Van : college van B&W[JMP1]
Datum :
8 april 2008
Pfh. : (LM) L. Merkx[JMP2],
(AK) Anne Koning
Steller : Peter Rommens[JMP3]
tel.nr. : 260 2107[JMP4]
e-mail :
prommens@delft.nl[JMP5]
Programma : Milieu en duurzame ontwikkeling[JMP6]
Registratie nr. : 348766
Stuk : 71 I
Onderwerp :
m.e.r.-beoordeling TU/TNO gebied[JMP7]
en deel Schie-oevers
Gevraagde
beslissing:
1.
In te stemmen met de Aanmeldingsnotitie
m.e.r.-beoordeling TU-Midden, TU-Noord, TNO-Zuidpolder en deel Schieoevers
(DHV, maart 2008).[JMP8]
2.
Op basis daarvan te besluiten dat de
milieubelangen voldoende zijn meegenomen in de relevante (Ontwerp)
Bestemmingsplannen en een m.e.r.-procedure daar geen meerwaarde in biedt en
derhalve geen besluit-m.e.r. procedure te volgen.
3.
De aanmeldingsnotitie inclusief dit besluit
tegelijkertijd met het Ontwerp Bestemmingsplan TU-Midden ter inzage te leggen
en te publiceren in de Nederlandse Staatscourant.
Voor de gezamenlijke ontwikkelingen TU/TNO Zuidpolder
terrein en oostelijk deel Schie-oevers geldt op basis van het mogelijk gemaakte
en thans mogelijk te maken bouwvolume een m.e.r.-beoordelingsplicht voor de te
nemen ruimtelijke besluiten. Hiervoor laat de hiervoor opgestelde
aanmeldingnotitie zien dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die
aanleiding geven tot het opstarten van een m.e.r.. Een m.e.r. biedt geen
meerwaarde ten opzichte van de milieubeoordelingen in de individuele
bestemmingsplannen.[JMP9]
1. Aanleiding
Voor het gebied TU-Midden is het
ontwerpbestemmingsplan vrijwel gereed. Het ontwerp-bestemmingsplan wordt door
het college van burgemeesters en wethouders ter inzage gelegd. Ten opzichte van
het voorontwerp-bestemmingsplan is het bouwprogramma in dit gebied toegenomen.
Verder zijn er inmiddels plannen voor een behoorlijke woningontwikkeling op het
TNO-Zuidpolder terrein en is er zicht op ontwikkelingen op het terrein Nieuwe
haven op Schie-oevers. Vanwege de toename van het bouwprogramma in de
betreffende gebieden en de mogelijke geografische samenhang tussen deze
gebieden en het plangebied van het reeds goedgekeurde bestemmingsplan TU-Noord,
heeft de gemeente het initiatief genomen om te bekijken in hoeverre een van de
bestemmingsplannen of een combinatie van meerdere m.e.r.-(beoordeling)plichtig
is.
2. Bevoegdheid
Een milieueffectrapportage (m.e.r.) is een
instrument om het milieubelang een volwaardige plaats te geven in de
besluitvorming. Een m.e.r. wordt doorlopen voor activiteiten die mogelijk
belangrijke nadelige gevolgen hebben voor het milieu. In dit geval of er dus
sprake is van goede ruimtelijke ordening.
Een m.e.r.-(beoordeling)
vindt plaats over de te nemen besluiten. In dit geval dient de raad te
besluiten of een m.e.r. noodzakelijk is om het milieubelang volwaardig mee te
nemen in de besluitvorming rondom de diverse (ontwerp)bestemmingsplannen TU/TNO
gebied en deel Schie-oevers. De Raad is voor het vaststellen van de
bestemmingsplannen het bevoegd gezag en is daarmee ook het bevoegd gezag voor
de m.e.r.-(beoordeling).
3. Historie
/ relatie met eerdere besluiten/ proces
Ten behoeve van een m.e.r.-(beoordeling) is uit
jurisprudentie vast te stellen dat de plangebieden TU-Noord, TU-Midden,
TNO-Zuidpolder, een deel van Schie-oevers en Technopolis beschouwd dienen te
worden als één aaneengesloten gebied. Met name de verkeersstructuur is de
verbindende factor tussen deze gebieden. Voor Technopolis heeft de gemeente
Delft in 2003 reeds een m.e.r.-procedure doorlopen en dit gebied wordt dus in
de beschouwing niet meegenomen.
