Voorstel
Instemmen met de
voorgestelde aanpak
De
laatste jaren is de aandacht voor het binnenklimaat bij scholen,
kinderdagverblijven en peuterspeelzalen enorm toegenomen. Diverse onderzoeken
hebben aangetoond dat slecht geventileerde schoolgebouwen leiden tot serieuze
gezondheidsklachten en slechtere leerprestaties. Bij 80% van de scholen voldoet
de kwaliteit van het binnenklimaat niet.
Naast
deze problematiek is bij scholen tevens een groot energiebesparingspotentieel
aanwezig die vaak op eenvoudige wijze te realiseren is en leidt tot verlaging
van CO2-uitstoot, een hoger comfort en verlaging van energielasten voor de
school. Beide thema’s kennen een sterke relatie en vragen derhalve om een
gezamenlijke aanpak.
Er
is voldoende aanleiding de scholen te ondersteunen om bovenstaande problematiek
nader in kaart te brengen en de kansen voor verbetering van het binnenklimaat
en energiebesparing te benutten. Hiervoor is het project Energieke Scholen
ontwikkeld door het Vakteam Milieu, in nauwe samenwerking met het Team
Maatschappelijke Voorzieningen en het Programma Jeugd en Onderwijs. Bovendien
zijn de schoolbesturen geïnformeerd over de projectaanpak en is hen feedback
gevraagd.
Doelstelling
Het
project Energieke Scholen is de vertaling van de bestuurlijke ambitie te komen
tot energie-efficiënte schoolgebouwen met een gezond en beheersbaar
binnenklimaat en richt zich op 5 concrete doelen:
1
bewustwording bij besturen, directies en hun medewerkers over het belang
van een gezond binnenklimaat
2
verbetering binnenklimaat gebouwen
3
het verlagen van het energiegebruik in scholen en KDV’s/Psz (tevens
kostenbesparing)
4
bevorderen van gezondheid van personeel en kinderen en het voorkomen van
klachten in deze.
5
bevorderen van leerprestaties
De
aanpak bestaat uit 2 fasen: een pilotfase, uitgewerkt in een 3-sporenaanpak, en
een vervolgfase waarin in overleg met de schoolbesturen en directies van de
kinderopvang bekeken wordt of, en zo ja, hoe de resultaten uit fase 1 kunnen
worden doorvertaald naar structurele maatregelen die voor elke school nu en in
de toekomst gerealiseerd kan worden.
Aanpak
Het
voorstel Energieke Scholen richt zich voornamelijk op Fase 1.
Zoals
gezegd bestaat Fase 1 uit 3 sporen:
Pilotprojecten
Een
aantal schoolbesturen heeft reeds onderzoeken uitgevoerd naar de kwaliteit van
het binnenmilieu en in sommige gevallen naar het energiebesparingspotentieel.
De werkgroep stelt vast of de resultaten van deze onderzoeken voldoende basis
vormen voor het uitwerken van uitvoeringsplannen. Indien nodig wordt aanvullend
onderzoek uitgevoerd. Alle scholen worden in ieder geval attent gemaakt op
beschikbare tools, waarmee zij zelf globaal inzicht kunnen verwerven in de
situatie van hun school (ABCD-tool).
Vervolgens
stelt de werkgroep uitvoeringsplannen op waarin is omschreven welke maatregelen
toegepast kunnen worden en wat het effect van de maatregelen is. Voor de uit te
voeren maatregelen worden kosten-baten analyses uitgevoerd en wordt aangegeven
op welke wijze de eventuele meerinvesteringen gefinancierd kunnen worden.
Bij
de uitwerking van de uitvoeringsplannen wordt in eerste instantie vooral
gekeken naar reguliere onderhoudsplannen en zoveel mogelijk daar op
aangesloten.
Naast
energiebesparing zullen ook mogelijkheden voor opwekking van duurzame energie
bij schoolgebouwen worden beschouwd en in kaart gebracht. Indien dit haalbaar
is zal dit worden meegenomen in de planontwikkeling.
