23 februari 2001

Onderwerp

* Huisartsen en tandartsen geven aan dat ze in groepsverband willen werken. Enerzijds willen zij nauwer samenwerken met collega's binnen de eigen beroepsgroep (in een HOED c.q. TOED). Anderzijds hebben ze de behoefte om buiten de eigen discipline samen te werken met beroepen waarmee raakvlakken bestaan. Door nauwere samenwerkingsverbanden kunnen zorgaanbieders in deeltijd werken en kunnen patiënten efficiënter worden doorverwezen.

* De aanwezigen geven aan dat alleen het verenigen van verschillende beroepen in één pand niet per definitie een meerwaarde oplevert (in kwantitatieve en kwalitatieve zin). Er moet aandacht besteed worden aan de organisatorische vormgeving van multidisciplinaire gezondheidsaccommodaties. Tijdens het realiseren van de doelstellingen moet nader onderzocht worden wat de mogelijkheden hiertoe zijn.

Rol van de gemeente

* Op de kaart laat de heer Holkers zien waar zich op het ogenblik in Delft gezondheidsaccommodaties bevinden. Om de kwantiteit en kwaliteit van de eerstelijns gezondheidszorg te waarborgen, zou de gemeente een faciliterende rol kunnen vervullen ten aanzien van de huisvesting. De gemeente zou behulpzaam kunnen zijn door mee te werken aan het wijzigen van bestemmingsplannen of door partners te zoeken die eventueel accommodaties kunnen ontwikkelen. In het uiterste geval zou de gemeente haar onroerend goed kunnen inzetten. Het is echter de bedoeling dat de gemeente deze taak alleen op zich neemt als het veld zelf niet in staat is geschikte accommodaties te vinden. Door een faciliterende rol te vervullen, kan de gemeente een gunstig klimaat scheppen, dat nieuwe huisartsen en tandartsen moet motiveren om zich in Delft te vestigen.

* Om de eerstelijns gezondheidszorg in kwantitatieve en kwalitatieve zin te verbeteren, is het van belang dat de betrokken partijen bereid zijn tot een gezamenlijke aanpak. De gemeente zou mogelijkerwijs een ondersteunende rol kunnen spelen in het bij elkaar brengen van de betreffende partijen.

* Er zou beter op de wensen en verwachtingen van allochtonen ingespeeld kunnen worden door meer allochtoon personeel aan te stellen in de zorgsector. Maar het laat waarschijnlijk tot 2010 à 2015 op zich wachten voordat meer allochtonen hun intrede doen in beroepen als huisarts, tandarts of specialist. Tot die tijd kunnen zorgaanbieders aan de wensen van allochtonen voldoen door bijvoorbeeld meer allochtoon personeel op ondersteunende functies aan te trekken. Bij verschillende zorginstellingen gebeurt dit al. Stichting Maatzorg bijvoorbeeld geeft aan dat 15% van haar personeel van allochtone afkomst is.

* Allochtone zorgconsulenten zouden aangesteld kunnen worden om vluchtelingen te begeleiden die de Nederlandse taal niet spreken en niet weten hoe de zorgsector in elkaar zit. Over het algemeen wordt echter zeer terughoudend gereageerd op het creëren van een 'extra laag' in het bestaande zorgaanbod.

* De kwaliteit van het zorgaanbod zou kunnen worden verbeterd door artsen voor te lichten over bepaalde gebruiken van een cultuur en door allochtonen te informeren over de Nederlandse zorgsector. De manier waarop dat kan gebeuren moet nog nader worden onderzocht.

Bijzondere opmerkingen

* Er moet aandacht komen voor de zorgvraag van ouderen. Het aantal ouderen zal de komende jaren gestaag groeien. De behoefte aan zorg voor ouderen zal dus ook toenemen.

Conclusie

* De commissie extern heeft aangetoond dat de problemen in de eerstelijns gezondheidszorg zoals deze in de gemeentelijke nota zijn beschreven, door het veld worden onderkend.

* Om een optimaal aanbod van eerstelijns voorzieningen in Delft te garanderen, is het van cruciaal belang dat alle betrokken partijen met elkaar blijven overleggen en bereid zijn tot samenwerken. De gemeente zou hierin een ondersteunende rol kunnen spelen.

* Een oplossing die in de nota wordt genoemd om de eerstelijns gezondheidszorg te verbeteren, te weten de rol van de gemeente bij het vinden van geschikte accommodaties, wordt door het veld gedragen.