Inleiding
Dit memo is opgesteld naar aanleiding van de
discussie in de commissie EMCR dd 18 oktober 2007 over de vraag welk orgaan
bevoegd is de voorzitter van de evenementencommissie te benoemen; de
gemeenteraad of het College van B en W.
Hierover
is onduidelijkheid ontstaan omdat op het RIS onder het kopje Verordeningen Raad
drie versies van de Uitvoeringsregeling Activiteitensubsidie Stedelijke
Evenementen staan; onder de A, de E en de U. In de versies onder de A en de E
staat dat de raad de bevoegdheid heeft de voorzitter van de evenementencommissie te
benoemen/ontslaan, in de versie onder de U staat dat het college die bevoegdheid heeft.
Om
de onduidelijkheid weg te nemen is nagegaan welke stappen in de besluitvorming
zijn gezet ten aanzien van de Uitvoeringsregeling Activiteitensubsidie
Stedelijke Evenementen.
Bovenstaande
betekent dat de versie onder de “U” de juiste versie is en dat het benoemen van
de voorzitter en de leden van de evenementencommissie een bevoegdheid van
het college is. De foutieve versies zullen van het RIS worden verwijderd.
De Uitvoeringsregeling Activiteitensubsidie
Stedelijke Evenementen is op basis van artikel 149 Gemeentewet door de raad
vastgesteld. Het betreft derhalve een verordening. Op basis van het zelfde
artikel is alleen de gemeenteraad bevoegd een verordening vast te stellen, in
te trekken of te wijzigen. Alleen het orgaan dat een bepaalde regeling
vaststelt, kan deze wijzigen. Het college van B en W is hiertoe niet bevoegd en
kan de raad hiertoe hoogstens een voorstel doen. Het is aan het college van B
en W om door de raad vastgestelde verordeningen uit te voeren. Het is in dit
kader minder relevant welk orgaan de evenementencommissie concreet benoemd.
Dat betekent dat het college niet eigenstandig een
(deel van de) verordening al dan niet tijdelijk buiten werking kan stellen. Te
allen tijde dient de raad hiervoor toestemming te worden gevraagd. Een
dergelijke beslissing vergt derhalve een raadsbesluit. Een mededeling,
mondeling zoals in de vergadering van de commissie EMCR dd 7 juni of een
collegebesluit ter kennisname zoals in de vergadering van de commissie EMCR dd
3 juli 2007, volstaat in dezen niet.
Feitelijke situatie
Feitelijk bestaat (zeker ook voor derden) de
verordening Uitvoeringsregeling Activiteitensubsidie Stedelijke Evenementen nog
in zijn geheel, maar zijn er door het college geen leden van de
evenementencommissie (her)benoemd. De raad heeft de verordening ná 1 juni 2007
niet meer gewijzigd. De verordening is dus nog onverkort van kracht. Aanvragers
van een subsidie gaan er (terecht) van uit dat deze via de weg van de
verordening Uitvoeringsregeling Activiteitensubsidie Stedelijke Evenementen
wordt beoordeeld. Dit is relevant voor de rechtszekerheid en de juridische
houdbaarheid van besluiten in het kader van deze verordening.
Mogelijke vervolgstappen
De raad kan thans twee wegen inslaan:
1.
Het
college opdragen alsnog een evenementencommissie te benoemen.
2.
Het
college opdragen een voorstel aan de raad te doen om de status-quo te formaliseren,
waardoor de raad besluit een gedeelte van de verordening buiten werking te
stellen.
Reglement Klachtencommissie Woonruimteverdeling
Enigszins kan een parallel worden gemaakt met het
reglement Klachtencommissie woonruimteverdeling. Dit reglement is door de raad
vastgesteld als verordening. Bij besluit van 28 augustus 2007 deelt het college
de raad mede (via de commissie WIJZO van 9 oktober 2007) dat de afdoening van
klachten via een andere weg zal geschieden dan de verordening voorschrijft.
Hoewel hier, objectief gezien, enige sprake is van een soort van “overmacht”
had ook in dit geval het college de raad expliciet moeten voorleggen de huidige
verordening in te trekken en een andere regeling vast te stellen. Ook hier
volstaat een eenzijdige actie van het college niet. Zie voorts de aantekening
van de griffier op het begeleidingsformulier.
In het raadsvoorstel dd 15 mei 2006 (waaruit het
raadsbesluit dd 1 juni 2006 vloeide de verordening Uitvoeringsregeling
Activiteitensubsidie Stedelijke Evenementen aan te passen) werd het reglement
Klachtencommissie woonruimteverdeling wel genoemd om in het kader van de
dualisering te wijzigen. Uiteindelijk heeft de raad hierover geen besluit
genomen en is ook deze verordening onverkort van kracht. Ook hier speelt onder
meer het rechtszekerheidbeginsel voor derden.
EMG