Deze notitie heeft tot doel:
-
Informatie bieden over de mogelijkheid voor Delft
om deel te nemen in een op te zetten Europees project m.b.t. waterbeheer;
-
Instemming verkrijgen om:
o
Hier menskracht en middelen in te voorinvesteren;
o
Dit onderwerp te gaan agenderen voor het
bestuurlijk overleg met HHR Delfland te houden in de tweede helft juli 2007 om
onder meer de rolverdeling af te spreken
-
De benodigde interne besluitvorming voor het
vervolg van dit traject te bespreken.
De kans bestaat om delen van de ontwikkeling en
uitvoering van het waterplan voor de Zuidpolder van Delfgauw (inclusief
Technopolis Business Campus) te gaan medefinancieren vanuit de deelname in een
Europees samenwerkingsproject. Hiermee kan –zoals het zich nu laat aanzien- een
EU-bijdrage worden verkregen van € 500.000-€ 800.000.
Met het HHR van Delfland zijn hierover ambtelijk
een aantal besprekingen gevoerd om de kansen te verkennen. Delfland heeft op 6
en 7 juni aan een internationale bespreking deelgenomen met potentiële partners
in een op te zetten Europees project dat zich gaat richten op de combinatie van
het probleem van wateroverlast en waterkwaliteit enerzijds en verbetering van
de leefomgeving (belevingswaarde en aantrekkelijkheid) anderzijds. Daaruit komt
naar voren dat Delft en Delfland in beginsel welkom zijn als partners in zo’n
project en waterplannen voor de Zuidpolder daarin goed zouden passen. De
volgende stap is nu dat vanuit Delft/Delfland concreet moet gaan worden
beschreven welke activiteiten men binnen het gezamenlijke (koepel) project
specifiek in Delft wil gaan verrichten, die activiteiten te onderbouwen vanuit
het subsidieprogramma waarop een aanvraag zich zal richten en een begroting op
te stellen.
Dat betekent dat nu het moment is aangebroken om
vanuit Delft daadwerkelijk te gaan investeren in de deelname en de opzet van
dit project. Deze investeringen betreffen de inzet van menskracht en de kosten
voor het bijwonen van de voorbereidende vergaderingen in het buitenland.
De inzet op het binnenhalen van Europese gelden en
kennis middels dit op te zetten samenwerkingstraject vraagt interne instemming
van management en de portefeuillehouder.
De doelstelling is om het project dat momenteel
wordt ontwikkeld in te dienen binnen het Europese subsidieprogramma Interreg
voor het gebied Noordwest Europa (NWE). Dit gebied omvat Ierland, UK,
Z&M-Nederland, België, Luxemburg, ZW-Duitsland, N-Frankrijk en Zwitserland.
Voor de periode 2007-2013 is voor samenwerkingsprojecten in dit gebied een
bedrag beschikbaar van ca € 350 miljoen subsidie. Het subsidiepercentage is 50%
van de subsidiabele kosten (hiertoe behoren ook de loonkosten van de inzet van
eigen personeel). Voor dit gebied is door de betrokken lidstaten een
uitvoeringsprogramma opgesteld, dat momenteel ter goedkeuring bij de Europese
Commissie ligt. In dit programma zijn een aantal prioriteiten aangegeven,
waaronder op het gebied van waterbeheer en duurzaamheid.
Projecten bestaan idealiter uit partners uit 4-6
van de betrokken lidstaten. Projecten kunnen in twee perioden per jaar worden
ingediend.
SuperSUDS
Onder deze naam staat het projectidee bekend waarmee de Environment Agency
(EA)van de UK andere partijen heeft geïnteresseerd om samen een project vorm te
geven. SUDS staat daarbij voor sustainable drainage systems. Inmiddels is in de
overleggen tussen de potentiële partners de focus meer verschoven naar het
verbinden van watervraagstukken aan omgevingskwaliteit en aantrekkelijkheid.
De volgend partijen zijn momenteel geïnteresseerd
om als partner deel te nemen: HH van Schieland (+ Rotterdam), Universiteit van
Sheffield, Universiteit van Dresden (buiten programmagebied), Dublin City
Council, South Lankeshire Council (Schotland). De EA wil de trekkende rol in
het project (lead partner) vervullen.
De inzet momenteel is om in september dit jaar het
gezamenlijke project in te dienen, maar meer realistisch lijkt begin 2008.
De opbouw van een Interregproject is normaliter als
volgt:
De verschillende onderdelen worden work packages
genoemd en hebben een work package leader (WPL).
