Koersdocument
Duurzaamheidsvisie Delft
MOTTO:
1. Inleiding
Deze
notitie is richtinggevend voor de op te stellen duurzaamheidsvisie van de
gemeente Delft. Duurzaamheid is een van de uitgangspunten bij beleidsvorming en
strekt zich uit over alle beleidsterreinen. Duurzaamheid raakt daardoor alle
portefeuilles van het college.
Het geeft u, het college van burgemeester en
wethouders en de raad(scommissie), maar ook de deelnemers aan het
ontwerpatelier (26 juni) inzicht in het proces en de gelegenheid hierin mee te
sturen. Zo kan na de zomer een breed gedragen visie vastgesteld worden. Deze
notitie bevat een eerste uitwerking van de duurzaamheidsvisie, met hierin een
aanzet voor een toekomstbeeld, thema’s, doelen en de te volgen aanpak. Deze
aanpak bestaat uit de stappen: toekomstbeelden maken, beweging op gang brengen,
duurzaamheid zichtbaar maken, duurzame afwegingen realiseren in gemeentelijke
plannen en besluiten realiseren en communicatie. Voor het onderwerp klimaat
treft u in de bijlage een nadere uitwerking van de update van het bestaande
klimaatplan.
2. Lokale opgave
Delft
heeft een aansprekende reputatie als het gaat om milieu- en
duurzaamheidsbeleid. In 1990 verscheen de eerste duurzaamheidsnota, Duurzaam
Delft. De duurzaamheidsvisie van 2000
gaf het beleid van Delft een extra impuls. Hierbij is het belangrijk dat we
niet alleen laten zien wat we al doen – en omvangrijk pakket – maar vooral dat
we daar helder en goed over communiceren: Duurzaam moet zichtbaar worden in
Delft! Delft heeft een klimaatplan om de hoeveelheid CO2 uitstoot te
reduceren, er wordt hard gewerkt aan het watersysteem voor de Delftse
binnenstad, aan de vergroting van de waterbergingscapaciteit en het realiseren
van veel meer groen in de leefomgeving. Ter verbetering van de lokale
verkeerssituatie staat o.a. de laatste fase van het autoluw maken van de
binnenstad op de planning, is als eis in de nieuwe aanbesteding voor OV
opgenomen dat bussen op aardgas moeten rijden en met het fietsplan Delft wordt
het fietsen gestimuleerd. Veel is in gang gezet, maar Delft kan en wil nog
grotere stappen zetten. De stad heeft op basis van de eigen ervaringen met
duurzaamheidsbeleid en als ondernemende stad met een enorm innovatief
potentieel de mogelijkheden, technieken en instrumenten in handen om een
blauwdruk voor een duurzame stad anno 2012, 2020 en 2030 neer te zetten en te
realiseren. Delft wil in samenspraak en samenwerking met alle direct
betrokkenen (stakeholders) verder werken aan de nieuwe duurzaamheidsvisie en
duurzame ontwikkeling van de stad. De komende decennia gaan we voor de thema’s:
energie en klimaatverandering, leefomgeving, natuur en water in de stad en
duurzame kennisstad sprongen voorwaarts maken.
3. Kader
We
kiezen als vertrekpunt voor de duurzaamheidsvisie de definitie van de VN
commissie Brundtland uit 1987 die duurzame ontwikkeling omschrijft als een
ontwikkeling die ‘voorziet in de behoeften van de huidige generatie,
zonder het vermogen van toekomstige generaties aan te tasten om in hun eigen
behoeften te voorzien’. Of, zoals prof. J. Hopkins het
tijdens het World Environmental Education Congress in Durban (2007) kernachtig
samenvatte: enough for all, for ever.
Sinds
Brundtland is duurzame ontwikkeling op veel manieren vertaald. Een van de meest
gangbare en bruikbare daarvan is duurzame ontwikkeling te zien als het
realiseren van een volhoudbare balans tussen drie domeinen: people (mensen), planet (planeet), prosperity
(welvaart), niet alleen hier en nu, maar ook elders in de wereld en later
(volgende generaties). Het planet-domein bestaat uit de omgeving, de natuur (de
aarde) en haar natuurlijke hulpbronnen
die wij nodig hebben om te kunnen leven. Het prosperity-domein heeft
betrekking op de verdeling van deze hulpbronnen en de welvaart die we daarmee creëren voor
de mensen. Het people-domein bestaat uit de mensen en al hun behoeften, waaronder het gebruik van
de natuurlijke hulpbronnen, voor bijvoorbeeld voedsel en onderdak.
