Drie partijen, conform memo
B&W van 17 oktober 2006, zijn benaderd om de rol van eigenaar en beheerder
van Bacinol II aan de Hooikade 13 te vervullen. Zij hebben daar mondeling
positief op gereageerd. Op basis van het vastgestelde memo een
selectieprocedure opgezet. Met name sterke signalen van de huurders en het
boeken van tijdswinst zijn reden voor een nadere afweging.
De huurders, verenigd in de
Klankbordgroep Bacinol II, hebben zich
schriftelijk en mondeling (bestuurlijk gesprek) uitgesproken ten gunste
van Venta bv. Ze hebben erop aangedrongen bij de gemeente om met Venta bv. in
zee te gaan. Argumenten daarbij zijn de bekendheid van Venta als huidige
beheerder met de doelgroep en de medeopbouw van de huidige formule.
De gemeente is het Bacinol
II-traject gestart met als doel Bacinol I een vervolg te geven, de huurders en
werkgelegenheid te behouden voor de stad Delft. Aangezien dit traject juist
voor de doelgroep gestart is, dient hun voorkeur zeer serieus in overweging
genomen te worden. De huurders maken in combinatie met de beheerder een succes
van Bacinol II.
De keuze om alleen met
Venta bv in zee te gaan, zal een tijdswinst van ongeveer drie tot vier maanden
betekenen. Het verder uitwerken van de selectiecriteria, planvorming door drie
partijen en toetsing vervalt. Gezien de tijdsdruk vanuit de realisatie
Spoorzone en daarmee sloop van Bacinol I zijn deze maanden besparing welkom.
Overigens blijven de monumenten en RO-procedure de voornaamste ‘tijdsvreters’.
Het was de bedoeling dat
aan de hand van toelichtende gesprekken, Programma van Eisen en
haalbaarheidsonderzoeken de uitgenodigde partijen tot planvorming en bieding op
het pand zouden komen.
Hiertoe zou de gemeente een
"biedingsbrief" laten uitgaan naar partijen met de uitnodiging een
bod en een plan in te dienen. Zover is het echter niet gekomen. De gemeente kan
nu - met name naar aanleiding van de wens van de klankbordgroep huurders -
besluiten met één partij verder te gaan.
Naar het oordeel van
Juridische Zaken kan dit zonder dat er risico bestaat op het moeten toekennen
van schadevergoeding. Het gaat niet om een aanbesteding. Het gaat om verkoop
van een pand met een speciale bestemming. Er zijn met partijen slechts verkennende
gesprekken gevoerd.
De gemeente heeft het
voornemen bekend gemaakt een brief te sturen met het verzoek een plan in te
dienen en een bod te doen. De gemeente is op dit voornemen terug gekomen en
gaat met één partij verder. Bij de andere partijen zijn geen verwachtingen
gewekt, hooguit dat ze een kans hadden het betreffende pand te kunnen kopen,
met de daaraan verbonden voorwaarden voor exploitatie. De gemeente zou nog
aangeven wat de minimumverkoopwaarde van het pand moest zijn en in de brief
zouden nog andere verkoopvoorwaarden worden toegevoegd. Een van de
verkoopvoorwaarden zou nog kunnen zijn instemming van de klankbordgroep
huurders met de koper/exploitant.
Kortom, alle
verkoopvooorwaarden waren nog niet bekend; partijen hadden ook nog kunnen
afhaken, ze hebben nog geen kosten hoeven te maken, omdat de gemeente nog geen
aanbod gevraagd heeft. De gemeente kan wegens gewijzigde
inzichten/omstandigheden terug komen op haar voornemen en met één partij verder
gaan.
Als aanvulling hierop kan
nog een uitspraak van de Hoge Raad genoemd worden van 12 augustus 2005. De Hoge
Raad geeft hierin aan dat als maatstaf voor de beoordeling van de
schadevergoedingsplicht bij afgebroken onderhandelingen heeft te gelden dat
ieder van de onderhandelende partijen vrij is de onderhandelingen af te breken,
tenzij dit op grond van het gerechtvaardigd vertrouwen van de wederpartij in
het totstandkomen van de overeenkomst of in verband met andere omstandig- heden
van het geval onaanvaardbaar zou zijn. Daarbij dient rekening te worden
gehouden met de mate waarin en de wijze waarop de partij die de
onderhandelingen afbreekt tot het ontstaan van dat vertrouwen heeft bijgedragen
met de gerechtvaardigde belangen van deze partij. Hierbij kan ook van belang
zijn of zich in de loop van de onderhandelingen onvoorziene omstandigheden
hebben voorgedaan.
Indien er gekozen om alleen
met Venta Bv. de onderhandelingen te starten dan zal het gemeentelijk voorstel
gestart worden met minimaal de marktconforme waarde. Het mechanisme dat
partijen tegen elkaar zouden bieden vervalt. Overigens was en is de
doelstelling daarbij dat de kwaliteit van het product toeneemt. Oftewel het
voorzieningen- en exploitatieniveau voor de toekomstige huurders. De
marktconforme waarde van het onroerend goed blijft overeind en Venta bv. wordt
geacht een plan te leveren waarin hoge standaard aan voorzieningen wordt
geleverd.
Overwegende dat:
-
de nadrukkelijke wens van de huurders om alleen met Venta bv in zee te
gaan;
-
de goede ervaring met Venta bv. als huidige beheerder van Bacinol
-
de tijdswinst voor verhuizing ivm de sloop van het huidige Bacinol-pand
tbv Spoorzonerealisatie ;
-
geen juridische complicaties dreigen
-
marktwaarde van het onroerend goed behaald kan worden.
Het voorstel om de
selectieprocedure aan te passen en alleen met Venta bv de onderhandelingen te
starten.