De omvang van de
ontwikkelingen in het gebied, zowel woningbouw als bedrijfsoppervlak
(stadsproject), maken de plannen m.e.r.-beoordelingsplichtig. Deze
m.e.r.-beoordeling dient te gelden voor de hieronder genoemde
bestemmingsplangebieden en voor toekomstige ontwikkelingen binnen het gebied.
Dit betreft:
-
Bestemmingsplan TU-Noord (Noordelijke Wippolder;
vastgesteld 19 april 2007).
-
Ontwerp bestemmingsplan TU-Midden (door B&W
vrij te geven voor inspraak op 9 mei 2008).
-
Bestemmingsplan TNO Zuidpolder (vastgesteld 31 maart
2005) en het nieuw te maken bestemmingsplan TNO Zuidpolder.
-
Ontwikkelingsplan Gelatine (28 oktober 2004).
-
Te maken voorontwerp bestemmingsplan Schie-oevers
(deel ten oosten van Schie)
4. Wat
willen we bereiken? (Beoogd effect)
In het maken en vaststellen van bestemmingsplannen
en andere ruimtelijke plannen dient het milieubelang voldoende meegewogen te
worden in de besluitvorming. Daarbij wordt afgewogen of een volledige m.e.r.
voor de belangrijkste milieuthema’s een meerwaarde biedt ten opzichte van de
reeds bekend zijnde informatie en gemaakte afwegingen. Er is verder gekeken of
er sprake is van bijzondere omstandigheden die het doorlopen van een m.e.r.
wenselijk maken.
5. Wat
gaan we daarvoor doen? (Oplossingsrichtingen / kanttekeningen)
De afgelopen periode is allereerst bekeken of de
plannen m.e.r.- of m.e.r.-beoordeling-plichtig zijn. Er zijn geen directe
wettelijke gronden waarop een m.e.r.-plicht bestaat. Gezien de grootte van het
bouwprogramma woningen valt deze ook onder de drempelwaarde van 4.000 woningen
en is het besluit niet m.e.r.-plichtig. Aangezien het woningbouwprogramma boven
2.000 ligt en het programma utiliteit incl. parkeervoorzieningen boven 200.000
m2 bvo kan uitkomen geldt een m.e.r.-beoordelingsplicht.
De m.e.r.-beoordeling bekijkt
of alsnog een m.e.r.-procedure noodzakelijk is op basis van de potentieel te
verwachten milieu-effecten. Dit betreft de belangrijke milieuthema’s (effecten
van verkeer) lucht en geluid, water, ecologie, externe veiligheid en
cultuurhistorie verwerkt. In de m.e.r.-beoordeling is met name gekeken of een
m.e.r. voor het gehele gebied een meerwaarde zou bieden boven de reeds in het
kader van de bestemmingsplannen uitgevoerde milieu-onderzoeken.
De bijgevoegde Aanmeldingsnotitie
m.e.r.-beoordeling TU-Midden, TU-Noord, TNO-Zuidpolder en deel Schieoevers
(DHV, maart 2008) beschrijft zowel de afweging m.e.r.(beoordelings)-plicht
als de mogelijke milieugevolgen. Uit de analyse van de milieugevolgen blijkt
dat deze voldoende in beeld zijn gebracht. Bij de toetsing voldoen of zullen de
plannen moeten voldoen aan de daarvoor geldende sectorale wet- en regelgeving.
De milieubelangen zijn in de individuele bestemmingsplannen meegenomen en een
m.e.r. over het gehele gebied zal geen ander beeld geven. Met andere woorden:
een m.e.r. voor het gehele gebied TU/TNO/deel Schie-oevers heeft geen
meerwaarde. De raad wordt gevraagd vast te stellen dat op basis van de
m.e.r.-beoordeling, zoals weergegeven in de aanmeldingsnotitie, voor dit gebied
geen verdere m.e.r.-procedure te volgen.
6. Wat
mag het kosten? (Financiële paragraaf)
Er zijn geen financiële consequenties.
7. Communicatie
Het besluit dient ter inzage te liggen en
gepubliceerd te worden in de Nederlandse Staatscourant. Tegen het besluit zelf
kan geen bezwaar gemaakt worden. Er kunnen wel zienswijzen en bedenkingen
worden ingediend tegen de bestemmingsplannen waarop de m.e.r.-beoordeling
betrekking heeft.
