Samenwerkingsovereenkomst
Pilot Boeren voor Natuur in de polder
van Biesland
Delfgauw, 7 maart 2007
Ondergetekenden,
Bovenstaande Partijen, onder 1 tot en
met 6, gezamenlijk te noemen “de Overheden”
Overwegingen:
dat de Overheden
gelet op hun publiekrechtelijke taakstelling belang hechten aan de deelname aan
de pilot “Boeren voor Natuur in de polder van Biesland”;
dat de
Overheden, met uitzondering van de minister van LNV, een intentieverklaring
(d.d 27 november 2003) hebben ondertekend om tot deze samenwerkingsovereenkomst
te komen;
dat de
minister van LNV het Hoogheemraadschap, de provincie, de gemeenten Delft, en Pijnacker-Nootdorp en het Stadsgewest
Haaglanden gekomen zijn tot een voorstel voor financiering van de uitvoering
van de pilot Boeren voor Natuur in de Polder van Biesland;
verklaren te zijn overeengekomen als
volgt:
Artikel 1 Doel van de overeenkomst
“Boeren voor Natuur in de polder van
Biesland”
Het doel van deze samenwerkingsovereenkomst is
bij te dragen aan:
-
het
behoud en de ontwikkeling van landbouw-, natuur-, landschappelijke- en
recreatieve waarden in de Polder van Biesland (boven- en benedenpolder) en een
deel van de Noordpolder van Delfgauw;
-
de
uitvoering van de financieringsconstructie van het project via het Nationaal Groenfonds,
zoals aangegeven in bijlage 1 (“overeenkomst projectrekening”).
Artikel
2 Begripsbepalingen
-Subsidiebegunstigde:
De uitvoerder van het Project "Boeren voor Natuur polder van
Biesland" is aan te merken als subsidiebegunstigde.
-Uitvoeringsovereenkomst:
Een nader te maken overeenkomst af te sluiten door Gedeputeerde Staten van
Zuid-Holland en de subsidiebegunstigde ter verdere uitvoering van enkele
subsidiecriteria.
Artikel 3 Financiering van de pilot
1
De hieronder genoemde bedragen zijn
vastgesteld in het bestuurlijk overleg van 5 april 2005.
2
De minister van LNV draagt bij in de
financiering tot 50% van het benodigde bedrag, met een maximum van EUR 1,2
miljoen. Deze bijdrage zal worden toegevoegd aan de ILG-begroting van de
Provincie Zuid-Holland (kenmerk DRZw.2006/3614 d.d. 26 oktober 2006) en zal
door de Provincie Zuid-Holland worden uitgekeerd;
3
De bijdrage van de Provincie Zuid
Holland in de financiering bedraagt EUR 300.000,00. Dit is exclusief de bijdrage
van de Minister van LNV als bedoeld in lid 1;
4
De bijdrage van de Gemeente Delft in de
financiering bedraagt EUR 130.000,00;
5
De bijdrage van de Gemeente
Pijnacker-Nootdorp in de financiering bedraagt EUR 150.000,00;
6
De bijdrage van het Stadsgewest Haaglanden
in de financiering bedraagt EUR 100.000,00;
7
De bijdrage van het Hoogheemraadschap
van Delfland betreft inrichtingsmaatregelendie naar het oordeel van het
Hoogheemraadschap gericht zijn op de verbetering van de waterkwaliteit, tot een
maximum van EUR 70.000,00;
8
De in de leden 4, 5 en 6 genoemde
bedragen, zullen gestort worden op de voor deze pilot te openen rekening bij
het Nationaal Groenfonds [1].
9
De bijdrage van het Hoogheemraadschap
zal voor het in lid 7 genoemde maximum op nader af te spreken wijze ter
beschikking worden gesteld.[2]
10 Het overmaken zal moeten geschieden voor het sluiten van de
uitvoeringsovereenkomst (zie artikel 6).
11 De in lid 8 genoemde rekening zal worden geopend door een door provincie te
ondertekenen overeenkomst projectrekening 'Boeren voor natuur'.
12 De door het Groenfonds te geven rentevergoeding zal eveneens gebruikt
worden om de financiering te kunnen dragen.
13 Conform artikel 1:6 lid 1 ASV Provincie Zuid-Holland heeft de Provincie de
mogelijkheid om de in lid 3 genoemde Provinciale bijdrage jaarlijks te verhogen
met de provinciale loon- en prijscompensatie.
14 Indien er sprake is van algehele vroegtijdige stopzetting van dit project zullen in ieder geval de uiteindelijk
overgebleven gelden naar rato van de eerdere gedane bijdrage worden gerestitueerd
over de betrokken overheden.