4.
Toekomstbeeld
Voordat we concrete doelen formuleren, is het van
belang de vraag te beantwoorden hoe Delft eruit kan zien als we duurzaam
ontwikkelen. We nemen 2030 als richtjaar, omdat we als gemeente in andere
beleidsvisies ook dit jaar als ‘stip op de horizon’ nemen.
Hieronder treft u een aanzet voor het toekomstbeeld.
In duurzaam Delft wordt in 2030 aanzienlijk minder
energie gebruikt. De energie die we gebruiken is duurzaam opgewekt. Dat is
gerealiseerd doordat alle woningen (zowel die van de corporaties als het
particuliere woningbezit) optimaal geïsoleerd zijn en energiezuinige
installaties en apparaten gebruiken. De corporatiewoningen zijn grotendeels
aangesloten op collectieve warmtelevering, dat duurzame opgewekte warmte naar
de woningen voert. Veel meer woningen dan elders in het land zijn uitgerust met
zonnepanelen en andere nieuwe technieken die de energie van de zon gebruiken.
Er wordt windenergie opgewekt met een groot aantal kleine, stille turbines op
gebouwen en bedrijventerreinen.
Delft is de
laatste 20 jaar verder verdicht, maar via slimme ontwerpen is de hoeveelheid
openbaar groen flink gestegen zodat de stad ondanks zijn hoge dichtheid aan
woningen een groene uitstraling heeft. Delft is een groene oase geworden tussen
de steden Rotterdam en Den Haag, waar mensen uit alle bevolkingsgroepen en
inkomensklassen graag wonen en werken. Delftenaren zijn bewust en onbewust
bezig om te leven in de klimaatvriendelijke stad waaraan ze meedoen en
bijdragen. Ze zijn verantwoordelijk, samen met de gemeente, om bij alle
facetten van het leven ambassadeurs te worden van een klimaatvriendelijke
levensstijl. Het aantal groene daken is
aanzienlijk en deze zorgen er mede voor dat de stad ook in warme zomers een
aangenaam klimaat kent en in de natte perioden het water langer wordt
vastgehouden zodat geen wateroverlast ontstaat.
Natuurlijk
rijden er nog auto’s rond in de stad. Maar ze zijn veel schoner geworden en
bovendien wordt er in de binnenstad van Delft niet meer bovengronds geparkeerd.
Langs de randen van de binnenstad is een structuur van ondergrondse
parkeergarages gerealiseerd. De veiligheid op straat is in alle opzichten
toegenomen. Kinderen spelen weer op straat, er zijn veel natuurlijke
speelomgevingen gecreëerd. Fietsers hebben in Delft de ruimte gekregen. Veel
mensen hebben de auto ingeruild voor een elektrische scooter. Een unieke
ontwikkeling die mede door de innovatieve kracht van de TU Delft tot stand is
gekomen.
Er zijn veel
bedrijven in Delft die zeer succesvol duurzaam ondernemen. Deze ondernemingen
zij deels de spin off van kennisinstellingen die zich meer en meer met de
Delftse samenleving hebben verbonden en deze als proeftuin gebruiken voor het
laten zien van hun duurzame innovatiekracht.
5. Uitwerking
Hoe vertalen we deze visie op duurzame ontwikkeling
en het streefbeeld dat daaruit voortkomt naar lokaal beleid en hoe zorgen we
ervoor dat een en ander ook daadwerkelijk gerealiseerd wordt ?
Duurzaamheid
is een van de uitgangspunten bij beleidsvorming en strekt zich uit over alle
beleidsterreinen. Duurzaamheid raakt daardoor alle portefeuilles van het college.
Voor een deel is duurzaamheid al een onderdeel van
beleid, denk hierbij aan : de stadsvisie, de woonvisie, de visie op het
economische beleid, de jeugdvisie, het waterplan, de concept-nota voor lokaal
gezondheidsbeleid, het LVVP, etc. Maar de lokale opgave die we hebben vraagt
grotere stappen.
