Stuk 59 I Delft, 6 februari 2006.
922927
Onderwerp: Vaststelling
bestemmingsplan Spoorzone.
Aan de gemeenteraad.
Geachte dames en heren,
Direct ten westen
van het oude stadscentrum ligt het plangebied Spoorzone. Voor dit plangebied is
een nieuw bestemmingsplan opgesteld om de herontwikkeling van de Spoorzone
mogelijk te maken. Aan de noordzijde wordt het plangebied begrensd door de
gemeentegrens van Delft en Rijswijk. Het gehele gebied tussen de gevels van de
(huidige) Spoorsingel en Phoenixstraat is bij het plangebied inbegrepen. In het
centrale deel omvat de Spoorzone de gehele Houttuinen, het huidige
Stationsplein, het PTD-terrein en de Van Leeuwenhoeksingel en aan de westzijde
van het huidige spoor het momenteel onbenutte NS-emplacement welk zich strekt
tot en met het Lokomotiefpad. Het zuidelijk deel van het plangebied omvat
eveneens een emplacementterrein van de NS, een deel van het bedrijventerrein
Voorhof-Noord ten zuiden van de Westlandseweg en een smalle strook langs het
bestaande spoor die benut zal worden voor het plaatsen van geluidsschermen.
Het gebied van de
Spoorzone beslaat het in de bebouwde kom van Delft gelegen tracé van het spoor
vanaf 't Haantje in het noorden tot voorbij de Abtswoudseweg in het zuiden
(respectievelijk rond km 67.700 en km 70.700 in de spoorlijn). De grens aan de
zuidzijde is bepaald door de plek waar het verbrede spoor na het verlaten van
de tunnel weer terug is op het huidige niveau op circa 50 m vanaf de
tunnelconstructie en door de ruimte die nodig is voor het plaatsen van geluidsschermen
langs het spoor.
Het bestemmingsplan Spoorzone voorziet in
een spoortunnel gecombineerd met een stedelijke ontwikkeling van 30 ha in de
vorm van een compacte OV-knoop met woningen en kantoren. De hoofddoelstelling die
voor het bestemmingsplan Spoorzone is geformuleerd, is de volgende:
Het verbeteren van
het leefmilieu en de ruimtelijke kwaliteit door de aanleg van de spoortunnel,
de sloop van het spoorviaduct en de herstructurering van de stationsomgeving.
De plannen voor de
Spoorzone zijn ingegeven door een drietal nijpende problemen in het gebied.
Ten eerste is het spoor steeds meer een bron van hinder (geluid, trillingen,
neerslag van metaaldeeltjes, vervuiling door toiletpapier uit treinen en
toenemende sociale onveiligheid onder het spoorviaduct door vandalisme aan
auto's en fietsen, wildplassen, grofvuilstort, drugshandel en -gebruik en
hangplekken). Dit wordt ook door de bewoners zo ervaren. De toename van het
treinverkeer zal deze hinder vergroten. Ten tweede is het spoortracé een
barrière in de stad. Het spoor is slechts beperkt kruisbaar voor (vrijwel) alle
verkeerssoorten en het spoorviaduct en het stationsgebied creëren een
(gevoelde) scheiding vanwege een onaantrekkelijke omgeving. En tenslotte maakt een
toename van het aantal treinen in de toekomst een spoorverdubbeling
noodzakelijk.
A. Voorontwerpbestemmingsplan
Het voorontwerp
bestemmingsplan Spoorzone heeft conform artikel 6a van de Wet op de Ruimtelijke
Ordening en de gemeentelijke inspraakverordening ter inzage gelegen van 7
december 2004 tot en met 17 januari 2005 met de mogelijkheid tot het indienen
van schriftelijke inspraakreacties. Er zijn 75 schriftelijke inspraakreacties
ingekomen. Tevens is gelegenheid geboden voor mondelinge inspraak op 22
december 2004 en 12 januari 2005.
Stuk 59 I pag. 2.
De mondelinge en
schriftelijke inspraakreacties zijn samengevat en beantwoord in de Nota
Inspraak en Overleg van 23 augustus 2005.
Op 2 december 2004 is
het voorontwerpbestemmingsplan verzonden om overleg als bedoeld in artikel 10
van het Besluit op de ruimtelijke ordening. Er is gereageerd door 14
overlegpartners. De overlegreacties zijn eveneens samengevat en beantwoord in
de nota inspraak en overleg bestemmingsplan Spoorzone van 23 augustus 2005.
B. Ontwerpbestemmingsplan
en vaststelling bestemmingsplan
Na verwerking van de reacties uit het overleg ex artikel 10 Besluit
ruimtelijke ordening en de inspraakreacties is het bestemmingsplan conform
artikel 23 WRO in ontwerp ter inzage gelegd van 13 september tot en met 24
oktober 2005 met de mogelijkheid tot het indienen van schriftelijke en
mondelinge zienswijzen. Op 13 oktober 2005 is een bijeenkomst gehouden waarin
de gelegenheid is geboden mondelinge zienswijzen op het ontwerpbestemmingsplan naar
voren te brengen.
In totaal zijn 68 schriftelijke en 7 mondelinge zienswijzen op het
ontwerpbestemmingsplan ingekomen. Deze zienswijzen zijn samengevat en
beantwoord in de Nota zienswijzen bestemmingsplan Spoorzone (genummerd 2.1 tot
en met 2.67). De Nota wordt geacht deel uit te maken van dit raadsvoorstel.
Zienswijzen 2.1 tot en met 2.67 en 3.1 tot en met 3.7 zijn tijdig ingediend en
ontvankelijk. Zienswijze 2.68 betreft een aanvulling op zijn zienswijze van 10
oktober 2005, maar is buiten de daartoe gestelde termijn ingediend en om die
reden niet in behandeling genomen.
Naar aanleiding van de ingediende zienswijzen en ambtshalve is het
bestemmingsplan gewijzigd. Voor motivering van de wijzigingen naar aanleiding
van de zienswijzen wordt verwezen naar de nota Zienswijzen. De ambtshalve
wijzigingen voor de voorschriften en de wijzigingen in de toelichting zijn in
het toegevoegd Raadsbesluit opgesomd en gemotiveerd. De wijzigingen op de
plankaart zijn aangegeven op bijgevoegde wijzigingenkaart. De wijzigingen in de
toelichting zijn aangegeven in bijgevoegd Raadsbesluit.
De zienswijzen hebben geleid tot de volgende
aanpassingen van de plankaart, de voorschriften en de toelichting van het
bestemmingsplan, overeenkomstig toegevoegd Raadsbesluit:
-
verplaatsen en verkleinen luchtschachten;
-
differentiëren van de plintfuncties Coenderstraat en Emplacementsweg;
-
nieuwe definitie peil;
-
vervangen set prognoses voor verkeersintensiteiten door nieuw set data,
voor zover relevant (deze worden gebruikt voor alle gemeentelijke beleidsnota's
op het gebied van mobiliteit, milieu en ruimtelijke ordening);
-
diverse ondergeschikte aanpassingen van het plan.
Het bestemmingsplan Spoorzone wordt nu ter vaststelling aan de gemeenteraad van Delft aangeboden.
Stuk 59 I pag. 3.
Wij stellen u voor het bestemmingsplan Spoorzone bestaande uit de
plankaart 115.1207000, bestaande uit 3 bladen, en de voorschriften van 23
februari 2006 vergezeld gaande van een toelichting van 23 februari 2006 vast te
stellen.
