Koersdocument Duurzaamheidsvisie Delft

 

MOTTO:

 

 

1. Inleiding

Deze notitie is richtinggevend voor de op te stellen duurzaamheidsvisie van de gemeente Delft. Duurzaamheid is een van de uitgangspunten bij beleidsvorming en strekt zich uit over alle beleidsterreinen. Duurzaamheid raakt daardoor alle portefeuilles van het college.

Het geeft u, het college van burgemeester en wethouders en de raad(scommissie), maar ook de deelnemers aan het ontwerpatelier (26 juni) inzicht in het proces en de gelegenheid hierin mee te sturen. Zo kan na de zomer een breed gedragen visie vastgesteld worden. Deze notitie bevat een eerste uitwerking van de duurzaamheidsvisie, met hierin een aanzet voor een toekomstbeeld, thema’s, doelen en de te volgen aanpak. Deze aanpak bestaat uit de stappen: toekomstbeelden maken, beweging op gang brengen, duurzaamheid zichtbaar maken, duurzame afwegingen realiseren in gemeentelijke plannen en besluiten realiseren en communicatie. Voor het onderwerp klimaat treft u in de bijlage een nadere uitwerking van de update van het bestaande klimaatplan. 

 

2. Lokale opgave

We doen mondiaal een te groot beroep op de natuurlijke hulpbronnen van de aarde. Klimaatverandering, afname van biodiversiteit en schaarste aan natuurlijke hulpbronnen zijn serieuze problemen waar de gemeente Delft lokaal mee aan de slag is en verder wil. Het gaat hierbij om onze eigen directe leefomgeving maar ook over de impact die onze manier van leven heeft voor mensen elders in de wereld en voor latere generaties. Ook al zijn we voor een belangrijk deel afhankelijk van nationaal en internationaal beleid, we nemen als lokale overheid onze verantwoordelijkheid. Duurzaam handelen is hierbij onze leidraad. Een manier van denken die we in alles wat we doen meenemen. We willen de lokale situatie verbeteren en op deze manier ook onze bijdrage leveren aan de aanpak van de mondiale problematiek. Daarbij willen we de mensen en organisaties die in Delft wonen, werken en recreëren, betrekken. De gemeente kan het niet alleen!
 

Delft heeft een aansprekende reputatie als het gaat om milieu- en duurzaamheidsbeleid. In 1990 verscheen de eerste duurzaamheidsnota, Duurzaam Delft.  De duurzaamheidsvisie van 2000 gaf het beleid van Delft een extra impuls. Hierbij is het belangrijk dat we niet alleen laten zien wat we al doen – en omvangrijk pakket – maar vooral dat we daar helder en goed over communiceren: Duurzaam moet zichtbaar worden in Delft! Delft heeft een klimaatplan om de hoeveelheid CO2 uitstoot te reduceren, er wordt hard gewerkt aan het watersysteem voor de Delftse binnenstad, aan de vergroting van de waterbergingscapaciteit en het realiseren van veel meer groen in de leefomgeving. Ter verbetering van de lokale verkeerssituatie staat o.a. de laatste fase van het autoluw maken van de binnenstad op de planning, is als eis in de nieuwe aanbesteding voor OV opgenomen dat bussen op aardgas moeten rijden en met het fietsplan Delft wordt het fietsen gestimuleerd. Veel is in gang gezet, maar Delft kan en wil nog grotere stappen zetten. De stad heeft op basis van de eigen ervaringen met duurzaamheidsbeleid en als ondernemende stad met een enorm innovatief potentieel de mogelijkheden, technieken en instrumenten in handen om een blauwdruk voor een duurzame stad anno 2012, 2020 en 2030 neer te zetten en te realiseren. Delft wil in samenspraak en samenwerking met alle direct betrokkenen (stakeholders) verder werken aan de nieuwe duurzaamheidsvisie en duurzame ontwikkeling van de stad. De komende decennia gaan we voor de thema’s: energie en klimaatverandering, leefomgeving, natuur en water in de stad en duurzame kennisstad sprongen voorwaarts maken.

