Minister Remkes heeft u
gevraagd een oordeel te geven over bestaande analyses van de internationale
concurrentiepositie van de Randstad en een advies te geven over de rol die
bestuurlijke knelpunten daarbij spelen. Ten behoeve van uw advies informeren
wij u over de economische positie die Delft inneemt en de ambities en
beleidsspeerpunten in de ontwikkeling van deze economie.
Wij zijn er van overtuigd
dat de Delftse economie een cruciale rol speelt in het behouden en verstevigen
van de concurrentiepositie van de Randstad en het realiseren van de Nederlandse
bijdrage aan het Lissabon-akkoord. Met voldoende steun vanuit hogere overheden
en adequate eigen mogelijkheden en een heldere bestuursstructuur kan Delft als
gemeente de rol blijven spelen als stimulator, promotor, aanjager en verbinder
van dit economisch succes.
Sinds eind jaren ’80
voert Delft de kennisstad strategie. Deze strategie is een antwoord op de
teruggang van de meer traditionele industrie in Delft door daar de kracht van
de aanwezigheid van de Technische Universiteit Delft (TUD) en andere
technologie georiënteerde instituten en bedrijven tegenover te stellen. Kern is
bevorderen van innovatie en kennisontwikkeling en bevorderen dat bedrijven en
instituten die hierop gericht zijn zich hier vestigen en ruim kans bieden aan
vooral technisch innovatieve starters. De afgelopen jaren is hier ook
uitdrukkelijk de creatieve economie bij aangehaakt. Ook in de
bevolkingsamenstelling wordt deze kracht teruggevonden: in Delft is 46% van de
werkzame bevolking HBO of universitair opgeleid en 29% van de werkzame
Delftenaren vindt zijn betrekking in de wetenschap en techniek, architectuur
en ontwerp, onderwijs, kunsten, muziek en entertainment; kortom zijn mensen die
in hun werk volledig zijn gericht op het creatieve proces en dus het
ontwikkelen van nieuwe ideeën, technologie en/of inhoud.
De kennisstad strategie
geeft de gemeente vorm in uitdrukkelijke samenwerking met ondernemers,
onderzoekinstituten en het onderwijs. De kennisstad strategie is succesvol. Dit
blijkt onder meer uit het feit dat Delft mogelijk het grootste Technologisch
Innovatieve Complex van Nederland kent en dat dit globaal 250 hectare grote
gebied volop in ontwikkeling is. Naar onze stellige overtuiging stoelt de
kracht van Delft met name op deze
technisch innovatieve pijler.
Tot voor kort werden de
onderdelen van dit complex niet in hun onderlinge samenhang bezien en werd ook
geen beleid vanuit deze samenhang gevoerd. Het huidig Delfts beleid is er op
gericht om door en vanuit de samenhang de kracht te genereren die de
kenniseconomische ontwikkelingen snelheid en soliditeit geven. Hierdoor is het
complex één van de pijlers van de kenniseconomische krachten van Nederland en
één van de dragers van de Randstedelijke economie. Een positie die de komende
jaren alleen maar groter en belangrijker zal worden.
Het Technologisch
Innovatieve Complex van Delft wordt met name gevormd door:
a.
TUDelft gebied.
Op dit totaal circa 63 ha grote terrein werken bij de TUD en 20
kennisinstituten ca. 10.000 mensen. De TUD ontwikkelt een ingrijpend
vernieuwingsplan waar alle TU activiteiten (faculteiten, laboratoria,
studentenhuisvesting, kennisinstituten etc.) worden geconcentreerd.
b.
TNO Zuidpoldergebied.
Dit gebied is circa 18 ha groot en bestemd voor TNO. Door - overigens met
support en subsidie van het ministerie van EZ- verplaatsen van onderdelen van
TNO is een deel van dit terrein leeg komen te staan. Het terrein wordt thans
herontwikkeld, waardoor totaal 76.000 m2 bvo ontstaat. 25.000 m2 ten behoeve van
TNO, 10.000 m2 voor onderwijs, 20.000 m2 voor bedrijven, 6.000 voor short stay
facilities, expositie en services en 15.000m2 kantoren.
c.
Delftechpark.
