Geacht college,

 

Op 29 november jl. heeft de gemeenteraad een aantal wijzigingen van de Algemene Plaatselijke Verordening voor Delft (APV) vastgesteld

(stuk 20345645) die per 1 januari 2008 in werking zullen treden. 

 

Artikel 5.2.2 APV

Eén van genoemde wijzigingen betreft artikel 5.2.2, eerste lid APV. In dit artikel, waar het verbod op venten zonder vergunning is geregeld, is nu met de laatste wijziging van de APV bepaald dat onder dit verbod ook het om niet uitreiken van goederen, waaronder samples, valt. 

 

De reden van deze wijziging is gelegen in de wens om het gratis uitdelen van chips e.d. tegen te gaan, kennelijk vanuit gezondheidsredenen, met het oog op het voorkomen van vervuiling op straat door achtergelaten chipszakjes en mogelijk het voorkomen van hinder vanwege het uitdelen temidden van een drukte door winkelend publiek.

 
Algemene Plaatselijke Verordening (APV)

Met de wijziging van artikel 5.2.2, eerste lid APV, wordt het kennelijke doel slechts in beperkte mate bereikt. Immers in de praktijk gaat het bij het uitdelen van samples in de meeste gevallen om het maken van reclame, zodat niet de APV, maar de Reclameverordening van toepassing is.

 

De APV is alléén dan van toepassing als er sprake is van het in de uitoefening van handel gratis uitdelen van goederen of diensten en er géén sprake is van het maken van reclame. Ook is er dan geen directe, meteen zichtbare link met de promotie van goederen of diensten. Deze gevallen zullen naar verwachting nauwelijks voorkomen.

 

 
Reclameverordening

Uit de praktijk blijkt dat er bij het gratis uitdelen van goederen en diensten nagenoeg altijd sprake is van het maken van reclame, bijvoorbeeld door het uitdelen van tempo-zakdoekjes, venco-dropjes, zakjes chips, hondenvoer, blikjes limonade, yakult, cruesli of chocomel. Artikel 3.11 van de Reclameverordening wordt dan van toepassing geacht en op grond van het eerste lid van dat artikel moet er op aanvraag vergunning worden verleend als er geen weigeringsgrond van toepassing is. Vakteam Verguningen & Ontheffingen zal dergelijke aanvragen, ook na 1 januari 2008, afhandelen op grond van de Reclameverordening. Overigens vinden we regelgeving over samplen ook in andere gemeenten, zoals Den Haag, terug in de bepalingen over het maken van reclame.

 

Aanwijzen van wegen 

Samplingacties vinden in de praktijk zeer regelmatig plaats in en voor de Jacob Gerritstraat. Juist op die smalle en drukke doorgangsroute van en naar de Markt, worden dit soort acties doorgaans, en meer dan op andere locaties, als hinderlijk ervaren. U kunt voorkomen dat samplingacties worden gehouden op locaties waar dit, gezien de feitelijke situatie ter plaatse, ongewenst is. U wordt voorgesteld te bepalen dat bepaalde wegen of weggedeelten kunnen worden aangewezen als weg waarvoor geen vergunning voor het houden van een samplingactie kan worden verleend. Aanwijzing vindt dan plaats middels een uitvoeringsbesluit bij de Reclameverordening.

 
Opruimplicht al geregeld

Degene aan wie thans een samplingvergunning o.g.v. de Reclameverordening wordt verleend, is verplicht de in gebruik te nemen grond schoon achter te laten. Dit was al expliciet als voorwaarde aan de vergunning verbonden. Daarbij wordt de mededeling gedaan dat als dit wordt nagelaten, de gemeente dit zal uitvoeren en de kosten daarvoor in rekening kan brengen.

 

Voorstel wijziging Reclameverordening

Voorgesteld wordt de tekst van artikel 3.11 als volgt aan te passen, zodat het college wegen of weggedeelten kan aanwijzen waarvoor het niet mogelijk is een samplingvergunning te verlenen.

