DISCUSSIENOTITIE
INTERNATIONALE ACQUISITIE
Inleiding
Vier steeds terugkerende aandachtsgebieden van het economisch beleid zijn: behoud van gevestigde bedrijven, ruimte bieden voor groei van bedrijven, het stimuleren van het starten van een bedrijf en het werven van bedrijven van buiten Delft.
Deze discussienotitie gaat over het vierde
aandachtsgebied: het werven of acquireren van bedrijven en dan enigszins
toegespitst op de rol van de WFIA daarin.
Historie
Begin jaren negentig, met de opkomst van city marketing en het project Zicht op Delft, kwam er voor het eerst aandacht voor het actief in de markt zetten van Delft als vestigingsplek. De gemeente heeft zich indertijd zeer actief opgesteld om Ikea te helpen bij haar keuze voor Delft als vestigingsplaats. Ten behoeve van de ontwikkeling van Delftech Park is een ‘multilevel’ campagne ontwikkeld met huisstijl, website, folder en een 3D-animatiefilm, alle gebaseerd op de specifiek voor Delftech Park ontwikkelde huisstijl.
Vanaf eind 2000 verricht het West Holland Foreign Investment Agency (WFIA) voor de steden in Haaglanden en voor Leiden de internationale acquisitie.
Wat is acquisitie
In de Van Dale wordt de volgende definitie van acquisitiebeleid gegeven:
ac·qui·si·tie·be·leid (het
~)
1 beleid gericht op verwerving
2 [econ.] overheidsbeleid waarbij bedrijven
worden aangetrokken ter verbetering van de economische situatie
Acquisitie richt zich, volgens deze definitie, dus op het werven van bedrijven uit binnen- en buitenland ter verbetering van de economische situatie en staat naast het oprichten van nieuwe bedrijven en de groei van bestaande bedrijven. Het voordeel van een reeds bestaand bedrijf dat zich voor het eerste vestigt in een stad, is dat het meer dan bij bestaande en nieuwe bedrijven omzetkansen biedt voor toeleveranciers en dienstverleners. Daarnaast geeft de vesting van internationale bedrijven in een gemeente ook meer uitstraling en het versterkt de basis voor de stadsmarketing.
Delftse internationale acquisitie levert een bijdrage aan de groei van het thans in Nederland gevestigde aantal buitenlandse bedrijven: 5.380 met in totaal 535.000 arbeidsplaatsen.
Acquisitie is meer dan een zoektocht naar bedrijven die zich hier willen vestigen; bij het acquireren worden de kwaliteiten van de stad in de etalage gezet. Daarmee is er een direct verband tussen acquisitie en stadsmarketing. Goed promotiemateriaal waarmee Delft gepositioneerd wordt, is van groot belang.
Nationale acquisitie
Alvorens in te gaan op de internationale acquisitie eerst wat noties over de nationale acquisitie.
De kans dat een bedrijf, dat binnen Nederland verhuist, overgehaald kan worden zich in Delft te vestigen, is groter dan de kans dat een buitenlandse bedrijf dat besloten heeft naar Nederland te komen, ook nog eens kiest voor Delft. De Nederlandse markt is relatief overzichtelijk en goed benaderbaar.
Delft pakt de nationale acquisitie zelf op, waarbij twee hoofdbewegingen zijn te onderscheiden: de verhuizing van de hoofdvestiging van een bedrijf naar Delft en het openen van een nevenvestiging in Delft van een elders gevestigd bedrijf.
Verhuizing van hoofdvestigingen komt relatief weinig voor en zeker de verhuizing van een hoofdvestiging naar een andere regio. Verplaatsingen binnen een regio komen wel regelmatig voor, maar daar is een actieve rol van de lokale overheid - anders dan zorgen voor voldoende grond of bedrijfs/kantoorruimte - in de meeste gevallen niet van toegevoegde waarde. Toen bijvoorbeeld Samsung Benelux en Fox-IT van Rijswijk naar Delft verhuisden, konden deze bedrijven dat goed zelf regelen via de reguliere onroerend goed markt.
De beste mogelijkheid om een hoofdvestiging te bewegen naar Delft te verhuizen is, wanneer het bedrijf qua profiel sterk aansluit bij de in Delft aanwezige kennis en wanneer er voor het bedrijf aanleiding is te verhuizen.