De
procedure en besluiten vanuit de m.e.r.-beoordeling worden meegenomen in de
diverse communicatie activiteiten TU/TNO gebied en Schie-oevers (nieuwsbrief,
informatie avonden etc).
8. Verdere
procedure
De aanmeldingsnotitie inclusief dit besluit
tegelijkertijd met het Ontwerp Bestemmingsplan TU-Midden ter inzage te leggen.[JMP10]
Bijlagen:
·
Aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordeling
TU-Midden, TU-Noord, TNO-Zuidpolder en deel Schieoevers (DHV, maart 2008)
Datum : 23 april 2008[JMP11]
Registratie nr. : 348766
Stuk : 71 II
Onderwerp :
besluit m.e.r.-procedure TU/TNO gebied en deel Schie-oevers[JMP12]
De raad van de gemeente Delft;
Gelezen het voorstel van het college van 8 april
2008
BESLUIT:
-
Voor de totale ontwikkeling TU/TNO gebied en deel
Schie-oevers wordt geen m.e.r.-procedure gevolgd.
-
Dit besluit inclusief de aanmeldingsnotitie
tegelijkertijd met het Ontwerp Bestemmingsplan TU-Midden ter inzage te leggen
en te publiceren in de Nederlandse Staatscourant.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering
van 23 april 2008.
Pagina:
1
[JMP1]In de meeste gevallen
betreft dit het college van B&W, In sommige gevallen kan een voorstel ook
afkomstig zijn van het presidium
Pagina:
1
[JMP2]Hier komen de
initialen en achternaam van de betreffende portefeuillehouder te staan
Pagina:
1
[JMP3] Hier vul je de naam
van de steller van het stuk in. Raadsleden kunnen contact opnemen met deze
persoon over (technisch) inhoudelijke vragen.
Pagina:
1
[JMP4]Hier staat het
telefoonnummer van de steller van het voorstel.
Pagina:
1
[JMP5] Het e-mail adres van
de steller zodat een raadslid evt per mail contact op kan nemen.
Pagina:
1
[JMP6]Hier komt de naam te
staan van het betreffende programma uit de programmabegroting
Pagina:
1
[JMP7]Hier komt in zeer
korte bewoordingen (max. 3 –4 woorden)het onderwerp te staan. Het gaat om het
onderwerp en niet om de procedure, omdat soms slechts onderdelen die voorliggen
bij het college doorgeleid worden naar de raad
Dus niet “evaluatie en vaststellen nieuwe legesverordening” maar
“vaststellen legesverordening” Dit is in principe de titel die ook op het
besluitvormingsformulier staat.
Pagina:
1
[JMP8]Hier komen puntsgewijs
te staan waar de gemeenteraad een besluit over dient te nemen in de vorm van
beslispunten. Feitelijk gaat het hier om de afronding/conclusie van het
voorstel. Alle besluiten die de raad moet nemen worden hier opgenomen. Het gaat
alleen om die beslispunten waar de raad toe bevoegd is, bijvoorbeeld het
vaststellen van kaders (nieuw beleid) of begrotingswijzigingen.
Deze beslispunten komen ook in het Raadsbesluit te staan die separaat wordt bijgevoegd.
Pagina:
1
[JMP9]Onder dit kopje wordt
in één korte alinea / een paar regels een zelfstandig leesbare samenvatting
opgenomen. Hieruit moet iedere lezer (raadslid en burger) direct opmaken waar
het onderwerp overgaat en wat er globaal wordt gevraagd. Deze samenvatting
wordt in de toekomst gebruikt voor publicatie in de stadskrant en op de agenda
van de raad geplaatst. Daarom dient iedere burger deze alinea te kunnen
begrijpen.
Pagina:
1
[JMP10]Hier worden
aangegeven welke toekomstige besluiten door wie genomen moeten / kunnen worden.
Pagina:
1
[JMP11]Dit betreft de datum
van de vergadering de gemeenteraad.
Pagina:
1
[JMP12]Hier komt in zeer
korte bewoordingen (max. 3 –4 woorden)het onderwerp te staan. Het gaat om het
onderwerp en niet om de procedure, omdat soms slechts onderdelen die voorliggen
bij het college doorgeleid worden naar de raad
Dus niet “evaluatie en vaststellen nieuwe legesverordening” maar
“vaststellen legesverordening” Dit is in principe de titel die ook op het
besluitvormingsformulier staat.