‘Delft creatieve stad: kans of opgeblazen hype’

 

Inleiding

Creatieve economie is een modewoord dat de laatste jaren wordt gepresenteerd als het wondermiddel voor onder andere de economie, cultuur, stadsontwikkeling en tolerantie. Hebben we het over een opgeblazen hype of toch een waardevol fenomeen dat Delft welvaart brengt. In deze discussienotitie wordt getracht om een genuanceerd antwoord te geven op de vraag welke omvang en belang de creatieve economie heeft voor Delft. Deze notitie brengt helderheid aan in de definitie- en begripshantering. Daarnaast wordt de omvang en de betekenis van de creatieve economie gepresenteerd. Het is aan de gemeente Delft om te komen tot een gedegen en goed onderbouwde aanpak om ook daadwerkelijk die creatieve ondernemer te faciliteren. Aan de hand hiervan wordt een aantal ontwikkelingsrichtingen geponeerd. Deze handelen over het belang van creatieve economie, integrale aanpak en het faciliteren in vraag en aanbod van creatieve economie.

 

Definitie

Waar hebben we het nu over bij de creatieve economie? Door de verschillende definitiehanteringen is er onduidelijkheid over de omvang en typering van creatieve economie. Belangrijk inspirator en wereldwijd aanjager is Richard Florida met zijn klassieker ‘The rise of the creative class’ uit 2002. Zijn creatieve klasse bestaat uit mensen die niet per se een hoge opleiding hebben genoten maar creatief zijn en innovatieve ideeën hebben. Bij creatieve klasse telt Florida niet alleen schrijvers, modeontwerpers, grafisch ontwerpers, musici, acteurs, componisten, schilders, ed., maar ook ICT’ers, wiskundigen, architecten, ingenieurs, medici, sociale wetenschappers en onderwijzers. Zelfs financieel en commercieel experts, juristen en technici. Hij komt zo tot 30% van de beroepsbevolking.

In leidende stukken en beleidsbrieven van het ministerie van Economische Zaken wordt een beperktere definitie gehanteerd. De sectoren in Nederland waar creativiteit centraal staat noemen we de creatieve economie. Gemeenschappelijk kenmerk is dat de belangrijkste waarde van creatieve producten niet in het materiële gebruik ligt, maar in de betekenis die de gebruikers aan dat gebruik ontlenen. Volgens de beperkte definitie van het ministerie omvat creatieve economie zowel de kunsten en het erfgoed, media en entertainment als de creatieve zakelijke dienstverlening: vormgeving, architectuur en computergames. In de ruime definitie van het ministerie van Economische Zaken wordt de aan de creatieve economie gelieerde materiële productie en distributie en detailhandel toegevoegd.

(ministerie EZ en OCW naar Rutten 2004; zie www.cultuureneconomie.nl).

 

Schematisch ziet dat als volgt uit.

 

Figuur 1

 

Kerncijfers Creatieve Economie Nederland

 

 

Beperkte definitie

Ruime definitie

Omvang werkgelegenheid in aantallen

152.000 banen

238.000 banen

Procentueel op totale werkgelegenheid

2%

3,2%

Groei banen tussen 1996-2004

34%

25%

Figuur 2

 

In de nota ‘Kennis als motor’ (Gemeenteraad februari 2006) is gekomen tot lokale definitievorming over creatieve economie. Deze sluit vrijwel aan bij de landelijke definitiehantering. In ‘Kennis als motor’ is geformuleerd: 

‘Architectuur en Design zijn prominente onderdelen van de hiervoor geďntroduceerde Creatieve Industrie, die in Delft zo sterk aanwezig is. Daarom wordt het cluster Architectuur & Design verbreed tot Creatieve Industrie, waaronder ook vallen media, webdesign, uitgeverij, beeldende kunst, podiumkunsten, muziek, fotografie, reclame, radio en film. Bacinol is het fysieke voorbeeld van een verzameling bedrijven in de creatieve industrie.’ In de verdere aanpak en duiding van de creatieve economie wordt uitgegaan van deze brede definitie.

