In de Programmabegroting is opgenomen dat er een
cultuurvisie moet komen in de huidige bestuursperiode. In de zomer van 2006
zijn de eerste verkennende gesprekken gevoerd met de sector en is door de
wethouder met alle raadsfracties gesproken. Thans ligt een conceptvisie voor
met als titel ‘Delft meer dan Blauw”, de Langetermijnvisie Cultuur 2017.
De speerpunten van de Lange Termijnvisie “Delft
meer dan Blauw” zijn voortgekomen uit:
·
gesprekken van de wethouder Cultuur mevrouw Lian
Merkx met alle raadsfracties, cultuur- en onderwijsinstellingen, aan het begin
van het proces in mei/juni 2006,
·
debatten en bijeenkomsten die op uitnodiging van de
wethouder Cultuur door de stad zijn georganiseerd op 28 maart, 10 april, 17
april 2007,
·
een Cultureel Manifest “De kracht van Delft” van de
vier grote cultuurinstellingen Theater de Veste, de Mediatheek:
bibliotheek/kunstuitleen/discotheek (DOK), Erfgoed Delft en Omstreken, het
Centrum voor de Kunsten (VAK),
·
een door Bureau ABF-research uitgezette enquête
onder cultuurbeoefenaars, en een document “Voorstellen voor de Cultuurvisie van
Delft” als neerslag van die enquête en debatten, op uitnodiging van de Nieuwe
Amateur, Lijm & Cultuur en enkele leden van de Cultuurkring,
·
gesprekken met de decanen van de Faculteiten
Industrieel Ontwerpen, Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische
Materiaalwetenschappen, Bouwkunde, het hoofd van het Sport- en Cultuurcentrum
en de teamleider Interne Communicatie van de TU Delft
·
een zeventigtal individuele gesprekken met de woordvoerders
cultuur van de fracties, stakeholders in het culturele veld, Monumentenzorg, en
professionals,
Het College van Burgemeester & Wethouders wordt
voorgesteld om, na instemming met deze
Langetermijnvisie en vaststelling door de Raad, met de stad en alle partners te
bespreken en uit te werken hoe deze ambities waar te maken.
1.
Samenvatting
1.1.Sterkte-zwakte analyse
In “Delft meer dan Blauw”, de Langetermijnvisie
Cultuur 2017, zijn drie speerpunten
geformuleerd om met de stad invulling aan te geven: cultureel erfgoed,
creatieve industrie en aandeelhouderschap. Het begrip “creatieve industrie”
voor het eerst door het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen in
1997 gehanteerd, omvat de kunsten (beeldende kunst, podiumkunsten en literatuur),
de media en entertainmentindustrie zoals film, musicals, popconcerten, dance
festivals, en popconcerten, en de creatieve en zakelijke dienstverleners zoals
ruimtelijke en grafische vormgeving, webdesigners, architecten,
stedenbouwkundigen, mode, fotografie, reclame en communicatie. Er bestaat een
sterke wisselwerking tussen de drie domeinen en als zodanig is het van belang
deze terreinen in hun onderlinge samenhang te laten zien, te stimuleren en waar
nodig te faciliteren.
In het licht van de formulering van een visie voor
de komende tien jaar staat de stad voor een belangrijke keuze die bepalend is
voor de culturele toekomst van Delft: continueren en consolideren van de
bestaande situatie, of substantieel
inzetten op vernieuwing en daarbij gebruik maken van de kwaliteiten die Delft
zelf in huis heeft. Het consolideren van de bestaande situatie is voor ons geen
optie.
Bij de te maken keuze is de sterkte en
zwakteanalyse van de stad leidraad, gemaakt op basis van een zeventigtal
interviews met deskundigen.
De belangrijkste sterke punten van de stad zijn het
rijke culturele erfgoed, het potentieel aan hoger opgeleiden en het creatieve
potentieel van de TU Delft.
