In de Programmabegroting is opgenomen dat er een
cultuurvisie moet komen in de huidige bestuursperiode. In de zomer van 2006
zijn de eerste verkennende gesprekken gevoerd met de sector en is door de
wethouder met alle raadsfracties gesproken. De conceptvisie met als titel “Delft meer dan Blauw, de Langetermijnvisie
Cultuur 2017” is als C-discussie op 12 september jl. aan de raad voorgelegd. Op
basis van deze discussie is de visie bijgesteld. Aan het eind van deze
inleiding zijn de aanpassingen samengevat. Thans wordt voorgesteld de visie voor vaststelling aan de raad aan te
bieden.
De speerpunten van de Lange Termijnvisie “Delft
meer dan Blauw” zijn voortgekomen uit:
gesprekken van de wethouder Cultuur mevrouw Lian
Merkx met alle raadsfracties, cultuur- en onderwijsinstellingen, aan het begin
van het proces in mei/juni 2006,
debatten en bijeenkomsten die op uitnodiging van de
wethouder Cultuur door de stad zijn georganiseerd op 28 maart, 10 april, 17
april 2007,
een Cultureel Manifest “De kracht van Delft” van de
vier grote cultuurinstellingen Theater de Veste, de Mediatheek:
bibliotheek/kunstuitleen/discotheek (DOK), Erfgoed Delft en Omstreken, het
Centrum voor de Kunsten (VAK),
een door Bureau ABF-research uitgezette enquête
onder cultuurbeoefenaars, en een document “Voorstellen voor de Cultuurvisie van
Delft” als neerslag van die enquête en debatten, op uitnodiging van de Nieuwe
Amateur, Lijm & Cultuur en enkele leden van de Cultuurkring,
gesprekken met de decanen van de Faculteiten
Industrieel Ontwerpen, Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische
Materiaalwetenschappen, Bouwkunde, het hoofd van het Sport- en Cultuurcentrum
en de teamleider Interne Communicatie van de TU Delft
een zeventigtal individuele gesprekken met de
woordvoerders cultuur van de fracties, stakeholders in het culturele veld,
Monumentenzorg, en professionals,
Delft meer dan Blauw is een verhaal op visie
niveau. In de uitwerkingsfase zal de afstemming met de afzonderlijke terreinen,
de meerwaarde van de samenwerking en de gewenste te behalen gezamenlijke
doelstellingen, verder worden uitgewerkt.
Het College van Burgemeester & Wethouders wordt
voorgesteld om, na instemming met deze Langetermijnvisie en vaststelling door
de Raad, deze ambities in een vierjarig
beleidsplan uit te werken en hierbij de stad en alle partners te betrekken.
De belangrijkste
aanpassingen/aanvullingen naar aanleiding van de discussie in de Raadscommissie
EMCR zijn:
toelichting op de
strategische positionering van de cultuurvisie
de afbakening van het
begrip creatieve industrie in relatie tot de cultuurbegroting en de
wisselwerking tussen de kunsten en de domeinen van de creatieve industrie.
de definitie van het
kunstbegrip: kunst omwille van de kunst en opdrachtkunst.
de verwijzing naar de
nota “Fluiten voor een cent”van mevrouw Wil Steffen die gebruikt zal worden bij
de uitwerking van de visie, de evenementennota en het vierjarig beleidsplan cultuur.
de status van de bijlage
van de visie en hoe hiermee zal worden omgegaan.
de verdere invulling van
het begrip amateurkunst.
de samenwerking met de TU
Delft als groeimodel en het betrekken van relevante partijen in de stad
hierbij.
de wijze waarop aanwezige
kwaliteiten van de speerpunten via projecten en programma’s worden verbonden.
1.
Samenvatting
1.1.Sterkte-zwakte analyse
In “Delft meer dan Blauw”, de Langetermijnvisie
Cultuur 2017, zijn drie speerpunten geformuleerd om met de stad invulling aan
te geven: cultureel erfgoed, creatieve industrie en aandeelhouderschap. Het
begrip “creatieve industrie” voor het eerst door het Ministerie van Onderwijs
Cultuur en Wetenschappen in 1997 gehanteerd, omvat de kunsten (beeldende kunst,
podiumkunsten en literatuur), de media en entertainmentindustrie zoals film,
musicals, popconcerten, dance festivals, en popconcerten, en de creatieve en
zakelijke dienstverleners zoals ruimtelijke en grafische vormgeving,
webdesigners, architecten, stedenbouwkundigen, mode, fotografie, reclame en
communicatie. Er bestaat een sterke wisselwerking tussen de drie domeinen en
als zodanig is het van belang deze terreinen in hun onderlinge samenhang te
laten zien, te stimuleren en waar nodig te faciliteren.
