De faillissementsafwikkeling van het Vermeercentrum gaat voort en het
is van belang dat het college een aantal beslissingen neemt. Als uitgangspunt
van deze beslissingen wordt genomen dat Vermeer behouden blijft voor de stad en
dat de gemeentelijke belangen (subsidie, licentierechten tentoonstelling en het
boedelkrediet) worden behartigd. De financiële positie van de gemeente wordt
duidelijker in kaart gebracht en gewaarborgd.
De
eerste stappen in dit traject zijn reeds genomen. Vrijdag 5 oktober is een
brief aan de curator gestuurd waarin de gemeente zich heeft aangemeld als
schuldeiser voor het subsidiebedrag van € 480.000, nadat deze melding voor het
boedelkrediet reeds na het faillissement was aangebracht. Deze notitie doet
voorstellen voor een tweetal vervolgstappen.
Ten
eerste wordt aanbevolen de gemeente aan te melden als mogelijk gegadigde voor
een doorstart van het Vermeercentrum. Dit zou vier voordelen met zich mee
kunnen brengen:
Dit stelt de gemeente in de positie om als volwaardige gesprekspartner op te
treden.
Na
toetsing bij de faillissementsdeskundige binnen het bureau van de landsadvocaat
is gebleken, dat aanmelding voor doorstart op zichzelf geen juridische of
financiële verplichtingen met zich mee brengt. De gemeente kan zich gedurende
het daaropvolgende proces het recht blijven voorbehouden de onderhandelingen op
elk moment stop te zetten.
In
de stad zijn initiatieven ontstaan om Vermeer aan Delft te verbinden. Ten
tweede wordt aanbevolen zich niet op voorhand te verbinden aan de uitkomsten
van deze initiatieven in de stad, die
door middel van (onder meer) een ‘commissie van wijzen’ trachten een doorstart
te bewerkstelligen. Wel is het van belang actief met deze groepen te (blijven)
communiceren.
Beslispunten:
Het
college besluit