Als zwakke punten zijn de belangrijkste
constateringen dat een koppeling ontbreekt tussen het erfgoed en de culturele
sector en tussen de culturele sector en de creatieve industrie, en dat de
creatieve industrie geen verbinding heeft met de kenniseconomie. Als
overkoepelend punt geldt dat op cultureel gebied de strategische positie van de
stad niet is gedefinieerd.
De titel “Delft meer dan Blauw”verwijst naar de
toekomstige ontwikkeling van de stad die verder reikt dan het cultureel
erfgoed: het blauw van Vermeer en het Delfts Blauw, maar geeft tegelijkertijd
aan dat Delft alles in huis heeft om op cultureel gebied méér dan blauw, ofwel
blauwer dan blauw te worden.
In het licht van de sterkte en zwakte analyse
betekent continueren en consolideren
dat de stad op termijn positie verliest:
o
dat wil zeggen de stad Delft houdt twee, zo niet
drie gezichten: de wereld van de oude historische binnenstad, de wereld van de
TU Delft, en de woonwijken buiten het centrum. De oude en de nieuwe stad staan
op zichzelf. Het zwaartepunt van het kunst- en cultuurbeleid ligt op de
breedte, het toptalent en de topkunst blijven verboden vruchten. Dit zijn niet
alleen beelden van buitenaf maar het is ook voor een belangrijk deel de
beleving van de mensen die in Delft wonen en werken.
Vernieuwen
en accelereren betekent het
verbinden van de sterke punten van de stad:
o
dat wil zeggen, benutten van het aanwezige
creatieve potentieel aan topkwaliteit
en betrokkenheid in de stad met het oog op het definiëren en neerzetten
van een sterk creatief keurmerk waarmee Delft zich landelijk en internationaal
profileert.
Voorgesteld wordt de komende tien jaar te benutten
om de strategische positie van Delft in de Randstad te versterken en te kiezen
voor vernieuwen en accelereren.
Voor dit scenario hoeven geen huzarenstukjes te
worden uitgehaald.
Het unieke van Delft is dat de stad alle
ingrediënten in huis heeft om in de voetsporen van zijn rolmodellen te treden
en die vernieuwing vorm te geven: een stevige enthousiaste culturele sector,
een groot potentieel aan vrijwilligers, een omvangrijk creatief vermogen bij de
TU Delft, een sterke traditie van koopmanschap en ondernemerschap, veel
bezoekers aan de stad, en een grote betrokkenheid van de inwoners bij hun stad.
Een extra kans is dat de creatieve industrie in de
Zuidvleugel zwak is ontwikkeld en dat Delft hier zijn voordeel mee kan doen, en
op dit terrein voor Rotterdam en de Zuidvleugel veel kan betekenen.
1.2.Verbinden van kwaliteiten
Om bovenstaande te bereiken is het van belang op
twee niveaus de aanwezige kwaliteiten met elkaar te verbinden:
·
het cultureel erfgoed met de cultuursector en de
creatieve industrie
·
de creatieve industrie met de kenniseconomie in het
bijzonder de TU Delft
Voor de wijze waarop die verbindingen worden
gelegd, de manier waarop de
cultuurinstellingen, de private partijen en de bewoners, erbij betrokken zijn,
hun verantwoordelijkheid nemen, en de resultaten vorm krijgen, wordt het begrip
aandeelhouderschap gehanteerd.
Belangrijk is scherp te formuleren waar de niche
zit voor Delft waardoor de stad
zich onderscheidt van omliggende steden.
Het is een uitdaging om kunst en cultuur te
verbinden met de kenniseconomie, de ruimtelijke ontwikkeling van de stad, de
architectuur, de vormgeving, en de sociale dimensie en te laten zien waar de
eerste succesvolle verbindingen worden gelegd. De belangrijkste verandering zal
zijn dat het cultuurbeleid niet meer de zaak is van één portefeuille, of één
overheid, maar een onderwerp voor integrale bestuurlijke aanpak. In veel
gevallen betekent het de dingen anders doen, en iets anders maken van hetzelfde
geld. In specifieke gevallen gaat het om extra geld om dat andere meer gewicht
en kracht te geven. Externe partijen zal worden gevraagd mee te doen. In de
samenwerking met de TU Delft kan Delft in de wijze van besturen voorop gaan lopen. Ook hier is sprake van
een traditie die nieuw leven kan worden ingeblazen.