 

 

3. Kader

We kiezen als vertrekpunt voor de duurzaamheidsvisie de definitie van de VN commissie Brundtland uit 1987 die duurzame ontwikkeling omschrijft als een ontwikkeling die ‘voorziet in de behoeften van de huidige generatie, zonder het vermogen van toekomstige generaties aan te tasten om in hun eigen behoeften te voorzien’. Of, zoals prof. J. Hopkins het tijdens het World Environmental Education Congress in Durban (2007) kernachtig samenvatte: enough for all, for ever.

Sinds Brundtland is duurzame ontwikkeling op veel manieren vertaald. Een van de meest gangbare en bruikbare daarvan is duurzame ontwikkeling te zien als het realiseren van een volhoudbare balans tussen drie domeinen: people (mensen), planet (planeet), prosperity (welvaart), niet alleen hier en nu, maar ook elders in de wereld en later (volgende generaties). Het planet-domein bestaat uit de omgeving, de natuur (de aarde) en haar natuurlijke hulpbronnen die wij nodig hebben om te kunnen leven. Het prosperity-domein heeft betrekking op de verdeling van deze hulpbronnen en de welvaart die we daarmee creëren voor de mensen. Het people-domein bestaat uit de mensen en al hun behoeften, waaronder het gebruik van de natuurlijke hulpbronnen, voor bijvoorbeeld voedsel en onderdak.

 

4. Toekomstbeeld

Voordat we concrete doelen formuleren, is het van belang de vraag te beantwoorden hoe Delft eruit kan zien als we duurzaam ontwikkelen. We nemen 2030 als richtjaar, omdat we als gemeente in andere beleidsvisies ook dit jaar als ‘stip op de horizon’ nemen. 

Hieronder treft u een aanzet voor het toekomstbeeld.

 

In duurzaam Delft wordt in 2030 aanzienlijk minder energie gebruikt. De energie die we gebruiken is duurzaam opgewekt. Dat is gerealiseerd doordat alle woningen (zowel die van de corporaties als het particuliere woningbezit) optimaal geïsoleerd zijn en energiezuinige installaties en apparaten gebruiken. De corporatiewoningen zijn grotendeels aangesloten op collectieve warmtelevering, dat duurzame opgewekte warmte naar de woningen voert. Veel meer woningen dan elders in het land zijn uitgerust met zonnepanelen en andere nieuwe technieken die de energie van de zon gebruiken. Er wordt windenergie opgewekt met een groot aantal kleine, stille turbines op gebouwen en bedrijventerreinen.

 


Delft is de laatste 20 jaar verder verdicht, maar via slimme ontwerpen is de hoeveelheid openbaar groen flink gestegen zodat de stad ondanks zijn hoge dichtheid aan woningen een groene uitstraling heeft. Delft is een groene oase geworden tussen de steden Rotterdam en Den Haag, waar mensen uit alle bevolkingsgroepen en inkomensklassen graag wonen en werken. Delftenaren zijn bewust en onbewust bezig om te leven in de klimaatvriendelijke stad waaraan ze meedoen en bijdragen. Ze zijn verantwoordelijk, samen met de gemeente, om bij alle facetten van het leven ambassadeurs te worden van een klimaatvriendelijke levensstijl. Het aantal groene daken is aanzienlijk en deze zorgen er mede voor dat de stad ook in warme zomers een aangenaam klimaat kent en in de natte perioden het water langer wordt vastgehouden zodat geen wateroverlast ontstaat.

 

Natuurlijk rijden er nog auto’s rond in de stad. Maar ze zijn veel schoner geworden en bovendien wordt er in de binnenstad van Delft niet meer bovengronds geparkeerd. Langs de randen van de binnenstad is een structuur van ondergrondse parkeergarages gerealiseerd. De veiligheid op straat is in alle opzichten toegenomen. Kinderen spelen weer op straat, er zijn veel natuurlijke speelomgevingen gecreëerd. Fietsers hebben in Delft de ruimte gekregen. Veel mensen hebben de auto ingeruild voor een elektrische scooter. Een unieke ontwikkeling die mede door de innovatieve kracht van de TU Delft tot stand is gekomen.