Een 9 ha groot bedrijventerrein waar zich alleen R&D bedrijven mogen
vestigen. Op zit terrein werken momenteel ca. 1200 mensen bij ca. 100 R&D
bedrijven en instellingen.
d.
Technopolis Innovation Park,
dat thans wordt ontwikkeld als science park van Europese betekenis. De opzet is
dat op dit bijna 120 ha grote terrein over 20 jaar ca. 12.000 tot 15.000 mensen
werken. Inmiddels is ca. 50 ha. van dit terrein in gebruik. Omdat duurzaamheid
een belangrijk aspect is bij de ontwikkeling is voor een compacte opzet voor
ca. 600.000 m2 bvo ten behoeve van bedrijven met een belangrijke R&D
component gekozen
e.
Station Zuid.
Totaal circa 25 ha van ondermeer het 86 ha. grote en van oorsprong traditionele
bedrijfsterrein Schieoevers is pioniersgebied voor het ‘stedenbaanplan’. Dit
houdt in dat rond deze ov-halte tot 2020 ca. 135.000 m2 kantoren,
leisurefuncties en woningen worden gebouwd. Station Zuid raakt nagenoeg het
Technopolis gebied.
Hoewel
het Technologisch Innovatief Complex relatief goed is ontsloten, is dit nog
niet optimaal: het gebied is gelegen naast de A13 en heeft met ‘Delft Zuid’ een
op/afrit op deze snelweg. Door het gebied loopt de N470 (Kruithuisweg),
verbindingsweg tussen A13 en A4. Op het gebied is het OV-station Delft Zuid
gelegen. Op geringe afstand ten noorden van het gebied ligt station Delft, dat
in het kader van de ondertunneling van het spoor geheel vernieuwd wordt. In
voorbereiding is tramverbinding 19, waarmee het gebied direct op ondermeer Den
Haag wordt aangesloten. De tussen de deelgebieden lopende Rotterdamseweg heeft
een scharnierfunctie tussen de oude Delftse Binnenstad, het TUD gebied en het Technopolis
Innovation Park. Langs deze weg zijn onder meer gevestigd een
bedrijfsverzamelgebouw voor jonge ondernemingen, HBO opleidingen van de Haagse
Hogeschool en ‘In Holland’ met totaal ca. 3000 studenten, studenten woningen,
een evenemententerrein van 1 ha., oude fabrieksgebouwen, magazijnen en kantoren
met ruimtes voor creativiteit en de aardewerkfabriek ‘De Porceleyne Fles’, waar
sinds 1654 het Delfts Blauw Aardewerk gemaakt wordt. De verkeerskundige ontsluiting van het gebied is met een directe
aansluiting van Technopolis op de A13 te optimaliseren. De ruimtelijke
kwaliteit is te verbeteren door de A13 verdiept aan te leggen.
Zoals
gesteld werkt de gemeente nauw samen met het bedrijfsleven en instituten aan
het verder verstevigen van de kracht en potentie van het Technologisch
Innovatief Complex om dit uit te laten groeien tot hèt Randstedelijk topmilieu
in de kenniseconomie. Dit vereist veel investeringen van zowel bedrijfsleven en
instituten als van de overheid. De gemeente kan de publieke investeringen niet volledig voor haar rekening nemen en
zal hogere overheden verzoeken bij te dragen. Hierbij wordt gedacht aan de
ontwikkeling van de Stedenbaan locatie
Station Delft-Zuid; extra bruggen over de Schie voor autoverkeer en voor
langzaam verkeer om de relatie met Station Zuid te optimaliseren en Schieoevers
beter met de TUD en Technopolis te
verbinden; doortrekken van tramlijn 19 en lijn 16/37; een OV verbinding
Technopolis - Schieveen - Rotterdam Airport - Rotterdam Alexander, een extra
auto aansluiting op de A13 ter hoogte van Technopolis en verdiepte aanleg van
de A13.
Het Technologisch
Innovatief Complex biedt volop kansen voor versterken van de positie van de
Randstad in Europa en in de wereld. Wij zien de volgende voorwaarden om deze
kansen voor de toekomst goed te benutten.
a.
