze reductie van circa 50 % moet in 2005 worden behaald.

Delft scoort laag bij de milieu-inspanning (0,25) omdat laat is gestart met het nemen van de maatregelen voor de basisinspanning. De peildatum van de benchmarking is 1 januari 2002, de meerderheid van de deelnemende gemeenten waren op dat moment al een stuk verder met het nemen van maatregelen. Inmiddels zijn de maatregelen voor de basisinspanning bekend en deels ook al in uitvoering. Er is overeenstemming met het Hoogheemraadschap van Delfland over het halen van de basisinspanning en de daarbij gehanteerde termijnen.

 

Actie:

Het programma voor het behalen van de basisinspanning is vastgelegd. Een extra inspanning is niet nodig.

 

Uitgaven

Bij de uitgaven zijn de jaarlijkse uitgaven voor de dagelijkse rioleringszorg per inwoner vergeleken. Deze lasten zijn bij 50 % van de deelnemende gemeenten hoger dan in Delft. In de uitkomst van de benchmark is echter geen rekening gehouden met de onderhoudskosten die Delft in het verleden in de begroting onderbracht als investeringen. De vergelijking met andere gemeenten schiet hierdoor te kort en is daardoor niet betrouwbaar. Vanaf 1 januari 2003 worden geen onderhoudskosten meer ondergebracht als investeringen maar wordt het onderhoud bekostigd uit de reguliere begroting. Uitbreidingen van het rioolstelsel en milieumaatregelen worden wel geactiveerd als investeringen.

 

Actie:

Aan stichting Rioned is gemeld dat dit onderdeel bij een volgende benchmark beter uitgewerkt dient te worden waarbij ook de kapitaallasten voor onderhoudswerken in beeld dienen te worden gebracht zodat vergelijk mogelijk is.

 

Organisatievermogen

Het organisatievermogen wordt gekarakteriseerd door drie onderdelen:

 

Actie:

Om de planefficiλntie en het activiteitenniveau op een hoger peil te krijgen zal er meer planmatiger gewerkt moeten worden, vooral bij de rioolvervangingsprojecten. Een aanzet hiertoe is al gegeven door het opstellen van de meerjarenplanning 2004-2007.

 

Overlast/klachten

Delft is in 2002 overgestapt op een ander klachtenregistratiesysteem. Hierdoor was de oude database slecht benaderbaar en zijn de gegevens niet op tijd aangeleverd om een score voor dit aandachtsgebied te berekenen. Voor Delft is daardoor op dit aspect geen score berekend.

 

Actie:

Sinds het nieuwe meldingensysteem in gebruik is genomen, kan het aantal klachten en de reactietijd nauwlettend in de gaten worden gehouden. De reactietijd is gesteld op maximaal 48 uur. Jaarlijks wordt een (algemene) klachten rapportage opgesteld. In dit GRP wordt aan het klachten patroon aandacht besteed en zo nodig nieuw beleid voorgesteld. 

 

Eindconclusie

Delft scoort in de benchmarking gemiddeld. Hierbij moet worden opgemerkt dat de benchmarking rioleringszorg nog verre van perfect en/of compleet is. De resultaten geven wel aanleiding om verder in te zoomen op het aspect organisatievermogen (m.n. meerjarenplanningen) en het inspectieprogramma. Het beeld van de gemeente Delft zou er bij een benchmarking over de jaren 2002 en 2003 al veel beter uitzien. En bovendien: een afwijkende score van het gemiddelde betekent ook vaak niet beter of slechter, maar anders! Besloten is om in 2007 weer deel te nemen aan de benchmarking rioleringszorg.

 

2.3       relatie met andere plannen

 

2.3.1     Europese Kaderrichtlijn water

De Europese Kaderrichtlijn water (EKR) gaat over de waterkwaliteit en de daaraan te stellen eisen in Europees verband. Het proces om te komen tot uniforme Europese waterkwaliteitseisen bevindt zich nog in de inventarisatiefase. De te formuleren doelstellingen moeten in 2015 worden behaald. Het is daardoor nog onduidelijk welke betekenis de EKR gaat krijgen voor het rioleringsbeleid. Mogelijk volgen er extra saneringmaatregelen na de basisinspanning, het waterkwaliteitsspoor en de sanering van  lozingen buiten de bebouwde kom. Het proces bevindt zich nog in de inventarisatiefase. Als de doelstellingen en maatregelen voor de EKR bekend zijn zal zeer waarschijnlijk een actualisatie van het GRP nodig zijn.

 

2.3.2     4e Nota waterhuishouding

De rioleringsdoelen uit de 4e Nota Waterhuishouding uit 1998 van de rijksoverheid beperken zich tot adequaat beheer en onderhoud van de riolering, het inlopen van de achterstand in onderhoud en het opstellen van gemeentelijke rioleringsplannen. Tevens wordt gepleit voor het afkoppelen van verhard oppervlak teneinde de hoeveelheid regenwater dat naar een zuivering gaat te beperken. Streefdoel is een afkoppeling van verhard oppervlak van 20% voor bestaand stedelijk gebied en 60% voor nieuw stedelijk gebied. 

 

2.3.3     Provinciaal Beleidsplan Milieu en Water

In het provinciaal Beleidsplan Milieu en Water is over rioleringen het volgende opgenomen:

a)         Geen overstorten dienen plaats te vinden in wateren met de functie Natuurgebied, water voor drinkwatervoorziening, recreatiewater, zwemwater en water bestemd voor veedrenking en als gietwater voor gewassen.

b)         Bij de aanleg van nieuwe stelsels heeft het verbeterd gescheiden stelsel uit oogpunt van waterkwaliteit en verontreiniging van de waterbodems een sterke voorkeur. De vuiluitworp dient in ieder geval niet slechter te zijn dan uit een goed functionerend verbeterd gescheiden verwacht mag worden.

c)         Als beoordelingsmethodiek voor de beoordeling van rioleringssystemen met als oogmerk zowel de emissiedoelstelling als de lokale waterkwaliteitsdoelstelling voldoende tot hun recht te laten komen, verdient de volgende methodiek aanbeveling:

-          rioleringssystemen aanleggen volgens de “aanbevelingen voor toetsing van gemeentelijk rioleringsbeleid in West-Nederland”

-          daarna toetsing ontvangend oppervlaktewater aan de basiskwaliteitdoelstellingen ter plaatse

-          indien deze niet gehaald worden nader onderzoek (oorzaken)

-          indien de oorzaak (mede) is gelegen in de riolering dienen verdergaande maatregelen te worden ondernomen.

d)         Overstorten die de kwaliteit van oppervlaktewateren met de functie zwem- en recreatiewater zodanig negatief beοnvloeden dat de kwaliteitsdoelstellingen niet kan worden gehaald, dienen te worden verplaatst. Slechts indien dit onmogelijk is, komt milieuvriendelijke desinfectie van het effluent in aanmerking.

 

2.3.4     Waterbeheersplan Hoogheemraadschap van Delfland

Het concept van het nieuwe waterbeheersplan van Delfland 2006 –2009 “Realiseren en intensiveren” heeft ter inzage gelegen tot 9 mei 2005. In dit GRP wordt niet meer ingegaan op het oude waterbeheersplan 1999 – 2003. De voor de waterketen en riolering van Delft relevante passages zijn hieronder weergegeven.

 

Afvalwaterketenmanagement

Op basis van de visie op overleggen en samenwerken is het algemene doel:

 

Afstemmen van alle schakels in de afvalwaterketen (van neerslag en lozing in het rioolstelsel tot gezuiverd effluent en verwerkte reststoffen), zodanig dat ontwerp en beheer van de gehele afvalwaterketen is gebaseerd op aanvaardbare maatschappelijke kosten en draagkracht van het watersysteem.

 

Belangrijke thema's waarover goede afspraken moeten worden gemaakt zijn onder andere capaciteitsmanagement (dat wil zeggen: met het oog op toekomstige investeringen goed vastleggen van benodigde transport- en zuiveringscapaciteit), het reduceren van overstorten, de aansluiting van buitengebied en hoe om te gaan met regenwater. Door afkoppelen kan de hydraulische capaciteit van het transportstelsel beperkt worden.

 

Een aantal van bovengenoemde punten wordt geregeld in Wvo-vergunningen voor overstorten en in aansluitvergunningen. Het waterschap heeft als waterkwaliteitsbeheerder respectievelijk zuiveringsbeheerder de bevoegdheid en de plicht om in genoemde vergunningen de gemaakte afspraken vast te leggen. Maar met alleen vergunningen komen we er niet. Samenwerking is noodzakelijk om de gewenste kwaliteitsdoelstellingen kosteneffectief te kunnen halen. Door samenwerking wordt het draagvlak groter, worden maatregelen in de bredere context geplaatst, wordt suboptimalisatie voorkomen, worden kennis en visie gedeeld en worden creatieve oplossingen aangeboord. Het spreekt voor zich dat waar samenwerking en toezicht houden elkaar raken, Delfland zorgvuldig moet optreden en helder moet aangeven vanuit welke rol het handelt.

 

Resultaten in de periode 2006-2009

In 2009 (of eerder) is bereikt dat:

Onderwerpen uitvoeringsprogramma

Rioleringsplannen

Op basis van de visie op overleggen en samenwerken zijn de algemene doelen:

Gemeenten hebben de zogenaamde 'zorgplicht' voor het innemen van afvalwater van huishoudens en bedrijven. Gemeenten zijn hierdoor verantwoordelijk voor het afvoeren van het afvalwater tot aan het transportstelsel van Delfland. Hiervoor is in stedelijk gebied, en later grotendeels ook in het buitengebied, een rioolstelsel aangelegd. Het beheer en onderhoud van dit stelsel is ook een taak van de gemeenten.

 

Een groot aantal glastuinbouwbedrijven (per 1 januari 2004: 3300) is nog niet aangesloten op de riolering. Omdat hierdoor het afvalwater wordt geloosd op het oppervlaktewater is er ernstige aantasting van de waterkwaliteit. In het provinciale beleid is vastgelegd dat voor 1 januari 2005 alle lozingen moeten zijn gesaneerd. In de meeste gevallen dient de sanering plaats te vinden door aansluiting op de riolering. De aanleg van riolering is een gemeentelijke taak. De meeste gemeenten hebben deze taak niet voor 1 januari 2005 volbracht en dienen nog een grote inspanning te leveren. De realisatie van de doelstelling van het provinciaal beleid voor riolering van het buitengebied is dus vertraagd.

 

Uit de voortgangsrapportage die Delfland periodiek uitbrengt, blijkt dat de gemeenten begonnen zijn met het uitvoeren van aansluitplannen, maar dat er nog veel moet gebeuren voordat glastuinbouwbedrijven en woningen daadwerkelijk zijn aangesloten op riolering.

 

Resultaten in de periode 2006-2009

In 2009 (of eerder) is bereikt dat:

-     individuele behandeling afvalwater (IBA's) doelmatig worden beheerd;

-          schoon (neerslag- en kwel)water door de inzet van stimuleringsregelingen, in 5 %( in 2025 20%) van gemengd gerioleerd gebied is afgekoppeld.

 

Onderwerpen uitvoeringsprogramma

2.3.5     Waterplan Delft “een blauw netwerk”

Over riolering meldt het waterplan en het convenant uitvoering waterplan uit oktober 2001 dat “het terugdringen van de vuilemissie uit het rioolstelsel in het kader van de basisinspanning riolering en het waterkwaliteitsspoor uitgangspunt is voor het bereiken van de waterkwaliteitsdoelstellingen van het Waterplan Delft”. Overeengekomen is dat ”in het laatste kwartaal van 2002 een plan zal worden opgesteld met maatregelen om te kunnen voldoen aan zowel de basisinspanning riolering als het waterkwaliteitsspoor. In het laatste kwartaal van 2004 zal het integrale pakket aan maatregelen ten behoeve van de basisinspanning riolering en het waterkwaliteitsspoor zijn gerealiseerd.

 

Inmiddels hebben beide partijen onderkend dat de praktijk weerbarstiger is en in het tweede convenant uitvoering waterplan Delft uit mei 2005 is ten aanzien van de waterketen opgenomen:

 

 

2.4       overleg derden

Conform artikel 4.23 van de Wet milieubeheer betrekt de gemeente de provincie en de waterkwaliteitsbeheerder bij het opstellen van het GRP. De schriftelijke reacties van de provincie en het hoogheemraadschap zijn opgenomen in bijlage 8. In deze paragraaf wordt beknopt op de inhoud van de reacties ingegaan. Het GRP is naar aanleiding van de reacties aangepast. Ook is het voorontwerp GRP voorgelegd aan het Duurzaamheidplatform Delft.

 

2.4.1     reactie Hoogheemraadschap van Delfland

Op 14 oktober 2005 is het voorontwerp GRP naar het hoogheemraadschap gezonden. Op 9 december 2005 is de concept brief van het college van Dijkgraaf en Hoogheemraden van Delfland ontvangen.