In
de duurzaamheidsvisie formuleren we doelen om duurzame ontwikkeling structureel
in te bedden in de relevante beleidsvelden. Ook benoemen we thema’s die essentieel zijn voor de duurzame
ontwikkeling van Delft. Voor deze thema’s gaan we de komende decennia sprongen
voorwaarts maken om het gewenste streefbeeld binnen handbereik te brengen. De
thema’s zijn zo gekozen dat ze aanvullend zijn op wat er al is of een stap
verder gaan dan huidig beleid. We herhalen niet wat er al in andere plannen
zit. De thema’s zijn: energie & klimaatverandering, leefomgeving, natuur
& water in de stad en Delft duurzame kennisstad. Natuur- en
milieucommunicatie loopt horizontaal door al deze thema’ en wordt per thema
verder uitgewerkt. In de volgende
paragrafen worden de thema’s kort omschreven en de belangrijkste doelen op
hoofdlijnen geformuleerd. Doelen worden eerst geformuleerd voor 2020, later
volgen (tussen)doelen voor 2012 en 2020. In onderstaand schema is de structuur
schematisch weergegeven.
5.1.
Energieplan en klimaatverandering
Het klimaat verandert en het wordt steeds duidelijker
wat de gevolgen hiervan zijn. Niet alleen in onze directe omgeving, maar vooral
ook in de rest van de wereld. We zullen een grote inspanning moeten doen om de
klimaatverandering te vertragen en ons voor te bereiden op de gevolgen. Delft
heeft in 2003 een Klimaatplan opgesteld, maar voortschrijdend inzicht leidt
ertoe de opgave waarvoor we staan drastisch aan te scherpen. Enerzijds gaat het
daarbij om een aanzienlijke verdergaande reductie van de uitstoot van CO2 door energiebesparing en het inzetten
van duurzame energie. Anderzijds gaat het erom ons voor te bereiden op de
gevolgen van klimaatverandering (extreem droge en natte perioden, extreme
hitte). Duurzaam bouwen is een integraal onderdeel van het
3 E :Klimaatplan Delft en wordt meegenomen in alle
projecten. Denk hierbij aan bijvoorbeeld het nieuwe stadskantoor waarbij hoge
duurzaamheids eisen gesteld worden aan bv. materiaal gebruik, flexibiliteit,
binnenmilieu etc..
Doelstelling: In 2020 stoten we in Delft 30% minder CO2 uit ten opzichte van, is het aandeel
duurzame energie verhoogd naar 20% van het totale Delftse energiegebruik. We
realiseren ons dat we in de periode daarna nog veel verder terug moeten. |
Te realiseren door o.a.:
Natuur en Milieucommunicatie
p.m.
5.2. Natuur
en water in en om de stad
Natuur en water in en om de stad zijn belangrijke
voorwaarden, zowel ten aanzien van klimaatbeleid als ten behoeve van de
kwaliteit van de leefomgeving. Natuur en water in de stad zijn als apart
hoofdthema in de duurzaamheidsvisie opgenomen met concrete doelstellingen,
waarbij voor water wordt aangesloten op de doelstellingen uit het waterplan.
Er wordt aangesloten bij de
plannen die op dit moment al spelen (denk daarbij bijvoorbeeld aan de aanleg
van een “speeltuin nieuwe stijl”). En worden verbanden gelegd met de visies die
momenteel voor o.a. de Delftse Hout en Midden Delfland worden opgesteld en het
bestaande beleid op gebied van bomen, ecologie en water. Ook de verdere
uitwerking van het bomenbeleid past hier in.
Natuur en Milieucommunicatie
p.m.
5.3.
Leefomgeving
Een
goede kwaliteit van de leefomgeving is cruciaal voor een duurzame stad. Een
goede leefomgeving houdt in dat bewoners en gebruikers van de openbare ruimte
hun leefomgeving als herkenbaar, prettig, schoon en aantrekkelijk ervaren,
zodat ze er graag wonen, werken en verblijven. Daarbij gaat het ook om
milieuaspecten, zoals veiligheidsrisico's van bedrijvigheid, geluids- en
stankoverlast, luchtkwaliteit, bodemverontreiniging, (zwerf)afval en om de
ruimtelijke aspecten zoals de aanwezigheid van groen nabij woonlocaties. Dit
onderwerp komt bijvoorbeeld zeer sterk terug in de Ruimtelijke Structuurvisie
waaraan momenteel gewerkt wordt.