In de praktijk blijken meeste kansen op het werven van bedrijven uit eigen land, te kunnen worden gecreëerd via het profileren van Delft als een goede locatie voor een nevenvestiging, waarbij die nevenvestiging wordt gekoppeld aan een specifiek vakgebied bij de TU Delft. In het verleden is gebleken dat bedrijven de keuze als vestigingsplaats voor een nevenvestiging mede maken op basis van de aanwezigheid van de TUD wanneer dat een goed arbeidspotentieel op hun vakgebied oplevert.
De rol voor de gemeente bij acquisitie voor specifieke bedrijfsterreinen is zeer beperkt. Voor Harnaschpolder wordt de acquisitie door het managementteam van dit terrein gedaan, later mogelijk aangevuld met makelaars. De werving van bedrijven voor Technopolis ligt in handen van de ontwikkelaars Bouwfonds en ING Real Estate. De kantoren bij Station Zuid worden in de markt gezet door de ontwikkelaar BAM en ook de kantoren in de spoorzone worden door de projectontwikkelaar op de markt gebracht.
Waarom internationale acquisitie ?
In veel gemeenten wordt niets aan internationale acquisitie gedaan. Als daar een belangstellende is voor een beschikbare kavel wordt die vanzelfsprekend wel goed behandeld als potentiële koper, maar er zijn in deze gemeenten geen actieve wervingsactiviteiten of stimuleringsprogramma’s. Dat hoeft er overigens niet toe te leiden dat zich in deze gemeenten vervolgens minder buitenlandse bedrijven vestigen. Zo is het aandeel buitenlandse bedrijven ten opzichte van het totaal aantal bedrijven in Alphen a/d Rijn even groot als in Delft, terwijl Alphen geen actieve (internationale) acquisitie bedrijft en Delft wel.
Ook in Utrecht werd tot voor kort relatief weinig aan internationale acquisitie gedaan vanuit de gemeente, en toch is de economische ontwikkeling er zeer sterk. Pas een aantal jaren geleden is in deze gemeente een organisatie opgericht die zich richt op het werven van buitenlandse bedrijven.
Regio’s of steden die zeer actief zijn op het gebied van acquisitie hebben niet per definitie meer succes dan andere regio’s. Het is eerder andersom: een regio begint vaak met actieve wervingsactiviteiten als blijkt dat er zich weinig bedrijven vestigen. Dat wil niet zeggen dat acquisitie een verdedigingsstrategie is; juist als het goed gaat met de economische ontwikkeling en de werving van bedrijven blijkt het van belang de acquisitie inspanningen gewoon voort te zetten.
Koploper als vestigingsprovincie voor buitenlandse bedrijven is nog altijd Noord-Holland, dankzij het feit dat de meeste buitenlandse bedrijven een locatie in en rond Amsterdam en Schiphol kiezen. De Randstad als geheel is goed voor 57 % van alle buitenlandse bedrijven, op de tweede plaats gevolgd door Noord-Brabant met 13 %.
De Verenigde Staten is met 30 % het belangrijkste land van herkomst van de buitenlandse bedrijven gevolgd door het verenigd Koninkrijk met 16 % en Duitsland met 13 %.
De eigen dynamiek van de vestigingsplaatskeuze van een bedrijf is zo groot, dat deze slechts moeizaam beïnvloedbaar is met acquisitieactiviteiten. Dat geldt minder voor bedrijven die gericht op zoek zijn naar mogelijkheden voor materiele voordelen, zoals subsidies of andere gunstige regelingen bij vestiging in een regio of gemeente. Bedrijven die uit zijn op ‘incentives’ kunnen regio’s tegen elkaar uit spelen om de gunstigste condities te bereiken. Maar, uit de dominantie van de regio Amsterdam/Schiphol op het gebied van vestigen van buitenlandse bedrijven, blijkt dat voor de meeste bedrijven dergelijke incentives niet doorslaggevend zijn en dat de kosten van hun huisvesting slechts van marginaal belang zijn, immers de meest populaire regio is tegelijkertijd verreweg de duurste regio.