 

In de reactie stelt het college dat de verschillende onderwerpen uit het GRP zijn besproken met het hoogheemraadschap tijdens de vele bijeenkomsten van de ambtelijke werkgroepen voortvloeiende uit het Waterplan. Voorts wordt ingestemd met de maatregelen ten behoeve van het emissiespoor, het waterkwaliteitsspoor en de ongezuiverde lozingen. Het beleid ten aanzien van regenwater en grondwater past binnen het algemene beleid van Delfland.

 

Ten aanzien van het transport van afvalwater wordt onderschreven dat het tijdig maken van afspraken en het vastleggen hiervan noodzakelijk is. Delfland zou dit graag vormgeven in een afvalwaterakkoord.

 

2.4.2     reactie Provincie Zuid-Holland

Op 14 oktober 2005 is het voorontwerp GRP naar de provincie gezonden. Op 6 november 2005 is het concept advies van Gedeputeerde Staten ontvangen. Het advies spitst zich toe op een drie tal onderwerpen.

 

plannen

De provincie adviseert een aantal plannen en bestaande regelgeving van derden toe te voegen aan het overzicht van plannen en de inhoud hiervan te laten doorwerken in het GRP. Een deel van deze plannen is al opgenomen in het GRP en van alle regelgeving kan gesteld worden dat de doorwerking in het GRP is meegenomen. Het literatuur overzicht van het GRP is aangevuld met de ontbrekende plannen en regelgeving.  

 

reeds aanwezige voorzieningen (par 3.4 en 4.3)

De provincie adviseert over een aantal onderwerpen meer detaillistische informatie in het GRP op te nemen. Al de gevraagde informatie is aanwezig bij de gemeente in achterliggende stukken en beleidsnotities. Het advies is overgenomen en de gegevens zijn verwerkt in het GRP.

 

financiλle middelen

De provincie merkt terecht op dat de termen reserve en voorziening door elkaar werden gebruikt en dat de meerjarenbegroting in het plan zelf niet helemaal overeenkomt met de meerjarenbegroting in bijlage 7, het GRP is hierop aangepast.

 

De afschrijvingsmethoden en de afschrijvingstermijnen van de investeringen werden niet in het GRP vermeld. Dit is alsnog opgenomen. Er is in de meerjarenbegroting rekening gehouden met afschrijving, beheer en onderhoud van de toekomstige IBA’s.

 

De provincie mist een risicoparagraaf. Er is voor gekozen om geen aparte risicoparagraaf op te nemen, omdat dit niet paste binnen de systematiek van de Leidraad riolering. De mogelijke risico’s zijn per onderdeel waarop ze betrekking hebben opgenomen.

 

2.4.3     duurzaamheidsplatform

Het voorontwerp GRP is op woensdag 9 november 2005 besproken in het duurzaamheidsplatform Delft. Het duurzaamheidsplatform nam met instemming kennis van het plan. Nadere toelichting werd gevraagd over de geurbestrijdingsmaatregelen bij gemaal Zuidplantsoen en de resterende vuillast vanuit de overstorten na uitvoering van de basisinspanning. Deze informatie is aan het duurzaamheidsplatform gezonden. Op bladzijde 30 is de samenvattende tabel van de emissiereductie toegevoegd.

 

2.5       doel voor de planperiode

Het algemene doel van het rioleringsbeleid in Delft is: het aanleggen en instandhouden van een goed functionerend rioolstelsel:

-          dat de volksgezondheid beschermt

-          dat wateroverlast zoveel mogelijk voorkomt

-          dat de milieubelasting beperkt

-          met een efficiλnte inzet van middelen.

 

2.6       functionele eisen en maatstaven

De volgende functionele eisen en de bijbehorende maatstaven worden in de planperiode gehanteerd voor het bereiken van het bovenstaande doel:

 

1)               waterdicht rioolstelsel (m.u.v. drainage/infiltratie riool)

Oude riolering kan gaan scheuren en lekkage vertonen. Delft kent geen groot probleem van lekkende riolering, gelet op de geringe hoeveelheid rioolvreemd water (onderzoek door Delfland). Bij nieuwe aanleg en rioolrenovatie wordt alle riolering waterdicht aangelegd.

Ook kunnen overstortdrempels met een waakhoogte kleiner dan 25 cm boven de oppervlaktewaterspiegel omgekeerd werken. Dan stroomt bij een kleine stijging van het polderpeil oppervlaktewater in de riolering. In het ontwerp wordt thans uitgegaan van een waakhoogte van minimaal 30 cm. In de planperiode zullen alle overstorten hierop worden gecontroleerd en zonodig aangepast (maatregel basisinspanning).

 

2)               constructief voldoende sterk rioolstelsel

Rioolbuizen en putten mogen niet instorten. Met een adequaat vervangingsprogramma worden alle rioolbuizen en putten op tijd vervangen, voordat de constructieve levensduur ten einde is. Uitgaande van een gemiddelde levensduur van 50 jaar zal in de toekomst per jaar circa 7,5 kilometer riolering moeten worden vervangen (maatregel groot onderhoud riolen).

 

3)               voldoende capaciteit voor afvoer van vuilwater

Tijdens droogweer mogen er geen overstortingen plaatsvinden. Dit betekent dat de capaciteit van de gemalen voldoende groot moeten zijn om de droog weer afvoer te verwerken. Tevens dienen de rioolgemalen van dubbele pompen en alarmsignalering te zijn voorzien.

 

4)               voldoende capaciteit voor afvoer van hemelwater

Alle gemengde riolering en de regenwaterriolen worden zo gedimensioneerd dat bij een regenbui van 120 l/sec/ha geen water op straat blijft staan. Tevens moet de riolering de regenbui 08 uit de Leidraad riolering kunnen verwerken zonder dat wateroverlast optreedt. Bui 08 heeft een voorkomingfrequentie van eens in de 2 jaar, waarbij 19,8 mm regen in 60 minuten valt, met de piek achterin en een maximale intensiteit van 110 l/s/ha. Bij grotere (exceptionele) regenbuien kan wateroverlast niet uitgesloten worden. In de planperiode zal onderzoek worden verricht naar de noodzaak van verruiming van deze normen in verband met de klimaatswijziging.

 

5)               voldoende capaciteit voor afvoer van drainagewater

Daar waar drainage aangelegd is wordt de grondwaterstand gereguleerd op het vastgestelde niveau. Dit wordt gecontroleerd door middel van peilbuizen met dataloggers..

 

6)               voldoen aan de basisinspanning riolering

Eis van het Hoogheemraadschap van Delfland (waterkwaliteitsbeheerder) is dat de gemengde riolering voldoet aan de landelijk gedefinieerde basisinspanning. Hiervoor zijn de rioleringsplannen herberekend en is een maatregelenpakket voor de emissiereductie opgesteld. Deze maatregelen moeten in 2010 zijn uitgevoerd.

 

7)               lozingen uit riolering (overstorten) geven geen waterkwaliteitsproblemen (waterkwaliteitsspoor)

Eis van het Hoogheemraadschap van Delfland is dat de resterende lozingen vanuit overstorten na de uitvoering van de basisinspanning geen knelpunten voor de waterkwaliteit opleveren. Als dit wel zo is moeten er aanvullende maatregelen worden genomen, hetzij aan de riolering, hetzij aan het oppervlaktewatersysteem. Deze maatregelen moeten in 2015 gereed zijn.

 

8)               alle lozingen voorzien van riolering of lokale zuivering (IBA)

Op basis van de Wet milieubeheer moeten alle lozingen van afvalwater voorzien zijn van een aansluiting op de riolering of er moet ontheffing worden verleend door de provincie Zuid-Holland. Het uitvoeringsplan voor aansluiting op de riolering en het plaatsen van IBA’s moet in 2007 zijn afgerond.

 

9)               geen stankoverlast (geen stankklachten)

Afvalwater dat lang in zuurstofloze persleidingen verblijft gaat rotten. Op plaatsen waar dit afvalwater in de vrijverval riolering komt (ontvangstputten en gemalen)  kan een vervelende lucht vrijkomen. Op basis van klachten moeten maatregen worden genomen om het vrijkomen van stank te voorkomen.

 

10)           planmatig beheer (meerjaren vervangingsplan o.b.v. kwaliteit, gekoppeld aan

het onderhoudsprogramma wegen; eenduidig vastgelegde taken en         bevoegdheden binnen de organisatie)

Om de overlast voor de samenleving zo veel mogelijk te beperken en de kosten voor het rioolonderhoud te kunnen beheersen moet het dagelijks beheer en het onderhoud planmatig worden aangepakt. Dit houdt onder andere in dat meerjarenplanningen groot onderhoud worden gecombineerd met wegonderhoud en milieumaatregelen (integraal beheer). 

 

 

 


H3 De openbare riolering van Delft nu en in de toekomst

 

3.1       inleiding

In dit hoofdstuk wordt eerst de huidige situatie in het jaar 2005 beschreven. Het is een inventarisatie van de rioleringsobjecten zoals die aanwezig zijn binnen de gemeente Delft en de toestand van deze objecten. Daarna volgen in dit hoofdstuk het beheer en beleid, het onderhoud en de maatregelen (uitbreidingsinvesteringen) in de planperiode.

 

3.2       overzicht en toestand van de aanwezige objecten

Onder de openbare riolering worden alle leidingen en bijbehorende objecten voor de afvoer en verwerking van afvalwater in het beheer van de gemeente Delft verstaan. De (perceel)aansluitleidingen vallen daar niet onder. Het rioleringsysteem in Delft bestaat uit vijf hoofdbemalinggebieden met een hoofdgemaal met daarin een aantal  onderbemalinggebieden. De vijf hoofdgemalen lozen op het collecteurriool, dat het afvalwater onder vrij verval naar het eindgemaal Kruitmolenpad van het Hoogheemraadschap van Delfland transporteert. De vijf gebieden met de onderbemalinggebieden zijn:

 

 

-          Van Houtenstraat – gemengd stelsel, met daarin:

o        Hoornsehof – verbeterd gescheiden stelsel

 

-          Vrijenbansekade – gemengd stelsel, met daarin:

o        Zuidpoort – verbeterd gescheiden stelsel

 

-          Zuidplantsoen – gemengd stelsel, met daarin:

o        Bieslandsekade – vuilinsluitend stelsel

o        Van Miereveltlaan – vuilinsluitend stelsel

 

-          Krakeelpolder – gemengd stelsel, met daarin:

o        Leeuwenhoeksingel – absoluut stelsel

 

-          Slauerhofflaan – gescheiden stelsel

 

 

                              werkende overstort

(tekening bemalingsgebieden.pdf)


3.2.1     inventarisatie areaal

 

riolen

In totaal is er 384 kilometer openbare vrij verval riolering in het beheer van de gemeente Delft. Daarnaast is er nog  32 km persleiding en 5 km drukriolering. (bron: beheerprogramma juni 2005).

 

Onderverdeeld in type vrij verval riolering geeft dit het volgende beeld:

118  km gemengde riolering (vuilwater en hemelwater = GEM)

107  km droogweerafvoer (vuilwater = DWA)

137  km regenwaterafvoer en duikers (schoonwater = RWA + DUI)

  22  km drainagestelsel (grondwater = DRN)

 

diagram type riolering

 

 

 

 


In diameters is de riolering als volgt opgebouwd:

 

261 km =< 300 mm

102 km > 300 mm en < 700 mm

18 km >= 700 mm

 

diagram diameters riolering

 

De ouderdom van de riolen in Delft is:

 

grafiek jaar van aanleg riolen

 

 

 

putten

10.770 st. inspectieputten

       68 st. afsluiters/schuiven

     907 st. uitlaatbakken

     133 st. externe overstorten

30.309 st. straat- en trottoirkolken

 

 

                        oud putdeksel

 

 

                       oude trottoirkolk

 


Gemalen

Totaal zijn er voor de openbare riolering in Delft 65 gemalen, waarvan er 30 voorzien zijn van computerbesturing op afstand. De gemalen zijn onder te verdelen in:

-            5 hoofdgemalen (bemalinggebieden)

-          48 secundaire gemalen (onderbemalinggebieden)

-            9 tunnelgemalen

-            3 drainagegemalen  

Naast de gemalen zijn er 24 drukrioleringpompjes (Rotterdamseweg en Schieweg) die deel uitmaken van het drukrioleringssysteem in het buitengebied. Alle gemalen met daarbij de naam en het type zijn opgenomen in Bijlage 3.