Hoogachtend,
Het college van burgemeester en wethouders
van Delft,
mr. drs. G.A.A. Verkerk ,burgemeester.
mr. drs. H.G.L.M. Camps ,secretaris
Stuk 59 II
922927
De raad van de gemeente Delft;
gelezen het voorstel van het college van 7 februari 2006;
gelezen het advies van de commissie Duurzaamheid;
gelet op het bepaalde in de Wet op de Ruimtelijke Ordening;
overwegende dat het noodzakelijk is een nieuw bestemmingsplan vast te stellen voor het gebied Spoorzone, zoals nader is aangegeven op de plankaart behorende bij het bestemmingsplan;
dat het plan de juridisch planologische basis biedt voor (her)ontwikkeling van de Spoorzone;
dat het plan voor het overige een conserverend karakter heeft en voorziet in moderne regelgeving
voor de bestaande bebouwing;
dat het plan op 2 december 2004 is verzonden om overleg ex artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening;
dat naar aanleiding van dit overleg diverse, in de Nota inspraak en overleg van augustus 2005 nader aangegeven, reacties zijn ingekomen;
dat als bedoeld in artikel 6A van de Wet op de Ruimtelijke Ordening juncto de gemeentelijke Inspraakverordening het voorontwerpbestemmingsplan met belangstellenden is besproken op 22 december 2004 en 12 januari 2005 en tevens ter inzage is gelegd van 7 december 2004 tot en met 17 januari 2005 met de mogelijkheid tot indiening van schriftelijke inspraakreacties;
dat het voorontwerpbestemmingsplan naar aanleiding van de reacties uit het overleg ex artikel 10 Besluit op de ruimtelijke ordening en de inspraakreacties is aangepast tot ontwerpbestemmingsplan;
dat het ontwerpbestemmingsplan van 13 september tot en met 24 oktober 2005 ter inzage is gelegd met mededeling van de mogelijkheid tot indiening van schriftelijke en mondelinge zienswijzen;
dat van de gelegenheid tot het kenbaar maken van zienswijzen door de volgende indieners gebruik is gemaakt:
|
naam/namen
indiener(s) |
adres |
postcode |
woonplaats |
nummer |
ingekomen
datum |
Schriftelijke
zienswijzen |
|
|||||
2.1 |
AKD
Prinsen Van Wijmen, door E.D.M. Knegt, namens Berkman Energie Service B.V. |
Postbus
4714 |
4803
ES |
Breda |
522658 |
25-okt-05 |
Stuk 59 II pag. 2.
2.2 |
H.
Groeneveld |
Van
Leeuwenhoeksingel 38 |
2611
AC |
Delft |
522737 |
25-okt-05 |
|
F.E.
Stofberg |
Van
Leeuwenhoeksingel 32 |
2611
AB |
Delft |
522737 |
25-okt-05 |
|
P.J.
de Haan |
Van
Leeuwenhoeksingel 19 |
2611
AA |
Delft |
522737 |
25-okt-05 |
2.3 |
M.
ter Huurne en J. Starmans |
Parallelweg
2 |
2613
SL |
Delft |
522607 |
24-okt-05 |
2.4 |
EBH
Advocaten, door J. Hiemstra, namens Stichting Samenwerkingsverband Praktijkopleiding
Bouw (SSPB) |
Postbus
70 |
2600
AB |
Delft |
522655 |
25-okt-05 |
2.5 |
DSM Gist Services B.V., Site Governance
Department, door H. Spuyman |
Postbus
1 |
2600
MA |
Delft |
522764 |
26-okt-05 |
2.6 |
P.W.
van der Marel |
Vlamingstraat
80 |
2611
LA |
Delft |
522676 |
25-okt-05 |
2.7 |
R.C. Overbeek Bloem |
Watersnip
15 |
2693
AG |
's-Gravenzande
|
522352 |
19-okt-05 |
2.8 |
H.
de Bruin |
Iris
20 |
2678
PK |
De
Lier |
522315 |
19-okt-05 |
2.9 |
A.
Boutkan |
Doys
van der Doesstraat 13 |
2678
TV |
De
Lier |
521568 |
10-okt-05 |
2.10 |
C.M.
Gulden |
Westvest
25 |
2611
AZ |
Delft |
522043 |
14-okt-05 |
2.11 |
R.A
van Krimpen |
Westvest
36F |
2611
AZ |
Delft |
522601 |
24-okt-05 |
2.12 |
R.W.J.
Smits & H.A.T. Verleg |
Westvest
19 |
2611
AX |
Delft |
522526 |
24-okt-05 |
2.13 |
J.W.M.
Damen & A.T.J Kruthoff |
Westvest
23 |
2611
AX |
Delft |
522694 |
25-okt-05 |
2.14 |
K.
van Krimpen |
Westvest
27 |
2611
AZ |
Delft |
522704 |
25-okt-05 |
2.15 |
C.
Schreuder- Kouwenhoven en P.A. Schreuder |
Westvest
12 |
2611
AX |
Delft |
522911 |
27-okt-05 |
2.16 |
Stichting
DUWO, door J.J. Benschop |
Postbus
54 |
2600
AB |
Delft |
521503 |
11-okt-05 |
2.17 |
Annet
Thoms |
Oostsingel
168 |
2612
HK |
Delft |
522476 |
21-okt-05 |
2.18 |
J.
Kooyman |
Ada
van Hollandstraat 28 |
2613
SK |
Delft |
522484 |
13-okt-05 |
2.19 |
Ton
Voets Architecten, door Ton Voets |
Van
Leeuwenhoeksingel 69 |
2611
AE |
Delft |
522401 |
20-okt-05 |
2.20 |
Buurtvereniging
Delftzicht, door Marian Loth |
Laan
van Van der Gaag 30 |
2627
BS |
Delft |
520052 |
25-okt-05 |
2.21 |
Buurtvereniging
Delftzicht, door Marian Loth |
Laan
van Van der Gaag 30 |
2627
BS |
Delft |
522678 |
25-okt-05 |
2.22 |
Vereniging
van Eigenaars Westvest 12-28, door H.A.T. Verleg |
p/a
Westvest 19 |
2611
AX |
Delft |
522708 |
25-okt-05 |
Stuk 59 II pag. 3.
2.23 |
J.
Baraké |
Prof.
Oudemansstraat 53 |
2628
KB |
Delft |
522709 |
25-okt-05 |
2.24 |
Bewoners
Overleggroep Spoorlijn/Delft, door H.G.J.M. Rieff en N. Peters |
Spoorsingel
2 |
2613
BD |
Delft |
522730 |
25-okt-05 |
2.25 |
Office
centre |
Spoorsingel
6 |
2613
BD |
Delft |
522733 |
25-okt-05 |
2.26 |
C.
Witteloostuijn |
Spoorsingel
4 |
2613
BD |
Delft |
522725 |
25-okt-05 |
2.27 |
M.C.
Muller en D.M.J. van Eys |
Spoorsingel
14 |
2613
BD |
Delft |
522723 |
25-okt-05 |
2.28 |
R.R.
Prins |
Spoorsingel
5 |
2613
BD |
Delft |
522732 |
25-okt-05 |
2.29 |
D.F.H
de Quartel en J. de Quartel-Moon |
Spoorsingel
26 |
2613
BE |
Delft |
522722 |
25-okt-05 |
2.30 |
M.C.
Muller en D.M.J van Eys |
Spoorsingel
14 |
2613
BD |
Delft |
522728 |
25-okt-05 |
2.31 |
Lucas
van Wees |
J.C.
van Markenplein 5 |
2613
AE |
Delft |
522885 |
26-okt-05 |
2.32 |
J.H.M.
Slotenmaker |
Mercuriusweg
4a |
2624
BC |
Delft |
522729 |
25-okt-05 |
2.33 |
Wouter
Hovenkamp en Hiltje Huizenga |
Coenderstraat
1ab |
2613
SM |
Delft |
522608 |
24-okt-05 |
2.34 |
J.J.
de Boo |
Buitenwatersloot
159c |
2613
TD |
Delft |
522945 |
27-okt-05 |
2.35 |
HTM,
door P. Jansen |
Postbus
28503 |
2502
KM |
Den
Haag |
522559 |
24-okt-05 |
2.36 |
Stichting
de Witte Roos, door Tjeerd Deelstra |
Nickersteeg
5 |
2611
EK |
Delft |
520051 |
25-okt-05 |
2.37 |
Boekel
de Nerée, door E.M. van Bommel, namens 12 cliënten |
Postbus
75510 |
1070
AM |
Delft
|
522573 |
24-okt-05 |
2.38 |
S.M.
Eisses en E.W.J. Jansen |
Coenderstraat
33 |
2613
SN |
Delft |
522602 |
24-okt-05 |
2.39 |
Delftsche
Studenten Sociëteit Phoenix, door P. Wegener |
Phoenixstraat
30 |
2611
AL |
Delft |
522735 |
25-okt-05 |
2.40 |
Peter
Zuyderwijk |
Crommelinlaan
65 |
2627
BH |
Delft |
522486 |
21-okt-05 |
2.41 |
David
Koerts e.a. |
Coenderstraat
32 |
2613
SN |
Delft |
522653 |
25-okt-05 |
2.42 |
P.
van den Hoogen, namens 40 mede-ondertekenaars |
Coenderstraat
7 |
2613
SM |
Delft |
522609 |
24-okt-05 |
2.43 |
F.H.M.
