Fluiten voor een cent….

(vrij naar de nota ‘Kultuur en het fluitje van een cent’ van de Delftse Culturele Gemeenschap, voormalige adviescommissie voor de gemeenteraad)

GEMEENTERAADSFRACTIE DELFT

Postbus 78, 2600 ME Delft, tel. 015 260 25 37

Bezoekadres: Stadhuis (achteringang), Markt, Delft

1.

Inleiding

Gedateerd 2007.05.02 is een eerste versie van de notitie onder de noemer ‘Aandachtspunten voor een nieuw subsidiegebouw in Delft’ ter discussie aangeboden aan de gemeenteraad van Delft.

Delft werkt aan een nieuwe Cultuurvisie. De gemeenteraad zal met deze Cultuurvisie als uitgangspunt tot prioriteiten moeten komen voor gemeentelijke financiële ondersteuning. Delft evalueert en onderzoekt de subsidietoewijzing. De Rekenkamer heeft de resultaten van haar onderzoek aangeboden en de gemeentelijke accountant bemoeit zich ook met de subsidiesystematiek. Alle reden om als raad de huidige subsidietoewijzing grondig door te nemen en zo nodig bij te stellen.

Een werkgroep van de VVD heeft zich gebogen over de vele onderdelen die vanuit het culturele veld bij de uitwerking van een doorzichtig en goed functionerend subsidiebeleid aan de orde (moeten) komen. De VVD-fractie heeft de aandachtspunten overgenomen en heeft de betrokkenen bij het cultuurbeleid in Delft deze notitie aangeboden voor reacties.

Inmiddels hebben bedoelde reacties geleid tot enige aanpassingen. De aangepaste notitie wordt nu ter behandeling aangeboden aan de Gemeenteraad. Het is de bedoeling dat ‘Fluiten voor een cent’ wordt betrokken bij de uitwerking van de Cultuurvisie en de daarbij behorende beleidsonderdelen. Het verzoek is de notitie samen met de Cultuurvisie in een vergadering van de commissie Economie, Milieu, Cultuur en Recreatie (EMCR) voor behandeling te agenderen.

Delft, 2007.08.26

Wil Steffen,

voorzitter gemeenteraadsfractie VVD Delft

2.

Wat is er?

Delft kent op dit moment een veelheid aan subsidiemogelijkheden in de kunst-, cultuur-, activiteiten- en evenementensector. Er zijn zoveel mogelijkheden dat het wijs is na te denken over hoe al deze subsidiestromen te uniformeren. Ook kan worden ingespeeld op de roep om duidelijkheid, openbaarheid en inzichtelijkheid.

Nu kennen we een beleid waarin te veel subsidiebedragen te laat en te ad-hoc worden toegewezen. De praktijk is dat het merendeel van de organisaties wel vroegtijdig plant, maar te lang in het ongewisse blijft over het al dan niet afkomen van subsidie. Vaak komt de subsidietoewijzing pas op het moment dat de voorbereidingen al lang in gang gezet zijn. De risicodragende activiteiten komen hierdoor in gevaar.

In wezen ontbreekt regie of coördinatie. Ondersteuning bij het organiseren en het verkrijgen van sponsorgelden valt hieronder. Kadertraining gebeurt niet of nauwelijks..

Als laatste ontbreekt duidelijkheid over welke kosten niet voor subsidie in aanmerking komen (denk hierbij aan verenigingskosten, oprichtingskosten, activiteiten die al door het buurt- en wijkwerk worden gesubsidieerd of daar heel duidelijk onder vallen).

Wat is nodig?

Goede inventarisatie van welke gelden waar beschikbaar zijn. Hierbij moet ook

worden gedacht aan gelden t.b.v. communicatie, promotie, toevallig geld, e.d.

Beleidsmatige herverdeling van beschikbare (subsidie-)gelden met als aandachtspunten:

- prioriteitstelling keuzes n.a.v. de cultuurvisie, waarbij alle cultuurbeleidsvelden worden bestreken;

- planning om te voorkomen dat teveel (gelijksoortige) activiteiten geconcentreerd in tijd plaatsvinden;

. uitgangspunt hierbij: er is altijd iets met Kerstmis, Pasen, Koninginnedag/mei-

herdenking, in de zomermaanden (denk aan de toeristen) …. ;

. houdt ook rekening met belangrijke sportgebeurtenissen e.d. op tv;

. duidelijkheid over binnen de planning te verkrijgen subsidies en waar subsidiering ophoudt;

Komen tot netwerkorganisaties (stimuleren) voor de diverse beleidsonderdelen, die

als aanspreekpunt voor de gemeente kunnen dienen en gevraagd en/of ongevraagd

het college van B&W en/of gemeenteraad kunnen adviseren:

. hierbij alle kunstdisciplines betrekken (een plaats in de organisatie geven);

. hierbij inspelen op visies, wensen en gedachten vanuit de samenleving.