 

                    gemaal Slauerhofflaan

 

Openbare toiletten

Delft heeft 5 openbare toiletten die door de gemeente worden onderhouden:

-          Toiletten Halsteeg (Visbank)

-          SaniTronics Koepoortplaats

-          Urilift Oude Langedijk (fietsenstalling)

-          Urilift Burgwal

-          Toiletten Delftse Hout

 

 


3.2.2     kwaliteitsbeeld van de riolering

De inspecties naar de kwaliteit van de riolen zijn voor een groot deel van het rioolstelsel uitgevoerd, maar nog niet ingevoerd in het beheerprogramma. Een groot knelpunt is thans de overschakeling van de Nederlandse normering naar de Europese normering. Het beheerprogramma wordt hiervoor herschreven. Op basis van de reeds ingevoerde inspecties wordt een op basis van kwaliteitsgegevens een meerjarenprogramma groot onderhoud bepaald (bijlage 2).

 

riolen

Camera-inspectie vanuit buis is uitgevoerd vanaf 1990. Totaal is 157 km geοnspecteerd, dit is opgeslagen in het raadpleegprogramma rioscoop. De camera-inspecties die vanaf 1997 zijn ingevoerd in het beheersysteem beslaan 99 km.  Hiervan is 9 km uitgevoerd volgens de nieuwe Europese inspectienorm. Op basis van de inspecties kan worden bepaald welke riolen binnen een termijn van 5 jaar aan vervanging toe zijn. Dit is weergegeven in de  figuur op de volgende pagina.


 

(tekening geοnspecteerd.pdf)

 


gemalen

De toestand van de gemalen heeft betrekking op drie onderdelen, te weten het civiel technisch gedeelte (de pompkelder), het bouwkundig gedeelte (de gebouwen) en het werktuigbouwkundig gedeelte (de pomp en besturing). Voor al de drie onderdelen zijn aparte onderhoudsplannen gemaakt. De gemalen voldoen allemaal aan de huidige ARBO-eisen.

Een inventarisatie van het civiele gedeelte is uitgevoerd door Haskoning in 2002

De bouwkundige staat is geοnventariseerd door BOZ in 2004. Het programma groot onderhoud gemalen is gebaseerd op deze inspecties.

 

3.2.3     huidig functioneren van de riolering

 

hydraulisch functioneren

In de afgelopen planperiode zijn bij extreem zware regenval een aantal hydraulische knelpunten opgedoken. Het rioolstelsel kon het regenwater niet afvoeren, waardoor het rioolwater langdurig uit het riool trad en woningen instroomde. Het gaat om de volgende locaties:

 

H. Dunantlaan

Het hydraulische knelpunt in de H. Dunantlaan is door de aanleg van aanleg van hemelwaterriolering in twee fasen in 2004 opgelost.

 

   wateroverlast H. Dunantlaan


Raam

Voor de wateroverlast van het Raam die wordt veroorzaakt door een combinatie van factoren is een plan gemaakt dat deels is uitgevoerd en deels nog moet worden uitgevoerd.

 

hoogwater Voldersgracht

 

Buitenwatersloot

Het hydraulische knelpunt in de Buitenwatersloot wordt veroorzaakt door leidingen met tegenschot ten gevolge van de oude verbinding onder de Buitenwatersloot door. Bij het groot onderhoud wordt dit opgelost.

 

Hendrik Casimirstraat

In dit deel van de Professorenbuurt treedt bij heftige regenval wateroverlast op. De afvoer van regenwater moet worden verbeterd. Groot onderhoud voor deze buurt staat gepland in 2007. Bij het groot onderhoud wordt de afvoercapaciteit van regenwater vergroot.

 

Leeuwenhoeksingel en Stationstunnel

Het onderbemalinggebied Van Leeuwenhoeksingel is een  absoluut stelsel, omdat er geen oppervlaktewater is waarop kan worden geloosd of overgestort. Hierdoor kunnen grote regenbuien niet direct worden afgevoerd. Dit knelpunt en de overlast in de Stationstunnel worden opgelost bij de herinrichting van de spoorzone bij de aanleg van de spoortunnel.

 

Agnetapark

Dit knelpunt volgt niet uit de praktijk maar uit de theoretische rioolberekeningen. In de praktijk is geen wateroverlast bekend. Vooralsnog wordt hier geen actie ondernomen. De situatie wordt wel in de gaten gehouden.

 

 

milieutechnisch functioneren
In de afgelopen planperiode zijn voor de vijf bemalinggebieden met gemende riolering Basis rioleringplannen (BRP) opgesteld. In de BRP’s is aangegeven hoe de stelsels hydraulisch en milieutechnisch functioneren en welke maatregelen nodig zijn voor verbetering of het oplossen van knelpunten. De gemeente Delft heeft geen overstorten die kunnen worden geclassificeerd als risicovol voor de volksgezondheid of de diergezondheid. Ook zijn er geen overstorten op zwemwater, in kwetsbare gebieden en in grondwaterbeschermingsgebieden.  Het rioolstelsel van Delft in voldoet echter op 1 januari 2006 nog niet aan de basisinspanning en het waterkwaliteitsspoor. Per bemalinggebied wordt de stand van zaken gegeven. De maatregelen zijn opgenomen in het maatregelenprogramma basisinspanning en waterkwaliteitsspoor (bijlage 5).

 

-          Van Houtenstraat

Het BRP Van Houtenstraat is afgerond in augustus 2003. De belangrijkste maatregelen voor dit bemalinggebied zijn het vergroten van de pompcapaciteit en het afkoppelen van verhard oppervlak. De vergrote pompcapaciteit is gerealiseerd, en het afkoppelprogramma dat loopt tot 2008 is in uitvoering. Dit bemalinggebied voldoet al wel aan de basisinspanning, maar nog niet aan het waterkwaliteitsspoor. Met de uitvoering van het afkoppelprogramma zal dit bemalinggebied ruim aan de basisinspanning en aan het waterkwaliteitsspoor voldoen. In het bemalinggebied resteren 19 overstorten uit het gemengde stelsel.

 

-          Vrijenbansekade

Het BRP Vrijenbansekade dateert van februari 1996. De maatregelen voor dit bemalinggebied bestaan uit het plaatsen van een gestuurde schuif tussen de binnenstad en de Indische buurt en de aanleg van een verbeterd gescheiden riool in het Zuidpoortgebied. Deze maatregelen zijn uitgevoerd. Het bemalingsgebied Vrijenbansekade voldoet aan het waterkwaliteitsspoor, maar gaat niet voldoen aan de basisinspanning. Compensatie hiervoor wordt gevonden in andere bemalinggebieden. Hierover is overeenstemming met het Hoogheemraadschap van Delfland. In het bemalinggebied resteren 51 overstorten uit het gemengde stelsel.

 

-          Zuidplantsoen

Het BRP Zuidplantsoen is gereed gekomen in februari 2002. In dit bemalinggebied wordt het gescheiden stelsel van de TU losgekoppeld van het gemengde stelsel in de rest van het gebied. Hiervoor wordt in de Rotterdamseweg een berging en transportriool met overstort aan de Balthasar van der Polweg aangelegd, waardoor de overige overstorten kunnen worden gesaneerd. Hiernaast wordt in de Wippolder verhard oppervlak afgekoppeld en geοnfiltreerd in de bodem. De onderbemalinggebieden Van Miereveltlaan en Bieslandsekade zijn omgebouwd tot vuilinsluitend stelsel. De maatregelen voor het saneren van de overstorten en de aanleg van het riool in de Rotterdamseweg zijn nog niet uitgevoerd omdat de benodigde keurvergunningen niet worden afgegeven door het Hoogheemraadschap van Delfland. Na uitvoering van bovenstaande maatregelen voldoet dit bemalinggebied ruim aan de basisinspanning en het waterkwaliteitsspoor. In het gehele bemalinggebied inclusief onderbemalinggebieden resteren 10 overstorten uit het gemengde stelsel.


-     Krakeelpolder

Het BRP Krakeelpolder is gereedgekomen in juli 2004. In dit bemalinggebied wordt de pompcapaciteit vergroot, verhard oppervlak afgekoppeld en de afstroming verbeterd. De grotere pompcapaciteit is gerealiseerd, het programma voor afkoppelen en afstromingverbetering is in uitvoering. Het bemalinggebied voldoet al aan de basisinspanning, het waterkwaliteitsspoor wordt naar verwachting bereikt als de aanleg van de waterstructuur van de spoortunnel is afgerond. In het bemalinggebied resteren 6 overstorten uit het gemengde stelsel.

 

-          Slauerhofflaan

Dit bemalinggebied bestaat geheel uit een gescheiden stelsel. In dit bemalinggebied zijn geen maatregelen voor de basisinspanning nodig. Voor dit gebied is geen nieuw BRP opgesteld.

 

effectiviteit genomen maatregelen

Een van de onderdelen van het GRP is een weergave van de effectiviteit van de in het verleden genomen milieutechnische en hydraulische maatregelen. Hieronder worden de effecten van de genomen maatregelen beknopt weergegeven.

 

maatregel: plaatsen schuif tussen Binnenstad en Indische buurt

De schuif is geplaatst in 1999. De gegevens die zijn verzameld in de afgelopen periode kunnen nog niet uit het stuurprogramma van de gemalen worden geλxporteerd. Hierdoor kunnen ze niet naast de overstortmetingen, die wel beschikbaar zijn, worden gelegd. Voor dit GRP kon dus nog geen onderzoek naar het functioneren van de schuif worden uitgevoerd. Dit onderzoek zal in de planperiode van dit GRP worden uitgevoerd.

 

maatregel: functioneren van de infiltratievoorzieningen in de Wippolder                   

Het onderzoek naar het functioneren van het infiltratiesysteem in de Wippolder is uitgevoerd door Wareco. De resultaten zijn opgenomen in het rapport “eindrapportage monitoring infiltratievoorziening Wippolder te Delft” van december 2004. De conclusie uit dit onderzoek is dat het systeem hydraulisch en milieutechnisch goed functioneert, maar er is nog wel nader onderzoek naar mogelijke inlaat van oppervlaktewater via de interne overstort nodig.

 

maatregel: reduceren van de vuiluitworp

Om de werkelijke invloed van de vuiluitworp beperkende maatregelen op de waterkwaliteit te beoordelen komt dit GRP nog te vroeg maar dit zal in de planperiode van dit GRP worden onderzocht. Nu kan alleen nog een theoretische berekening van de vermindering van de vuiluitworp in de tijd worden gemaakt. Op de volgende pagina is dit in een tabel weergegeven.


 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vuiluitworp

Basisinsp.

vuiluitworp

vuiluitworp

vuiluitworp

vuiluitworp

vuiluitworp

vuiluitworp

vuiluitworp

vuiluitworp

vuiluitworp

vuiluitworp

vuiluitworp

Bemalingsgebied

1994

obv 40 kg/ha

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

 

 

kg CZV/jr

kg CZV/jr

kg CZV/jr

kg CZV/jr

kg CZV/jr

kg CZV/jr

kg CZV/jr

kg CZV/jr

kg CZV/jr

kg CZV/jr

kg CZV/jr

kg CZV/jr

kg CZV/jr

Van Houtenstraat

4.699

2.764

4.699

4.699

4.699

4.699

4.460

4.460

2.661

2.578

2.048

1.915

1.508

Vrijenbansekade

5.180

2.992

4.946

4.946

4.946

4.946

4.880

4.880

4.780

4.780

4.780

4.780

4.767

Van Miereveltlaan

1.505

648

726

726

726

726

726

726

704

704

704

704

704

Bieslandsekade

585

248

206

206

206

206

206

206

179

179

179

179

179

Zuidplantsoen

4.745

2.340

4.745

4.745

4.745

4.745

4.704

4.567

2.336

2.152

2.050

2.050

2.050

Krakeelpolderweg

2.533

1.112

2.533

2.533

2.533

2.533

1.007

1.007

1.007

960

960

960

960

 Totaal

19.247

10.104

17.855

17.855

17.855

17.855

15.983

15.845

11.668

11.353

10.721

10.588

10.168

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

reductie tbv basisinsp.

0

9.143

1.392

1.392

1.392

1.392

3.264

3.402

7.579

7.894

8.526

8.659

9.079

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

percentage basisinsp.

0%

100%

15%

15%

15%

15%

36%

37%

83%

86%

93%

95%

99%

 

 

tabel emissiereductie

 


 

maatregelen naar aanleiding van klimaatbeleidsplan

Om het energieverbruik van de grote gemalen te verminderen zijn in de afgelopen planperiode de volgende maatregelen genomen.:

 

Door bovenstaande maatregelen is het energieverbruik in relatieve zin afgenomen. In absolute zin is er over de jaren heen geen vergelijk te maken, enerzijds door de toename van het aantal gemalen en anderzijds door de sterk wisselende regenval per jaar.