Scholten |
Conradlaan
37 |
2627
BT |
Delft |
522707 |
25-okt-05 |
2.44 |
M.J.A.
Weima |
Crommelinlaan
11 |
2627
AD |
Delft |
522765 |
26-okt-05 |
2.45 |
Kantoor
en Thuis, door R.W. Prins |
Spoorsingel
6 |
2613
BD |
Delft |
522726 |
25-okt-05 |
2.46 |
Ellen
van den Beukel |
Ada
van Hollandstraat 2 |
2613
SK |
Delft |
522703 |
25-okt-05 |
2.47 |
R.R.
Prins |
Spoorsingel
5 |
2613
BD |
Delft |
522727 |
25-okt-05 |
2.48 |
C.
Witteloostuijn |
Spoorsingel
4 |
2613
BD |
Delft |
522724 |
25-okt-05 |
2.49 |
N.
Peters |
Spoorsingel
2 |
2613
BD |
Delft |
522731 |
25-okt-05 |
Stuk 59 II pag. 4.
2.50 |
Belangenvereniging
de Wateringse Poort, mr. H.J. Timman |
Noordeinde
20-22 |
2611
KH |
Delft |
522736 |
25-okt-05 |
2.51 |
E.B.H.
Advocaten, door mr. J. Hiemstra, namens Aannemersbedrijf J. de Bloois BV |
Postbus
70 |
2600
AB |
Delft |
522087 |
16-okt-05 |
2.52 |
E.B.H.
Advocaten, door mr. J. Hiemstra, namens PK Bouw BV |
Postbus
70 |
2600
AB |
Delft |
500713 |
14-jan-05 |
2.53 |
Haring
Vastgoed B.V. |
Limbahout
36 |
2719
JL |
Zoetermeer |
522446 |
21-okt-05 |
2.54 |
Autobedrijf
Preuninger b.v., door J.H. Preuninger |
Postbus
462 |
2600
AL |
Delft |
520705 |
30-sep-05 |
2.55 |
Driehoek
Advocaten, door J.J. Paalman, namens Delftse Brandstoffenhandel DEKO II en
dhr. JP. van Zuidam |
Postbus
50 |
7600
AB |
Almelo |
522465 |
21-okt-05 |
2.56 |
Machine-
en gereedschappenfabriek P. van der Zee |
Röntgenweg
4 |
2624
BE |
Delft |
522595 |
21-okt-05 |
2.57 |
ONRO
Zee B.V. |
Röntgenweg
4 |
2624
BE |
Delft |
522596 |
21-okt-05 |
2.58 |
Nauta
Dutilh, namens Ninaber van Eyben Design & Productions bv |
Postbus
1110 |
3000
BC |
Rotterdam |
522657 |
25-okt-05 |
2.59 |
Historische
Vereniging Delfia Batavorum en Commissie Behoud Stadsschoon, door W.H.M.
Aalbers en W.A.F.X. de Fraiture |
Oude
Delft 132 |
2611
CG |
Delft |
521929 |
14-okt-05 |
2.60 |
Stichting
Molen De Roos, door B.M. Dooren |
Kerkstraat
52 |
2355
AH |
Hoogmade
|
519195 |
12-sep-05 |
2.61 |
De
Hollandsche Molen, door L.M. Endedijk |
Zeeburgerdijk
139 |
1095
AA |
Amsterdam
|
519045 |
9-sep-05 |
2.62 |
Vereniging
Bacinol, door I. Hulshof, namens 62 mede-ondertekenaars |
Stationsplein
20 |
2611
BV |
Delft |
522485 |
21-okt-05 |
2.63 |
Lancelot Innovation Support BV, door M.A.
Rietveld |
Van
Leeuwenhoeksingel 69 |
2611
AE |
Delft |
522468 |
21-okt-05 |
2.64 |
Galahad
reclameobjecten BV, door M.A. Rietveld |
Van
Leeuwenhoeksingel 69 |
2611
AE |
Delft |
522467 |
21-okt-05 |
2.65 |
C.
Eekhout |
Spoorsingel
41a |
2613
BG |
Delft |
522163 |
18-okt-05 |
2.66 |
C.L.E.
Jongmans |
Kruisbalk
5 |
2291
ME |
Wateringen |
522164 |
18-okt-05 |
2.67 |
Passepartout
Mode, door J.C. Stolk Hebing |
Spoorsingel
3 |
2613
BD |
Delft |
522586 |
24-okt-05 |
2.68 |
A.
Boutkan |
Doys
van der Doesstraat 13 |
2678
TV |
De
Lier |
527356 |
20-dec-05
|
Mondelinge
zienswijzen |
Stuk 59 II pag. 5.
3.1 |
D. Maartense |
Coenderstraat 2 |
2613 SM |
Delft |
13-okt-05 |
3.2 |
J. Starmans |
Parallelweg 2 |
2613 SL |
Delft |
13-okt-05 |
3.3 |
Marian Loth |
Laan van Van der Gaag 91 |
2627 BX |
Delft |
13-okt-05 |
3.4 |
J. Kooyman |
Ada van Hollandstraat 28 |
2613 SK |
Delft |
13-okt-05 |
3.5 |
Fam. Overbeek Bloem |
Watersnip 15 |
2693 AG |
's-Gravenzande |
13-okt-05 |
3.6 |
Fam. Janszen |
Julianalaan 123 |
2628 BE |
Delft |
13-okt-05 |
3.7 |
N. Buijs |
Coenderstraat 47 |
2613 SN |
Delft |
13-okt-05 |
|
|
|
|
|
|
dat de zienswijzen - met uitzondering van de onder 2.68 genoemde - tijdig zijn ingediend en dat indieners in hun zienswijzen zijn ontvangen;
dat de inhoud van de zienswijzen, alsmede de redenen waarom niet daaraan tegemoet wordt gekomen, zijn weergegeven in de bij dit besluit behorende Nota zienswijzen bestemmingsplan Spoorzone;
dat de zienswijzen hebben geleid tot aanpassingen op enkele onderdelen van de toelichting, de voorschriften en de plankaart;
dat naar aanleiding van ambtshalve overwegingen het wenselijk wordt geacht de toelichting, de voorschriften en de plankaart tevens op enkele onderdelen te wijzigen;
dat de overwegingen die aan de ambtshalve wijzigingen ten grondslag liggen zijn weergegeven in het bij dit besluit behorende voorstel;
b e s l u i t :
met inachtneming van de in het voorstel van burgemeester en wethouders
weergegeven overwegingen, welke geacht worden van dit besluit deel uit te
maken;
I. dat 74 indieners van de zienswijzen met betrekking tot het ontwerpbestemmingsplan in hun zienswijze ontvangen worden;
II. dat aan de zienswijzen van indieners 2.1 t/m 2.3, 2.5, 2.7 t/m 2.16, 2.18 t/m 2.22, 2.24 t/m 2.34, 2.37, 2.38, 2.40, 2.41, 2.43 t/m 2.49, 2.51, 2.52, 2.60, 2.61, 2.66, 3.1 t/m 3.7 geheel of gedeeltelijk tegemoet wordt gekomen, aan de zienswijzen van indieners 2.4, 2.6, 2.17, 2.23, 2.35, 2.36, 2.39, 2.42, 2.50, 2.53 t/m 2.59, 2.62 t/m 2.65 en 2.67 niet wordt tegemoet gekomen en dat de aanvullende zienswijze van indiener 2.68 niet ontvankelijk wordt verklaard;
III. het bestemmingsplan Spoorzone gewijzigd vast te stellen ten opzichte van het ontwerp van het bestemmingsplan, zoals dit ter inzage heeft gelegen. De wijzigingen betreffen:
A. voor wat betreft de plankaart de wijzigingen, zoals weergegeven op de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte wijzigingenkaart;
Stuk 59 II pag. 6.