Actieve of passieve
acquisitie
In deze discussienotitie worden twee vormen van acquisitie onderscheiden: actieve en passieve acquisitie. De term “passieve” acquisitie is in zover misleidend dat - zoals verderop wordt beschreven - er wel degelijk activiteiten worden ontplooid.
Bij actieve acquisitie gaat de gemeente, of een door de gemeente “ingehuurde” organisatie zoals de WFIA, actief op zoek naar potentiële vestigers in geselecteerde landen/regio’s. Medewerkers gaan op reis naar de gekozen speerpuntlanden, bezoeken conferenties, tentoonstellingen en onderhouden goede contacten met netwerken, ambassades etc. Alles met als doel op de hoogte te komen van bedrijven of instellingen die voornemens zijn om een vestiging in Europa/Nederland te openen, de “leads”. Bij actieve acquisitie worden ook de internationale ontwikkelingen op het gebied van vestigingsgedrag gevolgd en geanalyseerd en zodanig geïnterpreteerd dat ze bruikbaar zijn voor de eigen activiteiten. Dankzij de goede contacten in andere landen kunnen medewerkers van een op acquisitie gerichte organisatie behulpzaam zijn bij het organiseren van missies en het maken van programma’s voor de ontvangst van delegaties.
Bij passieve acquisitie gaat de gemeente, of een door de gemeente “ingehuurde” organisatie zoals de WFIA, niet actief op zoek naar potentiële vestigers in een aantal geselecteerde landen/regio’s. In plaats daarvan ontwikkelt de gemeente een gedegen “ontvangst- en welkomstprogramma” en houdt de gemeente via een ‘uitkijktoren’ de kansen in de gaten, bijvoorbeeld bij het NFIA (Netherlands Foreign Investment Agency van het ministerie van EZ), dat bij 30 - 50 % van alle buitenlandse vestigingen in Nederland betrokken is. Wanneer de gemeente en het NFIA een goede open relatie hebben zal de NFIA een potentiële vestiger (lead) rechtstreeks aan die gemeente melden.
De beschikbare middelen worden dan niet geïnvesteerd in het over de gehele wereld (laten) zoeken naar potentiële vestigers, maar in het oppikken en goed afhandelen van de door NFIA gesignaleerde (potentiële) leads.
Naast het leggen en onderhouden van contacten met potentiële vestigers maakt dan ook het organiseren van de ontvangst van buitenlandse delegaties met een economisch achtergrond en het beheer van economische contacten met andere regio’s in de wereld onderdeel uit van dit programma.
Zowel bij passieve als bij actieve acquisitie is het van belang om naast de inzet van een organisatie zoals de WFIA of contacten met de NFIA een aantal zaken ook zelf goed te doen. Naast de ontvangst van potentiële vestigers, gaat het daarbij om het in de etalage zetten van in onze situatie de Delftse kenniseconomie. Uit een van de interne rapportages van het NFIA blijkt dat de Nederlandse kenniskwaliteiten te weinig bekend zijn buiten Nederland. Voor de ontwikkeling van bijvoorbeeld Technopolis is het van belang de Delftse kennis voluit te etaleren. Daarbinnen past ook het opbouwen van contacten vanuit Delft met de Technisch Wetenschappelijke Attachés (TWA’s) van het ministerie van Economische Zaken. TWA’s zijn gevestigd in de meest landen die ook interessant zijn voor acquisitie. Samenwerking met de TWA’s kan met name van belang zijn bij het profileren van de Delftse kenniseconomie
Delft heeft gekozen voor actieve acquisitie door zich aan te sluiten bij de andere gemeenten en organisaties die de WFIA hebben opgericht en promotie- en wervingsactiviteiten door hen te laten uitvoeren.
Delft doet de internationale acquisitie niet alleen, maar werkt samen met andere gemeenten in de regio. Delft participeerde in de jaren negentig actief in de discussies hoe een gezamenlijke regionale acquisitieorganisatie kon worden opgericht. Het uiteindelijke resultaat hiervan is het WestHolland Foreign Investment Agency (WFIA), dat als belangrijkste doelstelling heeft het werven van bedrijven voor de regio Leiden - Den Haag - Zoetermeer - Westland - Delft.