 

3.2.4     meldingen openbare ruimte

Sinds eind 2000 worden de klachten en meldingen over de openbare ruimte bij de Sector Stadsbeheer geregistreerd. Voor elk type melding is een afhandelingtermijn in dagen vastgesteld. Het aantal meldingen met betrekking tot riolering en kolken geeft een constante lijn te zien: gemiddeld 650 meldingen per jaar. Dit zijn ca. 65 meldingen per 10.000 inwoners per jaar. Dit ligt onder het gemiddelde in Nederland van 72 meldingen per jaar (bron: Rioleringsatlas van Nederland – Stichting Rioned).

 

De helft van alle meldingen en klachten worden binnen de daarvoor gestelde termijn afgehandeld. De meeste meldingen hebben betrekking op verstopte straatkolken en trottoirkolken. Deze meldingen hebben een vastgestelde afhandeltermijn van 2 dagen en worden snel en eenvoudig afgehandeld. Daarna komen de klachten/meldingen met betrekking tot verzakkingen, en noodzakelijke reparaties het meeste voor. Hiervan wordt in gemiddeld de helft van de gevallen binnen de daarvoor gestelde afhandeltermijn van 10 dagen adequaat gereageerd. Daarnaast geven klachten over stank een goede indicatie over waar maatregelen voor de geurbestrijding moeten worden genomen. Het volledige overzicht van de meldingen en klachten met de afhandeltermijnen is te vinden in bijlage 1a en 1b.   

 


3.3       beleid en beheer

Een van de aandachtspunten van het interne onderzoek naar de organisatie van het beheer van de openbare ruimte in Delft (BORD) is een inzichtelijke begroting te creλren en de relatie tussen de soorten beheerwerkzaamheden en rubricering in de begroting te verduidelijken. Dit resulteert in de rubrieken beleid en beheer, klein onderhoud, groot onderhoud en administratieve posten (waarin de maatregelen ofwel uitbreidingsinvesteringen zijn opgenomen). Deze systematiek wordt in dit GRP uitgewerkt voor de openbare riolering.

 

3.3.1     beleidsadvisering en onderzoek

De beleidsadvisering voor de openbare riolering vindt plaats bij de afdeling Beheerplannen.

In de afgelopen planperiode zijn de rioolstrengen, de inspectieputten en het verhard oppervlak van alle bemalinggebieden geοnventariseerd. Deze gegevens (m.u.v. het verhard oppervlak) zijn in het beheerprogramma ingevoerd en er zijn voor 4 bemalinggebieden met gemengde riolering hydraulische berekeningen uitgevoerd.  De volgende onderzoeken zijn afgerond:

-          onderzoek naar het functioneren van  het VIS-riool Heilige Land

-          onderzoek naar de heersenden grondwaterstanden

-          onderzoek hoe te voldoen aan de basisinspanning Delft

-          onderzoek hoe te voldoen aan het waterkwaliteitsspoor Delft

 

In de planperiode zullen de volgende onderzoeken worden verricht:

-          onderzoek naar het functioneren van de aangelegde drainagevoorzieningen

-          onderzoek naar de beweegbare schuif tussen de binnenstad en de Indische buurt

-          herberekening van het BRP Vrijenbansekade nadat de maatregelen voor de Spoortunnel bekend zijn en de reconstructie van het Zuidpoort gebied af is

-          opstellen en uitvoeren van een meetplan voor de overstorten (verplichting uit de Wvo-vergunning)

-          voortzetten monitoren grondwatermeetnet

-          onderzoek naar mogelijke actualisatie van de huidige norm voor het hydraulisch functioneren i.v.m. klimaatswijziging.

 

Voor het formuleren van adviezen en beleid en het verrichten van onderzoek op het gebied van de openbare riolering is ca. 1 fte/jaar benodigd.

 

Kosten

2006

2007

2008

2009

2010

beleid

161.000

161.000

161.000

161.000

161.000

 

Conclusie: met het beleid en onderzoek wordt structureel bewaakt of de openbare riolering aan alle functionele eisen voldoet, dan wel door middel van te formuleren beleid aan die eisen gaat voldoen.

 

3.3.2     rationeel beheer

Ten behoeve van het  rationeel rioolbeheer worden de volgende werkzaamheden verricht:

·                 Het vullen en actueel houden van de database en digitale kaart van het beheerprogramma en het maken van de onderhoud en inspectie programma’s. Hiervoor is 2,4 fte per jaar benodigd.

·                 Het in stand houden van het grondwatermeetnet (valt met ingang van dit GRP onder riolering - 0,2 fte/jaar).

·                 Toetsen en administratief afhandelen van aanvragen om huisaansluiting – 0,3 fte/jaar (nieuw).

·                 Aanleveren rioolinformatie voor het kabels en leidingen verzamelbestand - 0,1 fte/jaar (nieuw).

Totaal is voor het beheerprogramma, de administratie huisaansluitingen, het kabels en leidingen bestand en het grondwaterbeheer 3 fte per jaar benodigd.

 

Kosten

2006

2007

2008

2009

2010

rationeel beheer

140.000

140.000

140.000

140.000

140.000

grondwaternet

  15.000

  15.000

  15.000

  15.000

  15.000

huisaansluitingen

  30.000

  30.000

  30.0000

  30.000

  30.000

kabels en leiding

    5.000

    5.000

    5.000

    5.000

    5.000

 

Conclusie: het rationeel beheer vormt de basis voor het planmatig beheer (functionele eis 10) en levert basisgegevens voor het beleid en onderzoek.

 

3.3.3     inspectie

Camera-inspectie van de vrijverval riolering was tot nu toe opgenomen in het programma van het klein onderhoud, maar is in feite onderzoek en valt dus volgens de nieuwe systematiek onder de deelopdracht beheer en beleid.

In de afgelopen planperiode werd per jaar 8 km riolering met de camera geοnspecteerd, hetgeen een frequentie van ca. 1 keer in de 50 jaar betekent (1 keer op de levensduur). In 2005 is dit opgevoerd naar 15 kilometer.  Deze frequentie is (nog) te laag voor een goed planmatig beheer. Hiervoor is een frequentie van circa 1 * per 20 jaar (2,5 keer op de levensduur) benodigd, omdat aantasting en schades dan eerder kunnen worden geconstateerd en vroegtijdig tegen lagere kosten kunnen worden opgelost. Een kompleet kwaliteitsbeeld van alle riolering is nodig voor een goed planmatig beheer met een meerjarig groot onderhoud programma. Hierdoor is ook een meer integrale uitvoering met het wegbeheer mogelijk.

 

In de planperiode van dit GRP wordt de te inspecteren lengte verhoogd naar 20 kilometer per jaar. Bij deze strategie zijn alle riolen ouder dan 30 jaar in 2010 geοnspecteerd. 

 

Kosten

2006

2007

2008

2009

2010

inspectie riolen

200.000

200.000

200.000

200.000

200.000

 

Conclusie: de camera-inspectie wordt uitgebreid van 8 naar 20 kilometer per jaar. Hierdoor wordt de basis gelegd voor het voldoen aan eis 10, het voeren van een planmatig beheer.

 

3.3.4     verordeningen en vergunningen

 

Wvo overstortvergunning

Op 27 december 2004 is een (vernieuwde) overall Wvo overstortvergunning voor alle rioolwateroverstorten, uitlaten en nooduitlaten aangevraagd bij het Hoogheemraadschap van Delfland. Deze vergunning is per 1 juli 2005 verleend. In de vergunning zijn de maatregelen voor de basisinspanning en het waterkwaliteitsspoor zoals ze ook in dit GRP staan opgenomen. Daarnaast wordt de gemeente verplicht een meetplan voor de overstorten op te stellen en uit te voeren.

 

Ontheffing zorgplicht afvalwater

Op 27 december 2004 is bij de provincie Zuid-Holland een verzoek ex artikel 10.33.2, Wet milieubeheer om ontheffing van de zorgplicht afvalwater voor diverse panden in het buitengebied van de gemeente ingediend. Op 1 maart 2005 is de beslistermijn op de aanvraag van 12 weken door de provincie met 12 weken verlengd. Op 1 augustus 2005 is door de provincie voor een tweede maal om aanvullende gegevens gevraagd. Tot op het moment van dit schrijven is de ontheffing nog niet verleend.

 

Vergunningverlening en handhaving Wet Milieubeheer

De vergunningverlening in het kader van de Wet milieubeheer vindt in Delft plaats met behulp van het SSM - (Selecteren en Samenstellen Milieuvergunningen) pakket van Royal Haskoning. In dit pakket zijn alle denkbare voorschriften met betrekking tot afvalwater ingebouwd, deze voorschriften worden indien van toepassing in de vergunning opgenomen. Er vindt ook altijd een check plaats of de vergunning aanvrager tevens Wvo-vergunningplichtig is. De vergunningverlening bevindt zicht op adequaat niveau.

 

Bij de AMvB-meldingen is het mogelijk nadere voorwaarden met betrekking tot de afvalwaterlozing aan de melder te stellen. Dit is tot nu toe nog niet voorgekomen in de gemeente Delft. Toch zal het in de toekomst nodig zijn om kwantitatieve voorwaarden aan lozingen te stellen. Dit speelt met name bij lozingen van grote hoeveelheden filterspoelwater van warmte-koude opslag in een korte tijd. Hierdoor vinden onnodige overstorten vanuit het rioolstelsel op oppervlaktewater plaats.

 

Aansluitverordening riolering Delft

Sinds de inwerkingtreding van de Aansluitverordening riolering Delft op 21 december 2004  is er een instemmingstelsel voor het verkrijgen en wijziging van rioolaansluitingen. Indien er aan een aantal voorschriften wordt voldaan, mag worden aangesloten op het openbare rioolstel van de gemeente Delft. Sinds de inwerkingtreding van de verordening is op peildatum 1 juni 2005 19 maal ingestemd met het maken van een rioolaansluiting door Stadsbeheer. Deze rioolaansluitingen zijn daarna aangelegd, deels door Stadsbeer, en deels in projecten dor het Ingenieursbureau. Voor de kosten van het aanleggen of wijzigen van de aansluitleidingen wordt een vaste meterprijs gehanteerd. Deze meterprijs wordt jaarlijks door het college na indexering vastgesteld. Voor het uitbreiden van de openbare riolering ten behoeve van nieuwbouw worden de werkelijke kosten in rekening gebracht. De kosten voor aansluiting van historische lozingen op drukriolering of IBA’s is vastgesteld op € 680,- per aansluiting en blijft gelijk.

 

Conclusie: met de verordeningen en vergunningen wordt bewaakt dat wordt voldaan aan de basisinspanning riolering, het waterkwaliteitsspoor en de sanering van ongezuiverde lozingen (functionele eisen 6, 7 en 8).
3.4   onderhoud

Een van de onderdelen van dit GRP is het vastleggen van de onderhoudstrategie. De onderhoudstrategie houdt in de staat waarin alle objecten zich bevinden, een vastgesteld te bereiken kwaliteitsniveau en de middelen die er voor nodig zijn om dat kwaliteitsniveau te bereiken dan wel te handhaven. De vast te leggen strategie geldt voor zowel het groot onderhoud als het klein onderhoud. Voorbeelden zijn de reinigingfrequentie van riolen en gemalen, maar ook het jaarlijkse aantal te vervangen kilometers riolering en het benodigde budget voor de vervanging van de gemalen. De onderhoudstrategie heeft indirect invloed op de vuiluitworp vanuit de riolering naar het oppervlaktewater en het aantal klachten over de riolering vanuit de bevolking.

 

Het onderhoud in Delft is opgesplitst in groot en klein onderhoud. In de NPR 3220 “Buitenriolering beheer” zijn vijf typen maatregelen onderscheiden: reinigen, reparatie, renovatie, vervanging en verbetering. Deze vijf typen maatregelen worden in Delft volgens onderstaande matrix ondergebracht onder de rubrieken klein en groot onderhoud.

 

type maatregel

toestand bestaand object

kenmerk functioneren systeem

type onderhoud

reinigen

reparatie

renovatie

vervanging

verbetering

ongewijzigd handhaven

beperkte toestandswijziging

ingrijpende toestandswijziging

verwijderen bestaand object

ingrijpende toestandswijziging

herstel oorspronkelijk functioneren

herstel oorspronkelijk functioneren

herstel oorspronkelijk functioneren

herstel oorspronkelijk functioneren

aanpassing functioneren

klein onderhoud

klein onderhoud

groot onderhoud

groot onderhoud

groot onderhoud

 

Daarnaast wordt in Delft onderscheid gemaakt tussen het onderhoud aan de riolen en aan gemalen. Dit is nodig omdat het verschillende typen onderhoud met andere onderhoudcycli betreft die door verschillende vakteams worden uitgevoerd. Hierdoor komen we tot de begrotingsrubrieken klein onderhoud riolen, groot onderhoud riolen, klein onderhoud gemalen en groot onderhoud gemalen.

