Raadsvoorstel

 

Aan de gemeenteraad

 

Van                 : college van B&W[JMP1] 

Datum              : 26 augustus 2008

Pfh.                 : Lian Merkx / Anne Koning            

Steller              : Peter Rommens

tel.nr.               : 260 2107            

e-mail               : prommens@delft.nl

Programma        : Milieu & Duurzame Ontwikkeling

Registratie nr.     : 378906

Stuk                 : 

 

Onderwerp     : Second opinion m.e.r. beoordeling

 

Gevraagde beslissing:

1.               Kennis te nemen van de door de Raad gevraagde second opinion m.e.r.-beoordeling.

2.               Het college op te dragen een startnotitie voor een m.e.r.-procedure voor te bereiden.

3.               Hiervoor een voorbereidingsbudget ter beschikking te stellen van € 50.000, te dekken uit de post onvoorzien.

4.               De financiële consequenties te verwerken in de 59e begrotingswijziging van 2008

 

 

Samenvatting

In de door de raad gevraagde second opinion m.e.r. beoordeling TU/TNO gebied wordt geconcludeerd dat er geen garantie valt te bieden dat de door de gemeente Delft gehanteerde invulling van het begrip woning, inhoudend dat een studenteneenheid als 0,5 woning geldt, toelaatbaar wordt geacht. Dit betekent  dat het toepassen van het begrip woningequivalent risico’s met zich meebrengt in de vaststellingsprocedures van bestemmingsplannen. Voorgesteld wordt om  een startnotitie voor een m.e.r.-procedure voor te bereiden voor een nog te bepalen samenhangend gebied in het zuidoostelijk kwadrant van Delft. De raad dient daarvoor te zijner tijd als bevoegd gezag aan het college als initiatiefnemer op te dragen een m.e.r.-procedure starten, middels de thans voor te bereiden startnotitie.

 

1.       Aanleiding

De raad heeft op 23 april 2008 het college opgedragen op bepaalde aspecten van de m.e.r.-beoordeling een second opinion te laten uitvoeren. In samenspraak met het presidium heeft het college deze vragen neergelegd bij een specialist op het gebied van m.e.r.- wetgeving. De second opinion geeft aan  dat er geen garantie valt te bieden dat de door de gemeente Delft gehanteerde invulling van het begrip woning, inhoudend dat een studenteneenheid als 0,5 woning geldt, toelaatbaar wordt geacht. Dit betekent  dat het hanteren van het begrip woningequivalent leidt tot een  risico in het vaststellingstraject van bestemmingsplannen en andere ruimtelijke besluiten.

 

2.       Bevoegdheid

Een milieueffectrapportage (m.e.r.) is een instrument om het milieubelang een volwaardige plaats te geven in de besluitvorming. Een m.e.r. wordt doorlopen voor activiteiten die mogelijk belangrijke nadelige gevolgen hebben voor het milieu. Een besluit m.e.r.-(beoordeling) vindt plaats over de te nemen besluiten. In dit geval dient de raad te besluiten of een m.e.r. noodzakelijk is om het milieubelang volwaardig mee te nemen in de besluitvorming rondom de bestemmingsplannen in een nog te bepalen samenhangend gebied in het zuidoostelijk kwadrant van Delft. De Raad is voor het vaststellen van de bestemmingsplannen het bevoegd gezag en is daarmee ook het bevoegd gezag voor de m.e.r.-(beoordeling). In een m.e.r.-procedure is het college de initiatiefnemer van de activiteiten en daarmee verantwoordelijk voor het starten van de procedure. In dit voorstel vraagt het college aan de raad opdracht tot het voorbereiden van een  startnotitie voor een m.e.r.-procedure voor een nog te bepalen samenhangend gebied in het zuidoostelijk kwadrant van Delft.

 

3.       Historie / relatie met eerdere besluiten/ proces

Op 23 april 2008 heeft de raad besloten op basis van de aanmeldingsnotitie van DHV om voor het gebied TU/TNO-gebied en deel Schie-oevers geen m.e.r.-procedure te starten. De raad heeft het college tegelijkertijd opgedragen een second opinion te laten uitvoeren op een aantal specifieke aspecten.

 

4.       Wat willen we bereiken? (Beoogd effect)

In het maken en vaststellen van bestemmingsplannen en andere ruimtelijke plannen dient het milieubelang voldoende meegewogen te worden in de besluitvorming. Een m.e.r.-procedure is daarvoor een wettelijk instrument. Voor een m.e.r.-procedure geeft het Besluit milieueffectrapportage 1994 en de handleiding ‘afwegen en oordelen, een handreiking voor de m.e.r.-beoordelingsplicht (1999)’ een aantal drempelwaarden, waarboven de inzet van dit instrument verplicht is. In voornoemde aanmeldingsnotitie van DHV, d.d. 23 april 2008 zijn voor het TU/TNO en deel Schie-oevers gebied  de drempelwaarden voor woningbouw van toepassing verklaard. Wat betreft de realisatie van woningen geldt hierbij een m.e.r.-plicht indien het meer dan 4.000 woningen betreft, en een m.e.r.-beoordelingsplicht tussen 2.000 en 4.000 woningen. Aangezien het in dit gebied grotendeels studentenhuisvesting betreft is in de aanmeldingsnotitie en de toelichtende brief aan de raad van 21 april 2008 uiteengezet dat studenteneenheden beschouwd worden als 0,5 woning(equivalent). Op basis van het daaruit volgende bouwvolume is een m.e.r.-beoordeling uitgevoerd en vastgelegd in de aanmeldingsnotitie. De conclusie van de aanmeldingsnotitie was dat er geen zwaarwegende milieugevolgen zijn die aanleiding geven tot het opstarten van een m.e.r.-procedure.