Binnen Delft het het (strategisch) accountmanagement beschikbaar om potentiële vestigers die Delft willen bezoeken te ontvangen en te inventariseren welke kantoor- en bedrijfsruimte beschikbaar kan worden gesteld. In veel gevallen blijkt het wenselijk, en soms noodzakelijk, dat de acquisitieactiviteiten en meer nog de internationale samenwerkingscontacten bestuurlijke ondersteuning krijgen. Dat wil zeggen dat bij bezoeken aan/van een andere stad vrijwel altijd de burgemeester en/of een wethouder aanwezig moet zijn.
De vraag naar de effectiviteit van het participeren in een internationale acquisitieorganisatie als de WFIA, die de regio actief op de kaart zet en de wereld intrekt om bedrijven te werven, tegenover het organiseren van een programma voor passieve acquisitie is moeilijk cijfermatig te onderbouwen. Het enige wat duidelijk is, is dat het organiseren van eigen actieve acquisitie vanuit Delft substantieel duurder is, dan het aansluiten bij andere gemeenten in de WFIA.
Wat kost acquisitie en wat
levert het op
Met de participatie in de WFIA zijn de kosten van acquisitie zeer overzichtelijk: jaarlijks betaalt Delft € 90.000 als bijdrage in de kosten van deze wervingsorganisatie. Daarnaast maakt Delft nog incidenteel kosten bij het ontvangen van internationale bedrijven die op zoek zijn naar een locatie in onze regio en bij deelname aan internationale wervingsreizen of steden waarmee een economische stedenband wordt overwogen. Daarmee komen de totale kosten voor het acquisitiebeleid uit op ongeveer € 100.000 per jaar (exclusief personeelskosten). Voor dit bedrag wordt Delft door het WFIA zichtbaar gemaakt in de wereld, bezoeken bedrijven mogelijke vestigingslocaties in Delft en worden ook bedrijven geworven voor Delft.
Hoewel het aantal buitenlandse bedrijven dat zich in Delft gevestigd heeft, beperkt is, wil dat niet zeggen dat de kosten voor internationale acquisitie onevenredig hoog zijn. Ook andere vormen om mensen aan het werk te krijgen brengen kosten met zich mee.
Indien Delft zou besluiten zelf actieve acquisitie te organiseren, min of meer op dezelfde manier als de WFIA dat doet, dan zouden de kosten beslist veel hoger zijn dan de huidige € 90.000 die wordt bijgedragen aan de WFIA. Bovendien zou het veel meer moeite kosten deskundigheid in meerdere regio’s te ontwikkelen omdat het werkpakket van een of twee medewerkers per definitie beperkter is dan de ongeveer tien medewerkers van de WFIA.
Het budget van € 100.000 dat nu wordt besteed aan de WFIA plus de overige kosten, kan uiteraard ook anders ingezet worden. Bijvoorbeeld voor het opzetten van een eigen acquisitieprogramma, dat zich met name richt op het zelf opsporen van “leads” via het NFIA en internationale samenwerkingsrelaties en verruiming van de bestaande activiteiten die thans op het gebied van “verwelkoming” worden ondernomen. Of dit tot een beter resultaat in de vorm van meer vestigingen zal leiden is nu niet te zeggen.
De relatie met de WFIA
De bijdrage van Delft aan de WFIA is geen betaling voor een concreet product. De producten die de WFIA levert worden jaarlijks bepaald door het bestuur via het vaststellen van het werkplan, waarin onder andere is opgenomen op welke regio’s in de wereld de WFIA zich gaat richten en welke beurzen en missies worden georganiseerd. De inhoud van de tegenprestatie kan dus alleen in algemene termen worden geformuleerd. We verwachten van de WFIA: een gedegen meerjarenplan, gebaseerd op internationale vestigingsinzichten, een verantwoord jaarplan met een overzicht van geplande bezoeken en ontvangsten van delegaties. Actieve inzet en rapportage bij/van bezoeken aan beurzen, evenementen, regio’s en bedrijven. Goede communicatie met Delft. Kwalitatief goede ontvangst van bedrijven en inschakeling van de te bezoeken gemeente. Actieve ondersteuning bij de praktische zaken waar bedrijven die zich hier vestigen mee geconfronteerd worden.