 

Er zijn veel bedrijven in Delft die zeer succesvol duurzaam ondernemen. Deze ondernemingen zij deels de spin off van kennisinstellingen die zich meer en meer met de Delftse samenleving hebben verbonden en deze als proeftuin gebruiken voor het laten zien van hun duurzame innovatiekracht. 

 

5. Uitwerking

Hoe vertalen we deze visie op duurzame ontwikkeling en het streefbeeld dat daaruit voortkomt naar lokaal beleid en hoe zorgen we ervoor dat een en ander ook daadwerkelijk gerealiseerd wordt ?

Duurzaamheid is een van de uitgangspunten bij beleidsvorming en strekt zich uit over alle beleidsterreinen. Duurzaamheid raakt daardoor alle portefeuilles van het college.

Voor een deel is duurzaamheid al een onderdeel van beleid, denk hierbij aan : de stadsvisie, de woonvisie, de visie op het economische beleid, de jeugdvisie, het waterplan, de concept-nota voor lokaal gezondheidsbeleid, het LVVP, etc. Maar de lokale opgave die we hebben vraagt grotere stappen.

 

In de duurzaamheidsvisie formuleren we doelen om duurzame ontwikkeling structureel in te bedden in de relevante beleidsvelden. Ook benoemen we thema’s die  essentieel zijn voor de duurzame ontwikkeling van Delft. Voor deze thema’s gaan we de komende decennia sprongen voorwaarts maken om het gewenste streefbeeld binnen handbereik te brengen. De thema’s zijn zo gekozen dat ze aanvullend zijn op wat er al is of een stap verder gaan dan huidig beleid. We herhalen niet wat er al in andere plannen zit. De thema’s zijn: energie & klimaatverandering, leefomgeving, natuur & water in de stad en Delft duurzame kennisstad. Natuur- en milieucommunicatie loopt horizontaal door al deze thema’ en wordt per thema verder uitgewerkt.  In de volgende paragrafen worden de thema’s kort omschreven en de belangrijkste doelen op hoofdlijnen geformuleerd. Doelen worden eerst geformuleerd voor 2020, later volgen (tussen)doelen voor 2012 en 2020. In onderstaand schema is de structuur schematisch weergegeven.

 

 

5.1. Energieplan en klimaatverandering

Het klimaat verandert en het wordt steeds duidelijker wat de gevolgen hiervan zijn. Niet alleen in onze directe omgeving, maar vooral ook in de rest van de wereld. We zullen een grote inspanning moeten doen om de klimaatverandering te vertragen en ons voor te bereiden op de gevolgen. Delft heeft in 2003 een Klimaatplan opgesteld, maar voortschrijdend inzicht leidt ertoe de opgave waarvoor we staan drastisch aan te scherpen. Enerzijds gaat het daarbij om een aanzienlijke verdergaande reductie van de uitstoot van CO2 door energiebesparing en het inzetten van duurzame energie. Anderzijds gaat het erom ons voor te bereiden op de gevolgen van klimaatverandering (extreem droge en natte perioden, extreme hitte). Duurzaam bouwen is een integraal onderdeel van het

3 E :Klimaatplan Delft en wordt meegenomen in alle projecten. Denk hierbij aan bijvoorbeeld het nieuwe stadskantoor waarbij hoge duurzaamheids eisen gesteld worden aan bv. materiaal gebruik, flexibiliteit, binnenmilieu etc.. 

 

Doelstelling: In 2020 stoten we in Delft 30% minder CO2 uit ten opzichte van, is het aandeel duurzame energie verhoogd naar 20% van het totale Delftse energiegebruik. We realiseren ons dat we in de periode daarna nog veel verder terug moeten.