Artikel 4 Status ter beschikking te stellen middelen
1
De bedragen die bepaald zijn in artikel
3 worden via een subsidiebeschikking jaarlijks toegekend aan de in art 2
bedoelde subsidiebegunstigde, behoudens de bijdrage die in artikel 3 lid 7 is
genoemd.
2
Deze subsidiebeschikking zal jaarlijks
genomen worden door de Provincie ook namens de andere overheden.
3
Het maximale subsidiebedrag dat per
hectare per jaar gegeven mag worden is bepaald in de beschikking van de
Europese Commissie en staat ook als toetsingsvoorwaarde vermeld in de
uitvoeringsovereenkomst.
4
Om het in artikel 4 lid 2 genoemde besluit
te mogen nemen zullen overheden anders dan de provincie en de Minister van LNV
hun daarmee samenhangende bevoegdheden overdragen (in extern mandaat) aan de
Provincie. Dit extern mandaat zal gegeven worden voor de eerste subsidietoekenning
door PZH.
5
Voor de procedurele en materiële
aspecten die samenhangen met de subsidiebeschikking die in lid 2 van dit
artikel genoemd is, zijn de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de Algemene subsidie
verordening Provincie Zuid-Holland (ASV PZH) en alle (nadere) regelgeving daaromtrent
van Provinciale en Gedeputeerde Staten van de Provincie Zuid-Holland, van
toepassing.
6
De 'subsidiebegunstigde' (zie artikel
2) zal ieder jaar een subsidieaanvraag bij de provincie moeten indienen om in aanmerking te komen
voor de middelen die in deze overeenkomst bestemd zijn voor de gehele duur van het project.
Artikel 5 Raad van Advies
1
Er zal een Raad van Advies worden ingesteld
die een adviserende rol zal spelen tijdens de evaluaties van dit project.
2
Ook zal de Raad van Advies in voorkomende
situaties[3] optreden als intermediair tussen
subsidiebegunstigde en subsidieverstrekker.
3
De raad van Advies zal bestaan uit 3
leden, waarvan een lid wordt benoemd op voordracht van de aan de aan de
samenwerkingsovereenkomst deelnemende overheden met uitzondering van LNV, een
lid op voordracht van de Stichting Vrienden van Biesland en een lid op
voordracht van de subsidiebegunstigde.
Artikel 6 Uitvoeringsovereenkomst
1
De Provincie Zuid-Holland zal naast de
jaarlijks te nemen subsidiebeschikkingen een uitvoeringsoverenkomst sluiten met
de subsidiebegunstigde voor opening van de 2de subsidietranche 2007.
2
Deze uitvoeringsoveringsovereenkomst
zal in ieder geval alle nadere kwalitatieve verplichtingen bevatten ten aanzien
van alle grond die gemoeid is met dit boeren voor natuur project.
3
De bepalingen zullen ook volledig in
overeenstemming zijn met de nadere subsidieverplichtingen die gesteld worden in
de subsidiebesluiten die de Provincie zal nemen (mede namens de andere
partijen). (zie ook bijlage 1).
4
Deze uitvoeringsovereenkomst zal
hiermee voldoen aan de verplichtingen die gesteld zijn in de EU-beschikking
specifiek bepaling 17.
Artikel 7 Evaluatie van pilot “Boeren
voor Natuur in de polder van Biesland”
1
De pilot “Boeren voor Natuur in de
polder van Biesland” en de daaruit voortvloeiende resultaten zullen na elke
periode van vijf jaren worden geëvalueerd
samen met de subsidiebegunstigde. Voor de eerste maal vindt de evaluatie vijf
jaren na ondertekening van deze samenwerkingsovereenkomst plaats.
2
De evaluatie zal in ieder geval
betrekking hebben op de volgende aspecten: het landbouwdeel van het inkomen,
het werken met een gesloten kringloop, het behalen van de ecologische
doelstellingen, waterbeheer en waterkwaliteit, de onderhoudstoestand van de
landschapselementen.
3
Aan de hand van de uitkomst van de in
het eerste lid bedoelde evaluatie treden de Overheden in overleg met de subsidiebegunstigde
over de wijze van continuering van de pilot.
Artikel 8 Duur en inwerkingtreding van
de samenwerkingsovereenkomst
1
De samenwerkingsovereenkomst treedt in
werking een dag na ondertekening.
2
De samenwerkingsovereenkomst eindigt
door opzegging van de Partijen en in ieder geval bij beëindiging van de pilot
“Boeren voor Natuur in de polder van Biesland”, na besluitvorming zoals bedoeld
in art 7 lid 3 of in het geval van het vierde lid van dit artikel.
