Op verzoek van de raad is
het terrasbotenbeleid 2004-2006 geëvalueerd. In het maart 2007 is deze
evaluatie besproken in de commissie EMCR. Hierin werd duidelijk dat de
commissie op korte termijn een uitbreiding van het aantal terrasboten wenste.
Het college heeft toen aangegeven dat zij op korte termijn slechts invulling
kan geven aan een tijdelijke wijziging van het terrasbotenbeleid. In de
tweede helft van 2007 zou nieuw structureel beleid ontwikkeld worden waarin ook
een beperkte uitbreiding van het aantal locaties centraal het uitgangspunt is.
De commissie heeft zich kunnen vinden in deze procedure.
Vervolgens is het beleid in
april ‘07 voor seizoen 2007 aangepast en de ligplaatsenkaart op 15 mei jl..
Beiden zijn bevoegdheden van het college, resp. op grond van art. 28 en 30 van
de Verordening openbaar gemeentewater Delft (VOGD). De aanpassing van de
ligplaatsenkaart is gedaan nadat duidelijk was geworden welke ondernemers
geïnteresseerd waren, voldeden aan het nieuwe tijdelijke beleidskader en hoe
overige belanghebbenden tegen de voorgenomen uitbreiding aankeken. Uiteindelijk
heeft de gemeente voor 4 extra terrasbootlocaties ontheffing afgegeven voor het
seizoen 2007.
In
overleg met de portefeuillehouder is vervolgens afgesproken om op hoofdlijnen 2
opties uit te werken waarmee richting gegeven wordt aan de structurele
wijziging van het terrasbotenbeleid. Op grond van haar
bevoegdheden kiest het college voor één van deze opties en legt deze keuze
vervolgens ter meningsvorming voor aan de commissie EMCR.
In
deze notitie wordt eerst de tijdelijke wijziging voor het seizoen 2007 kort
samengevat, daarna de opties beschreven en een voorstel aan het college gedaan.
Sinds 2004 bestaat het beleidskader voor het
terrasbotenbeleid uit 8 criteria. Deze criteria waarborgen zowel in de
veiligheid op het water (3 criteria), de beeldkwaliteit van de binnenstedelijke
grachten (2 criteria) en een aantal praktische zaken (3 criteria).
Bij de tijdelijke wijziging voor het seizoen 2007 is
uitgegaan van de grachtvakken[1]
waarin al terrasboten afgemeerd werden. Vervolgens is één van de criteria die
betrekking had op de beeldkwaliteit van de grachten gewijzigd. In plaats van 1
boot per grachtvak is het voor het seizoen 2007 gewerkt met 2 boten per
grachtvak. Hierdoor ontstond in 10 van de 11 grachtvakken met een terrasboot (1
grachtvak heeft van oudsher al twee
terrasboten) ruimte voor één extra boot. Van de 27 horecaondernemers die
aan deze 10 grachtvakken gehuisvest zijn, hebben 6 een aanvraag ingediend voor
een ontheffing. Hiervan voldeden 4 locaties aan de criteria en voorschriften.
Eén van de tijdelijke ontheffingshouders voor een
terrasboot heeft kort na het verlenen van de ontheffing aangegeven geen gebruik
te maken van de ontheffing. Volgens zijn inschatting zou hij de kosten niet in
één seizoen kunnen terugverdienen. Hij benadrukte echter dat hij bij een
structurele ontheffing wel de genoemde kosten had willen maken en graag voor
het seizoen 2008 en volgend wederom een aanvraag wil indienen.
Aangezien invulling is gegeven aan de wens van de
commissie om op korte termijn tot een uitbreiding van het aantal locaties te
komen, heeft bij deze tijdelijke beleidswijziging geen toetsing van het
Hoogheemraadschap plaatsgevonden op de nieuwe locaties en is besloten het
advies van de Welstandscommissie, over het uiterlijk van de boot, na plaatsing
van de terrasboot aan te vragen (dit na onderling overleg met Welstand).