 


Te realiseren door o.a.:

  1. oprichting van het warmtebedrijf, zoals aangegeven in het klimaatplan 2003
  2. grootschalige toepassing van stedelijke windturbines, al dan niet met een grote windmolen toepassing ten westen van Delft.
  3. realiseren van een aanzienlijke energiebesparing in de bebouwde omgeving (wonen en werken) door isolatie en het gebruik van energiezuinige installaties.  
  4. realiseren van een aanzienlijke energiebesparing door bedrijven doordat  elk bedrijf in Delft alle beschikbare rendabele energiebesparende maatregelen (dwz maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar) treffen. 
  5. het stimuleren van het gebruik van zonne-energie door een vervolg te geven aan het project 100 Delfts blauwe daken.

 

Natuur en Milieucommunicatie

p.m.

 

5.2. Natuur en water in en om de stad

Natuur en water in en om de stad zijn belangrijke voorwaarden, zowel ten aanzien van klimaatbeleid als ten behoeve van de kwaliteit van de leefomgeving. Natuur en water in de stad zijn als apart hoofdthema in de duurzaamheidsvisie opgenomen met concrete doelstellingen, waarbij voor water wordt aangesloten op de doelstellingen uit het waterplan.

Er wordt aangesloten bij de plannen die op dit moment al spelen (denk daarbij bijvoorbeeld aan de aanleg van een “speeltuin nieuwe stijl”). En worden verbanden gelegd met de visies die momenteel voor o.a. de Delftse Hout en Midden Delfland worden opgesteld en het bestaande beleid op gebied van bomen, ecologie en water. Ook de verdere uitwerking van het bomenbeleid past hier in.

 

Natuur en Milieucommunicatie

p.m.

 

5.3. Leefomgeving

Een goede kwaliteit van de leefomgeving is cruciaal voor een duurzame stad. Een goede leefomgeving houdt in dat bewoners en gebruikers van de openbare ruimte hun leefomgeving als herkenbaar, prettig, schoon en aantrekkelijk ervaren, zodat ze er graag wonen, werken en verblijven. Daarbij gaat het ook om milieuaspecten, zoals veiligheidsrisico's van bedrijvigheid, geluids- en stankoverlast, luchtkwaliteit, bodemverontreiniging, (zwerf)afval en om de ruimtelijke aspecten zoals de aanwezigheid van groen nabij woonlocaties. Dit onderwerp komt bijvoorbeeld zeer sterk terug in de Ruimtelijke Structuurvisie waaraan momenteel gewerkt wordt.

 

P.M. Specifieke doelen voor de sectorale milieuthema’s formuleren en SMART maken.

 

Voor het vergroten van de leefbaarheid van de binnenstad is het doel in 2030 minder bovengrondse parkeermogelijkheden te hebben door aan de randen van de binnenstad voldoende ondergrondse voorzieningen te hebben gerealiseerd.

 

Delft gaat het fietsen in de stad verder stimuleren zoals reeds vastgesteld in het Delfts Fiets Actieplan (vastgesteld in 2005). Met het verder ontwikkelen van het openbaar vervoer, zowel in de stad als naar de omliggende gebieden, willen we realiseren dat de auto minder wordt gebruikt voor korte afstanden. 

 

Natuur en Milieucommunicatie

p.m.

 

 

5.4. Duurzame kennisstad

Delft heeft een aantal vooraanstaande kennisinstituten binnen haar grenzen, die zich ook nadrukkelijk profileren op het gebied van duurzame ontwikkeling (energie, water, bouwen, transport). Met de kennisinstellingen willen we concrete en zichtbare duurzaamheidsprojecten uitvoeren, zodat Delft een proeftuin wordt waarin de inwoners van Delft, maar ook bezoekers van buiten inspiratie kunnen opdoen. Mensen komen in de toekomst niet meer alleen naar Delft vanwege haar historische binnenstad, maar ook om Delft als voorbeeld van een Duurzame Stad te bezoeken.

 

Doelstelling: In 2030 is Delft bekend als proeftuin voor duurzaamheid, waar 30 innovatieve duurzaamheidsinitiatieven zo zichtbaar zijn dat een rondleiding langs deze initiatieven een toeristische trekpleister is geworden.

 

Tussendoel 2012 (als voorbeeld): De eerste 5 projecten van de Proeftuin voor Duurzaamheid zijn gerealiseerd. 

 

 

Natuur en Milieucommunicatie

p.m.