B. voor wat betreft de voorschriften de wijzigingen inhoudende:
* art. 1 begripsbepalingen wordt naar aanleiding van onderstaande
wijzigingen verletterd;
* art. 1 begripsbepalingen wordt een nieuw lid 11 toegevoegd dat luidt
als volgt:
Na beantwoording van een zienswijze bleek de grens
van het beschermd stadsgezicht van de binnenstad anders te lopen dan in het
ontwerpbestemmingsplan is opgenomen. Naar aanleiding hiervan zijn de goede
grenzen op de plankaart opgenomen en is het begrip ‘beschermd stadsgezicht’ in
artikel 1 opgenomen;
* art. 1 begripsbepalingen wordt een nieuw lid 28 toegevoegd dat luidt
als volgt:
een rijstrook die deel uitmaakt van een hoofdrijbaan
* art. 1 begripsbepalingen wordt een nieuw lid 36 toegevoegd dat luidt
als volgt:
“36. hoofdrijbaan
een rijbaan die
in belangrijke mate is bestemd voor doorgaand (auto)verkeer”
* art. 1 begripsbepalingen wordt een nieuw lid 44 toegevoegd dat luidt
als volgt:
een rijbaan voor gemengd lokaal verkeer die naast een hoofdrijbaan
loopt, waarbij plaatselijk uitwisseling van verkeer met die hoofdrijbaan
mogelijk is.”
* art. 1 begripsbepalingen wordt een nieuw lid 45
toegevoegd dat luidt als volgt:
voorzieningen ten behoeve van het parkeren, zoals parkeerplaatsen en
in- en uitritten”.
Dit begrip wordt wel genoemd in de voorschriften,
maar was per abuis niet gedefinieerd in de begripsbepaling.
* art. 1 begripsbepalingen wordt het begrip “peil” gewijzigd in:
a.
NAP (Normaal Amsterdams Peil);
b.
ter plaatse
van de aanwijzing ‘nieuw maaiveld’: +1,6 m NAP”.
* art. 3 Woondoeleinden, wordt bij lid 1 sub a tussen “bvo” en “van” de
zinsnede “tezamen” toegevoegd.
* art. 3 Woondoeleinden, wordt na lid 1 sub b een nieuw sub c
ingevoegd, dat als volgt zal luiden:
“c.
ter plaatse van de aanwijzing (gd) voor kantoren, maatschappelijke
voorzieningen en dienstverlening met een bvo tezamen van ten hoogste 2.500 m²;
waarbij
geldt dat:
-
het totale bvo voor kantoren ten hoogste 500 m² mag bedragen;
-
het totale bvo voor
maatschappelijke voorzieningen ten hoogste 1.000 m² mag bedragen;
-
het totale bvo voor
dienstverlening ten hoogste 1.000 m² mag bedragen;”
Stuk 59 II pag. 7.
* art. 3 Woondoeleinden, naar aanleiding van bovenstaande toevoeging
worden de daarna volgende subleden verletterd.
* art. 3 Woondoeleinden, wordt in lid 1 sub d en e de zinsnede
“ondergeschikte” verwijderd.
Het is niet relevant omdat het hier niet gaat om
ondergeschikte detailhandel en horeca, deze functies zijn binnen een bepaalde
omvang toegestaan.
* art. 3 Woondoeleinden, wordt lid 1 sub f als volgt gewijzigd:
“f. “parkeervoorzieningen, waarbij geldt dat ter plaatse van de
aanwijzing (h2) geen parkeervoorzieningen zijn toegestaan;”.
Het begrip “parkeervoorzieningen” is opgenomen in
de begripsbepaling. Onder deze definitie worden ook parkeerplaatsen verstaan.
* art. 3 Woondoeleinden, wordt lid 4 sub b als volgt gewijzigd:
“gebouwen ten behoeve van parkeerplaatsen mogen tot ten hoogste 0,2 m
boven peil en in ten hoogste 1 bouwlaag worden gebouwd;”
* art. 3 Woondoeleinden, naar aanleiding van onderstaande wijzigingen
worden de daarna volgende subleden verletterd.
* art. 3 Woondoeleinden, wordt lid 4 sub c verwijderd omdat deze
bepaling vanwege de aanpassing van het peil niet meer nodig is.
* art. 3 Woondoeleinden, wordt na lid 4 sub b een nieuw sub c
ingevoegd, dat als volgt zal luiden:
“ter plaatse van de
aanwijzing (h11) en (h19) tot en met (h26) mogen de gebouwen ten behoeve van
parkeerplaatsen tot ten hoogste 1,8 m boven peil en in ten hoogste 1 bouwlaag
worden gebouwd;”
* art. 3 Woondoeleinden, wordt na lid 4 sub c een nieuw sub d
ingevoegd, dat als volgt zal luiden:
“ter plaatse van de
aanwijzing (h12) en (h13) mogen de gebouwen ten behoeve van parkeerplaatsen tot
ten hoogste 5 m boven peil en in ten hoogste 2 bouwlagen worden gebouwd,
waarbij geldt dat de parkeerplaatsen op de tweede bouwlaag ten minste 5 m
terugliggend gebouwd moeten worden ten opzichte van de gevellijn;”
* art. 3 Woondoeleinden, wordt lid 4 sub e als volgt gewijzigd:
“ter plaatse van de
aanwijzing (h16) en (h17) mogen de gebouwen ten behoeve van parkeerplaatsen tot
ten hoogste 3 m boven peil en in ten hoogste 1 bouwlaag worden gebouwd;”
* art. 3 Woondoeleinden, wordt in lid 4 sub f tussen “de” en
“aanwijzing” de zinsnede “overige” verwijderd.
Dit betreft een redactionele aanpassing, aangezien
de zinsnede “overige” overbodig is.
* art. 3 Woondoeleinden, wordt in lid 4 sub g de zinsnede “een afstand
van 20%” gewijzigd in “20% van de lengte van het bouwblok”.
Dit betreft een redactionele aanpassing, zodat
duidelijker is over welke afstand de gevel terugliggend dient te zijn.
Stuk 59 II pag. 8.
* art. 3 Woondoeleinden, wordt na lid 4 sub g een nieuw lid h
ingevoegd, dat als volgt zal luiden:
“h. ter plaatse van de aanwijzing “gevellijn-plus” dienen de gevels van
de gebouwen in de gevellijn te worden gebouwd en mag ten hoogste 50% van de
desbetreffende gevellijn gebruikt worden voor parkeervoorzieningen”.
* art. 3 Woondoeleinden, wordt na lid 4 sub h een nieuw lid i
ingevoegd, dat als volgt zal luiden:
“i. voorzover de gronden met
de in lid 1 genoemde bestemming grenzen aan gronden met de bestemming
Kantoordoeleinden (K) geldt dat ten hoogste 50% van de totale lengte van de
gevellijn-plus van de desbetreffende bouwvlakken van Woondoeleinden (W) en
Kantoordoeleinden (K) mag worden gebruikt voor parkeervoorzieningen;”
* art. 3 Woondoeleinden, wordt in lid 4 sub m
de zinsnede “sub i” gewijzigd in “sub l”.
Naar aanleiding van de invoeging van een nieuw lid
h, is de verwijzing in lid m aangepast.
* art. 3 Woondoeleinden, wordt in lid 4 sub o
de zinsnede “de eerste bouwlaag” gewijzigd in “3 m”.
* art. 4 Gemengde Doeleinden I, wordt in lid 1 sub a na “het station”
de zinsnede“ met een bvo van ten hoogste 3.700 m²” toegevoegd.
* art. 4 Gemengde Doeleinden I, wordt in lid 1 sub c de opbouw van zin
gewijzigd in:
“maatschappelijke voorzieningen en kantoren, waaronder een
stadskantoor, met een bvo tezamen van ten hoogste 29.000 m²”
* art. 4 Gemengde Doeleinden I, wordt in lid 1 sub f de zinsnede “de
doeleinden” gewijzigd in “verblijfsgebied met de daarbijbehorende doeleinden”.
Dit betreft een redactionele correctie zodat het
meer duidelijk wordt welke doeleinden bedoeld worden.
* art. 4 Gemengde Doeleinden I, wordt lid 1 sub i de zinsnede
“nooduitgangen” vervangen door de zinsnede “in- en uitgangen”.
In het stadskantoor en in de stationshal zijn
zodoende alle in- en uitgangen toegestaan in plaats van alleen nooduitgangen.
* art. 4 Gemengde Doeleinden I, wordt lid 1 sub j als volgt gewijzigd:
“j. parkeervoorzieningen, waarbij geldt dat ter plaatse van de
aanwijzing (h4) geen parkeervoorzieningen zijn toegestaan;”.