In het licht van de formulering van een visie voor
de komende tien jaar staat de stad voor een belangrijke keuze die bepalend is
voor de culturele toekomst van Delft: continueren en consolideren van de
bestaande situatie, of substantieel inzetten op vernieuwing en daarbij gebruik
maken van de kwaliteiten die Delft zelf in huis heeft. Het consolideren van de
bestaande situatie is voor ons geen optie.
Bij de te maken keuze is de sterkte en
zwakteanalyse van de stad leidraad, gemaakt op basis van een zeventigtal
interviews met deskundigen.
De belangrijkste sterke punten van de stad zijn het
rijke culturele erfgoed, de creatieve industrie, het grote potentieel van
actieve creatieve bewoners en hoger opgeleiden.
De basiswaarden van de stad, een stevige sociale
infrastructuur met een groot zelforganiserend vermogen liggen ten grondslag aan
deze sterke punten van de stad. Deze komen tot uitdrukking in een
vooraanstaande positie van de cultuureducatie en een actieve vorm van Kunst in
de Wijken waar Delft landelijk mee voorop loopt. Dit is een voorbeeld van een
succesvolle inhoudelijke samenwerking tussen kunst, cultuur en welzijn die ook
tot uitdrukking komt in een gezamenlijke subsidiering van projecten en het is
tevens een belangrijk instrument voor integratie van verschillende culturen.
De cultuurvisie gaat uit van een onderlinge
wisselwerking van de sociale en culturele dimensie van de stad zonder welke de
ambitie niet op de gewenste manier kan worden vorm gegeven. Vanwege dit grote
belang willen we als derde speerpunt werken aan de verdere versterking van het
aandeelhouderschap. Zie verder 1.3.
Als zwakke punten zijn de belangrijkste constateringen
dat een koppeling ontbreekt tussen het erfgoed en de culturele sector en tussen
de culturele sector en de creatieve industrie, en dat de creatieve industrie
geen verbinding heeft met de kenniseconomie. Als overkoepelend punt geldt dat
op cultureel gebied de strategische positie van de stad niet is gedefinieerd.
De titel “Delft meer dan Blauw” verwijst naar de
toekomstige ontwikkeling van de stad die verder reikt dan het cultureel
erfgoed: het blauw van Vermeer en het Delfts Blauw, maar geeft tegelijkertijd
aan dat Delft alles in huis heeft om op cultureel gebied méér dan blauw, ofwel
blauwer dan blauw te worden.
In het licht van de sterkte en zwakte analyse
betekent continueren en consolideren dat de stad op termijn positie verliest:
dat wil zeggen de stad Delft houdt twee, zo niet
drie gezichten: de wereld van de oude historische binnenstad, de wereld van de
TU Delft, en de woonwijken buiten het centrum. De oude en de nieuwe stad staan
op zichzelf. Het zwaartepunt van het kunst- en cultuurbeleid ligt op de
breedte, het toptalent en de topkunst blijven verboden vruchten. Dit zijn niet
alleen beelden van buitenaf maar het is ook voor een belangrijk deel de
beleving van de mensen die in Delft wonen en werken.
Vernieuwen en accelereren betekent het verbinden
van de sterke punten van de stad:
dat wil zeggen, benutten van het aanwezige
creatieve potentieel aan topkwaliteit
en betrokkenheid in de stad met het oog op het definiëren en neerzetten
van een sterk creatief keurmerk waarmee Delft zich landelijk en internationaal
profileert.
Voorgesteld wordt de komende tien jaar te benutten
om de strategische positie van kunst en cultuur van Delft in de Randstad te
versterken en te kiezen voor vernieuwen en accelereren.
Voor dit scenario hoeven geen huzarenstukjes te
worden uitgehaald.