 

In de besluitvorming is veel aandacht geweest voor het gehanteerde begrip “woningequivalent”. De raad heeft het college ook opgedragen om hieromtrent een second opinion te laten uitvoeren. De conclusie van de second opinion is  dat er geen garantie valt te bieden dat de door de gemeente Delft gehanteerde invulling van het begrip woning, inhoudend dat een studenteneenheid als 0,5 woning geldt, toelaatbaar wordt geacht.

Deze conclusie is mede gebaseerd op jurisprudentie; in dit geval een impliciete uitspraak betreffende het bestemmingsplan Eenhoorn (Amsterdam) waarbij het ging om onzelfstandige woningen voor seniorenhuisvesting. Daarnaast is het Besluit milieueffect rapportage een zelfstandige regeling waarbij dus geen relatie kan worden gelegd met het begrip woningequivalent is andere wet- en regelgeving of beleidsvelden.

 

5.       Wat gaan we daarvoor doen? (Oplossingsrichtingen / kanttekeningen)

Voorgesteld wordt om ten behoeve van  nog vast te stellen bestemmingsplannen in een nog te bepalen samenhangend gebied in het zuidoostelijk kwadrant van Delft een startnotitie voor een m.e.r.-procedure voor te bereiden.

 

6.       Wat mag het kosten? (Financiële paragraaf)

De kosten voor het doorlopen van een m.e.r.-procedure zijn nog niet nauwkeurig in beeld gebracht. De inschatting is een bedrag van ca. € 350.000 - 400.000. De kosten voor de voorbereiding van een startnotitie bedragen ca. € 50.000. Na de startnotitie is ook nauwkeuriger bekend wat de totale kosten zijn voor de m.e.r.-procedure. Op dit moment wordt dus een voorbereidingsbudget van € 50.000 gevraagd.

 

7.       Communicatie

De procedure en besluiten worden meegenomen in nog nader te bepalen diverse communicatie activiteiten, zoals nieuwsbrieven, informatie avonden etc. Een m.e.r.-procedure omvat een aantal formele inspraakmomenten.

 

8.       Verdere procedure

Het college zal de voorbereidingen treffen om voor een nog te bepalen samenhangend gebied in het zuidoostelijk kwadrant van Delft een startnotitie m.e.r.-procedure op te stellen.

 

Op basis van de uitkomsten van de second opinion zal het college het bestemmingsplan TU-Midden niet in september 2008 ter vaststelling aan de raad voorleggen.

 

Mogelijke gevolgen voor de woningbouwproductie en de daaraan gekoppelde BLS subsidie worden op dit moment in kaart gebracht. Wij komen hier binnenkort op terug.

 

Bijlagen:

·       Second opinion Beoordeling m.e.r.-plicht vanwege de voorgenomen woningbouw TU-Midden, TU-Noord, TNO-Zuidpolder, en een deel Schie-oevers (Katinka Jesse augustus 2008)

 

 

Hoogachtend,

 

Het college van burgemeester en wethouders van Delft,

 

 

mr. drs. G.A.A. Verkerk                   ,burgemeester.

 

 

mr. drs. H.G.L.M. Camps                  ,secretaris.

 

 


Raadsbesluit

 

 

Datum              : [25-09-2008]

Registratie nr.     : [378906]

Stuk                 : [Wordt ingevuld door Griffie]                           

 

Onderwerp         : Second opinion m.e.r. beoordeling

 

 

De raad van de gemeente Delft;

 

Gelezen het voorstel van het college van 26/08/2008;

 

BESLUIT:

 

  1. Kennis te nemen van de door de Raad gevraagde second opinion m.e.r.-beoordeling TU/TNO-gebied en deel Schie-oevers.
  2. Het college op te dragen een startnotitie voor een m.e.r.-procedure voor te bereiden.
  3. Hiervoor een voorbereidingskrediet ter beschikking te stellen van € 50.000, te dekken uit de post onvoorzien.
  4. De financiële consequenties te verwerken in de 59e begrotingswijziging van 2008.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 25 september 2008.

 

 

                   ,burgemeester.

 

 

 

                   ,griffier.

 


Pagina: 1
 [JMP1]In de meeste gevallen betreft dit het college van B&W, In sommige gevallen kan een voorstel ook afkomstig zijn van het presidium