Het begrip “parkeervoorzieningen” is opgenomen in
de begripsbepaling. Onder deze definitie worden ook parkeerplaatsen verstaan.
* art. 4 Gemengde Doeleinden I, wordt lid 3 sub a als volgt gewijzigd:
“gebouwen ten behoeve van parkeerplaatsen mogen uitsluitend tot een
maximale hoogte van 1,4 m onder peil en in ten hoogste 3 bouwlagen worden
gebouwd;”.
* art. 5 Gemengde Doeleinden II, wordt in lid 1 sub f de zinsnede “en
parkeerplaatsen” verwijderd.
Het begrip “parkeervoorzieningen” is opgenomen in
de begripsbepaling. Onder deze definitie worden ook parkeerplaatsen verstaan.
Stuk 59 II pag. 9.
* art. 6 Woon- en Detailhandelsdoeleinden/Molen, wordt in lid 1 sub e
de zinsnede “en parkeerplaatsen” verwijderd.
Het begrip “parkeervoorzieningen” is opgenomen in
de begripsbepaling. Onder deze definitie worden ook parkeerplaatsen verstaan.
* art. 7 Uit te werken gebied voor Wonen, tussen lid 1 sub c en sub d
wordt de volgende bepaling ingevoegd:
“waarbij geldt dat het gezamenlijke bvo van de onder a tot en met c
genoemde functies in totaal ten hoogste 25.000 m2 mag bedragen;”
* art. 7 Uit te werken gebied voor Wonen, wordt in lid 1 sub e de
zinsnede “en parkeerplaatsen” verwijderd.
Het begrip “parkeervoorzieningen” is opgenomen in
de begripsbepaling. Onder deze definitie worden ook parkeerplaatsen verstaan.
* art. 7 Uit te werken gebied voor Wonen, wordt lid 2 sub b als volgt
gewijzigd:
“b. geluidsgevoelige bestemmingen dienen zodanig te worden
geprojecteerd dat zij kunnen worden gerealiseerd onder zodanige voorwaarden dat
wordt voldaan aan de eisen van het Bouwbesluit en de Wet geluidhinder”
* art. 7 Uit te werken gebied voor Wonen, wordt in lid 1 sub g en in
lid 2 sub c de eerste zinsnede “ecologische verbindingszone” tussen
aanhalingstekens geplaatst.
Dit betreft een redactionele aanpassing, conform de
andere artikelen waar deze bepaling in is opgenomen.
* art. 7 Uit te werken gebied voor Wonen, wordt in lid 2 sub c de
zinsnede “, waarbij geldt dat de uiteindelijke zone een minimale breedte van 15
m dient te hebben” verwijderd.
De zinsnede is verwijderd aangezien deze overbodig
was. In lid 1 sub g is de minimale breedte van de ecologische verbindingszone
al aangegeven.
* art. 7 Uit te werken gebied voor Wonen, wordt in lid 2 sub e het
woord “goothoogte” vervangen door
“bouwhoogte”:
Vanwege het over het plangebied gelegen straalpad
en de daaraan gekoppelde beperkte hoogtemaat voor de daaronder gelegen
bebouwing, mogen de hoofdgebouwen een maximale hoogte hebben van 26 m. Door
voor de hoogte van de bebouwing een bouwhoogte op te nemen wordt hier aan
voldaan.
* art. 7 Uit te werken gebied voor Wonen, wordt in lid 4 de zinsnede
“verleent vrijstelling” vervangen door “is bevoegd vrijstelling te verlenen”.
Dit is een redactionele wijziging.
* art. 7 Uit te werken gebied voor Wonen, wordt in lid 4 de zinsnede
“ontwerp” vervangen door “ontwerpuitwerkingsplan”.
Dit is een redactionele wijziging.
Stuk 59 II pag. 10.
* art. 7 Uit te werken gebied voor Wonen, wordt lid 5 verwijderd en
vervangen door:
5. De vrijstelling mag slechts worden
verleend indien Gedeputeerde Staten vooraf schriftelijk hebben verklaard dat
zij tegen het verlenen van de vrijstelling geen bezwaren hebben. Een verklaring
van geen bezwaar is niet noodzakelijk indien bij de goedkeuring van het plan door
Gedeputeerde Staten is verklaard dat de uitwerking geen goedkeuring behoeft en
indien gedurende de termijn van terinzagelegging geen zienswijzen tegen het
ontwerpuitwerkingsplan zijn kenbaar gemaakt. De ingebrachte zienswijzen worden
ter kennis gesteld aan Gedeputeerde Staten.”
Dit betreft een
aanvulling.
* art. 8 Bedrijfsdoeleinden, wordt in lid 1 sub c de zinsnede “en
parkeerplaatsen” verwijderd.
Het begrip “parkeervoorzieningen” is opgenomen in
de begripsbepaling. Onder deze definitie worden ook parkeerplaatsen verstaan.
* art. 10 Kantoordoeleinden, wordt in lid 1 sub e de zinsnede “en
parkeerplaatsen” verwijderd.
Het begrip “parkeervoorzieningen” is opgenomen in
de begripsbepaling. Onder deze definitie worden ook parkeerplaatsen verstaan.
* art. 10 Kantoordoeleinden, wordt lid 3 sub a als volgt gewijzigd:
“ter plaatse van de aanwijzing (h10) mogen de gebouwen ten behoeve van
parkeerplaatsen tot ten hoogste 0,2 m boven peil en in ten hoogste 1 bouwlaag
worden gebouwd;”.
* art. 10 Kantoordoeleinden, wordt na lid 3 sub a een nieuw sub b
ingevoegd, dat als volgt zal luiden:
“b. ter plaatse van de aanwijzing (h18) en (h27) mogen de gebouwen ten
behoeve van parkeerplaatsen tot ten hoogste 1,8 m boven peil en in ten hoogste
1 bouwlaag worden gebouwd;”.
* art. 10 Kantoordoeleinden, lid 3, naar aanleiding van bovenstaande
toevoeging worden de hierna volgende subleden verletterd.
* art. 10 Kantoordoeleinden, wordt in lid 3 sub c de zinsnede “1,2 m”
vervangen door de zinsnede “0,2 m”.
* art. 10 Kantoordoeleinden, wordt na lid 3 sub d een nieuw sub e
ingevoegd, dat als volgt zal luiden:
“e. ter plaatse van de
aanwijzing "gevellijn-plus" dienen de gevels van de gebouwen in de gevellijn
te worden gebouwd en mag ten hoogste 50% van de desbetreffende gevellijn gebruikt
worden voor parkeervoorzieningen;”
* art. 10 Kantoordoeleinden, wordt na lid 3 sub e een nieuw sub f
ingevoegd, dat als volgt zal luiden:
“f. voorzover de gronden met
de in lid 1 bedoelde bestemming grenzen aan gronden met de bestemming Woondoeleinden
(W) geldt dat ten hoogste 50% van de totale lengte van de gevellijn-plus van de
desbetreffende bouwvlakken van Kantoordoeleinden (K) en Woondoeleinden (W) mag
worden gebruikt voor parkeervoorzieningen;”
* art. 10 Kantoordoeleinden, lid 3, naar aanleiding van bovenstaande
toevoegingen worden de hierna volgende subleden verletterd.
Stuk 59 II pag. 11.
* art. 11 Parkgebied, wordt lid 1 oude sub g verwijderd:
“g. parkeervoorzieningen en
parkeerplaatsen”.
* naar aanleiding van bovenstaande verwijdering worden de hierna
volgende subleden verletterd.
* art. 11 Parkgebied, wordt in lid 2 sub a de bepaling uitgebreid met
de zinsnede “, voor de
doeleinden genoemd in lid 1 onder e, f en g”
Dit betreft een redactionele aanpassing, zodat
duidelijk is ten behoeve van welke functies gebouwen zijn toegestaan en voor
welke functies niet.
* art. 11 Parkgebied, wordt in lid 3 sub c de zinsnede “de voorziening”
vervangen door de zinsnede “het bouwwerk”.
Dit betreft een redactionele aanpassing.
* art. 11 Parkgebied, wordt in lid 3 sub c de zinsnede “6 m” vervangen
door de zinsnede “3 m”.
