Beslispunten
:
·
Instemmen
met de overdracht van Wbb-taken van de Provincie naar de gemeente;
·
Daartoe
bijgaande brief (verzoek delegatie van taken van GS aan de gemeente) goed te
keuren en deze inclusief bijlagen ter instemming voor te leggen de aan Raad;
·
Onder
voorbehoud van goedkeuring door de gemeenteraad het verzoek nu reeds in te
dienen bij Gedeputeerde Staten.
Toelichting
:
In
de Wet bodembescherming (Wbb) is geregeld dat het bevoegd gezag voor onder
andere het goedkeuren van bodemonderzoeken en -saneringsplannen ligt bij de
Provincie Zuid-Holland (PZH). Het budget voor bodemonderzoek en sanering is
enkele jaren geleden door het rijk toegevoegd aan het ISV-budget dat ook door
de provincie verdeeld wordt.
Voorafgaand en tijdens de eerste ISV periode (2000 t/m 2004) zijn 30 grotere
gemeente aangewezen als rechtstreekse ISV-gemeenten en zijn zij tegelijkertijd
bevoegd gezag i.h.k.v. de Wbb geworden. De gemeente Delft is daar niet voor
aangewezen (in tegenstelling tot bijvoorbeeld Schiedam en Leiden). Wel leefde toen al de wens om zelfstandiger
op te kunnen treden daar waar het gaat om het goedkeuren van saneringsplannen,
het zelf de regie kunnen voeren, het direct aanspreekpunt van de burger te zijn
etc., kortom om bevoegd gezag Wbb te worden.
Op
zich past de wens van bevoegd gezag worden ook in de beleidsvernieuwing bodem
(bevoegdheden op het laagst mogelijke niveau neerleggen).
In
2004 zijn daarom de eerste gesprekken met de Provincie Zuid-Holland gevoerd
over het overdragen van bevoegdheden. Hierbij is toen met name gekeken naar het
aantal beschikkingen etc. die de provincie in de gemeente Delft per jaar nam en
de tijd die hiermee gemoeid was. Omdat de provincie voor de meeste activiteiten
lagere normuren hanteert dan landelijk gebruikelijk is en de provincie geen
uren wil overdragen voor taken waarvan zij van mening is dat het de provincie
geen uren ‘scheelt’ als Delft bevoegd gezag wordt (bv opstellen bodembeleid,
wordt alleen complexer met een partij erbij) bleef er een verschil zitten in de
uren die de provincie wilde overdragen (circa 0,9 fte) en de uren die Delft
nodig denkt te hebben (circa 1,4 fte).
Daarnaast
is onderzocht welke formatie nodig is en wat het organisatieplaatje zou moeten
zijn om de Wbb-taken goed te kunnen uitvoeren. Dit komt neer op een gewenste
structurele formatie van 6 fte. (huidige formatie is circa 4 fte).
Op
het voormalige terrein van de verzinkerij Braat heeft de gemeente in het
verleden de bodem gesaneerd om de locatie geschikt te maken voor woningbouw
(Delftzicht). Deze bodemsanering is uitgevoerd met geld van het Rijk. Het
ministerie van VROM is van mening dat de gemeente financieel voordeel heeft
gehad door de bodem te saneren met rijksmiddelen en vordert daarom € 475.470,- terug van de gemeente. De gemeente
Delft moet dit geld aan de staat terugbetalen maar krijgt het bedrag weer
retour. Voorwaarde is dan wel dat het geld aan bodemsaneringdoelen besteed
wordt. Door het ministerie van VROM is op een gegeven moment geopperd dit geld
te besteden aan het verschil in formatie dat de provincie wilde overdragen en
dat Delft nodig denkt te hebben. Juridisch ligt dit echter niet heel eenvoudig
omdat het geld eigenlijk aan een bodemsaneringsproject besteed moet worden.
Overigens
was dit verschil nog groter geworden doordat de provincie eind 2005 aangaf
dermate door VROM te zijn gekort op de apparaatskosten bodem dat er aan Delft
nog maar ongeveer 0,5 fte over te dragen viel.
2006
De
discussie dreigde te verzanden vanwege onduidelijkheid wat wel en niet mogelijk
zou zijn met het geld van de claim-Braat. Ook het feit dat de Provincie
Zuid-Holland danig was gekort door het Ministerie van VROM (en daardoor minder
apparaatskosten over wilde dragen aan de gemeente Delft ) droeg daar niet
positief aan bij.
In
maart 2006 is ambtelijk overleg geweest met PZH, Bodem+ (agentschap van VROM).
Tijdens dit overleg is definitief afgesproken de claim Braat in te zetten voor
de uitvoering van bevoegd gezag taken. De gemeente Delft zou hiertoe, in
overleg met de Provincie Zuid-Holland een voorstel doen. In dit voorstel moest
ook duidelijk gemaakt worden op welke wijze de gemeente Delft een versnelling
aan zou brengen in de aanpak van bodemonderzoek en sanering in Delft.
Vervolgens
is veelvuldig overleg gevoerd met PZH. Dit heeft geleid tot een voorstel
(notitie) waarin de delegatie van de taken en het bijbehorende financiële
plaatje verder is uitgewerkt . Deze notitie ‘Delegatie bodemtaken Delft’ is
inmiddels afgerond.
Aan
het college wordt nu gevraagd door middel van bijgevoegde brief aan
Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland het officiële verzoek te doen
de Wbb bevoegd gezag taken aan de gemeente Delft te delegeren. Het college
wordt verzocht de brief, onder voorbehoud van goedkeuring door de gemeenteraad,
nu reeds te versturen zodat de delegatie van de bevoegd gezag taken afgehandeld
kan worden voor de provinciale verkiezingen (verzoek provincie).
Gedeputeerde
Staten zal vervolgens een ontwerp-delegatiebesluit aan u voorleggen. Na
goedkeuring van het ontwerp-besluit door het college van B&W (en commissie
en raad) wordt uiteindelijk het definitieve delegatiebesluit door GS
vastgesteld. Het is de bedoeling dit traject zo spoedig mogelijk, maar in ieder
geval voor de provinciale verkiezingen in maart 2007, af te ronden. De
bevoegdheden gaan dan op 1 april 2007 over naar de gemeente Delft.
De uitbetaling van de claim
vindt, na goedkeuring door de provincie Zuid-Holland en Bodem+ van het
bestedingsvoorstel zoals beschreven in bijlage B, plaats door het ministerie
van VROM via de Provincie Zuid-Holland. Het ministerie van VROM zal de het
bedrag bij de gemeente vorderen.
Over de wijze waarop de
claim Braat gefinancieerd moet worden is in oktober 2005 (met controller Wijk-
en Stadszaken en gemeentecontroller) reeds afgesproken dat dit betaalt wordt
vanuit de algemene reserve, en dat tegelijkertijd een voorziening bodemsanering
Wbb gevormd wordt.