 

 

6. Toepassen/uitvoeren van de visie

 

Als gemeente Delft zijn we ons ervan bewust dat we een Duurzaam Delft alleen kunnen bereiken samen met partners en organisaties uit de stad (en zo nodig daarbuiten). Delft kent binnen haar grenzen vele partijen/organisaties met goede ideeën en initiatieven op duurzaamheidsgebied. De ervaring leert dat deze partijen het  enthousiasme, de kennis en de uitvoeringsmogelijkheden vaak zelf (deels) in huis hebben, maar dat er vooral behoefte is aan faciliteiten/middelen en aanvullend advies en vaardigheden. Waardoor een initiatief ook een breder bereik krijgt, met name ook richting de burgers van Delft.

De rol van de overheid veranderd: zij zal zich meer richten op het faciliteren en ondersteunen (zowel inhoudelijk, procesmatig als financieel) van initiatieven en het aangeven binnen welke kaders één en ander mag plaatsvinden. Vele organisaties kennen de gemeente nu vooral als regelgever en de onmogelijkheden die vanuit de regels voortkomen.Terwijl juist die partijen gestimuleerd moeten worden om hun initiatieven verder uit te werken en juist gekeken moet worden naar de mogelijkheden die een gemeente kan bieden.

Vanuit de subsidieverstrekkende rol biedt de gemeente de mogelijkheid om de investeringen die nodig zijn om een extra duurzaamheidstap te zetten samen te dragen. Op deze wijze worden ondernemers en organisaties (bijv. horeca en MKB) die op dit vlak hun nek uitsteken beloond.

Naast haar ondersteunende en kaderstellende rol, is ook in het verbindingen leggen tussen partijen en projecten een belangrijkere rol weggelegd voor de gemeente. 

 

6.1 Hoe gaat de gemeente deze doelen realiseren?

 

Voor het realiseren van onze doelen volgt we deze aanpak:

1.       Toekomstbeelden maken: een manier om meer grip op duurzaamheid te krijgen is ons de vraag te stellen hoe Duurzaam Delft eruit ziet. Welke beelden krijgen we als we een duurzame stad willen realiseren? Duurzaam Delft niet als utopisch beeld, maar als uitdagend toekomstperspectief waar we met zijn allen voor willen gaan. In deze duurzaamheidsvisie presenteren we een eerste schets van Duurzaam Delft, dat als blijvende en dynamische onderlegger voor het duurzaamheidsbeleid gaat fungeren.

2.       Beweging op gang brengen: in de duurzaamheidsvisie worden concrete doelen geformuleerd. Voor een deel kunnen we die realiseren door het formuleren van concrete plannen en activiteiten. Voor een ander deel weten we nog niet precies hoe we de doelen kunnen realiseren. Daarom willen we een beweging op gang brengen met alle partijen in Delft om samen te gaan werken aan een duurzame stad. Uit die beweging komen initiatieven en ideeën naar voren die we als gemeente actief gaan ondersteunen.
De beweging start met het betrekken van de direct betrokkenen bij het ontwerp van de duurzaamheidsvisie.

3.       Delft maakt duurzaamheid zichtbaar; duurzame ontwikkeling moet zichtbaar worden gemaakt door het instellen van een duurzaamheidmakelaar. De duurzaamheidmakelaar zorgt ervoor dat in samenwerking met de partners in de stad duurzaamheidprojecten zowel geïnitieerd als uitgevoerd worden, waarbij de nadruk ligt op de zichtbaarheid.

4.       Communicatie: de natuur- en milieueducatie en communicatie krijgt een prominente plaats in het duurzaamheidsdenken van Delft. Daartoe wordt in elk van de benoemde thema’s apart aandacht geschonken aan educatie en communicatie. Daarnaast wordt dwars op de thema’s een educatie en communicatieplan uitgewerkt waarin de traditionele natuur- en milieu elementen worden verbreed tot duurzaamheid en in samenhang met de duurzaamheidsvisie worden gepresenteerd.