Wat kennen we op dit moment onder meer?

• Subsidies voor de grote instellingen (VAK, DOK, Theater de Veste, musea enz.);
• subsidies voor amateurkunstinstellingen, zowel structureel als op projectbasis;
• subsidies voor eenmalige projecten en activiteiten;
• subsidies voor culturele evenementen (A en B-evenementen, de A-evenementen verdeeld in grote en kleine evenementen [andere titels bedenken]);
• bijdragen uit o.m. de afdeling communicatie en/of stadsmarketing;
• bijdragen uit andere geldstromen binnen de gemeente;

3.

• incidentele financiën voor grote projecten die de politiek graag ziet (denk aan VOC 2002, herdenking 60 jaar bevrijding en viering 25 jaar regeringsjubileum Koningin Beatrix);
• financiële bijdragen aan grote projecten (denk aan Lijm en Cultuur, Evenemententerrein enz.).

Wat zijn de problemen op dit moment?

• Geen eenduidigheid in de subsidieverlening;
• geen duidelijkheid over welke regels gelden voor welke subsidie (moet je voor een éénmalige bijdrage dezelfde eisen stellen als voor een subsidie van € 50.000,00?);
• te veel verschillende subsidiestromen, waardoor organisaties (met name de kleinere) door de bomen het bos niet meer zien staan en er te veel mogelijkheden zijn om geld te krijgen uit middelen behorend bij diverse beleidsonderdelen;
• geen overzicht van subsidiestromen voor politiek en publiek;
• onduidelijkheid over welke criteria worden toegepast;
• het ontbreken van duidelijke termijnen voor indienen van aanvragen en afrekeningen;
• het ontbreken van handhaving van deze termijnen.

Hoe op te lossen?

• Bepalen hoeveel geld de gemeente uit wil geven aan de diverse kunst- en cultuuruitingen met inbegrip van communicatie;
• bepalen aan welke aandachtsvelden de gemeente subsidie ter beschikking wil stellen; hierbij valt te denken aan:
• structurele subsidie grote instellingen (afgestemd op de bedrijfsplannen);
• subsidies t.b.v. (alle categorieën) professionele kunstenaars en opdrachten;
• subsidies t.b.v. aanstormende talenten (ondersteuning doorstroming vakopleidingen);
• structurele subsidie (amateur)kunstorganisaties;
• incidentele of projectsubsidie (amateur)kunstorganisaties;
• subsidies voor jaarlijks terugkerende evenementen (Koninginnedag, dodenherdenking, bevrijdingsdag, intocht Sint Nicolaas, e.d.);
• subsidies voor evenementen die promotioneel interessant zijn (Mooi Weer Spelen, Delft Chamber Music Festival, Lichtjesavond, Taptoe, Open Monumentendag, muzikaal evenement/Streetparade, historisch evenement, Varend Corso/nautisch evenement, Bluesfestival, Sieraad en Design, Contour, keramiekevenement);
• subsidies voor evenementen hoofdzakelijk bestemd voor de eigen bevolking, zowel voor jong als oud (Westerpop, grachtenconcerten, Nyama wereldculturenfestival, Jazzfestival);
• subsidies voor evenementen van (met name) amateurkunstverenigingen en aankomende professionele kunstenaars (Burgerzaalconcerten, Open Monumentendagoptredens, eigen activiteiten amateurkunstgroepen , scratch);
• subsidies t.b.v. stimulering nieuwe initiatieven/themajaar en zaken die niet in één van bovenstaande categorieën vallen;
• extra subsidies bij samenwerking door diverse verenigingen, instellingen of kunstdisciplines;

4.

