Inleiding

Op 21 februari 2006 heeft het College van B&W een verzoek gekregen van de Centrale Vereniging Ambulante Handel afdeling Delft om de Bloemenmarkt blijvend te verplaatsen van de Hippolytusbuurt naar de Brabantse Turfmarkt.

Zoals in de brief vermeld staat zijn ook de marktondernemers zelf zich ervan bewust dat de bloemenmarkt “al eeuwen” op de Hippolytusbuurt staat, maar aangezien “het water hen nu aan de lippen staat” verzoeken zij om verplaatsing.

Het verzoek om verplaatsing is afkomstig van álle marktondernemers van de bloemenmarkt! Ca. 5 jaar geleden – toen er nog een paar meer aldaar gevestigde ondernemers waren – is het verzoek ook gedaan, maar toen was de redenering dat het na de bouw van de Phoenixgarage een stuk beter met het Noordelijke winkelgebied zou gaan. Helaas is dit onvoldoende gebleken voor de marktondernemers zelf. Uit hun eigen tellingen zou zijn gebleken dat er op de Brabantse Turfmarkt veel meer passanten zijn dan op de Hippolytusbuurt. Om die reden denken de marktondernemers dat ze aldaar beter het hoofd boven water kunnen houden.

 

Gezien de gevoeligheid van dit onderwerp is een zorgvuldige afweging van argumenten vereist. Deze afweging is te vinden in deze nota.

Let wel: als gevolg van Art. 4 en 5 van de warenmarktverordening is een raadsbesluit nodig om een eventueel besluit tot verplaatsing te bekrachtigen. Hierbij hoort tevens een procedure waarbij – al dan niet middels indienen van zienswijzen – winkeliers en omwonenden als belanghebbenden dienen te worden gehoord.

 

Stand van zaken Hippolytusbuurt

Het gaat momenteel om 11 marktondernemers, waarvan er 5 ’s winters niet aanwezig zijn. Zij bemensen 8 kramen en 3 grondplaatsen.  Zie Bijlage.

 

De tarieven op de Markt/Hippolytusbuurt oost- resp. westzijde bedragen  € 10,02 per kwartaal vs. € 7,83 per vierkante meter (2006). Dit betekent dat de kosten per ondernemer variëren van ruim € 160,- tot €  500,- per jaar resp. voor 1 kraam aan de oostzijde  vs. vier kramen aan de westzijde / 3 kramen aan de oostzijde.

-          3 ondernemers hebben 1 kraam aan de oostzijde.

-          1 heeft er 2 aan de oostzijde.

-          4 hebben er 3 aan de oostzijde en/of westzijde.

-          3 hebben er 4 aan de westzijde.

Let wel: de tarieven zijn gebaseerd op totale kostendekkendheid, zodat het voor de gemeente winst noch verlies oplevert.

 

Er zijn geen passantenmetingen gedaan op de donderdag. Tellingen van de afgelopen jaren op de vrijdag en zaterdag (Locatus 2000 – 2005) wijzen uit dat de hoeveelheid passanten op de Brabantse Turfmarkt ca. 2-3  keer zo hoog ligt, waarbij opgemerkt dient te worden dat de oostkant van de Hippolytusbuurt gemiddeld iets meer passanten kent dan de westkant. 

 

Gezien de afwezigheid van klachten lijkt er al sinds jaren geen sprake te zijn van (grote) overlast voor de bewoners. Diverse marktkooplui beginnen vanaf ca. 06.00uur met het vullen van de kramen, waarbij ze vanaf ca. 07.30uur de mogelijkheid hebben om te verkopen. Dit is afhankelijk van het seizoen en het weer. Bij slecht weer komt niet altijd iedereen opdagen en is er pas later in de ochtend sprake van aan- en afvoer van goederen.

Let wel: conform de verordening mag er officieel  pas vanaf 09.00uur verkocht worden, maar tot op heden wordt het niet nodig geacht hierop strikt te gaan handhaven.