Voorlichting
In
de praktijk blijkt dat een groot deel van de oplossing voor het verbeteren van
het binnenklimaat en energiebesparing in scholen ligt op het vlak van kennis en
gedrag bij gebruikers. Hiervoor wordt een voorlichtingstraject ontwikkeld,
waarbij het doel is alle scholen te informeren over de gedragsaspecten rond
binnenmilieu en energiebesparing. In overleg met de scholen, de GGD en de
gemeente wordt nader bepaald welke inhoud de voorlichting krijgt en op welke
wijze dit wordt overgebracht aan de gebruikers. Dit spoor richt zich op de
besturen, directies en medewerkers van alle scholen in Delft. Ook zullen materialen
worden ingezet en/of ontwikkeld die na het project blijvend gebruikt kunnen
worden om de verworven kennis te onderhouden.
Educatie over energiebesparing
In het kader van het NME-themajaar Klimaat en
Energie leent het project Energieke Scholen zich heel goed voor educatieve
activiteiten op het gebied van energiebesparing en duurzame energie. Voor dit
spoor zal een aanpak worden ontwikkeld die zoveel mogelijk gebaseerd is op
reeds bestaande middelen en initiatieven, zoals de leskisten energie, lespakketten
van andere organisatie (te denken valt aan Check it Out van het COS), de aanpak
van het Energieagentschap Zoetermeer (o.a. energiescans door leerlingen,
energieregistratie via internet, communicatiemiddelen).
Resultaat
Resultaat
van deze 3-sporenaanpak is:
·
een aantoonbare verbetering van het binnenklimaat
·
een energiebesparing van 10-20%.
·
blijvende aandacht voor ventilatie bij personeel
·
minder ziekteverzuim
·
inzicht in mogelijkheden voor opwekking duurzame energie bij
schoolgebouwen
In
het project zal naast technische aspecten tevens aandacht worden geschonken aan
de facturatie door de energiebedrijven. Bij de verdere uitwerking van het
project zal zoveel mogelijk naar aanknopingspunten met het jaarthema
milieucommunicatie worden gezocht en benut dat in 2007 als onderwerp energie en
klimaat meekrijgt
Organisatie
Voor
elk spoor wordt een werkgroep ingesteld die voor hun spoor een gedetailleerd
plan van aanpak uitwerkt. In dit plan van aanpak staan de activiteiten
omschreven, zijn de kosten geraamd en is een planning opgenomen.
Een
in te stellen projectgroep coördineert de uitvoering en bewaakt de voortgang
van het totale project. De projectgroep wordt door het Vakteam Milieu
getrokken. Daarnaast zal de projectgroep bestaan uit de trekkers van de
werkgroepen, met in ieder geval een vertegenwoordiger van TMV, J&O en een
vertegenwoordiger van de schoolbesturen.
De
omvang van de ambtelijke inzet wordt nader bepaald en met de vakteams
afgestemd.
Fase
2
De resultaten van
Fase 1 zullen worden vertaald in de huisvestingsverordening voor onderwijs
zoadat daarmee gewaarborgd wordt dat er blijvende aandacht is voor het
onderwerp binnenklimaat en energie-efficiency bij de scholen. In Fase 2 zal in
overleg met de schoolbesturen nader bekeken worden wat de consequenties zijn
van de resultaten uit Fase 1, wat de financiële effecten zijn en op welke wijze
dit in de verordening is te vertalen.
Fase
2 leidt tot de volgende resultaten:
·
richtlijn voor nieuwbouw en ingrijpende renovatie van schoolgebouwen
waarin handreikingen worden gegeven om ventilatie en energiebesparing goed mee te nemen.
·
overzicht van financieringsmogelijkheden voor het uitvoeren van
maatregelen
Planning
en doorlooptijd
Start
van het project is voorzien per 1 oktober 2008 en kent een doorlooptijd van 1 jaar.
R. van Vliet