Voor Delft ligt nu de vraag voor om als potentieel
WPL invulling te geven aan een work package (WP) beschrijving die het gebied
Zuidpolder betreft. Besproken is dat in ieder geval als projectpartner Delfland
hierin een uitvoeringsrol zal vervullen[1],
maar het is ook denkbaar dat projectpartners uit b.v. UK worden betrokken (b.v.
bij de planvorming). Daarnaast zullen de lokale partijen zoals de TU worden
betrokken. Zij zullen echter geen partner in het project zelf zijn. Dit is
onderdeel van de nog te plegen uitwerking.
De Zuidpolder van Delfgauw is gelegen binnen de
gemeentegrenzen van Delft en Pijnacker-Nootdorp. De polder bestrijkt in totaal
ca. 1440 ha. Ruwweg 1/3 deel is gelegen in de gemeente Delft. Het Delftse deel
van de Zuidpolder omvat meerdere peilgebieden: Wippolder/TU-noord, Jaffa,
TNO-Delftech, en TU-midden (campus) en TU-zuid (Technopolis). Waterberging is
vooral lastig te realiseren in TU-noord: er is weinig water aanwezig en er ligt
een aantal lange duikers. In het noordelijk deel is het rioleringssysteem
overwegend van het gemengd gerioleerde type zodat er ook een negatieve
beïnvloeding is van de opervlaktewaterkwaliteit. In het zuidelijk deel ligt
gescheiden riolering. In de Rotterdamseweg (de westelijke begrenzing van het
gebied) is een bergingsrioolleiding gepland om de emissie vanuit de riolering
naar het oppervlaktewater te beperken.
In het Delftse deel zijn twee gemalen gelegen die
ook zorgdragen voor de afwatering van het deel van de polder in de
buurgemeente. Het hoogheemraadschap is voornemens om problemen in de
Pijnackerse Vaart (Noordpolder van Delfgauw) via deze polder af te wentelen. De
acceptabele peilstijging in enkele belangrijke hoofdwatergangen is ca. 20 cm.
Hierdoor is er een theoretisch zeer groot ruimtevraagstuk.
In het gehele gebied vinden ontwikkelingen plaats.
In het noordelijk deel komen oude gebouwen van de TU vrij voor woningbouw.
Deels worden de bestaande gebouwen benut, deels wordt er ook gesloopt en nieuw
gebouwd. De TU zelf trekt zich terug op het campusterrein. TNO heeft een deel
van haar terrein afgestoten voor woningbouw en in het zuidelijk deel werken de
gemeente Delft en de TU samen aan de ontwikkeling van het bedrijventerrein
Technopolis voor hoogwaardige technologische bedrijven. Technopolis zal ruimte
bieden aan hoogwaardige bedrijven, laboratoria en testfaciliteiten. De opgave
is om ruimte te bieden aan in totaal 600.000 m2 bedrijfsvloeroppervlak.
Dwars door het gebied wordt ook een tramlijn
aangelegd..
In TU-Noord is weinig oppervlaktewater aanwezig en
ligt er een grote wateropgave. Slechts een deel van de opgave kan met
ruimtelijke ontwikkelingen worden opgelost. Het is economisch niet haalbaar om
de volledige wateropgave in dit gebied in te vullen. Dit maakt een goede
koppeling met de andere peilgebieden noodzakelijk. In de overige delen is
relatief veel oppervlaktewater aanwezig en uitgaande van acceptabele
peilstijgingen van 40 tot 50 cm is er meer waterberging beschikbaar dan
theoretisch voor het gebied noodzakelijk is. Ook in Technopolis is de ambitie
om veel water te realiseren, waardoor ook de tekorten in het noordelijk deel
van de polder kunnen worden opgelost.
De opgave voor het gehele gebied
is integraal duurzaam waterbeheer waarbij naast veiligheid (droge voeten) ook
veel aandacht is voor de kwaliteit van watersystemen en de belevingswaarde. Bij
integraal Duurzaam waterbeheer gaat het niet alleen om oppervlaktewater, maar
juist ook de samenhang met andere waterstromen als afvalwater, hemelwater en
grondwater. Ook het verbeteren van de ecologie is een van de doelstellingen.
Bij de planvorming en uitvoering gaat het erom om
zoveel mogelijk partijen (waaronder belangengroepen, burgers en bedrijven
waaronder de kennisinstellingen en de TU) te betrekken en te laten
participeren.
De ambitie van de gemeente Delft met betrekking tot
de waterkwaliteit op de Technopolis Business Campus is hoog; het accent voor
het gebied ligt op de natuurfunctie. De afvoer van regenwater van verhard
oppervlak vindt plaats via infiltratie (en vertraagde afstroming met het
grondwater) en het risico op verontreiniging is geminimaliseerd (geen
overstortlocaties). Verder worden de watergangen ingericht met
natuurvriendelijke oevers.