 

Creativiteit in de economie

De economische betekenis van creativiteit beperkt zich niet tot de creatieve sectoren zelf. De economische waarde van cultuur en creativiteit gaat verder dan het aantal mensen dat zijn inkomen verdient in de creatieve sectoren. Onderzoeken tonen aan, dat er zich een multipliereffect voordoet, met afgeleide werkgelegenheidseffecten. Creativiteit dringt ook door in de bedrijfsprocessen van andere sectoren dan de creatieve sector. In de metaalindustrie bijvoorbeeld werken veel vormgevers. Het totaal aantal aan creatieve activiteiten toe te rekenen banen komt landelijk dan op 370.000 ŕ 450.000 afhankelijk van de uitstralingseffecten (Marlet/Poort; Creativiteit naar waarde geschat, 2005).

 

Naast het multipliereffect is er sprake van wederkerige effecten naar de overige economische sectoren, stedelijke ontwikkeling, bevolkingssamenstelling, wonen, cultuur en onderwijs. Zo kan de creatieve economie een impuls zijn voor verouderde bedrijventerreinen (zie bijvoorbeeld ‘t IJ-gebied Amsterdam). Maar ook probleemwijken binnen de veranderde grootstedelijke context met diversiteit zijn ontplooiingsgebieden en broedplaatsen voor creatief kapitaal. De creatieve klasse is namelijk een bevolkingsgroep met openheid naar nieuwkomers. Voorbeelden van bloeiende creatieve milieus zijn de wijken ‘de Pijp’ en ‘de Kinkerbuurt’ in Amsterdam en ‘Lombok’ in Utrecht.

Het is daarnaast een beroepsgroep met een inkomenspositie en ook in de leefstijl waarbij culturele en economische bloei hand in hand gaan. Uit onderzoek blijkt dat de creatieve klasse zich aangetrokken voelt tot de culturele knooppunten en klimaat. Zij creëren vraag en aanbod in de culturele sector.

 

Delft en Creatieve economie

Delft kent vanwege Technische Universiteit Delft en grote kennisinstellingen als TNO van oudsher een band met de creatieve economie. Met name de universiteit leidt mensen op die werkzaam zullen zijn in de creatieve economie. Daarnaast is Delft een sterk bastion met ICT en Research & Development-werkzaamheden die dicht tegen de creatieve economie aanzitten.

 

Wordt er puur gekeken naar het aantal arbeidsplaatsen in de creatieve economie dan is deze echter bescheiden qua omvang.

 

Delft

Beperkte definitie (1-1-2005)

Ruime definitie (1-1-2005)

Bedrijven in creatieve economie

267

331

Werkzame personen in creatieve economie

1.490

1.702

Percentage creatieve economie op totale werkgelegenheid

3,6%

4.1%

Positie landelijke ranglijst creatieve bedrijfstakken

(Aantal banen in creatieve bedrijfstakken als percentage van het totaal aantal banen. Bron Atlas der Gemeenten 2006)

6

Niet bekend

Figuur 3

 

Delft is met zijn karakteristieke binnenstad en cultuuraanbod een levendig knooppunt die aantrekkingskracht uitoefent op deze bevolkingscategorie om zich in Delft te vestigen. Voor wat betreft de creatieve klasse was Delft in 2005 de derde stad van Nederland, na Utrecht en Amstelveen. Met creatieve klasse wordt gedoeld op de mensen in de wetenschap en techniek, architec­tuur en ontwerp, onderwijs, kunsten, muziek en entertainment, die in hun werk volledig zijn gericht op het creatieve proces en dus het ontwikkelen van nieuwe ideeën, technologie en/of inhoud. Als het gaat over de creatieve klasse in Delft, dan hebben we het over de mensen die aan bovenstaande criteria voldoen en in Delft wonen.

 

Figuur: creatieve klasse in Delft (2003)

Creatieve klasse als percentage van de totale beroepsbevolking

 

   Bron: Atlas voor Gemeenten

 

Figuur 4 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Figuur: ontwikkeling van de werkgelegenheid in de creatieve industrie (1996-2005)

Index, 1996 = 100

 

Bron: LISA, bewerking Rabobank

Figuur 5

 

