Geweld achter de voordeur of huiselijk geweld is een onderwerp waar tot voor kort weinig aandacht aan besteed werd. Huiselijk geweld is ook nog steeds een onderschat probleem. Landelijk komt daar nu verandering in. Tot nu toe beschouwde de samenleving en de politiek het vooral als een relatieprobleem tussen partners waarbij hooguit de hulpverlening een oplossing kon bieden. Het ingrijpen van politie en justitie stuit bovendien op juridische barrières: er is zelden sprake van “heterdaad” en in tegenstelling tot straatgeweld zijn bij huiselijk geweld meestal geen getuigenverklaring van derden. Er zijn veranderingen te bespeuren in de terughoudendheid van politie en justitie en er wordt steeds meer naar samenwerking gezocht tussen politie en hulpverlening. Ook in Delft is dit onderwerp actueel. De PvdA-fractie heeft onlangs een aantal aanbevelingen op dit terrein gedaan en het college verzocht over dit onderwerp een meningsvormende discussie te organiseren.
Onder huiselijk geweld verstaan we: alle vormen van herhaaldelijk lichamelijk, psychisch en sexueel geweld en verwaarlozing die plaatsvindt in de context van de privé-sfeer en waarbij betrokkenen in een familiale verhouding staan of hebben gestaan.
Het gaat om het geweld dat gepleegd is door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer zoals de (ex-)partner, gezins- of familielid, huisvriend(-in). Ook geweld binnen (ex-)relaties dat zich buitenshuis afspeelt valt daarmee onder de definitie.
De mechanismen die thuisgeweld veroorzaken en in stand houden zijn complex. Naast factoren die verankerd liggen in de maatschappelijke ongelijkheid tussen mannen en vrouwen, is het ook vaak een combinatie van materiële en immateriële problemen. Thuisgeweld speelt zich niet eenmalig af en mondt vaak uit in een vicieuze cirkel. Regelmatig gebeurt het dat gewelddadig gedrag en slachtofferschap in de volgende generaties van dezelfde families terugkomen. Het eist zelfs meer slachtoffers dan het geweld op straat en dat betreft niet alleen vrouwen, maar ook kinderen, die vaak direct, maar zeker indirect slachtoffer zijn.
Daarom is huiselijk geweld een probleem dat niet alleen de direct betrokkenen aangaat, maar ook de gehele maatschappij.
Uit een enige jaren geleden gepubliceerd onderzoek van het Ministerie van Justitie bleek dat meer dan de helft van de bevolking ooit slachtoffer is geweest van huiselijk geweld. De ruime definitie van dat onderzoek leidt waarschijnlijk tot dit hoge percentage. Dit neemt niet weg dat wanneer men de ernstige voorvallen van fysiek, geestelijk of sexueel geweld in aanmerking neemt, landelijk nog altijd zorgwekkende percentages resteren. De omvang van huiselijk geweld in Delft is niet bekend. Er is geen reden aan te nemen dat de omvang van huiselijk geweld in Delft hiervan belangrijk afwijkt.
Tussen juni 1998 en oktober 1999 werden in Delft west 63 geweldsincidenten geregistreerd, 36 daarvan blijken iets met de relatiesfeer van doen hebben.
De politie Haaglanden is begonnen met een nieuwe aanpak van huiselijk geweld. De nieuwe aanpak richt zich op vier deelaspecten:
1. Het streven naar een verhoging van de aangiftebereidheid en verbetering van de kwaliteit van de aangifte
2. Het formeren van een netwerk met betrekking tot de hulpverlening
3. Het onderhouden van contacten met betrokkenen
4. Alle korpsleden bekend maken met de nieuwe aanpak via opleiding
De Politie in Delft geeft huiselijk geweld extra aandacht o.a in de opleidingen.