 

3.4.1 klein onderhoud riolen

Onder het klein onderhoud vallen de kleine reparaties aan de riolering en de huisaansluitingen en het ontstoppen van straatkolken. Ook het reguliere kolken zuigen en het reinigen van de riolen valt met ingang van begrotingsjaar 2006 onder klein onderhoud. Onder het reinigen riolen wordt verstaan het schoonmaken door middel van hogedrukspuiten en het afzuigen van slib. Van de riolering (inclusief drainage) wordt in principe alleen de leidingen die in openbare grond of leidingen met een zakelijk recht gereinigd. Het straatvegen (of een gedeelte daarvan) wordt niet uit het rioolrecht bekostigd.

 

Totaal wordt per jaar circa 70 kilometer riool gereinigd. Daaronder valt een lijst met knelpunten zoals zinkers, buizen met tegenschot en lange aansluitleidingen die jaarlijks of meerdere malen per jaar worden gereinigd. Het totale programma ziet er als volgt uit:

 

·         circa 45 km gemengde riolering en DWA-riolen - (gemiddeld 1 * per 5 jaar)

·         circa 15 km RWA-riolen en duikers - (gemiddeld 1 * per 15  jaar)

·         circa 10 km drainage (- gemiddeld 1 * per jaar)

·         straat en trottoirkolken worden 1 keer per jaar gezogen.

 

Het reinigen van persleidingen met een pig vindt plaats op basis van oplopende draaiuren van de gemalen (gemiddeld 1 * per 7 jaar).

 

De frequentie van het schoonmaken van de vrijverval riolering van 1 keer per 5 jaar ligt boven het landelijk gemiddelde van 1 keer in de 8 jaar. De milieuwinst die dit intensieve reinigen oplevert wordt niet meegewogen in de voorschriften van de Wvo-vergunning van het Hoogheemraadschap van Delfland voor de rioolstelsels. De reinigingsfrequentie kan in de toekomst omlaag worden gebracht naar 1 keer in de 8 jaar. 

 

De werkzaamheden worden door de eigen buitendienst uitgevoerd. Hiervoor zijn 12 fte bij Stadsbeheer afdeling civiel benodigd.

 

Kosten

2006

2007

2008

2009

2010

kl. ond. riolen

1.145.000

1.136.000

1.093.000

1.066.000

1.066.000

 

Conclusie: met het klein onderhoud riolen wordt het functioneren van de bestaande openbare riolering gewaarborgd, hiermee wordt een bijdrage geleverd aan het bereiken van functionele eis  5, 6, 7 en 9.

 

3.4.2 groot onderhoud riolen (vernieuwen en renoveren riolen)

In het kader van het groot onderhoud aan riolen is in het vorige GRP een gemiddelde van 4 km riool per jaar opgenomen. Vanwege complicerende omstandigheden zoals verontreinigde grond, het niet verkrijgen van de benodigde keurvergunningen van Hoogheemraadschap van Delfland en uitstel door integrale uitvoering met de herinrichting van de openbare ruimte is dit gemiddelde in de afgelopen planperiode niet gehaald. Het niet uitgegeven budget is gestort in de voorziening egalisatie gemeentelijk rioleringsplan.

 

In de afgelopen planperiode zijn de volgende riolen vernieuwd of gerenoveerd:

2001 – 4,4 km               Koningin Emmalaan, Delfgauwseweg, Hof van Delft, Sint Allegondastraat, Van der Dussenweg, Oostsingel, Rembrandstraat

2002 – 1,5 km               Vermeerstyraat, Fabritiusstraat, Delfgauwseweg, Lipkernsstraat, Bagijnhof, Aan ‘t Verlaat

2003 – 1,3 km               Nassaulaan, Jan de Oudenweg, Frederik van Edenlaan, Lodewijk van Duysselhof, Henry Dunantlaan Zuidergracht, Brasserskade

2004 -  2,8 km               Bomenwijk, Rotterdamseweg, B. van der Polweg, J.C. van Markenplein, Heemskerkstraat, G. Borgesiusstraat, Willemstraat e.o., Zusterlaan, Molenstraat.

2005 -  n.n.b.                Antonie Heinsiusstraat, Amalia van Solmslaan, Charl. de Bourbonstraat, Cohen Stuartstraat, Storklaan e.o., Maurisstraat e.o., Piet Heinstraat, Ruivenstraat, Wassenaarsestraat, Van Bossestraat, Zuiderstraat.

 

De jaarlijkse behoefte aan te vernieuwen riolen wordt op twee manieren bepaald. Voor de kortere termijn wordt gebruik gemaakt van de kwaliteitsgegevens gegenereerd uit de inspecties. Voor een doorkijk op de lange termijn wordt gekeken naar de restlevensduur van de aanwezige riolering aan de hand van de gemiddelde levensduur.

 

Korte termijn:

Op basis van de inspectiegegevens die zijn ingevoerd in het beheerprogramma is het vernieuwingsprogramma voor de komende 5 jaar globaal bepaald. Bij de camera-inspectie zijn aan de rioolstrengen via een schadeclassificatiesysteem waarden toegekend. Bij bepaalde ernstige schades genereert het beheerprogramma de maatregel vervangen. Alle te vervangen rioolstrengen worden daarna in een planning gezet, afgestemd op het wegonderhoudprogramma. Voor de planperiode van dit GRP moet circa 20 kilometer riolering worden vervangen. Hieraan kan worden voldaan met een gemiddelde vervanging van 4 kilometer per jaar. Tevens wordt in de planperiode getracht de opgelopen achterstand van circa 3,5 kilometer in te lopen, hiervoor wordt circa € 2 miljoen uit de voorziening egalisatie gemeentelijk rioleringsplan onttrokken. Het meerjarenplan groot onderhoud riolering is in bijlage 2 opgenomen.

 

De gemiddelde kosten voor de vervanging van 1 kilometer vrijverval riolering zijn door middel van nacalculatie bepaald op circa € 0,55 miljoen inclusief voorbereiding en toezicht. Hierin zijn niet  meegenomen de kosten voor eventuele bodemverontreinigingen in de sleuf en de benodigde bijzondere hulpconstructies ten behoeve van de aanleg van de riolering. Deze extra kosten komen wel ten laste van het budget groot onderhoud riolen of de voorziening egalisatie gemeentelijk rioleringsplan.

 

Kosten

2006

2007

2008

2009

2010

gr. ond. riolen

2.200.000

2.200.000

2.200.000

2.200.000

 2.200.000

kilometer

4,0

4,0

4,0

4,0

4,0

inhaalslag

0

 1.100.000

1.100.000

   550.000

  0

kilometer

0

2,0

2,0

1,0

0

 

Het benodigde personeel voor voorbereiding en toezicht wordt bepaald door 16 procent van het budget groot onderhoud te delen door de kosten voor 1 fte (€ 70.000).

 

16 % * € 13.750.000 / € 70.000 = 32 fte / 5 jaar = 6,3 fte per jaar.

 

Lange termijn:

Voor de gemiddelde technische levensduur van de vrijverval riolering in Delft wordt op basis van ervaring 50 jaar aangehouden. Dit resulteert er in dat de totale hoeveelheid van 384 kilometer vrijverval riolering eens in de 50 jaar moet worden vervangen. Dat is gemiddeld 7,5 kilometer per jaar. De grootste piek van 29 kilometer in een jaar is aangelegd in 1978 (Tanthof). Dit betekent dat rondom het jaar 2028 de meeste kilometers rioolvervanging per jaar zullen gaan plaatsvinden. Het budget voor groot onderhoud riolen zal na de planperiode moeten gaan stijgen naar gemiddeld 7,5 kilometer per jaar. Deze stijging zit nog niet in de raming van dit GRP.

 

grafiek theoretische vervanging

 

Conclusie: door de jaarlijkse 4 kilometer en de inhaalslag van 5,25 kilometer vrijverval riolering vervangen in de planperiode wordt voldaan aan functionele eis 1 en 2.  Op de lange termijn zal het aantal te vervangen kilometers moeten toenemen naar circa 7,5 kilometer per jaar. Voor het groot onderhoud riolen zijn 6,4 fte per jaar voor voorbereiding en toezicht benodigd.

 

3.4.3 klein onderhoud gemalen (dagelijks onderhoud gemalen)

Onder het klein onderhoud van de gemalen wordt verstaan het schoonmaken van de pompkelders, het onderhouden van de pompen en de energiekosten. Voor de verschillende werkzaamheden zijn afhankelijk van de gevoeligheid van het gemaal onderhoudfrequenties vastgelegd, variλrend van 1 tot 12 maal per jaar. Alle te onderhouden gemalen  zijn vastgelegd in bijlage 3. Alle pompen worden minimaal een keer per jaar in de werkplaats gehaald voor inspectie van de lagers, het pomphuis, de waaier etc. De afgelopen jaren hebben de areaaluitbreidingen niet geleid tot bijstelling van het budget.

 

De afgelopen 5 jaar is het te onderhouden areaal uitgebreid met 43 gemalen en 1 electromechanische stuw. Onder meer door de aanleg van drukriolering in de Rotterdamseweg en Schieweg, milieu uitbreidingen en inbreidingen in bestaande bemalingsgebieden. De kosten voor het extra onderhoud, energie en het beheer van deze areaaluitbreiding bedragen € 60.000,- per jaar. Het budget klein onderhoud gemalen is overeenkomstig verhoogd.

 

 

Tevens wordt met ingang van dit GRP de kosten voor het onderhoud aan de 5 openbare toiletten, dat wordt uitgevoerd door de Technische Dienst Gemalen, bij de deelopdracht klein onderhoud gemalen ondergebracht. Het benodigde onderhoudsbudget voor de openbare toiletten bedraagt € 40.000,- per jaar.

 

Kosten

2006

2007

2008

2009

2010

kl. gemalen

600.000

600.000

600.000

600.000

600.000

 

Conclusie: voor het klein onderhoud gemalen is 3,0 fte benodigd. Het benodigd budget klein onderhoud gemalen wordt t.g.v. areaaluitbreidingen en de opname van de openbare toiletten € 640.000 per jaar. Hierdoor wordt invulling gegeven aan functionele eis 1 en 2.

 

3.4.4 groot onderhoud gemalen (vernieuwen gemalen)

De hoofdgemalen worden gemiddeld 1 * per 15 jaar gerenoveerd. In de afgelopen planperiode 2000-2005 is aan de volgende gemalen groot onderhoud gepleegd:

Zuidplantsoen, Slauerhofflaan, Van Miereveltlaan, Van Houtenstraat, Brasserskade, Vrijebansekade, Korflaan, Sportlaan en Krakeelpolderweg. De gemalen zijn ook allen voorzien van een besturingscomputer en aangesloten op de hoofdpost. Ook de regel- en besturingskasten zijn aangepast naar aanleiding van het klimaatsbeleidsplan.

 

Een planning voor het groot onderhoud gemalen voor de planperiode is te vinden in bijlage 4.  Het programma beslaat € 675.000,- in 5 jaar. Per jaar is gemiddeld € 135.000,- benodigd. Om verdere stankklachten te voorkomen worden de hoofdgemalen (5 stuks) allen van een geurfilter te worden voorzien. De kosten bedragen ca. € 50.000,- per gemaal.

 

De kosten voor de capaciteitsvergroting van gemaal Zuidplantsoen komen volledig voor rekening van het Hoogheemraadschap van Delfland en zijn niet in dit overzicht opgenomen.

 

Kosten

2006

2007

2008

2009

2010

gr. gemalen

135.000

135.000

135.000

135.000

135.000

 

Conclusie: het budget groot onderhoud gemalen wordt op basis van het meerjaren onderhoudsplan verhoogd naar 135.000 per jaar. Hierdoor wordt invulling gegeven aan functionele eis 1 en 2.

 

 

3.5                   maatregelen openbare riolering (investeringsprogramma)

 

3.5.1                uitvoering basisinspanning en waterkwaliteitsspoor.

De basisinspanning is een referentieniveau waaraan alle rioolstelsels moeten voldoen voor wat betreft de vuiluitworp bij de overstorten. Daar waar de lozing vanuit overstorten na het voldoen aan de basisinspanning nog waterkwaliteitsproblemen oplevert moeten aanvullende maatregelen worden genomen. Dit heet het waterkwaliteitsspoor. Om aan de basisinspanning en het waterkwaliteitsspoor te voldoen is in overleg met het Hoogheemraadschap van Delfland een maatregelenprogramma opgesteld. De maatregelen voor de  basisinspanning en waterkwaliteitsspoor zijn opgenomen in  de Planning maatregelen GRP 2006-2010 (bijlage 5). De maatregelen bestaan op grote lijnen uit het vergroten van de berging, het verhogen van pompcapaciteiten en het afkoppelen van verhard oppervlak. De hoofdgemalen worden allen uitgerust met telemetrie en een debiet gestuurde capaciteitsregeling. In 2010 is de uitvoering van het maatregelenprogramma afgerond.