* art. 11 Parkgebied, wordt lid 3 sub d vervangen door:
“d. de oppervlakte van het bouwwerk voor de ontluchting mag ten hoogste
50 m² bedragen”
* art. 11 Parkgebied, wordt na lid 3 sub d een nieuw sub e ingevoegd,
dat als volgt zal luiden:
“e. de voorziening voor de ontluchting mag niet over de gehele
oost-westelijke breedte van de bestemming Parkgebied worden gebouwd”
* naar aanleiding van bovenstaande toevoeging worden de hierna volgende
subleden verletterd.
* art. 11 Parkgebied, wordt lid 3 oude sub e en f verwijderd en
vervangen door nieuw sublid f en g:
“f. de bouwhoogte van de gebouwen ten behoeve van de nooduitgangen mag
ten hoogste 3 m bedragen”
“g. de oppervlakte van de gebouwen ten behoeve van de nooduitgangen mag
per gebouw ten hoogste 50 m² bedragen”
Deze splitsing in twee subleden betreft een
redactionele aanpassing.
* art. 12 Verkeersdoeleinden, lid 1 oude subleden a tot en met d
verwijderd en vervangen door de leden a tot en met g:
“a. ter plaatse van de
Kampveldweg een hoofdrijbaan met ten hoogste 2x1 doorgaande rijstroken,
waarbij voor het aantal rijstroken opstelstroken, parallelwegen en busstroken
niet worden meegeteld;
b. ter plaatse van de Wateringsevest
een hoofdrijbaan met ten hoogste 2x1 doorgaande rijstroken en een bus/trambaan
met ten hoogste 2x1 rijstroken, waarbij voor het aantal rijstroken
opstelstroken en parallelwegen niet worden meegeteld;
c. ter plaatse van de
Phoenixstraat een hoofdrijbaan met ten hoogste 2x1 doorgaande rijstroken en
een bus/trambaan met ten hoogste 2x1 rijstroken, waarbij voor het aantal
rijstroken opstelstroken niet worden meegeteld;
Stuk 59 II pag. 12.
d. ter plaatse van de
Spoorsingel, Coenderstraat, Verlengde Coenderstraat, Emplacementsweg en
Engelsestraat een hoofdrijbaan met ten hoogste 2x1 doorgaande rijstroken, waarbij
voor het aantal rijstroken opstelstroken en parallelwegen niet worden
meegeteld;
e. ter plaatse van de Westvest
een bus-trambaan met ten hoogste 2x1 rijstroken, waarbij voor het aantal
rijstroken opstelstroken niet worden meegeteld;
f. ter plaatse van de
Westlandseweg/Zuidwal een hoofdrijbaan met ten hoogste 2x2 doorgaande
rijstroken, een bus-trambaan met ten hoogste 2x1 rijstroken, waarbij voor het
aantal rijstroken opstelstroken en parallelwegen niet worden meegeteld;
g. voorzover niet genoemd in
lid a tot en met f, wegen met ten hoogste 2x1 doorgaande rijstroken, waarbij
voor het aantal rijstroken opstelstroken, parallelwegen en busstroken niet
worden meegeteld;”
* naar aanleiding van bovenstaande toevoeging worden de hierna volgende
subleden verletterd.
* art. 12 Verkeersdoeleinden, wordt in lid 1 sub i de zinsnede “en
parkeerplaatsen” verwijderd.
Het begrip “parkeervoorzieningen” is opgenomen in
de begripsbepaling. Onder deze definitie worden ook parkeerplaatsen verstaan.
* art. 12 Verkeersdoeleinden, wordt na lid 1 sub i een nieuw sub j
ingevoegd, luidende:
“j. ter plaatse van ter
plaatse van de aanwijzing (k) voor detailhandel in de vorm van kiosken, waarbij
geldt dat binnen de bestemmingen Verkeersdoeleinden (V) en Verblijfsgebied (VG)
in totaal ten hoogste twee kiosken zijn toegestaan”
In het plangebied zijn twee kiosken aanwezig. Deze kiosken mogen in de
toekomstige situatie blijven bestaan en zijn daarom ten onrechte niet in het
bestemmingsplan mogelijk gemaakt.
* art. 12 Verkeersdoeleinden, wordt na lid 1 sub l een nieuw sub m
ingevoegd, luidende:
“m. beheer en onderhoud ten
behoeve van de aangrenzende al of niet onder peil liggende
spoorwegvoorzieningen;”
Na het ontwerpbestemmingsplan is duidelijk geworden dat er een aantal
technische ruimtes voor onderhoud en beheer van de tunnel mogelijk gemaakt
moeten worden in het bestemmingsplan.
* naar aanleiding van bovenstaande toevoegingen worden de hierna
volgende subleden verletterd.
* art. 12 Verkeersdoeleinden, wordt lid 1 sub n vervangen door:
“n. ter plaatse van de
aanwijzing "kruising" voor kruisingen met water;”
Door het opnemen van deze specifieke aanwijzing is het duidelijk dat op
deze gronden kruisingen met water mogelijk zijn.
* art. 12 Verkeersdoeleinden, wordt in lid 1 sub p de eerste zinsnede
“ecologische verbindingszone” tussen aanhalingstekens geplaatst.
Dit betreft een redactionele aanpassing, conform de
andere artikelen waar deze bepaling in is opgenomen.
Stuk 59 II pag. 13.
* art. 12 Verkeersdoeleinden, wordt lid 2
sub a vervangen door:
“a. gebouwen, voor de doeleinden genoemd in
lid 1 onder i en j”
Dit betreft een redactionele aanpassing. In
deze bepaling is de zinsnede “uitsluitend” verwijderd en zijn de verwijzingen
aangepast vanwege de vernummering van de subleden in lid 1.
* art. 12 Verkeersdoeleinden, wordt lid 3
sub a vervangen door:
“a. ter plaatse van de aanwijzing
(p1) mogen de gebouwen ten behoeve van parkeerplaatsen uitsluitend onder peil
en in ten hoogste 2 bouwlagen worden gebouwd”
* art. 12 Verkeersdoeleinden, wordt na lid 3 sub a een nieuw sub b en c
ingevoegd, die als volgt luiden:
“b. van de 2 kiosken mag er 1
kiosk van ten hoogste 40 m² gebouwd worden en 1 kiosk van ten hoogste 25
m²;
c. de bouwhoogte van de
kiosken mag ten hoogste 4 m bedragen”
In het plangebied zijn twee kiosken aanwezig. Deze kiosken mogen in de
toekomstige situatie blijven bestaan en zijn daarom ten onrechte niet in het
bestemmingsplan mogelijk gemaakt. In deze toegevoegde leden worden de maximale
maten van de twee kiosken opgenomen.
* naar aanleiding van bovenstaande toevoegingen worden de hierna
volgende subleden verletterd.
* art. 13 Verblijfsgebied, wordt
lid 1 sub b uitgebreid met de volgende zinsnede:
“, zoals een busstation,
taxistandplaatsen en Kiss&Ridevoorzieningen”
Door de toegestane openbaarvervoersvoorzieningen te noemen, wordt
duidelijk wat hieronder bedoeld wordt.
* art. 13 Verblijfsgebied, wordt in lid 1 sub e de zinsnede “en
parkeerplaatsen” verwijderd.
Het begrip “parkeervoorzieningen” is opgenomen in
de begripsbepaling. Onder deze definitie worden ook parkeerplaatsen verstaan.
* art. 13 Verblijfsgebied, wordt na lid 1 sub e een nieuw sub f
ingevoegd, dat als volgt luidt:
“f. ter plaatse van de
aanwijzing (p3) in ieder geval voor parkeerplaatsen”
* art. 13 Verblijfsgebied, wordt na lid 1 sub f een nieuw sub g
ingevoegd, dat als volgt luidt:
“g. ter plaatse van de
aanwijzing (k) voor detailhandel in de vorm van kiosken, waarbij geldt dat
binnen de bestemmingen Verkeersdoeleinden (V) en Verblijfsgebied (VG) in totaal
ten hoogste twee kiosken zijn toegestaan”
In het plangebied zijn twee kiosken aanwezig. Deze kiosken mogen in de
toekomstige situatie blijven bestaan en zijn daarom ten onrechte niet in het
bestemmingsplan mogelijk gemaakt.
* naar aanleiding van bovenstaande toevoegingen worden de hierna
volgende subleden verletterd.