De Hippolytusbuurt is met name  bereikbaar via de Heilige Geest Kerkhof. Gezien de kramen op de Markt zelf is er nauwelijks sprake van aan- en afvoer van goederen via die zijde van de binnenstad.

 

 

Brabantse Turfmarkt

Op de Brabantse Turfmarkt wordt op zaterdag reeds markt gehouden – voorzieningen zijn derhalve reeds aanwezig – en er is in principe ruimte voor de benodigde 30 kraampjes van 4m lengte.

Zie kaart – Bijlage.

 

Hierbij kunnen de 2 bestaande terrassen worden ingepast. De marktondernemers hebben dit reeds met deze 2 exploitanten besproken en naar hun zeggen levert dit geen onoverkomelijke bezwaren op.

De aan- en afvoerroutes liggen bij de Brabantse Turfmarkt iets gunstiger.

Van de kant van de gemeente is tot op heden niet met de bewoners noch met de aanwezige ondernemers gesproken.

 

Meningen

Meningen zijn gepeild van diverse personen en instanties.

Het zal duidelijk zijn dat de CVAH, die het verzoek tot de verplaatsing aan B&W heeft gericht -  voor verplaatsing is vanwege het betere economische perspectief vóór haar doelgroep.

De ondernemers van de Noordelijke binnenstad – bij monde van vertegenwoordigers van winkeliersvereniging de Klis en de onlangs opgerichte Ondernemersvereniging Binnenstad Delft zijn tegen. Zij vrezen een mogelijke economische terugval van de Noordelijke binnenstad, dat het toch al last heeft van minder passanten door onder andere het verdwijnen van het Postkantoor (medio 2005).

Het advies van de Stichting Centrum Management Delft is eveneens negatief. Zij is van mening dat de gemeente juist alles in het werk moet stellen om een nieuwe impuls te geven aan de Noordelijke binnenstad en dat het mogelijk maken van verplaatsing van de bloemenmarkt daar niet bij past.

Bij individuele ondernemers is er weliswaar begrip voor de wens van de marktondernemers, maar over het algemeen lijkt men tegen te zijn.

 

De indruk bestaat ook dat het sowieso niet al te florissant gaat met bloemenmarkten in (historische binnensteden van) Nederland als gevolg van de sterke opkomst van goed bereikbare, en goedkope tuincentra in de buitengebieden. Gezien de branchevervaging is ook steeds meer sprake van een stijgend aanbod van zeer goedkope bloemen bij, bijvoorbeeld, supermarkten. Als de bloemenmarkt verplaatst zou worden zou dat - volgens velen - ook voor de ondernemers zelf waarschijnlijk niet zo veel uitmaken. Hierbij speelt wellicht ook een rol dat veel oudere marktkooplui nauwelijks opvolgers lijken (en zeggen) te kunnen vinden.

 

 

Voor en nadelen verplaatsing

Voordelen van verplaatsing zijn met name te vinden bij de marktondernemers zelf. Het is onmiskenbaar dat er op de Brabantse Turfmarkt meer passanten zijn dan op de Hippolytusbuurt. Hoeveel (meer) daarvan daadwerkelijk bloemen en planten kopen is een vraag, maar dat is niet ondenkbeeldig. De afstand van de Phoenix-garage tot de Hippolytusbuurt is kleiner dan die van de Zuidpoortgarage tot de Brabantse Turfmarkt. Daar staat tegenover dat er op de Brabantse Turfmarkt zuidzijde meer verkeer is dan op de Voorstraat en er meer – kort - op de brug geladen en gelost lijkt te worden. De beschikbaarheid en nabijheid  van runshopplaatsen  is vergelijkbaar.

Nadeel van verplaatsing is de verwachte maatschappelijke weerstand die dit waarschijnlijk teweeg brengt. Niet dat dit met zekerheid is te zeggen, maar het is wel een beetje de verwachting. In de eerste plaats misschien bij de bewoners van de Brabantse Turfmarkt, maar vooral ook bij de ondernemers van de Noordelijke binnenstad en hoogstwaarschijnlijk bij veel meer Delftenaren, die om historische reden van mening zijn dat de bloemenmarkt op de Hippolytusbuurt HOORT.