 

Het maatregelenpakket was in 2002 in de nota actualisatie GRP globaal begroot op € 7 miljoen. Nu de maatregelen gedetailleerd bekend zijn komt de raming uit op € 7,5 miljoen. Van dit bedrag draagt Delfland op basis van het waterplan € 1.637.000 bij. Een bedrag van € 236.000 komt ten laste van projectontwikkelaars. Per saldo resteert er voor Delft een investering van € 6.018.000. Vanaf 2003 is reeds met de uitvoering van het programma gestart. De werkzaamheden aan het bergingsriool in de Rotterdamseweg hadden al uitgevoerd moeten zijn, maar worden steeds een jaar doorgeschoven omdat de benodigde keur vergunningen (nog) niet worden verleend door het Hoogheemraadschap van Delfland. De aanlegkosten worden geactiveerd als investering en lineair afgeschreven over 40 jaar.

 

Investering

2003-2005

2006

2007

2008

2009

2010

basis+watkwal.

  1.338.000

1.484.500

1.653.000

  377.500

625.000

540.000

 

Conclusie: met het uitvoeringsprogramma basisinspanning en waterkwaliteitsspoor wordt voldaan aan functionele eis 3,4,6 en 7.

 

3.5.2     afkoppelen verhard oppervlak

Een groot deel van de riolering in Delft is van het gemengde type. Hierdoor wordt bij zware regenval de rioolwaterzuiveringsinstallatie overbelast en het oppervlaktewater verontreinigt door overstorten. Met het afkoppelen van verhard oppervlak van de gemengde riolering wil de gemeente duurzaam waterketen en watersysteembeheer bevorderen.

 

          aanleg infiltratieriool Wippolder

 

Op 28 april 2005 is de “Afkoppelvisie gemeente Delft” door de raad vastgesteld. Bij deze afkoppelvisie is een afkoppel kansenkaart en een afkoppelprogramma opgesteld, dat gebaseerd is op de meerjarenplanning groot onderhoud riolering en het groot onderhoud van de wegen. In het tijdsbestek van 2003 tot en met 2010 wordt 45 hectare verhard oppervlak afgekoppeld. Dit afkoppelprogramma wordt ingezet om de basisinspanning te behalen en aan het waterkwaliteitsspoor te voldoen. Het afkoppelen wordt uitgevoerd in combinatie met het groot onderhoud riolering en wegen. De kosten voor het afkoppelen maken deel uit van de hierboven genoemde kosten voor uitvoering basisinspanning en waterkwaliteitsspoor en zijn ook opgenomen in het maatregelenprogramma GRP 2006-2010 (bijlage 5).

 

Conclusie: met het afkoppelprogramma wordt voldaan aan functionele eis 4, 6 en 7.

 

3.5.3     aanleg drainage / grondwatervisie

Op 28 april 2005 is de “Grondwatervisie gemeente Delft” door de raad vastgesteld. Het beleid van de gemeente richt zich erop dat bestaande situaties van grondwateroverlast – in het belang van de volkshuisvesting – zoveel mogelijk - worden beperkt en nieuwe situaties van grondwateroverlast - zoveel mogelijk - worden voorkomen. Een eerste aanzet hiertoe is de aanleg van drainagevoorzieningen – daar waar dit zinvol en doelmatig is – in openbaar gebied tegelijkertijd met het uitvoeren van groot onderhoud in de openbare ruimte (bijvoorbeeld herinrichting of rioolvervanging). De gemeente voert alleen technische maatregelen uit ter beοnvloeding van de grondwaterstand, als die maatregelen volledig in openbaar gebied kunnen worden genomen. Voor eventuele maatregelen op particulier terrein zijn de betreffende grondeigenaren zelf verantwoordelijk.

 

                               grondwater in meterput

 

Bij de gemeentelijke aanpak van grondwateroverlast gaat het uitsluitend om het aanleggen van ontwateringvoorzieningen in het openbare gebied. De aanleg van ontwateringvoorzieningen houdt niet in dat de gemeente de volledige grondwaterzorg naar zich toetrekt. Inwoners van Delft kunnen dan ook geen rechten aan deze activiteit ontlenen. De aanleg van ontwateringvoorzieningen in de stad wordt gerechtvaardigd doordat de gemeente de wens heeft om de (historische) panden in de stad te beschermen en te behouden. Daarnaast draagt de aanpak bij aan het vergroten van de leefbaarheid in de wijken van Delft. Voorts leiden de hoge grondwaterstanden tot hogere onderhoudskosten voor het wegbeheer en kan door de aanleg van drainage de waterhuishouding in de stad in algemene zin worden verbeterd. Dit wordt ook als zodanig naar de inwoners van Delft gecommuniceerd.

 

 

 

aanleg drainage Rietveld

 

Uit de grondwatervisie komt een uitvoeringsprogramma voort dat voorziet in de aanleg van circa 22 kilometer drainage in de probleemgebieden, op het moment dat er herinrichting of rioolrenovatie plaatsvindt. Het investeringsprogramma drainage is begroot op € 0,75  miljoen en loopt van 2006 tot en met 2010 (bijlage 6) . De maatregelen worden bekostigd uit het rioolrecht.

 

Bij het bepalen van de maatregelen voor het investeringsprogramma drainage is nog geen rekening gehouden met de effecten van een eventuele stopzetting van de grondwateronttrekking door DSM. Naar de effecten daarvan en de benodigde compenserende maatregelen wordt op dit ogenblik onderzoek verricht. Maatregelen die uit een eventuele stopzetting van de onttrekking voortvloeien zijn nog niet in dit GRP opgenomen. Wel wordt voor mogelijk te nemen maatregelen een buffer gecreλerd van € 0,75 miljoen in de voorziening egalisatie gemeentelijk rioleringsplan aan het eind van de planperiode. De aanlegkosten worden geactiveerd als investering en lineair afgeschreven over 40 jaar.

 

 

investering

2006

2007

2008

2009

2010

drainage

150.000

150.000

150.000

150.000

150.000

 

Conclusie: met het uitvoeren van het investeringsprogramma drainage wordt in de pilotgebieden voldaan aan functionele eis 4 en 5.

 

3.5.4     aanleg openbare riolering buiten de bebouwde kom (incl. glastuinbouw)

 

Per 1 januari 2005 zijn er nog 66 ongesaneerde lozingen in het buitengebied van de gemeente Delft. Dit zijn 24 woningen, 25 glastuinbouwbedrijven en 15 overige bedrijven.

De gemeente Delft heeft geen lozingen in kwetsbaar gebied en geen urgent te rioleren gebieden.

 

Voor het saneren van de lozingen is de nota Aansluitplan riolering buitengebied Delft opgesteld. Op 9 december 2004 heeft het Hoogheemraadschap van Delfland ingestemd met het beleid uit de nota Aansluitplan riolering buitengebied Delft. Door uitvoering van dit beleid worden 21 ongerioleerde lozingen in Delft voorzien van (druk)riolering. Alle 25 glastuinbouwbedrijven en 6 resterende woningen worden gesloopt bij de ontwikkeling van de woonwijk Harnaschpolder. In de gemeente Delft is er geen mogelijkheid tot de realisering van nieuwe glastuinbouwbedrijven.

 

Ondanks de aanleg van riolering en de sloop van percelen resteren nog 16 ongesaneerde lozingen op oppervlaktewater (14 percelen). De aanleg van riolering is hier niet doelmatig. Voor deze lozingen is met het Hoogheemraadschap van Delfland een samenwerkingsovereenkomst voor aanleg en beheer van IBA’s afgesloten. Met de samenwerkingsovereenkomst wordt invulling gegeven aan de zogenaamde brede zorgplicht. De gemeente rekent hiermee ook de plaatsing van systemen voor individuele behandeling van afvalwater tot haar taak. 

 

                                   plaatsing IBA

 

 

Voor het totale plan is tijdelijke ontheffing voor de zorgplicht afvalwater Wet milieubeheer aangevraagd bij de provincie Zuid-Holland. Na aanleg van de IBA’s resteren geen ongesaneerde lozingen binnen de gemeente Delft.

In de nota actualisatie GRP 2003 werden de totale maximale kosten voor de gemeente voor de riolering in het buitengebied nog geraamd op € 395.000,-. Thans zijn de exacte maatregelen bekend en worden de kosten voor riolering en IBA’s  begroot op € 199.000,-.

 

De verschillende projecten riolering buitengebied zijn opgenomen in het maatregelenprogramma GRP 2006-2010 (bijlage 5). De aanlegkosten worden geactiveerd als investering en lineair afgeschreven over 15 jaar.

 

investering

2006

2007

2008

2009

2010

buitengebied

133.000

 66.000

0

0

0

 

Conclusie: In 2007 zijn alle lozingen in het buitengebied gesaneerd. Hiermee wordt aan functionele eis 8 voldaan.

 

3.5.5     aanleg van openbare riolering bij nieuwbouw

In de uitbreiding- en inbreiding-locaties in de gemeente Delft worden steeds de nieuwste rioleringstechnieken toegepast. Uitgangspunten daarbij zijn beperking van de hoeveelheid afvalwater naar de zuivering en een zo laag mogelijke belasting van het oppervlaktewater met verontreinigingen. Hierdoor wordt het hemelwater zoveel mogelijk in het gebied zelf vastgehouden. Hiervoor worden gescheiden systemen toegepast met bodempassage, infiltratie en zuivering ter plaatse. In een vroegtijdig stadium vindt overleg met de waterkwaliteitsbeheerder over de toe te passen systemen plaats, waarna Wvo-vergunning voor de (nood-)uitlaten wordt aangevraagd. De kosten voor de aanleg van de riolering worden in de grondexploitaties van deze gebieden opgenomen.

 

                 bord infiltratiegebied

 

Nieuwbouwontwikkelingen in de planperiode en de daarbij geschatte afvalwatertoename zijn:

 

Voor deze nieuwbouwlocatie is een rioleringsplan opgesteld door Arcadis. Er wordt een deels gescheiden en deels verbeterd gescheiden stelsel aangelegd.

De afvalwaterhoeveelheden worden:

DWA:               15,2 m3/uur (506 x 2,5 inw. x 12 l/inw/h)

RWA:                 0,72 m3/uur (0,24 ha x 0,3 mm/h x 10)

Totaal:  16 m3/uur

 

Voor dit gebied is nog geen rioleringsplan opgesteld. Verwacht kan worden dat de totale afvalwaterhoeveelheid rond de 30 m3/uur zal liggen (DWA + RWA)

 

Voor dit gebied is nog geen rioleringsplan opgesteld. Verwacht kan worden dat de totale afvalwaterhoeveelheid rond de 25 m3/uur zal liggen (DWA + RWA)

 

 

Op dit terrein wordt woningbouw ontwikkeld. Onbekend is nog hoeveel woningen er gebouwd gaan worden en wanneer de ontwikkeling in gang wordt gezet. Er valt nog niets met zekerheid te zeggen over de afvalwaterhoeveelheden.

 

Conclusie: Alle nieuwe locaties worden van de nieuwste typen riolering voorzien, hiermee wordt aan functionele eis 1 tot en met 9 voldaan.

 

3.5.6     transport van afvalwater

 

afvalwaterhoeveelheden

De afvoer van Pijnacker en Delfgauw door het stelsel van Delft is thans ca. 950 m3/h en neemt toe tot 1300 m3/uur in 2010 en 1600 m3/h in 2020 (bron: GRP Pijnacker). Hiervoor moet het gemaal Zuidplantsoen worden aangepast (bijplaatsen van een pomp) op kosten van het Hoogheemraadschap van Delfland.

 

afvalwater Berkel

Het Hoogheemraadschap van Delfland heeft besloten het afvalwater van Berkel vanaf 2008 over het gebied van de gemeente Delft af te voeren naar het gemaal Kruitmolenpad. Over de wijze waarop het afvalwater door Delft afgevoerd wordt en de benodigde wijzigingen in het rioolstelsel voor rekening van het Hoogheemraadschap van Delfland wordt nog gestudeerd. De aanpassing aan het rioolstelsel die hiervoor moeten plaatsvinden (o.a. compensatie van de huidige berging in het collecteurriool) zijn voor rekening van het Hoogheemraadschap van Delfland.

 


dosering nutriox

Om stankklachten die worden veroorzaakt door het afvalwater vanuit Pijnacker tegen te gaan wordt al enkele jaren Nutriox (een chemisch middel dat waterstofsulfide omzet in koolstofdioxide, stikstofoxide en sulfiet en sulfaat) aan het afvalwater toegediend. Tevens wordt hierdoor aantasting van de ontvangstkelder tegengegaan. Voor de Nutriox dosering ontvangt de gemeente Delft een vergoeding van het hoogheemraadschap en van de gemeente Pijnacker-Nootdorp. Naar verwachting kan de toediening van Nutriox in 2006 beλindigd worden, omdat het gemaal Zuidplantsoen dan voorzien is van luchtdichte afsluiting en geurfilters. Tevens zijn de ontvangstkelders al voorzien van een kunststof coating om aantasting van het beton tegen te gaan.

