Stuk 45 I Delft,
12 maart 2007.
20228795
Onderwerp: Overdracht bevoegd gezag taken Wet
bodembescherming.
Aan de gemeenteraad,
Geachte dames en heren,
Op 21 december 2006 heeft u ingestemd met het
verzoek aan Gedeputeerde Staten van de Provincie Zuid-Holland de bevoegd gezag
taken Wet bodembescherming over te dragen aan de gemeente Delft.
Gedeputeerde Staten hebben vervolgens op 23 januari
2007 besloten het verzoek te honoreren en heeft twee ontwerpbesluiten
opgesteld.
Eén ontwerp delegatiebesluit heeft betrekking op
praktisch alle “bodem-taken” die nu in het stedelijk gebied van de gemeente
Delft door de provincie worden uitgevoerd. Het gaat hier om taken zoals het
beoordelen van bodemonderzoeken en saneringsplannen, het handhaven van bodemsaneringen
in het veld, direct aanspreekpunt voor de burger zijn, etc. In dit besluit
worden deze taken aan het college van B&W
gedelegeerd.
Het tweede ontwerp delegatiebesluit behelst de
overdracht van taken die betrekking hebben om bij spoed onverwijld maatregelen
te nemen. Deze taken worden door de Commissaris der Koningin Franssen direct
aan burgemeester Verkerk gedelegeerd (artikel 30 t/m 36 van de Wet
bodembescherming). Aan de Raad wordt gevraagd in te stemmen met bijgevoegde
ontwerp delegatiebesluiten.
De financiële dekking van de overdracht van
bodemtaken vindt deels plaats door financiële overdracht van de provincie naar
de gemeente en wordt voor het overige gedragen vanuit claim Braat
Op het voormalige terrein van de verzinkerij Braat
heeft de gemeente in het verleden de bodem gesaneerd om de locatie geschikt te
maken voor woningbouw (Delftzicht). Deze bodemsanering is uitgevoerd met geld
van het Rijk. Het ministerie van VROM is van mening dat de gemeente financieel
voordeel heeft gehad door de bodem te saneren met rijksmiddelen en vordert
daarom € 475.470,- terug van de
gemeente. De gemeente Delft moet dit geld aan de staat terugbetalen maar krijgt
het bedrag weer retour onder de voorwaarde dat het geld aan bodemsaneringdoelen
besteed wordt.
Stuk 45 I pag.
2.
Met de provincie Zuid-Holland en het ministerie van
VROM (hierin vertegenwoordigd door Bodem+) is (ambtelijk) overeenstemming
bereikt over de besteding van dit geld en de prestaties die bereikt moeten
worden. Deze prestaties hebben deels betrekking op het uitvoeren van de
gedelegeerde bodem-taken en deels op “extra” prestaties zoals het nader
onderzoeken van verontreinigingen in het grondwater. In bijgevoegde brief aan
GS wordt daarom ook specifiek aangegeven dat de Raad akkoord gaat met de
prestaties die de gemeente Delft met de gelden uit de claim Braat dient te
leveren.
Hoogachtend,
Het college van burgemeester en wethouders van
Delft,
mr. drs. G.A.A. Verkerk
,burgemeester.
mr. drs. H.G.L.M.
Camps ,secretaris
Stuk 45 II
20228795
De raad der gemeente Delft;
gelezen het voorstel van het college van 13
februari 2007;
b e s l u i t :
·
In te stemmen met de ontwerpbesluiten betreffende
de delegatie van taken en bevoegdheden op grond van de Wet bodembescherming van
de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland naar het College van burgemeester en
wethouders van Delft;
·
Daartoe in te stemmen met het versturen van de ter
inzage gelegde brief aan de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland (kenmerk brief
20230306);
Aldus
vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 29 maart 2007.
,burgemeester.
,griffier.