Het is van belang deze visie ook kenbaar te maken
aan de in de stad gevestigde bedrijven en private partners waarmee nog niet is
gesproken. Voorgesteld wordt waar nuttig en nodig samen te werken met de regio
Haaglanden, Rotterdam, Den Haag, de Randstad, het Rijk, Brussel, creatieve
steden elders in het land of in de wereld.
1.3.Speerpunten
De speerpunten die uit de keuze voor het scenario
van vernieuwen voortkomen zijn: cultureel erfgoed, creatieve industrie en
aandeelhouderschap.
·
Cultureel erfgoed
De
vooraanstaande positie van Delft op het gebied van monumenten, collecties en
geschiedenis kan beter worden getoond en benut voor de (inter) nationale
positionering van de stad, het cultuurtoerisme en de identificatie van de
inwoners met hun stad. Het erfgoed zal meer dan in het verleden de
inspiratiebron zijn van betekenisgeving van waaruit de stad verder bouwt.
·
Creatieve industrie
De
creatieve industrie is een kans die Delft niet kan laten liggen. Het College
van B&W heeft de creatieve economie vanuit de economische portefeuille al
op de agenda gezet. Een verbinding van de creatieve industrie met de
kenniseconomie opent uitdagende perspectieven voor nieuwe creaties, producties,
kunst, architectuur, vormgeving, industrieel ontwerpen, de openbare ruimte,
watersport en toerisme, en nieuwe vormen van besturen. De productie van de
creatieve sector trekt mensen aan die in die stad willen wonen en werken, en
die vervolgens belangrijk zijn voor de lokale economische ontwikkeling.
·
Aandeelhouderschap
De
sterke betrokkenheid van de inwoners van Delft bij de culturele groei van hun
stad kent een rijke traditie. Prominente kunstenaars, wetenschappers, en
industriëlen droegen in het verleden bij aan de culturele en economische
ontwikkeling van de stad. Een honderd vijftig tal amateur groepen, waarvan een
veertigtal allochtone verenigingen, zijn actief in de stad, en de
cultuureducatie in het basis- en voortgezet onderwijs is stevig geworteld.
Amateurs gaan zich verbinden met professionals en krijgen ondersteuning om hun
talenten verder te ontwikkelen. Kinderen die in Delft naar school gaan krijgen
via een doorlopende leerlijn en de Brede School een cultureel pakket aangeboden
dat hun tot trotse zelfbewuste jongeren maakt die zich met hun stad
identificeren. Alle Delftenaren worden uitgenodigd in de toekomst hun creatieve
bijdrage te leveren zodat iedereen zich emotioneel “ mede-eigenaar” gaat voelen
van de stad met zijn vele culturen. Deze rijke diversiteit gecombineerd met het
grote potentieel aan jongeren, zijn een extra stimulans om geïnspireerd door
het verleden, het nog beter te gaan doen.
1.4.Samenwerking TU Delft
Een intensieve samenwerking met de TU Delft maakt
het mogelijk van uit de drie speerpunten het creatieve keurmerk Delft tot een wereldwijd exportproduct te maken
via de programma’s “Camera Futura”, “Delft als Proeftuin” en “Democratisch
Ontwerpen”.
2.
Aandachtspunten bestuurlijk
2.1.Beleidsplan
De meeste betrokkenen zijn het er over eens dat een
groter zelforganiserend vermogen van de sector, en een integrale aanpak van het
gemeentelijk beleid, een kans zijn om de dynamiek op het terrein van kunst en
cultuur te vergroten en goede
resultaten te boeken.