 

kostenverdeelsleutels afvalwatertransport

Het Hoogheemraadschap van Delfland wil af van de ingewikkelde kostenverdeelsleutels voor de jaarlijkse verrekening van de kosten die Delft moet betalen aan het Hoogheemraadschap van Delfland voor het transporteren van het afvalwater naar de zuivering en de kosten die Delfland aan Delft betaald voor de doorvoer van het afvalwater van de buurgemeenten door het stelsel van Delft. De oude kostenverdeelsleutel is achterhaald door de komst van meer afvalwater en de bouw van AWZI Harnaschpolder..

Het heeft de voorkeur van Delfland om door middel van overdracht van leidingen en gemalen tot een situatie te komen waarin geen verrekeningen meer nodig zijn. Delft wil vooralsnog alle eigen gemalen blijven beheren met eenvoudige verrekening naar Delfland van de doorvoerkosten.

 

Uit het voorgaande kan worden opgemaakt dat het eerder gemelde risico voor de gemeente, bestaande uit een door Delfland geclaimde bijdrage van € 1,4 miljoen voor het afvalwatertransportsysteem naar de nieuwe zuivering Harnaschpolder, komt te vervallen. Officieel is hier echter nog geen bericht over ontvangen van het Hoogheemraadschap.

 

optimalisatiestudie afvalwatertransport systeem / calamiteitenplan afvalwater

Het hoogheemraadschap heeft aangegeven dat zij het wenselijk vindt om voor het afvalwatertransport systeem van Delft, waar ook de gemeenten Midden Delfland en Pijnacker-Nootdorp (en in de toekomst Berkel) op lozen, een optimalisatiestudie te willen uitvoeren (OAS). Delft wil hier aan meewerken en neemt daarin het belang en de wens om te beschikken over alternatieve afvoerroutes mee (calamiteiten plan).

 

Conclusie:

Er vinden in de komende planperiode ingrijpende wijzigingen plaats in het afvalwatertransportsysteem binnen de gemeente Delft. Door tijdig afspraken te maken met het Hoogheemraadschap van Delfland en door het treffen van de nodige maatregelen wordt voldaan aan functionele eisen 3, 4, 6, 7 en 9.

 


H4 Middelen en kostendekking

 

4.1       personele middelen

De taken voor het beheer en onderhoud van de openbare riolering worden in de gemeente Delft door verschillende vakteams uitgevoerd. In onderstaand overzicht is de taakverdeling voor het beheer van de openbare riolering vastgelegd.

 

Cluster Wijk en Stadszaken, Ingenieursbureau, Team Beheerplannen

-          adviezen wet en regelgeving afvalwater (verordening rioolrecht, aansluitverordening)

-          opstellen beleid en meerjaren beheerplannen riolering

-          technische adviezen rioolsystemen

-          opdrachtgever uitbreidingsinvesteringen aan de riolering

 

Cluster Wijk en Stadszaken, Ingenieursbureau, Team Planvoorbereiding

-          opdrachtnemer bestek gereedmaken rioleringsprojecten

 

Cluster Wijk en Stadszaken, Ingenieursbureau, Team Bouwprocesmanagement

-          opdrachtnemer toezicht rioleringsprojecten

 

Cluster Wijk en Stadszaken, Stadsbeheer, Civiel

-          rationeel beheer (bijhouden rioolbeheersysteem)

-          verlenen instemming en aansluiting op de openbare riolering

-          opdrachtgever groot en klein onderhoud riolen, putten en persleidingen

-          uitvoeren klein onderhoud riolen

-          coφrdinatie bij calamiteiten riolen, putten en persleidingen

 

Cluster Wijk en Stadszaken, Stadsbeheer, Technische Dienst

-          beheer en bediening gemalen

-          opdrachtgever klein en groot onderhoud gemalen

-          coφrdinatie bij calamiteiten gemalen

 

Cluster Wijk en Stadszaken, Duurzaamheid, Milieu

-          opstellen beleid oppervlaktewater en grondwater

 

Cluster Publiekszaken, Bouw en Milieutoezicht, Milieutoezicht

-          opnemen lozingsvoorwaarden afvalwater in milieuvergunningen en meldingen

-          handhaving lozingen op de openbare riolering

 

Cluster Publiekszaken, Bouw en Milieutoezicht, Bouw en Woningtoezicht

-          handhaven aansluitplicht op de openbare riolering

 

Cluster Publiekszaken, Inwonerszaken, Belastingen

-          innen rioolrecht

 

Thans zijn in het formatieplan van de gemeente Delft het volgende aantal formatie tijd eenheden (fte) op jaarbasis opgenomen:

Beleid:                                       0,8    fte Ingenieursbureau beheerplannen

Rationeel beheer:                                    2,0    fte Stadsbeheer civiel

Klein/groot onderhoud gemalen:   2,6    fte Stadsbeheer technische dienst

Klein onderhoud riolen:              12,0    fte Stadsbeheer civiel buitendienst

Groot onderhoud riolen:               2,1    fte Ingenieursbureau/Stadsbeheer

Uitbreidingsinvesteringen                         0,0    fte Ingenieursbureau

Aanslagen rioolrecht                    1,4    fte Belastingen

Totaal                                                  20,9    fte per jaar aanwezig

 

4.1.1     te leveren arbeidsinspanning in de planperiode

In deze paragraaf volgt het aantal formatie tijd eenheden (fte) dat benodigd is om de in dit GRP omschreven werkzaamheden ten behoeve van de rioleringszorg uit te voeren. Hierin zijn de uitvoerende werkzaamheden in het kader van het klein onderhoud en onderzoek dat de gemeente zelf uitvoert meegenomen. De werkzaamheden voor uitbesteed onderzoek, rioolinspectie, groot onderhoud en de aanleg van uitbreidingsinvesteringen gebeurd door aannemers en zijn niet in het overzicht opgenomen. Ook niet opgenomen is de tijdsbesteding van Bouw en Milieutoezicht, deze werkzaamheden ten behoeve van de openbare riolering zitten in het reguliere taakpakket en er worden niet uit het gesloten circuit bekostigd.

 

Beleid:                                       1,0     fte Ingenieursbureau beheerplannen

Rationeel beheer:                                    3,0     fte Stadsbeheer civiel

Klein onderhoud gemalen:                       3,0     fte Stadsbeheer technische dienst

Groot onderhoud gemalen:           0,4     fte Stadsbeheer technische dienst

Klein onderhoud riolen:              12,0     fte Stadsbeheer civiel buitendienst

Groot onderhoud riolen:               6,3     fte Ingenieursbureau/Stadsbeheer

Uitbreidingsinvesteringen:                        3,2     fte Ingenieursbureau

Aanslagen rioolrecht                    1,4     fte Belastingen

Totaal                                                  30,3     fte per jaar benodigd

 

Ten opzichte van de in het huidige formatieplan opgenomen fte zijn er nog circa 10 fte per jaar extra benodigd. Dit geldt voor alle 5 de jaren van het GRP en kan dus als structureel worden beschouwd. Het grootste verschil (7 fte) tussen de aanwezige fte en de benodigde fte zit in de voorbereiding en toezicht van het groot onderhoud en de uitbreidingsinvesteringen. Om de ambities van dit GRP waar te maken zal de formatie bij het Ingenieursbureau moeten worden uitgebreid of op projectbasis worden ingehuurd. Voor een evenwichtige bedrijfsvoering zal ca. 75 % van de benodigde fte in vaste dienst moeten functioneren en het overige gedeelte worden ingehuurd.  De personeelskosten zijn opgenomen in de investeringen.

 

N.b: Het aantal benodigde fte voor voorbereiding en toezicht van de uitbreidingsinvesteringen is bepaald door 16 procent van de investeringskosten (€ 7 miljoen) te delen door de kosten voor 1 fte (€ 70.000). Dit geeft: € 1.120.000 / € 70.000 = 16 fte / 5 jaar = 3,2 fte per jaar.

 

 

4.2       financiλle middelen: kosten

 

4.2.1     administratieve posten

Alle financiλle verplichtingen betreffende de openbare riolering lopen in de meerjarenbegroting via de deelopdracht administratieve posten. Hierbij moet worden gedacht aan verzekeringen, rente en aflossingen van uitbreidingsinvesteringen, maar ook waterschapslasten en abonnementen. Ook de stortingen en onttrekkingen van de voorziening egalisatie gemeentelijk rioleringsplan lopen via de deelopdracht administratieve posten. Daarnaast lopen de verrekeningen met Delfland voor de transportkosten van afvalwater van buurgemeenten door het gemeentelijk rioolstelsel van Delft via de administratieve posten.

 


 

De kosten van de uitbreidingsinvesteringen (zie maatregelenprogramma - bijlage 5) worden geactiveerd en over 40 c.q. 15 jaar lineair afgeschreven. Van het gehele maatregelenprogramma met een investering van € 7 miljoen is voor een bedrag van € 2,8 miljoen al krediet verleend. Van deze verleende kredieten zijn de afschrijvingen al in de “oude” kapitaallasten opgenomen. Voor een bedrag van € 4,2 miljoen moeten nog kredieten worden verleend.

 

Deze kredieten voor uitbreidingsinvesteringen resulteren in de volgende kapitaallasten (rente en afschrijving, bedragen exclusief BTW) die in de meerjarenbegroting GRP 2006-2010 zijn opgenomen onder de deelopdracht administratieve posten met de projectnaam kapitaallasten nieuw:

 

 

2006

2007

2008

2009

2010

basis+watkw.

     88.500

1.653.000

   377.500

   625.000

 540.000

afschrijving 40 jr.

       3.305

      68254

   142.421

   177.327

 217.596

 

buitengebied

   103.000

              0

              0

              0

            0

afschrijving 15 jr.

       5.965

     11.674

     11.331

     10.988

   10.645

 

grondwater

   150.000

   150.000

   150.000

   150.000

 150.000

afschrijving 40 jr.

       5.602

     16.664

     27.539

     38.227

   48.728

 

kapitaallasten nw

     14.872

     96.592

   181.291

   226.542

 276.969

 

 

4.2.2     meerjarenbegroting onderhoud en vernieuwen riolen en rioolgemalen

In dit GRP is een meerjaren begroting riolering voor de komende 5 jaar (2006-2010) opgenomen in bijlage 7. Een samenvatting van deze bijlage staat hieronder. De kosten voor beheer en onderhoud lopen via de gewone dienst, deze kosten worden niet geactiveerd en afgeschreven. De kapitaallasten van de investeringen zijn opgenomen in de administratieve posten.

 

Kosten

2006

2007

2008

2009

2010

beleid en beheer

   545.170

   543.913

   543.322

   542.860

  542.860

 

kl. ond.riool

1.145.296

1.135.875

1.092.756

1.065.801

1.065.801

gr. ond.riool

2.221.883

3.366.649

3.380.013

2.819.601

2.364.061

 

kl. ond. gemalen

   599.010

   596.938

   595.837

   593.555

  593.555

gr. ond.gemalen

   135.000

   135.000

   135.000

   135.000

  135.000

 

admin posten

1.186.571

    151.171

    196.618

   776.729

1.326.729

 

Totaal

 5.832.930

5.883.546

5.883.546

5.883.546

5.883.546


4.3       kostendekking

 

4.3.1     rioolrecht afgelopen periode

Het rioolrecht is een gemeentelijke retributie die alleen voor het product openbare riolering mag worden aangewend. Her rioolrecht mag niet meer dan kostendekkend zijn. Delft kent sinds 2001 een aansluitrecht voor de eigenaren en een afvoerrecht voor gebruikers. Naast het standaard afvoerrecht is er een opslag voor grote lozingen boven de 500 m3 per jaar. De rioolrechten zijn vastgelegd in de Verordening op de heffing en de invordering van rioolrechten (Verordening rioolrechten Delft). Deze verordening wordt jaarlijks met de nieuwe tarieven door de raad vastgesteld. Van het afvoerrecht kan kwijtschelding worden aangevraagd.

 

Delft heeft een 100% kostendekkend rioolrecht. De laatste meerjarenraming van het kostendekkende rioolrecht stamt uit de nota “actualisatie gemeentelijk rioleringsplan 2003”, door de raad vastgesteld op 3 oktober 2002. De vastgestelde stijgingen exclusief index zijn:

 

Stijging excl. index

2003

2004

2005

2006

2007

aansluitrecht

7 % 

2 %

2 %

2 %   

1 %

afvoerrecht klein

11 %

0 %

0 %

0 %

0 % 

afvoerrecht groot

11 %

0 %

0 %

0 % 

0 %

 

In deze meerjarenraming is de financiering van de investeringen voor de basisinspanning riolering en de aanleg van riolering in het buitengebied opgenomen. Inclusief de inflatiecorrectie heeft het rioolrecht zich de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld:

 

 

2001

2002

2003

2004

2005

 

 

 

 

 

 

aansluitrecht

   87,70

   92,74

   99,23

 106,08

 109,05

afvoerrecht

   25,18

   26,62

   29,56

   31,10

   31,26

totaal / huish.