 

Verder wordt u gewezen op het feit dat met de huidige formulering van artikel 3.11 ten onrechte de indruk kan worden gewekt dat er alleen sprake is van een samplingcampagne als er een standplaats wordt ingenomen. U wordt voorgesteld het artikel als volgt te wijzigen, om tot een juiste juridische formulering te komen.

 

 

Artikel 3.11 luidt nu als volgt:

1.  Het is verboden zonder vergunning van het college op of aan de weg een reclamecampagne te houden door met een voertuig, een kraam, een tafel of enig ander middel goederen aan te prijzen, te verstrekken, aan te bieden om niet, uit te stallen op of andere wijze reclame te maken voor deze goederen.

2.  Een vergunning als bedoeld in het eerste lid kan worden geweigerd:

a.  in het belang van de voorkoming of beperking van overlast;

b.  in het belang van de openbare orde;

c.   in het belang van de verkeersveiligheid;

d.   in het belang van de bescherming van het uiterlijk ten aanzien van de

     omgeving.

 

Artikel 3.11 nieuwe tekst:

1.  Het is verboden zonder vergunning van het college op of aan de weg reclame

     maken door, al dan niet met een voertuig, kraam, tafel of enig ander middel,

     goederen aan te prijzen, te verstrekken, aan te bieden om niet, uit te stallen of

     op andere wijze reclame te maken voor deze goederen.

2.  Een vergunning als bedoeld in het eerste lid kan niet worden verleend voor als  

     zodanig door het college aangewezen wegen of weggedeelten.

3.  Een vergunning als bedoeld in het eerste lid moet worden geweigerd:

a.  in het belang van de voorkoming of beperking van overlast;

b.  in het belang van de openbare orde;

c.   in het belang van de verkeersveiligheid;

d.   in het belang van de bescherming van het uiterlijk ten aanzien van de

omgeving.

 

Tevens is gebleken dat de omschrijving van het begrip “reclame”, zoals weergegeven in artikel 1.1, derde lid van de Reclameverordening niet de lading dekt van hetgeen in de verordening is geregeld. Voorgesteld wordt om de huidige beschrijving:

 

“Reclame”:

elke vorm van openbare aanprijzing om de afzet van goederen of diensten te

bevorderen, overgebracht door middel van een aanduiding, opschrift, aankondiging,

mededeling, uitbeelding, afbeelding of projectie, voor zover deze vanaf een

openbare land-, water-, of spoorweg of vanaf een andere voor het publiek

toegankelijke plaats zichtbaar is en voor zover deze geen betrekking heeft op de

vrijheid van meningsuiting als bedoeld in artikel 7  van de Grondwet.

 

te vervangen door:

 

“Reclame”:

elke vorm van openbare aanprijzing om de afzet van goederen of diensten te

bevorderen, overgebracht door middel van een aanduiding, opschrift, aankondiging,

mededeling, uitbeelding, afbeelding, projectie of object of door het uitdelen of

verstrekken van goederen of diensten, voor zover dit vanaf een openbare land-,

water-, of spoorweg of vanaf een andere voor het publiek toegankelijke plaats

zichtbaar is en voor zover dit geen betrekking heeft op de vrijheid van

meningsuiting als bedoeld in artikel 7 van de Grondwet.

 

 

Tenslotte blijkt in artikel 3.2, elfde lid een verwijzing te staan naar oud-artikel 17, de tekst dient aangepast te worden. Voorgesteld wordt om de huidige tekst:

 

Het reclamebord mag niet rond of aan verkeerstekens, verkeerslichten, HTM-masten of andere masten of palen worden geplaatst, met uitzondering van reclameborden als bedoeld in artikel 17.

 

te vervangen door:

 

Het reclamebord mag niet rond of aan verkeerstekens, verkeerslichten, HTM-masten of andere masten of palen worden geplaatst, behoudens het gestelde in artikel 3.5 en 3.6.

 

 

Met vriendelijke groet,

 

 

 

A.B. Geerling,

Vakteamhoofd Vergunningen & Ontheffingen.