De Langetermijnvisie zal worden vertaald in een 4
jarig beleidsplan waarin de speerpunten een concrete vertaling krijgen in
programma’s. In dit document wordt ook duidelijk wat de onderlinge verbanden
zijn van initiatieven en hoe de verschillende initiatieven elkaar gaan
versterken. Deelnota’s zoals bijvoorbeeld de evenementennota en de nota
stadsmarketing maken deel uit van dit beleidsplan en zullen met de uitwerking
van de programma’s een verdere vertaling krijgen.
De samenstelling van een dergelijk plan zal enkele
maanden in beslag nemen. De stad zal hier opnieuw bij worden betrokken en ook
de grote hoeveelheid aangereikte ideeën moeten beoordeeld worden op hun
consistentie en slagkracht. Het proces zal zorgvuldig worden vorm gegeven.
Recente onderzoeken van O&S over cultuurparticipatie zullen bij de
uitwerking worden betrokken.Wij willen de TU vragen hun expertise op het
terrein van bestuur en organisatie en procesmanagement in te zetten.
In het verlengde van die vertaling zal ook het
subsidiesysteem moeten worden bijgesteld. Een belangrijk deel van de ambities
zal tot stand komen via oud voor nieuw beleid. Dit vraagt een zorgvuldig proces
en goede communicatie met de stad en al de betrokken partners. Dit proces
schept ook mogelijkheden om nieuwe allianties te sluiten zodat de stad er
sterker uit kan komen.
2.2.Programma’s, heldere doelstellingen en concrete
resultaten
De drie speerpunten zullen vertaald worden in
programma’s waar per programmapunt en project doelstellingen, producten en
resultaten en een hoge ambitie wordt geformuleerd. Er worden duidelijk keuzes
gemaakt voor de eerste 4 jaar waar wel en waar niet op in te zetten. Op deze
manier kan op jaarbasis worden geëvalueerd of de doelstellingen en resultaten
zijn gehaald, en waar in het traject moet worden bijgesteld. Voor het volgen
van de beleidstrajecten zal aan O&S
gevraagd worden een monitor systeem te ontwikkelen.
Per programma zullen ook de partners worden genoemd
met wie de gemeente wil werken aan te behalen doelstellingen zoals de TU Delft, en het Fonds 1818.
Dit betekent ook dat per traject wordt gedefinieerd
wat het schaalniveau is waarop de resultaten tot stand moeten komen in
samenwerking met de regio, Rotterdam of Den Haag, het Rijk en/of internationale
partners.
2.2.Rol gemeente
De gemeentelijke rol en verantwoordelijkheid zal in
de beleidsvertaling voor de relevante trajecten helder worden gedefinieerd. We
zullen bij de uitwerking duidelijk aangeven tot hoever onze inbreng en
inspanning voor elk van de speerpunten reikt.
We zullen ook bedrijven, horecaondernemers en
woningbouwcorporaties uitnodigen en aanspreken hun bijdragen te leveren aan de
realisatie van de speerpunten van de stad.
Uit de Langetermijnvisie blijkt verder dat de
samenwerking met de TU Delft van eminent belang is. Gesproken wordt over een
aanjaagfunctie die invulling moet krijgen.
Om te laten zien dat het de stad ernst is, is het
van belang de aanjaagfunctie van de samenwerking met de TU Delft concreet
invulling te geven.