3
De samenwerkingsovereenkomst wordt
aangegaan voor een periode van 30 jaren.
4
De onderhavige overeenkomst maakt deel
uit van een zogeheten pilot. Deze pilot zal eindigen indien de bedoelde
financiële compensatie niet meer kan worden verleend als gevolg van uitputting
van de middelen die voor de onderhavige pilot zijn gereserveerd.
5
Partijen 2 t/m 6 hebben de intentie om
in het geval dat de onder 4 genoemde situatie zich voordoet te zoeken naar
aanvullende middelen.
Artikel 9 Ontbindende voorwaarden
1
Negatieve beslissingen ten aanzien van
de verdere voortgang van dit project die door de Europese Commissie worden
genomen vormen een ontbindende voorwaarde voor deze overeenkomst.
2
De resultaten van de evaluatie kunnen
een grondslag vormen voor ontbinding van deze overeenkomst tenzij zich gevallen
van overmacht voordoen.
3
Het structureel niet uitvoeren van de
verplichtingen die behoren bij de subsidiebeschikking als bedoeld in artikel 4
en de daarbij horende uitvoeringsovereenkomst kan een grondslag vormen voor
ontbinding van deze overeenkomst.
4
Deelnemende
overheden zullen in geval dat deze samenwerkingsovereenkomst voortijdig wordt
ontbonden, in alle redelijkheid en billijkheid een overgangsregeling bespreken
als tegemoetkoming in de daarmee gemoeide kosten voor de subsidiebegunstigde.
5
Deze
overgangsregeling zal wel moeten voldoen aan de in artikel 9 lid 2 beschreven
bepaling.
Artikel 10 Bijzondere bepalingen
1
De Overheden kunnen uitsluitend unaniem
besluiten tot wijziging van het bepaalde in deze samenwerkingsovereenkomst.
Herziening, wijziging of aanvulling van deze overeenkomst zullen worden
vastgelegd in een nader te sluiten wijzigingsovereenkomst.
2
De in lid 1 bedoelde
wijzigingovereenkomst moet wel blijven voldoen aan de criteria die de EU
bepaalt.
3
Indien zich naar het oordeel van één
der Overheden onvoorziene omstandigheden voordoen die van dien aard zijn dat
deze overeenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid behoort te
worden gewijzigd, zullen Overheden over de noodzaak van wijziging met elkaar in
overleg treden.
4
Geschillen voortvloeiende uit deze
overeenkomst zullen zo veel mogelijk in goed overleg met alle Overheden worden
opgelost.
5
Indien Overheden na onderling overleg
geen overeenstemming bereiken over geschillen, zullen Overheden de bemiddeling van een door Overheden geaccepteerde onafhankelijke deskundige
inschakelen.
6
Indien en voor zover de bemiddeling,
zoals in het vijfde lid van dit artikel bedoeld is, niet binnen een redelijke
termijn tot overeenstemming leidt, zullen Overheden het geschil laten
beslechten door de burgerlijke rechter te Den Haag.
7
In afwijking van hetgeen bepaald is in
de artikelen 5, 7 tot en met 10 geldt de volgende dwingende bepaling: Een
wijziging die in verband met Europese eisen wordt opgelegd moet terstond kunnen
worden doorgevoerd, ook als niet alle partijen het over deze wijziging eens
kunnen worden.
Aldus is overeengekomen in ** voud en
ondertekend te Delfgauw, 7 maart 2007
Minister van LNV, mevrouw/ de
heer (naam en functie) (handtekening)
Gemeente Delft, mevrouw
L.J Merkx/ mevrouw A.L. de Koning
Gemeente Pijnacker-Nootdorp, de heer L.C.H. Suijker
(handtekening)
Hoogheemraadschap van Delfland, de heer van den Burg
(handtekening)
Stadsgewest Haaglanden, de heer M. Houtzager
(handtekening)
Provincie Zuid-Holland de
heer L.E. van der Sar
(handtekening)
[1] Daartoe zal naast deze bestuurs(samenwerkings)overeenkomst en de
uitvoeringsovereenkomst, ook een projectrekeningovereenkomst worden aangegaan
tussen provincie Zuid-Holland en het Groenfonds met het doel om een dergelijke
rekening te kunnen openen en beheren
[2] Hierbij kan men denken aan een subsidie of een voor max. 70.000 euro aan te
leggen/uit te voeren werk.
[3] Hierbij kan men denken aan wat te doen bij overmachtsituaties die een rol
spelen bij de uit te voeren activiteiten die vereist zijn om in aanmerking te
kunnen komen voor subsidieverlening. Ook kan men denken in het geval zich een
situatie voordoet waarbij gesproken moet worden over een artikel 9 situatie.