ontwikkelconvenant
tussen
de gemeEnte Delft
en
Het hoogheemraadschap Delfland
over het opzetten
van een Warmtebedrijf
en het afnemen van warmte
door uitkoppeling van het effluent
Status: definitiefconcept Versie: 1.0 Datum: 20 juli 2007
Ondergetekenden:
1. de gemeente Delft, te dezen gevestigd aan de Martinus
Nijhofflaan te Delft, te dezen op basis van artikel 171 van de Gemeentewet
rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar burgemeester, uitvoering gevend aan de
besluiten van de gemeenteraad van … en van het college van burgemeester en
wethouders van ..…………………., hierna te noemen ‘Delft’;
en
2. het Hoogheemraadschap Delfland, te dezen gevestigd aan
de …. te Delft, te dezen op basis van …. rechtsgeldig vertegenwoordigd door
Dijkgraaf …., uitvoering gevend aan het besluit van ….., hierna te noemen
‘HHD’;
afzonderlijk, respectievelijk
gezamenlijk, ook wel te noemen ‘Partij’, respectievelijk ‘Partijen’;
overwegende:
-
dat er industriële
warmte in de regio en in de gemeente Delft onbenut in de lucht of het
oppervlaktewater verdwijnt;
-
dat deze warmte benut
kan worden voor ruimteverwarming, -koeling en verwarming van tapwater in
woningen, bedrijven en (sociale) voorzieningen in de omgeving van de
warmtebronnen;
-
dat deze benutting een
belangrijke besparing van fossiele brandstoffen oplevert en daarmee een
reductie van NOx- en CO2-uitstoot;
-
dat Delft zich daarom in
het Klimaatplan ten doel heeft gesteld een warmteleveringsysteem van
industriële bronnen naar de gebouwde omgeving te realiseren;
-
dat ook HHD het nut van
het gebruik van industriële warmte onderschrijft;
-
dat het voor het
welslagen van het initiatief om een warmteleveringsysteem te realiseren en te
exploiteren noodzakelijk is om over voldoende industrieel warmteaanbod te
kunnen beschikken en over voldoende afnemers;
-
dat Delft technisch
haalbaarheidsonderzoek heeft laten uitvoeren, op grond waarvan is geconcludeerd
dat aanleg en exploitatie van een dergelijk warmteleveringsysteem in principe
technisch en economisch haalbaar is;
-
dat Delft vervolgens
heeft geconcludeerd dat de Afvalwaterzuiveringsinstallatie Harnaschpolder
(hierna te noemen ‘AWZI’) technisch en economisch de meest gerede bron van
warmte is voor dit warmteleveringsysteem;
-
dat Partijen
uitkoppeling van het effluent hebben besproken en tot de conclusie zijn gekomen
onder bepaalde voorwaarden te willen samenwerken om te komen tot een
warmteleveringssyteem;
-
dat Partijen thans ter
voorbereiding van de besluitvorming door beide bestuursorganen en ter
voorbereiding van een mogelijk definitieve uitvoering van de plannen verdere
acties willen en moeten ontplooien;
-
dat Partijen ten aanzien
van deze acties taken en verantwoordelijkheden willen vastleggen;
-
dat Partijen hebben
besloten daartoe met elkaar een OntwikkelConvenant aan te gaan;
komen
het volgende overeen:
Artikel
1
1.
HHD is als potentiële
warmteleverancier bereid aan Delft
medewerking te verlenen ten behoeve van de noodzakelijke technische
onderzoeken naar warmte-uitkoppeling uit de AWZI en warmteterugwinning uit de
effluentstroom van de AWZI, alsmede de technische, financiële en juridische
haalbaarheid van eventuele warmtelevering vanuit de AWZI aan Delft c.q. een op
te richten Warmtebedrijf.
2.