Er kunnen wel ’targets’ worden geformuleerd, maar omdat het niet de WFIA is, maar de bedrijven die een besluit nemen zich al dan niet hier te vestigen, kan de WFIA niet afgerekend worden op deze targets. De WFIA kan worden afgerekend op haar inspanningen, zoals hierboven beschreven. Verder zou bij achterblijvende wervingresultaten natuurlijk geconcludeerd kunnen worden dat het uitvoeren van internationale acquisitie via een organisatie als de WFIA niet langer zinvol is.
Resultaten van de
internationale acquisitieactiviteiten van de WFIA
In de periode 2000-2005 hebben via betrokkenheid van de WFIA de volgende bedrijven zich in Delft gevestigd:
1.
Smallworld
2.
ACT
Interpack
3.
Sino
Europe Technology Transfer Centre (SETTC)
4.
Matsushita
Avionics Systems
5.
Komplett
6.
Air in
Space
7.
Tianjin
Lushen
8.
Electric
Vehicle Company
9.
Now
Publishers
10. Chinees zakenhotel
11. MathSoft
12. OCZ Technology
13. JH Architectural Design
De meeste arbeidsplaatsen lijkt te worden gerealiseerd in het Chinese zakenhotel. Een deel van de bedrijven die zich de afgelopen vijf jaar in Delft hebben gevestigd, is inmiddels om uiteenlopende redenen niet meer actief in Delft.
Internationale relaties en internationale
acquisitie
Delft onderhoudt al lang internationale relaties, zoals stedenbanden. Internationale acquisitie vond in het verleden in Delft echter niet of nauwelijks en louter ad hoc plaats. Geleidelijk kreeg internationale acquisitie wat meer aandacht met de ontwikkeling van Delft Kennisstad. Als vervolg op deelname aan de internationale wedstrijd “Best Run City of the World”, georganiseerd door de Bertelmanns Stichting, ontstond een internationaal netwerk waaruit een aanzet tot een economische stedenband met Phoenix, Arizona groeide. Deze relatie heeft overigens niet geleid tot vestiging van bedrijven, maar wel tot stagecontracten tussen (studenten van) de TU Delft en hightech bedrijven in Phoenix. Nadat bleek dat Phoenix de opgebouwde contacten uitsluitend wilde verankeren in een volledige stedenband en niet in de meer specifieke vorm van een economische stedenband, is dit contact verwaterd.
Na een bezoek aan een internationale telematicabeurs in Israël is het Israël Office Delft (IOD) opgericht, dat tot doel had zakelijke relaties tussen bedrijven in Israël en in de regio Delft te stimuleren en bedrijven uit Israël, die zich in Europa wilden vestigen te overtuigen zich in Delft te vestigen. Na een aantal jaren is het IOD geïntegreerd in het WFIA. Het IOD heeft indertijd in korte tijd een goede naam opgebouwd en er is ook een aantal bedrijven voor Delft geworven.
In 2000 en 2001 heeft de gemeente bij een aantal belangrijke Delftse instellingen en bedrijven (zoals TUD, TNO, DSM) geïnventariseerd welke regio’s/steden in de wereld zich, gezien vanuit hun belangen en contacten, zouden lenen voor een economische stedenband. Daarbij was niet alleen het werven van bedrijven voor vestiging in Delft een belangrijk thema, maar ook het stimuleren van zakelijk contacten ter plaatse voor Delftse bedrijven en instellingen.
Uit die inventarisatie is toen Austin in Texas naar voren gekomen. Tijdens een bezoek aan Austin in 2002 bleek een economische stedenband tussen Austin en Delft niet haalbaar. Als alternatief is het initiatief genomen tot de oprichting van een netwerk van kennissteden, dat inmiddels enkele jaren bestaat onder de naam Technopolicy Network en dat thans operationeel is ondergebracht bij de Kennisalliantie Zuid-Holland. Het netwerk richt zich vooral op beleidsmakers van lokale en regionale overheden en universiteiten. Er is geen aandacht voor acquisitie, anders dan het leren van de ervaring van andere steden en regio’s.