Een beleid waarin vooral op rijksniveau gericht en
bewust wordt ingezet op versterking van de economische Randstedelijke samenhang
en synergie. Een goed recent voorbeeld hiervan is het kabinetsbesluit tot oprichting van het Delta Instituut, waarin
de kennis op het gebied van watermanagement wordt samengebald, gekoppeld aan
vestiging van dit instituut in Delft waar ook andere instellingen op dat gebied
en aangrenzende vakgebieden gevestigd zijn. Voorkomen moet in ieder geval
worden dat maatregelen om andere regio’s te versterken ten koste gaan van de
Randstedelijke economische samenhang.
b.
Het stevig op de kaart zetten van de kracht en
potentie van het Technologisch Innovatief Complex, onder meer in de Europese
Unie. Uiteraard ligt hierin een taak voor de gemeente Delft die thans ook met
elan wordt opgepakt. Hierin ligt ook een taak voor de Rijksoverheid.
c.
In bijzonder is beleidsmatige en financiële
aandacht vanuit het ministerie van EZ
geïndiceerd. Immers juist in Delft zijn synergie effecten te boeken en zijn er
kansen en ook ambities voor de TUD om door te groeien naar de internationale
top 10[GW1].
d.
De huidige Randstad heeft naar ons idee last van
een overmaat aan bestuursstructuren, overleggen en coördinatiepunten. Als lagere
overheid ervaren wij de nadelen van deze bestuurlijke drukte in een gebrek aan
slagkracht en snelheid die vereist is om adequaat in te spelen op
ontwikkelingen. Het is voor de gehele randsstedelijke concurrentiepositie
dienstig dat een heldere, eenvoudige en eenduidige structuur gevormd wordt. De
drie lagen van het ‘huis van Thorbecke’ zijn hiertoe nog steeds een uitstekend
leidend principe.
e.
De Delftse lokale overheid speelt een op onderdelen
essentiële rol in het bevorderen en faciliteren van kenniseconomische
ontwikkelingen. Om deze rol succesvol te kunnen blijven spelen is een krachtige
gemeente nodig die zelfstandig over voldoende bestuursrechtelijke en financiële
middelen beschikt. Wij pleiten er dan ook voor dat in een bestuurlijk ‘nieuwe
Randstad’ het subsidiariteitsbeginsel voor zowel lokaal als middenbestuur
voluit wordt toegepast.
f.
Het Technologisch Innovatieve Complex is een
cruciaal onderdeel van
kenniseconomische structuren en verbanden langs de lijn Leiden - Den Haag -
Delft - Rotterdam. Delft is aan de ene kant aangesloten bij Stadsgewest
Haaglanden. Economisch gezien heeft Delft een gelijke, maar dan niet formeel
bestuurlijk geborgde verbondenheid met Rotterdam. Een voorbeeld hiervan is de
A13 Kennisboulevard. De gemeenten Rotterdam en Delft en de universiteiten TUD
en Erasmus Universiteit Rotterdam hebben de handen ineengeslagen om dit project
te realiseren. Voor de versteviging van de Randstedelijke concurrentiepositie
moet bij het vormen of herschikken van middenbestuur de lijn Leiden t/m
Rotterdam zich onder één bestuurlijke entiteit zichtbaar kunnen ontplooien
Resumerend:
Delft beschikt over mogelijk het grootste Technologisch Innovatief Complex van
Nederland; een complex dat volop in ontwikkeling is. Dit complex speelt een
cruciale rol in de versteviging van de randstedelijke concurrentiepositie. Deze
rol kan bestuurlijk goed ondersteund worden door
a.
het rijk: door een beleid te voeren gericht op randstedelijke economische
samenhang en synergie en het samen met de lokale partijen stevig op de kaart
zetten van dit complex in onder meer de EU.
b.
een provinciaal middenbestuur: door in staat te zijn om de as Leiden-Den
Haag-Delft-Rotterdam als één entiteit verder tot ontwikkeling te brengen
c.
de gemeente Delft: door te beschikken over voldoende autonomie en voldoende
bestuursrechtelijke en financiële middelen.
Uiteraard
zijn wij zeer bereid u over de Delftse economische ontwikkeling of onze
economische en andere ambities en wijze van samenwerken met het bedrijfsleven
en instituten nader te informeren.
Hoogachtend,
het
college van burgemeester en wethouders van Delft
,
burgemeester
,
secretaris