Het unieke van Delft is dat de stad alle
ingrediënten in huis heeft om in de voetsporen van zijn rolmodellen te treden
en die vernieuwing vorm te geven: een stevige enthousiaste culturele sector,
een groot potentieel aan vrijwilligers, een omvangrijk creatief vermogen bij de
TU Delft, een sterke traditie van koopmanschap en ondernemerschap, veel
bezoekers aan de stad, en een grote betrokkenheid van de inwoners bij hun stad.
1.2.Verbinden van kwaliteiten
Om bovenstaande te bereiken is het van belang op
twee niveaus de aanwezige kwaliteiten via
projecten en programma’s gericht met elkaar te verbinden:
het cultureel erfgoed met de cultuursector en de
creatieve industrie
de creatieve industrie met de kenniseconomie in het
bijzonder de TU Delft
Voor de wijze waarop die verbindingen worden
gelegd, de manier waarop de cultuurinstellingen, de private partijen en de
bewoners, erbij betrokken zijn, hun verantwoordelijkheid nemen, en de
resultaten vorm krijgen, wordt het begrip aandeelhouderschap gehanteerd.
Belangrijk is scherp te formuleren waar de niche
zit voor Delft waardoor de stad
zich onderscheidt van omliggende steden.
Het is een uitdaging om kunst en cultuur te
verbinden met de kenniseconomie, de ruimtelijke ontwikkeling van de stad, de
architectuur, de vormgeving, en de sociale dimensie en te laten zien waar de
eerste succesvolle verbindingen worden gelegd. De belangrijkste verandering zal
zijn dat het cultuurbeleid niet meer de zaak is van één portefeuille, of één
overheid, maar een onderwerp voor integrale bestuurlijke aanpak. In veel
gevallen betekent het de dingen anders doen, en iets anders maken van hetzelfde
geld. In specifieke gevallen gaat het om extra geld om dat andere meer gewicht
en kracht te geven. Integraal beleid
betekent ook vanuit verschillende invalshoeken samen werken aan één resultaat
en de budgetten hiertoe, waar nodig, bij elkaar leggen. Externe partijen
zal worden gevraagd mee te doen. In de samenwerking met de TU Delft kan Delft
in de wijze van besturen voorop gaan lopen. Ook hier is sprake van een traditie
die nieuw leven kan worden ingeblazen.
Het is van belang deze visie ook kenbaar te maken
aan de in de stad gevestigde bedrijven en private partners waarmee nog niet is
gesproken. Voorgesteld wordt waar nuttig en nodig samen te werken met de regio
Haaglanden, Rotterdam, Den Haag, de Randstad, het Rijk, Brussel, creatieve
steden elders in het land of in de wereld.
1.3.Speerpunten
De speerpunten die uit de keuze voor het scenario
van vernieuwen voortkomen zijn: cultureel erfgoed, creatieve industrie en
aandeelhouderschap.
Cultureel erfgoed
De vooraanstaande positie van Delft op het gebied
van monumenten, collecties en geschiedenis kan beter worden getoond en benut
voor de (inter)nationale positionering van de stad, het cultuurtoerisme en de
identificatie van de inwoners met hun stad. Het erfgoed zal meer dan in het
verleden de inspiratiebron zijn van betekenisgeving van waaruit de stad verder
bouwt.
Creatieve industrie
De creatieve industrie is een kans die Delft niet
kan laten liggen. Het College van B&W heeft de creatieve economie vanuit de
economische portefeuille al op de agenda gezet. Een verbinding van de creatieve
industrie met de kenniseconomie opent uitdagende perspectieven voor nieuwe
creaties, producties, kunst, architectuur, vormgeving, industrieel ontwerpen,
de openbare ruimte, watersport en toerisme, en nieuwe vormen van besturen. De
productie van de creatieve sector trekt mensen aan die in die stad willen wonen
en werken, en die vervolgens belangrijk zijn voor de lokale economische
ontwikkeling. Onderdelen van de media
en entertainment industrie en de creatieve dienstverlening komen voor in alle
kunsten- en cultuurplannen van rijk en gemeenten zoals fotografie, film,
popmuziek en vormgeving. Per terrein zal kritisch bekeken worden of er sprake
kan zijn van subsidie van uit de cultuurbegroting en of het verlenen van
faciliteiten en/of stimulering van aangrenzende beleidsterreinen en
samenwerking mogelijkheden biedt. Het gaat om raakvlakken tussen de culturele
sector en de creatieve industrie enerzijds en tussen de creatieve industrie en
zakelijke dienstverleners anderzijds. Er zal geen geld uit de cultuurbegroting
aan domeinen buiten de kunst en cultuursector worden besteed.