Als we kijken naar de ontwikkelingen in de afgelopen tien jaar, dan was de creatieve zakelijke dienstverlening, oftewel het technisch ontwerp, reclame en design, het sterkst stijgende onderdeel van de Delftse creatieve economie. Deze sector heeft een sterkere groei (groei-index van 146 over 1996-2004) laten zien dan de kennisdiensten en laat bovendien in tegenstelling tot de drie andere onderdelen (schema pag 1: kunsten, media/entertainment) van de creatieve industrie een groei zien die boven het landelijk gemiddelde ligt. Die sterke ontwikkeling hangt voor een belangrijk deel samen met de aanwezigheid van academische opleidingen als architectuur en industrieel ontwerp, die in Delft zeer groot zijn qua omvang en historie. Waarbij bijvoorbeeld Francine Houben en Bruno Ninaber en Ineke Hulshof internationaal gerespecteerde architecten zijn, naast de vele in Delft opgeleide architecten en ontwerpers. Delft vervult ook een sterke positie op het gebied van techniek, innovatie en design. Duidelijk is wel dat Ontwerp & Architectuur de omvangrijkste beroepsgroep vormt.

 

Bij een doelgroepstrategie zou bijvoorbeeld met name op deze beroepsgroep ingezet kunnen worden (bv. een ‘architectengracht’).

 

 
 

 

 

 

 


Het positieve beeld voor de kern (de kunsten, het erfgoed, media en entertainment als de creatieve zakelijke dienstverlening) van creatieve economie geldt overigens niet voor de ondersteunende en afgeleide activiteiten, die volgens de brede definitie ook bij horen. Er is een onderscheid gemaakt in organisatie (uitgeverijen, PR, distributie van kunst, musea, bibliotheken e.d.) en toepassing van creatieve producten. De toepassing is weer te onderscheiden in de vervaardiging van creatieve producten (drukkerijen, geluidsdragers, grafische reproductie e.d.), ambachtelijke en technische toepassing. Al deze branches die in direct contact met de kern van de creatieve industrie zouden moeten staan zijn de laatste 8 jaar fors in omvang afgenomen (Indexcijfer 65 periode 1996-2004). De daling is te zien in elk van de onderscheiden deelsectoren. Deze daling wordt door onderzoekers toegeschreven aan de recessie. Hetgeen bijvoorbeeld gezien de jarenlange malaise in de grafische branche zeer aannemelijk is.

 

Interessant punt in de vervolgaanpak kan zijn de dalende lijn in de werkgelegenheid in de sectoren die ondersteunend en afgeleid zijn aan de creatieve economie om te buigen in een stijgende.

 

 
 

 

 

 

 


Gemeentelijke initiatieven

Al jarenlang is in Delft kenniseconomie de strategie als leidend beginsel voor het economisch ontwikkelingsbeleid van de gemeente. Deze strategie wordt in het huidige coalitieakkoord onverminderd voortgezet. Als beleidsveld is de creatieve economie recent omarmd in de nota ‘Kennis als Motor’. Het door de gemeente faciliteren van de creatieve economie maakt daar deel van uit. Met de toegenomen populariteit en aandacht voor creatieve economie is dit gebied ook in intensievere mate benaderd. Hetgeen blijkt uit de losse en waardevolle initiatieven die nadrukkelijk worden gesteund door de gemeente, zoals de Technostarter incubator Yes!Delft, creatief bedrijfsverzamelgebouw Bacinol en start cultuurcentrum Lijm & Cultuur. Daarnaast heeft de gemeente actief steun verleend bij de aanvragen voor de landelijke subsidieregeling Creative Challenge Call. Activiteiten die een positieve uitstraling hebben naar de stad of nog moeten gaan creëren. 

 

Rol lokale overheid

Vier steeds terugkerende aandachtsgebieden van het economisch beleid zijn: behoud van gevestigde bedrijven, ruimte bieden voor groei van bedrijven, het stimuleren van het starten van een bedrijf en het werven van bedrijven van buiten Delft. Dit is ook de benadering voor bedrijvigheid in de creatieve economie.

 

Instrumenten

Om deze aandachtsgebieden vorm te geven staat de gemeente diverse instrumenten ter beschikking. De overheid beschikt over het planologische instrument om bedrijfsvestiging mogelijk te maken of bepaalde typen passende woningbouw (bv. combinatie wonen-werken) toe te staan. Concreet voorbeeld hiervan is de gebiedsvisie Schieoevers waarbij nadrukkelijk in planologisch opzicht ruimte wordt geboden aan vormen van creatieve economie. 