Over het thema huiselijk geweld organiseert VOZH/Ricardis al enige tijd discussie- en overlegbijeenkomsten over preventie thuisgeweld. Subsidie voor dit project komt van de Zorgverzekeraar DWO. Overige deelnemers zijn o.a. Riagg, GGD, politie en het Vrouwengezondheidscentrum. In dit project is een checklist opgesteld voor instellingen en organisaties die te maken hebben met (de gevolgen van) huiselijk geweld. De checklist kan voor hulpverleners en politie een handvat worden om signalen die kunnen duiden op het bestaan van geweld in de privésfeer vroegtijdig te herkennen.
Dader en slachtoffer zijn onderdeel van hetzelfde probleem. Het probleem wordt alleen aangepakt als naast hulp aan het slachtoffer gelijktijdig ook hulp (inclusief straf) aan de dader wordt gegeven. Want zonder die hulp aan de dader blijft het slachtoffer in een kwetsbare positie. Dat betekent actie in verschillende vormen zoals informatie inwinnen, hulp zoeken, dader aanspreken en aangifte bij politie doen.
Aanpak tegen huiselijk geweld moet bij het begin beginnen en niet op het moment dat politie, justitie of vrouwenopvang er bij zijn betrokken. Dan is het kwaad meestal al geschied. Preventie moet met hulp en zorg en nazorg het begin van de aanpak vormen
Doel daarvan moet zijn enerzijds de bereidheid, de mogelijkheden en daadwerkelijk handelen van slachtoffers om actie te ondernemen te vergroten en anderzijds de mogelijkheden te bieden en te vergroten tot meer preventie, zorg en nazorg.
Verschillende organisaties en personen (zorg- en hulpverlenende organisaties, politie, opvang, artsen, onderwijzers) zijn bij huiselijk geweld betrokken. Vraag is bij wie behoort de coördinatie en regie plaats te vinden mede gelet op de volgende 3 redenen:
1. Huiselijk geweld is meer dan alleen geweld tegen vrouwen
2. De gemeente heeft het gezag, de capaciteit en het overzicht partners in het veld aan te spreken, aan te sporen en te controleren op resultaten
3. De voornaamste taak van vrouwenopvang is opvang.
Op dit moment zijn vooral VOZH Ricardis en de politie actief maar deze zitten beide aan het eind van het proces, als het kwaad al is geschied.
De aanpak van huiselijk geweld kan op verschillende manier en met verschillende inzet plaatsvinden:
1. De preventie, bestrijding, informatievoorziening, zorg, in welke mate dan ook, wordt aan het veld overgelaten. Voor gerichte activiteiten kan de gemeente subsidie verlenen.
2. De gemeente sluit zich aan bij initiatieven vanuit het veld (bv politie en VOZH Ricardis) en ondersteunt met financiën en benodigde menskracht.
3. De gemeente rekent de regie van bestrijding huiselijk geweld tot haar verantwoordelijkheid en regelt daarvoor de coördinatie, afstemming, voorlichting, meldpunt, zorg- en hulpinzet en houdt de ontwikkelingen bij. Dit kan structureel of na het op poten zetten wordt het project overgedragen aan een partij buiten de gemeente.
De verschillen in aanpak zijn gelegen en in de rol die de gemeente hierin heeft en in de inzet van financiën en menskracht.
1. De
definitie van huiselijk geweld luidt:
alle vormen van herhaaldelijk lichamelijk, psychische en sexueel geweld en
verwaarlozing die plaatsvindt in de context van de privé-sfeer en waarbij
betrokkenen in een familiale verhouding staan of hebben gestaan.
Een zo brede definitie leidt tot hoge percentages van mensen die ooit
slachtoffer zijn geweest van huiselijk geweld. Het lijkt gewenst de definitie
aan te scherpen. Hoe kan het verder afgebakend worden? Zie hiervoor ook
bijgaande tabel.
2. Welke rol moet de gemeente hebben bij de bestrijding en aanpak van huiselijk geweld?
· Subsidiering activiteiten in het veld
· Aansluiting bij initiatieven in het veld en ondersteuning
·
Oppakken regiefunctie
3. Welke concrete activiteiten en/of invullingen behoren dan daartoe?