Internationale economische contacten blijken in de praktijk een eigen waarde te hebben, los van het werven van bedrijven. Ze vergroten de horizon van lokale de economie, ze maken Delft zichtbaarder in de wereld en daarnaast kunnen internationale contacten van de gemeente ondersteunend werken voor reeds bestaande of nieuwe relaties van bijvoorbeeld de TU Delft, andere kennisinstellingen en bedrijven. Een nevenproduct van internationale relaties en acquisitie is het verwerven van opdrachten voor Delftse bedrijven en kennisinstellingen. Een voorbeeld daarvan zijn de gerealiseerde stageplaatsen voor TU-studenten in de vliegindustrie in Phoenix, maar ook de opdracht die TamTam tijdens een missie naar China verwierf voor de ontwikkeling van de website van het Chinese zakenhotel.
Door het opbouwen van relaties in een regio wordt de kans groter dat er contacten ontstaan met bedrijven in zo’n regio die zich in Europa/Nederland willen vestigen. Een één op één match tussen bedrijven in een regio waarmee goede contacten worden onderhouden en Delft is nooit vanzelfsprekend en kan ook niet worden afgedwongen. Dat bleek bijvoorbeeld indertijd bij het Israel Office Delft, dat leidde tot het vestigen van een aantal Israëlische bedrijven in Nederland, maar niet alleen in Delft, ook in Amsterdam, Zoetermeer en Rotterdam.
Internationale economische
relaties
Zoals al aangegeven onderhoudt Delft contacten met Phoenix, Israël, Austin en het Technopolicy Network.De speerpuntlanden van de WFIA in volgorde van omvang van het activiteitenbudget zijn: Verenigde Staten, China, Duitsland, Japan, Taiwan, Scandinavië en Verenigd Koninkrijk en India. Afgezien van China richt de WFIA zich in deze landen niet op specifieke regio’s.
Een tweetal voorbeelden om zicht te krijgen op het feitelijk verloop van internationale acquisitie
China
Een aantal jaren geleden, aan het begin van de economische opleving in China, is Delft in contact geweest met Xiamen. Een delegatie van het toenmalige gemeentebestuur heeft Delft bezocht, maar uiteindelijk heeft een later stadsbestuur van Xiamen een samenwerkingsovereenkomst gesloten met de gemeente Zoetermeer. China is ‘hot’ en er wonen en studeren inmiddels enkele honderden Chinezen in Delft aan de TUD en het IHE.
Nadat contacten met de gemeente Zoetermeer over de vestiging van een Chinees zakenhotel niet snel genoeg tot resultaten leidden, heeft de betrokken architect contact gezocht met Delft. Nadat Delft had aangegeven het Chinese zakenhotel te willen verwelkomen, wordt er veel energie gestoken in het ondersteunen van de initiatiefnemer van de bouw van het hotel in de veelheid aan regels en wetgeving in Nederland.
Het Chinese zakenhotel betekent een versterking van de wervingsinfrastructuur voor bedrijven en instellingen uit China. Immers, als men toch al in Delft kan overnachten, waarom dan ook niet in de directe omgeving kijken naar een vestigingsplaats. Overigens geldt hier hetzelfde als bij het Israel Office: bedrijven die dankzij de aanwezigheid van het hotel naar deze regio komen, zullen zich niet per definitie in Delft vestigen.
Op dit moment zijn er drie aangrijpingspunten in China: Pudong (Shanghai), Xi’an en Shenzhen.
Met Pudong is, onder leiding van de provincie Zuid-Holland en gesteund door vier gemeenten en drie universiteiten, een samenwerkingsovereenkomst gesloten die zich met name richt op het bieden van huisvesting voor bedrijven die zich respectievelijk in China en Zuid-Holland willen vestigen, het “South Holland - Shanghai Pudong Co-Innovationprogramm”.
De contacten met Xi’an zijn tot stand gekomen op advies van de WFIA. Xi’an is een (naar Chinese begrippen) middelgrote stad in het westen van China en was ooit hoofdstad van China. Naast de olie- en gasindustrie is de stad door de centrale overheid aangewezen als centrum voor de burgerluchtvaartindustrie. Met name vanuit de TU Delft is er belangstelling in verband met de aandacht voor luchtvaart. Gedacht wordt aan het organiseren van een vorm van samenwerking tussen beide steden. Het gemeentebestuur van Xi’an heeft aangekondigd in september 2006 Delft te zullen bezoeken. Aanvankelijk stond een bezoek van Delft aan Xi’an gepland in oktober a.s., maar het is zinvoller het tegenbezoek enkele maanden uit te stellen om eventuele activeiteiten, voortvloeiend uit het bezoek in september goed voor te bereiden.