In overleg met de portefeuillehouder zijn twee
opties op hoofdlijnen uitgewerkt zodat het college richtinggevende keuze kan
maken voor het ontwikkelen van nieuw structurele beleid.
Uitgangspunt bij elk van de opties is wederom een
evt. uitbreiding van het aantal locaties binnen de huidige grachtvakken (om
invulling te geven aan de gewenste beperkte uitbreiding van het aantal
locaties).
De wijziging die in 2007 heeft plaatsgevonden, wordt
nu structureel doorgevoerd in het beleidskader. Dit betekent dat er in plaats
van 1 terrasboot per grachtvak, 2 terrasboten per grachtvak toegestaan zijn.
Theoretisch zou een uitbreiding van maximaal 10 boten mogelijk zijn, echter als
rekening wordt gehouden met de aanwezige watergevels - een uitsluitend
criterium - valt één grachtvak af (Wijnhaven). Hierdoor is de uitbreiding
maximaal 9 locaties t.o.v. de situatie zoals die in 2006 was (12 locaties).
De wijziging die in 2007
heeft plaatsgevonden, wordt nu structureel doorgevoerd in het beleidskader, met
een additionele beperkende voorwaarde dat geen extra parkeerplaatsen (tijdelijk
/ in het terrasbotenseizoen) opgeheven mogen worden. Dit betekent dat een
tweede terrasbootlocatie kan worden toegevoegd aan de ligplaatsenkaart als het
op- en afstappen kan zonder een parkeerplaats op te heffen (en aan de andere
criteria voldoet). Diverse belanghebbenden hebben bij de wijziging van het
terrasbotenbeleid voor het seizoen 2007 aangegeven dat zij het (tijdelijke)
verlies van parkeerplaatsen een groot nadeel vonden van de uitbreiding. Ook bij
de bespreking in de commissie EMCR is dit een punt van aandacht geweest.
Van de 9 grachtvakken waar
uitbreiding mogelijk is (het grachtvak met uitsluitend watergevel niet in
beschouwing genomen) geeft dit het volgende beeld:
·
6
grachtvakken hebben parkeerplaatsen aan beide kades
·
2
grachtvakken hebben op één kade parkeerplaatsen
·
1
grachtvak heeft geen parkeerplaatsen op de kade
Opgemerkt moet worden dat in
deze optie niet ‘automatisch’ 6 grachtvakken afvallen (omdat aan beide kades
parkeerplaatsen liggen) en de uitbreiding daardoor maximaal 3 grachtvakken
betreft. Afhankelijk van de specifieke afmeerlocatie moet vastgesteld worden of
het tijdelijk opheffen van een parkeerplaats noodzakelijk is. Het is echter wel
waarschijnlijk dat een extra beperkende werking uitgaat van het in beschouwing
nemen van (tijdelijk) parkeerplaatsenverlies.
Ter indicatie: 2 van de 4
extra locaties van seizoen 2007 krijgen in deze optie mogelijk geen ontheffing
omdat ze voor het op- en afstappen een parkeerplaats nodig hebben. In alle
communicatie (mondeling en schriftelijk) aan de geïnteresseerde ondernemers
voor een terrasbootontheffing seizoen 2007 is echter herhaaldelijk benadrukt
dat aan de tijdelijke ontheffing voor seizoen 2007 geen rechten kunnen
worden ontleend voor de seizoenen 2008 en verder.
Voorstel
Het college van B&W
kiest voor optie 2 - op grond van haar bevoegdheid in artikel 28 van de VOGD -
omdat het in deze optie waarschijnlijker is dat het aantal extra terrasboten
beperkt is. Hiermee speelt het college van B&W in op de geuite wensen bij
de voorbereiding van de tijdelijke wijziging van het terrasbotenbeleid in het
voorjaar van 2007 is de behoefte van een beperkte uitbreiding manifest
geworden, zowel in de gemeenteraad en als onder belanghebbenden in de binnenstad.
Deze notitie zal in
aangepaste vorm worden voorgelegd aan de commissie EMCR.