P.M.
Specifieke doelen voor de sectorale milieuthema’s formuleren en SMART maken.
Voor het vergroten van de leefbaarheid van de
binnenstad is het doel in 2030 minder bovengrondse parkeermogelijkheden te
hebben door aan de randen van de binnenstad voldoende ondergrondse
voorzieningen te hebben gerealiseerd.
Delft
gaat het fietsen in de stad verder stimuleren zoals reeds vastgesteld in het
Delfts Fiets Actieplan (vastgesteld in 2005). Met het verder ontwikkelen van
het openbaar vervoer, zowel in de stad als naar de omliggende gebieden, willen
we realiseren dat de auto minder wordt gebruikt voor korte afstanden.
Natuur en Milieucommunicatie
p.m.
5.4. Duurzame
kennisstad
Delft heeft een aantal vooraanstaande
kennisinstituten binnen haar grenzen, die zich ook nadrukkelijk profileren op
het gebied van duurzame ontwikkeling (energie, water, bouwen, transport). Met
de kennisinstellingen willen we concrete en zichtbare duurzaamheidsprojecten
uitvoeren, zodat Delft een proeftuin wordt waarin de inwoners van Delft, maar
ook bezoekers van buiten inspiratie kunnen opdoen. Mensen komen in de toekomst
niet meer alleen naar Delft vanwege haar historische binnenstad, maar ook om
Delft als voorbeeld van een Duurzame Stad te bezoeken.
Doelstelling: In 2030 is Delft bekend als proeftuin
voor duurzaamheid, waar 30 innovatieve duurzaamheidsinitiatieven zo zichtbaar
zijn dat een rondleiding langs deze initiatieven een toeristische
trekpleister is geworden. Tussendoel 2012 (als voorbeeld): De eerste 5
projecten van de Proeftuin voor Duurzaamheid zijn gerealiseerd. |
Natuur en Milieucommunicatie
p.m.
6.
Toepassen/uitvoeren van de visie
Als
gemeente Delft zijn we ons ervan bewust dat we een Duurzaam Delft alleen kunnen
bereiken samen met partners en organisaties uit de stad (en zo nodig
daarbuiten). Delft kent binnen haar grenzen vele partijen/organisaties met
goede ideeën en initiatieven op duurzaamheidsgebied. De ervaring leert dat deze
partijen het enthousiasme, de kennis en
de uitvoeringsmogelijkheden vaak zelf (deels) in huis hebben, maar dat er
vooral behoefte is aan faciliteiten/middelen en aanvullend advies en
vaardigheden. Waardoor een initiatief ook een breder bereik krijgt, met name
ook richting de burgers van Delft.
De rol van de overheid veranderd: zij zal zich meer
richten op het faciliteren en ondersteunen (zowel inhoudelijk, procesmatig als
financieel) van initiatieven en het aangeven binnen welke kaders één en ander
mag plaatsvinden. Vele organisaties kennen de gemeente nu vooral als regelgever
en de onmogelijkheden die vanuit de regels voortkomen.Terwijl juist die
partijen gestimuleerd moeten worden om hun initiatieven verder uit te werken en
juist gekeken moet worden naar de mogelijkheden die een gemeente kan bieden.
Vanuit
de subsidieverstrekkende rol biedt de gemeente de mogelijkheid om de investeringen
die nodig zijn om een extra duurzaamheidstap te zetten samen te dragen. Op deze
wijze worden ondernemers en organisaties (bijv. horeca en MKB) die op dit vlak
hun nek uitsteken beloond.
Naast
haar ondersteunende en kaderstellende rol, is ook in het verbindingen leggen
tussen partijen en projecten een belangrijkere rol weggelegd voor de
gemeente.
6.1 Hoe gaat de gemeente deze doelen realiseren?
Voor het realiseren van onze doelen volgt we deze
aanpak:
1. Toekomstbeelden maken: een manier om meer grip
op duurzaamheid te krijgen is ons de vraag te stellen hoe Duurzaam Delft eruit
ziet. Welke beelden krijgen we als we een duurzame stad willen realiseren?