 

 

 

Mogelijke ontwikkelingen

1-       Indien er geen sprake is van verplaatsing kan er het volgende gebeuren:

a-       Er verandert vrijwel niets aan de huidige situatie.

b-       Het gaat steeds minder met de bloemenmarkt en in de loop van 2006/2007 verdwijnen er nog eens 3 – 4 van de 11 marktondernemers van het toneel.

Met andere woorden – als deze marktondernemers langzaam uitsterven zou op de Hippolytusbuurt langzaam hetzelfde effect als bij verplaatsing kunnen ontstaan – alleen (op termijn) met ca. 11 marktondernemers minder.

c-       In de loop van 2006/2007 worden er geleidelijk steeds meer eventueel lege plekken op de Markt zelf opgevuld door bloemenkramen. Let wel: er is nog niet serieus sprake van (structureel) lege plekken en dit kan/mag ook alleen – op advies van de Marktcommissie – door het college besloten worden.

Ook in dit geval zou het iets “leger” worden op de Hippolytusbuurt.

 

Bij deze eerste mogelijkheid is het verre van denkbeeldig dat zonder extra impuls in de Noordelijke binnenstad de uitstraling van de bloemenmarkt op de donderdag op de Hippolytusbuurt  verder verzwakt.

Een geste van de kant van de gemeente om, bijvoorbeeld, de tarieven voor juist de marktondernemers van de bloemenmarkt te verlagen is het overwegen waard. Het verdient wel aanbeveling om deze overweging te bespreken met de marktcommissie. Daarnaast gaat dit de gemeente enig geld kosten. Op voorhand lijkt het echter niet te verwachten dat het verschil van ca. 100 – 200 Euro per jaar voor de ondernemers doorslaggevend is.

 

Voor een keuze in deze richting  bestaat  waarschijnlijk alom begrip behalve bij de (andere) marktondernemers zelf.

 

2-       Indien er WEL sprake is van verplaatsing:

a-       is er (enige) kritiek van de Delftse bevolking te verwachten;

b-       is er waarschijnlijk sprake van een negatieve pers – zeker ontstaan

vanuit de ondernemers uit de noordelijke binnenstad, die des temeer zullen roepen om extra impulsen van de kant van de gemeente in dit gebied; daar staat tegenover dat een negatieve pers ook te verwachten is als de marktondernemers niet “geholpen” zouden worden;

c-       moet er in elk geval alsnog met de belanghebbenden rond de Brabantse Turfmarkt overlegd worden.

Als gekozen wordt voor verplaatsen wil Winkeliersvereniging de Klis zich graag beraden op het – met een soort voorkeursrecht - organiseren van een “ander soort markt” op de donderdag op de Hippolytusbuurt, bijvoorbeeld een boekenmarkt, naar analogie van de curiosamarkt die zij al sinds jaren op de zaterdag organiseert.

 

 

Conclusie

Hoewel er begrip is voor de wens van de ondernemers van de bloemenmarkt wordt voorgesteld te besluiten om geen gehoor te geven aan de marktkooplui om de bloemenmarkt te verplaatsen, en zich tegelijkertijd met volle overgave – en zo snel mogelijk - in te gaan zetten om een nieuwe impuls (proberen) te geven aan noordelijke binnenstad, middels bijvoorbeeld:

-          een gezamenlijke inspanningsverplichting te concretiseren, in samenwerking  met de Stichting Centrum Management en/of de Ondernemersvereniging Binnenstad Delft;

-          gericht invulling te geven aan het evenementenbeleid in dit deel van de binnenstad;

-          een goede invulling proberen te krijgen van het Postkantoor

-          een actief en effectief gebruik van zowel de VOM als het brancheringsbeleid in juist dit deel van de binnenstad

-          een herontwikkeling van de transformatielocatie Vlouw/Papenstraat tot  mogelijk speerpunt van beleid te maken.