5.       Stakeholders betrekken: met de belangrijkste stakeholders vormen we een stuurgroep die mede verantwoordelijk wordt voor de vormgeving en uitvoering van de duurzaamheidsvisie. Op deze manier worden de stakeholders nauw betrokken bij het realiseren van de visie. 

 

Maar nogmaals, de gemeente kan het niet alleen! Iedereen zal zijn steentje moeten bijdragen, ook in financiële zin. Met de bijeenkomsten rond de Duurzaamheidsvisie wordt er dan ook naar een gezamenlijke visie gestreefd. Dit moet uiteindelijk resulteren in een (levendig) uitvoeringsprogramma waaraan verschillende partijen zich conformeren/hun medewerking toezeggen. Op projectniveau moet dat zich ook vertalen in financiële afspraken en financiële en/of materiële bijdrage van partijen.

De projecten in het uitvoeringsprogramma zijn niet langer alleen de projecten van de gemeente, ook andere organisaties zijn voor de uitvoering (mede-)verantwoordelijk. Een document waarin staat vermeld met wie, op welke wijze en voor wie we samenwerken moet het resultaat zijn van dit traject van de Duurzaamheidsvisie.

 

 

7. Volgen en monitoren

In het jaarverslag wordt de voortgang en de uitvoering van de duurzaamheidsvisie gevolgd.


Bijlage 1: Update klimaatplan

 

 

1.       Inleiding

Delft heeft in 2003 een klimaatplan opgesteld. Daarin werd uitgegaan van een reductie van circa 33.000 ton CO2 ten opzichte van 1999 om in de pas te lopen met de Kyotodoelstellingen voor 2012. Inmiddels zijn door de Europese en Nederlandse overheid doelen geformuleerd voor 2020. De Nederlandse regering heeft als doelstelling een reductie van 30% CO2 in 2020 ten opzichte van 1990 geformuleerd in het programma Schoon en Zuinig. Steeds meer lokale overheden nemen deze doelstelling over of scherpen deze zelfs aan (tot klimaatneutraal, CO2 neutraal, enz.).  Delft is voornemens het Convenant of Mayors te ondertekenen en verplicht zich daarmee tot een ambitieus klimaatbeleid.

 


In onderstaande grafiek is de situatie voor Delft weergegeven. Voor 1990 is in deze grafiek hetzelfde vertrekpunt genomen als in het klimaatplan 2003-2012: 470 kton. Er is een nieuwe berekening gemaakt voor de situatie in 2007. Daarbij is onderscheid gemaakt in de sectoren huishoudens, bedrijven en verkeer en vervoer, waarbij bij verkeer en vervoer de snelwegen rondom Delft niet zijn meegenomen, omdat dat voor zover is na te gaan in 1990 ook niet is gebeurd. De reductiedoelstelling voor 2020 van 30% ten opzichte van 1990 betekent ten opzichte van de situatie in 2007 een reductie van 47%, ofwel 289 kton. Dit is een voorlopig cijfer, dat op basis van verdere analyse nog kan veranderen. 

 

 


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.       Stand van zaken

De CO2 reductiedoelstelling die in het klimaatplan 2003-2012 is opgenomen, bedroeg 33 kton. Grofweg kan gezegd worden dat deze reductie bestaat uit 15 kton door realisatie van het warmtebedrijf, 10 kton door realisatie van windturbines en de rest door het realiseren energiezuinige nieuwbouw.  De huidige stand van zaken laat zien dat het warmtebedrijf nog niet gerealiseerd is, maar dat realisatie nog steeds in de lijn der verwachting ligt. De huidige prognose is dat met het warmtebedrijf een CO2 reductie gerealiseerd wordt van circa 20 kton, met nog een optie om geothermie toe te voegen als duurzame energiebron waardoor de reductie oploopt tot 24 kton. Ten aanzien van de windturbines is gebleken dat op de belangrijke potentiële locatie geen windturbines gerealiseerd kunnen worden omdat efficiënte turbines te hoog zijn ivm aanvliegroutes van Rotterdam Airport.

De besparingen in de nieuwbouwprojecten worden gerealiseerd.