De gemeente kan optreden als kennis- en netwerkpartner. De gemeente die private partijen in contact brengt met de relevante instellingen. Ze actief wijst op mogelijkheden in ondersteuning, maar ook een rol speelt door bedrijven te begeleiden in hun zoektocht naar gepaste bedrijfsruimte. De gemeente speelt daar al rol in bijvoorbeeld door deelname in de stichting Delft Kennisstad en YES!Delft. Met een op te stellen visie en actieplan creatieve economie kan de gemeente een beter voldragen rol spelen als kennis- en netwerkpartner.

De gemeente kan ook een stap verder zetten en ondernemers subsidiëren. Daarbij valt te denken aan starterskredieten, subsidieregelingen ŕ la lokale creative challenge call, maar ook het financieren van een onrendabele top van een bedrijfsverzamelgebouw

 

Integrale aanpak

Creatieve economie is een onderwerp dat zich bij uitstek leent voor een integrale aanpak. Primair valt creatieve economie onder economische zaken. Wil er echter succesvol beleid tot stand komen op dit vlak dan is een bredere blik en aanpak gewenst. Juist zaken als cultureel klimaat en woonomstandigheden zijn van belang voor de ontwikkeling van de creatieve economie. De verschillende disciplines en beleidsterreinen moeten dan ook bij het opstellen van een visie en actieplan creatieve economie worden betrokken en hun inbreng leveren. Een integrale aanpak werkt ook andersom. De andere beleidsvelden moeten ruimte en randvoorwaarden bieden aan de creatieve economie.  Het creëren van de juiste randvoorwaarden ligt bijvoorbeeld in de sfeer van cultuur, stadsontwikkeling, wonen, stadsmarketing, onderwijs- en arbeidsmarktbeleid.

Bij cultuur gaat het dan om het bieden van bruisend cultuur- en evenementenklimaat, waarbij een BacinolExpo een voorbeeld is van een gesubsidieerd gebeuren dat op laagdrempelige wijze de creatieve economie publiekelijk toegankelijk maakt.

Bij stadsontwikkeling ligt dat primair in de sfeer van ruimte bieden aan creatieve economie in de gebiedsvisies, bestemmingsplannen en bouwvergunningen. De gebiedsvisie en herontwikkelingsplannen Schieoevers met nadrukkelijk aandacht voor creatieve economie is mooi voorbeeld van integrale aanpak en breder oog op de stad hebben.

Voor de woningmarkt is de grote uitdaging voor de komende jaren om het aanbod in midden- en hogere segmenten te vergroten en daarnaast toegankelijk te blijven voor net-afgestudeerde starters. De creatieve klasse bestaat namelijk zowel uit nog weinig kapitaalkrachtige nieuwkomers als uit personen die zich wat meer kunnen veroorloven. Denk bijvoorbeeld aan het herontwikkelen van industrieel erfgoed voor woondoeleinden, zoals aan het gebeuren is in TU-Noord.

Als koploper in de creatieve economie in den lande kan met stadsmarketing het beeld daar naar buiten worden uitgestraald over het positieve ondernemers- en woonklimaat in de stad. Maar ook met Delftse producten uit de creatieve economie die wereldwijd bekendheid genieten zoals het vrouwentoilet, beeldmerk gulden, verpakkingen Albert Heijn, HSL, interieur treinen en trams en het ‘vacuvinpompje’.

De creatieve economie is een sector waar zowel mensen uit de verschillende onderwijs- en beroepslagen hun emplooi kunnen vinden. Zo biedt menig bedrijf in de creatieve sector al stageplaatsen aan. De creatieve economie kan een voorbeeldfunctie bieden, daarnaast meer ruimte voor stage- en reďntegratieplaatsen. Kortom op vele terrein liggen er kansen door de samenwerking op te zoeken en ambities op elkaar af te stemmen, te versterken en te realiseren.

 

Vervolgaanpak

De beoordeling van de mate van importantie van de creatieve economie verdient een genuanceerd benadering. Enerzijds neemt het qua absolute arbeidsmarktplaatsen een bescheiden positie in, bijvoorbeeld in vergelijking met de medische en onderwijssector. Wel moet geconstateerd worden dat de kern van de creatieve economie de laatste jaren hard in omvang groeit. Het biedt tevens werkgelegenheid die de komende jaren in ons land zal blijven en niet verplaatst wordt naar het buitenland. Daarnaast heeft het een uitstraling naar de stad. Het zijn veelal personen die na hun studie in Delft de stap naar het ondernemerschap maken, variërend van zelfstandig ondernemer tot gerenommeerde architectenbureaus. Het goed is om deze mensen voor de stad vast te houden, zowel als bedrijfsvestigingsplaats alswel woonplaats. Steden en regio’s met een hoog percentage creatief kapitaal vertonen een sterkere stedelijk en economische groei. Het inzetten op creatieve economie is van positieve invloed op de economie, arbeidsmarkt en vrije tijdsparticipatie in de stad. Delft vervult nu een koploperspositie in de creatieve economie in het land, wijz ouden deze positie op zijn minst moet vasthouden en verbeteren.