 112,88

 119.36

 128,79

 137,18

 140,31

stijging totaal

 -

   5,7 %

   7,9 %

  6,5 %

   2,3 %

grootverbruik

0,18

0,19

0,21

0,36

0,36

> 500.000 m3

0,10

0,11

0,12

0,12

0,13

 

 

4.3.2     opgelegde aanslagen

De aanslagen rioolrecht worden opgelegd door het vakteam Belastingen van de gemeente Delft. Daarbij gaat het vakteam uit van de volgende gegevens die jaarlijks de basis vormen voor het kostendekkende rioolrecht.

 

aantal rioolaansluitingen (aansluitrecht) peildatum 1 januari 2005

Circa 46.000 objecten hebben een rioolaansluiting. Hiervan wordt 0,5 % in mindering gebracht voor fouten in het bestand, en wordt 1,25 % als oninbaar gesteld door faillissementen etc. Uiteindelijk resteren er 45.195 aanslagen die geοnd worden.

 

aantal gebruikers (afvoerrecht) peildatum 1 januari 2005

Circa 46.000 gebruikers lozen via een rioolaansluiting op de openbare riolering. Hiervan wordt 1,4 % in mindering gebracht voor leegstand, en wordt 1,4 % als oninbaar gesteld door verhuizingen etc. Uiteindelijk resteren er 44.712 gebruikers waaronder 364 grootverbruikers waarvan de aanslag geοnd wordt. Hierbij is nog geen rekening gehouden met de kwijtschelding.

 

Kwijtschelding

De jaarlijkse hoeveelheid kwijtgescholden aanslagen bedraagt thans 10 procent van de opgelegde aanslagen afvoerrecht kleine afvoeren. 

 

De opgelegde aanslagen gaven de onderstaande opbrengsten te zien:

 

opbrengsten

 2001

 2002

 2003

 2004

 2005

begroot

6.062.000

6.077.481

5.870.366

6.198.571

6.294.543

jaarrekening

5.686.000

5.452.411

5.650.749

6.467.702

6.098.309 (vl.)

 

Uit bovenstaand overzicht blijkt dat de werkelijke opbrengsten steeds beter aansluiten bij de raming. Dit komt doordat de opbouw van de gegevensbestanden en de aannamen voor oninbaar en kwijtschelding door de jaren heen betrouwbaarder zijn geworden.

 

4.3.3     voorziening egalisatie gemeentelijk rioleringsplan

De voorziening egalisatie gemeentelijk rioleringsplan is in het leven is geroepen om financiλle fluctuaties in de uitvoering van de maatregelen uit het Gemeentelijk Rioleringsplan op te vangen en daarmee de tarieven niet grillig te laten verlopen.

 

Tijdens de vaststelling van de nota actualisatie GRP 2003-2005 stond de voorziening nog € 703.306,- negatief. Door de geplande stortingen en uitstel in de vervanging van vrijverval riolering is het saldo per 1 januari 2006 geprognosticeerd op € 2.3 miljoen positief.

 

Het verloop van de voorziening over de jaren zag er als volgt uit:

 

 

 2001

 2002

 2003

 2004

 2005

beginsaldo

0

-1.035.083

-703.306

1.049.398

1.786.011

storting

0

521.249

1.773.803

736.613

507.715

onttrekking

-1.035.083

-189.772

-21.099

0

0

eindsaldo

-1.035.083

 - 703.306

1.049.398  

1.786.011

2.293.726 

 

Omdat voorzienbaar is dat de overname van de grondwateronttrekking van DSM of het treffen van alternatieve beheermaatregelen voor de grondwaterstanden ergens in de planperiode zal plaatsvinden, wordt een positief saldo van € 0,75 miljoen aan het eind van de planperiode wenselijk geacht. Dit saldo is gerelateerd aan de huidige grondwateronttrekkingkosten van DSM ad € 0,15 per jaar over de planperiode.

 

Na 2006 zullen ten behoeve van het groot onderhoud riolen onttrekkingen plaatsvinden voor totaal circa € 2 miljoen, totdat een saldo van circa € 0,75 ontstaat. Een en ander is mede afhankelijk van het verkrijgen van de benodigde keurvergunningen voor de reeds voorbereide werken in de Rotterdamseweg en de Buitenwatersloot.

 

Geprognosticeerde stortingen en onttrekkingen in de planperiode GRP:

 

 

 2006

 2007

 2008

 2009

 2010

beginsaldo

2.293.726

2.548.462

1.705.324

840.084  

527.128

onttrekking

0

-843.138

-865.240

-312.956

0

storting

254.736

0

0

0 

203.850

eindsaldo

2.548.462

1.705.324

840.084  

527.128

730.978

 

 

4.3.4     rioolrecht planperiode

Nieuwe posten met kostenverhoging binnen de begroting van dit GRP (bijlage 7) zijn de areaaluitbreiding van de gemalen (hogere onderhoudskosten) en de aanleg en het beheer van de drainagevoorzieningen. Daar tegenover staat dat de netto kosten voor het behalen van de basisinspanning, het waterkwaliteitsspoor en de aanleg van riolering in het buitengebied lager zijn dan eerder geraamd. Dit resulteert in lagere kapitaallasten.

 

Deze twee zaken compenseren elkaar en zorgen ervoor dat het rioolrecht in de planperiode niet meer hoeft te stijgen dan reeds vastgestelde stijgingen in de actualisatie GRP 2003.

 

Voor de tarieven van 2006 is de gemeentelijke nominale prijsstijging als gevolg van reguliere loon en prijsstijgingen 1,5%. Daarnaast is rekening gehouden met het effect van de gemeentelijke bezuinigingsoperatie.  Het resultaat hiervan is een kostenvermindering van 0,8%. Hierdoor stijgt het aansluitrecht 2006 ten opzichte van het tarief in 2005 met 0,7% ten gevolge van de index en de bezuiniging en met 2 % ten gevolge van de investeringen uit de nota actualisatie GRP. Het afvoerrecht stijgt met 0,7 %.

 

Het voorgestelde rioolrecht voor de planperiode wordt aldus (prijspeil 1 januari 2006):

 

 

2006

2007

2008

2009

2010

stijging aansluitrecht

2,7 %

1 %

0 %

0 %

0 %

aansluitrecht

   111,99

   113,11

   113,11

   113,11

   113,11

stijging afvoerrecht

0,7 %

0 %

0 % 

0 %

0 %

afvoerrecht

     31,48

     31,48

     31,48

     31,48

     31,48

totaal / huish.

   143,47

   144,59

   144,59

   144,59

   144,59

afvoerrecht groot

       0,36

       0,36

       0,36

       0,36

       0,36

> 500.000 m3

       0,13

       0,13

       0,13

       0,13

       0,13

 

Ontwikkelingen die in dit GRP niet voorzien zijn, zoals bijvoorbeeld extra maatregelen ten gevolge van de Europese Kaderrichtlijn water, kunnen een tussentijdse bijstelling van de tarieven noodzakelijk maken.

 

4.3.5     waterheffing

Zoals het er nu naar uitziet zal de Tweede Kamer in de planperiode van dit GRP de Wet gemeentelijke watertaken aannemen om een (brede) Waterheffing mogelijk maken. Na deze wetswijziging is het mogelijk om alle in de wet beschreven voorzieningen ten behoeve van  de waterketen en het watersysteem te bekostigen uit deze belasting. In dit GRP kan nog geen rekening worden gehouden met de gevolgen van de Wet gemeentelijke watertaken. In de toekomst kan het rioolrecht, tezamen met andere kosten die de gemeente maakt voor waterbeheersing en die nu uit de algemene middelen worden bekostigd, onderdeel van de waterheffing uit gaat maken.
H5 Conclusies en besluit

 

Conclusies

De begroting is ingericht volgens een nieuwe structuur met de rubrieken beleid en beheer, klein onderhoud, groot onderhoud en administratieve posten.

 

Naast de voorzieningen ten behoeve van de inzameling en transport van huishoudelijk en industrieel afvalwater vallen ook de voorzieningen ten behoeve van de inzameling en transport van grondwater en regenwater onder de openbare riolering. Alle maatregelen en daarbij behorende kosten voor de openbare riolering zijn in het GRP opgenomen en in het gesloten begrotingscircuit “onderhoud en vernieuwen riolen en gemalen” en “rioolrechten” ondergebracht.

 

Het aantal te inspecteren kilometers vrijverval riolering wordt vergroot van 8 naar 20 kilometer per jaar, teneinde versneld een kompleet kwaliteitsbeeld van de riolering te krijgen.

 

Het klein onderhoud aan de openbare toiletten wordt ondergebracht bij het klein onderhoud gemalen.

 

Er is een globaal meerjarenprogramma groot onderhoud riolen opgesteld dat voorziet in vervanging van ca. 25 kilometer riolering in de planperiode.

 

Het investeringsprogramma voor het behalen van de basisinspanning is op maatregelniveau vastgelegd, en volgens de planning in 2010 afgerond.

 

Het investeringsprogramma voor het behalen van het waterkwaliteitsspoor is op maatregelniveau vastgelegd en volgens de planning in 2010 afgerond.

 

Het investeringsprogramma voor de sanering van de lozingen in het buitengebied is op maatregelniveau vastgelegd en volgens de planning in 2008 afgerond.

 

Voor de aanleg van drainage is een meerjaren investeringsprogramma voor de aanleg van circa 22 kilometer drainage tot en met 2010 opgesteld.

 

Om de maatregelen uit dit GRP uit te voeren zijn er voor voorbereiding en toezicht op jaarbasis 10 formatie tijd eenheden extra benodigd.  Hiervan zal 75 % in vaste dienst komen en 25% worden ingehuurd. De personeelskosten zijn opgenomen in de meerjarenbegroting en de investeringen.

 

Ten behoeve van het groot onderhoud riolen wordt in de planperiode voor een bedrag van € 2 miljoen aan onttrekkingen uit de voorziening egalisatie GRP voorzien, zodat deze voorziening in 2010 eindigt op het saldo € 0,75 miljoen positief. Dit saldo kan worden aangewend voor de grondwaterproblematiek.

 

Gelet op de meerjarenbegroting van de kosten van het GRP kan in de planperiode worden volstaan met handhaving van de stijgingen van het rioolrecht uit de nota actualisatie GRP uit 2003, geοndexeerd met de jaarlijkse inflatiecorrectie.


Besluit

 

De raad van de gemeente Delft wordt voorgesteld:

 

Het Gemeentelijk Rioleringsplan Delft 2006-2010 vast te stellen als kaderstellende beleidsnota voor het beheer, het onderhoud en de uitbreidingsinvesteringen en de kostendekking van de openbare riolering voor de jaren 2006 tot en met 2010.

 


Literatuuroverzicht:

 

Beleidsstukken derden:

 

Gemeenten geven water een plaats, position paper VNG, 2002

 

Vierde Nota waterhuishouding, tweede kamer, 1998

 

Actieprogramma “Waterkwaliteit en Diergezondheid”, Tweede Kamer, 1997-1998

 

Rioleringsbeleid in het buitengebied, provincie Zuid-Holland, 1998

 

Aanvullende beleidsnotitie “Riolering Glastuinbouw”, provincie Zuid-Holland, 2000

 

Beleidsplan Milieu en Water 2000 - 2004, provincie Zuid-Holland, 2000

 

Evaluatie Rioleringsbeleid in het buitengebied, provincie Zuid-Holland, 2002

 

Waterbeheersplan 1999 – 2003, Hoogheemraadschap van Delfland, 1999

 

Tweede rioleringsnota, Werkgroep Riolering West-Nederland, 2002

 

Beslisboom aan- en afkoppelen verhader oppervlakken, WRW, 2003

 

Rioleringsatlas van Nederland, Stichting Rioned, 2005

 

Beleidsstukken gemeente Delft:

 

Waterplan Delft en Convenant Uitvoering Waterplan Delft, 2001

 

Tweede Convenant Uitwerking Waterplan Delft, 2005

 

GRP Delft 2001-2005, 2000

 

Actualisatie GRP Delft 2003-2005, 2002

 

Aansluitverordening riolering gemeente Delft, 2004

 

Verordening rioolrechten Delft 2005

 

notitie benchmarking rioleringszorg Delft, 2003

 

notitie riolering buitengebied Delft, 2003

 

Afkoppelkansenkaart Delft, 2004

 

Grondwatervisie gemeente Delft, 2005

 

Basisinspanning gemeente Delft, Royal Haskoning, 17 december 2004

 

Eindrapportage monitoring infiltratievoorziening Wippolder, Wareco, 30 december 2004