3.Vervolgtraject
3.1.Planning
De planning ziet er als volgt uit:
Bespreking
van “Delft meer dan Blauw” in Commissie EMCR september
2007
Vaststellen
van “Delft meer dan Blauw” in Raad september
2007
Benoeming task force* voor samenstelling
Beleidsplan juni 2007
Samenstellen
van een 4 jarig Beleidsplan als vertaling van visie juni 2007-februari/
maart 2008
Instemmen B&W met 4 jarig Beleidsplan april
2008
Bespreking vierjarig Beleidsplan Cie EMCR april
2008
Vaststellen beleidsplan in Raad mei 2008
* Taskforce met deskundigen van de betrokken beleidsterreinen (Vakteam Cultuur, Kennis en Economie, Vastgoedbeleid, Ruimtelijke Ordening, Architectuur, Monumentenzorg, Welzijn, Onderzoek & Statistiek) en een vertegenwoordiging van het culturele veld en partners
4.Conclusie
Delft kan zich profileren als de Proeftuin van de
TU Delft die wereldwijd de aandacht vraagt. De stad is het, gezien zijn
geschiedenis, aan zijn stand verplicht om in het voetspoor van zijn rolmodellen
te treden. Dat zijn beroemde kunstenaars, creatief ondernemers en spraakmakende
industriëlen die al in het verre verleden Delft op de kaart hebben gezet.
Door het verbinden van belangrijke domeinen, en de
kunst en cultuur integraal onderdeel te maken van de ruimtelijke ordening,
stadsontwikkeling en het vastgoedbeleid, kan Delft in de ranglijst van de Atlas
voor Gemeenten weer kan gaan stijgen, in plaats van dalen, zoals de uitgave van
2007 laat zien.
De belangrijkste boodschap van de Langetermijnvisie
is om kunst en cultuur, via het cultureel erfgoed en de kenniseconomie,
strategischer te positioneren en de creatieve industrie te stimuleren, en te
faciliteren. Dit zal een zeer positieve en inspirerende uitwerking hebben op
alle disciplines van de cultuursector. Uit landelijke onderzoeken blijkt dat
met name de podiumkunsten mensen aantrekken die graag in de stad willen wonen
en die belangrijk zijn voor de lokale economische ontwikkeling.
De aandacht voor de culturele stad in de volle
breedte kan op een vooruitstrevende manier invulling krijgen zodat alle
inwoners worden betrokken bij de ontwikkeling van de toekomst van de stad.
5.
Voorstel
U wordt voorgesteld om:
1. In te stemmen met “Delft meer dan Blauw”, de
Langetermijnvisie Cultuur 2017”. In de visie wordt voorgesteld voor de
versterking van de positie van Delft
a.
de komende periode te werken aan 3 speerpunten:
Cultureel Erfgoed, Creatieve Industrie en Aandeelhouderschap
b. Voor de strategische
positionering van de speerpunten Cultureel Erfgoed en Creatieve Industrie en de
verankering in het stedelijk beleid op 2 niveaus domeinen met elkaar te
verbinden: Het cultureel erfgoed met de cultuursector en de creatieve industrie
en de creatieve industrie met de kenniseconomie
c. “Delft meer dan Blauw” te betrekken bij het tot
stand komen van de overkoepelende Stadsvisie
2. In te stemmen met het aangaan van een sterke
samenwerking met de TU Delft voor de inhoudelijke verbinding van de creatieve
industrie en kenniseconomie. Dit op basis van de drie speerpunten en de
gezamenlijk geformuleerde programma’s:“Camera Futura”, voor het Cultureel
Erfgoed, “Delft als Proeftuin”, voor de Creatieve Industrie en “Democratisch
Ontwerpen” voor het Aandeelhouderschap.
3. In te stemmen met de volgende vertaling van de
strategische samenwerking met de TU Delft voor de komende vier jaar:
de aanjaagfunctie van deze proeftuin en de start
van een intensieve samenwerking te initiëren en vooruitlopend op de
concretisering van het beleidsplan 2009-2012 al in 2008 hieraan vorm en inhoud
te geven. De besluitvorming hierover mee te laten lopen met de besluitvorming
over de programmabegroting 2008-2011.
4. De mogelijkheden te onderzoeken van de
gemeentelijke 1% regeling voor beeldende kunst en vormgeving in de openbare
ruimte en bij het tot stand komen van het beleidsplan en de bestuurlijke
agendering met een voorstel te komen.
5. De concept cultuurvisie “Delft meer dan Blauw”
vrijgeven voor discussie in de raad.
Thea
van den Bergh
Vakteam Cultuur, kennis en economie