Duurzaam Delft niet als utopisch beeld, maar als uitdagend toekomstperspectief
waar we met zijn allen voor willen gaan. In deze duurzaamheidsvisie presenteren
we een eerste schets van Duurzaam Delft, dat als blijvende en dynamische
onderlegger voor het duurzaamheidsbeleid gaat fungeren.
2.
Beweging op gang brengen: in de duurzaamheidsvisie
worden concrete doelen geformuleerd. Voor een deel kunnen we die realiseren
door het formuleren van concrete plannen en activiteiten. Voor een ander deel
weten we nog niet precies hoe we de doelen kunnen realiseren. Daarom willen we
een beweging op gang brengen met alle partijen in Delft om samen te gaan werken
aan een duurzame stad. Uit die beweging komen initiatieven en ideeën naar voren
die we als gemeente actief gaan ondersteunen.
De beweging start met het betrekken van de direct betrokkenen bij het ontwerp
van de duurzaamheidsvisie.
3.
Delft maakt duurzaamheid
zichtbaar;
duurzame ontwikkeling moet zichtbaar worden gemaakt door het instellen van een
duurzaamheidmakelaar. De duurzaamheidmakelaar zorgt ervoor dat in samenwerking
met de partners in de stad duurzaamheidprojecten zowel geïnitieerd als
uitgevoerd worden, waarbij de nadruk ligt op de zichtbaarheid.
4. Communicatie: de natuur- en milieueducatie en communicatie krijgt een
prominente plaats in het duurzaamheidsdenken van Delft. Daartoe wordt in elk
van de benoemde thema’s apart aandacht geschonken aan educatie en communicatie.
Daarnaast wordt dwars op de thema’s een educatie en communicatieplan uitgewerkt
waarin de traditionele natuur- en milieu elementen worden verbreed tot
duurzaamheid en in samenhang met de duurzaamheidsvisie worden gepresenteerd.
5. Stakeholders betrekken: met de belangrijkste stakeholders
vormen we een stuurgroep die mede verantwoordelijk wordt voor de vormgeving en
uitvoering van de duurzaamheidsvisie. Op deze manier worden de stakeholders
nauw betrokken bij het realiseren van de visie.
Maar nogmaals, de gemeente
kan het niet alleen! Iedereen zal zijn steentje moeten bijdragen, ook in
financiële zin. Met de bijeenkomsten rond de Duurzaamheidsvisie wordt er dan
ook naar een gezamenlijke visie gestreefd. Dit moet uiteindelijk resulteren in
een (levendig) uitvoeringsprogramma waaraan verschillende partijen zich
conformeren/hun medewerking toezeggen. Op projectniveau moet dat zich ook
vertalen in financiële afspraken en financiële en/of materiële bijdrage van
partijen.
De projecten in het
uitvoeringsprogramma zijn niet langer alleen de projecten van de gemeente, ook
andere organisaties zijn voor de uitvoering (mede-)verantwoordelijk. Een
document waarin staat vermeld met wie, op welke wijze en voor wie we
samenwerken moet het resultaat zijn van dit traject van de Duurzaamheidsvisie.
7. Volgen en
monitoren
In het jaarverslag wordt de
voortgang en de uitvoering van de duurzaamheidsvisie gevolgd.
Bijlage 1: Update
klimaatplan
1. Inleiding
Delft
heeft in 2003 een klimaatplan opgesteld. Daarin werd uitgegaan van een reductie
van circa 33.000 ton CO2 ten opzichte van 1999 om in de pas te lopen
met de Kyotodoelstellingen voor 2012. Inmiddels zijn door de Europese en
Nederlandse overheid doelen geformuleerd voor 2020. De Nederlandse regering
heeft als doelstelling een reductie van 30% CO2 in 2020 ten opzichte van 1990
geformuleerd in het programma Schoon en Zuinig. Steeds meer lokale overheden
nemen deze doelstelling over of scherpen deze zelfs aan (tot klimaatneutraal, CO2 neutraal, enz.). Delft is voornemens het Convenant of Mayors
te ondertekenen en verplicht zich daarmee tot een ambitieus klimaatbeleid.