 

3. Opties aanvullende maatregelen

In deze paragraaf geven we de belangrijkste opties voor aanvullende haalbare maatregelen weer. Deze opties komen voort uit het analyseren van potentiële maatregelen op  CO2 reductie, kosteneffectiviteit en mogelijkheden voor beïnvloeding op lokaal overheidsniveau. Het zijn die maatregelen waar Delft door middel van regelgeving, medefinanciering, stimuleringsbeleid meer of minder invloed op kan uitoefenen. Om die reden treft u in de maatregelenlijst geen maatregelen aan als het schoner maken van voertuigen door CO2 normen op te leggen. Deze maatregel wordt op Europees niveau voorbereid, heeft wel effect op de Delftse CO2 balans, maar de gemeente heeft hier geen enkele invloed op, behalve het goede voorbeeld te geven door steeds de meest zuinige auto’s aan te schaffen voor het eigen wagenpark. Wat zijn vanuit deze vertrekpunten de belangrijkste maatregelen?

 


  1. energiebesparing in de bestaande woningbouw. Uit allerlei onderzoeken blijkt dat in de bestaande bebouwde omgeving nog een enorm reductiepotentieel aanwezig is. Het programma Meer met Minder waarin overheden en marktpartijen samenwerken anticipeert hierop. Als we de reductiedoelstellingen die het Programma MmM  becijfert toepassen op Delft, is hier globaal tot 2020 een reductie van circa 20 kton te realiseren[1]. Concreet betekent dit een upgrading van het programma wonen ++ waar Delft al mee bezig is.
  2. energiebesparing bedrijven. Bedrijven kunnen ook nog een forse energiebesparing realiseren door kosteneffectieve energiebesparingsmaatregelen te treffen. Dit zijn maatregelen die een terugverdientijd hebben van maximaal 5 jaar, en die bedrijven in het kader van de Wet milieubeheer al verplicht zijn te treffen. Wanneer de Delftse bedrijven deze maatregelen massaal treffen is een reductie mogelijk van circa 40 kton.
  3. Delftsblauwe daken 2; in de eerste fase van het project zijn 650 Delftse daken uitgerust met zonnepanelen. Omdat zonne-energie een van de belangrijkste energiebronnen van de toekomst is, wil Delft daarin ook blijven experimenteren en de inwoners stimuleren zonnepanelen te plaatsen. Er is een landelijke subsidieregeling regeling en we gaan onderzoeken hoe we daar zo effectief mogelijk op kunnen anticiperen. 

 

Naast bovenstaande maatregelen zullen we in de update van het klimaatprogramma nog andere maatregelen opnemen. De grote klappers voor de komende jaren zijn echter de energiebesparingsacties in de bestaande bouw en bij bedrijven. Alle andere maatregelen zijn in vergelijking hiermee marginaal. Dat wil niet zeggen dat we ze niet opnemen in de plannen, maar in eerste instantie ligt het accent op energiebesparing in de gebouwde omgeving.

 

Ten aanzien van het huidige Klimaatplan zal de rol van de gemeente Delft zich meer richting op het initiëren van processen en partnerschappen en het creëren van betrokkenheid, zowel bij het bedrijfsleven, de kennisinstituten maar ook zeker de burgers. Waarbij deze partijen ook nadrukkelijk worden aangesproken op hun financiële bijdrage (cofinanciering).

Bij de initiëren van processen en partnerschappen ligt onze blik niet alleen op Delft of Nederland,  we schromen niet om ons meer en meer in Europa te profileren als stad met hoge ambities ten aanzien van energiebesparing en klimaatverandering.

 

Wanneer we het reductiepotentieel van de hier beschreven maatregelen optellen komen we op een totaal van 80 à 100 kton, circa 3 maal de reductie die in het voorgaande klimaatplan is opgenomen.


 

4. Budget meerjarenbegroting

De financiële consequenties van de inspanningen om de CO2 reductie te verhogen worden meegenomen in de programmabegroting 2009-2012.



[1] We gaan ervan uit dat de woningen die op het warmtenet worden aangesloten, niet ook nog eens de MmM maatregelen treffen.