Aandeelhouderschap
De sterke betrokkenheid van de inwoners van Delft
bij de culturele groei van hun stad kent een rijke traditie. Prominente
kunstenaars, wetenschappers, en industriëlen droegen in het verleden bij aan de
culturele en economische ontwikkeling van de stad. Een honderdvijftigtal
amateur groepen, waarvan een veertigtal allochtone verenigingen, zijn actief in
de stad, en de cultuureducatie in het basis- en voortgezet onderwijs is stevig
geworteld. Amateurs gaan zich verbinden met professionals en krijgen ondersteuning
om hun talenten verder te ontwikkelen. Kinderen die in Delft naar school gaan
krijgen via een doorlopende leerlijn en de Brede School een cultureel pakket
aangeboden dat hun tot trotse zelfbewuste jongeren maakt die zich met hun stad
identificeren. Alle Delftenaren worden uitgenodigd in de toekomst hun creatieve
bijdrage te leveren zodat iedereen zich “ mede-eigenaar” gaat voelen van de
stad met zijn vele culturen. Deze rijke diversiteit gecombineerd met het grote
potentieel aan jongeren, zijn een extra stimulans om geïnspireerd door het
verleden, het nog beter te gaan doen.
Dankzij deze basiswaarden waaraan de afgelopen
bestuursperioden hard is gewerkt kan de stad nu een volgende stap zetten en de
speciale kwaliteiten verder uitbouwen en versterken. Echter samen met de
bewoners. Kunst in de Wijken zal daarom worden voortgezet en waar nodig een
structureel karakter krijgen. Ook zullen we bezien waar de cultuureducatie nog
versterkt kan worden. Een stad kan alleen succesvol zijn als instrumenten als
cultuureducatie, amateurkunst, Kunst in de Wijken zich tegelijk met de
kwaliteiten van het erfgoed en de creatieve industrie ontwikkelen en elkaar
beïnvloeden met actieve bewoners die initiatief ontplooien, elkaar opzoeken,
allianties sluiten en trots zijn op hun eigen bijdrage aan de stad. Wij kennen
aan deze dimensie een even grote waarde toe dan aan de speerpunten erfgoed en
creatieve industrie en zien in het samenspel en het benutten van de aanwezige
kwaliteiten een grote kans van Delft een nog mooiere stad te maken.
1.4.Samenwerking TU Delft
Een intensieve samenwerking met de TU Delft maakt
het mogelijk van uit de drie speerpunten het creatieve keurmerk Delft tot een
wereldwijd exportproduct te maken via
gezamenlijk uit te werken programma’s. Hier is sprake van een groeimodel dat
per bestuursperiode zal worden geëvalueerd. Er zal een stappenplan worden
gemaakt.
2.
Aandachtspunten bestuurlijk
2.1.Beleidsplan
De meeste betrokkenen zijn het er over eens dat een
groter zelforganiserend vermogen van de sector, en een integrale aanpak van het
gemeentelijk beleid, een kans zijn om de dynamiek op het terrein van kunst en
cultuur te vergroten en goede
resultaten te boeken.
De Langetermijnvisie zal worden vertaald in een 4
jarig beleidsplan waarin de speerpunten een concrete vertaling krijgen in
programma’s. In dit document wordt ook duidelijk wat de onderlinge verbanden
zijn van initiatieven en hoe de verschillende initiatieven elkaar gaan
versterken. Deelnota’s zoals bijvoorbeeld de evenementennota en de nota
stadsmarketing maken deel uit van dit beleidsplan en zullen met de uitwerking
van de programma’s een verdere vertaling krijgen.
De samenstelling van een dergelijk plan zal enkele
maanden in beslag nemen. De stad zal hier opnieuw bij worden betrokken en ook
de grote hoeveelheid aangereikte ideeën moeten beoordeeld worden op hun
consistentie en slagkracht. Veel ideeën
zullen geconcretiseerd worden zonder tussenkomst van de gemeente. Het
proces zal zorgvuldig worden vorm gegeven. Recente onderzoeken van O&S over
cultuurparticipatie zullen bij de uitwerking worden betrokken.