In
onderstaande grafiek is de situatie voor Delft weergegeven. Voor 1990 is in
deze grafiek hetzelfde vertrekpunt genomen als in het klimaatplan 2003-2012:
470 kton. Er is een nieuwe berekening gemaakt voor de situatie in 2007. Daarbij
is onderscheid gemaakt in de sectoren huishoudens, bedrijven en verkeer en
vervoer, waarbij bij verkeer en vervoer de snelwegen rondom Delft niet zijn
meegenomen, omdat dat voor zover is na te gaan in 1990 ook niet is gebeurd. De
reductiedoelstelling voor 2020 van 30% ten opzichte van 1990 betekent ten
opzichte van de situatie in 2007 een reductie van 47%, ofwel 289 kton. Dit is
een voorlopig cijfer, dat op basis van verdere analyse nog kan veranderen.
2. Stand van zaken
De
CO2 reductiedoelstelling die in het
klimaatplan 2003-2012 is opgenomen, bedroeg 33 kton. Grofweg kan gezegd worden
dat deze reductie bestaat uit 15 kton door realisatie van het warmtebedrijf, 10
kton door realisatie van windturbines en de rest door het realiseren
energiezuinige nieuwbouw. De huidige
stand van zaken laat zien dat het warmtebedrijf nog niet gerealiseerd is, maar
dat realisatie nog steeds in de lijn der verwachting ligt. De huidige prognose is dat met het warmtebedrijf een CO2 reductie gerealiseerd wordt van circa
20 kton, met nog een optie om geothermie toe te voegen als duurzame energiebron
waardoor de reductie oploopt tot 24 kton. Ten aanzien van de windturbines is
gebleken dat op de belangrijke potentiële locatie geen windturbines
gerealiseerd kunnen worden omdat efficiënte turbines te hoog zijn ivm
aanvliegroutes van Rotterdam Airport.
De
besparingen in de nieuwbouwprojecten worden gerealiseerd.
3. Opties aanvullende
maatregelen
In
deze paragraaf geven we de belangrijkste opties voor aanvullende haalbare
maatregelen weer. Deze opties komen voort uit het analyseren van potentiële
maatregelen op CO2 reductie,
kosteneffectiviteit en mogelijkheden voor beïnvloeding op lokaal
overheidsniveau. Het zijn die maatregelen waar Delft door middel van
regelgeving, medefinanciering, stimuleringsbeleid meer of minder invloed op kan
uitoefenen. Om die reden treft u in de maatregelenlijst geen maatregelen aan
als het schoner maken van voertuigen door CO2 normen op te leggen. Deze maatregel
wordt op Europees niveau voorbereid, heeft wel effect op de Delftse CO2 balans, maar de gemeente heeft hier
geen enkele invloed op, behalve het goede voorbeeld te geven door steeds de
meest zuinige auto’s aan te schaffen voor het eigen wagenpark. Wat zijn vanuit
deze vertrekpunten de belangrijkste maatregelen?
Naast
bovenstaande maatregelen zullen we in de update van het klimaatprogramma nog
andere maatregelen opnemen. De grote klappers voor de komende jaren zijn echter
de energiebesparingsacties in de bestaande bouw en bij bedrijven. Alle andere
maatregelen zijn in vergelijking hiermee marginaal. Dat wil niet zeggen dat we
ze niet opnemen in de plannen, maar in eerste instantie ligt het accent op
energiebesparing in de gebouwde omgeving.
Ten
aanzien van het huidige Klimaatplan zal de rol van de gemeente Delft zich meer
richting op het initiëren van processen en partnerschappen en het creëren van
betrokkenheid, zowel bij het bedrijfsleven, de kennisinstituten maar ook zeker
de burgers. Waarbij deze partijen ook nadrukkelijk worden aangesproken op hun
financiële bijdrage (cofinanciering).
Bij
de initiëren van processen en partnerschappen ligt onze blik niet alleen op
Delft of Nederland, we schromen niet om
ons meer en meer in Europa te profileren als stad met hoge ambities ten aanzien
van energiebesparing en klimaatverandering.
Wanneer
we het reductiepotentieel van de hier beschreven maatregelen optellen komen we
op een totaal van 80 à 100 kton, circa 3 maal de reductie die in het voorgaande
klimaatplan is opgenomen.
4. Budget
meerjarenbegroting
De
financiële consequenties van de inspanningen om de CO2 reductie te verhogen worden meegenomen
in de programmabegroting 2009-2012.
[1] We gaan ervan uit dat de woningen die op het warmtenet worden aangesloten, niet ook nog eens de MmM maatregelen treffen.