* art. 13 Verblijfsgebied, wordt lid 1 sub i het woord “nooduitgangen”
vervangen door “in- en uitgangen”.
Zodoende zijn ook in- en uitgangen toegestaan in
plaats van alleen nooduitgangen.
Stuk 59 II pag. 14.
* art. 13 Verblijfsgebied, wordt na lid 1 sub i een nieuw sub j
ingevoegd, luidende:
“j. beheer en onderhoud ten
behoeve van de aangrenzende al of niet onder peil liggende
spoorwegvoorzieningen;”
Na het ontwerpbestemmingsplan is duidelijk geworden dat er een aantal
technische ruimtes voor onderhoud en beheer van de tunnel mogelijk gemaakt
moeten worden in het bestemmingsplan.
* naar aanleiding van bovenstaande toevoeging worden de hierna volgende
subleden verletterd.
* art. 13 Verblijfsgebied, wordt in lid 1 sub m de eerste zinsnede
“ecologische verbindingszone” tussen aanhalingstekens geplaatst.
Dit betreft een redactionele aanpassing, conform de
andere artikelen waar deze bepaling in is opgenomen.
* art. 13 Verblijfsgebied, wordt lid 2 sub a
vervangen door:
“a. gebouwen, voor de doeleinden genoemd in
lid 1 onder b, c, e en g”
Dit betreft een redactionele aanpassing. In
deze bepaling is de zinsnede “uitsluitend” verwijderd en zijn de verwijzingen
aangepast vanwege de vernummering van de subleden in lid 1.
* art. 13 Verblijfsgebied, wordt na lid 3 sub a een nieuw sub b en c
ingevoegd, die als volgt luiden:
“b. van de 2 kiosken mag er 1
kiosk van ten hoogste 40 m² gebouwd worden en 1 kiosk van ten hoogste 25
m²;
c. de bouwhoogte van de
kiosken mag ten hoogste 4 m bedragen”
In het plangebied zijn twee kiosken aanwezig. Deze kiosken mogen in de
toekomstige situatie blijven bestaan en zijn daarom ten onrechte niet in het
bestemmingsplan mogelijk gemaakt. In deze toegevoegde leden worden de maximale
maten van de twee kiosken opgenomen.
* naar aanleiding van bovenstaande toevoegingen worden de hierna volgende
subleden verletterd.
* art. 13 Verblijfsgebied, wordt lid 3 oude sub b verwijderd en
vervangen door nieuw sublid d:
‘d. uitsluitend ter plaatse
van de aanwijzing (ov) mogen overkappingen en gebouwen ten behoeve van
openbaarvervoersvoorzieningen worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste
7 m en een bebouwingspercentage van ten hoogste 25% van het aanwijzingsvlak”
In het ontwerpbestemmingsplan waren ter plaatse van de aanwijzing (ov)
eveneens overkappingen en gebouwen toegestaan. Deze waren ten onrechte niet aan
een maximale hoogte en oppervlakte gebonden. In lid 3 sub d is dit aangepast.
* art. 13 Verblijfsgebied, wordt in lid 3
oude sub c de bepaling verwijderd en vervangen door lid e:
“e. ter plaatse van de
aanwijzing (p1) mogen de gebouwen ten behoeve van parkeerplaatsen uitsluitend
onder peil en in ten hoogste 2 bouwlagen worden gebouwd”
* art. 13 Verblijfsgebied, wordt in lid 3
oude sub d de bepaling verwijderd en vervangen door lid f:
“f. ter plaatse van de
aanwijzing (p2) mogen de gebouwen ten behoeve van parkeerplaatsen uitsluitend
onder peil en in ten hoogste 1 bouwlaag worden gebouwd”
Stuk 59 II pag.15.
* art. 14 Spoorwegdoeleinden I, wordt in lid 1 sub e de eerste zinsnede
“ecologische verbindingszone” tussen aanhalingstekens geplaatst.
Dit betreft een redactionele aanpassing, conform de
andere artikelen waar deze bepaling in is opgenomen.
* art. 15 Spoorwegdoeleinden II, wordt lid 1 het woord “nooduitgangen”
vervangen door “in- en uitgangen”.
In het ondergrondse station zijn zodoende in- en
uitgangen toegestaan in plaats van alleen nooduitgangen.
* art. 15 Spoorwegdoeleinden II, wordt in
lid 1 de zinsnede “en ruimtes voor beheer en onderhoud” toegevoegd.
Na het ontwerpbestemmingsplan is duidelijk geworden dat er een aantal
technische ruimtes voor onderhoud en beheer van de tunnel mogelijk gemaakt
moeten worden in het bestemmingsplan.
* art. 16 Groenvoorzieningen, wordt in lid 2
sub a het woord “uitsluitend” verwijderd.
Dit betreft een redactionele aanpassing. In deze bepaling
is de zinsnede “uitsluitend” verwijderd.
* art. 17 Water, wordt in lid 1 sub c de
bepaling verwijderd en vervangen door:
“c. ter plaatse van de aanwijzing
(p1) tevens voor parkeervoorzieningen”
Het begrip “parkeervoorzieningen” is opgenomen in
de begripsbepaling. Onder deze definitie worden ook parkeerplaatsen verstaan.
* art. 17 Water, wordt na lid 1 sub c een nieuw sub d ingevoegd, dat
als volgt luidt:
“d. ter plaatse van de aanwijzing (gr) tevens voor groenvoorzieningen;”
Op één plek in het plangebied waar de bestemming Water en de aanwijzing (gr) is opgenomen, geldt dat ook groenvoorzieningen zijn toegestaan om hier flexibiliteit te houden wat betreft de functie.
* naar aanleiding van bovenstaande toevoeging worden de hierna volgende
subleden verletterd.
* art. 17 Water, wordt in lid 1 sub f de
bepaling verwijderd en vervangen door:
“f. de bij de vorenstaande
doeleinden behorende voorzieningen zoals kruisingen ten behoeve van voet- en
fietspaden, nutsvoorzieningen, ondergeschikte groenvoorzieningen en in- en
uitritten tot de parkeergarage”
Naar aanleiding van het overleg met het Hoogheemraadschap van Delfland
is deze bepaling aangepast.
* art. 17 Water, wordt in lid 2 sub a de
zinsnede “uitsluitend” verwijderd.
Dit betreft een redactionele aanpassing. In deze
bepaling is de zinsnede “uitsluitend” verwijderd.
* art. 17 Water, wordt in lid 3 sub a de
verwijderd en vervangen door:
“a. ter plaatse van de
aanwijzing (p1) mogen de gebouwen ten behoeve van parkeerplaatsen uitsluitend
onder peil en in ten hoogste 2 bouwlagen worden gebouwd”
* art. 18 Molenbeschermingszone, wordt in lid 1 tussen de “en” en
“behoud” de zinsnede “het” tussengevoegd.
Stuk 59 II pag.16.
* art. 18 Molenbeschermingszone, wordt lid 3 sub a als volgt gewijzigd:
“a. door die bouwwerken de windvang, het zicht op de molen en de
belangen van de molen als werktuig niet onevenredig worden geschaad”
* art. 18 Molenbeschermingszone, wordt in lid 4 twee keer de zinsnede
“medebestemmingen” verwijderd en vervangen door “dubbelbestemming”
* art. 20 Leidingen, wordt in lid 1 sub a en b de zinsnede
“medebestemming” verwijderd en vervangen door “dubbelbestemmingen”
* art. 20 Leidingen, wordt in lid 1 de subleden c en d ingevoegd:
“c. binnen
een afstand van 5 m van de dubbelbestemming: een afvalwaterpersleiding met
een diameter van 500 mm;
d.
binnen een afstand van 5 m van de dubbelbestemming: een
(polder)waterleiding met een diameter van 600 mm”
Deze twee leidingen waren ten onrechte niet op de
plankaart opgenomen
* art. 21 Archeologisch waardevol gebied, wordt in lid 8 sub a en b de
zinsnede “medebestemming” verwijderd en vervangen door “dubbelbestemming”
* art. 27 Bouwvoorschriften en hoogtematen, wordt lid 2 verwijderd en
vervangen door:
“2. Ter plaatse van de aanwijzingen (h1-27)
gelden op de gronden met de bestemmingen Woondoeleinden (W), Gemengde
Doeleinden I (GD I) en Kantoordoeleinden (K) voor de hoogte van de gebouwen de
volgende bepalingen:
a.
per
bouwvlak bedraagt de minimale en maximale goothoogte de in tabel 1 in kolom B
en C opgenomen hoogtemaat;
waarbij
geldt dat ter plaatse van de aanwijzing "binnenhof", artikel 3, lid
4, sub k, in acht genomen moet worden;
b.
ter
plaatse van de aanwijzing (h3) en (h4) geldt, in afwijking van het bepaalde
onder a, de in tabel 1 in kolom C opgenomen hoogtemaat per bouwvlak als
maximale bouwhoogte;
c.
in
aanvulling op het bepaalde onder a, mag de goothoogte per bouwvlak maximaal de
in tabel 1 in de kolommen D en E opgenomen hoogte bedragen met inachtneming van
de in de kolommen opgenomen percentages;
d.
de
toegestane goothoogten mogen uitsluitend worden overschreden door hellende dakvlakken
met ten hoogste 4 m.