In het verlengde van die vertaling zal ook het
subsidiesysteem moeten worden bijgesteld. Hierbij zal de nota Fluiten voor een Cent worden betrokken zoals op 12
september in de raadscommissie EMCR besproken.[1]
Een belangrijk deel van de ambities zal tot stand
komen via oud voor nieuw beleid, waarbij
gelden uit de cultuurbegroting, indien gewenst, voor een deel anders zullen
worden ingezet. Dit vraagt een zorgvuldig proces en goede communicatie
met de stad en al de betrokken partners. Dit proces schept ook mogelijkheden om
nieuwe allianties te sluiten zodat de stad er sterker uit kan komen.
2.2.Programma’s, heldere doelstellingen en concrete
resultaten
De drie speerpunten zullen vertaald worden in
programma’s waar per programmapunt en project doelstellingen, producten en
resultaten en een hoge ambitie wordt geformuleerd. Er worden duidelijk keuzes
gemaakt voor de eerste 4 jaar waar wel en waar niet op in te zetten. Op deze
manier kan op jaarbasis worden geëvalueerd of de doelstellingen en resultaten
zijn gehaald, en waar in het traject moet worden bijgesteld. Voor het volgen
van de beleidstrajecten zal aan O&S gevraagd worden een monitor systeem te
ontwikkelen.
Per programma zullen ook de partners worden genoemd
met wie de gemeente wil werken aan te behalen doelstellingen, zoals de TU
Delft, en het Fonds 1818.
Dit betekent ook dat per traject wordt gedefinieerd
wat het schaalniveau is waarop de resultaten tot stand moeten komen in
samenwerking met de regio, Rotterdam of Den Haag, het Rijk en/of internationale
partners.
2.3.Rol gemeente
De gemeentelijke rol en verantwoordelijkheid zal in
de beleidsvertaling voor de relevante trajecten helder worden gedefinieerd. We
zullen bij de uitwerking duidelijk aangeven tot hoever onze inbreng en
inspanning voor elk van de speerpunten reikt.
Daarbij zullen we
bijzonder letten op de wijze waarop de bewoners bij alle nieuwe ontwikkelingen
betrokken zijn en blijven, aangezien dit een randvoorwaarde is voor succes op
termijn. Een voorbeeld is Tanthof.[2]
De visie stelt juist dat
de aanwezige kernkwaliteiten meer verbonden moeten worden dan op dit moment het
geval is. Dit vraagt een krachtige blijvende impuls vanuit het sociale domein
en een integrale benadering van onderwerpen die op stedelijk niveau spelen. Zo
zullen ook bewoners worden betrokken bij nieuwe uitvindingen of ontwerpen van
de TU Delft en zal de aanjaagfunctie ook het leven van de bewoner raken. Zoals
in de visie verwoord is de traditie van de “sociale ingenieur”van Delft dat hij
zich bekommert om de maatschappelijke context van zijn te leveren product. Op
deze manier krijgt Delft als “proeftuin”een invulling die deze extra
inspanningen legitimeert. Zie verder 4.
We zullen ook bedrijven, horecaondernemers en
woningbouwcorporaties uitnodigen en aanspreken hun bijdragen te leveren aan de
realisatie van de speerpunten van de stad.
Uit de Langetermijnvisie blijkt verder dat de
samenwerking met de TU Delft van eminent belang is. Gesproken wordt over een aanjaagfunctie
die invulling moet krijgen op hoog strategisch niveau. Gedacht wordt aan de inzet van extra (incidentele) personele capaciteit
en een budget voor startsubsidies en pilots om projecten van de grond te
krijgen. Om te laten zien dat het de stad ernst is, is het van belang de
aanjaagfunctie van de samenwerking met de TU Delft concreet invulling te geven.
Er zal een stappenplan worden gemaakt zoals onder 1.4. omschreven.
3.
