Samenvatting

 

Deze nota stelt een aantal wijzigingen voor in de subsidieregeling Steun voor Bedrijven in de Stadsvernieuwing 1992 (SBS, hoofdstuk 4 van de Verordening Stadsvernieuwing). Dit is een regeling die tot doel heeft het economisch functioneren van winkelgebieden te verbeteren doordat de ondernemer investeert in het opknappen van gevels, winkelpuien en winkelinterieurs. De bijdrage is 30% van de investering, tot een maximum van 35.000 euro.

 

Als de subsidieregeling vaker gebruikt zou worden zou de verbetering van de kwaliteit van winkelgebieden, zowel in de binnenstad als in buurtwinkelcentra, zich in een hoger tempo voltrekken.

 

De belangrijkste wijzigingen:

 

- Ook starters komen voortaan in aanmerking voor subsidie

- Niet alleen winkels maar ook dienstverleners kunnen subsidie krijgen

- Er komt een “mini-subsidie” voor een kleine opknapbeurt

- De aanvraagprocedure wordt vereenvoudigd

- Ook de uitbreiding van een winkelpand kan voortaan gesubsidieerd worden

.

Deze wijzigingen hebben alle tot doel de subsidieregeling laagdrempeliger en breder toepasbaar te maken.

 

 

 

 

 

Geacht College,

 

 

De regeling Subsidie Bedrijven in de Stedelijke Vernieuwing (SBS) is een subsidie voor winkeliers in het kader van de stedelijke vernieuwing die wordt bekostigd uit het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV). De regeling heeft tot doel het economisch functioneren van winkelgebieden te bevorderen door het verbeteren van het aanzien van deze gebieden, bijvoorbeeld door het opknappen van gevels, winkelpuien en winkelinterieurs.

Nadat de klassieke stadsvernieuwing is geëvolueerd naar stedelijke vernieuwing ligt het accent in het beleid steeds meer op het stimuleren en minder op het ondersteunen.

In door de gemeente aangewezen gebieden kan een winkelier 30% van zijn investeringen in bijvoorbeeld de verbouwing van zijn pand, tot een maximum van € 35.000,- , vergoed krijgen. De aangewezen gebieden zijn de winkelstraten in de binnenstad (zoals aangegeven in de Nota Evaluatie Brancheringsbeleid) en de 14 wijk- en buurtwinkelcentra.

 

De regeling werkt als stimulans voor winkeliers om mee te werken aan herstructurering of renovatieplannen.

Bedrijven met meer dan 10 werknemers komen niet voor subsidie in aanmerking.

 

Hoewel de regeling inhoudelijk in een behoefte voorziet wordt er minder gebruik van gemaakt dan wenselijk is en is er sinds 1992 (!) structureel sprake van een positieve onderbesteding. In 2005 bedroeg deze bij een uitgavenniveau van € 86.817,- en een verplichtingenniveau van € 35.000,-  zelfs € 153.183,-.

Oorzaken hiervan zijn enerzijds enkele onnodige beperkingen, anderzijds onbekendheid bij de ondernemers.

 

Het doel van de regeling, verbetering van het (aanzicht) van winkelgebieden en daarmee verbetering van het economisch klimaat, zowel in de buurtwinkelcentra als in de binnenstad, kan sneller bereikt worden als de verordening wordt aangepast op een aantal aan de praktijk ontleende verbeterpunten:

 

  1. Ook nieuwe vestigers moeten in aanmerking (kunnen) komen voor verbouwings- en verhuizingssubsidie. Dit is inmiddels in het kader van de Nota Branchering 2006-2009 al door de gemeenteraad vastgesteld. Hierover is dus geen afzonderlijk raadsbesluit meer nodig. Om misbruik te voorkomen mag per pand slechts 1x per 5 jaar subsidie aangevraagd worden. Door de afschaffing van het vereiste dat een aanvrager drie jaar in het pand gevestigd moet zijn, zullen gevels vaker worden opgeknapt en gerestaureerd bij het betrekken van het pand, wat zowel de kwaliteit van de panden als de economie ten goede komt.

 

  1. Voor het gebruik van de hardheidsclausule wordt, om de schijn van willekeur en rechtsongelijkheid te voorkomen, de volgende beleidsregel vastgesteld: Als een aanvraag naar de geest van de verordening gehonoreerd zou moeten worden maar naar de letter niet in aanmerking komt kan onder toepassing van de hardheidsclausule door burgemeester en wethouders van het bepaalde in de verordening worden afgeweken.

 

  1. Ook dienstverleners en vrije beroepen moeten in aanmerking (kunnen) komen voor subsidie als hun vestiging bijdraagt aan de gewenste Ruimtelijke Economische Structuur, op voorwaarde dat ze een zichtbare publieksfunctie (balie of andere voorziening) hebben met positieve uitstraling naar buiten.

 

  1. Ook voor een uitbreiding tot max. 150% van de oorspronkelijke oppervlakte van de onderneming zal SBS mogelijk zijn.

 

  1. In voorkomende gevallen, bijvoorbeeld bij een leegstaand winkelpand, kan de eigenaar in plaats van de ondernemer subsidie aanvragen.

 

  1. Ook het schilderen of bekleden van wanden, vloeren en plafonds komt voor subsidie in aanmerking, tot een maximum van € 2.500,- per aanvraag. De bekostiging van juist dit soort opknapbeurten blijkt namelijk kleinere winkeliers net het duwtje te kunnen geven om mee te doen met de aanpak van bijvoorbeeld een buurtwinkelcentrum.

 

  1. Voor de binnenstad geldt als SBS-gebied resp. de gewenste RES de kaart behorende bij de Nota Branchering 2006-2009 met de daarbij behorende, door B en W vast te stellen en te wijzigen, beleidsregels. Concreet betekent dit dat alle winkelstraten in de binnenstad in aanmerking komen. Buiten de binnenstad gelden de in het actieprogramma “Aanpak Buurtwinkelcentra” genoemde wijk- en buurtwinkelcentra als SBS-gebied. In beide gevallen voor een periode van 4 jaar.

 

Voorstel:

Instemmen met

 

  1. De gemeenteraad voorstellen de gewijzigde tekst vast te stellen;
  2. Overgaan tot actieve promotie van de SBS-regeling

 

 

A. Dierickx-Bangert