• bepalen welk bedrag beschikbaar is voor algemene kosten van bijvoorbeeld vergunningverlening, huur vuilbakken en verwerking vuil, toiletten, handhaving, Rode Kruis, publiciteit, onderzoek enz. (naast het cultuurbudget);

• komen tot toekenning van vierjaarssubsidie voor (meer) verenigingen/instellingen, waardoor vroegtijdiger gepland kan worden, zodat een breder en interessanter aanbod kan worden verkregen; spreiding gebeurt aan de hand van de jaarplanning (of meerjaarsplanning); te vergelijken valt het Onderwijsbeleidsplan; te denken valt aan toewijzing van subsidie per vier jaar met vrijheid van gebruik voor de uit te voeren projecten binnen de termijn van vier jaar; hierdoor kan worden gekozen voor b.v. één groot project en drie kleinere; deze toekenning a.d.h.v. een brede discussie halverwege een raadsperiode;

• het mogelijk houden van tussentijdse subsidieaanvragen door amateurkunstorganisaties en (evenementen-)organisatoren, bij voorkeur afgestemd op een jaarplanning (b.v. niet drie gesubsidieerde kerstconcerten in één week); (financiële) ruimte houden voor (deze) ad-hoc-aanvragen;
• bepalen van criteria voor het verkrijgen van waarderingssubsidies ter afdekking van grote(re) risico’s met na afloop een gedegen evaluatie en beoordeling van de financiën (hierdoor en door de vroegtijdige zekerheid over de subsidie kunnen belangrijke uitvoerenden worden aangetrokken; hierdoor wordt een interessantere voorstelling verzorgd en wordt meer publiek bereikt; wellicht leidt dit tot meer interesse en wellicht tot lidmaatschap van een vereniging; uiteindelijk zal door de hogere recette de naar verhouding hogere subsidie niet nodig zijn, of niet meer nodig zijn dan nu);
• bepalen van criteria voor het verkrijgen van waarderingssubsidie ter stimulering, waarbij te denken valt aan stimulering van kwaliteit, meerwaarde voor en inpassing in de stad, (multi-disciplinaire) samenwerking, inpassing educatieve onderdelen en bevordering buurt- en wijkgebonden activiteiten, waarbij niet alle voornoemde stimuleringsmaatregelen uit financiële middelen voor kunst en cultuur hoeven te komen (hierbij kan ook worden gedacht aan onderwijs, wijkwerk, integratieactiviteiten, e.d.);

• inrichting van een centraal coördinatiepunt (gemeentelijk of anderszins); de hier aanwezige coördinator ondersteunt bij jaarplanning, aanvraag vergunningen, publiciteit, coördinatie algemeen, sponsor- en fondswerving, betrekken Europese en Rijkssubsidies, kadertraining enz.; hierbij verenigingen/instellingen ook zelf betrekken, omdat samenwerking met het veld kwaliteitsbevorderend werkt;
• stimuleren van het tot stand komen van netwerkorganisaties voor alle cultuurdisciplines met als doel bevordering van samenwerking, overdracht van informatie, advisering van college en gemeenteraad, belangenbehartiging, e.d., bestaande uit o.m. de amateurkunstgroepen (zang, dans, muziek, toneel, pop, dichtkunst, fotografie enz.), uitvoerende en scheppende kunstenaars uit Delft, evenementenorganisaties en organisatoren en bij voorkeur ook de culturele instellingen;
• inrichting van een virtueel depot voor decors, kleding, technische apparatuur, podia enz. (vergelijk Marktplaats.nl / Link via de gemeentelijke site) voor onderlinge leen/huur van (hulp-)middelen, zoals decors, kleding, technische apparatuur, podia e.d. die in eigendom zijn bij de verenigingen/instellingen; de coördinator kan hierbij behulpzaam zijn.

5.

Wat doet de gemeente?

De rol van de gemeente moet duidelijk worden uitgewerkt; hierbij is vast uitgangspunt: de gemeente voert niet uit, de gemeente faciliteert en stimuleert slechts; aandachtspunten zijn:

• voorwaardenscheppende rol financieel;
• voorwaardenscheppende rol via coördinatie en ondersteuning (coördinatiepunt, virtueel depot);
• initiërende rol daar waar in de jaarplanning een gat valt; hierbij worden coördinatiepunt en – indien aanwezig - netwerkorganisaties betrokken; dit betreft geen inkoop, maar is bedoeld als afstemming.

De besluitvorming door de gemeenteraad en de mandatering aan college van B&W (vergelijk het Onderwijsbeleidsplan) wordt uitgewerkt; bij instellen van een (zoveel mogelijk) vierjaarlijkse toewijzing is een gelijke behandeling als bij het OBP van kracht en de toewijzing van subsidies gemandateerd aan het college. Hieraan voorafgaand werken coördinatiepunt en aanwezige netwerkorganisaties een concept-voorstel op ter advisering van het college.

Eens per vier jaar wordt een nieuwe cultuurvisie met prioriteitstellingen verzorgd. Hierbij wordt de voorgaande vierjaarlijkse periode geëvalueerd.