De suggestie voor het opbouwen van contacten met Shenzhen is gekomen van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Shenzen was voor de overgang van Hong Kong naar China het nabijgelegen antwoord van China op Hong Kong. De stad groeide in 25 jaar van 30.000 naar 10.000.000 inwoners en heeft mede daardoor behoefte aan kennis over watertechnologie, energietechnologie en nieuwe materialen. Het plan is Shenzhen te bezoeken in combinatie met de missie naar Xi’an.
India
Een van de zeer sterk opkomende economieën is India. Met name de ICT-sector in India is sterk ontwikkeld. Veel Nederlandse ondernemingen hebben ICT-werkzaamheden (van programmering tot uitvoering) verplaatst naar India - het zogenaamde offshoring.
Nadat de WFIA India op de lijst van speerpuntlanden heeft opgenomen en daar contacten zijn opgebouwd is de mogelijkheid geopperd van een economische relatie tussen Chennai (het vroegere Madras) en Delft. Er zijn overigens nog nauwelijks stedencontacten tussen India en Nederland.
Chennai is een kuststad in het zuidoosten van India en een van de vier grootstedelijke gebieden (naast Delhi, Mumbai and Kolkotta); het is de hoofdstad van de provincie Tamil Nadu. Deze provincie heeft een sterke ICT-sector, die 23 % van de economie uitmaakt met een concentratie in Chennai. In Chennai zijn vestigingen van multinationals als Alcatel, Nokia, Ericsson, Ford Information Technology, Verizon, Xansa, TCS, Ramco, HCL Pentafour, Cognizant, Singapore Airlines, EDS, Infosys, and Matsushita. Chennai biedt werk aan 45.000 professionals en 14 % van de software-export van India komt uit de provincie Tamil Nadu.
Verder heeft de TU Delft aangegeven geïnteresseerd te zijn in het verkennen van samenwerkingsmogelijkheden met het Indian Institute of Technology, Madras (ITT-Madras). Chennai heeft ook als voordeel dat daar een Netherlands Business Support Office (NBSO) van het ministerie van Economische Zaken gevestigd is, dat plaatselijk ondersteuning kan leveren bij het opbouwen van de economische contacten. Verder heeft de WFIA goede contacten met lokale ambtenaren.
Over de economische samenwerking is een informatief gesprek gevoerd met de consul-generaal van Nederland in dit gedeelte van India. De WFIA en de Kamer van Koophandel participeren in een handelsmissie van de staatssecretaris van Economische Zaken, die ook Chennai aandoet en zij zullen tijdens die missie de belangstelling van Delft voor eventuele samenwerking overbrengen.
Stellingen
Tegen de achtergrond van de discussienotitie Internationale Acquisitie is een aantal stellingen geformuleerd, die als basis kunnen dienen voor discussie en beleidsontwikkeling.
Stelling 1
De acquisitie moet zich niet louter richten op het werven van bedrijven, maar op het werven van de “juiste” bedrijven, dat wil zeggen bedrijven waarvan de komst een meerwaarde heeft voor de reeds aanwezige bedrijven en instellingen en die nadrukkelijk bijdragen aan de groei van de economische bedrijvigheid en/of de werkgelegenheid. Dit geldt niet alleen voor de nationale acquisitie, maar ook voor de internationale acquisitie.
Stelling 2
Voor nationale acquisitie is een algemene benadering, waarbij Delft zich als ‘totaliteit’ profileert en een goed gastheerschap de juiste strategie. uit de praktijk blijkt dat gericht zoeken naar potentiële vestigers uit eigen land heeft geen toegevoegde waarde. Internationale acquisitie moet daarentegen juist actief georganiseerd zijn en gericht op het actief benaderen van bedrijven in “booming regio’s” in de sectoren waarop Delft zich profileert.
Stelling 3
Hoewel acquisitie voor een gemeente een relatief
arbeidsintensieve en weinig direct productieve activiteit is, is het
desalniettemin zinvol hier geld, tijd en energie in te steken, omdat de markt
de acquisitierol nooit volledig van de gemeente kan en zal overnemen.