 

Het bedrijfsleven vraagt van de gemeente, zoals ook te lezen in het rapport ‘Kracht van Delft’, van september 2006 opgesteld door de Kamer van Koophandel en de Rabobank een faciliterende rol. De beste manier om als lokale overheid de ontwikkeling te stimuleren is dan ook niet subsidiëren, maar faciliteren: meewerken en meedenken als een ondernemer hierom vraagt. Faciliteren betekent in deze zin positief-kritisch meewerken, maar geen subsidie verstrekken aan individuele ondernemers. Wel valt hieronder de meefinanciering van een onrendabele top voor een bedrijfsverzamelgebouw. Een handschoen die we als gemeentelijke overheid kunnen oppakken. In ‘Kennis als motor’ is een aanzet gegeven voor een ondersteunende rol van de lokale overheid op de creatieve economie. In deze discussienotitie is een verdere verdieping hierop aangebracht. In de commissie Economie, Cultuur, Milieu en Recreatie van 5 september 2006 is bij de behandeling van de voorlopige locatiekeuze van Bacinol II commissiebreed aangedrongen op een integrale visie op creatieve economie. Deze notitie geeft die visie ook nog niet. Op basis van de visie kan aanpak ontwikkeld worden.

 

Ontwikkelingsrichtingen

De lokale overheid kan een aantal richtingen uit. Aan de commissie wordt advies gevraagd ten aanzien van de kansen en mogelijkheden voor de creatieve economie en het belang en urgentie van onderstaande ontwikkelingsrichtingen.

 

Ontwikkelingsrichting 1: Ondanks de bescheiden banen omvang is de creatieve economie te bestempelen als een sector met groeipotentieel en toekomst. De rol van de gemeente Delft is daarbij expliciet het faciliteren van de creatieve economie. Dat wil zeggen actief bevorderen in de voorwaarden sfeer.

 

Ontwikkelingsrichting 2: Bij de aanpak goed kijken naar het leggen van relaties met aanpalende velden als economische zaken, cultuur, stadsontwikkeling, wonen, stadsmarketing, onderwijs en arbeidsmarktbeleid. In de beleidsvelden wordt actief rekening gehouden met de wensen en kansen voor de creatieve economie en werkzame beroepsgroep.

 

Ontwikkelingsrichting 3: Deze discussienotitie als startsein voor een visieontwikkeling creatieve economie te beschouwen. Onderzoek naar kansen, vraag en aanbod, mogelijkheden en strategie om de creatieve economie in Delft te faciliteren. (incl. ruimte vraag en gewenst aanbod de komende 10 jaar: kwalitatief en kwantitatief). Vraag en aanbod ook op regionaal niveau bekijken vanwege concurrerend aanbod in Rotterdam en Den Haag en vice versa. Hierbij partners binnen en buiten de stad nauw bij te betrekken. Voor de inbedding en dwarsverbanden met technostarters, awareness programma's TUD, netwerken, Delft Design, technet, Vereniging Bacinol, worden de TUD en een paar actieve bedrijven betrokken bij de uitvoering, klankbordfunctie, advisering, afstemming met een aantal lopende programma's op dit gebied. Op basis van reactie op deze discussienotitie en, uitkomsten onderzoek, de kansen, behoeften en mogelijkheden een visie opstellen voor de komende 10 jaar met acties voor de korte termijn en middenlange termijn.

 

Ontwikkelingsrichting 4: Op de korte termijn aandacht voor het huisvestingsvraagstuk voor de te verdwijnen bedrijfsverzamelgebouwen Bacinol, Mijnbouwplein en Leeuwenhoeksingel. Op de lange termijn draagt de gemeente bij aan voldoende tijdige bedrijfsvloeroppervlakte, eventueel in de vorm van een Bacinol III.