Om dit doel te bereiken wordt uitgegaan van een
oppervlaktewaterregime met een flexibel peilbeheer. Het is de ambitie om
flexibel peilbeheer ook in het TU-midden en TNO-Delftech gedeelte toe te passen.
Aandachtspunt is de kwaliteit van het water in TU-Noord en de mogelijkheid om
dit af te voeren naar het gemaal.
De Work Package Zuidpolder zou kunnen bestaan uit
de planvorming (duurzaam integraal waterbeheer in zijn meest brede vorm,
waaronder ook innovatieve concepten hoe om te gaan met regenwater) voor het
gehele gebied en realisatie van onderderdelen van het systeem in met name
Technopolis. De totale investering zou uit moeten komen op 1,5 tot 2,5 miljoen
euro uitgaande van een subsidie bedrag van 500.000 tot 800.000 euro.
SuperSUDS zal input leveren voor de
waterhuishoudkundige inrichting van TU- noord, -midden, -zuid en TNO/Delftech.
De voortgang van de ontwikkelingen wordt zo min mogelijk belemmert. Indien
delen gelet op de voortgang moeten worden ingericht, wordt ingezet op het
uitvoeren van zogenaamde ‘geen spijt’ maatregelen. De projectleider van de Work
Package Zuidpolder onderhoudt direct de contacten met de sleutelfiguren
aangaande de ontwikkeling.
Op 20 juli a.s. is de eerstvolgend bijeenkomst van
de potentiële partners te Manchester gepland. Indien Delft serieus overweegt in
het project te stappen is deelname hieraan geboden. Dat betekent dat iemand van
Delft en Delfland aan de bijeenkomst zullen deelnemen.
Voor dat moment zullen de ideeën voor het
deelproject hier in de Zuidpolder al redelijk concreet moeten zijn uitgewerkt,
inclusief een eerste begroting. Op 20 juli zullen de uitwerkingen van alle
partners worden besproken en van opmerkingen worden voorzien. Ook zal de
projectopzet als geheel worden besproken en zullen afspraken worden gemaakt
over te leveren producten voor de aanvraag en over de planning.
Ten behoeve van de concretisering van het in te
brengen deelproject in SuperSUDS zal een bijeenkomst gaan plaatsvinden van de
betrokken medewerkers van de gemeente en van het HHR. Dit zal z.s.m. worden
gepland.
Bij Delfland en bij Delft zal intern commitment
moeten zijn op de ingeslagen weg en de investeringen hierin. Hierin volgen
beide organisaties hun eigen intern traject. In het bestuurlijk overleg van het
waterplan in juli a.s. kan de samenwerking m.b.t. SuperSUDS worden bekrachtigd.
Bij de verdere uitwerkingen zullen we ook de TU
moeten informeren en afhankelijk van de opzet ook afspraken maken over hun bijdrage.
Voor Delft zal moeten worden bekeken of vóór het
formele indieningsmoment nog een formeel collegebesluit nodig is.
Benodigde investeringen t.b.v. de aanvraag
Voor de verdere
uitwerking van de aanvraag zullen een aantal activiteiten moeten plaatsvinden,
te weten:
-
het bijwonen van (naar verwachting) twee
partnerbijeenkomsten
-
het verder uitwerken van de workpackage;
-
het invullen van de formats;
-
overleg met externe partijen als TU,
Hoogheemraadschap van Delfland en mogelijk de kennisinstellingen van Delft.
Het tijdsbeslag wordt ingeschat op ca. 15 dagen
werk, te dekken uit reguliere budgetten.
Voor de verdere voorbereiding, het bijwonen van de
partnerbijeenkomsten (reis- en verblijfkosten) en mogelijk een bijdrage aan de
voorbereidingskosten van de leadpartner wordt ingeschat dat een bedrag nodig is
van € 15.000,-. Dit bedrag willen we ten laste leggen van het Milieu
Technologie Fonds, wat gezien het innovatieve karakter van het project passend
is, middels de 84e begrotingswijziging.
[1] Delfland en Delft zullen gezamenlijk optrekken, beide hebben een (formele) verantwoordelijkheid en betrokkenheid bij dit gebied en een gezamenlijk beeld van de gewenste ontwikkeling. Er kan echter maar één van de twee in the lead zijn voor de gewenste (ruimtelijke) ontwikkeling en die rol ligt bij de gemeente Delft.