Vervolgtraject
3.1.Planning
De planning ziet er als volgt uit:
Bespreking van “Delft meer dan Blauw” in Commissie
EMCR september 2007
Vaststellen van “Delft meer dan Blauw” in Raad oktober
2007
Benoeming task force[3]
voor samenstelling Beleidsplan oktober 2007
Samenstellen van een 4 jarig Beleidsplan als
vertaling van visie oktober 2007-maart/ april 2008
Instemmen B&W met 4 jarig Beleidsplan mei 2008
Bespreking vierjarig Beleidsplan Cie EMCR mei 2008
Vaststellen beleidsplan in Raad juni 2008
4.
Conclusie
Delft kan zich profileren als Proeftuin die
wereldwijd de aandacht vraagt. De stad is het, gezien zijn geschiedenis, aan
zijn stand verplicht om in het voetspoor van zijn rolmodellen te treden. Dat
zijn beroemde kunstenaars, creatieve ondernemers en spraakmakende industriëlen
die al in het verre verleden Delft op de kaart hebben gezet.
Belangrijke domeinen zullen worden verbonden en de
kunst en cultuur zullen integraal onderdeel uitmaken van de ruimtelijke
ordening, stadsontwikkeling en het vastgoedbeleid.
De belangrijkste boodschap van de Langetermijnvisie
is om kunst en cultuur, via het cultureel erfgoed en de kenniseconomie,
strategischer te positioneren en de creatieve industrie te stimuleren, en te
faciliteren. Dit zal een zeer positieve en inspirerende uitwerking hebben op
alle disciplines van de cultuursector. Uit landelijke onderzoeken blijkt dat
met name de podiumkunsten mensen aantrekken die graag in de stad willen wonen
en die belangrijk zijn voor de lokale economische ontwikkeling.
De aandacht voor de culturele stad in de volle
breedte kan op een vooruitstrevende manier invulling krijgen zodat alle
inwoners worden betrokken bij de ontwikkeling van de toekomst van de stad.
5.Voorstel
U wordt voorgesteld om:
1.“Delft meer dan Blauw,
Langetermijnvisie Cultuur 2017” ter vaststelling aan de Raad aan te bieden. In
de visie wordt voorgesteld voor de versterking van de positie van Delft
a. de komende periode te werken aan 3 speerpunten:
Cultureel Erfgoed, Creatieve Industrie en Aandeelhouderschap
b. Voor de strategische positionering van de
speerpunten Cultureel Erfgoed en Creatieve Industrie en de verankering in het
stedelijk beleid op 2 niveaus domeinen met elkaar te verbinden: Het cultureel
erfgoed met de cultuursector en de creatieve industrie, en de creatieve
industrie met de kenniseconomie
c. “Delft meer dan Blauw” te betrekken bij het tot
stand komen van de overkoepelende Stadsvisie
2. In te stemmen met het
aangaan van een sterke samenwerking met de TU Delft. Dit op basis van de
speerpunten en gezamenlijk uit te werken programma’s.
3. In te stemmen met de
volgende vertaling van de strategische samenwerking met de TU Delft voor de
komende vier jaar:
de aanjaagfunctie onder
de noemer “Delft als proeftuin” en de start van een intensieve samenwerking te
initiëren en vooruitlopend op de concretisering van het beleidsplan 2009-2012
al in 2008 hieraan vorm en inhoud te geven. De besluitvorming hierover mee te
laten lopen met de besluitvorming over de programmabegroting 2008-2011.
4. De mogelijkheden te
onderzoeken van de gemeentelijke percentageregeling en bij het tot stand komen
van het beleidsplan en de bestuurlijke agendering met een concreet voorstel te
komen.
Thea
van den Bergh
Vakteam Cultuur, Kennis en Economie
[1] Wil Steffen “Fluiten voor een Cent”, besproken in de commissievergadering van 12 september jl.
[2]
Tanthof is een
voorbeeld van een project waar veel aandacht is besteed aan het voorbereiden
van het vernieuwingsproces samen met de bewoners.
[3] Taskforce met deskundigen van de betrokken beleidsterreinen (Vakteam Cultuur, kennis en Economie, Vastgoedbeleid, Ruimtelijke Ordening, Architectuur, Monumentenzorg, Welzijn, Onderzoek & Statistiek) en een vertegenwoordiging van het culturele veld en partners. Door de invoeging van de C-discussie is de planning van de start beleidsplan verder naar achteren geschoven.