Stuk 59 II pag. 17.
Tabel 1 (h1-27) "regeling
hoogtematen"
A |
B |
C |
D |
E |
aanwijzing |
minimale (goot)hoogte vanaf peil (in meters) |
maximale (goot)hoogte vanaf peil (in meters) |
maximale toegestane goothoogte (in
meters) over het aangegeven percentage van het bouwvlak (vanaf peil) |
maximale toegestane goothoogte (in
meters) over het aangegeven percentage van het bouwvlak (vanaf peil) |
(h1) |
|
16,2 |
/ |
/ |
(h2) |
|
10,4 |
/ |
/ |
(h3) |
|
21,4 * |
/ |
/ |
(h4) |
|
13,4 * |
/ |
/ |
(h5) |
15 |
16,2 |
30% (22,6) |
/ |
(h6) |
12 |
13 |
/ |
/ |
(h7) |
|
9,8 |
45% (13) |
/ |
(h8) |
|
9,8 |
/ |
/ |
(h9) |
15 |
16,2 |
30% (22,6) |
/ |
(h10) |
15 |
18,2 |
65% (25,4) |
/ |
(h11) |
12 |
14,6 |
40% (24,2) |
/ |
(h12) |
21 |
24,2 |
65% (30,6) |
/ |
(h13) |
|
24,2 |
/ |
/ |
(h14) |
15 |
16,2 |
20% (22,6) |
/ |
(h15) |
|
9,8 |
30% (13) |
/ |
(h16) |
|
19 |
/ |
/ |
(h17) |
18 |
19 |
55% (25,4) |
/ |
(h18) |
15 |
19,8 |
45% (27) |
/ |
(h19) |
15 |
17,8 |
40% (24,2) |
15% (30,6) |
(h20) |
|
14,6 |
/ |
/ |
(h21) |
|
24,2 |
20% (30,6) |
/ |
(h22) |
|
17,8 |
/ |
/ |
(h23) |
|
17,8 |
50% (24,2) |
/ |
(h24) |
15 |
17,8 |
60% (24,2) |
/ |
(h25) |
21 |
24,2 |
|
/ |
(h26) |
|
14,6 |
50% (17,8) |
|
(h27) |
15 |
19,8 |
65% (27) |
|
* voor deze gronden geldt
een bouwhoogte in plaats van goothoogte”
* art. 28 Percentage en dubbeltelbepaling,
er wordt een nieuw artikel 28 ingevoegd.
artikel
28 Percentage en
dubbeltelbepaling
1. Een in de voorschriften aangegeven
percentage, geeft aan hoeveel van het bouwvlak van het desbetreffende
bouwperceel ten hoogste mag worden bebouwd met gebouwen en overkappingen.
Stuk 59 II pag. 18.
2. Gronden die in aanmerking zijn genomen
bij het verlenen van een bouwvergunning, waaraan uitvoering is of kan worden
gegeven, blijven bij de beoordeling van latere bouwplannen, waarvoor
bouwvergunning is vereist, buiten beschouwing.”
Aangezien in de voorschriften een
bebouwingspercentage is opgenomen voor de gronden met de aanwijzing (ov) is dit
artikel ingevoegd.
* naar aanleiding van bovenstaande toevoeging worden de hierna volgende
artikelen verletterd.
* art. 29 Uitsluiting
aanvullende werking bouwverordening, wordt lid 1 sub a als volgt aangepast:
“a. bereikbaarheid van
bouwwerken voor wegverkeer. Brandblusvoorzieningen”
Dit betreft een redactionele aanpassing.
C. voor wat betreft de toelichting de wijzigingen inhoudende:
In de toelichting
zijn diverse tekstuele verbeteringen doorgevoerd. Dit betreft verbeteringen
gerelateerd aan de laatste stand zaken (bijvoorbeeld vaststelling van de Nota
Ruimte) en redactionele verbeteringen. Daarnaast hebben aanpassingen
plaatsgevonden naar aanleiding van de ingebrachte zienswijzen en uitgevoerd
nader onderzoek. De voornaamste aanpassingen zijn gerelateerd aan de
verkeerstructuur en verkeersintensiteiten, welke hun doorwerking hebben in de
paragrafen over wegverkeerslawaai alsmede de luchtkwaliteitparagraaf. Daarnaast
zijn wijzigingen doorgevoerd vanwege stedenbouwkundige aanpassingen en nader
onderzoek naar de milieuhinder van bedrijven.
Hieronder worden de
voornaamste paragrafen met wijzigingen genoemd.
§ 2.2, § 3.3, § 5.3
en § 5.4 zijn aangepast naar aanleiding van het bijgesteld stedenbouwkundig
plan en daarop betrekking hebbende zienswijzen. De zienswijzen hebben onder
meer betrekking op het peil (maaiveld), bouwhoogten en parkeergarages (en
bijbehorende ‘plinten’) alsmede de tijdelijke situatie bij realisatie van de
tunnel en de gebouwen. De tijdelijke situatie is ook nader beschreven in § 7.5.
§ 7.2, § 7.3 en §
7.4 zijn aangepast naar aanleiding van de berekende nieuwe
verkeersintensiteiten, naar aanleiding van uitgevoerd onderzoek naar de
voertuigverdeling in delen van het plangebied en het parkeeronderzoek. Tevens
worden nog enkele verkeersmaatregelen beschreven. De verkeersintensiteiten
vormen de basis voor berekeningen van wegverkeerslawaai en het luchtkwaliteitonderzoek.
De aanpassingen hebben mede betrekking op de zienswijzen over de
verkeerscijfers, de verkeersstructuur en daarop gebaseerde onderzoeken.
§ 7.7 is aangevuld
op punt van planologisch relevante leidingen.
In § 9.5 en § 9.6
zijn de resultaten van het akoestisch onderzoek Spoorzone Delft (januari 2006)
verwerkt waarin de berekende nieuwe verkeersintensiteiten zijn gebruikt. Dit
leidde tot aanpassingen in de akoestische maatregelen en benodigde hogere
grenswaarden. Deze paragrafen zijn aangepast naar aanleiding van de zienswijzen
omtrent wegverkeerslawaai.
§ 11.3 is aangepast
naar aanleiding van uitgevoerd luchtkwaliteitonderzoek gebaseerd op de nieuwe
verkeersintensiteiten en naar aanleiding van ingebrachte zienswijzen over de
luchtkwaliteit. Het luchtkwaliteitonderzoek is een los rapport geworden en
maakt niet langer als bijlage onderdeel uit van de toelichting.
Stuk 59 II pag. 19.
§ 11.6 is aangepast
naar aanleiding van uitgevoerd onderzoek naar enkele bedrijven in de nabijheid
van het plangebied en de zienswijzen van deze bedrijven.
§ 11.7 is aangepast
naar aanleiding van enkele opmerkingen van de waterbeheerder.
§ 11.9 is aangepast
naar aanleiding van zienswijzen over mogelijk aanwezige beschermde soorten in
het plangebied.
In § 11.11 en § 11.12
is nieuwe toelichting ingevoegd over bezonning en windhinder.
IV. aldus vast te stellen het bestemmingsplan Spoorzone bestaande uit een plankaart 115.1207000 en de voorschriften 23 februari 2006, vergezeld gaande van een toelichting d.d. 23 februari 2006.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 23 februari 2006.
,burgemeester.
,griffier.