HHD wil onder de
voorwaarde van een positieve bestuurlijke besluitvorming, indien de technische
onderzoeken tot een voor Partijen positief resultaat leiden, in principe
overgaan tot levering van warmte aan Delft c.q. het op te richten
Warmtebedrijf, mits dit voor HHD geen kosten met zich mee brengt en de levering
van warmte niet verstorend werkt of kan gaan werken op het bedrijfsproces van
de AWZI of op de samenstelling van het effluent.
3.
De kosten van de
onderzoeken, de noodzakelijke technische maatregelen, de aanleg van WOS,
leidingen en uitkoppelinginstallatie, alsmede het onderhoud en beheer van deze
installaties zijn geheel voor rekening van Delft.
4.
Indien noodzakelijk is
HHD bereid toe te staan dat het WOS (op de uitbreidingsstrook) en de benodigde
leidingen voor uitkoppeling worden aangelegd terrein van de AWZI, onder de
voorwaarde dat HHD hiervoor deugdelijk wordt gecompenseerd.
5.
Partijen komen bij het
afsluiten van een warmteleveringsovereenkomst overeen dat warmtelevering ‘om
niet’ plaats vindt. Verder wordt een vereveningsregeling overeengekomen. Dat
wil zeggen dat Partijen afspraken maken over een compensatie indien in de
toekomst aanzienlijke winsten door het Warmtebedrijf worden gerealiseerd.
Artikel 2
1.
Partijen leggen hun
respectievelijke taken, verantwoordelijkheden en afspraken ten aanzien van hun
samenwerking om uiteindelijk te komen tot levering en afname van warmte uit het
effluent van de AWZI vast in dit OntwikkelConvenant.
2.
De acties, handelende
partijen, werkwijzen, planning en organisatiestructuur die moeten leiden tot
daadwerkelijke levering en afname van warmte uit het effluent van de AWZI staan
beschreven in het Plan van Aanpak dat als Bijlage 1 bij dit OntwikkelConvenant
is gevoegd.
Artikel 3
Alle
acties die tijdens de uitvoering van het OntwikkelConvenant worden uitgevoerd,
zijn voorbereidende handelingen. Definitieve besluitvorming door Partijen vindt
plaats door de respectievelijke bestuursorganen, op basis van het businessplan
en alle reeds opgestelde documenten en overeenkomsten, die worden opgesteld
gedurende de uitvoering van de betreffende delen van het Plan van Aanpak.
Indien
definitieve besluitvorming door het bestuursorgaan van Delft negatief uitvalt,
vergoedt Delft alle voorbereidende kosten gemaakt door HHD die redelijkerwijs
niet ten laste van HHD behoren te komen/blijven. De voorbereidende
werkzaamheden die HHD uitvoert/laat uitvoeren zijn vastgelegd in het Plan van
Aanpak, worden vooraf in de werkgroep Warmtebedrijf Delft-HHD besproken en
worden aldaar geaccordeerd.
Artikel
4
1.
De inhoud van het Plan
van Aanpak wordt regelmatig geüpdate op basis van de gemaakte afspraken en
voorzien van een nieuwe datum en versienummer.
2.
Het geüpdate Plan van
Aanpak wordt door Partijen goedgekeurd.
Artikel
5
1.
Partijen trachten zoveel
mogelijk de in het Plan van Aanpak genoemde acties binnen de in het Plan van
aanpak genoemde termijnen te realiseren.
2.
Indien een van de
Partijen door onvoorziene omstandigheden niet in staat is de gemaakte afspraken
of de overeengekomen planning na te komen, stelt hij de andere Partij daarvan
zo spoedig mogelijk op de hoogte en stelt hij vervolgens alles in het werk de
vertraging zo veel mogelijk te beperken.
Artikel
6
Het
Plan van Aanpak maakt integraal onderdeel uit van dit OntwikkelConvenant.
Overeengekomen,
in viervoud opgesteld en ondertekend te Delft, op
..,
.., 2007 ..,
.., 2007
Delft HHD
namens
deze namens
deze